Honssrd Ebi «b Iwiutigste J^dtgant. Dondirdag 15 Jaiiuuri. In de groote zaal der „Harmonie", die ge- heel gevuld was met belangstellenden besprak gisteravond de heer E. Kloosterman in een door de afd. Alkmaar van den Chr. Nat. Bond belegde vergadering het onderwerp„de leugen der S. D. A. P."Kan een Christen socialist zijn De heer Kuiper opende de vergadering met gebed en heette daarna alien hartelijk welkom. Spr. hoopte, dat de rede de verbrei- ding van de christelijke beginselen zal bevor- deren. De heer Kloosterman hierna het woord be- komende, werd met applaus begroet. Spr. verheugde zich er over dat van 2 richtingen der soc. partijen gedebatteerd zou worden. Spr. zou daarom niet langer dan 5 kwartier het woord voeren, hoewel hij anders 2 uur over dat onderwerp sprak. Het vraagstuk van het socialisme kwam door alle eeuwen heen tot ons. Als men de vraag stelt of een Christen so cialist kan zijn, dan zal de S. D. A. P.-er zeg- gen het geloof heef t met het socialisme niets te maken en onze partij is ten opzichte van de godsdienst neutraal. De religieus socialis- ten zullen zeggen het kan samengaan en er zullen er ook zijn die zeggen omdat wij chris ten zijn, zijn wij socialisten. De R.-K. en anderen zeggen het kan niet samengaan. Spr. zal dit aantoonen. Hij kan dit doen aan de hand van den bijbel maar zal dat niet doen, omdat de socialisten voor een groot deel zeggen dat zij met de bijbel heb ben afgedaan, tegenover hen stelt spr. de soc. lectuur om na te gaan wat de beste van deze gezegd wordt. Met het program der S. D. A. P. waarin over het Christendom geen woord fezegd wordt stelt spr. zich niet tevreden. pr. zal de S. D. A. P. en de religieus-so- cialisten behandelen. Met de komst van Karl Marx kreeg het so cialisme het wetenschappelijk fundament. In zijn werk „Das Kapital" vindt men op wetenschappelijke manier het soc. uiteengezet Zijn fundament was het historisch mate- rialisme. Bij den opbouw van zijn stelsel ont- kende hij, dat God is de schepper van alle dingen en daardoor kan hij komen aan de theorie van den klassenstrijd. Het historisch materialisme vond men vol- gens spr. weergegeven in het werk „Kfacht en Stof" van Buchner, die geen plaats gaf aan God als de schepper. Voor dat materialisme plaatste Marx het woord historisch. Hij zag in de maatschappij slechts 2 standen door het op elkander inwer- ken van kracht en stof. De standen moesten elkander bekampen op leven en dood. Als Marx de maatschappij ge- zien had door de bril van het oude testament had hij gezien dat God de verschillende stan den gewild heeft. Dit demonstreert zich in de gansche schep- ping. Wij keuren daarom de weelde die tot zonde leidt en de armoede aan de anderen kant die ook tot zonde leidt niet goed. Spr. wil dit met nadruk ook tot de christen zeggen Ieder schepsel Gods waar hij ook geplaatst staat heeft recht op het leven in ruil voor zijn ■rheid. oouUt hat *41. itaKaga two t-ra .Off. Aat WertSSefte:- bond wijat er reeds op, dat wij iangs den weg van orde en recht ae misstanden wilien op- ruimen en als dit niet gaat de tcherpe kanten er af -wilien nemen. Is het wel waar dat de twee klassen elkan der moeten bestrijden of is het waar, dat wij moet samenwerken om het groote gezin dat wij maatschappij noemen, uit te bouwen. Marx leert dat er geen absoluut goed en kwaad is, dat de omslandigheden de mensch vormen, ook de moraal van zedelijkheid en recht wordt daarop opgebouwd. Ook de anar- chisten staan op de bodem van den klassen strijd. Wijnkoop stelde daarom ook voor het raads- gebed af re schaffen en alle soc. dem. stem- den er voor. Zij mogen elkander op andere wijze uitschelden maar als het er om gaat