g It IfitflolpnopMHoogW. De Brsnittflfiftncnntinlt'iftte Allimatr iinii uii Dinsda^ 13 Jaunari. FEUILLETON. flBirtird III ii TwHitlgste JeirgBBg BURGtEMEESTER ,ea WETHOUDERS nan ALKMAAR brengen ter algemeene ken- nis, dat in het Gemeeuteblad van Alkmaar No. 657 is opgenomen het besluit van den Itaad dier gemeente van 30 December 1919 waarbij is vaeflgeeteld' eene VERORDENING; regelende den Tverickring der commiesie van b'ij- atand1, met betrekking tot het beheer en onderhoud van de wandelwegen, do beplanting van atraten, wegen en pleinen der gemeente. Welke verorddnimg, hedem afgekonddgd, ge- duronde drie ma and en ter gemeente-aecretaTie ter lezing ie nedergelegd en aldaar tegen be- taling van 0.07H in afdruk ia verkrijgbaar gesteld. Alkmaar, 10 Jamiari 1920. B y^egqgneeater en Wethoud'era voomoemd, W. 0. WENDELAAR, Voorzitter. DONATH, Secretaria. atelt beschikbaar op de beide Rons No. 9 der minimum rantsoenkaart (witte-kaart) BRIKETTEN EN STEENKOLEN, Voor d'e lagere bonnummera welke nog in het bezit der houdera zijn, is nog in reserve: Anthraciet, Eierkolen, Steenkolen, Brikotten en Gasookes tot een maximum hoeveelheid van 2 H.L. per halve maand. Eon en ander zoolang de voorraad atrekt. Beatellingen op Gasookea moeten aan het kantoor WAAGPEETN No. 1 ter afstempe- ling worden aangeboden, waarbij het toonen dor ranteoonkaart vereischt wordt. Bxandstoffen-Commissio Alkmaar, J. H. JACOBSE, DirecteuT. BUITENLAND. ELLENDE IN) PETROGRAD Jn, Hufvudstadsbladet van 20 December geeft Karl' Tilander een intervieuw weer, dat nij had met prof. Zeidler. hoofdgevo lmachtig- di van het Kussische Roode Kruis Deze ver- telde hem het volgende: De uiterst gerinjge toevoer van brand'stof heeft de bevolking van Petrograd gedwongen cm to zamen te gaam wonen, meer dam ton geziin in to®/ vertrek. Zooals dieren bij looude samenkruipen om elkSander met hun lichamen te verwarmen, zoo trachten de Petrograders zoo dicht mogelijk op elkaar te wonen. Slechts een klcin aantal woningen zijn be woombaar en in die woningen wordt ook nog in den regel slechts de keuJken bewoond. In de keuken brandt een zwak vuurtje, dat onderhouden wordt met hout van een ge- sloopt huis of van meubelen, welke nu alleen als brandhout geschat worden. Desalniette- min bedroeg de temperatuur in de vele be- woonde keukens, die onze zegsman bezocht, nooit meer dan zeven warmtegraden. Maar hierbij dient te worden gezegd, dat het tij- dens zijn bezoek te Petrograd niet kouder was dan *tien graden. In minder goed be- deelde familiekeukens bereikte men niet eens de bescheiden warmtegrens van zeven gra den, maar was men blijde wanneer de bin- nentemperatuur iets boven nul steeg. Hoe de Petrograders een temperatuurda-* ling van 30 graden, zooals wij dat op Zater- dag den 20en December hadden, kunnen ver- dragen, daarvan kunnen wij ons geen voor- stelfing mak.i, of mister gezegd: wij zou- den dat kunnen, doch de gedachte schrikt voor de gevolgtrekkingen terug. Het gebrek aan vocdsel is onbeschriifelijk, en als de ongelukkige bevolking van Petro grad zich er niet reeds aan gewend had om dingen te verteren, die normale menschen niet in hun mond zouden nemen, dan zouden zij werkelijk niets te eten hebben. Dat neemt niet weg, dat het mogelijk is,*dat bolsjewis- tische leiders zich tegoed doen en nu en dan den gebraden haan uithangen, wanneer even kortzichtige als gewetenlooze journalisten hen bezoeken. Een handvol parasieten kun nen altijd wel leven ten koste van duizenden medemenschen. Een gevolg van het gebrek aan brandstof is het buiten gebruik stellen der waterleiding E)e bevolking voorzief zich van water direct uit de Newa of uit de grachten, voor zoover zij er niet den voorkeur aan geven hun dorst te lesschen met gesmolten sneeuw. Een no£ erger ding is de onmogelijkheid om onder deze omstandigheden gebruik te maken van Een bssahrijvklg van hot dagolijksch noroa- zooals hot goaion en moogomaakt -S .word door de schrijfoter. BMiUE DEMANT—HATt. hot Dooosfih voataald door <M. D. 