Db tetGiiamsctiB week.
Hooderd Ebd sd Iwlntlfsta Jasrfang.
Zaterdag 28 Febrnari.
FJDliiiLiliiUiN.
lie lioevo in 't iiroek.
ParQtcii«
mm. sn>
IX.
Hei adres aan de Regeering
intake den financieelen nood der
Gemeente(n); tiet congres der
spoorwegmannen en andermaal
eene reae van Mr. TroelstraAL-
getneene W erkstaking? Tentoon-
stelling hollandsche Kunstenaars-
kring. De Gemeente als groot-
winkeliersler.
Amsterdam heeit voor de zooveelste maal
een aores aau de Regeering gezouden, waarm
worat aaugearoagea op, wac net adres noeint
„een iioogst erosuge eu druigende zaakna-
aieiyktea oetere regeaag van de hnancieele
veraoudmg tusscaeu net Kijk ea de Uemeeute.
in de iaaiste jarea, aidus de samenvatuug
van net betoog, is de gemeente is eene positie
geKomen (eu aitzelide gfeidt natuuriijk voor
veie andere groote gemeeaten, dat, wanneer
det Ryk nog langer nalaat, haar voldoende
uitkeenngen te doen, de tmancieele toestand
een zoouantge belemmering zal zijn om de
geaieenteiijke taak dp zoo veieriei gcoied naar
nenooren te vervuilen, dat de geaieeuteiijke
werkzaandieid met iamneid geslageu zal wor-
den. De Kaad kan met gelooven dat dit de
wil der regeering zou zijn en vertrouwt dan
ook dat net tegendeei spoedig zal blijken en
de Kegeering met zal volharuen t>ij naar me-
dedeeung aau de 1 weede Kamer, dat eerst
kan women aigewacnt, welken invloed de ook
reeds sedert mutt aannaugige verruiming
van net oelastoare geoied der gemeenten
neeit. De Kaad acnt tut standpunt ten eenen-
maie onjuist en gevoelt zicn verplidhtj daarte-
geu met den meesten nadruk m verzet te ko-
meu. s Kaads inzrcnt is, dat net Kijk reeds ge-
durende tal van jaren in gedreke is in de na-
konnug van zijne geldeiijke verplicntingen
tegenover de gemeenten en dat niet alleen de
iinancieele ouistandigneden der gemeenten,
maar ook net algemeen beiang en de eiscnen
van recntvaardigneid niet gedoogen, dat net
Kijk zicn nog langer aan die verplicntingen
onitrekt.
in den loop der jaren zijn steeds zwaarder
lasten door net Kijk aan de Gemeenten opge-
legd, inzake belangeu, welke inderdaad njks-
beiangen zijn, lasten die voor Amsterdam mil-
lioenen bedragen, en vooruamelijk op de groo
te gemeenten drukken, zooals met vele cijters
wordt uiteengezet. in de eene gemeente wordt
eene groep weigestelden met een klein bedrag
belast, terwijl in de andere gemeente een niet
talrijker groep van minvermogenden een groo-
ter bedrag heeit op te brengen. Dit geldt met
name van de uitgaven voor politie, armenzorg
en onderwijs.
In alwacnting van verdere uitwerking van
bet beginsel dat deze kosten geheel door het
Rijk moeten worden gedragen, vraagt de
Raad ten alter spoedigste:
lo. volledige Kij'ksvergoeding van de uit
gaven voor bet sticnten en instandhoudeh van
scnoolgebouwen en van de terreinen voor on
derwijs in de licbamelijke opvoeding, ook voor
bestaande schoolgebouwen en vergoedmg van
50 pCt. der uitgaven van bet lager onderwijs,
na aitrek der schoolgelden;
2o. volledige terugbetaling der uitgaven
•voor de recberche, den vreemdelingendienst en
de uitvoering door de politie van bijzondere
rijkswettentezamen l1/* mililoen gulden;
3o. ontbeiiing van de gemeenten van de
kosten voor arme krankzinnigen ad/ 950.000.
