IB Hit De AmstertlanisGlifi week. K feuill'eton. Honderd twee en twintigsto Jaargang. Zatcrdag 3 Jannari. Ko. a i. Oelyck nu d' ackerman de zeisen (slaet in d' airen, En heenstreeft, door een zee van (gout en goude baeren, Zoo werkt ons Amsterdam, door (overvloet van stof, Om in den vrughtbren oeghst van (zijnen rijcken lof Te weiden met de penne Zoo dichtte Joost van den Vondel in 1655 ter gelegenheid van de inwijding van het nieuwe Stadhuis te Amsterdam, het tegen- woordige Koninkliike Paleis. En met dit woord van den Prins der Nederlandsche dichteren, en tevens Amsterdam's meest-toe- gewijden zanger, wil ik ook de eerste mijner brieven uit de Hoofdstad, die ik voortaan wekelijks hoop te zenden, beginnen. Een overvloed van stof wacht mij Want Amsterdam is niet slechts in naam de Hoofdstad des landsook i n d e r d a a d. Den Haag moge de vorstelijke residence zijn, Rotterdam moge een grooter haven bezitten, Amsterdam is en blijft wat de stad van ouds is geweest :hethartdes lands. Amster dam is het centrum van het politieke, het kunstzinnige, het wetenschappelijke leven van ons volk; van Amsterdam uit gaan de groote stroomingen die onze maatschappij die ons, menschen, beroeren. En zoo heeft de kroniekschrijver, die in opdracht heeft, op gezette tijden het belngrijkste wat te Amsterdam geschied is, in een brief vast te leggen en te bespreken, een dankbare en zeer bciangrijke taak. Dat hij zich die taak waar- dig moge tooncn, is de wensch waarmee hij thans de pen opiieemt! Het Kerstfeest, Oudcjaarsavond en Nieuwjaarsdag. Zooals de oude huizen vallen, zoo ver- dwijnen ook de oude gewoonten. Gelukkig dat er in beide gevallen nieuwe voor in de plaats komenIk denk daaraan nu ik in ge- dachten terug ga tot het Kerstfeest dat pas achter ons ligt. De viering daarvan wordt de laatste jaren hier ter stede telkens algemee- ner. Zij kenmerkt zich allereerst door de straatmuziek. Dag aan dag doen (deden) de oempah's, de straatmuzikanten, zelfs de verste en meest-afgclcgen woonwiiken in het zuiden der stad, van hunne Kersiliederen weergal- mcn. Dit jaar hadden zij bovendien een nieuwigheid ingevoerd. De oempah's voerden namelijk groote klokken mede, en zoo konden wij ditmaal dus ook van een begeleiding met Kerstklokken genieten. Aigemeen, haast al te algemeen, is ook het gebruik geworden om de winkeluitstallingen in rood licht te zetten. 't Is een gebruik, dat een zekere J. v. d. Von- deling in het weekblad „Uiltje" tot dezen gecstigen en raken variant op de bekende rei uit de „Gijsbreght" bracht: O, Kerstnacht, schooner dan dc dagen? Wcer moet 'k dat rooie licht verdragen Dat uit uw wirikelkasten sluipt- Met schrceuwcnd' rood-papicren klokken1 Gaan weer de slagers koopers lokken Voor't Vet dat van de schotels druipt, enz. Mooier dan deze roodlicht-manie, die uit Engeland naar ons land schijnt te zijn over- gekomen (een litterator heeft cr eens ingezien de afschijning van het Engelsche haardvuur) is .de Duitsche traditie der Kerstboomen, die hier ter stede almcde zeer populair is. Langs den Singel tusschen Koningsplein en So- phiaplein. dat is het gedeelte waar anders de Aalsmeerder kwekers hunne kleurige potjes geraniums en fuchsia's hebben uitgezet, wordt in de week voorafgaande aan de feestdagen, Kerstmarkt gehouden. Ik begrljp niet dat er nog nooit een didder of schilder is geweest, die zich daardoor heeft laten inspireeren tot een kunstwerk. Adema van Scheltema heeft wel eens de Amsterdamsche Bloemmarkt, maar nog nooit de Kerstmarkt bezongen. En Een beschrijving van het dagelijksch noma- denleven, zooals het gezien en meegemaakt •i -; werd door de schrijfster :- EM1LIE DEMANT—HATT. Uit het Deensch vertaald door M. D. Z. 32) Maar noch hij noch ik konden onze belofte houden. Er was onder't gestadig voorttrek- ken te weinig rust, dan dat er van eenig gere- geld onderwijs iets had kunnen komen. Wel zou er goede gelegenheid zijn de kinderen 's winters en's zomers in de hut les te geven, als de Lappen een paar maanden achtereen op dezelfde plaats blijven. Nu was het onmo- gelijk; En met het tamme rendier was het maar zoo-zoo; tam was het, heel tam zelfs, maar sterk was het niet. De heele kudde leed helaas honger dat voorjaar, en alle verhuis- tochten waren enkel ellende. Eerst ging het nog wel, daa de dieren nog eenig weerstands vermogen bezaten door het wintervoedsel in de bosschen, ofschoon dat in den herfst ook al slecht was gweest; maar toen we verder kwa- men in den tijd en het geen lente wilde wor- den, namen de krachten van de dieren veront- rustend af. Te Naelgge-oaivve konden we niet lang blij ven, de sneeuw lag overal dik en wit. we moesten een betee plaats opzoeken. Het was een lange vermoeiende tocht dien we qu on- dernamen over het besneeuwde gebergte. Schoonheid was er genoeg, de zon scheen en de glad bevroren sneeuw leek op helder water met een schitterende zonnestreep er over. Dan vedween de zon een paar uur achter een berg, en wij zetten onze reis voort in den daglich- ten nacht. De witte eindelooze sneeuwvelden zonder een enkele ontbloote plek waren voor de Lap- tocfi ft zfj zoo moon De Singe! maa2t Mer een wijden bocht en wordt op prachtige wij- ze afgesloten door het schilderachtige Munt- torentje. Wie op de brug van het Koningsr plein staat en kijkt in de richting van de Re- ulierstraat, ziet onder de iepen-boomen een oogen muur van donker dennengroen, waar- tusschen de roode Kerstklokken en de hulst ittig kleuren. 't Is alsof de bosschen van rabant en 't Gooi beenen hebben gekregen (gejijk in Shakespeare's „Richard de Der- de") en naar Amsterdam gewandeld zijn. De lauwe en flauwe lucht der Amsterdamsche graehten en nauwe straten of stegen wordt nu overstemd door den pittigen harsgeur. En men ziet de groote-steclelingen, die in hun alledagsleven zoo weinig contact hebben met echte natuur nu als ware houthakkers langs 'sHeeren straten sjouwen, een denne- bOom over den schouder. Alleraardigst is het ook in de dagen v66r Kerstmis de zooge- naamde Jodenbuurt te bezoeken. Kerstmis is niet alleen een godsdienstig, maar ook een huiselijk feest. Wie een idee wil krijgen hoeveel en wat er dan in Amsterdam door het volk, en vooral door ,„het oude volk" in huiselijken kring gegeten wordt, die moet de St. Anthoniestraat eens doorloopen. Er zijn daar onder in de winkelhuizen tal van poelierszaakjes, en elk dezer heeft zijn voorraad zwanen uithangen. Ik weet niet of elders in't land ook de gewoonte bestaat om onze mooie siervogels die 's zomers zoo trotsch drijven op de spiegelende vijvers on- zer parken, op te eten. En ik weet ook niet of ik overneming van die gewoonte kan aanbe- velen. Want het gerecht schijnt meer krachtig dan smakelijk te zijn. Maar zeker is, dat het oppeuzelen van zwanen, zoo tegen het einde van het jaar, hier ter stede een algemeen volksgebruik is. Aan alle stoepleuningen in de Jodenbuurt ziet men dan ook de bloederi- ge corpussen der zwanen hangen, met cen dikke donkergele speklaag op de borst En telkens worden nieuwe wagenvrachten van „het vrooliike waterdier" aangevoerd. Vaak lijkt het wel of de dieren gevoelen, dat hun einde snel nadert, zoo angstig steken zij de slanke witte halsen uit de manden en zoo luid