'Z& 40), Nergens voelt men zich veiliger voor leven en eigendom dan in de hut van een Berg-lap in de meest eenzame streek. £n op weinig plaatsen vindt men zooveel werkelijke bescha- ving, zooveel ontzag voor anderen in den om- gang. Er is harmonie in hun heele bestaan, van hun bedaarde, wel overwogen bewegingen af, tot de rustige zachte gelijkmatigheid van hun geest Daarenboven verstaan ze de fijne kunst van gesprekzonder banaliteiten of een vloed van woorden, weten ze met lichten hu mor altijd het juiste te 2jeggen. Hun levendig- heid en intelligentie maken meestal een lan- ger verblijf in een Lappenhut tot een genot- volle ervaring. A1 hebben ze ook bijzonder veel gevoel voor het humoristische. voor uit- lachen behoeft men nooit bevreesd te zijn, als men op gekke manier tegen hun gebruiken zondigt. Ik zal mijn leven lang denken aan de berisping, die ik van Sara kreeg, toen ik eens lachte om een gast, die zich in de hut volstrekt niet wist te bewegen. „Je moet niet om een vreemdeling lachen, wat moet faij wel denken, dar hij, onze taal niet verstaat Dat ia een aangftbonon baadhaving, die hfhhen de de genjak-ixurlchftnges. Le&jS'aan.d% wonin gen worden tot mesthoopen gemaakt en ver- spreiden, om kort fe gaan, atank over het heel erf. De koude, honger en onreinheid bevordeje de veroreiding der epidemische ziekten. Er heerscht vlekryphus en Spaansche griep met pestaardige complicates die een sne leinde maken aan het hjden der ongelukkige t>evoi- king. Daarbij is er volslagen gebrek aan ge- necsmiddelen Alleen sublimaat is er te krij- gen Het algemeene vcrval heeft er ook toe geleid, dat er slechts vier ziekenhyizen open zijn in de stad yan een millioen inwoners, waar tijdens den wereldoorlog eenige hon- dcrdtallen van lazarets konden worden mge- richt. Het electrische licht brandt van 5 tot 8 uur 's avonds, d.w.z. alleen 8 uren per dag. Het tramverkeer wordt alleen onderhouden op de voor de bolsjewiki meest noodzakelijke lij- nen, zooals die naar Smolna, enz., maar dat ook slechts op zekere uren. Ook schijnt de regeering de openbare vei- ligheid niet meegte kunnen handhaven; roo- verbenden loopen de geruimde woningen af en plunderen wat er overgebleven is na huis- roekitigen der roode garde. Wat gaat er om in de ziel van de koude lij- dende, hongerende en door doodelijke ziekten omgeven bevolking? Wat denkt de Petrogra- der die een paar jaar geleden nog in een van de mooisfe Rteden der wereld woonde en nu moet leven zonder brandhout, zonder voed- zonder licht. zonder genecskundige hulp, zonder de mresl Mrmentire behoeften aan eidtuur te kunnen bevredlgen? hii beef'' slechts e£n stille en troostende (zedachte Hii wacht op den dood, diehem zeker /erfost van al ziin ellende. Hij mort niet te en de onderdrukkine van de ziide der hH klaant de buitenstaande monsehtipid niet aan. omdat 7'i hem niet be- vrlidde u't ziin hel on.aarde Hij hoopt niet meer °n een iii nwen dag, op een nieuwe len to HH ver'angt naar ,de verlossende omar- ■ninv van den dood. MUGtoEN IN DEN KELDER. CXnder de insecten, die het den mensch las- tig Ikmnen maken', speelt naast de toekende oarasieten, ook de mug een voomanse