'J Rondcrd tvee en tftntlgste Jan:gang. Zaterftag 10 Januari. FE1 ILLET01S. Sociale verzekering. Aan welke planten groeien de sigaren Er zijn wcrkclijk nog menschen, die mee- nen, dat de sigaren aan de planten. groeien. En eigenlijk is dat toch ook zoo, al kunnen de Javaantjes de rijpe sigaren, met of zonder bandjes er om, niet in hun vaderland van de boomen schudden. Maar de tabaksplant levert wel de grond- stof waaruit iedere sigaar gefabriceerd kan worden en dan moet de mcnsch de natuur een beetie te hulp komen en de bladeren van die tabaksplant zoo drogen, sorteeren, op- rollen en opvullen, dat ze ten- slotte sigaren geworden zija Dat is nog niet zoo gtemakkelijk als't op het eerstc gezicht wel lijkt en een goed siga- renmaker heeft heel wat oefening noodig ge- had om $an de ruwe tabaksbladen de after- dinners te maken, die in de etalages onzer si- garenwinkels zoo smaakvol uitgestald kun nen liggen. Er is een tijd geweest dat de mannen niet rookten. Wat moet dat een vervelende tijd geweest zijn. Eigenlijk waren er toen geen mannen, want i oud spreekwoord zegt: ,,'t is geen man, daarmede te een die niet rooken kan" en geeft kennen, dat het rooken nu eenmaal een bi; uitstek mannelijke eigenschap moet genoem worden. Er zijn natuurlijk mannen die niet rooken, maar zij zullen wel in de minderheid zijn. Vanaf den vorst die in zijn ruststoel neer- f;evleid van zijn opperkamerdienaar een luci- er in ontvangst neemt om zijn geurige after- dinner op te steken, tot den ouwen gepensi- onnecrden zeeman, die op dc kiel van een op 't strand gekeerde roeiboot gezetcn, zijn neus- warmertje met zijn duimnagel schoon krabt, om er opnieuw wat stinca-dora in te ver- amoken, zijn alle rookers verslaafd aan hun sigaartje of pijpje. Er zijn mannen, die van 's morgens tot 'savonds rooken, die geweldige hoeveelhe- den sigaretten in rook verzuigen, wier vin- gers geel zien van de nicotine en er zijn man nen, die van de eene sigaar in de andere ver- vallen of wier pijp alleen maar koud is als zij slapen of eten moeten. Daamaast herkenf men de meer voorzich- tigen, de spaarzamen en bedachtzamen, die alleen een sigaartje's morgens of 'savonds gebruiken, die een pijpje na den eten rooken of die het laagste beschavingspcil waarop een tabaksverbruiker staan kan een stevi- ge prop B. Z. K. in den mond nemen. die na een langdurige promenade rond verschillende rijen tanden en kiezen ten slotte w^cr terug- keert tot de moeder-aarde, waaruit zij een maal is voortgekomen. Maar hoe men de tabak ook gebruikt, er is altijd een zekere bewerking van de bladeren van de tabaksplant noodig om naar waarde van deze hemelsche gave te kunnen genieten. Millioenen mannen willen rooken omdat zij daar geld voor over hebben, en er zijn andere mannen, die zorgen dat er wat te rooken is. De Javaantjes in het verre Insulinde, de Braz!r 'een, de bewoners van Havanna en van zoo wig ander gebied, kweeken de ta baksplant, dri ven haar bladeren en zenden deze naar c baks- en sigarenfabrieken, die ten slotte vo -fagelijkachen voorraad der duizenden vi«. a magazijnen zorg dragen. Tel in iedere stad dc sigarenwinkels en gij zult verstomd zijn over hun ^antal. Hoe kunnen zij alle den strijd om het be- staan uitvechten? Zie slechts rond u op straat, in de wacht- kamer, op vergaderingen en bijeenkomsten, tel de mannen die het pijpje of het sigaren- stompje in den mondhoek hebben en gij kent de oplossing van het groote raadsel. De sigaren worden bij millioenen gemaakt en zij verdwijnen weer bij millioenen. En als wij aan de sigaren denken, komt ons onwillekeurig een der oude scheikundige axioma's in de gedachte, dat er namelijk in de natuur niets verloren gaat. Dat hebben wij in onze H. B. S.