trompetteren zij hun leed uit. Maar de vuile met bloed en veeren bedekte joodjes kennen natuurlijk geen genade, en meedoo- genloos sleuren zij het blanke pluimvee de duistere kelderopeningen binnen, die wel de geopende muil van het hongerig Amsterdam iijken. Ik sprak in het begin van mijn kroniek van de nieuwe traditie die de oude vervangt. Tot die nieuwe traditie behoort ook de klokbcspe- ling die Vincent, de oude carillonneur van't Koninklijk Paleis, sedert eenige jaren heeft ingevoerd. Dat is altijd heel mooi, ik mag wel zeggen: ontroerend mooi; juist in een groote en drukke, naar het uiterlijk wat onge- voelige, stad als Amsterdam. Als Vincent op Kerstavond voor het klavier gaat zitten, daar hoog in den donkeren, maanbeschenen koepel van ons aloude stadhuis, dan schijnt het wel eens of de metropolis even ophoudt met jach- ten en rumrv>'-',i en adcmloos luistert naar de vrome tversuiederen, naar de stichtelijke muziek van Hemony's klokken. Duizenden staan dan in eerbiedige stilte opeengepakt op den Dam, opziend naar den zwaren, zwarteu gevel van het historisch bouwwerk, en er is iets van wijding in de lucht, zooals het open- bare leven, de straat, anders niet kent. Natuurlijk is ook te Amsterdam het Kerst feest gelijk ieder ander feest, voor sommigen eene welkome gelegenheid om hun onmatig- heid ongebreideld uit te vieren. Toch is daar- in de laatste jaren verbetering ten goede ge komen, niet het minst door de krachtige wijze waarop de drankbestrijders juist op die da gen optreden. Wie Amsterdam omstreeks Kerstmis of Nieuwjaar bezoekt, zal boven onze straten en pleinen de, met toestemming van de Over- heid opgehangen witte velums opmerken, be- vattend een waarschuwing tegen drankge- bruik en vooral drankmisbruik. Elk der doeken bevat een uitspraak van een groot geleerde. Op den Dam v<56r het nog altijd braaklig- gend terrein, dus vis-a-vis het Paleis, ziet men bijv. een velum met deze uitspraak van prof. Stokvis: Alcohol is hersenvergift." En elders is het navenant. Eene bijzondere wijding heeft Kerstmis 1919 gekregen door het feit dat duizenden arbeiders op den tweeden Kerstdag vrijwillig hebben doorgewerkt, teneinde hun Weensche kameraden met de opbrengst van dien extra- werkdag te kunnen steunen. pen en hun rendieren een bedroevend gezicht. Er werd een korte beraadslaging gehouden en de gemeentevoogd klom met ingas aan de hand een hoogte op, om de streek te overzien. Er was noch in de verte, noch van nabij een plek te ontdekken zonder sneeuw, we konden dus nog geen kamp opslaan. Moe en terneer- geslagen trokken we verder door het onbarm- hartig witte landschap, wat baatte ons do schoonheid van de groene kloven, gouden kleuren en de prachtige kronkelingen der bonte sleden-rijen. Het was een zoo wreede teleui^telling, dat de rotshellingen niet hier en daar donkere plekken vertoonden, de Lap- pen zagen er bedrukt uit. Eindelijk hielden we stil en mochten de dieren grazen, de sneeuw lag op die plek hier en daar dun. Maar er onder was enkel zand en verdord struikgewas- De kudde leed jammerlijk hun ger. We stonden op een hoogte van waar een wijd ruim uitzicht was over het „verboden" land Finland. De eenige grens was de ri- vier. Hoe konden we hongerige dieren een be vroren rivier als landgrens eerbiedigen? Ze gingen er natuurlijk over, want in het land achter die grens groeide het mos „zoo dik ais haar op een rendierhuid". De wachters ston den nacht en dag op sneeuwschoenen, eer- stens om de kudde bijeen te houden, die als ze honger lijdt licht uit elkaar komt bij't zoe- ken naar voedsel, en ook om de dieren van den overkant terug te halen, want werden zp gevangen, dan moesten de Lappen betalen met 6en rendier op de tien, dus met een tiende deel van hun eigendom. Voor de wachters en de honden was het een harde tijd. Soms kwam er een sneeuwblind terug, het water liep uit z'n brandende oogen, het minste licht kon hij niet verdragen. Maar als de blindheid na een paar dagen over was, moest hij toch opnieuw weg. 