Db tetGiiamsctiB week. Hooderd Ebd sd Iwlntlfsta Jasrfang. Zaterdag 28 Febrnari. FJDliiiLiliiUiN. lie lioevo in 't iiroek. ParQtcii« mm. sn> IX. Hei adres aan de Regeering intake den financieelen nood der Gemeente(n); tiet congres der spoorwegmannen en andermaal eene reae van Mr. TroelstraAL- getneene W erkstaking? Tentoon- stelling hollandsche Kunstenaars- kring. De Gemeente als groot- winkeliersler. Amsterdam heeit voor de zooveelste maal een aores aau de Regeering gezouden, waarm worat aaugearoagea op, wac net adres noeint „een iioogst erosuge eu druigende zaakna- aieiyktea oetere regeaag van de hnancieele veraoudmg tusscaeu net Kijk ea de Uemeeute. in de iaaiste jarea, aidus de samenvatuug van net betoog, is de gemeente is eene positie geKomen (eu aitzelide gfeidt natuuriijk voor veie andere groote gemeeaten, dat, wanneer det Ryk nog langer nalaat, haar voldoende uitkeenngen te doen, de tmancieele toestand een zoouantge belemmering zal zijn om de geaieenteiijke taak dp zoo veieriei gcoied naar nenooren te vervuilen, dat de geaieeuteiijke werkzaandieid met iamneid geslageu zal wor- den. De Kaad kan met gelooven dat dit de wil der regeering zou zijn en vertrouwt dan ook dat net tegendeei spoedig zal blijken en de Kegeering met zal volharuen t>ij naar me- dedeeung aau de 1 weede Kamer, dat eerst kan women aigewacnt, welken invloed de ook reeds sedert mutt aannaugige verruiming van net oelastoare geoied der gemeenten neeit. De Kaad acnt tut standpunt ten eenen- maie onjuist en gevoelt zicn verplidhtj daarte- geu met den meesten nadruk m verzet te ko- meu. s Kaads inzrcnt is, dat net Kijk reeds ge- durende tal van jaren in gedreke is in de na- konnug van zijne geldeiijke verplicntingen tegenover de gemeenten en dat niet alleen de iinancieele ouistandigneden der gemeenten, maar ook net algemeen beiang en de eiscnen van recntvaardigneid niet gedoogen, dat net Kijk zicn nog langer aan die verplicntingen onitrekt. in den loop der jaren zijn steeds zwaarder lasten door net Kijk aan de Gemeenten opge- legd, inzake belangeu, welke inderdaad njks- beiangen zijn, lasten die voor Amsterdam mil- lioenen bedragen, en vooruamelijk op de groo te gemeenten drukken, zooals met vele cijters wordt uiteengezet. in de eene gemeente wordt eene groep weigestelden met een klein bedrag belast, terwijl in de andere gemeente een niet talrijker groep van minvermogenden een groo- ter bedrag heeit op te brengen. Dit geldt met name van de uitgaven voor politie, armenzorg en onderwijs. In alwacnting van verdere uitwerking van bet beginsel dat deze kosten geheel door het Rijk moeten worden gedragen, vraagt de Raad ten alter spoedigste: lo. volledige Kij'ksvergoeding van de uit gaven voor bet sticnten en instandhoudeh van scnoolgebouwen en van de terreinen voor on derwijs in de licbamelijke opvoeding, ook voor bestaande schoolgebouwen en vergoedmg van 50 pCt. der uitgaven van bet lager onderwijs, na aitrek der schoolgelden; 2o. volledige terugbetaling der uitgaven •voor de recberche, den vreemdelingendienst en de uitvoering door de politie van bijzondere rijkswettentezamen l1/* mililoen gulden; 3o. ontbeiiing van de gemeenten van de kosten voor arme krankzinnigen ad/ 950.000. Zooals gfezegd spreekt de Kaad zijn ver- trouwen tut, dat bet gevraagde spoedig zal worden gegeven. Het zou mij niet verwonde- ren als dit vertrouwen ook ditmaal besChaamd werd. Toen Minister de Vries nog wethouder van Amsterdam was had hij den mond vol van de nalatigheid der Regeering. In de scherpste woorden en bij iedere gelegenheid die hij kon aangrijpen hekelde bij die nalatig heid. Maar de Haagsche lucht, de Regee- rings-atmosfeer heeit hem al even vergeet- acbtig