-jaren heel goed begrepen, maar als wij de groote voor- raden sigaren en tabak in de pakhuizen der fabrieken zien en dan vememen in welken be- trekkelijk korten tijd die duizenden kilo's in l rook vCTgaan, in krontelfngen in de Incfit go- blazen of als witte aschhoopjes achteloos op den grond neergetipt en door den wind ver- spreid worden, zoodat van al die duizenden kilo's grondstof niets meer terug te vinden is, 1 dan wordt het heusch moeilijk, je in te den ken. dat er ook op sigarengebied in het leelal niets verwaarloosd en niets verloren kan gaan. De mensch verlangt tabak en de fabrikant zorgt, dat het die in verscheidenen vonn en samensteiling kan bekomen. Wat doet men in een tabaks en sigarenfa- briek, hoe werkt men er en wat zijn de resul- taten van den arbeid? Wij hebben er de firma W. Helling en Co. hier ter stede naar gevraagd en zij heeft ons bet duidelijkste antwoord gegeven door voor een beschouwing in onze serie artikelen hare sigarenfabriek en tabakskerverij voor ons ter beschikking te stellen. Eerst weer een kort woordje over deze on- dememing, de grootste hier ter stede. Voor zoover men heeft kunnen naspeuren was er oorspronkelijk een winkel van een ze- keren mijnheer Helling op de Zaadmarkt ge- vestigd er in dien winkel schijnen de daar verkochte sigaren zelf gefabriceerd te zijn. In Napoleon's tijd kon men daar met licen ses van de Fransche regeering sigaren maken en steeds was de ondememing in handen van een lid der familie Helling, zooals zij ook nu nog het eigendom van den heer W. M. Hel ling mag genoemd worden. De tegenwoordige ondememing in de Span iards traat, die heel wat presteert, fabriceerde ot voor weinige jaren uitsluitend voor het binnenland, maar is daama met zooveel suc- ces met export begonnen, dat de aflevering naar het buitenland die voor het binnenland reeds overtroffen heeft. Het buitenland heeft verschillende goede afzetgebieden o. a.Finland, dat door de valuta-kwestie momenteel onbereikbaar is en vraagt bijzondere sigarenmodellen, waar op de fabriek zich dan ook in de laatste jaren in het bijzonder heeft toegelegd. Dc fabriek die niet aan particulieren evert r heeft een normale productie van 12 tot 15 millioen sigaren per jaar, wel een bewijs, dat zij eene ondememing van beteeke- nis mag genoemd worden. Deze fabriek „Helco" is haar adres voor buitenlanders werkt o. a. voor het Fran sche monopolie in Marokko en heeft van die zijde reeds beduidende orders ontvangen. Trouwens, uit alle streken der wereld, uit Australia, van de Goudkust en uit IJsland komenv de bestellingen en men is curiositeits- halve van plan een reclamcplaat te maken van alle enveloppes met buitenlandsche postzegels uit de onderscheidene werelddeelen en Tan den vanwaar in den laatsten tijd orders voor deze firma te Alkmaar zijn binnengekomen. In September van het vorige jaar exposeer- de de heer Helling ook op de te Stockholm gehouden tentoonstelling van Nederlandsche producten en had op de terugreis tevens gele- renheid connecties in Denemarken aan te cnoopen, v s. i.en even verzot op de Hol- landsche sigaren bleek te zijn als overal el ders in het buitenland. Want Holland is nog altijd de bakermat van de goede en betrekkelijk goedkoope siga ren en fan in dat opzichf de concurrence met alle andere landen glansrijk doorstaan. Worden de tijdsomstandigheden weer nor- maler en de export minder bemoeilijkt, dan zal het aantal weiklieden der „Helco"-fabriek, dat thans een 90-tal personen omvat, weer tot het normale aantal van 170 tot 200 uitge- breid worden. Een korte beschouwing der fabriek moge hier nog volgen. In het pakhuis ligt de tabak zooals zij uit de