g
It
IfitflolpnopMHoogW.
De Brsnittflfiftncnntinlt'iftte Allimatr
iinii uii
Dinsda^ 13 Jaunari.
FEUILLETON.
flBirtird III ii TwHitlgste JeirgBBg
BURGtEMEESTER ,ea WETHOUDERS
nan ALKMAAR brengen ter algemeene ken-
nis, dat in het Gemeeuteblad van Alkmaar
No. 657 is opgenomen het besluit van den
Itaad dier gemeente van 30 December 1919
waarbij is vaeflgeeteld' eene
VERORDENING; regelende den
Tverickring der commiesie van b'ij-
atand1, met betrekking tot het beheer
en onderhoud van de wandelwegen,
do beplanting van atraten, wegen en
pleinen der gemeente.
Welke verorddnimg, hedem afgekonddgd, ge-
duronde drie ma and en ter gemeente-aecretaTie
ter lezing ie nedergelegd en aldaar tegen be-
taling van 0.07H in afdruk ia verkrijgbaar
gesteld.
Alkmaar, 10 Jamiari 1920.
B y^egqgneeater en Wethoud'era voomoemd,
W. 0. WENDELAAR, Voorzitter.
DONATH, Secretaria.
atelt beschikbaar op de beide Rons No. 9 der
minimum rantsoenkaart (witte-kaart)
BRIKETTEN EN STEENKOLEN,
Voor d'e lagere bonnummera welke nog in
het bezit der houdera zijn, is nog in reserve:
Anthraciet, Eierkolen, Steenkolen, Brikotten
en Gasookes tot een maximum hoeveelheid
van 2 H.L. per halve maand.
Eon en ander zoolang de voorraad atrekt.
Beatellingen op Gasookea moeten aan het
kantoor WAAGPEETN No. 1 ter afstempe-
ling worden aangeboden, waarbij het toonen
dor ranteoonkaart vereischt wordt.
Bxandstoffen-Commissio Alkmaar,
J. H. JACOBSE, DirecteuT.
BUITENLAND.
ELLENDE IN) PETROGRAD
Jn, Hufvudstadsbladet van 20 December
geeft Karl' Tilander een intervieuw weer, dat
nij had met prof. Zeidler. hoofdgevo lmachtig-
di van het Kussische Roode Kruis Deze ver-
telde hem het volgende:
De uiterst gerinjge toevoer van brand'stof
heeft de bevolking van Petrograd gedwongen
cm to zamen te gaam wonen, meer dam ton
geziin in to®/ vertrek. Zooals dieren bij looude
samenkruipen om elkSander met hun lichamen
te verwarmen, zoo trachten de Petrograders
zoo dicht mogelijk op elkaar te wonen.
Slechts een klcin aantal woningen zijn be
woombaar en in die woningen wordt ook nog
in den regel slechts de keuJken bewoond.
In de keuken brandt een zwak vuurtje, dat
onderhouden wordt met hout van een ge-
sloopt huis of van meubelen, welke nu alleen
als brandhout geschat worden. Desalniette-
min bedroeg de temperatuur in de vele be-
woonde keukens, die onze zegsman bezocht,
nooit meer dan zeven warmtegraden. Maar
hierbij dient te worden gezegd, dat het tij-
dens zijn bezoek te Petrograd niet kouder
was dan *tien graden. In minder goed be-
deelde familiekeukens bereikte men niet eens
de bescheiden warmtegrens van zeven gra
den, maar was men blijde wanneer de bin-
nentemperatuur iets boven nul steeg.
Hoe de Petrograders een temperatuurda-*
ling van 30 graden, zooals wij dat op Zater-
dag den 20en December hadden, kunnen ver-
dragen, daarvan kunnen wij ons geen voor-
stelfing mak.i, of mister gezegd: wij zou-
den dat kunnen, doch de gedachte schrikt
voor de gevolgtrekkingen terug.
Het gebrek aan vocdsel is onbeschriifelijk,
en als de ongelukkige bevolking van Petro
grad zich er niet reeds aan gewend had om
dingen te verteren, die normale menschen
niet in hun mond zouden nemen, dan zouden
zij werkelijk niets te eten hebben. Dat neemt
niet weg, dat het mogelijk is,*dat bolsjewis-
tische leiders zich tegoed doen en nu en dan
den gebraden haan uithangen, wanneer even
kortzichtige als gewetenlooze journalisten
hen bezoeken. Een handvol parasieten kun
nen altijd wel leven ten koste van duizenden
medemenschen.
