IB Hit
De AmstertlanisGlifi week.
K
feuill'eton.
Honderd twee en twintigsto Jaargang.
Zatcrdag 3 Jannari.
Ko. a
i.
Oelyck nu d' ackerman de zeisen
(slaet in d' airen,
En heenstreeft, door een zee van
(gout en goude baeren,
Zoo werkt ons Amsterdam, door
(overvloet van stof,
Om in den vrughtbren oeghst van
(zijnen rijcken lof
Te weiden met de penne
Zoo dichtte Joost van den Vondel in 1655
ter gelegenheid van de inwijding van het
nieuwe Stadhuis te Amsterdam, het tegen-
woordige Koninkliike Paleis. En met dit
woord van den Prins der Nederlandsche
dichteren, en tevens Amsterdam's meest-toe-
gewijden zanger, wil ik ook de eerste mijner
brieven uit de Hoofdstad, die ik voortaan
wekelijks hoop te zenden, beginnen. Een
overvloed van stof wacht mij
Want Amsterdam is niet slechts in naam
de Hoofdstad des landsook i n d e r d a a d.
Den Haag moge de vorstelijke residence zijn,
Rotterdam moge een grooter haven bezitten,
Amsterdam is en blijft wat de stad van ouds
is geweest :hethartdes lands. Amster
dam is het centrum van het politieke, het
kunstzinnige, het wetenschappelijke leven
van ons volk; van Amsterdam uit gaan de
groote stroomingen die onze maatschappij
die ons, menschen, beroeren. En zoo
heeft de kroniekschrijver, die in opdracht
heeft, op gezette tijden het belngrijkste wat te
Amsterdam geschied is, in een brief vast te
leggen en te bespreken, een dankbare en zeer
bciangrijke taak. Dat hij zich die taak waar-
dig moge tooncn, is de wensch waarmee hij
thans de pen opiieemt!
Het Kerstfeest,
Oudcjaarsavond en
Nieuwjaarsdag.
Zooals de oude huizen vallen, zoo ver-
dwijnen ook de oude gewoonten. Gelukkig
dat er in beide gevallen nieuwe voor in de
plaats komenIk denk daaraan nu ik in ge-
dachten terug ga tot het Kerstfeest dat pas
achter ons ligt. De viering daarvan wordt de
laatste jaren hier ter stede telkens algemee-
ner. Zij kenmerkt zich allereerst door de
straatmuziek. Dag aan dag doen (deden) de
oempah's, de straatmuzikanten, zelfs de verste
en meest-afgclcgen woonwiiken in het zuiden
der stad, van hunne Kersiliederen weergal-
mcn. Dit jaar hadden zij bovendien een
nieuwigheid ingevoerd. De oempah's voerden
namelijk groote klokken mede, en zoo konden
wij ditmaal dus ook van een begeleiding met
Kerstklokken genieten. Aigemeen, haast al te
algemeen, is ook het gebruik geworden om
de winkeluitstallingen in rood licht te zetten.
't Is een gebruik, dat een zekere J. v. d. Von-
deling in het weekblad „Uiltje" tot dezen
gecstigen en raken variant op de bekende
rei uit de „Gijsbreght" bracht:
O, Kerstnacht, schooner dan dc dagen?
Wcer moet 'k dat rooie licht verdragen
Dat uit uw wirikelkasten sluipt-
Met schrceuwcnd' rood-papicren klokken1
Gaan weer de slagers koopers lokken
Voor't Vet dat van de schotels druipt, enz.
Mooier dan deze roodlicht-manie, die uit
Engeland naar ons land schijnt te zijn over-
gekomen (een litterator heeft cr eens ingezien
de afschijning van het Engelsche haardvuur)
is .de Duitsche traditie der Kerstboomen, die
hier ter stede almcde zeer populair is. Langs
den Singel tusschen Koningsplein en So-
phiaplein. dat is het gedeelte waar anders de
Aalsmeerder kwekers hunne kleurige potjes
geraniums en fuchsia's hebben uitgezet, wordt
in de week voorafgaande aan de feestdagen,
Kerstmarkt gehouden. Ik begrljp niet dat er
nog nooit een didder of schilder is geweest,
die zich daardoor heeft laten inspireeren tot
een kunstwerk. Adema van Scheltema heeft
wel eens de Amsterdamsche Bloemmarkt,
maar nog nooit de Kerstmarkt bezongen. En
Een beschrijving van het dagelijksch noma-
denleven, zooals het gezien en meegemaakt
•i -; werd door de schrijfster :-
EM1LIE DEMANT—HATT.