gemaakt als zijn collega Heemskerk, 66k oud-wethouder voor de financien van Am sterdam, 66k vurig strijder voor hare belan- gen, zoolang hij op't Prinsenbof zat66k zon 30) Zij glimlachte hem dankbaar tegen en leg- de zonder aarzeling armen om zijn bals. En werkelijk, zij had gelijk gehad, hij voelde haar bijna niet toen bij met haar den berg at ging- En terwijl hij haar droeg fluisterde zij zachtkens ,,0 lieve, beste jongen, dank je hoor! Zie je ik (kan het niet heipen maar het gaat bu rners niet andersDaarom is het't beste, dat ik heenga, anders kom jij ook nog hi ellende. Maar niet waar, nu dat alles uit is, mag ik je nog een keer op je lieve oogen kussen? Je hoeft er geen afschuw van te hebben want ik heb nog nooit een ander gekust 1" Toen brak hem bijna het hart en al verzet- te hij er zich ook tegen, hij moest, en zocht haar mond en dacht aan niets anders dan dien al maar door te kussen, zoolang hij haar in zijn armen droeg. Maar zij sloot haar oogen ea nestelde met een glimlach haar hoofd tegen zijn wang. Alle schuwheid was van haar weggenomen, want het ging bu rners naar het einde I En zij was tevreden want nicer nog dan haar droom was ini vervulling gegaan: Zij had nu nog bij haar leven gekregen, wat zij zich eerst voor haar dood gewenscbt bad... Een duw van zijn voet de losjes gesloten deur van de Broekhoeve opengaan, en de oude vrouw, die in de groote kamer. eenzaam achter haar gebedenboek zat, schrok hevig. „Hier moeder, neem haar bij je en laat zij er niet onder lijden, dat ik haar bij je breng. Zij kan het niet heipenJe zal medelijden met haar. h»hh»n_ want ze wilde een eind aan haar nenhof resideert. Het is een toestand die een rechtgeaard Amsterdammer wel eens het bloed aan het koken brengt. „Uit het oog uit het hart" schijnt voor beide Ministers te gelden. Oi zouden wij de zaak te zwart zien? De spoorwegmannen vereenigd in die Ne- derlantlsdie Vereeniging voor Spoor- en Trampersoneel, hebben Zaterdag en Zondag j.l. te Amsterdam belangrijke vergaderiugen gehouden. De vergadering van Zaterdag had ten deel een beslissing te nemen over de tor- muleering van het standpunt der gezamenlijke bonden inzake de verder te voeren actie voor lotsverbetering. Overeenkomstig het voorstel van de commissie van acht uit de verschillen- de bonden sprak het congres als zijne meening uit, dat door besprekbig met directie en regee ring het mogelijk is, dat aan de bilnjke eiscnen van net spoorwegpersoneel zal worden voldaan. Daarnevens verklaarde de vergade ring echter: Indien mocht blijken dat niet in voldoende mate tegemoet gekomen wordt aan de rechtoatige en billijke verlangens van het personeel, zal den leden de beslissing worden voor gelegd om als uiterste mogelijkheid door toepassdng van scherpere middelen, spe- ciaal het neerleggen van arbeid, het gevraag de te vertkrijgeu. Zondag voigde eene feestvergadering, ter voering van het feit dat het ledental der Ver eeniging de 20.000 heeft overschreden. Daar- in heett Mr. P. J. Troelstra weder eene zeer merkwaardige rede gehouden. Dat merkwaar- dige zat vooral in de opmerkingen die de sociaal-democratische leider maakte in ver- band met de staking der havenarbeiders. Hij legde er nog eens den nadruk op, dat de strijd een loonstrijd is, een strijd om oetere levensvoorwaarden en niets meer. M.a.w. Mr. Troelstra wil er, zoo min als de moderne ar- beidersbeweging (het Nederlandsch Vakver- bond en den Lentralen Bond van Transport- arbeiders) een politieken strijd van maken, en hij waarschuwde dan ook tegen onnoodige uitbreiding van het contlict tot andere bedrij- ven gelijk de communisten en de Syndicalis- tische vakoewegbig (met het Nationaal Ar- beids-Secretariaat