Een gevolg van het gebrek aan brandstof is
het buiten gebruik stellen der waterleiding
E)e bevolking voorzief zich van water direct
uit de Newa of uit de grachten, voor zoover
zij er niet den voorkeur aan geven hun dorst
te lesschen met gesmolten sneeuw. Een no£
erger ding is de onmogelijkheid om onder
deze omstandigheden gebruik te maken van
Een bssahrijvklg van hot dagolijksch noroa-
zooals hot goaion en moogomaakt
-S .word door de schrijfoter.
BMiUE DEMANT—HATt.
hot Dooosfih voataald door <M. D. 'Z&
40),
Nergens voelt men zich veiliger voor leven
en eigendom dan in de hut van een Berg-lap
in de meest eenzame streek. £n op weinig
plaatsen vindt men zooveel werkelijke bescha-
ving, zooveel ontzag voor anderen in den om-
gang. Er is harmonie in hun heele bestaan,
van hun bedaarde, wel overwogen bewegingen
af, tot de rustige zachte gelijkmatigheid van
hun geest Daarenboven verstaan ze de fijne
kunst van gesprekzonder banaliteiten of een
vloed van woorden, weten ze met lichten hu
mor altijd het juiste te 2jeggen. Hun levendig-
heid en intelligentie maken meestal een lan-
ger verblijf in een Lappenhut tot een genot-
volle ervaring. A1 hebben ze ook bijzonder
veel gevoel voor het humoristische. voor uit-
lachen behoeft men nooit bevreesd te zijn, als
men op gekke manier tegen hun gebruiken
zondigt. Ik zal mijn leven lang denken aan
de berisping, die ik van Sara kreeg, toen ik
eens lachte om een gast, die zich in de hut
volstrekt niet wist te bewegen. „Je moet niet
om een vreemdeling lachen, wat moet faij wel
denken, dar hij, onze taal niet verstaat Dat
ia een aangftbonon baadhaving, die hfhhen de
de genjak-ixurlchftnges. Le&jS'aan.d% wonin
gen worden tot mesthoopen gemaakt en ver-
spreiden, om kort fe gaan, atank over het
heel erf.
De koude, honger en onreinheid bevordeje
de veroreiding der epidemische ziekten. Er
heerscht vlekryphus en Spaansche griep met
pestaardige complicates die een sne leinde
maken aan het hjden der ongelukkige t>evoi-
king. Daarbij is er volslagen gebrek aan ge-
necsmiddelen Alleen sublimaat is er te krij-
gen Het algemeene vcrval heeft er ook toe
geleid, dat er slechts vier ziekenhyizen open
zijn in de stad yan een millioen inwoners,
waar tijdens den wereldoorlog eenige hon-
dcrdtallen van lazarets konden worden mge-
richt.
Het electrische licht brandt van 5 tot 8 uur
's avonds, d.w.z. alleen 8 uren per dag. Het
tramverkeer wordt alleen onderhouden op de
voor de bolsjewiki meest noodzakelijke lij-
nen, zooals die naar Smolna, enz., maar dat
ook slechts op zekere uren.
Ook schijnt de regeering de openbare vei-
ligheid niet meegte kunnen handhaven; roo-
verbenden loopen de geruimde woningen af
en plunderen wat er overgebleven is na huis-
roekitigen der roode garde.
Wat gaat er om in de ziel van de koude lij-
dende, hongerende en door doodelijke ziekten
omgeven bevolking? Wat denkt de Petrogra-
der die een paar jaar geleden nog in een van
de mooisfe Rteden der wereld woonde en nu
moet leven zonder brandhout, zonder voed-
zonder licht. zonder genecskundige hulp,
zonder de mresl Mrmentire behoeften aan
eidtuur te kunnen bevredlgen?
hii beef'' slechts e£n stille en troostende
(zedachte Hii wacht op den dood, diehem
zeker /erfost van al ziin ellende. Hij mort
niet te en de onderdrukkine van de ziide der
hH klaant de buitenstaande
monsehtipid niet aan. omdat 7'i hem niet be-
vrlidde u't ziin hel on.aarde Hij hoopt niet
meer °n een iii nwen dag, op een nieuwe len
to HH ver'angt naar ,de verlossende omar-
■ninv van den dood.
MUGtoEN IN DEN KELDER.