Zooals gfezegd spreekt de Kaad zijn ver-
trouwen tut, dat bet gevraagde spoedig zal
worden gegeven. Het zou mij niet verwonde-
ren als dit vertrouwen ook ditmaal besChaamd
werd. Toen Minister de Vries nog wethouder
van Amsterdam was had hij den mond vol
van de nalatigheid der Regeering. In de
scherpste woorden en bij iedere gelegenheid
die hij kon aangrijpen hekelde bij die nalatig
heid. Maar de Haagsche lucht, de Regee-
rings-atmosfeer heeit hem al even vergeet-
acbtig gemaakt als zijn collega Heemskerk,
66k oud-wethouder voor de financien van Am
sterdam, 66k vurig strijder voor hare belan-
gen, zoolang hij op't Prinsenbof zat66k zon
30)
Zij glimlachte hem dankbaar tegen en leg-
de zonder aarzeling armen om zijn bals.
En werkelijk, zij had gelijk gehad, hij voelde
haar bijna niet toen bij met haar den berg at
ging-
En terwijl hij haar droeg fluisterde zij
zachtkens
,,0 lieve, beste jongen, dank je hoor! Zie
je ik (kan het niet heipen maar het gaat bu
rners niet andersDaarom is het't beste, dat
ik heenga, anders kom jij ook nog hi ellende.
Maar niet waar, nu dat alles uit is, mag ik je
nog een keer op je lieve oogen kussen? Je
hoeft er geen afschuw van te hebben want ik
heb nog nooit een ander gekust 1"
Toen brak hem bijna het hart en al verzet-
te hij er zich ook tegen, hij moest, en zocht
haar mond en dacht aan niets anders dan
dien al maar door te kussen, zoolang hij haar
in zijn armen droeg. Maar zij sloot haar
oogen ea nestelde met een glimlach haar
hoofd tegen zijn wang. Alle schuwheid was
van haar weggenomen, want het ging bu
rners naar het einde I
En zij was tevreden want nicer nog dan
haar droom was ini vervulling gegaan: Zij
had nu nog bij haar leven gekregen, wat zij
zich eerst voor haar dood gewenscbt bad...
Een duw van zijn voet de losjes gesloten
deur van de Broekhoeve opengaan, en de
oude vrouw, die in de groote kamer. eenzaam
achter haar gebedenboek zat, schrok hevig.
„Hier moeder, neem haar bij je en laat zij
er niet onder lijden, dat ik haar bij je breng.
Zij kan het niet heipenJe zal medelijden met
haar. h»hh»n_ want ze wilde een eind aan haar
nenhof resideert. Het is een toestand die een
rechtgeaard Amsterdammer wel eens het
bloed aan het koken brengt. „Uit het oog
uit het hart" schijnt voor beide Ministers te
gelden.
Oi zouden wij de zaak te zwart zien?
De spoorwegmannen vereenigd in die Ne-
derlantlsdie Vereeniging voor Spoor- en
Trampersoneel, hebben Zaterdag en Zondag
j.l. te Amsterdam belangrijke vergaderiugen
gehouden. De vergadering van Zaterdag had
ten deel een beslissing te nemen over de tor-
muleering van het standpunt der gezamenlijke
bonden inzake de verder te voeren actie voor
lotsverbetering. Overeenkomstig het voorstel
van de commissie van acht uit de verschillen-
de bonden sprak het congres als zijne meening
uit, dat door besprekbig met directie en regee
ring het mogelijk is, dat aan de bilnjke
eiscnen van net spoorwegpersoneel zal worden
voldaan. Daarnevens verklaarde de vergade
ring echter: Indien mocht blijken dat niet in
voldoende mate tegemoet gekomen wordt aan
de rechtoatige en billijke verlangens van het
personeel, zal den leden de beslissing worden
voor gelegd om als uiterste mogelijkheid
door toepassdng van scherpere middelen, spe-
ciaal het neerleggen van arbeid, het gevraag
de te vertkrijgeu.
Zondag voigde eene feestvergadering, ter
voering van het feit dat het ledental der Ver
eeniging de 20.000 heeft overschreden. Daar-
in heett Mr. P. J. Troelstra weder eene zeer
merkwaardige rede gehouden. Dat merkwaar-
dige zat vooral in de opmerkingen die de
sociaal-democratische leider maakte in ver-
band met de staking der havenarbeiders.