't Is vreemd, dat de Lappen hun oogen niet anders beschutten dan door de kleine ver- lakte klep, die zij tegenwoordig koopen en aan hun lakenache mutaen naaien; vrwger Hoe groot ffie opbmsgat ft z&l nryg naSer moeten blijken. Maar een der bestuursleden van het Nederlandsch Vakverbond dien ik er naar vroeg verzekerde mij dat de deelneming hier te Amsterdam zeer algemeen is geweest. De Amsterdamsche arbeiders zijn prachtig voorgegaan. m Van Kerstmis naar Oud en Nieuwl, „il n'y a qu' un pas!" Op Oudejaarsavond is het groote, drukke Amsterdam als't ware uitgestorven. Sinds verscheidene jaren reeds sluiten de groote cafe's om tien uur. Of dit nu is om aan het personeel gelegen heid te geven den Oudejaarsavond in huise lijken kring door te brengen, dan wel omdat het cafe-bezoek zdo klein was, dat de onkosten voor verlichting en dergelijke niet eens ver- goed werden, laten wij daar. Waarschijnlijk hebben beide motieven ge- golden. Dit jaar was het echter nog stiller op straat dan vorige jaren. Want op voorstel van de so- ciaal-democratische gemeenteraadsleden Po- lak c.s. besloot de Raad Dinsdag 1.1. op Oude jaarsavond het tramverkeer te 10 uur stop te zetten en bii de overige bedrijven en diensten, voor zooveel mogelijk, naar dezelfde gedrags- lijn te handelen. Vroeger was het gewoonte dat de trams op Oudejaarsavond later dan gewoonlijk liepen, om het publiek in de gefegenheid te stellen 's nachts na twaalf uur, per tram naar huis te gaan. B. en W. achtten geene redenen aanwezig om dit gebruik te bestendigen, en zij stelden daarom voor, op Oudejaarsavond op den ge- wonen tijd te eindigen, d.w.z. de laatste tram van alle eindpunten te twaalf uur's nachts te laten vertrekken. Zij verzetten zich tegen het voorstel-Polak c.s. omdat aldus, terwille van 600 man trampersoneel pl.m. 12000 passa- giers zouden moeten loopen. En, redeneerden zij, de tram is er voor het publiek en niet het publiek voor de tram. Maar de Raad oordeel- de anders. En dus zijn wij, Oudejaarsavond- gangcrs, 1.1. Woensdag op oze voetjes naar liuis gegaan. Op Oudejaarsavond thuis en in den fami- liekring. maar op Nieuwjaarsdag naar den Stadsschouwburg, om met Gysbreght van Aemstel te treuren over „d' Ondergangh van zijne stadt en ballingschap"in de pauze in den foyer een kop slemp te drinken cn soezen te ten, zooals reeds onze voorvaders deden toen Madame Boggia nog kasteleines was van den Stadsschouwburg; en na de pauze te ge nieten van het vroolijke, frissche fleurige boe- renzangspel „De Bruiloft van Kloris en Roos- je". Geen oprecht Amsterdammer die zich of zijne kinderen dat genot zou onthouden. Want het behoort tot de goede Amsterdamsche tra ditie, en't wordt beschouwd als een deel van de opvoeding der kinderen. De voorstelling be- reikt steeds haar hoogtepunt in den Nieuw- jaarswensch uitgesproken door Thomasvaer cn Pietemel; een Nicuwjaarswensch waarin en ook dat is typisch Amsterdamsch in 't bijzonder de burgemeester betrokken wordt. En die ontbreekt nooit op't appel. Ik zou weleens den burgemeester van Amster dam willen zien die daarmede, met dat ge bruik, zou durven breken. Als h in de loge van het Gemecntebestuur opstaat, om de toc- juichingen van het publiek, van