CXnder de insecten, die het den mensch las-
tig Ikmnen maken', speelt naast de toekende
oarasieten, ook de mug een voomanse rol. Wie
herinnert zich niet dat vcrradii lijke gegons,
ah voorbode vaa een aanr/al op onze pnbe-
dekte l'ichaamsdeelen en hoe een onuitstaan-
bare jeuk h< t voelbaar bewijs is van doo'n.on-
wtlloom bezoek Sinds bed koude weer is Inge-
vallen zijn ze verdwenen, die kwelgeestcn en
vraagtt men mu, waar ze toch wel gebleven
zijn, d'an is het antwoord: in ied'er warm, don-
iker hoekje. Vooral die keider ,is bij voorkeur
cle plaats waar ze zich gc'itistallecrd hebben,
om daar het voorjaar af te wachten. Wan
neer we nu onzen keider eens gaan inspec-
teeren, dan ziet men aan gewelf en wanden
tollooze miuggen, die daar haar winters laap
houden. Oewoonlijk stoorf men zich aan haar
tegeniwoord'gheid1 daair niet, en waarom zou
men oolk Ze hinder den in diien toestand nie-
mand Toch is dlt niet veretandig; want zoo-
dra treedt'heit luwe voorjaarsweer niet op of
cle wimitefslaapstere ontwaken. vticgen naar
buiten eni de wijfjes leggen op' alio voor haar
geschiikte plaatsen, als in regentonnen. water-
plassen, gicrputten enz. haar eitjes. Wanneer
wt nu nagaan, d'ait 66n wijfje pl.m. 200 eitjes
legt en in den loop van den zomer verschei-
dene generaties in't aanzijn komen, dan kan,
als we onze berekeninig voorzetten, 66n vrou-
welijtke mug de stammoetder zijn van wel een
millioen kvwlgeesten. iNSet alleen zij® de mug-
gen to vreezen wegens het stoken, maar ook,
cmdat ze daardoor de overbrengsters zijn
van ziekten. Zoo is de malaria toe te schnj-
ven aan inuggen, die deze ziekte verspreiden
Toen dit ontdekt was, heeft de uitkomst van
het vebdelgen door alle mogeliike middelen
van de inuggen bewezen, dat daarddor de
zielkte week. De besie tijki1 nu, om de muggen
to verddgen, is juist da: winter. Dan dienen
zc in al haar schui'lplaatsen aangevallen te
worden niet alleen in de keldcrs, maar ook
ia stalien en andere schuilhdc-ken. Vooral in
kelders kan men op een goede vangst reke-
nen, want het getal der aldaar voorkomende
muggen is oneindig grooter dan men wel
denkt soms duizenden op een vlakte, niet
^grooter dan een vierkanten meter.
iMen treft well verschil'lende soorten aan,
maar haar levenswijze vc^chilt r iot veel. De
canieren, waarop men de muggen kan ver-
,en, zijn vderlei. Men ikan ze besproeien
met insectendoodende middelen, of beroo-
ken. Zoo zijn chloor-zwaveldampen uit-
stekend, maar bij het gebruik dient dan ge-
zorgd1 fe worden, dat alle openingen goed ge-
sloten zijn, en dat men zich niet in de ruknte
begeeft, aivorens door toegestroomde zuiverc
ludit alle dampen verdreven zijn, In Jcelders
kan men op deze wijze de muggen zeer igoed
bestrijden, maar er zijn zooveel verborgen
verMijifplaatsen, dat niet alle muggen1 in den
winrfcr fw doodsa zSjli. Sveirwd kan otcw ook
ir den zomertijd veel doen, om de plaag te
venninderen Een eerste zofg is dan, om het
zoogenaamlde broed te verhietigen. Zulke
breedverzamelingen zijn plaatsex waar zich
gier bevindt of waar stilstaande waterplassen
zijn, terwijl vooral regentonnen er rijlc aan
ziin.
iHierin' huizen vooral de larven, .die vernie-
tigdl kunneni worden door er een weinig pe
troleum in te igietenhiervan is slechts weinig
noodig, want een. zeer dun laagje op de op-
pcrvlakte is reeds voldoende, om die larven te
aodden.
Behalve de zoogenaamde huismuggen
heeft men ook boscli- of boommhggeni, welke
in ^itoestand overwinteren. Reeds in den
herfst hebben de wijfjes de eitjes op geschikte,
vochitige plaatsen gelegd. Zoodra het eerste
lenteweer invallt, kruipen de larven uit het ei,
en in alle stdlstaanric wateren wcmelt het van
dit ongedierte. Ook hier kan petroleum baat
geven. Dat door hot aanwend u van een. wei
nig dezer olie in plasscn en tonnen heel .wat
ontuig te niet gaat, hlijlct het best uit het feif,
dat men wel eens 20 tiot 30 duizend muggen-
larven in een ankelen regenton getcld1 heeft.