Uit het Deensch vertaald door M. D. Z.
32)
Maar noch hij noch ik konden onze belofte
houden. Er was onder't gestadig voorttrek-
ken te weinig rust, dan dat er van eenig gere-
geld onderwijs iets had kunnen komen. Wel
zou er goede gelegenheid zijn de kinderen
's winters en's zomers in de hut les te geven,
als de Lappen een paar maanden achtereen
op dezelfde plaats blijven. Nu was het onmo-
gelijk; En met het tamme rendier was het
maar zoo-zoo; tam was het, heel tam zelfs,
maar sterk was het niet. De heele kudde leed
helaas honger dat voorjaar, en alle verhuis-
tochten waren enkel ellende. Eerst ging het
nog wel, daa de dieren nog eenig weerstands
vermogen bezaten door het wintervoedsel in
de bosschen, ofschoon dat in den herfst ook al
slecht was gweest; maar toen we verder kwa-
men in den tijd en het geen lente wilde wor-
den, namen de krachten van de dieren veront-
rustend af.
Te Naelgge-oaivve konden we niet lang blij
ven, de sneeuw lag overal dik en wit. we
moesten een betee plaats opzoeken. Het was
een lange vermoeiende tocht dien we qu on-
dernamen over het besneeuwde gebergte.
Schoonheid was er genoeg, de zon scheen en
de glad bevroren sneeuw leek op helder water
met een schitterende zonnestreep er over. Dan
vedween de zon een paar uur achter een berg,
en wij zetten onze reis voort in den daglich-
ten nacht.
De witte eindelooze sneeuwvelden zonder
een enkele ontbloote plek waren voor de Lap-
tocfi ft zfj zoo moon De Singe! maa2t Mer
een wijden bocht en wordt op prachtige wij-
ze afgesloten door het schilderachtige Munt-
torentje. Wie op de brug van het Koningsr
plein staat en kijkt in de richting van de Re-
ulierstraat, ziet onder de iepen-boomen een
oogen muur van donker dennengroen, waar-
tusschen de roode Kerstklokken en de hulst
ittig kleuren. 't Is alsof de bosschen van
rabant en 't Gooi beenen hebben gekregen
(gejijk in Shakespeare's „Richard de Der-
de") en naar Amsterdam gewandeld zijn. De
lauwe en flauwe lucht der Amsterdamsche
graehten en nauwe straten of stegen wordt
nu overstemd door den pittigen harsgeur.
En men ziet de groote-steclelingen, die in hun
alledagsleven zoo weinig contact hebben met
echte natuur nu als ware houthakkers
langs 'sHeeren straten sjouwen, een denne-
bOom over den schouder. Alleraardigst is het
ook in de dagen v66r Kerstmis de zooge-
naamde Jodenbuurt te bezoeken.
Kerstmis is niet alleen een godsdienstig,
maar ook een huiselijk feest. Wie een idee wil
krijgen hoeveel en wat er dan in Amsterdam
door het volk, en vooral door ,„het oude
volk" in huiselijken kring gegeten wordt, die
moet de St. Anthoniestraat eens doorloopen.
Er zijn daar onder in de winkelhuizen tal
van poelierszaakjes, en elk dezer heeft zijn
voorraad zwanen uithangen. Ik weet niet of
elders in't land ook de gewoonte bestaat om
onze mooie siervogels die 's zomers zoo
trotsch drijven op de spiegelende vijvers on-
zer parken, op te eten. En ik weet ook niet of
ik overneming van die gewoonte kan aanbe-
velen. Want het gerecht schijnt meer krachtig
dan smakelijk te zijn. Maar zeker is, dat het
oppeuzelen van zwanen, zoo tegen het einde
van het jaar, hier ter stede een algemeen
volksgebruik is. Aan alle stoepleuningen in
de Jodenbuurt ziet men dan ook de bloederi-
ge corpussen der zwanen hangen, met cen
dikke donkergele speklaag op de borst En
telkens worden nieuwe wagenvrachten van
„het vrooliike waterdier" aangevoerd. Vaak
lijkt het wel of de dieren gevoelen, dat hun
einde snel nadert, zoo angstig steken zij de
slanke witte halsen uit de manden en zoo
luid trompetteren zij hun leed uit. Maar de
vuile met bloed en veeren bedekte joodjes
kennen natuurlijk geen genade, en meedoo-
genloos sleuren zij het blanke pluimvee de
duistere kelderopeningen binnen, die wel de
geopende muil van het hongerig Amsterdam
iijken.
