e
Bondurl twee n twietlgsti JairfHg.
Miiundsier 26 Januari"
F E C IL L E T 0 JS.
1)# Hoeye in 't Broek.
oude Hmi
STADSNIE JWS.
6)
Nou luidjes, dat waa me nog eens een le
ven!
Samuel Guzek scbonk zicih een nieuw glaas-
worden en kwam nu onwillekeurig met zijn
krukje dichterbij.
„Zeg, Guzek, waa mijn Vader werkelijk zoo
sterk
De oude knecht richtte zich op en zijn
oogen schoten vuur.
„Geloof je dan Heer, dat ik je in een uur
als dit kletspraatjes zou zitten te vertellen?
Hij was zoo sterk als een beer en zoo lenig als
een kat en goedhartig; men kon hem om den
vinger winden maar ala hij zag dat
iemand een ander onreohtvaardig behandel-
de, fonkelden z'n oogen van toom. Zoo'n man
draagt de aarde niet weer in geen honderd
jaar en daar komen me van die honden van
een Bogdan's en willen zich met hem vergelij-
kenEn omdat de andere lui ze niettegen-
staande hun gepronk altijd nog voor niet
heelemaal vol aanzien willen ze nu de hoeve
van Baginsky koopen, jouw hoeve, Jan Ba
ginsky. Ze verbeelden zich dat wanneer ze een
leeuwenhuid aandoen de menschen dan niet
merken zullen wat een ezels er onder zitten.
Maar je hangt nou nog altijd je moeder aan
haar schortebanden en toebt teksten in je
hoofd in plaats dat je je tegenover deze ben-
de stelt en ze toeschreeuwt„Wat moet dat
troepje keuterboeren op mijn goed." Verdui-
veld ik zee je ik zou met mijn tanden in den
grond willen bijten van woeae als ik daaraan
alleen maar denk!"
Hij zweeg plotaeling want hij vreeade dat
hij zoo doorgaande aan het noodige reaped
jegMna rijn fmwm ha* te hart mu aduMaa
Heer bleef heer en knecht bleef knecht, zelfs
al waa de een een jongeling die nauweliiks
de eerste don&haren op zijn wangen en kin
had en de ander bijna een grijsaard die den
last van twee en zestig iaren op zijn rug
droeg. Bovendien dacht hij aan het oude
woord: Men mag een nieuwe kachel niet te
snel beet stoken, want dan springt hij in stuk-
ken!....
Jan legde zijn hand op den arm van den
oudwen man. Hij was rustig gebleven, maar
alleen zijn fijne neusvleugels trilden.
„Wacht toch eens af, Guzek, of ik het niet
doen zall Maar eerst moet ik het natuurlijk
op vreedzame manier met mijn moeder aan-
leggen en ik hoop dat ik de juiste woorden
vinden zal."
„Op vreedzame manier met ie moeder?"
Guzek liet een korten, drogen lach hooren.
Welnu, dan zal je nog eens oogen opzeten!
Die vrouw is hard als staal als zij zich iets
heeft voorgenomen. En geloof me, wat van
jou moet groeien, dat heeft zij vastgesteld_op
den dag, dat jij ter wereld gekomen bent! Dus
verbeeld je maar niet, dat je haar in &n dag
uit het hoofd zult praten, waarover ze een-
en-twintig lange jaren heeft nagedacht. Pro-
beer het maar eens, heer, want ik zeg je zult
met al je gepraat evenveel uitrichten, als wan
neer Je met Kerstmis met je adem het ijs op
het Raygrod-meer wou laten smelten."
Maar het smalle gezicht van Jan straalde.
„Spaar je woorden, want ik heb het mij
voorgenomen, en wat weet jij van het hart
van mijn moeder af I"
Samuel Guzek nam brommend een nieuwe
sigaret en deed een weinig ge]crenkt. Maar in
stilte zwol zijn hart op van vreugde, dat het
„adelaarsiong" zich zoo heerschzuchtig ge-
droeg. Zelfs in den klank van zijn stem geleek
hij op zijn vader en als hij maar eerst eens
goed getergd was, zou hij zijn klauwen wel
gebruiTcen
„Nou dan, heer, doe wat je het beste lijkt,
ik wil je niet opzetten met mijn gepraat. Maar
au vmdar war j« vadarMaar aUaon vai j»
weten moet v66rdat je voor ja moeder Icomt
te staan, want als ik alles wou vertellen wat
wij al zoo samen uitgehaald hebben, dan
kwam ik in een week niet klaar.