Dat het verblijf in huis en ook 'szoiners bui
ten zeer onaangenaam is, als, si die larven
zich tot muggen kunnen ontwikkelen, weet
menlgeeni bij ervaring. IDaarom is het van
groot belang, zoowel in den v/intfcr als in den
zomer, alles te doen om van die kwelgeesicn
verlost te worden.
BOEWTEOTTNTEK FIT VROEGER
DAGEN.
Yalyem het Duitteche 4jjatchrift MProme*
theus" stootte men onlang-s in.Milaani bij 't
graven van een verrerschingskacaal op een
buie, die bij nader ondereoek gediond scheen
te hebben voor de watervooraiening dezc
stad. De buia bestond uit onderdeelec, die
treohtervormig in elkaar geecbeven waren, on
geeonstrueerd waren uit em soort harde
leemaarde^Op enkele plaatsen lag io sleolits
1 i 8 meter ondor den beganen grond. De
vorbindi'rigen wuron van lood Vornjoedoli.j!;
stamt deze waterleiding uit den Ronieinschen
tijd; uit do goheele constructie blijkt, dat de
bouwkundigen dier dagen zeer bokwame
technici geweest zijn.
SDEOHTE TANDEN ONZER VOOR-
OFDERS.
In de geleerde wereld is men het er niet
over eens, of er altijd menschen met „slechte
tanden" bestaan hebben of pas in den loop
dor eouwen. De oudste monschelijken eche-
dels, die men gevonden heeft, vertoonen nog
gezonde tandten. Een Britsoh geteorle heeft
voot eenigen tijd 1190 sehedels uit vora^hM-
lende tijd'perken onderzocbt; 74 schedels heeft
hij gebruikt uit Romeinsche saxcophagen van
de eere^e eeuw na Ohristuid twee do groep
zijn echedels uit den tijd der volkeverhuiziug;
verder 230 stubs uit de 12de'eeuw uit een
dorpje dioht bij Boeda Pest; de nieuwste da-
toeren uit de 19de eeuw. Uit! de onderzoekin-
gen van genoemden geleerde blijkt nu, dat
tandeaxies bij al deze achedels veelvuklix
voorkwam, ml. in meer dan 80 gevallen op de
100. De vroegere meneehheid was er in dat
opzicht d'ue nog ongelukhiger aan toe dan de
tegenwoordige, want de de tandheelkundige
techniek etond nog niet op de hoogte van to-
genwoordigl
BEWU STZI JN S TOORNIS SEN BIJ
OUDE MENSCHEN.
Bij oude meneehen woxdt eomwijlen een
kerte telkens terugkeerende bewustzijnstoor-
nie waaxgenomen, die do :x Stertz verklaard
wordt ak kramp der vaten tengevolge van
adorverkal'king. Toch is ook een goval bekend,
dat hetzelfde bij een kind plaats vond oor
Oppenheim wordt in de ,jB:-rliner klinischeu
Wochensohrift" een geval vermeld van een
ij ouden man die om de vier minuten 15 ee-
j conden lang bewegingsstoornis vertoonde,
zonder verlies van het bewustzijn.
LATE HUWELIJEEN.
In een der Weeneehe bladen houdt een mo
de works ter een besehouwing over de vele late
huwelijken die tegenwoordig gesloten wor
den. Tal van meisjes, die de dertig reeds ge-
paseerd zijn, komen tegenwoordig nog tot een
huwelijk en meestal tot zeer goede echtver-
bintenissen. Het bevreemdt echtur sommigen,
dat dergelojke meisjes niet altijd een huwe-
Ilijksvoorstel aannemen, ongetwijfeld zouden
zij dat vroeger wel godaan heben. Thans ech-
ter geeft een meisje haar finaatieele en per-
soonlijke vrijheia prijs en dat heeft men niet
voor iedoreen over. Bovendien past men zich
op een zakeren leeftijd niet meer aan. Gaat
Uchter een dergelij'k meisje tot een huwelijk
over, dan is het bijna altijd een goede verbin-
tenis. Scheidingen komen weinig voor.
Lappen niet in onze scholen geleerd of door
hulp van onze cultuur.