verre landen naar Alkmaar gezonden is, vcrpakt zooals de Deli-tabak in rieten matten, in groote of klcine vatcn, in jute balen zooals de Braziliaansche tabak, of in het z.g.n. bast zooals de fijnere Havann-asoorten. Dit balea zijn gemerkt met letters en num- mers en de fabrikant ziet uit die teekens welke tabak hij voor zich heeft en of zij van de la- gere of hooger groeiende bladen afkomstig is. De balen worden uitgepakt en bij die ont- pakking blijkt, dat de Javaantjes de gedroog- de tabaksbladen in waaiervormige bosjes ge- bnnden en geperst hebben. Die bosjes fan men losschudden, maar om dat een droog tabaksblad even bros en on- handelbaar is als een te drogc sigaar, worden de bladen weer in het water gedompeld, zoo dat zij juist de vereischte vocntigheid hebben om uit elkaar gehaald en bewerkt te kunnen worden. Soms hebben wormpjes het tabaksblad bij aankomst reeds tot pulver gevreten, maar de meeste bladen zijn gaaf en wanneer zij in hun langwerpigen vorm glad uitgestreken voor den sorteerder liggen, is er weer heel wat oefening en routine noodig om qualiteit Een beschrijving Van het dagelijksch noma- denleven, zooals het gezien en meegemaakt werd door de schrijfster S- EM1LIE DEMANT—HATT. Uit.het Deensch vertaald door M. D. Z- 38) Maar op eigen terrain kennen de Lappen geen vrees, noch voor de natuur, zooals ze zich op het hooggebergte aan hen vertooat in haar ontzagwekkende majesteit en verschrik- king, noch voor wilde dieren en allerlei ge- varen; bang worden ze alleen als ze een vreemd gekleed heer van een ander ras ont' moeten. Het zomerverblijf van de Lappen is in het dal van Tromsd. Daar staan hun turfhutten. Nadat we uitgerust waren en de hudde met de herders verder was gegaan, braken ook wij op. Vrouwen en kinderen en wie bij de kudde gemist konden worden, deden de reis naar Tromsd op de gemakkeliikste manier, met de boot over den Balsfjord. Enkelen, die geen geld of geen lust hadden, volgden het spoor van de rendieren, ofschoon die weg lang en moeilijk was. Voor de weinige bagage die we hadden, huurden we een paar paarden onze zadelrendieren waren ver weg en had den het ook noodig ontzien te worden. Vroeg op een heerlijken morgen gingen wij, die de boot zouden nemen, op reis; onder gezellig gesprek wandelden we langs den prachtigen lanHweg jg anders wat da bij qualiteit en Kleor bij ilenr te Hier ziet men reeds aan het blad of het een goedkoope of dure sigaar zal leveren en wordt in beginsel de prijs van het daaruit af te leveren fabrifaat vastgesteld. Op een droogzolder ligt het „binnen- ted", d.w.z. de tabak die voor het inwendige van de sigaar bestemd is, gestript van de steel ontdaan en gedroogd. Verschillende van die soorten gestripte ta bak dooreengemcngd vormen de z.g.n. me- ange, die in de sigaren verwerkt wordt. Evenala bij thee en koffie is t de groote moeilijkheid om juist die soorten te mengen die goed bij elkaar pass en en zooals men dat nocmt „elfaar goed verdragen". Het spreekt van zelf, dat daaxvoor jaren,- lange ervaring noodig is. Ln in de werkplaats zelve toonen de siga- renmakers hun bewonderenswaardige vlug- leid in het omtooveren van ruw blad in smakelijke sigarensoorten. Hier grijpt een sigarenmaker het binnen- ,focd, rolt het in een tabaksblaadje tot een angwerpig pakje, het z.g'.n. bosje, en stopt het in een houten sigarenvorm, die uit twee helften bestaat en gewoonlijk uit twintig z.g.n. schuitjes naast elfander samengesteld is Zijn de twintig schuitjes gevuld, dan gaat de bovenstc vormhelft op de onderste en een pers drukt de massa stcvig in elkaar. De sigarenmaker snijdt met een scherp mes de links en rechts uitstekende sigarendeeltjes weg en als de