Ik sprak in het begin van mijn kroniek van
de nieuwe traditie die de oude vervangt. Tot
die nieuwe traditie behoort ook de klokbcspe-
ling die Vincent, de oude carillonneur van't
Koninklijk Paleis, sedert eenige jaren heeft
ingevoerd. Dat is altijd heel mooi, ik mag
wel zeggen: ontroerend mooi; juist in een
groote en drukke, naar het uiterlijk wat onge-
voelige, stad als Amsterdam. Als Vincent op
Kerstavond voor het klavier gaat zitten, daar
hoog in den donkeren, maanbeschenen koepel
van ons aloude stadhuis, dan schijnt het wel
eens of de metropolis even ophoudt met jach-
ten en rumrv>'-',i en adcmloos luistert naar
de vrome tversuiederen, naar de stichtelijke
muziek van Hemony's klokken. Duizenden
staan dan in eerbiedige stilte opeengepakt op
den Dam, opziend naar den zwaren, zwarteu
gevel van het historisch bouwwerk, en er is
iets van wijding in de lucht, zooals het open-
bare leven, de straat, anders niet kent.
Natuurlijk is ook te Amsterdam het Kerst
feest gelijk ieder ander feest, voor sommigen
eene welkome gelegenheid om hun onmatig-
heid ongebreideld uit te vieren. Toch is daar-
in de laatste jaren verbetering ten goede ge
komen, niet het minst door de krachtige wijze
waarop de drankbestrijders juist op die da
gen optreden.
Wie Amsterdam omstreeks Kerstmis of
Nieuwjaar bezoekt, zal boven onze straten
en pleinen de, met toestemming van de Over-
heid opgehangen witte velums opmerken, be-
vattend een waarschuwing tegen drankge-
bruik en vooral drankmisbruik.
Elk der doeken bevat een uitspraak van een
groot geleerde.
Op den Dam v<56r het nog altijd braaklig-
gend terrein, dus vis-a-vis het Paleis, ziet men
bijv. een velum met deze uitspraak van prof.
Stokvis: Alcohol is hersenvergift."
En elders is het navenant.
Eene bijzondere wijding heeft Kerstmis
1919 gekregen door het feit dat duizenden
arbeiders op den tweeden Kerstdag vrijwillig
hebben doorgewerkt, teneinde hun Weensche
kameraden met de opbrengst van dien extra-
werkdag te kunnen steunen.
pen en hun rendieren een bedroevend gezicht.
Er werd een korte beraadslaging gehouden
en de gemeentevoogd klom met ingas aan de
hand een hoogte op, om de streek te overzien.
Er was noch in de verte, noch van nabij een
plek te ontdekken zonder sneeuw, we konden
dus nog geen kamp opslaan. Moe en terneer-
geslagen trokken we verder door het onbarm-
hartig witte landschap, wat baatte ons do
schoonheid van de groene kloven, gouden
kleuren en de prachtige kronkelingen der
bonte sleden-rijen. Het was een zoo wreede
teleui^telling, dat de rotshellingen niet hier
en daar donkere plekken vertoonden, de Lap-
pen zagen er bedrukt uit. Eindelijk hielden
we stil en mochten de dieren grazen, de
sneeuw lag op die plek hier en daar dun.
Maar er onder was enkel zand en verdord
struikgewas- De kudde leed jammerlijk hun
ger.
We stonden op een hoogte van waar een
wijd ruim uitzicht was over het „verboden"
land Finland. De eenige grens was de ri-
vier. Hoe konden we hongerige dieren een be
vroren rivier als landgrens eerbiedigen? Ze
gingen er natuurlijk over, want in het land
achter die grens groeide het mos „zoo dik ais
haar op een rendierhuid". De wachters ston
den nacht en dag op sneeuwschoenen, eer-
stens om de kudde bijeen te houden, die als
ze honger lijdt licht uit elkaar komt bij't zoe-
ken naar voedsel, en ook om de dieren van
den overkant terug te halen, want werden zp
gevangen, dan moesten de Lappen betalen
met 6en rendier op de tien, dus met een tiende
deel van hun eigendom. Voor de wachters en
de honden was het een harde tijd. Soms kwam
er een sneeuwblind terug, het water liep uit
z'n brandende oogen, het minste licht kon hij
niet verdragen. Maar als de blindheid na een
paar dagen over was, moest hij toch opnieuw
weg. 't Is vreemd, dat de Lappen hun oogen
niet anders beschutten dan door de kleine ver-
lakte klep, die zij tegenwoordig koopen en
aan hun lakenache mutaen naaien; vrwger
Hoe groot ffie opbmsgat ft z&l nryg naSer
moeten blijken. Maar een der bestuursleden
van het Nederlandsch Vakverbond dien ik er
naar vroeg verzekerde mij dat de deelneming
hier te Amsterdam zeer algemeen is geweest.