Hun zin voor schoonheid en him gevoel
voor schoonheidi hebben ze evenmin van ons
maar uit zich zelf. Ze houden van de natuur,
zooals de planten houden van zon en lucht
en van den grond, waaruit ze haar voedsel
trekken. De Lappen kiezen.altijd de mooiste
plekken van het terreio, als ze hun hut opzet-
ten, dat hebben ze van de oudste tijden ge-
daan. De overoude woonplaatsen worden nu
nog door hen opgezocht en gebruikt; dat het
inderdaad dezelfde plaatsen zijn, wordt be
wezen door sporen in de onmiddellijke nabij-
heid, n.l. ronde holten in den grond, altijd
twee of drie bijeen, juist zooals de hutten van
ctn sidia nu ook liggen Men wees mij zulke
gronden, zoowel in het'dal van Tromso als in
Elfkroken.
Het „zeerijk", het zomerland, is het oude
land der Lappen: de „groene grasdalen zijn
het moederlaad der kalveren." Het voortle-
ven en de toename der kudde, het heele be
staan der Lappen, hangt er van af. Men be-
grijpt het aanstonds, als men hoort met hoe-
veel wiiding alle Lappen het woord „ruksis-
miesse (zuigkalf) uitspreken. In het kalfsvel
kieedien zehun kleine kiinderen, en als ze een
kalf zacht over zijn mooie huid strnken, lief-
koozen ze in gedachten ook hun kind.
IHelaas, dfe did' van rust en genot in't zo
merland is slechts korthet gras verdroogt en
de rendieren wilden meer het gebergte in, om
zich met mos te voeden. De Lappen moeten
hen volgen. „Als de nacht donkert in de zee-
wouden, snakt het rendier weer naar't hoog-
land", zingen ze. Zoo schnoa weten ze zich in
DE EX-KEIZER.
Uit het Voorloopig Verslag def Eerste Ea
rner:
De vraag werd upgeworpen, of het niet
wetischelijk moet geacht worden, nu het dui-
delijk blijkt, dat de cewezen Keizer, evenals
de andere afgezette Duitsche vorsten, zonder
gevaar in zijn vaderland kan verblijven, en
hij niet uit zich zelven gevoelt, dat hij aan
het land van zijn gastheeren de netelige ge-
volgen van zijn verblijf behoort te besparen,
dat de Regeering hem verzoeke naar Duitsch-
land terug te keeren. De regeering die zelf in
de Tweede Kamer verleden jaar verklaarde,
dat zij zijne vestiging ten onzent ongaanie
gczicn heeft, is in deze geheele zaak wel zeer
passicf gebleven Men vreesde voor groote
moeilijkheden, die voor o ia land uit zijn ver
blijf zullen voortvloeicn.
Hiertegen werd er op gewezen, dat tot he-
den bewiizen voor de rcchtmatigheid dier
vrees ontbreken en dat Nederland door alto
eeuwen hecn zich tegenover politieke vluch-
telingen steeds gastvrij heeft betoondi.
DIEN8TBODEN-ET8CHEN.
Eisehen van, dn diensiibodo in den tegen-
woordigen tijd, zooals opgesteld door den Alg.
Nod. Bond van Tluisperaonoel.
1. Loonregeling.
Minimum-loonen voor meisjes (intern).
a. le keukenmeisje boven 80 j. 500 per jaar
2e keukenmeisje of
keuken-werkmeisj^ boven 21 j. 850 p. j.
b. 2e meisje boven 21 j. 300 per jaar.
3e meisje boven 21 j. 300 per jaar.
a. Meigjos-alleen boven 21 j. 800 per jaar.
a. Moisjes-alioen, dlie de huisvrouw vervangt,
of meidhuishoudeter boven 23 j. 360 p. j.
b. Voor meisjes voorzien van diploma's ver-
vr.lt de leeftijdgrens.
Waechgeld.
De werkgeefster betaalt de wasoh.
Dagmeisjes met vollen koat.
a. Dagmeisjes boven 21 jaar 10 per week.
b. Da«mei«.ie» I.ovci ID jas^ 8 per v.i- k.
Dagmeisjes met broodkost.
Dagmeisjes boven 18 jaar 20 ot. per uur.
Werksters.
a. Met vollen koat boven 18 jaar 2.26 p. dag.
b. Zonder kost boven 18 jaar 0.35 per uur.
o. Voor fabrieken, werkplaatsen en kantoren,
ingeval slechts 1 uur of minder per dag
achteren wordt gowerkt, 50 ct. per uur._
Wanneer meer dan 1 uut aohtereen wordt
gewerkt 39 ct. per uur.