en de Nederlandsche Fede- ratie van i ransportarbeiders voorop) zoo graag zouden wnlen. Die waarschuwing had eene oijzondere beteekenis, liier hi deze ver gadering van spoorwegmannen, die, immens met minder transportarbeiders zijn dan de bootwerkers. Evenmin toonde Mr. Troelstra zich begee- rig, op dit oogenblik, naar de politieke macht. Aan den partgenoot die hem, naar hij mee- deelde, dezer dagen een briei heeit geschre- ven waarin de meening wordt uitgesproken, dat het spoedig wel eens tijd kan worden dit de S. D. A. P. het bestuur des lands in han- den zou moeten nemen, kon Mr. Troelstra dan ook niet veel hoop gevea Op deze rede 13 dadelijk van de zijde der federatie een antwoord gegeven, een aatwoord dat geen twijfel overlaat omtrent de bedoelin- gen die van die zijde met deze havenarbeiders- staking voorzit. Maandagavond hield namelijk de afdeeling Amsterdam van de Nederlandsche Federatie van '1 ransportarbeiders eene Vergadering, waarin de voorzitter bouwman en de pennmg- meester Sneevliet, welbekend als deeinemers aan den geheime bolsjewistische conlerentie, net woord voerden. De eerste verzekerde, naar men heeit kunnen lezen, dat bbinen eenige weken driekwart van de bedrijven hi Neder- land zal stilliggen; en hij zeide te gelooven dat ook het spoorwegbedriji er in zal worden betrokken. Wat natuuriijk beteekent dat van syndicalistische zijde nieuwe pogiogen worden gedaan. Uitzondei'ingen zullen niet gemaakt worden, zeLjs niet voor het hongerend Wee- nenJ En ook het transport van graan mag geen uitzondering vormen. In tegendeei 1 Want als er geen graan wordt vervoerd naar de pro- vincie, zal Nederland eerder den honger ge- voelen juist de honger is noodig, om de sta king te bekorten. hoe meer het economische leven verstoord wordt, hoe eerder de staking is gewonnen. Als de stagnatie volkomen is, zal de strijd geen acht ot tien weken duren, maar dan is hij in twee of drie wegen beslist. De Federatie stuurt er dus blijkbaar, als wapen in de hand van Wijnkoop— Lenin, aan op eene algemeene werkstaking. Want men begrijpt wel dat zij den strijd niet wil bepalen tot de transportarbeiders. Er wordt propa ganda gemaakt voor allerlei groepen van ar- oeiders voor solidariteitsstakingen. Zoo onder de bouwvakarbeiders en zoo ook onder de Ge- meentewerklieden. leven maken Zoo zette J an zijn lichte last op de bank bij de kachel en voor dat de oude vrouw «van achter de tafel gekomen was, had hij de deur reeds weer achter zich dichtgetrokken, floot Slowik, den hond, en ging snel den weg terug dien hij gekomen was. Dat scheen hem in zijn benauwenis de eeni ge weg, hoewel hij niet wist, waarheen hij voeren zou. Maar een ding wist hij stellig, dat zijn moeder niemand van haar drempel wees, die hulpeloos was. Dus zou zij ook wel erbarmen hebben met de kleine, hoewel zij de dochier van Holder was en haar de gedachte uit het hoofd pra- ten, om zich het leven te beneinen. Voor hem was ze dan weliswaar toch ver- loren maar daar was nu eenmaal niets aan te veranderen, zelfs de lievg God kon daar niets aan doen. Zij was de dochter van houtvester Holder en hij de zoon van Adam Bagins.' en tusschen hen beiden stond die onzalige ee die hij gezworen had te zullen wrekeu, voor zijn kneclit. En dat kon geen wind doen weg- waaien, geen regen afwisschen, dat was het erfdeel, waarmee ze ter wereld gekomen wa ren. Maar waar bleef dan de zorgeqde hand van de Voorzienigheid, waarvan hij op school had geleerd, dat ze over de paden van elk menschenkind waakte? Hoe had die het ge- doogd, dat twee menschen, die elkander lief hadden, elkaar nog erger moesten haten dan de n^cht den dag en het water het vuur? Zoo zou je haast wel hopeloos worden en het ver- moeden krijgen, dat die menschen gelijk had den, die elke gebeurtenis dezer wereld aan een blind toeval toeschreven, een toeval, dat zich heimelijk verheugde, als het de noodlotsdaden van de afhankeKjke menschen eens fliuk in elkander geward had. En als dat zoo was, waarom moest hij dan met kleingeestige twijfelingen dulden, in Hi81 &S&-: '(3e 7tsssse Qstl 3% ss? 20^.