vorm weer opengemaakt word! komen de sigaren, groot en klein, in bruin neglig6 te voorschijn. Andere sigarenmakers hebben dan -weer tot. taak de jonggeborene. van een passend deedje te voorzien. Zij nemen een dekblad, snijden er met bewonderenswaardige routine een langwerpige strook uit, rollen de sigaar en in, zooals een worst in een stukje papier gerold wordt. plakken t puntje met een tipje stijfsel vast, knippen een paar overbodige ranjes af en de sigaar is gereed voor de droogfamer. Dc betere soorten sigaren worden echter zonder deze vormen gemaakt, dat is dan het z.g.n. „handwerk". De sigarenmaker maakt en vormt dan elk gewenscnt model in de hand. Hiervoor is veel meer routine en vaardigheid noodig dan voor vormwerk en het ,Jiandwerk" wordt dan ook veel bcter betaald. Wie wel eens het ongeluk gehad heeft een vol kistje sigaren te laten vallen. weet ook, loe het voor een leek onmogelijk is alle si garen er weer netjes in te krijgen, zoodat zij en slotte niet boven den rana van het kistje te voorschijn komen. Het geheim van deze kwestie is, dat men met een droge en daardoor brosse sigaar niet doen kan als met een vochtige. Wanneer de sigaren van de sigarenmakers afkomen, zijn zij nog vochtig. Zij worden dan naar kwaliteit, grootte en kleur gesorteerd en in de kistjes verpakt, die op het eerste ge zicht veel te klein zijn. Maar een pers drukt de sigaren in de kistjes en als zij daama in de droogfamer hard en bros zijn geworden, sluiten zij zoo mooi aan elkaar, (fat slechts vakmenschen ze uit .en weer in ae kistjes kunnen doen, om aan sommige soorten dc fraaie papieren rin- getjes te kunnen bevestigen. In de expeditielokalen aan de Baangracht de fabriek in de St anjaardstraat maakt een verbouw-periode dc^f, worden de kistjes in elkaar gezet en van de mooie gekleurde eti- ketten en plaatjes voorzien, waarvan Duitsch- land elke verlangde soort en kwaliteit gaame wil leveren. Het perceel op de Baangracht heeft ruime en lichte lokaliteiten, waarin de van de klan- ten teruggezonden ledige kistjes overgebracht worden en waar tevens de nicuwe kistjes in't op maat gesneden hout in een minimum van tijd in elkaar gezet kunnen worden. De ledige kistjes worden schoongemaakt en voor zoover zij nog bruikbaar zijn, geheel gerestaureerd. Een eenvoudig machinetje spijkert de bros se plankjes rechthoekig op elkaar en het kistje is voor het gebruik gereed. Eerst heeft een brandpers, een verhitte ijze- ren stempel, het sigarenmerk onuitwischbaar in de plankjes gedrukt en wanneer het kistje gereea en dicht is, sieren vaardige handen het met kleurige etiketten en smaakvolle pa- pierzoomen. In de nieuwe expeditielokalen trekken voomamelijk de populaire en fijnere „Helco"- soorten een gedeponeerd fabrieksmerk de aandacht. Ten slotte komt er van de verschillende soorten een proefje in de monsterkamer, die in de ruime kantoorlofalen in de Langestraat boven de kantoren der Nationale Bank gevesr tigd is en waar de koopers dus volop gele- genlieid hebben met het fabrifaat van deze Lappen prettig vindeneen gebaanden land weg vinden ze „zoo vermoeiend." „Ja, nu dalen wij zoo gemakkelijk en vroe- ger voor dat dez£ verkeersweg werd gemaakt, is dit altend onze weg geweest, dien we met de rendieren gingen, maar nu is het ons verboden met de dieren hier te komen, nu moet de kud de met haar wachters daar heel in de hoog- te zwerven", en ze wezen naar de hemelhooge rotsen waar de sneeuw nog lag en van waar men het water zag neerstorten in de kloven en stroomen zag over lagere vooruitstekende plateaux. „Het is daarboven gevaarlijk, zoowel voor de dieren als voor de menschen, we verliezen daar veel kalveren, ze vallen er dood." Het was een bont gewoel te Tromso, toen we daar aan land werden gezet. Er zijn altijc kijkers in een kleine plaats als de boot aan- komt, maar hier waren er bijzonder veel. 