2. We rk tijd re gel in g.
a. Ef wordt goslreefd naar een 8-urigen ar,-
boidedag.
b. "Het aanvangeuur van dw worktijd wordt
goregold in ov^rleg met de werkgeafater.
Het mag niet vroeger zijn dan 7Vi uur en
de worktijd niet later eindigen dan 7 uur.
C. Na 7 uur kan het meisje naar veuikiezing
ti'.uaan of thuis blijveri.
d. Gedwongen thuis zijn wordt onder over
men ^crekend.
e._ wordt minBtenc 2% uur achaftijd ge-
geven, zoo mogelijk verdeel(j als volgt: Yt
uur voor het ontbijt en 1)4 uur voor kof-
fiedrinken. Het laatste mag niet ondor-
broken wordien.
f. Werksters werken niet langer per dag dan
8 uur, en wel van 97 uur, waarvan 2 uur
schaftijd wordt gegeven.
Zondagsarbeid.
a. E6us in de 14 dagen heeft hat meiqje recht
op een geheel' vrijen Zondag. Voor den
vrijen Zondag wordt 1 voor dien kost
vergoed.
b. In de wedk waarin geen vrijen Zondag
valt, wordt een vrije middag gegeven, na
de koffie.
o. Het loon voor do werksters word't voor
ZondagsaTbeid1 met 100 pet. verhoogd.
3. Oveiuren,
a. Het werk, dat verricht moet worden na
den vastg«h>telden arbeidstijd, wordt be-
taald met het uurloon van de werksters,
plus 25 pot., tot d'es avonds 10 uur, d&ar-
na 50 pet.
b. Deze bepaling geldf zoowel voor dienst-
■boden als voor werksters.
4. Vacantieregeling.
Per jaa. wordt 14 dagen vacantie met be-
houd van loon on 12 kostgeld verleend.
5. BizOndere Bepalingen.
i. Vrije( frissche slaapkamor, met behoorlij-
ke berging voor kleeding.
b. Mutsen en zwarte japonnen word'on ge-
dragen op kosten van do werkgeofater.
■a Goschillen worden zooveel mogelijkin
■overleg met het, bestaur van den bond op-
lost, terwijl het bestuur het recht heeft
ingeval van klachten over huievosting,
zich van het al of niet juiste dor klachten
te overtuigen.
DAOBL AD MOEILIJ KHEDEN.
iliet „Vaderland" schrijft met groote letters
woorden uit te drukken, schoon is heel hun
leven, nauw saamgegroeid als het is met de
natuur.
Iedere rots, ieder bergmeer, iedere klip-
vorm is hun een herinnering aan het voorge-
slacht, vertelt hun van het leed en de vreugde,
de verschrikkimgen in den strijd, de liefde en
de toovermacht dier geslachten een ver-
haal van .drukkende duisternis en gloeiend
zonlicht, van boos weer en van dood. Over de
bergen zweven de schaduwen der wolken en
licht de glans van de zon. Het is eenzaam en
woest op de hoogte waar de Lap leeft, hij al
leen vindt er zijn weg, omdat nij in erfenis
van zijn geslacht kennis kreeg van alles wat
tot t gebergte behoort. Hij kent den loop der
wolken en de stem der dieren, ook de steinmen
uit de aarde en uit de lucht kaii hij verstaan.
Zijn oogen zien wat anderen niet kunnen ont-
dekken, hij voelt wat andere menschen niet
vermoeden. Hij< slaapt op de sneeuw de meestc
nachten van het jaar; maar hij is een trekvo-
gel die zijn woonplaats veranaert in iedere
lento en iederen herfst. <Lhj volgt het rendier,
waar dat voedsei vindt, daar blijft hij en slaat
er zijn grijze hut op, op een plek waar het
mooi is en waar hij ver uit kan zien. Zijn bes>-
te vrienden zijn het vuur en zijn hond. Hij
plaagt de groot-industrie niet om te voorzien
in zijn behoeften, van het rendier krijgt hij
zoo goed als alles: eten zoowel als kleeren.
