PAfttJSCHE BRIEYEIV7 Nederland. Er is nog een reden, waarom hetgeen in Dnitschland voorvalt, alle aandacht o. i. verdient. Mocht de aanhang van keizer Wilhelm de sociaal-de mocratie met sncces bestrijden en onderwerpen, dan geeft hem dit in de bnitenlandsche politiek van het Duitsche rijk vrij spel. Ligt hierin geen gevaar voor de zelfstandigheid van ons land De onderdrukking der binnenlandsche tegenstanders in het keizerrijk heeft toch ook ten doel de macht van Dnitschland te vergrooten en de geringste aanleiding zal voldoende zijn, om het grondgebied met een vrnchtbare provincie nit te breiden. Indien de keizer geen binnenlandsche onlusten meer te duchten heeft, zal bij zijn werk niet als afgedaan be schouwen, maar ten koste van de naburen den luister van de kroon verhoogen. Moge deze toekomst-bespiegeling onjuist blijken Moge het een dwaling zijn dat de binnenlandsche twisten in het laatst dezer eeuw, de verborgen oorzaken waren van de vredelievende verhouding tusschen de ver schillende Europeesche staten. Moge de uitreiking van nieuwe vaandels, en de hul diging van de overgebleven strijders van Lombok, op dien zonnigen vijfden Julidag van 1895, blijken niet de laatste schitterende dagen van een roemrijk vorstengeslacht en een merkwaardig volk geweest te zijn, maar het begin van een nieuw tijdperk van bloei, veerkracht en gehecht heid aan 't vaderland. XXVI. Parijs, 21/22 December 1895. Nog slechts tien dagen en dan is dit jaar al weder voorbij gevlogen. Men zou zoo zeggen, hoe ouder men wordt, des te sneller jaagt de tijd voort. Heden begint de winter, niet alleen in den almanak, doch hier ook inderdaad, want de temperatuur is sedert eenige dagen plotseling gedaald, en vannacht heeft het bepaald gevroroD. Overmorgen al weder Kerstnachtwij hebben het dan ook 's avonds overdruk met, te overleggen wat de kin deren, onze eigene zoowel als die der kennissen, verwach ten wat Petit Noël zal meêbrengen. De moeder weet over het algemeen zeer juist welke cadeautjes moeten gegeven worden, en gelukkig de kleinen, die eene moeder hebben, om hunne wenschen te raden, en een vader, in staat hun zoo lang mogelijk de illusie te doen behouden, dat het kleine Christuskindje al die kleine geschenken chocolade en suikerwerk, voor hen medebrengt. Doch niet alle kindereu hebben hunne ouders, en daarom doet het ons steeds goed te zien, hoe bij den aanvang van den winter, en vooral bij het naderen van feesten als Noël en Jour de 1' An, hier alle weidenkenden worden opgeroepen, een gedeelte van hunnen overvloed, ja zelfs van het noodzakelijke, af te staan voor de verschillende weeshuizen en andere instellingen van liefdadigheid, opdat het op die dagen ook den ouderloozen kinderen niet aan vreugde en illusie moge ontbreken. Prachtig zijn thans de »étalages" van alle magazijnen en winkels; die uitstallingen getnigen van den fijnen parijscben smaak, de speelgoedwinkels vooral wedijveren in het etaleeren van alle mogelijke soorten cadeautjes, van af de snuisterijen k 1 sou tot poppen van 100 en meer franken het stuk. De banketbakkers-, krui deniers- en spekslagerswinkels doen u bepaald watertanden, daar ligt eene keur van koek, banket, chocolade, suikerij, getooide hammen, gevulde pasteien, gevogelte met truffels, waaronder kalkoenen van meer dan tweehonderd franken enz., enz. De groote restaurants zorgen voor reclame artikelen in de couranten, beloven den geheelen Kerstnacht dat binnen 8 dagen, dus vóór den achtsten Maart om middernacht, de zaak afgedaan moest zijn. Dit was zijn laatste woord. Hij zou geen enkel uur langer geduld