't Is ook best te begrijpen, dat de Lappen met hun levendige kleureu en vreemde kleederdracht een publiek kunnen trekken; moeilijker be- grijpt men waarom die nieuwsgierigheid zich uiten moet in straatjongensmanieren, door honend, krenkend aanspreken, schelden en brutaal begluren. De Lappen hadden er mi op voorbereid. „Als we te Tromso komen, za: je zien, hoe ze oris aangapen, alsof we wilde dieren waren, ze roepen ons na. Wat zouden ze toch wel denken, als wij ook zoo deden Eerst later toen we ons in de groote, gezelli- ge hut verder het dal in hadden ingericht, voelden we ons op ons gemak. Nu was er geen verschil meer tusschen dag en nacht, de zon scheen alle 24 uur boven de kim alleen aan langere schaduwen en het gloeien van het lifihi bij den lager en stand van ondememing nader kennis te maken. Sommige soorten tabaksbladen leenen zich minder voor de sigarenfabricage en de fa briek maakt er de tabak van die fijn of min der fijn gesneden in de pijpen van heeren rookers verdwijnt. Een nieuwe machine-installatie, door een vijfpaards-motor gedreven, toont hoe de ta baksbladen onder een soort guillotine door- gaan en waarvan het mes vlugger of langza- mer daalt naarmate men fijner of grover ge sneden tabak verlangt. Dit snijdsel wordt in een z.g.n. trommel eerst gedroogd en darna in een draaiende koel- en zeefmachine gebracht, waar het ge- zuiverd en afgckoeld wordt, waama het voor het gebruik gereed-is. Een pakketeer-machine zorgt, dat er nette vierfan'te pakjes van gemaakt worden, zoo dat de heeren pijp-liefhebbers over inhoud en verpakking tevreden kunnen zijn. En zoo werkt deze fabriek dag aan dag on- afgebroken voort, om de aan het rooken ,„ver3laafden" hun dagelijksche tractatie te kunnen verschaffen. En wie na het lezen van bovenstaande een sigaar opsteekt, en de blauwe kringetjes pijn- zend naar Het plafond blaast, moge een oogenblik bedenken, dat blank en brum hun aandeel in de samensteiling van zijn geurig rookertje gehad hebben en dat de kans niet jering is, dat hij bezig-is zich op het echte de zon was de nachttijd te onderscheiden. Men deed waarin men lust had zonder aan tijd te denken. De kinderen konden te midder- nacht uitgaan om engelwortel te zoeken en tegen den morgen uit het gebergte in de hut terugkeeren. 't Gebeurde ook, dat ze koffie zet- ten, voor ze gingen slapen. In het Tromso-dal deelden wij onze hut met onzen ouden „ised" (gemeentehoofd) en zijn kinderen, maar er was plaats genoeg, eer- stens was de hut heel ruim en dan waren de groote zoons bijna altijd als wachters bij de kudde en kwamen ze thuis om te slapen, sliepen ze liefst buiten. Evenals de honden zijn de Lappen in den zomer zoo weinig mo- gelijk binnenshuis. Toch is een turfhut een aangenaam ver- blijf, als het warm is; een goed gebouwde hu is koel, alleen als men er eten moet koken, wordt ze gauw benauwd. Gelukkig behoeft er in den zomer niet zooveel gekookt te worden als in den winter, men gebruikt veel gedroogc vleesch en drinkt melk. Brandstof verbruikt men heel weinig, enkel sprokkelhout uit het bosch. Ik heb nooit gezien dat de Lappen in Noorwegen een boom velden ter verbranding De beschuldiging die men tegen hen inbrengt, dat ze verkwistend zijn met hout, is overdre- ven en onreditvaardig. Op een morgen kwam er een boer in de hut, hij had het wartn en zag er opgewonden uit, terwijl hij vertelde dat de rendieren op zijn land groote schade hadden aangericht en een aardappelveld geheel bedorven hadden. Nu kwam nij het gemeentehoofd halen, om