allerlei leef- tijd en allerlei rang en stand, in ontvangst te ncmen, dan is dat een innig Amsterdamsch lafreelj ee ntafreel zooals geen andere stad' kan bieden. i WAGENAAR JUNIOR. Populaire Landbouwkroniek. MELK- EN MELKBEHANDELING. Naar we veruamen bestaat in enkele ge meenten het voornemen de controle op de melk, die aan de consumenten geleverd wordt, te verscherpen, zoodat het leveren van ver- valschte melk zoo goed als uitgesloten is, zon der betrapt te worden. Deze maatregelen dienen natuurlijk ten zeerste te worden toegejuicht. Het op een of andere wijze vervalschen van melk behoort tot de zeer laaghartige praktijken, waar niet gestreng genoeg tegen kan worden opgetre- den. Wij meenen goed te doen er evenwel op te wijzen, dat melk niet alleen onvervalscht, maar ook zuiver moet zijn. Zoowel voor het gebruik als voedsel voor den mensdh al« vnor de bereiding van zuivel- droeg men we rkenschors als een soQrt scherm, maar cneeuwbrillen waren niet in gebruik. Gewone moderne zwarte brillen zouden voor de Lappen ook niet doelmatig zijn, omdat ze licht braken en nooit zoo don ker kunnen zijn, dat ze werkelijk nut doen. Maart't gewiChtigste beletsel is't gevoel voor schoonheid, dat bij de Lappen zoo sterk is. Sa ra kon, als ze naaide, telkens het oog van de naald voorbij zien, maar toen ik haar aanried zich een bril aan te schaffen, zei ze: „Een bril heb ik wel, maar ik zet dien niet op, dan word ik zoo leelijk als een heertje uit de stad." De honden hebben het in't voorjaar ook kwaad, het vel laat los van hun pooten en soms bloeden ze erg, dan moeten ze buiten dienst gesteld worden, tot hun vel weer gene- zen is. De scherpe koud hield aan. den eenen dag na den anderen, niet het minste teeken van verandering was merkbaar. 't Was haast treu- rig altijd die hooge doorschijnende lucht zon der een wolkje maar dat verzachting van tem per atuur brengen kon, terwijl men toch wist dat er lente en groeikraCht was op andere plaatsen van den aardbol. De rendieren liepen overal heen, waar zij onder de sneeuw wat voedsel konden vin- den, maar dat ze met het weinigje dat ze vonden in't leven konden blijven, was haast onbegrijpelijk. Ze zagen er slap uit. Het verder trekken hielp ook niet veel, het voedr sel werd niet b&terals er niet spoedig dooi kwam, zouden niet veel rendieren van de kud de dien zomer „den koekoek hooren". Den 8en Mei was't nog altijd winter, sneeuwbuien iederlh dag, geen flauw gevoel van lente in de lucht. Onze schertsend ge- brachte offers aan de beschermgeesten zelfs koffie met rendiermelk plengdcn we voor hen hielpen ook al niet. Den 9en Mei trokken we tooh verder, iedere verhuizing bracht ons dichter bij Noorwegen, 't was in ieder geval een troos de rendicrkoeien daar veilig te weten op de proSitrten ft van seer grrot Pelarrg, de melk zoo zindelijk mcgeh;k wordt behan- deld. Vooral voor zieken en zuigelingen kan het gebruik van onzindelijke melk zeer nadeelig zijn, terwijl zooals we weten melk meermalen de overbrengster da van besmettelijke ziekten. Onzindelijke melk kan bij de bereiding van boter en kaaa aanleiding geven tot allerlei ge- breken, waardoor de waarde van het product aanmerkelijk vermindert. Wij willen ons ech ter dezen keer meer speciaal bezighouden met consumptie-melk. Zooals gezegd moeten we als consumenten niet alleen tevreden zijn als we weten, dat de melk onvervalscht is. maar eischen wij ook zoo zindelijk mogelijke melk, ook omdat daar door de houdbaarheid wordt verhoogd. We weten wel, dat men door de melk te koken de gevaren grootendeels kan wegnemen, maar dit neemt met weg, dat toch