hebben. Als aan zijne eischen niet vóór den genoemden datum voldaan was, zou hij den 9den, 's morgens vroeg, de zaak aan de rechtbank overgeven en om vluchten te voorkomen, tegelijk het verzoek doen om Hennern on- middelijk in hechtenis te nemen. Uit den toon van dezen brief begreep Hennern onmid- delijk, dat Ehrike hem niet alleen had opgesteld. Hij had hem blijkbaar in overleg met zijn rechtsgeleerde geschreven. Tegelijk met dezen brief ontving hij ook eene zeer onaangename mededeeling van Berwitz. Uit de houding van den raad van legatie had hij opgemerkt, dat hij ten minste van die zijde de meest mogelijke tegemoet koming zou vinden. Berwitz had hem immers uit zich zelf een uitstel van eenige dagen beloofd. Hennern had gehoopt en er bepaald op gerekend, dat Berwitz als ge volmachtigde van Pagger hem, indien hij dit verzocht, wel een paar weken of zelfs een paar maanden uitstel zou toestaan. Maar ook in deze berekening, die hem door zijne ongelukkige lafhartigheid werd ingegeven, faalde hij. Berwitz schreef hem kort en bondig daar bij tot nu toe te vergeefs gewacht had op het bericht om trent eene samenkomst, meende hij te mogen aannemen, dat Hennern den 6den Maart zou voldoen aan de over eenkomst met zijn vriend Pagger. Den brief van Ehrike liet Hennern voorioopig onbe antwoord. Hij had immers nog bijna acht dagen tijd. Dat korte uitstel deed hem veronderstellen, dat hij voor ioopig de bedreiging van Ehrike niet als zoo heel ernstig gemeend behoefde te beschouwen. Maar Berwitz moest antwoord hebben en overgehaald worden om nog eenige dagen uitstel te geven. Vóór alles moest Hennern in het bezit blijven van Westernbruch. Dat was zijn laatste redmiddel. Hij schreef daarom zonder dralen een klagen- den brief aan Berwitz. Hij deelde hem mede dat de toestand zijner gezond heid zoozeer verergerd was, dat hij in de laatste dagen volstrekt niet had kunnen werken Van de ridderlijkheid van graaf Pagger en van diens gevolmachtigde meende hij te mogen verwachten dat men zijne geschokte ge zondheid in aanmerking zou nemen en het vriendelijk verleende uitstel nog met eenige dagen zou verlengen. open te blijven en wijzen op de uitstekende gelegenheid tot sonpeeren vóór en na de mis van middernacht. Al deze voorbereidselen tot het vieren der feestdagen en bovendien de talrijke programma's van schouwburgen en concerten zijn eene welkome afleiding, daar, waar wij over niets anders hoorden spreken, als over Arton, den man der Panama-schandalen, en over geruchten van oorlog in Turkije, in Afrika, in Amerika, alsof de men- schen alleen gemaakt waren om elkander te vernielen, en alsof er nooit een Petit Noël bestaan had. De schouwburgen dan zijn thans in volle werking. De groote opera gaf ons »Frédégonde" van den overleden componist Ernest Guiraud, en daar deze dit werk on voltooid lietheeft de groote Saint-Saëns de laatste bedrijven geschreven. Het grootste gedeelte der muziek is dus van Saint-Saëns, doch deze heeft, met groote op offering van zichzelven, getracht geheel te werken in den geest van den overledene, en al mag juist om deze reden Frédégonde niet op ééne lijn gesteld worden met de andere compositiën van Saint-Saëns, zoo heeft deze zich toch bij alle muziekliefhebbers en ook tegenover den overledene zeer verdienstelijk gemaakt. De generale re petitie van deze opera werd eenige dagen van te voren als weldadigheidsfeest gege ven ten voordeele van de ar men van Parijs en de soldaten van Madagascaren het succès, zoowel artistiek als financiëel, was meer dan voldoende. Den volgenden avond, Donderdag, riep ons de eerste