om de bron van het gezag te ondermijnen „God" dan vinden zij elkander, omdat zij met elkander gemeen hebben het: „Noch God noch meester." Henriette Roland Hoist had dan ook gelijk toen zij zeide goed en kwaad wisselen met el kander stuivertie. Het boekje „Historisch Materialisme" van Dr. Gorter werd door spr. ook besproken. Marx leert, dat de begrippen over recht en redeliikheid gewijzigd worden met de produc- tieverhoudingen Spr. zette uiteen wat Marx daarmede bedoelde. Hier werd de groote kloof tusschen het Christendom, dat voor zijn begrippen van ze delijkheid, waarheid en recht als fundament Gods woord heeft, en het socialisme naar vo- ren. Spr. bestreed dat ons maatschappelijk denken met de godsdienst niets te maken had, omdat de godsdienstige overtuiging de motor is waardoor de maatschappelijke oveftuiging geboren waren. Mr. Mendels schreef, dat de S. D. A. P. te vereenigen is met elke gods dienst, mits die godsdienst zich ondergeschikt maaktc aan de S. D. A. P. Wij christenen keeien dat om, zeide spr. Dr. Pannekoek schreef ook over godsdienst als privaatbczit en hij schreef godsdienst is een afhankelijkheidsgevoel, dat ontstaat door deze maatschappij, in de soc. maatschappij zal geen godsdienst meer zijn, omdat daarin geen afhankelijke arbeiders maar gelijken zijn. Hij zegt dus met Marx, dat de godsdienst zijn oorsprong vindt in de materieele omstan- digheden. Bebel zeide godsdienst is privaatzaak, mits men in de partij maar geen propaganda voor den godsdienst maakt, als men dit niet doet dan kan men volgens hem wel lid zijn. Hij bewees daardoor geen gevoel te heboen voor hetgeen een christen het liefst is. De mannen van de „Blijde Wereldgroep" hebben niet het recht in „Het Volk" te inogen schrijven tegen de schunnigheden van Kleere- kooper in zijn oproerige krabbels. Ook Stampfer erkende alleen plaats voor die godsdienst die zich ondergeschikt maakt aan de S. D. A. P. Loopuit schreef in ,,Pro en Contra" dat de S. D. A. P. ondanks zijn idealisme godsdienst- loos was. Hij stelde daarin godsdienst en so cialisme tegenover elkander als water en vuur. Wij kunnen gerust zeggen zeide spr. dat Christendom en socialisme als water en vuur tegenover elkander staan en dit op de theorie van Marx. Marx was de vader van het We tenschappelijke Socialisme. Hij zag niet, dat God de armoa en rijken die elkander ontmoe- ten gemaakt heeft. Zij moeten er zijn omdat Cod net heeft geordineerd. De socialisten wilien een maatschappij van gelijkheid. Toen de soc. dem. in de Kamer ge- vraagd werd wat zij onder socialisatie ver- staan, moesten zij zeggen, dat een studie-com- missie dit onderzocht. Spr. noemde dit het mis dadige gevoig op de misgreep van Iroelstra. Toen hij in Nov. 1918 greep naar de staats- macht, wisten zij niet wat zij onder socialisatie verstonden. Zij wisten niet wat er na de revo- lutie nioest geoeuren, Troelstra zou daarom spoedig door Wijnkoop en de zijnen op zij zijn gedrukt. De S. D. A. P. spnngt met al leen met de godsdienst, maar ook met de be- langen van het land lichtzinnig om. Spr. deed hierop een aanhaling uit het boekje van Ds. S. K. Bakker „naast het Kruis de Roode Vaan" waarin deze betoogde dat een christen wel de leer der sociaal-democra- tie kan aanvaarden en dat't er niet om gaat of een christen het met Marx eens kan zijn. Ds. Bakker legde in dat werk toch vast dat Marx is de grondlegger van het socialisme Spr. oordeelde het wel de vraag of het Chris tendom de bijbel overeenstemt met de denk- beelden van Marx. Wij zeggen daarom, dat een christen waar- van het middelpunt is de opstanding van Je- zus Christus als zoon van God. het socialis me niet kan aanvaarden. Wij