rol. Wie herinnert zich niet dat vcrradii lijke gegons, ah voorbode vaa een aanr/al op onze pnbe- dekte l'ichaamsdeelen en hoe een onuitstaan- bare jeuk h< t voelbaar bewijs is van doo'n.on- wtlloom bezoek Sinds bed koude weer is Inge- vallen zijn ze verdwenen, die kwelgeestcn en vraagtt men mu, waar ze toch wel gebleven zijn, d'an is het antwoord: in ied'er warm, don- iker hoekje. Vooral die keider ,is bij voorkeur cle plaats waar ze zich gc'itistallecrd hebben, om daar het voorjaar af te wachten. Wan neer we nu onzen keider eens gaan inspec- teeren, dan ziet men aan gewelf en wanden tollooze miuggen, die daar haar winters laap houden. Oewoonlijk stoorf men zich aan haar tegeniwoord'gheid1 daair niet, en waarom zou men oolk Ze hinder den in diien toestand nie- mand Toch is dlt niet veretandig; want zoo- dra treedt'heit luwe voorjaarsweer niet op of cle wimitefslaapstere ontwaken. vticgen naar buiten eni de wijfjes leggen op' alio voor haar geschiikte plaatsen, als in regentonnen. water- plassen, gicrputten enz. haar eitjes. Wanneer wt nu nagaan, d'ait 66n wijfje pl.m. 200 eitjes legt en in den loop van den zomer verschei- dene generaties in't aanzijn komen, dan kan, als we onze berekeninig voorzetten, 66n vrou- welijtke mug de stammoetder zijn van wel een millioen kvwlgeesten. iNSet alleen zij® de mug- gen to vreezen wegens het stoken, maar ook, cmdat ze daardoor de overbrengsters zijn van ziekten. Zoo is de malaria toe te schnj- ven aan inuggen, die deze ziekte verspreiden Toen dit ontdekt was, heeft de uitkomst van het vebdelgen door alle mogeliike middelen van de inuggen bewezen, dat daarddor de zielkte week. De besie tijki1 nu, om de muggen to verddgen, is juist da: winter. Dan dienen zc in al haar schui'lplaatsen aangevallen te worden niet alleen in de keldcrs, maar ook ia stalien en andere schuilhdc-ken. Vooral in kelders kan men op een goede vangst reke- nen, want het getal der aldaar voorkomende muggen is oneindig grooter dan men wel denkt soms duizenden op een vlakte, niet ^grooter dan een vierkanten meter. iMen treft well verschil'lende soorten aan, maar haar levenswijze vc^chilt r iot veel. De canieren, waarop men de muggen kan ver- ,en, zijn vderlei. Men ikan ze besproeien met insectendoodende middelen, of beroo- ken. Zoo zijn chloor-zwaveldampen uit- stekend, maar bij het gebruik dient dan ge- zorgd1 fe worden, dat alle openingen goed ge- sloten zijn, en dat men zich niet in de ruknte begeeft, aivorens door toegestroomde zuiverc ludit alle dampen verdreven zijn, In Jcelders kan men op deze wijze de muggen zeer igoed bestrijden, maar er zijn zooveel verborgen verMijifplaatsen, dat niet alle muggen1 in den winrfcr fw doodsa zSjli. Sveirwd kan otcw ook ir den zomertijd veel doen, om de plaag te venninderen Een eerste zofg is dan, om het zoogenaamlde broed te verhietigen. Zulke breedverzamelingen zijn plaatsex waar zich gier bevindt of waar stilstaande waterplassen zijn, terwijl vooral regentonnen er rijlc aan ziin. iHierin' huizen vooral de larven, .die vernie- tigdl kunneni worden door er een weinig pe troleum in te igietenhiervan is slechts weinig noodig, want een. zeer dun laagje op de op- pcrvlakte is reeds voldoende, om die larven te aodden. Behalve de zoogenaamde huismuggen heeft men ook boscli- of boommhggeni, welke in ^itoestand overwinteren. Reeds in den herfst hebben de wijfjes de eitjes op geschikte, vochitige plaatsen gelegd. Zoodra het eerste lenteweer invallt, kruipen de larven uit het ei, en in alle stdlstaanric wateren wcmelt het van dit ongedierte. Ook hier kan petroleum