^20 tijd tegemoet gaanl Een bloeiende Mei-aoorntak afficheert op de muren van het Stedelijk Museum, dat daar sinds Zaterdag 21 Febr. j.l. is geopend de ten- toonstelling van den Hollandschen Kunste- naarskring. Die kring bestaat uit de volgende oprichters en leden: C. Breitenstein, A. Col- not, Leo Gestel, Piet van der Hem, F. Hart Nibbrigt, C. J. Malks, Piet Mondriaan, J. Pollones, Jan Sluyters, S. L. Schwarz, Jan Toorop, Matth. Wiegman, Piet Wiegman en H. J. Woiter. Alle namen kent men wellicht niet, maar uit deze opsomming blijkt genocg dat men bier met eene groep jonge, moderne schildersj een gezelschap „nieuw-lichter8" te maken heeft. En dat blijkt ook uit het doel der vereeniging. De Hollandsche Kunstenaars- kring stelt zich namelijk ten doel het organi- seeren van eene jaarlijksche tentoonstelling te Amsterdam en tentoonstellingen in andere steden van ons land en het buitenland, van het werk zijer leden en van schilders, die d'aartoe speciaal worden uitgenoodigd, dus van geestverwanten. En hij vraagt in het bij- zonder aandacht voor de uitingen van de he- dendaagsche Hollandsche bchnderkunsthij onderwerpt de v/erken diet van het oordeel van eene jury, maar brengt ze door keuze bij elkander. Ditmaal zijn ter expositie genoodigd: Pe- trus Alma, Lisa Berg, N. Eekman, iguar Ep- per, FL A. van den Eynde, D. H. W. FTlarsti, A. Remiens, W. Schuhmacher en Charley Toorop. Het spreekt van zelf dat al het tentoonge- stelde met dadelijk onze bewondering heeft. Daarvoor is het te ongewoon, te uit-middel- puntig, te zeer in strijd met wat de traditie ons leert. Eh de.traditie ten onzent, niet slechts die van de zeventiende-eeuwsche schildersschool, maar ook die van de Haag sche school, is zeer eerbiedwaardig. Maar het leven is nu e6nmaal gelukkig geen stilstaand water. Alles vernieuwt zich, onophoudelijk. En ook de kunst heeft hehoefte aan vernieuwing, wil zij levend voor de menschheid blijven. Dus is het onze taak met belangstelling de uitin gen van onze nieuwe schuderssciiool gade te slaan. Wie met die gevoelens bezield de ten- toonsteiiing van. den Hollandschen Kunste- naarskrmg bezoekt, zal veel vinden wat zij kan waardeeren en ook velerlei dat hij kan bewonderen. Zelfs wanneer het wordt ^edoodverfd als kubistisch of futuristisch. Het verst-verwijderd van het gebruikelijke begrip' dat wij van een schilderij hebben, staat het werk van Piet Mondriaan te Parijs. Het wordt in den catalogus als „compositie" aan- geduid en in eene sonrt. van tegelplaat van bruine, roode en blauwe vierkantjes. Geen der andere schilderijen, ook niet die van ul tra's als Elsa Berg en Charley Toorop, is echter voor den oningewijde bepaald onbegrij- pelijk, zooals zoo menige voorstel ling op de tentoonstellingen van de Onafhankelijken. Men kan alleen zeggen dat de uitdrukking- wijze vreemd is. De kleuren zijn vaak onge woon schel en de tnaiuer van voorstellmg heeit soms iets naiefs, lets kifiderlijks bij wij- en, maar is zek'H origineelverraadt het hier- boven genoemde streven naar vernieuwing. Het zijn de vertegenwoordigers van eene ge- heel-meuwe Hollandsche schildersschool die men hier aantreft. De eerste-plaat. in de eerste zaal bekleedt eene groote schilderij van C. J. Maks in, „In het Atelier" genaamd die als verklaring van den naarn o.a. een naaktfiguur