erkennen Chris tus als de zaligmaker, de zoon van God en daarom kunnen wij de theorie van Marx ge- fundeerd op het noch God noch meester niet aanvaarden. Spr. las hetgeen Ds. Bakker schreef bij zijn intrede bij tot S. D. A. P. Men wantrouwde toen de dominee's die in de kerk bleven nog sterk en daarom schreef Ds. Bakker, dat hij in de partij was gekomen om met de arbei ders mede cfen klassenstrijd te strijden en R. Kuiper schreef direct: onze partij was en zal bliiven historisch-materialistisch. Uit het historisch-materialisme van dr. Gor ter citeerde spr. dat de soc. dem. leert dat de niet-bezitters de bezitters moeten bestrijden en hun de productiemiddelen ontnemen in tegen- stelling met Jezus die predikte, dat de rijken hun rijkdom aan de armen moeten afstaan. Alweer een van de groote tegenstellingen die het samengaan van het Christendom en het socialisme onmogelijk maken. Reeds in 1906 schreef Dr. Pannekoek in „Het Volk," dat om het groote doel te berei- ken wettige en onwettige middelen gebruikt mochten worden. Troelstra zegt in zijn brochure: „De S. D. A. P. wat zij is en wat zij wil" op biz. 55. De vraag of de middelen die op een bepaald oogenblik en voor een bepaalde zaak moeten dieneh, wettig of onwettig zijn, is voor ons geen principieele, doch slechts een nuttig- neidsvraag. Ons respect voor de wetgeving der bourgeoise hangt slechts af van haar in- houd en van de macht die ze heeft, om ze te handhaven. Geweld is ons door de ervaring gebleken een slecht middel te zijn, vrijwel overbodig als wij de macht hebben, schadelijk zoolang wij die niet hebben. Maar waar het voor een gegeven doel noodig en op grond van rustige •wfew^girg bUjken, is a «?S r-egtffiWi fiBfl cot Se'i g€Kns2( ook van dit middel zou verbieden." der moeten bestrijden of is het waar dat wij moeten samenwerken om het groote gezin, dat wij „maatschappij" noemen hebben uit te bou wen. Ook daar treedt naar voren het onwettig, ongodsdienstig karakter der S. D. A. P. Dat is verwantschap met de Bolsjewisten. Het socialisme wil opheffing van den ei- gendcan, omdat het leert, dat net privaat be- zit de oorzaak is van de misstanden. Wij ontkenncn niet, dat uit het privaat be- zit misstanden voortkomen, maar wij ontken ncn, dat als men vandaag het kapitalismc op- heft, men morgen een geordende maafschap- pij zal hebben. Ruslana leert het tegendeel De toestanden zijn daar even slecht en naar als v66r de revolutie-en dit komt, omdat het socialisme de fouten der maatschappij niet raakt in de zondige neigingen van uw en mijn hart. Zoolang het mcnschenhant niet is omgezet, zoo lang zullen er misstanden naar voren treden en de socialisten dezelfde mid delen moeten gebruiken als de kapitalisten, ter handhaving van hun inrichtingen. Dit leert Duitschland, waar met machine- geweren op de soc.-dem. demonstreerende ar beiders wordt geschoten op last van social is- tische rcgeerders en dit komt omdat de har- ten niet zijn omgekeerd. Troelstra schreef, dat de arbeider, die v66r alles hangt aan zijn geloof, zich in de S D A. P. niet thuis kan gevoelen. Met de bestrijding van het socialisme kan men niet tevreden zijn. Wij hebben ook onze roeping, om de kloof te overbruggen die er door egoi'sme en gebrek aan naastenliefde ge komen is Wij wilien tot samenwerking ko- nen tusschen patroon en arbeider en daarom is er ook geen piaats voor den christelijkcn arbeider in de moderne vakbew'eging. Wij eten ons in onze bonden organiseerai om "■organiseerd overleg te krijgen tusschen de rijken en armcn, steunende op de fundamen- ten van Gods Woord, weg te nemen wat niet is naar den wil van God. Wij hebben in te gaan tegen wat gaat tegen recht en