Dus ik heb je al gezegd, dat je vader je
moeder altijd in eere hield en veel hechtte
aan haar raad, want zij was een verstandige
vrouw en wat zij zeide sneed bout. Zij las veel
in de boeken en ze had er edn, daar kon ze
vee en menschea mee gezond maken, een boek
en een kastje daarbij met veel fleschjes erin.
Daar waren niets dan kleine wite kogels in,
zooiets als papaverzaad. Den naam ben ik
vergeten, maar ik zeg je dat als iemand van
ons de koorts bad, dan gai ze hem twee van
die kogeltjes op de tong en weg was de koorts.
Maar je moest er aan gelooven, anders had
het geen uitwerking en dan werd de koorts
nog erger."
Jan moest in stilte lachen. Wat de oude
man daar beschreef was de homoepathische
apotheek van zijn moeder en hij herinnerde
zich hoe hij als kind eens, toen alien voor de
oogst in het veld waren, bijna de helft van
deze apotheek had opgegeten, zonder sehade-
ijke gevolgen. Alleen zijn moeder was een
paar dagen lang in groote zorg geweest, om
dat zij geloofde dat de vele door elkaar ge-
nomen vergiften zijn leven in gevaar konden
i>rengen
„Aldus," vervolgde Ouzek, „in alles lette je
vader op hetgeen je moeder zeide, twee din-
gen uitgezonderd, waarvan zij ook niets be-
greep, zoo verstandig als zij overigens was.
onze grenszaakjes en de twist over de jacht
van Baginsky. Dat was het eenige punt,
waarbij ze van je vader harde woorden te
hooren kreeg, want als we's nachts onderweg
waren, dan ging de vrouw toch niet slapen.
maar ze zat met haar gebedenboek in de -hand
tot wij weder thuis. warenWant een vrouw
ziet bij zulke dingen enkel het gevaar en dat
let nog wel eens slecht zou kunnen afloopen.
Waar de man dacht erom, want het gevaar
s voor hem bij de ondememing ala het zout
PROVINCIAL NIEUWS.
hij hd
boort aabij, andera nouden
VEREEN1GING VAN
OUD-LEERL1NGEN DER
RIJKS-LANDBOUW-W1NTERSCHOOL
TE SCHAGEN
In de middagvergadering behandelde Dr.
D. L. Bakker de Wet op de Paardenfokkerij.
Spr. stelde voorop, dat de Wet van 18 Juni
1918, betreffende de Staatszorg voor de paar
denfokkerij, dwingende krachtt heeft. Het ka
rakter van de daarin genomen maatregelen ia
van geheel anderen aard dan dat van de
maatregelen inzake de Rundveetaelt. Dit blijkt
reeds, wanneer men het doel nader onder de
jogen ziet. Dit kent n.l.:
a. De verplichte hengatenkeuring.
b. Subsidies aan de Paardenfokkerij.
c. Steun aan op-enbare stamboeken, waar-
onder vcrstaan worden vereenigingen, die een
gcdrukt stamboek uitgeven.
d. Het Rijks-hengstveulen-d6p6t te Bergen
op Zoom
Het ecrste punt, de verplichte hengsten-
keuring. geeft echter z. i. aanlciding tot het
maken van verschillende bemerkingen en het
leveren van kritlek. Deze maatregelen zijn
dwingend regelend.
In 6en der eerste artikelcn wordt reeds ge-
'.cgd, dat alIddn goedgekeurde hengsten tot
dekking zijn toegelaten, behalve in die geval-
len, waarin hengst en en merrie minstens 10
opeenvolgende aagen in het bezit zijn ge
weest van een eigenaar of van personen, Be-
hoorende tot een gezin Dat is dus wel dwin
gend. En de Wet is zelfs z66 streng, dat zij
bepaalt, dat een niet-goedgekeurde hengst,
wder dan twee jaar niet gehouden mag
worden op hetzeltde erf met een goedgekeur-
*oude wijven het immers wel kunen opknappen.