baat geven. Dat door hot aanwend u van een. wei nig dezer olie in plasscn en tonnen heel .wat ontuig te niet gaat, hlijlct het best uit het feif, dat men wel eens 20 tiot 30 duizend muggen- larven in een ankelen regenton getcld1 heeft. Dat het verblijf in huis en ook 'szoiners bui ten zeer onaangenaam is, als, si die larven zich tot muggen kunnen ontwikkelen, weet menlgeeni bij ervaring. IDaarom is het van groot belang, zoowel in den v/intfcr als in den zomer, alles te doen om van die kwelgeesicn verlost te worden. BOEWTEOTTNTEK FIT VROEGER DAGEN. Yalyem het Duitteche 4jjatchrift MProme* theus" stootte men onlang-s in.Milaani bij 't graven van een verrerschingskacaal op een buie, die bij nader ondereoek gediond scheen te hebben voor de watervooraiening dezc stad. De buia bestond uit onderdeelec, die treohtervormig in elkaar geecbeven waren, on geeonstrueerd waren uit em soort harde leemaarde^Op enkele plaatsen lag io sleolits 1 i 8 meter ondor den beganen grond. De vorbindi'rigen wuron van lood Vornjoedoli.j!; stamt deze waterleiding uit den Ronieinschen tijd; uit do goheele constructie blijkt, dat de bouwkundigen dier dagen zeer bokwame technici geweest zijn. SDEOHTE TANDEN ONZER VOOR- OFDERS. In de geleerde wereld is men het er niet over eens, of er altijd menschen met „slechte tanden" bestaan hebben of pas in den loop dor eouwen. De oudste monschelijken eche- dels, die men gevonden heeft, vertoonen nog gezonde tandten. Een Britsoh geteorle heeft voot eenigen tijd 1190 sehedels uit vora^hM- lende tijd'perken onderzocbt; 74 schedels heeft hij gebruikt uit Romeinsche saxcophagen van de eere^e eeuw na Ohristuid twee do groep zijn echedels uit den tijd der volkeverhuiziug; verder 230 stubs uit de 12de'eeuw uit een dorpje dioht bij Boeda Pest; de nieuwste da- toeren uit de 19de eeuw. Uit! de onderzoekin- gen van genoemden geleerde blijkt nu, dat tandeaxies bij al deze achedels veelvuklix voorkwam, ml. in meer dan 80 gevallen op de 100. De vroegere meneehheid was er in dat opzicht d'ue nog ongelukhiger aan toe dan de tegenwoordige, want de de tandheelkundige techniek etond nog niet op de hoogte van to- genwoordigl BEWU STZI JN S TOORNIS SEN BIJ OUDE MENSCHEN. Bij oude meneehen woxdt eomwijlen een kerte telkens terugkeerende bewustzijnstoor- nie waaxgenomen, die do :x Stertz verklaard wordt ak kramp der vaten tengevolge van adorverkal'king. Toch is ook een goval bekend, dat hetzelfde bij een kind plaats vond oor Oppenheim wordt in de ,jB:-rliner klinischeu Wochensohrift" een geval vermeld van een ij ouden man die om de vier minuten 15 ee- j conden lang bewegingsstoornis vertoonde, zonder verlies van het bewustzijn. LATE HUWELIJEEN. In een der Weeneehe bladen houdt een mo de works ter een besehouwing over de vele late huwelijken die tegenwoordig gesloten wor den. Tal van meisjes, die de dertig reeds ge- paseerd zijn, komen tegenwoordig nog tot een huwelijk en meestal tot zeer goede echtver- bintenissen. Het bevreemdt echtur sommigen, dat dergelojke meisjes niet altijd een huwe- Ilijksvoorstel aannemen, ongetwijfeld zouden zij dat vroeger wel godaan heben. Thans ech- ter geeft een meisje haar finaatieele en per- soonlijke vrijheia prijs en dat heeft men niet voor iedoreen over. Bovendien past men zich op een zakeren leeftijd niet meer aan. Gaat Uchter een dergelij'k meisje tot een huwelijk over, dan is het bijna altijd een goede verbin- tenis. Scheidingen komen weinig voor. Lappen niet in onze scholen geleerd of door hulp van onze cultuur. Hun zin voor schoonheid en him gevoel voor schoonheidi hebben ze