De Amsterdamsche arbeiders zijn prachtig
voorgegaan.
m
Van Kerstmis naar Oud en Nieuwl, „il n'y
a qu' un pas!"
Op Oudejaarsavond is het groote, drukke
Amsterdam als't ware uitgestorven.
Sinds verscheidene jaren reeds sluiten de
groote cafe's om tien uur.
Of dit nu is om aan het personeel gelegen
heid te geven den Oudejaarsavond in huise
lijken kring door te brengen, dan wel omdat
het cafe-bezoek zdo klein was, dat de onkosten
voor verlichting en dergelijke niet eens ver-
goed werden, laten wij daar.
Waarschijnlijk hebben beide motieven ge-
golden.
Dit jaar was het echter nog stiller op straat
dan vorige jaren. Want op voorstel van de so-
ciaal-democratische gemeenteraadsleden Po-
lak c.s. besloot de Raad Dinsdag 1.1. op Oude
jaarsavond het tramverkeer te 10 uur stop te
zetten en bii de overige bedrijven en diensten,
voor zooveel mogelijk, naar dezelfde gedrags-
lijn te handelen.
Vroeger was het gewoonte dat de trams op
Oudejaarsavond later dan gewoonlijk liepen,
om het publiek in de gefegenheid te stellen
's nachts na twaalf uur, per tram naar huis
te gaan.
B. en W. achtten geene redenen aanwezig
om dit gebruik te bestendigen, en zij stelden
daarom voor, op Oudejaarsavond op den ge-
wonen tijd te eindigen, d.w.z. de laatste tram
van alle eindpunten te twaalf uur's nachts te
laten vertrekken. Zij verzetten zich tegen het
voorstel-Polak c.s. omdat aldus, terwille van
600 man trampersoneel pl.m. 12000 passa-
giers zouden moeten loopen. En, redeneerden
zij, de tram is er voor het publiek en niet het
publiek voor de tram. Maar de Raad oordeel-
de anders. En dus zijn wij, Oudejaarsavond-
gangcrs, 1.1. Woensdag op oze voetjes naar
liuis gegaan.
Op Oudejaarsavond thuis en in den fami-
liekring. maar op Nieuwjaarsdag naar den
Stadsschouwburg, om met Gysbreght van
Aemstel te treuren over „d' Ondergangh van
zijne stadt en ballingschap"in de pauze in
den foyer een kop slemp te drinken cn soezen
te ten, zooals reeds onze voorvaders deden
toen Madame Boggia nog kasteleines was van
den Stadsschouwburg; en na de pauze te ge
nieten van het vroolijke, frissche fleurige boe-
renzangspel „De Bruiloft van Kloris en Roos-
je". Geen oprecht Amsterdammer die zich of
zijne kinderen dat genot zou onthouden. Want
het behoort tot de goede Amsterdamsche tra
ditie, en't wordt beschouwd als een deel van
de opvoeding der kinderen. De voorstelling be-
reikt steeds haar hoogtepunt in den Nieuw-
jaarswensch uitgesproken door Thomasvaer
cn Pietemel; een Nicuwjaarswensch waarin
en ook dat is typisch Amsterdamsch in
't bijzonder de burgemeester betrokken
wordt. En die ontbreekt nooit op't appel. Ik
zou weleens den burgemeester van Amster
dam willen zien die daarmede, met dat ge
bruik, zou durven breken. Als h in de loge
van het Gemecntebestuur opstaat, om de toc-
juichingen van het publiek, van allerlei leef-
tijd en allerlei rang en stand, in ontvangst te
ncmen, dan is dat een innig Amsterdamsch
lafreelj ee ntafreel zooals geen andere stad'
kan bieden. i
WAGENAAR JUNIOR.