En ik zeg je, dat was toen anders dan nu,
want de commandant van de Straschiks in
Prawdawola, die speelde maar niet zoo sol-
daatje als de tegenwoordige, maar dat was
een majoor van de garde in Petersburg, dien
ze voor straf naar de grens overgeplaatst
hadden, en daar hij anders niets hadf om zich
den tijd te verdrijven, wierp hij zich op den
dienst. Misschien dat hij zich zeif voorhield,,
dat hij dan weer gauw in Petersburg terug
zou komen. Hij heeft ons't leven heel zuur
gemaakt en wie weet wat er gebeurd zou zijn,
als je broer Willem hem niet aan zijn witte
epauleten herkend had, op een nacht dat hij
weer eens aan den ocver van't meer te mid
den van zijn Straschniks op ons lag te loe-
ren. Je broer Willem schoot bijna zoo goed
als je vader en de commandant, nou ja, dien
hebben ze in Petersburg nooit weerom ge-
zien
Zijn ziel ruste in vrede, hij was een dappe-
re kercl, maar op je broer Willem ben ik twee
weken kwaad geweest, dat hij hem voor mijn
neus weggekaapt had, want eigenlijk had ik
een oude rekenmg met dien commandant te
vereffenen. Dit hier en hij wees met zijn
wiisvinger op het diepe liteeken van een
schotwond in zijn linkerwang dat is een
herinnering aan hem en hij had mij indertijd
te pakken gekregeu of ik was verdronken, als
je vader mij niet in het water was nagespron-
gen."
„In welk water?" vroeg Jan. Hij had met
ingehouden adem toegeluistei'd en wat hij
daar uit den mond van den ouden knecht over
zijn vader en zijn broera had gehoord, joeg
hem koude rillingen over den rug. Maar het
was allcrminst angst, wat hij voelde, maar
bijna een soort van spijtgevoel, dat hij bij al
die dingen niet tegenwoordig had kunnen
zijn.
„In welk water, vroeg je?" Guzek lachte
harteliik alaof zijn jonge heer een grap had
gezegd. ,.Maar jij nuchter kalf, weet je dan
ni«t dat ja vadarlijk goad aan hat Baygrad-
dadcliik ccn zeer kenmerkend verschil met de
Wet waar de commissie van dierenart-
J»n hengst De wetgcver heeft zooveel moge-
lijflc het fraudiuleuze dekken willtai voorko-
men em verplidbt daarom den eigenaar
van een merrie met veulen een van den heng-
stenhouder dekbewijs te bewaren en deaver-
langd te toonen aan de ambtenaren, met het
opsporen van overtredingen belast. En wel
tot na het speenen van het veulen.
Hier spreekt wel het zeer dwingende karak-
van de wet.
H orinc;pe nm alltfn het gebruik van
dgekcurde hengsten toe te ataan, brengt
mede het keuren van die hengatcn en daar-
voor heeft het rijk drie jury's benoemd en wel
e£n voor het type tuigpaard, 66n voor het
type trekpaard en 66n voor paarden van an
dere typen.
Iedere keuringscommisaie bestaat uit drie
Icden en voor elke drie leden zijn er min
stens vier plaatsvervangers, welk aantal z66
beperkt is in verband met later eventueel uit
te voeren herkeuringen. Verder ia aan die ju
ry's tocgcvoegfd ££n algemeene voorzitter en
^en algemeene secretaris, die geen rijksambte-
naren zijn De secretaris heeft echter zijn bu
reau in net Department, waarmede de Minis
ter, onder wien deze Wet thuis bcRoort,
waarschijnlijk tot uitdrukking wil laten ko
men. dat het Staatszorg is. Naast deze jury
5a er nog een tweede jury, n.l. die van e£n of
meer dierenartccn, die tot taak heeft om bij
keuringen de commissiea te adviseeren Hier
ijk
sen de commissie A was, die zelfstandig kon
besiiasen over goed- of afkeuringen en waar-
naait ecu commissie B. bestond, die ook zelf
standig k n beslissen. Zeer terccht heeft de
T'cn dat dit niet goed was De
Commie dierenartsen heeft nu alleen
de algcm.cn keuringscommissie te advisee
ren en bet ware nog. beter geweest. wanneer
de wetgever aan d-eze Commissie uitsluitend
had opgedragen aan de keuringscommisaie
mededeeling van hare bevinding te doen.