evenmin van ons maar uit zich zelf. Ze houden van de natuur, zooals de planten houden van zon en lucht en van den grond, waaruit ze haar voedsel trekken. De Lappen kiezen.altijd de mooiste plekken van het terreio, als ze hun hut opzet- ten, dat hebben ze van de oudste tijden ge- daan. De overoude woonplaatsen worden nu nog door hen opgezocht en gebruikt; dat het inderdaad dezelfde plaatsen zijn, wordt be wezen door sporen in de onmiddellijke nabij- heid, n.l. ronde holten in den grond, altijd twee of drie bijeen, juist zooals de hutten van ctn sidia nu ook liggen Men wees mij zulke gronden, zoowel in het'dal van Tromso als in Elfkroken. Het „zeerijk", het zomerland, is het oude land der Lappen: de „groene grasdalen zijn het moederlaad der kalveren." Het voortle- ven en de toename der kudde, het heele be staan der Lappen, hangt er van af. Men be- grijpt het aanstonds, als men hoort met hoe- veel wiiding alle Lappen het woord „ruksis- miesse (zuigkalf) uitspreken. In het kalfsvel kieedien zehun kleine kiinderen, en als ze een kalf zacht over zijn mooie huid strnken, lief- koozen ze in gedachten ook hun kind. IHelaas, dfe did' van rust en genot in't zo merland is slechts korthet gras verdroogt en de rendieren wilden meer het gebergte in, om zich met mos te voeden. De Lappen moeten hen volgen. „Als de nacht donkert in de zee- wouden, snakt het rendier weer naar't hoog- land", zingen ze. Zoo schnoa weten ze zich in DE EX-KEIZER. Uit het Voorloopig Verslag def Eerste Ea rner: De vraag werd upgeworpen, of het niet wetischelijk moet geacht worden, nu het dui- delijk blijkt, dat de cewezen Keizer, evenals de andere afgezette Duitsche vorsten, zonder gevaar in zijn vaderland kan verblijven, en hij niet uit zich zelven gevoelt, dat hij aan het land van zijn gastheeren de netelige ge- volgen van zijn verblijf behoort te besparen, dat de Regeering hem verzoeke naar Duitsch- land terug te keeren. De regeering die zelf in de Tweede Kamer verleden jaar verklaarde, dat zij zijne vestiging ten onzent ongaanie gczicn heeft, is in deze geheele zaak wel zeer passicf gebleven Men vreesde voor groote moeilijkheden, die voor o ia land uit zijn ver blijf zullen voortvloeicn. Hiertegen werd er op gewezen, dat tot he- den bewiizen voor de rcchtmatigheid dier vrees ontbreken en dat Nederland door alto eeuwen hecn zich tegenover politieke vluch- telingen steeds gastvrij heeft betoondi. DIEN8TBODEN-ET8CHEN. Eisehen van, dn diensiibodo in den tegen- woordigen tijd, zooals opgesteld door den Alg. Nod. Bond van Tluisperaonoel. 1. Loonregeling. Minimum-loonen voor meisjes (intern). a. le keukenmeisje boven 80 j. 500 per jaar 2e keukenmeisje of keuken-werkmeisj^ boven 21 j. 850 p. j. b. 2e meisje boven 21 j. 300 per jaar. 3e meisje boven 21 j. 300 per jaar. a. Meigjos-alleen boven 21 j. 800 per jaar. a. Moisjes-alioen, dlie de huisvrouw vervangt, of meidhuishoudeter boven 23 j. 360 p. j. b. Voor meisjes voorzien van diploma's ver- vr.lt de leeftijdgrens. Waechgeld. De werkgeefster betaalt de wasoh. Dagmeisjes met vollen koat. a. Dagmeisjes boven 21 jaar 10 per week. b. Da«mei«.ie» I.ovci ID jas^ 8 per v.i- k. Dagmeisjes met broodkost. Dagmeisjes boven 18 jaar 20 ot. per uur. Werksters. a. Met vollen koat boven 18 jaar 2.26 p. dag. b. Zonder kost boven 18 jaar 0.35 per uur. o. Voor fabrieken, werkplaatsen en kantoren, ingeval slechts 1 uur of minder per dag achteren wordt gowerkt, 50 ct. per uur._ Wanneer meer dan 1 uut aohtereen wordt gewerkt 39 ct. per uur. 2. We rk tijd re gel in g. a. Ef wordt goslreefd naar een 8-urigen