voorstelling te Parijs van »Le Pont Vivant" (de levende brug of de brug van menschen) in het Théêtre des Menus Plaisirs. »The human bridge" is een amerikaansch melo drama in vier bedrijven en elf tafreelen van den schrijver Sutton Vane, en hetwelk met een buitengewoon succès meer dan zevenhonderd malen achtereen in Amerika vertoond werd. Wat zal men van dit drama zeggen Uit een oogpunt van kunst beschouwd, is het voorzeker weinig waard, en gelijkt het veel op »les Pirates de la Savane" (zoo wij ons niet vergissen, zagen wij dit reeds als klein kind onder den titel van »de Tijgerjager of de vrijbuiters van Mexico"); doch kan men zicü voor een oogenblik weder geheel onnoozel gelooven, dan is het mogelijk een aangonamen avond door te brengen bij The Human Bridge." Dunstan Leech is nl. een afschuwlijke schavuit, die allerlei misdaden begaat, zoo vroeselijk, dat wij er om schaterlachen, doch de bovenste galerijen gevoolen mede en huilen of lachen, alleen daar, waar het volgens den schrijver te pas komt. Diefstallen, moorden, vergiftigingen, schipbreuken, het ijselijke volgt op het schrikwekkende, en het geheele drama draait om de ver volging van een rijk jong meisje, door Dunstan Leech en geeft daardoor aanleiding tot den levenden brug, voor gesteld door de drie gebroeders Warton, een triplice van acrobaten, die wellicht geheel Parijs naar dezen schouw burg zullen trekken. Weer den volgenden avond, Vrijdag, waren wij verplicht te kiezen tusschen eene opera-comique Le Baron Tzigane van Johaun Strauss en een drama La Mendiante de Saint-Snlpice (De Bedelaarster van de kerk Saint-Snlpice), drama in vijf bedrijven en elf tafreelen van Xavier de Montépin en I. Dornay. Gelukkig liggen de beide schouw burgen Ambigu-Comique en Folies-Dramatiques, zoo goed als naast elkander en konden wij daarom in de Folies eenige bedrijven en walzen hooren van Strauss en in Ambigu eenige tafreolen bijwonen van de Mendiante de Saint-Snlpice. De muziek van Strauss heeft nog steeds hetzelfde bekoorlijke, medesleepende karakter, hoewel zij ons toch wel iets veranderd voorkomt, doch misschien is onze tegenwoordige muzikale opvoeding daarvau de oor zaak, want te Weencu speelde men den Baron Tzigane meer dan duizend malen. Het drama in Ambigu be hoefden wij niet geheel te volgen, waut de roman, waaruit Montépin dit stuk trok, verscheen in een ontelbaar aantal feuilletons van Petit Journal, en is een drama zooals er zoovelen zijn, gebouwd op kiuderroot en vervalsching van geboorteakten diefstalleu moordenkrankzinnigenge stichten enz., enz., waarin eindelijk de deugd zegeviert en de misdaad gestraft wordt. In die stilzwijgende veronderstelling was hij er ook tot nu toe nog niet toe gekomen om den heer von Berwitz uit te noodigen tot eene persoonlijke samenkomst. Hij had willen wachten totdat hij eenigszins hersteld zou zijn. En dat was nu helaas nog niet het geval. Hij was door zijne ongesteldheid nog steods aan zijne kamer gebonden maar als de heer von Berwitz meende in het belang van zijn vriend niet langer te mogen wachten was hij natuurlijk met inspanning van zijne krachten ieder uur bereia het noodige te bespreken. Hij moest evenwel om genoemde redenen beleefd verzoeken of de heer von Berwitz hem dan weer in zijne particuliere woning wilde opzoeken. Dit uitstel was Berwitz des te meer onaangenaam omdat hij weer een brief ontvangen had van zijn vriend, graaf Pagger, die hem vriendelijk verzocht, de zaak zoo spoedig mogelijk at te doenzijn rechtsgeleerde uit Berlijn bad hem kort geleden zeer ongunstige berichten over Dr. Hennern meêgedeeld. Berwitz