Alle juryleden worden benoemd door den
Minister zeif, zonder dat daaromtrent eenige
nadere bepaling wordt gegeven Geen voor-
draclit dus; inedezeggingschap van de fok-
kcrs is hier dus uitgcsloten en er bestaat ten
cpzielite van dit onderdccl dan ook een
groot principled- verechil met de rumdvee-fok-
rnaatregelcn een verschil, dat niet is in het
voordoel van deze rcgeling.
Daamaast is echter een uitstekende bepa-
ling opgenomen en spr gelooft. dat daardoor
de paardenfokkerij zich gelulckig mag ach-
ten, dat de Mfin. ae fokkers heeft uitgescha-
keld in de medezeggingschap bij de benoe-
ming der bedodde Commissies.
E>e Minister is n.l. bevoegd om vereenigin
gen, die een openbaar stamboek uitgeven, te
machtigen, zeif de hengsten, die ingeschreven
zijn in de registers van de vereeniging, goed
te keuren voor de dekking. Alle stamboeken,
die een dusdanige machtiging van den Minis
ter hebben bekomen, kunnen dus hun- ei-
en hengsten goedkeuren. Elke fokker, tot
let stamboek Behoorende, kan daardoor in
overleg met de andere daarbij aangeslotenen
zijn maatregelen z66 nemen, dat hij ntet de
geheele rijkshengstenkeuring niets te maken
heeft Hierbij is dus aan den eisch, dat daar,
waar de fokker zeif zijn zaken goed behartigt,
de rijkswetgever zich heeft terug te trekken,
naar spr.'s idee, volledig voldaan.
Den Minister verleent echter aan een stam
boek deze machtiging, als hot niet voldaan
liceft aan met name genoemde bepalingen. Al
uie verschillende bepalingen worden vastge-
iL-gd bij Koninklijk Besluit.
Het stamboek moet in de eerste plaata
rechtspersoonlijkheid bezitten. Verder moet
het eeni goed) omschreven type fokken.
Daaruit volgt direct, dat al de in dat stam
boek ingeschreven hengsten ook dat type
moeten vertegenwoordigen.
In de derue plaats bestaat de verplichting,
dat ze moeten hebben cen hulpstamboek.
Een scherpe scheiding moet gemaakt wor
den tusschen de dieren met en zonder beken-
dc alstamining. Dat daartusschen wel dege-
lijk verschil gemaakt moet worden, is reeds
bij de Rundveeteelt gebleken. Daar moeten de
stiercn van bekende afstamming zijn om
goedgekeurd te kunnen worden. Bij de paar
denfokkerij kan een hengst van onbekende
afstamming goedgekeurd worden.
In de laatste plaats moeten dergelijke ver
eenigingen een schriftelijke verklaring over-
leggen, dat zij alles zullen nakomen, wat de
wet haar oplegt,
Spr. ooncludeerde uit dit a Ilea, dat de wet-
meer ligt?"
„Nu ja, dat weet ik wel, maar hoe komen
de Russen daar?"
„Nou, luister maar eens goed, dan zal ik
je alles nauwkeurig uitleggen!" Guzek legde
zijn door de zon verbrande knuist op het ta-
felblad en spreidde zijn vingers uit: „Dit hier
moet je je voorstellen is het Raygrod-meer
met zijn vijf inhammen. Hier aan het dikke
eind ligt de hoeve en daar midden door het
meer hij trok dwars over zijn hand een
lijn gaat de grens, zoodat hier alles Prui-
sisch en ginds alles Russisch is. Je vader en
ik hebben dikwijls erom gelachen of de vis-
schen daar beneden ook soms weten welke
van hen Russisch en welke Pruisisch zijn, en
of ze ook met elkaar in oorlog komen, als een
Russische snoek eens 'n keer een Pruisische
blei opvreet of omg^Jceerd.