ar,- boidedag. b. "Het aanvangeuur van dw worktijd wordt goregold in ov^rleg met de werkgeafater. Het mag niet vroeger zijn dan 7Vi uur en de worktijd niet later eindigen dan 7 uur. C. Na 7 uur kan het meisje naar veuikiezing ti'.uaan of thuis blijveri. d. Gedwongen thuis zijn wordt onder over men ^crekend. e._ wordt minBtenc 2% uur achaftijd ge- geven, zoo mogelijk verdeel(j als volgt: Yt uur voor het ontbijt en 1)4 uur voor kof- fiedrinken. Het laatste mag niet ondor- broken wordien. f. Werksters werken niet langer per dag dan 8 uur, en wel van 97 uur, waarvan 2 uur schaftijd wordt gegeven. Zondagsarbeid. a. E6us in de 14 dagen heeft hat meiqje recht op een geheel' vrijen Zondag. Voor den vrijen Zondag wordt 1 voor dien kost vergoed. b. In de wedk waarin geen vrijen Zondag valt, wordt een vrije middag gegeven, na de koffie. o. Het loon voor do werksters word't voor ZondagsaTbeid1 met 100 pet. verhoogd. 3. Oveiuren, a. Het werk, dat verricht moet worden na den vastg«h>telden arbeidstijd, wordt be- taald met het uurloon van de werksters, plus 25 pot., tot d'es avonds 10 uur, d&ar- na 50 pet. b. Deze bepaling geldf zoowel voor dienst- ■boden als voor werksters. 4. Vacantieregeling. Per jaa. wordt 14 dagen vacantie met be- houd van loon on 12 kostgeld verleend. 5. BizOndere Bepalingen. i. Vrije( frissche slaapkamor, met behoorlij- ke berging voor kleeding. b. Mutsen en zwarte japonnen word'on ge- dragen op kosten van do werkgeofater. ■a Goschillen worden zooveel mogelijkin ■overleg met het, bestaur van den bond op- lost, terwijl het bestuur het recht heeft ingeval van klachten over huievosting, zich van het al of niet juiste dor klachten te overtuigen. DAOBL AD MOEILIJ KHEDEN. iliet „Vaderland" schrijft met groote letters woorden uit te drukken, schoon is heel hun leven, nauw saamgegroeid als het is met de natuur. Iedere rots, ieder bergmeer, iedere klip- vorm is hun een herinnering aan het voorge- slacht, vertelt hun van het leed en de vreugde, de verschrikkimgen in den strijd, de liefde en de toovermacht dier geslachten een ver- haal van .drukkende duisternis en gloeiend zonlicht, van boos weer en van dood. Over de bergen zweven de schaduwen der wolken en licht de glans van de zon. Het is eenzaam en woest op de hoogte waar de Lap leeft, hij al leen vindt er zijn weg, omdat nij in erfenis van zijn geslacht kennis kreeg van alles wat tot t gebergte behoort. Hij kent den loop der wolken en de stem der dieren, ook de steinmen uit de aarde en uit de lucht kaii hij verstaan. Zijn oogen zien wat anderen niet kunnen ont- dekken, hij voelt wat andere menschen niet vermoeden. Hij< slaapt op de sneeuw de meestc nachten van het jaar; maar hij is een trekvo- gel die zijn woonplaats veranaert in iedere lento en iederen herfst. <Lhj volgt het rendier, waar dat voedsei vindt, daar blijft hij en slaat er zijn grijze hut op, op een plek waar het mooi is en waar hij ver uit kan zien. Zijn bes>- te vrienden zijn het vuur en zijn hond. Hij plaagt de groot-industrie niet om te voorzien in zijn behoeften, van het rendier krijgt hij zoo goed als alles: eten zoowel als kleeren. Voor den arme en voor den rijke is het leven gelijk, voor beiden even hard, even onzeker en even schoon. Hij houdt van schoonheid en heeft begrip van schoonheid. Zijn muziek is het geluid der natuur, het suizen van den wind over de verlaten vlakte, de echo der ber gen en de val van het water. Zijn eigen stem heeft een woeste bekoring als hij met de kud de bezig is, het geblaf der honden en het ja- geode rennen van de dieren prikkfelen hem tot een opwinding die