Hij legde er nog eens den nadruk op, dat
de strijd een loonstrijd is, een strijd om oetere
levensvoorwaarden en niets meer. M.a.w. Mr.
Troelstra wil er, zoo min als de moderne ar-
beidersbeweging (het Nederlandsch Vakver-
bond en den Lentralen Bond van Transport-
arbeiders) een politieken strijd van maken, en
hij waarschuwde dan ook tegen onnoodige
uitbreiding van het contlict tot andere bedrij-
ven gelijk de communisten en de Syndicalis-
tische vakoewegbig (met het Nationaal Ar-
beids-Secretariaat en de Nederlandsche Fede-
ratie van i ransportarbeiders voorop) zoo
graag zouden wnlen. Die waarschuwing had
eene oijzondere beteekenis, liier hi deze ver
gadering van spoorwegmannen, die, immens
met minder transportarbeiders zijn dan de
bootwerkers.
Evenmin toonde Mr. Troelstra zich begee-
rig, op dit oogenblik, naar de politieke macht.
Aan den partgenoot die hem, naar hij mee-
deelde, dezer dagen een briei heeit geschre-
ven waarin de meening wordt uitgesproken,
dat het spoedig wel eens tijd kan worden dit
de S. D. A. P. het bestuur des lands in han-
den zou moeten nemen, kon Mr. Troelstra dan
ook niet veel hoop gevea
Op deze rede 13 dadelijk van de zijde der
federatie een antwoord gegeven, een aatwoord
dat geen twijfel overlaat omtrent de bedoelin-
gen die van die zijde met deze havenarbeiders-
staking voorzit.
Maandagavond hield namelijk de afdeeling
Amsterdam van de Nederlandsche Federatie
van '1 ransportarbeiders eene Vergadering,
waarin de voorzitter bouwman en de pennmg-
meester Sneevliet, welbekend als deeinemers
aan den geheime bolsjewistische conlerentie,
net woord voerden. De eerste verzekerde, naar
men heeit kunnen lezen, dat bbinen eenige
weken driekwart van de bedrijven hi Neder-
land zal stilliggen; en hij zeide te gelooven
dat ook het spoorwegbedriji er in zal worden
betrokken. Wat natuuriijk beteekent dat van
syndicalistische zijde nieuwe pogiogen worden
gedaan. Uitzondei'ingen zullen niet gemaakt
worden, zeLjs niet voor het hongerend Wee-
nenJ En ook het transport van graan mag
geen uitzondering vormen. In tegendeei 1 Want
als er geen graan wordt vervoerd naar de pro-
vincie, zal Nederland eerder den honger ge-
voelen juist de honger is noodig, om de sta
king te bekorten. hoe meer het economische
leven verstoord wordt, hoe eerder de staking
is gewonnen. Als de stagnatie volkomen is,
zal de strijd geen acht ot tien weken duren,
maar dan is hij in twee of drie wegen beslist.
De Federatie stuurt er dus blijkbaar, als
wapen in de hand van Wijnkoop— Lenin, aan
op eene algemeene werkstaking. Want men
begrijpt wel dat zij den strijd niet wil bepalen
tot de transportarbeiders. Er wordt propa
ganda gemaakt voor allerlei groepen van ar-
oeiders voor solidariteitsstakingen. Zoo onder
de bouwvakarbeiders en zoo ook onder de Ge-
meentewerklieden.
leven maken
Zoo zette J an zijn lichte last op de bank bij
de kachel en voor dat de oude vrouw «van
achter de tafel gekomen was, had hij de deur
reeds weer achter zich dichtgetrokken, floot
Slowik, den hond, en ging snel den weg terug
dien hij gekomen was.
Dat scheen hem in zijn benauwenis de eeni
ge weg, hoewel hij niet wist, waarheen hij
voeren zou. Maar een ding wist hij stellig,
dat zijn moeder niemand van haar drempel
wees, die hulpeloos was.
Dus zou zij ook wel erbarmen hebben met
de kleine, hoewel zij de dochier van Holder
was en haar de gedachte uit het hoofd pra-
ten, om zich het leven te beneinen.