Zoo kwam op zekeren keer Chaim Rosen
thai uit Lyck bij je vader en zeide: „Mijnheer
Baginsky, Morek Pfeffer in Prawdawola
heeft mij geschreven dat hij twaalf ton spiri-
tus noodig heeft binnen de acht dagen. Weet-
je, voegde hij er ter verduidelijking aan toe,
de oude Morek, niet zijn zoon, die nu de zaak
heeft en die zijn vader is opgevolgd. En je
vader antwoordt: „Mooi zoo, beste Chaim.
maar binnen de acnt dagen dat kan ik je niet
beloven. We moeten waditen totdat de maan
sterke wind is, want bij kalm weer kunnen we
niet varen, want dan hooren de Russen ons op
een halve mijl afstand roeien." En Chaim
Rosenthal dan weer: „Ja dat weet ik, mijn-
heer Baginsky, dat weet ik. want het ia toch
ook niet de eerste keer, dat we samen taken
doen?" En hij doet zijn geldbeurs open en
telt zes en dertig thaler op de tafel, voor el-
ken ton spiritua drie. „En je vader laat ze
een voor een nog eena op de tafel klinken,
want Chaim haa er nog al eena zoo een tua-
schen die niet goed waa."
(Wordt vwvolgfd.)
*1 1W20
HERDENKING8VERGADERING RQSIA
LUXEMBURG EN KARL LIEBKNECHT.
In de groot aaal der Harmonie werd gis-
termiddag een door een 8-tal Rot. Soc. Ar-
beidersorganisaties belegde herdenkingsver-
gadering van den moord op Karl Liebknecht
en Rosa Luxemburg, gehouden. De vergade-
ring waa door een 200 bezoekera bezjcht,
daaronder 7 politieagenten.
- Het woord werd gevoerd door Mevr. Tja
den en Mr. P. Tideman uit Bloemendaal.
De vergadering werd geleid door den beer
G. Porck, die het betreurde, dat zoo weinigen
waren opgekomen. Hij oodreelde dit een
schande voor het AlkmaarBche proletariaat.
Mr. Tid-eman had de uitnoodlging onmid-
dellijk aangenomen to omdat hij gaarne
naast mevr. Tjaden optrad in omdat hij
gaarne menechen die als hoogetaande figuren
hun overtuiging getrouw waren gebleven en
daardoor een naam in revolutionnair Europa
haddee gukregen all geen fnderen, wilde
huldigen.
Spr. achtte rich niet competent hun ware
beteekenis te doen latea uitkomen, maar dat
het in de wereld niet goed ging, was ook zijn
>vertuiging.
Door den oorlog waa tot uiting gekomen
at waar waa wat de aocialieten en anarchia-
ten hadden verkondigd en het was oo'k hem
een behoefte geworden daarvan te getuigen.
De wereld om te vormen tot een gelukkige
meneohheid, dat was het doel. Spr. wilde bor-
duren op het stramien van de tekst dat de
mensch is opgebouwd uit werelden.
Spr. vergeleek Rosa Luxemburg en Karl
Liebknecht bij de martelaren der christenen.
Zij stonden in waarde gelijk ook aan de voor-
loopers van de Fransche revolutie en aan die-
genen die in Busland hun leven hebben gela-
ten bij den atrijd tegen het czariame.
De pers meet wel door slec'hte gedachten
vergiftigd zijn ale men hun leven beechreven
ziet ale te slecht om aan te zien.
Spr. toonde de portretten van beiden en
stelde daardoor vast dat het geen naar de keel
vliegende monsters waren, maar de zachtmoe-
ddgste personen, al waren het krachtige figu
ren in den strijd voor anderen, evenals de
Hollandsche figuren dit zijn.
Spr. stelde in het licht welk een groot
scherpzinnig geleerde Rosa Luxemburg was.
Zij is vermoord geworden omdat zij de
tekst waar maakte dat niet de wereld is op
gebouwd uit menschen, maar dat de mensch
opgebouwd is uit werelden.
De vraag om een einde te maken aan het
leed der nieta-bezitters, om een einde te ma
ken aan de macbt van heerschers over de
massahs, diende men te overdenken.
Spr. stelde in het licht hoe deze strijd reeds
bij de Grieken en Romeinen naar voren
kwam en noemde de Engelschen de Romeinen
van dezen tijd.
Hoe de slaven onder Spartacus tegen de
Romeinen ten getale van 30.000 opstonden en
tot den laatsten man werden afgemaakt werd
door spr. medegedeeld, waarna hij er op wees
hoe het idee van het Christendom werelden in
zich had. De gedachte dat elk mensch werel
den in zich bergt werd langs de land en wa-
terwegen van de Romeinen, door de christe
nen voortgedragen.
Het lijden van de christenen besprak spr.
mede en hij noemde het aanvaarden aan het
Christendom door keizar Constantjjn het be
gin van het nieuwe idee.