Populaire Landbouwkroniek.
MELK- EN MELKBEHANDELING.
Naar we veruamen bestaat in enkele ge
meenten het voornemen de controle op de
melk, die aan de consumenten geleverd wordt,
te verscherpen, zoodat het leveren van ver-
valschte melk zoo goed als uitgesloten is, zon
der betrapt te worden.
Deze maatregelen dienen natuurlijk ten
zeerste te worden toegejuicht. Het op een of
andere wijze vervalschen van melk behoort
tot de zeer laaghartige praktijken, waar niet
gestreng genoeg tegen kan worden opgetre-
den.
Wij meenen goed te doen er evenwel op te
wijzen, dat melk niet alleen onvervalscht,
maar ook zuiver moet zijn.
Zoowel voor het gebruik als voedsel voor
den mensdh al« vnor de bereiding van zuivel-
droeg men we rkenschors als een
soQrt scherm, maar cneeuwbrillen waren niet
in gebruik. Gewone moderne zwarte brillen
zouden voor de Lappen ook niet doelmatig
zijn, omdat ze licht braken en nooit zoo don
ker kunnen zijn, dat ze werkelijk nut doen.
Maart't gewiChtigste beletsel is't gevoel voor
schoonheid, dat bij de Lappen zoo sterk is. Sa
ra kon, als ze naaide, telkens het oog van de
naald voorbij zien, maar toen ik haar aanried
zich een bril aan te schaffen, zei ze: „Een
bril heb ik wel, maar ik zet dien niet op, dan
word ik zoo leelijk als een heertje uit de stad."
De honden hebben het in't voorjaar ook
kwaad, het vel laat los van hun pooten en
soms bloeden ze erg, dan moeten ze buiten
dienst gesteld worden, tot hun vel weer gene-
zen is.
De scherpe koud hield aan. den eenen dag
na den anderen, niet het minste teeken van
verandering was merkbaar. 't Was haast treu-
rig altijd die hooge doorschijnende lucht zon
der een wolkje maar dat verzachting van tem
per atuur brengen kon, terwijl men toch wist
dat er lente en groeikraCht was op andere
plaatsen van den aardbol.
De rendieren liepen overal heen, waar zij
onder de sneeuw wat voedsel konden vin-
den, maar dat ze met het weinigje dat ze
vonden in't leven konden blijven, was haast
onbegrijpelijk. Ze zagen er slap uit. Het
verder trekken hielp ook niet veel, het voedr
sel werd niet b&terals er niet spoedig dooi
kwam, zouden niet veel rendieren van de kud
de dien zomer „den koekoek hooren".
Den 8en Mei was't nog altijd winter,
sneeuwbuien iederlh dag, geen flauw gevoel
van lente in de lucht. Onze schertsend ge-
brachte offers aan de beschermgeesten
zelfs koffie met rendiermelk plengdcn we
voor hen hielpen ook al niet.
Den 9en Mei trokken we tooh verder,
iedere verhuizing bracht ons dichter bij
Noorwegen, 't was in ieder geval een troos
de rendicrkoeien daar veilig te weten op de
proSitrten ft van seer grrot Pelarrg,
de melk zoo zindelijk mcgeh;k wordt behan-
deld.
Vooral voor zieken en zuigelingen kan het
gebruik van onzindelijke melk zeer nadeelig
zijn, terwijl zooals we weten melk meermalen
de overbrengster da van besmettelijke ziekten.
Onzindelijke melk kan bij de bereiding van
boter en kaaa aanleiding geven tot allerlei ge-
breken, waardoor de waarde van het product
aanmerkelijk vermindert. Wij willen ons ech
ter dezen keer meer speciaal bezighouden met
consumptie-melk.
Zooals gezegd moeten we als consumenten
niet alleen tevreden zijn als we weten, dat de
melk onvervalscht is. maar eischen wij ook
zoo zindelijk mogelijke melk, ook omdat daar
door de houdbaarheid wordt verhoogd.
We weten wel, dat men door de melk te
koken de gevaren grootendeels kan wegnemen,
maar dit neemt met weg, dat toch steeds vrij
wat melk rauw gebruikt wordt Verder komt
het ons altijd voor dat het gebruik van melk
veel grooter zou zijn, wanneer meer zekeriheid
bestond. dat de melk inderdaad goed is be-
handeld. Het is dus ook ten zeerste in het be-
lang der boeren, dat de melkbehandeling
wordt verbeterd, omdat daardoor het gebruik
ongetwijfeld toeneemt.