billijk- heid. Spr. zou eindigen, in de hoop, da«t men ook zijn repliek tegen de debaters rustig zou aan- hooren, opdat het mogelijk zou zijni ver- dwaalden terug te voeren op den goeden weg. (Applaus). D e b a t. Hierop werd er 10 minuten gepauseerd, waarna de voorzitter mededcelde, dat de heer Westerhof, mevrouw Tjaden en den heer Tjaden -zich voor debai hadden opgegeven, die samen een uur zouden krijgen De heer Westerhof spreekt. Het woord was allereerst aan den heer Westerhof die meende recht te hebben op een langeren tijd, ouidat de rede voor het groot- stc deel ging tegen de S. D. A. P. Spr. vroeg drie kwartier, aangezien hij geen kans zag in kortcr tijd te zeggen hetgeen hij te zeggen had. De heer Kloosterman wees er op, dat hij ter wille van de debaters zijn rede een uur bekort had, de debaters moesten ook maar wat laten zwemmen (Krachtig aoplaus). De heer Westerhof constateerde dat het ge lukt was om den meest belangrijke debater vast te leggen. Spr. constateerde, dat de heer Kloosterman het niet had aangedurfd om, evenals te Delfzijl, te bewercn, dat de spcia- listen elke verbctering in de wetgeving zou den tegenhouden. De heer Kloosterman had z. i. met opzet nagelaten mede te declen hetgeen de S. D A P deed Voor den meest strenge volgeling van den heer Kloosterman zou een vergelij- king met het werk der christelijke Staatslie- den in het nadeel van de christelijken uitval- len. Spr. citeerde hetgeen „Patrimor :;jm" schreef, waarin uitkwam, dat de soc ni strijden voor de sociale wetgeving en op de bres stonden voor de verdrukren. In het 8ste gebod staat: „Gij zult geen valsche getuigenis van uw naasten afleggen", en spr. gaf den heer Kloosterman in overwe- ging, dit geboT te lezen (Applaus). Het on derwerp noemde spr. zooals het was opgege ven, een rebus, maar de samenstelling zal wel door het bestuur geschiedt zijn. De heer Kloosterman had weer het oude lied gezon- gen, door uitspraken van socialisten aan te halen. Wil men uitspraken in dien geest ,dan bestelle men a 2 cent per nummer de uitgaven van „Fritura". De heer Kloosterman diendc evenwel met andere gegevens te komen. Spr. wees op het werk van Ds Slotemaker de Bruine, die steunt op dezelfde wontel des gc- loofs van den heer Kloosterman en die het onwaardig noemt om woorden aan te halen, zonder de atmosfeer aan te geven, waarin die uitingen werden gedaan. Men moet het ge- heel in het oog houden. Ds. Slotemaker deed daarom een nobele poging om op breedere gronden het socialisme te bestrijden, al slaag- de ook hij niet. Hij vergat verschil te maken tusschen de wijsbegeerte van Marx en het his torisch materialisme. Spr. haalde verder het werk van Ds. Slote maker de Bruine aan, waarin deze er reeds op wijst, dat verscheidene socialisten geen historische materialisten zijn en wijst er op, dat het amti-godsdienstige in geen enkel pro gram wordt voorgeschreven. De heer Kloos terman wil een anderen weg ter bestrijding van het socialisme of een zelfde als Dr. Slo temaker. Als het laatste het geval is, dan moet hij zijn rede, die op drijfzand rust, te- rugnemen. Spr. weet zeker, als hij vraagt wat deden de christelijke partijen inzake het vervloekte militairisme?, dat gezegd moet worden: „niets". Zij waren de steunpilaren voor grootere moordpartijen. (Applaus). De heer Kloosterman was in gezelschap van den heer Leo Spcet van „Ons Blad", die met meer citaten het socialisme wilde afmaken, maar ook, ondanks die poking, leeft het nog. Spr. vroeg of de neer Kloosterman een proever der nieren was en een peiler der har- fen, toen hij beweerde. dat de socialisten geen waarde aan den Bijbel hechten. Spr. hecht groote waarde aan den Bijbel, al