bevat. Dat stuk wordt geflankeerd door beeldhouwwerk van H. A. Eynde. Hij zond twee fragmenten van het beeldhouwwerk dat geplaatst is aan den ingang van het „Scheepvaarthuis" te Amsterdam, en wel „de indische Qceaan" en „de Stille Zuidzee". De plastiek is, ook weder op deze tentoonstelling van slechts door enke- le specimina vertegenwoordigd. behalve Van Eynde is er nog alleen Adrianus Remiens met eenige groote en kleine 'beelden. Vooral twee schilders treden, naast Maks, in de eerste zaal op den voorgrcud, namelijk A. Colnot en Jan Sluyters. Van den eerste zijn er o.m. behalve een aantal stillevens twee romantische landschappeneen zwaar belommerde weg met een stuk hard-blauwe lucht daarboven; en een stille bosdhvijver met een mysterieus beukenbosch daaromheen blijkbaar uit de omgeving van Bergen (N.H.). Jan Sluyters is, met winder dan zoo menig gildehroeder v66r hem (men denke ook aan Rembrandt en zijne negers) gei'nspireerd door het Oosten, en wel door eene Creoolsche, eene bekende Amsterdamsche dame, Mevr. F. plaats van met ruwe hand maar in deze or- delooze warboel in te grijpen en tot zich te trekkeu wat zijn begeerte opwekte? Voor wien had hij dan nu dit jongen leven gered? Voor een boerenlummel, wiens vader naar zijn erf deel streefde. En als die dan bij het vuur zat en zijn be- geenge blikken op hetieflijke, kleine lichaam liet rusten, dat hij in zijn armen had gehad, dan zou hij onrustig en dakloos langs den landweg loopen en om zichzelf lachen, dat hij zich toen met flauwe, bange gedachten had opgehouden, terwijl er maar van 6en ding sprake had mogen zijn: de krachtige, en doeibewuste daad Terwijl hij nu door het moeras naar zijn schuilplaats terugging, berouwde het hem, dat hij niet maar .dadelijk dezen weg was in' gestagen, toen hij nog net meisje in zijn ar men droeg. Dan hadden alle menschen, die hem nu al voor een uitvaagsel van het menschdom uitscholden, tenminste een orden- telijke grond gehad om over hem hun mond open te doen 1 Maar nu was hij een lamme oedzak, die allerlei koene besluiten nam als et rechte oogenblik om ze uit te voeren voor- bij was; die zich als een held gedroeg, maar eerst achterna met allerlei maren aankwam van: dit had je moeten doen en dat, terwijl daar buiten de slag al Jang; beslist was. Misschien zou, als zijn jeugd anders ge- weest was, alles gegaan zijn, zooals hij nu al leen maar dacht. Dus waren de vecrtien ren, die hij onder de schoolmeesters had door- gebraoht, niet zoo maar met 66n gebaar uit te wisschen, en terwijl hij in gedachten met de menschelijke stellingen en zeden brak, schitterde er door de duisternis als een zwak lichtje van hoop van verre hem toe, dat alles toch misschien nog wel ten goede zou leiden, zooals het lichtje, dat het den weg naar zijn moeder had gewezen. Wie kon weten wat tusschen die twee men- ■31, difi&frs: eft rechter der dienstboden. Het sujet bracit hem ot eene voor het Hollandsch palet ongewooe, naast Oostersche kleurenielheid. Ook W. Schuhmacher heeft deze vrouw ala „Mulattin" geschilderd. Het talrijkst is verte genwoordigd Piet Wiegman. Maar ik moet den lust weerstaan alle inzendera te beepre- ken. De tentoonstellig blijft een maand open tot 21 Maart as. Er is dus ruimschoots gelegenheid tot het „Komt ziet en oordeelt" Ondanks de felle bestrijding van verschil- ende zijden o.a. van den Vrij-liiberaal 3oissevain en den anti-revolutionnair prof. Diepenhorst is Woensdag het voorstel van B. en W. tot innchting van een CemralenLe- vensmiddelendienst aangenomen. Wethouder de Miranda heeft eenige concessies gedaan. In de eerste plaats was het ontwerp-besluit in dien zin gewijzigd, dat B. en W. er geen danco machtiging in kregen om