Voor hem was ze dan weliswaar toch ver-
loren maar daar was nu eenmaal niets aan te
veranderen, zelfs de lievg God kon daar niets
aan doen. Zij was de dochter van houtvester
Holder en hij de zoon van Adam Bagins.'
en tusschen hen beiden stond die onzalige ee
die hij gezworen had te zullen wrekeu, voor
zijn kneclit. En dat kon geen wind doen weg-
waaien, geen regen afwisschen, dat was het
erfdeel, waarmee ze ter wereld gekomen wa
ren.
Maar waar bleef dan de zorgeqde hand
van de Voorzienigheid, waarvan hij op school
had geleerd, dat ze over de paden van elk
menschenkind waakte? Hoe had die het ge-
doogd, dat twee menschen, die elkander lief
hadden, elkaar nog erger moesten haten dan
de n^cht den dag en het water het vuur? Zoo
zou je haast wel hopeloos worden en het ver-
moeden krijgen, dat die menschen gelijk had
den, die elke gebeurtenis dezer wereld aan een
blind toeval toeschreven, een toeval, dat zich
heimelijk verheugde, als het de noodlotsdaden
van de afhankeKjke menschen eens fliuk in
elkander geward had.
En als dat zoo was, waarom moest hij dan
met kleingeestige twijfelingen dulden, in
Hi81 &S&-: '(3e 7tsssse Qstl 3% ss? 20^.^20
tijd tegemoet gaanl
Een bloeiende Mei-aoorntak afficheert op
de muren van het Stedelijk Museum, dat daar
sinds Zaterdag 21 Febr. j.l. is geopend de ten-
toonstelling van den Hollandschen Kunste-
naarskring. Die kring bestaat uit de volgende
oprichters en leden: C. Breitenstein, A. Col-
not, Leo Gestel, Piet van der Hem, F. Hart
Nibbrigt, C. J. Malks, Piet Mondriaan, J.
Pollones, Jan Sluyters, S. L. Schwarz, Jan
Toorop, Matth. Wiegman, Piet Wiegman en
H. J. Woiter. Alle namen kent men wellicht
niet, maar uit deze opsomming blijkt genocg
dat men bier met eene groep jonge, moderne
schildersj een gezelschap „nieuw-lichter8" te
maken heeft. En dat blijkt ook uit het doel der
vereeniging. De Hollandsche Kunstenaars-
kring stelt zich namelijk ten doel het organi-
seeren van eene jaarlijksche tentoonstelling te
Amsterdam en tentoonstellingen in andere
steden van ons land en het buitenland, van
het werk zijer leden en van schilders, die
d'aartoe speciaal worden uitgenoodigd, dus
van geestverwanten. En hij vraagt in het bij-
zonder aandacht voor de uitingen van de he-
dendaagsche Hollandsche bchnderkunsthij
onderwerpt de v/erken diet van het oordeel
van eene jury, maar brengt ze door keuze bij
elkander.
Ditmaal zijn ter expositie genoodigd: Pe-
trus Alma, Lisa Berg, N. Eekman, iguar Ep-
per, FL A. van den Eynde, D. H. W. FTlarsti,
A. Remiens, W. Schuhmacher en Charley
Toorop.
Het spreekt van zelf dat al het tentoonge-
stelde met dadelijk onze bewondering heeft.
Daarvoor is het te ongewoon, te uit-middel-
puntig, te zeer in strijd met wat de traditie
ons leert. Eh de.traditie ten onzent, niet
slechts die van de zeventiende-eeuwsche
schildersschool, maar ook die van de Haag
sche school, is zeer eerbiedwaardig. Maar het
leven is nu e6nmaal gelukkig geen stilstaand
water. Alles vernieuwt zich, onophoudelijk. En
ook de kunst heeft hehoefte aan vernieuwing,
wil zij levend voor de menschheid blijven. Dus
is het onze taak met belangstelling de uitin
gen van onze nieuwe schuderssciiool gade
te slaan. Wie met die gevoelens bezield de ten-
toonsteiiing van. den Hollandschen Kunste-
naarskrmg bezoekt, zal veel vinden wat zij
kan waardeeren en ook velerlei dat hij kan
bewonderen.