gaat hij niet met alles mee. Hij leest er in ,,die door het zwaard verdediga wordt, zal er door ver- gaan." De christenen praatten vroeger de liifcigcnschap goed op den grondslag van Gods Woord. Nu doet men dat niet meer, tappen ook de politieke christenen uit een an- der vaatje. Spr. betoogde verder, dat de heer Klooster man het socialisme met de socialisatie ver- warde. De studie over de socialisatie beoog- de slechts om na te gaan welke bedrijven daajMoor nu bet alle®oe»t in iinnrerking ko- Spr. las In „Patrimonium", dat ook zij de socialisatie noodig oordeelen, omdat nu de produotie door het winatmotief beheerscht wordt. De heer Tjaden stood 5 minuten van zijn tijd aan den heer Westerhof af. De heer Westerhof vroeg den heer Kloos terman hierop of Dr. Kuiper voor hem ge zag had. Deze schreef, dat het socialisme aaahangers onder athe'isten, maar ook onder geloovige christenen heeft, omdat het zich al leen er toe bepaalt of er een wedstrijd in de productie of gemeenschappelijke handeling zijn moet. Spr las nog een citaat, waaruit bleek, dat de anti-rcvolutionnaire „Amsterdammer" het economisch socialisme niet in strijd achtte met Gods Woord. tnetswrVfr® "fast ?&wcm "to® '-xa prooten rijkdom en diepe armoede. Dit be- dioelde juist, dat er geen armoede sou weaen. Ieoere familie had haar eigen bezit, waar over zij voletrekt niet naar eigen welgevalien ge- bieden mocht. •r ta. GRAANIMAEBT. BUR1GHMEESTER en WETHOUDERS Tin ALKMAAR brengen hierbij ter algemee- ne kennis dat de GR AANMARKTte begin- ren met VRIJDAG 10 JANUARI a.s. weder geregeld elken VRIJDAG zal word en gehou- den. Alkmaar, 14 Januari 1920. Burgemeeater en ethouders voomoemd, W. 0. WENDELAAR, Voorzitter. DONATH, Secretaris. PUBLICATIE. DE C0MMTS8ARIS VAN POLITIE DER GEMEENTE ALKMAAR brengt in herinnering de verplichting van ieder Vreemdeling, <un zich bij aankomst in deze Ge meen te onmiddeiijk aan te melden aan het Bureau van Politie in de Langestraat alhier, tot inschrijving in de aldaar gehouden wor- dei de Vxeemdelingenregisters, welke ver- plicbting voor minderjaxige ikinderen op de verzorger# rust, waarom dan ook IN HET BTJ7JO.NDER D!E AANDACHT VAN VEHZ'Ci;GER9 OF A.S. VERZ'ORGERS VAN BU1TEINLANDSC HE (OOlS'TEN- RIJKSOHE) KINDEREN DAAROP GE- VESTTGD WORDT. Voor hen, die reeda Ooatenrijkache kinderen in huia hebben en* in gebreke bleven, die kinderen in te la ten schrijven aan het Poli- tiebureau, bestaat alanog gelegenheid dit te laten doen (onder medebrenging van het kind) iederon wenkdag van 1012 X uur r.m. en van 35% uur n.m. bovendien tot en met ZATERDAG 17 JANUARI a.«. 'a avonds ran 810 uren. Alkmaar, den 12den Januari 1920. De Gommissaris van Politie, W. TH. VAN GRIETHUIJSEN. PLAATSEL1JKE BELASTINGEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken- nia, dat het 4de SUPPLETOIRE KOHIER van den HOOFDELIJKEN OMSLAG, dienst 1918 en het 2de SUPPLETOIR KOHIER van den HOOFDELIJKEN OMSLAG, dienst 1919, den 30en December 1919 door den Ge- meenteraad vastgesteld en den 7en Januari 1920 goedgekeurd door de Gedeputeerde Sta- ten, op heden aan den Gemeente-Ontvanger ter invordering zijn overgegeven en geduren- de vijf maandcn op de Secretarie der Gemeen* te voor een ieder ter lezing zijn nedergelegd. Bezwaren tegen den aanslag kunnen op ongezegeld papier bij den Gemeenteraad worden ingeaiend binnen DRIE maanden na den dag der uitreiking van de aanslagbiljet- ten Alkmaar, 14 Januari 1920. Burgemeester en Wethouders voornoemd, W. C. WENDELAAR, Voorzitter. DONATH, Secretaris. STADSNIEUWS. KAN EEN CHRISTEN SOCIALIST ZIJN? BNKi. Spr. eisehte, dat de heer Klooaterman zou aantoonen, dat de S. D. A. P.' tegen den godsdienst