Spr. besprak de late aanloop van de chris-
telijke samenleving en toonde aan, dat de ge-
ragaverhouding een geheel andere werd dan
die bij de Romeinen, waar er een groote
kloof tusschen degenen die heerschen en be-
heerscht werden bestond. Het beginsel van
die nieuwe samenleving was, dat ieder mensch
in zich een uitgegeven verzameling van rijk-
dommen was, die wachtte op een ontdekker
om zich zelve en anderen tot zegen te zijn.
Groote machten stelden zich daartegenover
om de groote kloof weer te herstellen.
De opkomst van de Pruisen, die de wereld
wilden bsheersehea ra die vac. de absolute
koningen, werd door opr. ook geschetst
Doer het Christendom verdwenen die mach
ten toch, omdat'er christenen waren, die naar
het nieuwe beginsel wilden leven.
In de plants van de absolute koningen zijn
de republieken gekomen, omdat een geeat over
de wereld waait die zich stelt tegen het ab
solute gezag van mensch tegenover mensch.
De opkomst van de steden en de burgers
in de steden, met tie gevolg de opbloei van de
natuurwetenschappen en do teehniek en het
ontstaan van de groct-industrie, behandelde
spr. ook, er da&rbij op wijzende, dat daardoor
het feit ontstond, dat een groot deel dreigt
onder te gaan.
Het heeft bijna nieta gescheeld of de van
het bezit ontdane iklasee zou door de groot-
industrie geheel zijn ondergegaan.
Hierna behandelde spr. den oorlog, die hi
een gevolg van nationalistischen-kapitalistis
schen strijd noemde. Dat he>t voile daarvan
niet langer het slacht -ffer mocht zijn, werd
door Rosa Luxemburg en Liebknecht ingezien
en daarom werden zij vermoord.
Spr. wees de aanwezigen er op, dat het
tijdperk waarin wij leven er eene was waarin
het gaat om dood en leven, van het gezag te
gen de opstandigen.
De het gezag willende koopt zich burger
wachten, ontkent, dat de mensch werelden in
zich heeft en wil met hand en tand het an
tieke handhaven.
De werelden, die in een hart worden ge
dragen, mogen niet tot uiting komen, maar
laten zich door niet# weerhouden.
Men weet ook nu nieta beters te doen dan
de dragers van de nieuwe gedachten te d-oo
den, ~>atr de gedachte wordt daardoor niet ge-
dood.
Het bloed der martelaren is het zaad der
kerk.
Het feit dat zij hun leven hebban gegeven
voor de zaak die zij lief hadden, geeft hen
recht op de ecrbied der verdrukten.
De duivel heeft door hun moord bereikt
dat hun leven tot heil is geworden van het
menschelijke gesLacht. Zij staan even hoog als
de beste heiligen van welke kerk ook.
Van hen gaat thans een bezielende working
uit zonder dat men hen kende of van hen
heeft gelezen. Zij hebben zichzelven geofferd
Spr. besprak luitenant Vogel, thans in het
Huis van Bewaring te Haarlem, een man.
zonder dat hij het weet, die mede schuldig is
aan den moord, door de bourgeois van Aar-
denhout beschaafd genoemd.
Hij is beschaafd, maar leeft niet, aldus #pr
Als hij een man was geweest, dan had hij
wat hoogere gekend dan het voorzichtig aan
het einde zien te komen als het hoo-gste leeren
beschouwen. Dan had bij, zich als man van
wapenen, geworpen tegen de belsgers van de
zwakkere ongewapende Rosa Luxemburg,
wier vermoording op meer dan beestaardige
wijze hij niet verhinderde.
Spr. wekte op om overal te getuigen dat er
een einde moet komen aan de ontkenning, dat
een ieder werelden in zich omdraagt en er
een einde moet komen aan de overheersching.
(Applaus.)
Mevr. Tjaden, hierna het woord bekomende,
bracht in herinnering hoe het den 15 Jan.
een jaar was geleden, dat Rosa Luxemburg
en Karl Liebknecht schandelijk werden ver
moord.
Spr. zetta uiteen welk een indruk dit bij
bet revolutionnaire proletariaat achterliet.
'Spr. noemde Liebknecht het hart de man
met het karakter en Rosa Luxemburg de
scherpste denkster vau onzan tijd.