Zelfs wanneer het wordt ^edoodverfd als
kubistisch of futuristisch.
Het verst-verwijderd van het gebruikelijke
begrip' dat wij van een schilderij hebben, staat
het werk van Piet Mondriaan te Parijs. Het
wordt in den catalogus als „compositie" aan-
geduid en in eene sonrt. van tegelplaat van
bruine, roode en blauwe vierkantjes. Geen
der andere schilderijen, ook niet die van ul
tra's als Elsa Berg en Charley Toorop, is
echter voor den oningewijde bepaald onbegrij-
pelijk, zooals zoo menige voorstel ling op de
tentoonstellingen van de Onafhankelijken.
Men kan alleen zeggen dat de uitdrukking-
wijze vreemd is. De kleuren zijn vaak onge
woon schel en de tnaiuer van voorstellmg
heeit soms iets naiefs, lets kifiderlijks bij wij-
en, maar is zek'H origineelverraadt het hier-
boven genoemde streven naar vernieuwing.
Het zijn de vertegenwoordigers van eene ge-
heel-meuwe Hollandsche schildersschool die
men hier aantreft.
De eerste-plaat. in de eerste zaal bekleedt
eene groote schilderij van C. J. Maks in, „In
het Atelier" genaamd die als verklaring van
den naarn o.a. een naaktfiguur bevat. Dat
stuk wordt geflankeerd door beeldhouwwerk
van H. A. Eynde. Hij zond twee fragmenten
van het beeldhouwwerk dat geplaatst is aan
den ingang van het „Scheepvaarthuis" te
Amsterdam, en wel „de indische Qceaan" en
„de Stille Zuidzee". De plastiek is, ook weder
op deze tentoonstelling van slechts door enke-
le specimina vertegenwoordigd. behalve Van
Eynde is er nog alleen Adrianus Remiens met
eenige groote en kleine 'beelden.
Vooral twee schilders treden, naast Maks,
in de eerste zaal op den voorgrcud, namelijk
A. Colnot en Jan Sluyters. Van den eerste zijn
er o.m. behalve een aantal stillevens
twee romantische landschappeneen zwaar
belommerde weg met een stuk hard-blauwe
lucht daarboven; en een stille bosdhvijver met
een mysterieus beukenbosch daaromheen
blijkbaar uit de omgeving van Bergen (N.H.).
Jan Sluyters is, met winder dan zoo menig
gildehroeder v66r hem (men denke ook aan
Rembrandt en zijne negers) gei'nspireerd
door het Oosten, en wel door eene Creoolsche,
eene bekende Amsterdamsche dame, Mevr. F.
plaats van met ruwe hand maar in deze or-
delooze warboel in te grijpen en tot zich te
trekkeu wat zijn begeerte opwekte? Voor wien
had hij dan nu dit jongen leven gered? Voor
een boerenlummel, wiens vader naar zijn erf
deel streefde.
En als die dan bij het vuur zat en zijn be-
geenge blikken op hetieflijke, kleine lichaam
liet rusten, dat hij in zijn armen had gehad,
dan zou hij onrustig en dakloos langs den
landweg loopen en om zichzelf lachen, dat
hij zich toen met flauwe, bange gedachten
had opgehouden, terwijl er maar van 6en
ding sprake had mogen zijn: de krachtige, en
doeibewuste daad
Terwijl hij nu door het moeras naar zijn
schuilplaats terugging, berouwde het hem,
dat hij niet maar .dadelijk dezen weg was in'
gestagen, toen hij nog net meisje in zijn ar
men droeg. Dan hadden alle menschen, die
hem nu al voor een uitvaagsel van het
menschdom uitscholden, tenminste een orden-
telijke grond gehad om over hem hun mond
open te doen 1 Maar nu was hij een lamme
oedzak, die allerlei koene besluiten nam als
et rechte oogenblik om ze uit te voeren voor-
bij was; die zich als een held gedroeg, maar
eerst achterna met allerlei maren aankwam
van: dit had je moeten doen en dat, terwijl
daar buiten de slag al Jang; beslist was.