steeds vrij wat melk rauw gebruikt wordt Verder komt het ons altijd voor dat het gebruik van melk veel grooter zou zijn, wanneer meer zekeriheid bestond. dat de melk inderdaad goed is be- handeld. Het is dus ook ten zeerste in het be- lang der boeren, dat de melkbehandeling wordt verbeterd, omdat daardoor het gebruik ongetwijfeld toeneemt. Misschien ware het mogelijk dat de boerde- rijen, die consumptiemelk leveren onder gere- gelde controle werden gesteld of zich zelf stel den. We willen eens nagaan op welke zaken al- zoo dient te worden gelet: le. het melkgereedschap en de transport- kannen moeten in uitstekenden toestand ver- keeren 2e. het boenwater moet goed zijn, het ge bruik van slootwater is zeer gevaarlijk; 3e. het melkblok en het spantouw moeten ook geregeld worden schoongemaakt; 4e. de handen en kleeren der melkers moe ten zindelijk zijn 5e. de lucht in den stal moet frisch zijn, het is zeer verkeerd gedurende of voor het melken de koeien te voederen met stoffig hooi, inge- kuild gras enz. of de mest uit den stal te doen; 6e. de melkkoeien moeten er steeds zinde lijk uitzien; 7e. het werpelen moet buiten den emmer ge- schieden, de eerste stralen moeten met de droge hand buiten den emmer worden gemol- ken. 8e. voor het melken moeten uier en spenen ontdaan worden van allerlei vuil, zoo noodig moeten zij eerst worden afgewasschen 9e. melk afkomstig van koeien lijdende aan een of ander uiergebrek of van zieke koeien mag niet met de goede melk vermengd wor den; 1 Oe. koeien, die lijdende zijn aan tuberculo- se mogen niet in aanmerking komen voor het leveren van consumptie-melk; lie. het gebruik van smeersels, tijdens het melken, is niet aanbevelingswaardig, omdat alle kans bestaat, dat er een gedeelte in de melk terecht komt, en 12e de melk moet onmiddellijk na het mel ken naar een koele, frissche plaats worden gebracht, geteemst en afgekoeld worden. Wij hopen, dat deze regelen er toe mogen leiden, dat aan de melkbehandeling meer zorg wordt besteed dan tot dusver het geval schijnt te zijn geweest. PRO EE MET TREKKERS Do Vereonigiag tot Outwikkeling van den Landbouw in Hollands Nooiderkwartier hield op Dinsdag 9 en Woensdag 10 Deoem- ber een beproeving van motorwagens voor het trekken van landbouwwerktuigen en voertui- gen. plaatsen waar ze altijd kalfdcn. Wij kwamen met de achterhoede en de losse kudde, die zoolang mogelijk op het Zweedsche hoogland wordt gehouden. Nu de runderen in dien slechten toestand verkcerden, was het trekken o zoo moeilijk. Al aanstonds vielen er een paar dieren, ze konden niet meer. De mannen moesten dan andere trekdieren uit de kudde gaan halen, die op korten afstand ons volgde. Rijke be- zitters hadden dieren genoeg om telkens an dere voor te spannen maar niet alien konden dat, zelfs als ze rendieren te leen kregen, zoolang er genoeg voorhanden waren. Heikla had veel te doen, met zijn sleepen, moest sleden omruilen, als hij er andere die ren voor kreeg, die naar zijn schatting minder of meer uithoudingsvermogen hadden en ook moest hij hard zijn, de meeste dieren met slagen weer op de been brengen en hen over de moeilijkheden heen helpen, door zelf nog wat harder mee te werken. Onophoudelijk klonk het aanmoedigende „hai haials er weer een rendier overeind getrokken moest worden. Eens, toen Heikla er mee bezig was, dat buitengewoon lang bleef liggen, riep Rauna, die met een bedrukt gezichtje toege- keken had: „Sla hem nu niet meer, vadcr, hij heeft tranen in de oogen." Maar de moeder, die ook aan't zwoegen was, antwoordde ge- prikkcld. ,,Ja, tranen hebben' wjj ook in de oogen van Iced en van inspanning, daar kun nen we ons niet aan storen, we moeten voort." 