Spr. noemde het een feit, dat zij zoo geniaal
was, dat zij de moeilijkste problemen van
Karl Marx onder den knie had en verder uit-
werkt als geen andera
Liebknecht het hart en Rosa Luxemburg
het hoofd stonden in de kapitalistische we
reld en wat heeft het kapitalisme daaraan
als het niet in dienat van haar gesteld kan
worden.
Liefde en verstand, dat zich tegenover haar
stelt wordt vernietigd.
Veel liefdewerk onder het kapitslisme moet
gedaan worden, maar is niet de task van de
revolutionnaire man en vrouw.
Het kapitalisme zit met karakter verlegen,
omdat het karakter de leugen haat en het ka
pitalisme de leugen lief heeft.
Dat men op een gymnasium de zoon van
Liebknecht uit de klas durfde stooten, omdat
met de verstandigste jeugd van Duitsch-
iv.ad een groote vereering voor zijn vader had,
laakte spr., de jeugd opwekkeude hem ook
lis? te hebben, omdat hij g-eweifferd had heft
k&pitsliame te dieuen.
Liebknecht sn Roea Luxemburg slingerden
het kapitalisme, mammon, de htndeehoen in
het gelaat.
Spr. noemde het leven van beiden een
voottdurende strijd en een gestadig sterven.
In een mooie beeldspraak zette spreekster
dit nader uiteen.
Het gestadig sterven van beiden bestond
in het moeten prijageven van hun bourgeois-
leven en gedachten.
Het gedicht van den rev. dichter van Gal
ium in „De Tribune" van 14 Juni 1910 werd
door epr. met overtuiging gedeclameerd,
waarna zij uiteenzette hoe Rota Luxemburg
geboren in de weelde zalen, op 10-jarigen
leeftijd reeds voor het proletariaat had geko-
zen, omdat zij de arbeidera lief had.
Liebknecht, zoon van WilheLm Liebknecht,
was als student ook het socialisms getrouw
gebleven.
Het pijnlijkete in het leven van beiden
noemde spr. wel, dat zij moesten afsterven
van het geloof in de revuaioniatiache sociaal-
democratie, gelijk aan de S. D. A. P. in Ne-
derland.
Deze partij denlkt, dat de vertegenwoordi-
gera in de regeerlicbamem, het voor het Volk
kunnen opknap.pen. Het volk kan wel thuis
blijven.
Zooals de heer Westerhof denkt dat hij het
alleen in den Raad wel tegen de burger-
wacht kan halen en het niet noodig oordeelt,
dat de masaa daartegen ook haar atom ver-
heft.
Spr. besprak hierop hoe de Duitache soc.-
dem. in 1914 voor de oorlogsbegrooting atem-
den en hoe zelfs Liebknecht, uit partij-diaci-
pline, zich openlijk direot niet verzette, maar
toen hij en Rose Luxemburg zagen, dat de
aoc.-dem. ongenezelijk zick waa, stelden h'j
en Rosa Luxemburg zich tvpeniijk in hot ver-
zet en am hun stenunen te smoren werden zij
in de gevangenis geworpen, waar Rosa
Luxemburg een diep wetenschappelijk werk
achreef en de vogel tjes nog met de kruimpjes
van haar brood- voedde.
Ook aan veel veelde en zachtheid moesten
beiden sterven. Tolkens en telkena werden zij
uit de zoetheid van den familiekring geroe-
pen.
Hoe Rosa Luxemburg, om in' Duitecbland
te kunnen blijven, een schijnhuwelijk aloot
met een Duitschen arbeider.
Daarna teekende epr. op gevoelvolle wijze
hoe achoone levena in een verschrikkelijken
dood vernietigd werden.
Spr. noemde hun dood toch hun achoonate
overwinning.
Het ging met beiden als met Jezus. Jezua
.atond voor spr. oneindig hooger dan iemand
kan worden omdat hij Hliddelaar Gods waa,
maar hij waa ook xn&rtelaar. Toen hij aan
het kruis hing en van het kruis getrokken
werd en begraven in het donkere graf, scheen
alles verloren, totdat de zon opging van den
Paaschmorgen en de vogela zongen on de
engelen kwamon, toen was het niet meor don-
ker maar alles leven.
Spr. weet dat het grootate gedeelte van het
gehoor dit niet gelooft, maar wok hen op dit
deanooda ala aymbool aan te nemeu.