zoo spoedig mogelijk de schadevergoeaing te re- gelen. Maar er waren enkel vrouwen thuis, dus bleef hij niet lang. Ik voelde medeljjden :abricaat van de bekende Alkmaarsche renfabriek ,Hclco" te tracteeren. Het was mijn doel de geneeskundige be- landeling bij ae sociale verzekering te behan- delen. Van te voren wil ik echter nog het een en ander antwoorden op het ingezonden stuk van „Een yoorstander van sociale verzeke- ring. Deze schiint zich gegriefd te gevoelen naar aanleiding van hetgeen ik geschreven leb van het geroep over hooge administratie- costen bij de uitvoering der verzekeringswet- ten. Wanneer de inzender echter niet het ge- citeerde stukje uit ziin verband gerukt had, maar ook het voorafgaande daarbij had ge- nomen, dan zou duiaelijk uitgekomen zijn, welke personen ik op het oog had, n.l. de be- striiders van de wetten op het gebied der so ciale verzekering, welke die bestrijding voe- ren met onjuiste motieven. En daartoe schiint de inzender niet te behooren. Immera in het ingezonden stuk zegt hij zelflaat ons ni :t de sociale wetten besirijden De inzender zal toch niet eischen, dat ik ook voor emstig neem het geroep over hoo ge adminisfratiekosten van hen, die aanspo- ren, om bijv. de rentekaarten ingevolge de Invaliditeitswet in grooten getale terug te zenden? Dit zou toch weer aanleiding geven om de administratie veel duurder te maken. Overigens ben ik van meening, dat zoowel voor vrijwillige als voor verplichte verzeke ring de administratie zoo mooi worden inge richt, dat met zoo weinig mogelijk ambtena- ren wordt gewerkt. Hoe moeilijk het is om buitenstaander te vreden te stellen, blijkt echter ook al weer uit let ingezonden stuk. Het schijnt voldoende te zijn als maar gesproken wordt van „heilige bureaucratie" (dat eerste woord schijnt het hem vooral te doen) en van „onnut werk van ambtenaren". Bewijs daarvoor? Ik heb het in het ingezonder. stuk niet kunnen vinden; dat schijnt de eerlijkheid tegenover ambtenaren niet te eischen. Het minste wat toch wel ge- eischt mag worden, is, dat aan een dergelijke beschuldiging een onderzoek voorafging. Toevallig vond ik in een redevoering in de Tweede Kamer, gehouden op 26 November 1907, zeer juist uitgedrukt, hoe gewoonlijk over ambtenaren geredeneerd wordt: „Wat is in den regel de tactiek van de tegenstanders van staatsbemociing? Zij zeggen dan: amb tenaren zijn bureaucraten, menschen, die slechts leven om dienstjaren te verzamelen e.n om maar een groot pensiotn te krijgen. Het is hun niet te doen om een goede commercieele. behartiging van de zaak, zij hebben niet de noodige energie, particulieren zouden het veel beter doen." Dat is de gewone gedachtengang en daar- op wordt steeds voortgebouwa, zonder dat men zich vraagt, of dat nu in1 alle gevallen van toepassing is en zonder er aan te twijfe- len, of er onaer de particulieren ook men schen zijn zonder energie enz. Ik zou zoo zeggen ,,Laat de menschen, die overtuigd zijn van die bureaucratie en van het onnutte werk van ambtenaren, zich nu eens niet beperken tot het gebruiken van die groote woorden, maar pogingen aanwen den om door voorlichting en anderszins een andere wijze van werken in te voeren. Want heelemaal zonder administratie en dus ook zonder een enkelen ambtenaar zal voorloopig wel geen mSeis vpk op het gebied der sociale verzekering zijn uit te voeren Naar ik hoop, voelt de inzender zich opge- wekt, om mede te werken tot het in het levea roepen van een vereenvoudigde administratie. Thans ga ik over tot de behandehng vaa het bovenvermelde onderwerp „De genees kundige behandeling in de sociale verzeke ring". Een wettelijke regeling van de verzekering betreffende genees- en