't Gebeurde wel, dat in een rij van zes of zeven sleden al de trekdieren tegelijk vielen. Staan ze toch al zwak op dc pooten en valt er een, dan kunnen ze den schok van den trckriem niet weerstaan en worden mee om- etrokken. De Lappen waren wanhopig en aagden,,Vroegcr konden we hier in onze sleden als heeren rijden, nu moeten we op deze ellendige manier vooruit zien te ko men." Een van de mannen bij da kudde had zich kL op een heuvel op den grond laten vallen en lag daar gedurende den rusttijd der dieren. Van daar had hij het gezicht op Finland, 't Was niet moeilijk zijn gedachten te raden. Nacht en dag denkt een Lap aan zijn rendie ren. Die vergen al zijn krachten en geven hem als wedervergelding alles wat hij voor zijn levensonderhoud noodig heeft; ze zijn zijn zorg en zijn vreugde. zijn trots en zijn kommer, met den toestand der kudde stijgt of daalt de riikdom van zijn ziel Daar binnen in het land oostelijk van de* rivier groeide dicht en vol het mos, daar was voor hem zelf en voor zijn dieren kracht te vindea, en ginds in het westen aan de andere zijde van het be sneeuwde hoogland was lente en gras. Maar al dat goede was afgesperd door landgren- zen, waarachter wetsartikelen. op den loer la- gen, die voor het rendier en voor de Lappen geheel onbegrijpelijk waren. Ten oosten va» de rivier mochten ze in't geheel niet komen; als de grens overschreden werd, beteekende dat onmiddellijk groot verlies; de westelijke grens was wel niet op die wijze gesloten, maar daarachter zaten de nieuwe landeigenaars op de vroegere woonplaatsen van de Lappen. Die landontginners waren daar nu heer en mees- ter, terwijl de Lap beschouwd werd als de meest indringerige vreemdeling, die schade- vergoedingen moest betalen, omdat zijn ren dieren gingen grazen op de plek, waar zij dat gewoon waren sinds overouaen tijd. Die boe- ix* ■a* el- krt, ve- oo- ua be- o? iti« n'er- de op die oude plaatsen nu onveilig den er geen vrienden. Er toch waren vroege re geslachten daar thuis geweest als op eigen grond. Toen hadden ze naar de lente en den zomer verlangd als naar een zaligen tijd, nu gingen ze onrustig en gedrukt allerlei moed- lijklieden tegeraoet. po- orit lijfc- ge- linf vaa Watdt vervtlgS.) 1030 De bouw van deze motortrekkers is reeds lang voor den o-orlog begonnen en in Neder- land zijn daarmede toen ook proeven geno- men. Tijdens den oorlog zijn zij in'tbuiten- land1 in groote verseheidenheid gefabneeerd en op groote schaal in gebruik gekomen voor't vervoer van oorlogsmateriaal en ter besparing van menschelijken arbeid en paardekraeht in den landbouw. In den loop, van dezen herfst hebben ondernemende handelaren een vrij groot aantal fabrikaten in ons land inge voerd. De Vereeniging overtuigd dat het in de naaste toekomst voor de ontwikkeling van den landbouw van't hoogste gewicht moet worden geacht, dat zij de beschikking krijgt over doelmatige werktuigen, waardoor de netto-Ojpbrengst van 't akkerbouwbedrijf kan worden opgevoerd, indien mogelijk tot boven -TB.TS, 2*5 middel van eac. proef een corner'. kunnen vormen over het voordeel, dat de landbouw uit de thans ingevoerde machine* zal kunnen trekken en over de verbeteringen. die eventueel nog zullen moeten aan^ebraeh t om ze voor onze omatandigheden too pajscud mogelijk te maken. Door, deze proef voor het publiek foe gankelijk te stellen, zou dan tevena voor bo- langhebbenden, die zich 'n zoodanig wcrktuif willen aanschaffen, de gelegenheid beutaaa een juiste keuze te doen, terwijl daardoor ook de algemeene aandacht