Zooals het met den dood van Jezua was.
zoo gaat het ook met den dood van Karl
Liebknecht 6n Rosa Luxemburg.
Zoo ia het altijd met deu dood van een
martdlaar.
In hun dood hebben Rosa Luxemburg en
Karl Liebknecht de achoonate overwinniug
behaald, omdat daardoor de oogen van dui-
zenden geopend werden en hun atemmen don-
deren over de wereld.
Spr. wekte op om beiden in het hart te be
waren en er voor te zorgen dat ook het eigen
leven ten zegen worde van de menschheid.
(Applaus.)
De heer Klomp verklaarde de huldiging
van Karl Liebknecht en Rosa Luxemburg te
onderschrijven. Spr. wilde evenwel een andere
zaak onder de aandacht van de vergadering
brengen n.l. het antwoord van de regeering
op het uitleveringeverzoek van den Duitache
keizer en wel vuornamelijk voor het deel waar
de regeering zich op do handhaving van het
asylrecht beroept.
Spr. zag 5n in het verzoek in in het ant
woord nieta dan een diplomatenapel en was
overtuigd, dat de entente met bet antwoord
niet het minst gediend werd.
Spr. had evenwel ook eerbied voor het
asylrecht en bracht naar voren, dat ons land
in den loop der eeuwen, daarbij geen slecht
fiuruur had 9aalag«n sn daarbij groad was ge-
varen.
Hat asylrecht siachte echtar, dat dit thans
ni«t alleen werd gehuldigd voor den Ieder
weldenkenden oniyrapathieken ex-keizer, van
wiena millioenenbezit thane honderden Ne-
derlander® be ter kunnen worden, maar ook
voor de a-rme buitenlanders met een politieke
overtuiging, niet welgevallig aan de regee-
lig aan de regeerimg.
Het buiten de wet stellen van deze men
schen, die men eerst in het kamp te Bergen
opaloot en nu nog in de Wierickerachans ge-
vangen houdt, wa-aronder de Ooetenrijker
Schweeber, die voor een paar jaar te Alkmaar
nog een leeing hield, oordeelde spr. geheel in
atoijd met het asylrecht.
„Gelijke monniken gelijke kappen" mocht
in dezen geeischt worden.
Spr. stelde daarom voor de volgende motie
telegrafisch ter kenniaae van den minister-
Motie
zonder een en-kele stem tegen, besloten.
De bezoekera van eon door een 8-tal arbei-
deraorganisaties belegde herdenkingsvergade-
ring van den moord o-p Karl Liebknecht en
Rosa Luxemburg, te Alkmaar Zondagmiddag
25 Jan. in vergadering bijeen, kennis genomen
hebbende van het antwoord -der regeering op
het uitleveringaverzoek van den Duitschen
ex-keieer, ontzegt de regeering het recht zich
(zoolang do Poolsche en Russiache vluchte-
lingon nog in het kamp te Wierickerachans
worden gevangen gehouden) op het eerbiedi-
gen van het asylrecht to beroepon, a-angezien
het asylrecht tegenover deze ongelukkigen op
achandelijke wijze wordt geschonden.
Zij eiachen voor deze menschen, voor soe
ver nij om politieke redenen worden gevangen
gehouden (met name een hunner de Ooaten-
rijker Schweeber) omdat ook zij de Ncder-
laadsche bCdem betraden in het voile vertrou-
wen op de Nederlandache traditie, derolfde
bewegingsvrijheid, ala die welke aan den ge-
wezen Duitschen ex-keizer verleend wordt en
zien zoolang daaraan geen gerol-g wordt ge
geven in het antwoord van de regeering op
het uitleveringsverroeik, nieta dan een diplo-
matiek spel, dat mede beoogt, de oogen van
het volk te verblinden, door het te doen voor-
komen of de Nederlandache regeering in dete
een mooie rol speelt."
president te brengen.
Hiertoe werd onder. applaua bij acclamatie
Nadat me vrouw Tjaden nog met een enkel
woord te kennen had gegeven, dat het
aystheem van den nieuwen bargemeeater,
wanneer daartoe ook behoorde het zenden van
zooveel politiemannen naar een rustige ver
gadering, blijk gaf van autocratie, aloot de
vo-orzitter met een aanbevelend woord voor
de collecte der dienstweigeraari, de vergade
ring.
f