heelkundige behande ling bestaat in ons land nog niet; de bepa- lingen op de geneeskundige behandeling be- trelcking hebbaide, zullen we derhalve moe ten zoeken in de wetten, die reeds op het ge bied van- de sociale verzekering bestaan. Daarmede wordt echter tevens de etrekking van die geneeskundige behandeling aangege- ven. Als een- verzekeringsinstituut die behan deling verstrekt, dan doet het dit niet in ds eerste plaats in het belang van den verzeker- de, maar om zijn eigen risico te verminderea De verzekerden kunnen door gebaat zijn, natuurlijk, maar hoofddoel is dit niet. De eerste wet op het gebied der sociale verzekering, welke in ons land is ingevoerd is de Ongevallenwet 1901, welke ten doel heeft de werklieden in bepaalde bedrijven te gen geldelijke gevolgen van ongevallen t» verzekeren. in deze wet vinden we in artikel 19: „D* Rijksverzekeringsbank verleent den verzeker- de, wien een ongeval overkomt in verband met de uitoefening van het bedrijf, als scht deloosstelling genees- en heelkundige behan deling of vergoeding daarvoor volgens rege- len bij algemeenen maatrege! van bestuur te stellen." Deze bepaling is daardoor te verklaren, dat de wetgever duidelijk heeft ingezien, dat het belang van de verzekeringsinstelling m-o debrengt, de zorg voor een zoo goed moge- lijke geneeskundige behandeling, waardoor de gevolgen van net ongeval ten aau«..~i v*a de arbeidsgeschiktheid van den getroffene zooveel mogelijk worden weggenomen'. De geheele geneeskundige behandeling inge, >1- ge de Ongevallenwet moet er dus op genciit zijn, dat de getroffene de vroegere arbeids geschiktheid zooveel mogelijk terugkrijgt waardoor natuurlijk de gc-idelijke schaaelooa- stellingen zooveel mogeliik worden beperkt. Daarop wijzen o. a. ook de yolgende woo^ den van een Duitsch professor: „Die chirur- gische Behandlung des unfallverleitzten Ai- Beiiters hat unter alien Umsfa nden flen Schwerpunkt zu legen auf die moglichste Wiederherstellung der spiteren Bere:stang lichkeit." (De chirurgische behandeling van den door een ongeval getroffen arbeider moet onder alle omstandigheden het zwaar- tepunt leggen op het grootst mogelijk fcerstel van de latere arbeidsgeschiktheid). Daarom zal zich de arts bij de behande ling van een door een bedrijfsongeval ge troffene er niet mede tevreden stellen, dat da w'ond welke door het ongeval is ontstaan, geheeld is, maar de verdere geneeeskundiga behandeling zal er op gericht moeten zijn, om te zorgen, dat de getroffene zooveel mo gelijk het gebruik van de gekwetste leden te rug krijgt. Dat net doel van de geneeskundige behan deling ingevolge de Ongevallenwet gerichS is op het teruggeven van verloren arbeidsge schiktheid, blijkt ook nog daaruit, dat da Pijksverzekeririgsbank zich er niet mede te vreden atelt, wanneer de arts verklaart, dat verdere veroetering niet meer mogelijk is, Daaromtrent vond ik in een artikel van den vroegeren medischen adviseur der Rijksr verzekeringsbank het volgende: „Heeft een getroffene door een ongeval bijv. een been verloren, is de wondbenandeling afgeloopea en de stomp genezen, dan zou de vraag kun nen rijzen, of de schadeioosstelling volgens artikel 19 niet moet eindigen. Onnoodig ech ter te betoogen. dat aan een dergelijken ge troffene een hulpmiddel een z.g. prothese, moet worden verstrekt, welke hem in staat stelt, den arbeid, zij het ook gedeeltelijk, te hervatten." Tot de genees- en heelkundige behande ling wordt dus ook gerekend het verstrekken van hulpmiddelen, d<xh alleen. voorzoover deze dienstig kunnen zijn om d'e arbeidsge schiktheid te verhoogen. Dit blijkt o. a. ook uit een uitspraak van den beroepsrechter waarbij aan een dek- knecht, die