Voor den arme en voor den rijke is het leven
gelijk, voor beiden even hard, even onzeker
en even schoon. Hij houdt van schoonheid en
heeft begrip van schoonheid. Zijn muziek is
het geluid der natuur, het suizen van den
wind over de verlaten vlakte, de echo der ber
gen en de val van het water. Zijn eigen stem
heeft een woeste bekoring als hij met de kud
de bezig is, het geblaf der honden en het ja-
geode rennen van de dieren prikkfelen hem tot
een opwinding die in haar wildheid de oer-
kracht heeft van zijn omgeving. Aan zijn om-
geving gelijk in het heele leven van den Lap,
hard en vol gevaren als't rotsgebergte en het
noodweer, schoon en vredig als het noorder-
licht aan den winterhemel en het heldere
glanzen der middernachtszon. Evenals het
wild gedierte van die onbewoonde streken
heeft nij angst in't bloed, angst voor de don-
kergekltede menschen, angst voor d'e onbe-
grepen natuurmacht en voor de verschrikking'
der eenzaamheid, maar hij heeft ook de ge-
makkelijkheid van het dier, dat leeft en geniet
van wat het oogenblik oplevert. Zijn taal is
als helder vlietend water, waarin het leven
zich spiegelt met duidelijke beelden, rijk en
liefkoozend voegt ze zich naar alles wat dat
leven omvat. Zijn lichaam is gezond en lenig,
hij heeft in zijn gang het uithoudingtvermo-
gen van wolf en beer. In den winter is zijn
kleeding bij voorkeur wit, zooals van hazen
en bosenhoenders.
Gij, die de grenzen samentrekt en den Lap
den grond ontaeemt, weet gij wat gij doet?
Dien ranken mensch van het hoogland wilt
gij dwingen tot een arm leven binnen de mu-
ic® van eem huis, De oogen1, die gewend zijn
den loop der sterren te volgen, in nachten die
hij wakend buiten doorbrengt, wilt gij opslui-
ten onder dak; longen die gewend zijn de
lucht in het hooglan din to ademen, zullen
ziektelucht tot zich nemen onder de menschen,
die de laagvlakte bewonen. Het lichaam, zoo
BERICHT AAN ATWETTTEERDERS.
iHei coJleotief contract van die typografen
noodizaiakt ons in den nacht van,' Zaterdag op
zondag het geheele bedriif in gang to houden
voor sfechto 5 uren. In dien tijd moeten wij
maar zorgen't ochtendblad gereed te maken.
Al deze zegenlmgc® beteekenen nieuwe zor
gen voor de fciding, nieuwe ergeniissen voor
net publiek.
Aan wie tot noig toe en d'at waren er ve-
ton des Zateroiags ons de kopy zon den
voor een advertentie in het Zoncagochienri-
blad, ziin wij verplicht thans te verzoefken, of
eigtnlij'lc we zijn gedwongen ze te dwingen.
•e'e kopy uiterlijlk Vrijldagmorgen aani ons bu
reau at to geven of to doen bezorgen.
Immers des Zaterd'ags zijn wij1 ook in een
radeeliige positie gekomen; dan moet om 5
uur n.m. alto typografische arbeid gestaakt
zijn, terwijl vanaf 1 uur des namiddags een
extra beta ling voor die werkuren wordlt ver-
langd.
Wij hebben dlis op Zaterdag. onze handen
vol, ern diatgene te verrichten wall tot dte taak
van dien dag behoort.
Wjj vragen den steun van onze adVerteer-
dere en zij kunnen zich overtuigd houden,
dat wij in ieder geval onze uiterste leracht zul
len inspanneif, om hun ter Wille te zijn1, opdat
wij in sitiaat blijven /aken te drijven, zij het
dan ook onder zeer bezwarend'e omstandighe
den.
Na 12 uur nun. kunnen op Zaterdag geen
adVertentie-orders voor dien dag meer war
den aangenomen.
Het Weekblad „De Amsterdammer" deelt
bet volgende mede:
Het was ons bekend dat met 1 Januari de
rukprijzcn belaitgrijk verhoogd\zou»ien wm-
dm Daar wij ;<an dc, ook door onze redact e
afgekeurde prijsojxkijving niet wenschen me-
me to doen, hebben' wij den abonnementsprijs
van dit weekblad niet willen verhoogen, hoe-
wel dit ons een groot financieel nadeel zou
berokkenen.
Nu ons de eisehen der drukkerij, gestbund
dor dien Bond van Boekdrukkerijen/, bekend
warden en wel eerst nadat ons eerste nummer
van 1920 was afgedrukt, zijn wij voor de keus
gesteid: of de uitgave van ons blad onmid-
dell ijk to staken of toch ten slobte tot een ver-
hooging van den abonnementsprijs te beSlul-
ten
Wij hebben zeer tegen onzen zin tot het
laatste bcSlOften en den prijs van het abonne-
ment verhoogd' met 1 25 per halfjaar. In
oeze verhooging is op lange na niiet begrepen
de verhooging der drukpnjzen.