is, dat de socialistische maatschap pij in strijd is met de vrijheid van gods dienst. Hij zal dit hebben te doen aan de hand van statuten en reglementen en beslui- ten van oongressen, van welk land ter we- reld. Kan hij dit niet, dan heeft hij fiasco ge maakt. Spr. hoopte etraks nog enkele minuten te krijgen voor repliek. Het feit, diat men het onderwerp hier heeft aangedurfd, zegt spr., dat men gevoelt, dat de grond wegzinkt. De grond van het politieke Christendom is in den loop der tijden drijfzand! gebleken. Ook in den gemeenteraad bl'ijkt, dat het niet de vraag is, of men Christelijk of niet-Christe- lijk is; practisch zijn het de Spcialisten, die o>p de bres staan voor de beiangen der arbei ders. (Applaus.)1 Spr. vraagt, wat de naaste geestverwanten van den heer Kloosterman, zooals de heer Ringers, in den Raad voor de arbeiders de den. (Applaus.) De heer Tjaden aan het woord. De heer Tjaden, die hierop het woord be- kwam, begon met er op te wijzen, dat de heer Kloosterman aan de hand ven verschillende personen betoogd had, dat het socialisme aiiti-christelijk was. Spr. vroeg of de heer Kloosterman zg'n vroeger atheisme nog vast- houdt. Voor spr. heeft het geen waarde wat al de aangehaalde heeren gezegd hebben. Voor spr. ie God ook in de stof. God heeft door de zonde de klassenstrijd er in gelegd. De heer Kloosterman moet eens gaan naar een mees ter in de oude taleu en vragen, wat de tekts „rijken en armen ontmoeten elkander, de Heer heeft hen alien gemaakt", zegt. Dan zal hij vernemen, dat het is„De rijken en armen botsen op elkander. De profeet Jesaja zegt: „Het offer van reukwerken is mij een gruwel; doe de boos- heidi weg; leer goed te doen, soek het recht; help de verdrukten". Hij zegt: „Uw vorsten zijn afvalligen en metgezel'len der dieven ge- worden". (Applaus.)! Dai zog ik niet, aldus spr., maar de pro- feet Jesaja, in het eerste hoofdstuk. Jesaja ging niet met de rijken praten. Hij slingerde hun in het gezicht, dat zij de weezen geen recht deden en zich niet bekommerden om de woduwen. Daarvoor moest hij veel lijden. Jeremia getuigde tegen den Koning z66 heftig, dat deze de rol liet verbranden, maar Jeremia schreef een andere, tegen het bevel van den koning in, maar hij ging niet met hem praten zooals de heer Kloosterman wil. Als voorler6r in de kerk haaldie spr. de haat op zich omdat hijin opdraeht van Ds. Kloosterman een tekst lezende, den nadruk legde op de woorden„tegen degenen, die het loon der daglooners met geweld! inhouden. (Applaus.) Spr. noemde het anti-bijbelsch, om met de kapitalisten te gaan praten. Deze hebben den tijd daarvoor zelf voorbij laten gaan. God komt met zijn aandeel tegen de machthebbers en de bezitters van onzen tijd. Jezus met zijn heerlijkheid en rechtvaardigheid dreef de sj-acheraars uit den tf-mpel en zeide: „Mijn huis is een huis voor gebed". Hij leerde: „Zalig zijn de armen van geest, d. w. i.: Zalig zijn zij, die niet weten. Thans ziet men het groote volk van 100 millioen menschen, dat niet weet en Jezus doet met hen in Rusland een machtig groot werk en d werk gaat door van Oost naar West, van Z-uid naar Noord, de werehl te maken tot een socialistische gemeenschap. De kork heeft nu geen kans meer, want daar is het alleen huichelarij en hoogmoed. (Krach tig applaus.) Jezus doet nu een groot werk en nu wil Kloosterman u wijs maken, dat het socialisme anti-christelijk is. Vrienden, gelooft hean niet. (Langdurig applaus.) Debat van mevrouw Tjaden. Mevrouw Tjaden,' hierna het woord beko- mende, wilde het wat economischer doen, dan het vurige betoog van haar echtgenoot, inge- geven door zijn vurig geloof, om tot dezelfde conclusie te komen als hij en