Misschien zou, als zijn jeugd anders ge-
weest was, alles gegaan zijn, zooals hij nu al
leen maar dacht. Dus waren de vecrtien
ren, die hij onder de schoolmeesters had door-
gebraoht, niet zoo maar met 66n gebaar uit
te wisschen, en terwijl hij in gedachten met
de menschelijke stellingen en zeden brak,
schitterde er door de duisternis als een zwak
lichtje van hoop van verre hem toe, dat alles
toch misschien nog wel ten goede zou leiden,
zooals het lichtje, dat het den weg naar zijn
moeder had gewezen.
Wie kon weten wat tusschen die twee men-
■31, difi&frs: eft
rechter der dienstboden. Het sujet bracit hem
ot eene voor het Hollandsch palet ongewooe,
naast Oostersche kleurenielheid.
Ook W. Schuhmacher heeft deze vrouw ala
„Mulattin" geschilderd. Het talrijkst is verte
genwoordigd Piet Wiegman. Maar ik moet
den lust weerstaan alle inzendera te beepre-
ken. De tentoonstellig blijft een maand open
tot 21 Maart as. Er is dus ruimschoots
gelegenheid tot het „Komt ziet en oordeelt"
Ondanks de felle bestrijding van verschil-
ende zijden o.a. van den Vrij-liiberaal
3oissevain en den anti-revolutionnair prof.
Diepenhorst is Woensdag het voorstel van B.
en W. tot innchting van een CemralenLe-
vensmiddelendienst aangenomen. Wethouder
de Miranda heeft eenige concessies gedaan.
In de eerste plaats was het ontwerp-besluit
in dien zin gewijzigd, dat B. en W. er geen
danco machtiging in kregen om bedrijven op
te Achten en winkels te openen. En in de twee-
de plaats is een amendent van de katholieke
raadsfractie aangenomen om de particuliere
winkeliers en cooperaties in de gelegenheid te
stellen bij den gemeente) ij ken levensmiddelen-
dienst hun inkoopen te doen, en zoowel de ver-
koopsprijzen als de verkoopsvoorwaardea vast
te stellen na overleg met de organisaties der
winkeliers en met de cooperaties in de betrok-
cen bedrijven.
Er zijn dus voor den Middenstand belang-
rijkb concessies verkregen. Maar dit neemt
met weg dat de Gemeente nu eerst recht ala
groot-winkelierster gaat optreden.
WAGENAAR Jr.
(Van onzen Parijschen oorxeapondent.)
(INadruk v«rboden.)
Parijs, 25 Februari 1920.
icrankrijks herleving en iets over het Nieuwe
Tooneel.
De Empirunt National, de groote Fraiische
vredesleening, die met millioenen vroolijk-
getinte afifichea door heel Parijs werd aan-
gekondigd zal een groot succes worden.
Frankrijk het oude rijke Fxankxijk sal zich
zelf heipen.
Een der eerste gevolgen zal zijai stijging
van de franc, die een redelooze daling beleef de
die niet geheel gemotive-rd werd door den aa-
oorlogtoeatand maar voor een goed deel een
gevolg wag van een miaversta&n dar Fransche
mentaliteit en van een oudarosehatten van't
Fransche 61an.
Er is een sterke beweging merkbaar tot
heratel en uitbreiding van het Fransche zee-
wezen. Ook dit(Louden leert het ons voor
de zooveelste maal) is een zaak waarin het
Fransche volk zichzelFte heipen1 heeft. Het
zal zichzelf heipen. f
Nieuwe doelmatige wetsbepalingen schep-
pen de mogelijikheid voor gedemobiseerde
klein-handelaars en kleine industrieelen om
3 percents leeningen aan te gaan bij de
banques populaixes" tot een maximum van
10.000 francs.
Nieuwe wetsbepalingen worden met vrucht
toegepast tegen handoiaspeculatien en opdrij-
ving der huurprijzen.
Frankrijk toijgt zijn oude flan terug en de
Franschman, de zeer individualistische
Franschman, vindt terug: zijn liefde en zijn
lust tot het leven. Frankrijk is een land waar
niomer het tegen natuuriijke-eoromunis-
me en het bot-massale bolsjewisme voat zul
len winnen. De Franschman, van hoog tot
laag is daartoe te voornaam van ziel, te diei>-
menschelijik intelligent van wezen.