tengevolge van een bedrijfsonge val drie tanden en een kies verloor, zijn vor- dering ter bekoming van een kunstgebit en onderhoud van dit gebit, werd ontzegd, aan- gezien in het algemeen geneeskundige be handeling dient om gewonde deelen van het lichaam zooveel mogelijk te genezen al thans de genezing te bespoedigen, zoodat die be handeling een einde neemt, zoodra het ge- met hem en zei, dat het toch wel vervelend was, dat de rendieren met van het land der boeren waren af te houden, het was toch droe- vig z'n akker platgetrapt te zien, al kreeg men ook schadevergoeding. Dat gaven de vrouwen gaarne toe, maar ze wisten er al even weinig van als ik. Toen onze „ised" thuis kwam en van de schade hoorde, vond hij het erg ver velend. „Ik moet het aan me zelf wijten," zei hij, „ik zend mijn beide zoons uit om de ren dieren te halen en noemde hun eenige plaat- sen waar ze bijzonder goed moesten oppassen, omdat daar de rendieren altijd naar beneden willen gaan; bij de boerderij waarvan nu sprake is, is dat nooit gebeurd, dus dacht ik dat hoeden daar niet noodig was, de wachters, kunnen ook onmogelijk op alle plaatsen gelijk zijn. En nu zijn de rendieren juist daar af- gedaald het is dus mijn schuld." Op den bepaalden dag kwamen op de be- doelde boerderij rechterlijke ambtenaren, Lap- pen en boeren bij elkaar. De beeedigde schat- ters, die de schade opgenomen hadden. stel- den die op 90 kronen; maar nu wilde het on geluk of het geluk dat het in de vooraf gaande week nog al geregend had en het ver- trapte gras weer bijgekomen was. De boer wilde dat we met ons alien het grasveldje gingen bekijken. Hier en daar lag 'n plukje rendierhaar, en men kon flauwtjes zien dat op sommige plekken een rendier had gelegen. Laten we toch er afgaan," zeiden de Lap- pen; ,.we vertrappen met ons negenen meer gras aan het rendier deed." Ze liepen voorzichtig op hun teenen over het mooie malsche gras, met echt gevoel voor de waarde er van. Ik maakte een praatje met een van de .schatters het was de eenige die er vrien- delijk uitzag hij zei o.a.: „Men zegt, dat de koeien met willen eten als er een rendier op hun wei is geweest; maar dat is niet waar, ik heb het op mijn eigen land juist andersoin gezien." Terwijl er een oogenblik verpoozmg was tusschen de lange verhandelingen de Lap- pen wilden natuurlijk niet zoo maar 90 kro nen betalen, waar de schade geen 10, ja mis- schien niet 1 kroon bedroeg vroeg de jon- ge man, die het verslag moest opmaken eu hier de overheid voorstelde, of we niet eens op het aardappelveld wilden kijken. Het was op zijn verlangen dat ik bij deze gelegenheid mee van de partij was. We bekeken het aard appelveld. dat, naar men zeide, het meest ge- leden haa, ik zag hier en daar sporen Van een rendierhoef, maar geen enkele geknakte aardappelplant. Toen ik mijn geleider vroeg, of hij „de schade" kon ontdekken, trok hij zijn schouders op en antwoordde ontkennend, waama wij zonder verder er over te praten, naar het huis terugkeerden, waar de voor bei de partijen onaangename besprekingen wer den voortgezet. Het nieuwe gemeentehoofd was ondanks zijn stille bedaardheid niet zoo toegevend als onze oude ised in die soort van zaken geweest was, hij wilde de 90 kronen niet betalen De dag was bijna om, voor ze dat bedrag tot de helft hadden verlaagdtoen gaven de Lappen het gewonnen, maar hun voorzitter zeideJa, we hebben een boete betaald. om dat het rendier geloopen heeft waar het niet loopen mocht, maar schadevergoeding heb ben we niet gegeven, omdat er geen sdhadt was aangericht." (Word! Vervolgd) t Vto. to SO J oKrino oi van Ho KpIzatiHp A llfttiaflTSrllP

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 5