Misschien ware het mogelijk dat de boerde-
rijen, die consumptiemelk leveren onder gere-
gelde controle werden gesteld of zich zelf stel
den.
We willen eens nagaan op welke zaken al-
zoo dient te worden gelet:
le. het melkgereedschap en de transport-
kannen moeten in uitstekenden toestand ver-
keeren
2e. het boenwater moet goed zijn, het ge
bruik van slootwater is zeer gevaarlijk;
3e. het melkblok en het spantouw moeten
ook geregeld worden schoongemaakt;
4e. de handen en kleeren der melkers moe
ten zindelijk zijn
5e. de lucht in den stal moet frisch zijn, het
is zeer verkeerd gedurende of voor het melken
de koeien te voederen met stoffig hooi, inge-
kuild gras enz. of de mest uit den stal te
doen;
6e. de melkkoeien moeten er steeds zinde
lijk uitzien;
7e. het werpelen moet buiten den emmer ge-
schieden, de eerste stralen moeten met de
droge hand buiten den emmer worden gemol-
ken.
8e. voor het melken moeten uier en spenen
ontdaan worden van allerlei vuil, zoo noodig
moeten zij eerst worden afgewasschen
9e. melk afkomstig van koeien lijdende aan
een of ander uiergebrek of van zieke koeien
mag niet met de goede melk vermengd wor
den;
1 Oe. koeien, die lijdende zijn aan tuberculo-
se mogen niet in aanmerking komen voor het
leveren van consumptie-melk;
lie. het gebruik van smeersels, tijdens het
melken, is niet aanbevelingswaardig, omdat
alle kans bestaat, dat er een gedeelte in de
melk terecht komt, en
12e de melk moet onmiddellijk na het mel
ken naar een koele, frissche plaats worden
gebracht, geteemst en afgekoeld worden.
Wij hopen, dat deze regelen er toe mogen
leiden, dat aan de melkbehandeling meer zorg
wordt besteed dan tot dusver het geval schijnt
te zijn geweest.
PRO EE MET TREKKERS
Do Vereonigiag tot Outwikkeling van den
Landbouw in Hollands Nooiderkwartier
hield op Dinsdag 9 en Woensdag 10 Deoem-
ber een beproeving van motorwagens voor het
trekken van landbouwwerktuigen en voertui-
gen.
plaatsen waar ze altijd kalfdcn. Wij kwamen
met de achterhoede en de losse kudde, die
zoolang mogelijk op het Zweedsche hoogland
wordt gehouden.
Nu de runderen in dien slechten toestand
verkcerden, was het trekken o zoo moeilijk.
Al aanstonds vielen er een paar dieren, ze
konden niet meer. De mannen moesten dan
andere trekdieren uit de kudde gaan halen,
die op korten afstand ons volgde. Rijke be-
zitters hadden dieren genoeg om telkens an
dere voor te spannen maar niet alien konden
dat, zelfs als ze rendieren te leen kregen,
zoolang er genoeg voorhanden waren.
Heikla had veel te doen, met zijn sleepen,
moest sleden omruilen, als hij er andere die
ren voor kreeg, die naar zijn schatting minder
of meer uithoudingsvermogen hadden en
ook moest hij hard zijn, de meeste dieren met
slagen weer op de been brengen en hen over
de moeilijkheden heen helpen, door zelf nog
wat harder mee te werken. Onophoudelijk
klonk het aanmoedigende „hai haials er
weer een rendier overeind getrokken moest
worden. Eens, toen Heikla er mee bezig was,
dat buitengewoon lang bleef liggen, riep
Rauna, die met een bedrukt gezichtje toege-
keken had: „Sla hem nu niet meer, vadcr, hij
heeft tranen in de oogen." Maar de moeder,
die ook aan't zwoegen was, antwoordde ge-
prikkcld. ,,Ja, tranen hebben' wjj ook in de
oogen van Iced en van inspanning, daar kun
nen we ons niet aan storen, we moeten
voort."
't Gebeurde wel, dat in een rij van zes of
zeven sleden al de trekdieren tegelijk vielen.
Staan ze toch al zwak op dc pooten en valt
er een, dan kunnen ze den schok van den
trckriem niet weerstaan en worden mee om-
etrokken. De Lappen waren wanhopig en
aagden,,Vroegcr konden we hier in onze
sleden als heeren rijden, nu moeten we op
deze ellendige manier vooruit zien te ko
men."