de heer Wester hof. De heer Kloosterman had weer de groote fout gemaakt van het Marxisme te vereen- zelvigen met het socialisme. Als het socialisme Marxisme was, dan was spr. geen socialiste want zij wilde allereerst geloovige zijn. De heer Kloosterman had echter zijn bewe- ring niet bewezen. De heer Kloosterman maakte de groote fout dat men alleen door het ongeloof tot het socialisme kan komen. Maar er leiden vele wegen naar Rome en ook vele wegen naar het socialisme en ook een christen-socialis- tischen weg. Spr. aanvaardde de Maxistische theorie van den klassenstrijd niet, maar wij verkon- digen de nood'zakelijkheid van den klassen strijd omdat wij een hart van liefde hebben dat brandt voor het recht. De christelijke arbeiders zijn als de drefike- ling die midden in het water zegt het water niet te aanvaarden. De arme is arm, omdat de rijke rijk is. Er is geen rijkdom op de wereld of ze is ontstaan uit de diepte van de proletarische armoede wij zeggen tot den arme: „bestrijdt de bezitters, want daardoor is uw bestaan zoo, d'at het geen bestaan heeten mag". Wij strij den den klassenstrijd niet enkel voor den ar me, maar ook voor den rijke. Op den bodem der maatschappij, in de diepte bij de paupers en in de hoogte, waar die bezitters hun passie kunnen botvieren, daar is de diepste ellende. De ongelijkheid van de individuen en hun aanleg heeft de Schepper gewild en dit "zal ook in de socialistische wereld bestaan, maar de Schepper heeft de verschrikkelijke onge- 1 iifkhsid v*n daze "ht«+"*Votb gMzild. X* Samuel zeide, toen men hem vroeg of het Gods wil was, dat de ongelijkheid grooter was geworden: „Ganschelijk niet" En God legde het koningschap aan Israel op als een last. Het Christendom geeft bij spr. den stoot tot het socialisme. Het leert, da wij het onrecht moeten haten en heeft de grondwet van Jezus: „Gij kunt niet God die- nen en den Mammon". (Applaus.)1 Het kapitalisme is een geconcentreerd mam. monisme.. Het beteekent uitbuiting van den arme door den rijke. Op bijbelsche gronden moet spr. dat haten. Spr.' noemde het te gek, om alleen te loo- pen, om te beweren, dat Van der Waarden niet wist, wat socialisatie was. Hij had de on- derdeelen daarvan niet op papier. Het was schoon om die te bestudeeren om tot de ar beiders te kunnen zeggen: „Zoo moet het gaan." 'Ook Wijnkoop heeft met de zijnen over de socialisatie uitingen gedaan, die niet recht- vaardigen de bewering, dat zij niet weten, wat het is. De kern van het socialisme is: het outtrek- ken van den grond en productiemiddelen aan het privaatbezit en het overgeven daarvan aan de gemeenschap, aan alien. Het socialisme wil geen opheffing van alien eigendom. De ar beiders zullen onder het socialisme meer ver- bruikseigendom hebben dan nu. Aan den socialistischen heilstaat gelooft spr. niet. Spr. leeft bij het woord van Jezus ep hoopt, met dat woord te sterven. Zij aan- vaardt't woord, dat zegt: „Uit het hart der menschen komt het booze denken voort." Dit beteekent niet, dat men het kwaad, dat v66r ons ligt, niet moet bestrijden. Wij zeg gen: „de zwakke schepsels moeten in hun strijd tegen de zonde geholpen worden. In de finesses van Rusland kan men niet treden, paaar spr. weet wel dat men daar een groot werk probeert. De laster over de socialiiatie van de vrouw is al achterhaald. (Applaus.) De correspondent van de Frankforter Zei- tung vergelijkt Lenin bij Calvijn. Hij regeert daar gestreng, maar tot heil van de menschen. Daar is liefde voor de arbeid, geen openbare ontucht, geen dronkenachap en het beste voor het kind. Spr. weet, dat er dingen aebeuren, die niet goed zijn, maar die gebeuren ook hier. Met den heer Kloosterman