bedrijven op te Achten en winkels te openen. En in de twee- de plaats is een amendent van de katholieke raadsfractie aangenomen om de particuliere winkeliers en cooperaties in de gelegenheid te stellen bij den gemeente) ij ken levensmiddelen- dienst hun inkoopen te doen, en zoowel de ver- koopsprijzen als de verkoopsvoorwaardea vast te stellen na overleg met de organisaties der winkeliers en met de cooperaties in de betrok- cen bedrijven. Er zijn dus voor den Middenstand belang- rijkb concessies verkregen. Maar dit neemt met weg dat de Gemeente nu eerst recht ala groot-winkelierster gaat optreden. WAGENAAR Jr. (Van onzen Parijschen oorxeapondent.) (INadruk v«rboden.) Parijs, 25 Februari 1920. icrankrijks herleving en iets over het Nieuwe Tooneel. De Empirunt National, de groote Fraiische vredesleening, die met millioenen vroolijk- getinte afifichea door heel Parijs werd aan- gekondigd zal een groot succes worden. Frankrijk het oude rijke Fxankxijk sal zich zelf heipen. Een der eerste gevolgen zal zijai stijging van de franc, die een redelooze daling beleef de die niet geheel gemotive-rd werd door den aa- oorlogtoeatand maar voor een goed deel een gevolg wag van een miaversta&n dar Fransche mentaliteit en van een oudarosehatten van't Fransche 61an. Er is een sterke beweging merkbaar tot heratel en uitbreiding van het Fransche zee- wezen. Ook dit(Louden leert het ons voor de zooveelste maal) is een zaak waarin het Fransche volk zichzelFte heipen1 heeft. Het zal zichzelf heipen. f Nieuwe doelmatige wetsbepalingen schep- pen de mogelijikheid voor gedemobiseerde klein-handelaars en kleine industrieelen om 3 percents leeningen aan te gaan bij de banques populaixes" tot een maximum van 10.000 francs. Nieuwe wetsbepalingen worden met vrucht toegepast tegen handoiaspeculatien en opdrij- ving der huurprijzen. Frankrijk toijgt zijn oude flan terug en de Franschman, de zeer individualistische Franschman, vindt terug: zijn liefde en zijn lust tot het leven. Frankrijk is een land waar niomer het tegen natuuriijke-eoromunis- me en het bot-massale bolsjewisme voat zul len winnen. De Franschman, van hoog tot laag is daartoe te voornaam van ziel, te diei>- menschelijik intelligent van wezen. Ik stel mij voor u een en ander te «chrij- ven over: De mimische kunst in Parijs. Daar vind ik aanleiding toe, niet alleen in de meer vermelde Ballets Busses, doch ook in een pantomime van Catulle MendicSs, naar een ro- man van Th6ophile Gauthier„Chand d'ha- bits", „Kleerenkoopman". In dit korte hevige mimische Pierrot-spel vond i'k terug een kunstenaar, die eanigen uwar zich misschien met mij herinneren uit den tijd dat hij, „ie Mime Farina", hij Pisuisse in het Cabaret Airtistique werkte. ,JLe Mime Farina" is naar het mij tioeschijnt een der grootste schouwspelers van onzen tijd en een vooxlooper van het tooneel der toekomst. Nlog meer dan de mimicus S6v4rin, met wien hij hier samenspeelt, weet hij de idee, waarvan hij de uitbeelder is, weer te geven in een absolute, gestyleerde, volkomen1 gesutli- meerde gestalte. Severin heeft zich in zijn nog ietwat natuxalistisch gebarenspel niet zoozeer boven het realisme weten uit te wer- schen in de groote kamer van de Broekhoeve nu voorviel en of de bruine oogen van het meisje bij zijn moeder niet meer vermochten, dan zijn koppig optreden. Dan kwam mis schien zijn moeder wel tot rede enja, wat zij eigenlijk zou moeten doen, daar aan durfde hij in het geheel niet te.denken. Maar niette- genstaande alle duistere gedachten die hij juist had gekoesterd was er in zijn hart nog iets levenaig uit den tijd, toen zijn moeder voor hem het begrip van de aardsche almacht vertegenwoordigd nad, die den