Een van de mannen bij da kudde had zich
kL
op een heuvel op den grond laten vallen en
lag daar gedurende den rusttijd der dieren.
Van daar had hij het gezicht op Finland,
't Was niet moeilijk zijn gedachten te raden.
Nacht en dag denkt een Lap aan zijn rendie
ren. Die vergen al zijn krachten en geven
hem als wedervergelding alles wat hij voor
zijn levensonderhoud noodig heeft; ze zijn
zijn zorg en zijn vreugde. zijn trots en zijn
kommer, met den toestand der kudde stijgt of
daalt de riikdom van zijn ziel Daar binnen
in het land oostelijk van de* rivier groeide
dicht en vol het mos, daar was voor hem zelf
en voor zijn dieren kracht te vindea, en ginds
in het westen aan de andere zijde van het be
sneeuwde hoogland was lente en gras. Maar
al dat goede was afgesperd door landgren-
zen, waarachter wetsartikelen. op den loer la-
gen, die voor het rendier en voor de Lappen
geheel onbegrijpelijk waren. Ten oosten va»
de rivier mochten ze in't geheel niet komen;
als de grens overschreden werd, beteekende
dat onmiddellijk groot verlies; de westelijke
grens was wel niet op die wijze gesloten, maar
daarachter zaten de nieuwe landeigenaars op
de vroegere woonplaatsen van de Lappen. Die
landontginners waren daar nu heer en mees-
ter, terwijl de Lap beschouwd werd als de
meest indringerige vreemdeling, die schade-
vergoedingen moest betalen, omdat zijn ren
dieren gingen grazen op de plek, waar zij dat
gewoon waren sinds overouaen tijd. Die boe-
ix*
■a*
el-
krt,
ve-
oo-
ua
be-
o?
iti«
n'er-
de
op die oude plaatsen nu onveilig
den er geen vrienden. Er toch waren vroege
re geslachten daar thuis geweest als op eigen
grond. Toen hadden ze naar de lente en den
zomer verlangd als naar een zaligen tijd, nu
gingen ze onrustig en gedrukt allerlei moed-
lijklieden tegeraoet.
po-
orit
lijfc-
ge-
linf
vaa
Watdt vervtlgS.)
1030
De bouw van deze motortrekkers is reeds
lang voor den o-orlog begonnen en in Neder-
land zijn daarmede toen ook proeven geno-
men. Tijdens den oorlog zijn zij in'tbuiten-
land1 in groote verseheidenheid gefabneeerd
en op groote schaal in gebruik gekomen voor't
vervoer van oorlogsmateriaal en ter besparing
van menschelijken arbeid en paardekraeht in
den landbouw. In den loop, van dezen herfst
hebben ondernemende handelaren een vrij
groot aantal fabrikaten in ons land inge
voerd. De Vereeniging overtuigd dat het in
de naaste toekomst voor de ontwikkeling van
den landbouw van't hoogste gewicht moet
worden geacht, dat zij de beschikking krijgt
over doelmatige werktuigen, waardoor de
netto-Ojpbrengst van 't akkerbouwbedrijf kan
worden opgevoerd, indien mogelijk tot boven
-TB.TS, 2*5
middel van eac. proef een corner'.
kunnen vormen over het voordeel, dat de
landbouw uit de thans ingevoerde machine*
zal kunnen trekken en over de verbeteringen.
die eventueel nog zullen moeten aan^ebraeh t
om ze voor onze omatandigheden too pajscud
mogelijk te maken.
Door, deze proef voor het publiek foe
gankelijk te stellen, zou dan tevena voor bo-
langhebbenden, die zich 'n zoodanig wcrktuif
willen aanschaffen, de gelegenheid beutaaa
een juiste keuze te doen, terwijl daardoor ook
de algemeene aandacht op dit nieuwe hulp-
middol zou worden gevestigd.
Alle firma'a, waarvan bekend wat of ver-
ondersteld werd, dat zij zich met den verkoop
van deze trekkers bezig 'Louden* ontvingen
eene uitnoodiging om met haar machine aan
de te houden proef deel te nemen en
totwel het eerst acheen, dat aleshta een enke
le firma in etaat zou zijn aan die uitaoodiging
te voldoen, gelukte het ten alotte van een
zestal de verzekering te verkrijgen, dat zij
ana de proef zouden dealuemen. Voor
het bereiken van dit resultaat bleek het ech
ter noodig de proef dit te atellen tot ia
de maand December, waartoe met het oog op
den dan waarschijnlijk minder goeden to®-
star>d van den grond en de onzekefheid van
het weer, niet dan met een bezwaard hart be-
sloten werd.