antwoordde hem per omgaande, dat dr, Hennern ziek was geworden, maar dat eerstdaags al het mogelijke gedaan zou worden om de zaak spoedig tot een goed einde te brengen. Berwitz wachtte eenige dagen. Bij had zich persoonlijk overtuigddat Hennern werkelijk zeer ongesteld was. Hij wilde hem zoo lang mogelijk ontzien. Bovendien namen juist in die dagen zijne ambtsbezigheden hem bijna den geheelen dag in beslag. Men had de treurige zekerheid verkregen dat de grijze keizer niet weer van zijn ziekbed zou o. staan. Tegenover de tragische moei lijkheden die het wegsterven van het kostbare leven verwekte, schenen alle persoonlijke belangen onbeduidend, nietig en gering. Berwitz vond het zeer onaangenaam aan een Hennern te mooteu deuken, terwijl al zijne ge dachten gericht waren op den stervendeu keizer in Berlijn en den stervenden kroonprins in San Remo. Maar dat was nu eenmaal niet te veranderen. Het uitstel, dat hij Hennern had toegestaan was afgeloopen. Het was hem daarom zeer aangenaam, dat hij nu toch eind lijk de verwachte uitnoodigiug van Hennern ontving. Hennern verzocht hem den 8steu tegen den avond bij hem te komen. Berwitz had het stellige besluit genomen dat dit de laatste conferentie met den speculant zou zijn. Wordt vervolgd. Nog zouden wij moeten spreken over gisterenavond, waar T heat re-F ran gais en Odéon den 256en verjaardag der geboorte van Racine herdachten, en het Théatre du Gymnase een nieuw tooneelspel vertoonde van Victorien Sardou, doch om eerlijk de waarheid te zeggen, bleven wij eindelijk gisterenavond thuis. J. M. T. Mond- en klauwzeer. Blijkens officieele opgave is in de geheele maand November geen enkel geval van mond- en klauwzeer in ons land voorgekomen. Bij beschikking van den minister van waterstaat handel en nijverheid is de heer H. J. Ragut J.Pzn. be noemd tot buitengewoon opzichter bij de baggerwerken in de Boven-Merwede zijn met 1 Jan. 1896 verplaatst J. B. Groenenopzichter lo kl. van 's-Hertogenbosch naar Muiden; J. Bos, opzichter 2e kl. van Vreeswijk naar MoerdijkL. M. Brouweropzichter 3e kl. van Moerdjjk naar Aarle-RixtelJ. Venema, opzichter 3e kl. van Roermond naar 's-Hertogenbosch; en de nieuw be noemde opzichters der 4e kl. T. Huitema en L. M. Kore- vaar respectievelijk geplaatst te Vreeswijk en te Roermond. Te Westerwold, onder Steenwijkerwold, is in den avond van den 19 eene boerenplaats verbrand f waarbij 5 melkkoeien 1 pink 1 paard en eenige kippen in de vlammen omkwamen. Behalve den inboedel verder ver brandden 40.000 P. hooi en eene groote hoeveelheid stroo. Onvoorzichtigheid met de stallantaarn wordt de oorzaak genoemd. Den 20 herdacht dr. D. Denekamp te Rotterdam, onder vele blijken van belangstellingden 25sten ver jaardag zijner promotie. - Het feit, dat de friesche boter in dit jaarge tijde eenigszins van de normale samenstelliug afwijkt heeft in Eugelaud aanleiding gegeven tot verdenking van vervalsching. De Nederlandsche Kamer van Koophandel te London heeft nu haren invloed aangewend opdat het ministerie van landbouw in Engeland dr. van Hamel Roos, te Amsterdamverzoekeadvies uittebreugen aan den directeur der engelsche gouvernementslaboratoria aan gaande de uitkomsten door hem verkregen bij het on derzoek van friesche boter in het algemeen en zoo de vraag beantwoord worde in welk opzicht deze boter in hare natuurlijke samenstelling van die van andere plaatsen verschilt. Bij den gemeenteraad van Kampen is eene concessie aanvrage van de Nederl. Bell-Teleioonmaatsehappij inge komen tot den aanleg van een telefoonnet binnen deze gemeente op den grondslag van f 40 