Ik stel mij voor u een en ander te «chrij-
ven over: De mimische kunst in Parijs. Daar
vind ik aanleiding toe, niet alleen in de meer
vermelde Ballets Busses, doch ook in een
pantomime van Catulle MendicSs, naar een ro-
man van Th6ophile Gauthier„Chand d'ha-
bits", „Kleerenkoopman".
In dit korte hevige mimische Pierrot-spel
vond i'k terug een kunstenaar, die eanigen
uwar zich misschien met mij herinneren uit
den tijd dat hij, „ie Mime Farina", hij Pisuisse
in het Cabaret Airtistique werkte.
,JLe Mime Farina" is naar het mij tioeschijnt
een der grootste schouwspelers van onzen
tijd en een vooxlooper van het tooneel der
toekomst.
Nlog meer dan de mimicus S6v4rin, met
wien hij hier samenspeelt, weet hij de idee,
waarvan hij de uitbeelder is, weer te geven in
een absolute, gestyleerde, volkomen1 gesutli-
meerde gestalte. Severin heeft zich in zijn
nog ietwat natuxalistisch gebarenspel niet
zoozeer boven het realisme weten uit te wer-
schen in de groote kamer van de Broekhoeve
nu voorviel en of de bruine oogen van het
meisje bij zijn moeder niet meer vermochten,
dan zijn koppig optreden. Dan kwam mis
schien zijn moeder wel tot rede enja, wat
zij eigenlijk zou moeten doen, daar aan durfde
hij in het geheel niet te.denken. Maar niette-
genstaande alle duistere gedachten die hij
juist had gekoesterd was er in zijn hart nog
iets levenaig uit den tijd, toen zijn moeder
voor hem het begrip van de aardsche almacht
vertegenwoordigd nad, die den jongen de
gouden appels uit den kerstboom toereikte of
nem in de donkere kamer opsloot, al naar hij
belooning of straf had verdiend.
En wie weet, misschien was ook nu haar
rart geroerd en vond zij voor al zijn ellende
het juiste woord, dat slechts een moeder spre-
ken kon, want hier had zij alleen de macht te
binden of te scheiden. Als zij datgene goed-
keurde, waarnaar in den nacht vol wanhoop
zijn verlangende wenschen zich uitstrekten,
wie kon dan nog iets tegen hem aanvoerea?..
Zoo ging hij over moeras en heidegrondf
sprong over diepe greppela en ging door go
vaarlijk borrelend water, en toen hij aan de
overzijde op het eiland weer vasten bodem on-
'iua
De groote gedsehte, die &!lenge gsat ve3d
winnen: dat kunst nooit andere heeft te zja
dan echepping van binnen uit, van uit een
idee, een gedachte, een ontroeringen niet:
botte nabootsing der natuur, ia door
Farina als enkeling even heeriijk verwerke-
lijkt ala door de kunstenaaragroerp der Balletfe
Bussea.
Het zou mij deze maal te r&r voeren n een
volledige uiteenzetting van deze mentaliteit
der Buesiache Balletten ala geheel te geven.
Ik wil dus in aanwluiting aan het werk van
Severin en vooral van Farina deze maal nog
alechte even met u cpreken over wat de groo
te tooneelleider Maesine in njn individueeln
uitbeeldingekunst heeft te gov en. Ik kan
dan bij zijn kunsttheorie het eenvondlgvt
duidelijk maken wanneer ik van Massine
spreek ala uitbeelder der Pierxot-gedachte.
Tmmers daar waar de Pierrot-figuur reedz
vanouds uiteraard meer belichaming eenw
id6e ia dab. een beperkt reeel individu zal
mijn anti-realiteitsbegrip u vertrouwder zijn
dan wanneer ik dadelijk kom met mijn ii-
zichten omtrent een voIke men algeheele too
neel bervorming, waarbij het realisme dan
„ex pxincipio" gebannen sou moeten zijn.