in haar wildheid de oer- kracht heeft van zijn omgeving. Aan zijn om- geving gelijk in het heele leven van den Lap, hard en vol gevaren als't rotsgebergte en het noodweer, schoon en vredig als het noorder- licht aan den winterhemel en het heldere glanzen der middernachtszon. Evenals het wild gedierte van die onbewoonde streken heeft nij angst in't bloed, angst voor de don- kergekltede menschen, angst voor d'e onbe- grepen natuurmacht en voor de verschrikking' der eenzaamheid, maar hij heeft ook de ge- makkelijkheid van het dier, dat leeft en geniet van wat het oogenblik oplevert. Zijn taal is als helder vlietend water, waarin het leven zich spiegelt met duidelijke beelden, rijk en liefkoozend voegt ze zich naar alles wat dat leven omvat. Zijn lichaam is gezond en lenig, hij heeft in zijn gang het uithoudingtvermo- gen van wolf en beer. In den winter is zijn kleeding bij voorkeur wit, zooals van hazen en bosenhoenders. Gij, die de grenzen samentrekt en den Lap den grond ontaeemt, weet gij wat gij doet? Dien ranken mensch van het hoogland wilt gij dwingen tot een arm leven binnen de mu- ic® van eem huis, De oogen1, die gewend zijn den loop der sterren te volgen, in nachten die hij wakend buiten doorbrengt, wilt gij opslui- ten onder dak; longen die gewend zijn de lucht in het hooglan din to ademen, zullen ziektelucht tot zich nemen onder de menschen, die de laagvlakte bewonen. Het lichaam, zoo BERICHT AAN ATWETTTEERDERS. iHei coJleotief contract van die typografen noodizaiakt ons in den nacht van,' Zaterdag op zondag het geheele bedriif in gang to houden voor sfechto 5 uren. In dien tijd moeten wij maar zorgen't ochtendblad gereed te maken. Al deze zegenlmgc® beteekenen nieuwe zor gen voor de fciding, nieuwe ergeniissen voor net publiek. Aan wie tot noig toe en d'at waren er ve- ton des Zateroiags ons de kopy zon den voor een advertentie in het Zoncagochienri- blad, ziin wij verplicht thans te verzoefken, of eigtnlij'lc we zijn gedwongen ze te dwingen. •e'e kopy uiterlijlk Vrijldagmorgen aani ons bu reau at to geven of to doen bezorgen. Immers des Zaterd'ags zijn wij1 ook in een radeeliige positie gekomen; dan moet om 5 uur n.m. alto typografische arbeid gestaakt zijn, terwijl vanaf 1 uur des namiddags een extra beta ling voor die werkuren wordlt ver- langd. Wij hebben dlis op Zaterdag. onze handen vol, ern diatgene te verrichten wall tot dte taak van dien dag behoort. Wjj vragen den steun van onze adVerteer- dere en zij kunnen zich overtuigd houden, dat wij in ieder geval onze uiterste leracht zul len inspanneif, om hun ter Wille te zijn1, opdat wij in sitiaat blijven /aken te drijven, zij het dan ook onder zeer bezwarend'e omstandighe den. Na 12 uur nun. kunnen op Zaterdag geen adVertentie-orders voor dien dag meer war den aangenomen. Het Weekblad „De Amsterdammer" deelt bet volgende mede: Het was ons bekend dat met 1 Januari de rukprijzcn belaitgrijk verhoogd\zou»ien wm- dm Daar wij ;<an dc, ook door onze redact e afgekeurde prijsojxkijving niet wenschen me- me to doen, hebben' wij den abonnementsprijs van dit weekblad niet willen verhoogen, hoe- wel dit ons een groot financieel nadeel zou berokkenen. Nu ons de eisehen der drukkerij, gestbund dor dien Bond van Boekdrukkerijen/, bekend warden en wel eerst nadat ons eerste nummer van 1920 was afgedrukt, zijn wij voor de keus gesteid: of de uitgave van ons blad onmid- dell ijk to staken of toch ten slobte tot een ver- hooging van den abonnementsprijs te beSlul- ten Wij hebben zeer tegen onzen zin tot het laatste bcSlOften en den prijs van het abonne- ment