jongen de gouden appels uit den kerstboom toereikte of nem in de donkere kamer opsloot, al naar hij belooning of straf had verdiend. En wie weet, misschien was ook nu haar rart geroerd en vond zij voor al zijn ellende het juiste woord, dat slechts een moeder spre- ken kon, want hier had zij alleen de macht te binden of te scheiden. Als zij datgene goed- keurde, waarnaar in den nacht vol wanhoop zijn verlangende wenschen zich uitstrekten, wie kon dan nog iets tegen hem aanvoerea?.. Zoo ging hij over moeras en heidegrondf sprong over diepe greppela en ging door go vaarlijk borrelend water, en toen hij aan de overzijde op het eiland weer vasten bodem on- 'iua De groote gedsehte, die &!lenge gsat ve3d winnen: dat kunst nooit andere heeft te zja dan echepping van binnen uit, van uit een idee, een gedachte, een ontroeringen niet: botte nabootsing der natuur, ia door Farina als enkeling even heeriijk verwerke- lijkt ala door de kunstenaaragroerp der Balletfe Bussea. Het zou mij deze maal te r&r voeren n een volledige uiteenzetting van deze mentaliteit der Buesiache Balletten ala geheel te geven. Ik wil dus in aanwluiting aan het werk van Severin en vooral van Farina deze maal nog alechte even met u cpreken over wat de groo te tooneelleider Maesine in njn individueeln uitbeeldingekunst heeft te gov en. Ik kan dan bij zijn kunsttheorie het eenvondlgvt duidelijk maken wanneer ik van Massine spreek ala uitbeelder der Pierxot-gedachte. Tmmers daar waar de Pierrot-figuur reedz vanouds uiteraard meer belichaming eenw id6e ia dab. een beperkt reeel individu zal mijn anti-realiteitsbegrip u vertrouwder zijn dan wanneer ik dadelijk kom met mijn ii- zichten omtrent een voIke men algeheele too neel bervorming, waarbij het realisme dan „ex pxincipio" gebannen sou moeten zijn. Gelooft niet dat imijn nieuwere kunstinzich- ten iets bijzondera zijn. Een Gordon Craig in Engeland en een Frits Leneveit in Holland (meer dan gij wel realiseert dankbaar-aan. vaardend publiek van. Boyaards) zijn vervuM van dezelfde gedachte evenals een Pitoeff in GenSve en de troep van den „Yieux Colora. bier" in Parijs. De drama's zelve van Shakee- peare zijn alle in ditzelfde inricht geschxeven. Doch ik kom terug op de Pierrot-uitbeel- ding omdat dit het kleinste en meest popu- laire voorbeeld is van 7ersmading van 't rea lisme. Mijn cerate indruk van sen Pieqret- creatie was die van de talentvolle Stine den Hartogh destijds bij de troep van Marie van Weatenhoven die een eohets ,,1'Enfant Pro- digue", mimeerde, met muziekbegeleiding. Toen kwam Farina bij Pisuias Eh daar an Siv6rin in het Oiympia in Parijs Terwij'l Massine ala Petrouchka de Pierrot- idee opvoerde tot een tragisch hoogtepunA schooner en ontroerender dan ik ooit zag. Beads in de groote komische balletten „Car- naval" en .JPfipiUous" was door een danser d« Pierrot geschetst in eenige korte gevoelig gestyleerde trekken. Massine gaf als Petrouchka de idee in vol- komenheid. Wat Sau was bij al dene vanehillrvds kun- stenaara de grcote 'kunstovertusgiog! Deze: Zij willen geven: do 'ntrorring de* Pierrotziel en dit niet: dooi kieine natursr lische naboot8ingen en vertoomngen van reeele episodes uit een in elkander gezsi Pierrot-bestaantje, maar do6r een samen- groepeeren van de karakteristieke, van alle toevalligheid of realisme gezuiverde, paychi- eche uitingen. S6v6rin ooncentreerde deze uitbeelding hoofdzakelijk op zijn gelaaf da: in het schelle licht van het voetlicht de heele gamma weer- gaf van de kinderlijke vreugde en de smarten van de Pierrotziel, de Dichtersziel. Massine, in het immense gebouw van Grand opera, waar zijn gelaat tot een kleine vlek werd deed het nog grooter wonder va» in