per abonnement. Bij kon. besluit van den 21 is de heer H. G. v. d. Poli, te Veenendaallid van de provinciale staten te Utrecht, benoemd tot ridder in de orde vau den Neder- landschen Leeuw; en tot ridder in de orde van Orauje- Nassau de luitenant ter zee 2e klasse H. W. G. van Bleyswijk Ris en de officier-machinist der 2e klasse J. T. Fauol. De jongste zuster van de Koningin-Regentes, prinses Elisabeth van Waldeck-Pyrmont, is den 21 's avonds per Staatsspoor te 's-Gravenhage aangekomen waar zij door de beide koninginnen werd opgewacht. Benoemd tot directeur van het post- en telegraaf kantoor te Monster P. J. P. Hardenberg, thans telegrafist te Osch. Armenzorg. De Maatschappij tot nut van 't algemeen heeft een lijvig en zeer belangrijk rapport in den handel gebracht over armenzorg, hetgeen zij te danken heeft aan de werk zaamheid van de heereu mr. H. Goeman Borgesius, rnr, A. F. K. Hartogh J. F. L. Blankenberg, dr. H. J. de Dompierre de Chaufepié en mr. R. J. H. Patijn. Deze commissie heeft in haar rapport in de eerste plaats den tegenwoordigeu toestand van de armenzorg in Nederland beschreven en nagegaan welke verbetering der armenzorg onder de tegenwoordige armenwet bereikbaar is hoe de armenzorg in den vreemde is geregeld, en daarna de ge schiedenis en de beginselen onzer tegenwoordige armen wet uiteengezet. In een tweode deel geeft de commissie de hoofdpunten voor eeno nieuwe armenwetwelke uit voerig worden toegelicht en eindelijk de vermoedelijke gevolgen van de aanbevolen regeling. In de Bijlagen worden eenige regelingen van armenzorg meêgedeeld, o a. die van Elberfeld, van Liefdadigheid naar Vermogen, van de rotterdamsche vereenigiug ter verbetering van armen zorg, enz. Te Huissen is eene boerenhofstede verbrand zon der dat er van den inboedel iets kou worden gered. De man juist bijtijds ontwakende, kon zijne vrouw nog waarschuwen en zijne kinderen in veiligheid brengen zoodat zij nog ongedeerd, bij den man op een paar brand wonden aan den voet na, ontkwamen. De trein, die 's ochtends 5.40 van Leeuwarden ver trekt waarin 2 passagiers is den 22 bij hot verlaten van genoemd stationontspoord waardoor eene ver traging van 40 minuten en slechts geringe materieele schade ontstond. Purmerend. Dinsdag, dan 24 werden bij het Purmerender Veetonds verzekerd 126 stuks vee. Iu de week Van den 16 op den 23 werden aan het abattoir te Amsterdam afgekeurd 2 koeien geheel on 1 gedeeltelijk. De 2 eerstbedoelde zijn ingezouten geworden. Schermeer. Blijkens advertentie in dit nummer zal op uitnoodiging van de alhier gevestigde Afdeeliug der flollandsche Maatschappij van landbouwde heor J. Baron, »Ericus", de schrijver van de brieven over landbouw in het Nieuws van den Dag, eene lezing hon den. Wij twijfeleu er niet aan of deze vergadering zal druk worden bezocht. Belangbebbenuen en belangstel! n- den zullen ongetwijfeld benieuwd zijn, den man te leeren kennen, die, hoe men dan ook over zijne meeningen oor- deeleblijkens zijne brieven, den landbouw een warm hart toedraagt. Bovendien is »Ericns" bereid om te ant woorden op alle vragen en bedenkingen die men, naar aauleidiug zijner lezing, mocht willen doen en opwerpen. Barsingerhorn. To K o 1 h o r n was het den 26 voor de kinderen der Zondagschool feest. Iu de christ. ger. kerk was een kerstboom, prijkende metal wat voor kinderen begeerlijk kan beeteu. Als vorige jaren was het ook thans den kinderen weêr aan te zien dat dit feest bun veel genot bereidde. Te Kolhorn gaf het gezelschap vau den heer W. Hart

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1895 | | pagina 6