Wij vertrouwen dat onze abomte's dit be
sluit zullen billSjken, terwijk.wij h'en, die zulks
mochton wenschen, tot 15 Jan. a.s.dn de ge-
legenheJd stellen alsnag voor hun abonne-
nvnit to bed'anlen.
Ook ons heeft de nieuwe regeling moeilijk
heden gebracht.
Zooals bekend vraagt het nieuwe collectief
contract van de typografen een groote ver
hooging van het uurloon, waardoor het voor
ieder courantenbedrijf wenschelijk is den ar-
beidstijd zooveel mogelijk te beperken.
Aan de Alkmaarsche Courant is sedert
eenigen tijd de vrije Zatordagmiddag inge-
voerd, zoodat het werk na ton uur's namid
dags als overwork beschouwd wordlt en ex
tra betaald moet worden.
Wij doen< daarom ons uiterste best mede-
om aen vrijen Zatordagmiddag zoo goed mo
gelijk tot zijn recht te doen komen des Za-
terdags dc courant zoo vroeg mogelijk ge-
reed te hebben.
In verband daarmede doen wij een emstig
beroep op hen, die in de Zatordag-courant
een advertontie willen plaateen, om ons de
ropie daarvan reeds Vrijdagavonct of uiterlijk
Zatordagsmorgens 9 uur te doen toekomen.
OONFLICI' VAN iHIAVE'NARBEDDERS.
iDe Rotterdamsche bootwerkers weigerden
gitter wedk aan te nemen, zoodat het stuwa-
doorsbedriif stil ligt. De oorzaak is een ver-
anderde wijze van uitfoetaling, waarbij vOl-
gens het ordeel1 der betrokkenen het betalen
niet vlug genoeg ge3chiedt. Bovendien eischt
men onmiddellijke uitbetaling van het ach-
terstallige loon, (de week loopt van Woens-
dag tot Woensdag) en een makkelijker wijze
van uitbetaling.
De orgamisaties staan niet achtor dezen
shijfd'. De moderne organisatie erkent de grie-
ven als juist, doch is net niet eens met de on-
brkookte wijze, waarop men op aaristoken van
onbekenden plotseling het weilc heeft neerge-
it.gd.
De Cen'trale Transportarbeldersbonid leidt
de onderhandelingen.
EEN REMBRANDT-PORTRET.
Rambidudts portret van Magdelena van
Loo, de tweed© vrouw van zijn soon Titut,
-
licht in zijn beweging als een vogel en de
rappe voeten die de sneeuwschoenen onder
zich voelen veeren, die met de kudde mijlen ver
kunnen loopen over rotsgrond en moeras, de
lenige sterke spieren zullen zwak worden, om
dat hij ze niet mag gebruiken. De kleine ge-
oefende handen, die de dunne lijn van de las
so omvatten en met heel zekeren worp in den
rennenden troep elk dier kunnen vangen, dat
zij vangen willen, zullen met zware moeite de
aarde moeten omploegen op een slechten ak-
ker. De man, wiens trots en vreugde en eenig
bezit op aarde de „ziji'g behaarde" rendier-
kudde is, die zich als „zonnestralen" over de
bergen verspreidt, wil men het rendier afne-
men en hem koeien en schapen er voor in de
Elaats geven. De geest, die zich verblijdt als
ij sagi n hoort en sagen kan vertellen, die
leeft in hot geloof aan de vreemde wezens in
het woeste land, dien geest wil men voeden
met „kennis." De ziel van den mensch, die al
zijn gevoel uitzingt, zingt van dieren en van
de natuur, zingeud zich bevrijdt in leed, en
jodclt in vreugde, in haar wil men die leven-
de bronnen verstoppen en haar den slag doen
hooren van den voorhamer der „cultuur."
Laat de npmaden hun eigen leven leven in
de door duizenden van jaren zoo juist afge-
paste vormen, laat hen nuttig zijn op hun
eigen manier; op die wijize brenge ze hun deel
van beschavingswaarden voort, waardoor ze
bestaansrecht hebben naast alle omwonende
volken en zich mogen beschouwen als huns
gelijken.
E I N D E.
to.
jtmarimmt