De proef werd1 gehouden. op een ter
rein van 3 H.A. zwaren kleigrond, op de boer-
derij Nieuw Zeewijk, bewoend door den be-
drijfboer K. de Jong en eigendom van Mo-
vrouw de Wed. H. Waiboer te Schagen, go-
legen in den Groetpolder, gemeente Winkel.
Van dit terrein beBtonden twee akkers uit
klavexland, terwijl de rest na den oogst Idn-
maal 5 c.M. diep was geploegd.
Aan de proef werdi deelgenomen door
de voigende trekkers
..Cleveland". Amsterdamsche Rijtuigr. ..-.el'
echappij. Gewicht 1900 K.G. Rupabe^.,
ging (Caterpillar). Rupsband d
c.M. Benzinnemotor, 4 cylinders, -5.0
toeren. Snelheid 5.5 KM. per uur. T r
dorschea 20 P.K. (paardekraeht),
trekken 12 P.K. Prijs 6500, met trekler-
ploeg 6800.
2. ..International Junior". Scholten. en Fir-
per, Hoorn. Gewicht 2000 K.G. H -* t*
voorwielen 81 c.M., achterwielen 103' c.M.
Achtervelgen breed 30 c.M., voorziea van
schuine kamm9n. Petroleummotor, 4; cy
linders, 900 toeren. Snelheid 2, 8, 4 -a
6,4 K.M. per uur. Voor dorschon. 16 1 -L,
voor trekken 8 P.K. Prijs 5500.
3. (.International Titan". N.V. J'ir-a 7
Wiglama, Alkmaar. Gewicht 9>wOK.Qt
Hoogte voolwielen 90 c.M., achterwielen
135 c.M. Achtervelgen breed 25 c.M., voor-
zien van schuine kammen. Petroleummo
tor, 2 cylinders, 600 toeren. Snelheid 3 en
4 K.M. Voor dorschen 20 P.K., voor trek
ken 10 P.K. Prijs 5280.
4. ..Austin". P. M. Soudijn, Oegstgeest. Ge
wicht 1470 K.G. Hoogte voorwielen 76.1
•c.M., achterwielen 106.7 c.M. Achtervelgen
breed 25.4 c.M., voorzien van dakvormig®
uitsteeksels. Petroleummotor, 4 cylinder*,
Snelheid1 4 en 7 K.M. per uur. Voor dor
schen 25 P.K., voor trekken 15 P.K.
5. „Rumely". Van Berkel's Patent, Rotter-
Prijs 4100.
dam. Gewicht 3000 K.G. Hoogte voorwier
len 86.4 c.M., achterwielen 130 c.M. Ach
tervelgen kreed 30.5 c.M., voorzien van
•chuine kammen. Petroleummotor, 2 cy
linders, 560 toeren. Snelheid 8.9 en 6 K-M.
per uur. Voor dorschen 20 P.K., voor
trekken 12 P.K. Prijs 6750.
0. „Fordson". 0. van Werkhoven, Lisse. Ge
wicht 1310 K.G. Hoogte der voorwielen
75 c.M., achterwielen 125 c.M. Achtervel
gen 80 c.M. breed, voorzien van schuine
kammen. Petroleummotor, 4 cylinders,
1000 toeren. Snelheid 3, 0 en 12 K.M. per
uur. Voor dorschen 20 P.K., voor trekken
15 P.K. Prijs 3100, met ploeg 3500.
Deze gegevens zijn grootendeels ontleend
aan de opgaven der inzenders.
Het aantal P.K. welke de machine levert
bij het trekken, hangt in sterke mate af van
de geaardheid en den toestand van den bo-
dem, waarop de trekker zich moet voortbewe-
gen en is door de beoordeelingscommissie
niet gecontroleerd, daar de omstandigheden
en de beschikbare tijd en hulpmiddelen dit
niet toelieten.
De beoordeelingscommissie bestond uit de
heeren J. A. Waiboer, P. D. Kaan en K. A.
Kaan, landbouwers te Anna Paulowna, Ix. J.
co
e»
iri-
itt-