op dit nieuwe hulp- middol zou worden gevestigd. Alle firma'a, waarvan bekend wat of ver- ondersteld werd, dat zij zich met den verkoop van deze trekkers bezig 'Louden* ontvingen eene uitnoodiging om met haar machine aan de te houden proef deel te nemen en totwel het eerst acheen, dat aleshta een enke le firma in etaat zou zijn aan die uitaoodiging te voldoen, gelukte het ten alotte van een zestal de verzekering te verkrijgen, dat zij ana de proef zouden dealuemen. Voor het bereiken van dit resultaat bleek het ech ter noodig de proef dit te atellen tot ia de maand December, waartoe met het oog op den dan waarschijnlijk minder goeden to®- star>d van den grond en de onzekefheid van het weer, niet dan met een bezwaard hart be- sloten werd. De proef werd1 gehouden. op een ter rein van 3 H.A. zwaren kleigrond, op de boer- derij Nieuw Zeewijk, bewoend door den be- drijfboer K. de Jong en eigendom van Mo- vrouw de Wed. H. Waiboer te Schagen, go- legen in den Groetpolder, gemeente Winkel. Van dit terrein beBtonden twee akkers uit klavexland, terwijl de rest na den oogst Idn- maal 5 c.M. diep was geploegd. Aan de proef werdi deelgenomen door de voigende trekkers ..Cleveland". Amsterdamsche Rijtuigr. ..-.el' echappij. Gewicht 1900 K.G. Rupabe^., ging (Caterpillar). Rupsband d c.M. Benzinnemotor, 4 cylinders, -5.0 toeren. Snelheid 5.5 KM. per uur. T r dorschea 20 P.K. (paardekraeht), trekken 12 P.K. Prijs 6500, met trekler- ploeg 6800. 2. ..International Junior". Scholten. en Fir- per, Hoorn. Gewicht 2000 K.G. H -* t* voorwielen 81 c.M., achterwielen 103' c.M. Achtervelgen breed 30 c.M., voorziea van schuine kamm9n. Petroleummotor, 4; cy linders, 900 toeren. Snelheid 2, 8, 4 -a 6,4 K.M. per uur. Voor dorschon. 16 1 -L, voor trekken 8 P.K. Prijs 5500. 3. (.International Titan". N.V. J'ir-a 7 Wiglama, Alkmaar. Gewicht 9>wOK.Qt Hoogte voolwielen 90 c.M., achterwielen 135 c.M. Achtervelgen breed 25 c.M., voor- zien van schuine kammen. Petroleummo tor, 2 cylinders, 600 toeren. Snelheid 3 en 4 K.M. Voor dorschen 20 P.K., voor trek ken 10 P.K. Prijs 5280. 4. ..Austin". P. M. Soudijn, Oegstgeest. Ge wicht 1470 K.G. Hoogte voorwielen 76.1 •c.M., achterwielen 106.7 c.M. Achtervelgen breed 25.4 c.M., voorzien van dakvormig® uitsteeksels. Petroleummotor, 4 cylinder*, Snelheid1 4 en 7 K.M. per uur. Voor dor schen 25 P.K., voor trekken 15 P.K. 5. „Rumely". Van Berkel's Patent, Rotter- Prijs 4100. dam. Gewicht 3000 K.G. Hoogte voorwier len 86.4 c.M., achterwielen 130 c.M. Ach tervelgen kreed 30.5 c.M., voorzien van •chuine kammen. Petroleummotor, 2 cy linders, 560 toeren. Snelheid 8.9 en 6 K-M. per uur. Voor dorschen 20 P.K., voor trekken 12 P.K. Prijs 6750. 0. „Fordson". 0. van Werkhoven, Lisse. Ge wicht 1310 K.G. Hoogte der voorwielen 75 c.M., achterwielen 125 c.M. Achtervel gen 80 c.M. breed, voorzien van schuine kammen. Petroleummotor, 4 cylinders, 1000 toeren. Snelheid 3, 0 en 12 K.M. per uur. Voor dorschen 20 P.K., voor trekken 15 P.K. Prijs 3100, met ploeg 3500. Deze gegevens zijn grootendeels ontleend aan de opgaven der inzenders. Het aantal P.K. welke de machine levert bij het trekken, hangt in sterke mate af van de geaardheid en den toestand van den bo- dem, waarop de trekker zich moet voortbewe- gen en is door de beoordeelingscommissie niet gecontroleerd, daar de omstandigheden en de beschikbare tijd en hulpmiddelen dit niet toelieten. De beoordeelingscommissie bestond uit de heeren J. A. Waiboer, P. D. Kaan en K. A. Kaan, landbouwers te Anna Paulowna, Ix. J. co e» iri- itt-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 5