gebaren, danagebaren, weer te geven, de zelfde vreugde en datzelfde leed eu dese Petrouchka-geschiedenis die geen tooneai verhaaltje was, maar een groot lyrisch gw dicht heeft dul^Aden doen eefcreien, in de groote opera van Parije. ST6FAN. der zijn voeten voelde, waa, na alle onruatige gedachten, een bijna blij vertrouwen over hem gekomen. En toen hi; zich, in Guzek'a pels gewikkeld, op zijn legerstecie uitstrekte, vlogen zijn droomen al in een Uchende en ge- lukzalige toekomst vooruit, waarop hij zoo juist nog zoo aarzelead had gehoopt. en waarin net woord van zijn moeder al tot een vanzelfsprekend wrleden behoorde Maar tusschen de twee menschen in de froote kamer van de Broekhoeve ontatond na an's vertrek een laug stilzwijgen. De oude vrouw streek met de hand over de oogen, als kon zij daar misschen uitwisschen wat zij zoo juist gezien had. Dat was imraers haar zoon geweest, die daar tot haar gfApro- WEER TERUG NAAR IND18 LANGS EEN OMWEG (De slagvelden.) I's Mlorgena 01m lowart voor acht was het ap- p61 aan 'tGare du Nord voor ons dus all zeven op en met een taxi in de grijlze ochtend. mist naar den >treinde agent van ,rCooh", kwam op't laatsue oogenblik ons de gereser- voerde plaatsen in de expres aanwijzen die erg loouid en naangeestig-danker in den regen op z'n passagiers stond te wadhten. Gelukkig hadden wij 'n reisdteken meegenomen, zoodat we niet al te veel kou leden in ons comparti- mcnt waarvan de binnenruiiten langs de gang ontbraken, zooals in heel veel Fransche tneinen, gelijk ons later bleek. Deze zijln er uit genomen om de gebroken buitenramen te ver- vangen. Onze medereizigers bleken meest En-. gelMhen' en Amerikanen te zijn, met een enkel afwijkend type die de iacie van een oprechten. vierkant-hoofdigen en steilharigen Pruis had die zeer slechit Engelsdi er geen Fransch sprak, en die door ae rest van het uit een vijf- tien tal personen bestaande gezelschap nogal ken had, en het kleine meisje, dat altijd nog op de bank bij de kachel zat, en haar met een paar schuchtere oogen aankeek, was toch d» dochter van den man, die haar man en naar zoneu had vermoord En zij keeroe zioi met om en ging niet been zooals hij, die als een hersenschim van haar verterend verlangen voor haar oogen was verschenen en weer ver- dwenen, mas zij bleef zitten en keek naar haar als naar een verdwaalden vogel, di* hier bij haar een schuilplaats zocht Fiaat en medelijden voerden tweestnjd in haar hart en bijna hief zij de hand op, om ds ongevraagde indringster de deur te wijzen. Daar zag zij, hoe de kleine onhoorbaar van naar plaats opstond en langzaam langs d» muur naar den uitgang schoof Toen overwon het medelijden in haar maar toch klonk de stem ruw, toen zij zeide: „Waarom blijf ie niet zitten met je iainmen voet? Heb ik je dan mijn huia verboden?" De kleine bleef staan en steunde met ds handen op den rand van den haard. „Och, neen. goede vrouw. Maar wat help* het mij, of ik bij u blijf en wachi tot mijn voet weer geheeld is? Ik moet toch het water inl" Daar vloog iets als een glimlach over h* karde gezicht van de oude vrouw. „Neen, neen mijn kind, niet zoo snel 1. H* water is nat en heeft geen balkcnl"....- En het fijne stemmetje, dat haar zoo tai in het hart ontroerde, zei weer: „Mijn Godl Goede vrouw dat weet ik. En ik neb wei alles overwogen. naar het kan niet anders 1 Ik zou er ook al lang geweest zijn. als uw zoon mij niet voor krankzinnig had gehouden en kierheea had gebracht, in plaats van naar het meer, zooals ik hem toch go- smeekt had. Dat alles zou niet noodig geweest zijn als ik mijn voet niet verzwikt had toen ik van huia wegliep" (Word* Tarwoljri.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 7