verhoogd' met 1 25 per halfjaar. In oeze verhooging is op lange na niiet begrepen de verhooging der drukpnjzen. Wij vertrouwen dat onze abomte's dit be sluit zullen billSjken, terwijk.wij h'en, die zulks mochton wenschen, tot 15 Jan. a.s.dn de ge- legenheJd stellen alsnag voor hun abonne- nvnit to bed'anlen. Ook ons heeft de nieuwe regeling moeilijk heden gebracht. Zooals bekend vraagt het nieuwe collectief contract van de typografen een groote ver hooging van het uurloon, waardoor het voor ieder courantenbedrijf wenschelijk is den ar- beidstijd zooveel mogelijk te beperken. Aan de Alkmaarsche Courant is sedert eenigen tijd de vrije Zatordagmiddag inge- voerd, zoodat het werk na ton uur's namid dags als overwork beschouwd wordlt en ex tra betaald moet worden. Wij doen< daarom ons uiterste best mede- om aen vrijen Zatordagmiddag zoo goed mo gelijk tot zijn recht te doen komen des Za- terdags dc courant zoo vroeg mogelijk ge- reed te hebben. In verband daarmede doen wij een emstig beroep op hen, die in de Zatordag-courant een advertontie willen plaateen, om ons de ropie daarvan reeds Vrijdagavonct of uiterlijk Zatordagsmorgens 9 uur te doen toekomen. OONFLICI' VAN iHIAVE'NARBEDDERS. iDe Rotterdamsche bootwerkers weigerden gitter wedk aan te nemen, zoodat het stuwa- doorsbedriif stil ligt. De oorzaak is een ver- anderde wijze van uitfoetaling, waarbij vOl- gens het ordeel1 der betrokkenen het betalen niet vlug genoeg ge3chiedt. Bovendien eischt men onmiddellijke uitbetaling van het ach- terstallige loon, (de week loopt van Woens- dag tot Woensdag) en een makkelijker wijze van uitbetaling. De orgamisaties staan niet achtor dezen shijfd'. De moderne organisatie erkent de grie- ven als juist, doch is net niet eens met de on- brkookte wijze, waarop men op aaristoken van onbekenden plotseling het weilc heeft neerge- it.gd. De Cen'trale Transportarbeldersbonid leidt de onderhandelingen. EEN REMBRANDT-PORTRET. Rambidudts portret van Magdelena van Loo, de tweed© vrouw van zijn soon Titut, - licht in zijn beweging als een vogel en de rappe voeten die de sneeuwschoenen onder zich voelen veeren, die met de kudde mijlen ver kunnen loopen over rotsgrond en moeras, de lenige sterke spieren zullen zwak worden, om dat hij ze niet mag gebruiken. De kleine ge- oefende handen, die de dunne lijn van de las so omvatten en met heel zekeren worp in den rennenden troep elk dier kunnen vangen, dat zij vangen willen, zullen met zware moeite de aarde moeten omploegen op een slechten ak- ker. De man, wiens trots en vreugde en eenig bezit op aarde de „ziji'g behaarde" rendier- kudde is, die zich als „zonnestralen" over de bergen verspreidt, wil men het rendier afne- men en hem koeien en schapen er voor in de Elaats geven. De geest, die zich verblijdt als ij sagi n hoort en sagen kan vertellen, die leeft in hot geloof aan de vreemde wezens in het woeste land, dien geest wil men voeden met „kennis." De ziel van den mensch, die al zijn gevoel uitzingt, zingt van dieren en van de natuur, zingeud zich bevrijdt in leed, en jodclt in vreugde, in haar wil men die leven- de bronnen verstoppen en haar den slag doen hooren van den voorhamer der „cultuur." Laat de npmaden hun eigen leven leven in de door duizenden van jaren zoo juist afge- paste vormen, laat hen nuttig zijn op hun eigen manier; op die wijize brenge ze hun deel van beschavingswaarden voort, waardoor ze bestaansrecht hebben naast alle omwonende volken en zich mogen beschouwen als huns gelijken. E I N D E. to. jtmarimmt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 7