was spr. het eens, dat men moet beginnen met de omzet- ting van het eigen hart. Op de religieus-aoci- alistische bijeenkomsten wordt dit nooit ver- geten en ook de anarchisten leggen er den nadruk op. Men moet het eene doen, maar ook het andere niet vergeten en dus ook aan de omzetting van de socialietische maatschap pij werken. Het had spr. getroffen, dat de heer Kloos terman met geen woord had gerept van de orthodox-Christelijke strooming. Ds. Krom- zioht uit Amsterdam en Ds. Oskam uit Win- terswijk schreven 27 Nov. 1919 in de Christel. Amsterdammer een hoofdarti'kel, waarin zij verklaarden, dat, wanneer er een practisch in- gorichte maatschappij genoemd kan worden, waarin de beleving van het Christelijk begin- sel het dichtat is te benaderen, al was het een socialistische of een communistische, dat zij dan socialisten of oommunisten zouden zijn en zij verklaren hiermede, in gezelschap van Dr. Kuiper te verkeeren. In de Chr. Amster- dammer heeft men kunnen lezen, dat het moet gaan in socialistische richting en spr. vraagt met Troelstra aan den heer Schouten: „Als gij het socialisme niet wilt, wat wilt glj danf" De besteadiging van het kapitalisme is op- stand tegen God en zijn gebod. Wie dat niet wil, staat mede in den strijd tegen het kapi- alistisch mammonisme en voor het socialis me, Gods heilige wil voor de menschelijke sa- menlevin. (Applaus.) Repliek. De heer Kloosterman hoopte, dat men ook hem rustig zou aanhooren, ook daar waar hij dingen zou zeggen die niet prettig klonken. Spr. twijfelde niet aan den ernst waarmede de heer Westerhof het op zijn manier opuam voor de arbeiders, <foch dit Icon de kloof niet dempen tusschen Christendom en socialisme, historisch materialisme en geloof in God alt de Schepper van hemel en aarde. Tot Aug. 1914 stemden de S. D. A.P. tegen den oorlogsbogrooting, maar toen de oorlog kwa mpompte de S. D. A. P. de arbeiders vol met vaderlandsliefde en joeg die arbeiders in den strijdi Toen het op den daad aankwam bleken zij de mannen van de klets- Spr. gevoelt, dat er dienstweigeraars zijn die om de gewetenswille worden opgesloten. Voor hen heeft hij, als mannen van den daad meer respect als voor een Troelstra, die zijn zoon naar den minister van oorlog bracht. Hij was niet gekomen om te spreken over wat de daden der S. D. A. P. waren, als men dat wil dan is hij bereid daarvoor nog eens uit Drente te komen. Heden had spr. slechts dfe taak om aan te toonen, dat de Soc. Dem. niet samengaat met het Christendom. In „Ons Tijdschrift" van 1908 stelde Emka, thans de debatster van vanavond de vraag aan de S. D. A. P. of de christenen zich in de partij tevreden moesten stellen met een asschepoestersplaats. De heer Westerhof: „Is er straks gelegen heid voor repliek". De voorzitter„Dat weet ik niet". (Gejoel.)' De heer Kloosterman': De heer Westerhof heeft hier niets te zeggen. De debaters hebben anderhaf uur gehad en ik zal daar op ant- woorden. De heer Westerhof: „Ik wil straks hert woord togen de lastercampagne". (Applaus, geifluit en gejoel.) De inspecteur van politie verscheen op het podium, doch zonder sucees. Het gelukte de heer Tjaden om stilte te krijgen. Hij constateerde dat men de debaters rustig had aaagehoord. (Geroep: „Zeer juist".)i Wij hebben absoluut niet getergd, aldus de heer Tjaden, als de heer Kloosterman ons niet tergt moet ook hij kunnen uitspreken. Spr. wilde zijn vriend Kloosterman vragen De heer Westerhof: „Je vriend I" De heer Tjaden: Ja mijn geettelijke vriend. Ik wil hem vragen of hij een debat wil heb ben met mijn vrouw. De heer Kloosterman nam dit aan. D* lusar Wastarhof prat—Ma

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 5