Gelooft niet dat imijn nieuwere kunstinzich-
ten iets bijzondera zijn. Een Gordon Craig
in Engeland en een Frits Leneveit in Holland
(meer dan gij wel realiseert dankbaar-aan.
vaardend publiek van. Boyaards) zijn vervuM
van dezelfde gedachte evenals een Pitoeff in
GenSve en de troep van den „Yieux Colora.
bier" in Parijs. De drama's zelve van Shakee-
peare zijn alle in ditzelfde inricht geschxeven.
Doch ik kom terug op de Pierrot-uitbeel-
ding omdat dit het kleinste en meest popu-
laire voorbeeld is van 7ersmading van 't rea
lisme. Mijn cerate indruk van sen Pieqret-
creatie was die van de talentvolle Stine den
Hartogh destijds bij de troep van Marie van
Weatenhoven die een eohets ,,1'Enfant Pro-
digue", mimeerde, met muziekbegeleiding.
Toen kwam Farina bij Pisuias Eh daar an
Siv6rin in het Oiympia in Parijs
Terwij'l Massine ala Petrouchka de Pierrot-
idee opvoerde tot een tragisch hoogtepunA
schooner en ontroerender dan ik ooit zag.
Beads in de groote komische balletten „Car-
naval" en .JPfipiUous" was door een danser d«
Pierrot geschetst in eenige korte gevoelig
gestyleerde trekken.
Massine gaf als Petrouchka de idee in vol-
komenheid.
Wat Sau was bij al dene vanehillrvds kun-
stenaara de grcote 'kunstovertusgiog!
Deze: Zij willen geven: do 'ntrorring de*
Pierrotziel en dit niet: dooi kieine natursr
lische naboot8ingen en vertoomngen van
reeele episodes uit een in elkander gezsi
Pierrot-bestaantje, maar do6r een samen-
groepeeren van de karakteristieke, van alle
toevalligheid of realisme gezuiverde, paychi-
eche uitingen.
S6v6rin ooncentreerde deze uitbeelding
hoofdzakelijk op zijn gelaaf da: in het schelle
licht van het voetlicht de heele gamma weer-
gaf van de kinderlijke vreugde en de smarten
van de Pierrotziel, de Dichtersziel.
Massine, in het immense gebouw van
Grand opera, waar zijn gelaat tot een kleine
vlek werd deed het nog grooter wonder va»
in gebaren, danagebaren, weer te geven, de
zelfde vreugde en datzelfde leed eu dese
Petrouchka-geschiedenis die geen tooneai
verhaaltje was, maar een groot lyrisch gw
dicht heeft dul^Aden doen eefcreien, in de
groote opera van Parije.
ST6FAN.
der zijn voeten voelde, waa, na alle onruatige
gedachten, een bijna blij vertrouwen over
hem gekomen. En toen hi; zich, in Guzek'a
pels gewikkeld, op zijn legerstecie uitstrekte,
vlogen zijn droomen al in een Uchende en ge-
lukzalige toekomst vooruit, waarop hij zoo
juist nog zoo aarzelead had gehoopt. en
waarin net woord van zijn moeder al tot een
vanzelfsprekend wrleden behoorde
Maar tusschen de twee menschen in de
froote kamer van de Broekhoeve ontatond na
an's vertrek een laug stilzwijgen.
De oude vrouw streek met de hand over de
oogen, als kon zij daar misschen uitwisschen
wat zij zoo juist gezien had. Dat was imraers
haar zoon geweest, die daar tot haar gfApro-
WEER TERUG NAAR IND18
LANGS EEN OMWEG
(De slagvelden.)
I's Mlorgena 01m lowart voor acht was het ap-
p61 aan 'tGare du Nord voor ons dus all
zeven op en met een taxi in de grijlze ochtend.
mist naar den >treinde agent van ,rCooh",
kwam op't laatsue oogenblik ons de gereser-
voerde plaatsen in de expres aanwijzen die
erg loouid en naangeestig-danker in den regen
op z'n passagiers stond te wadhten. Gelukkig
hadden wij 'n reisdteken meegenomen, zoodat
we niet al te veel kou leden in ons comparti-
mcnt waarvan de binnenruiiten langs de
gang ontbraken, zooals in heel veel Fransche
tneinen, gelijk ons later bleek. Deze zijln er uit
genomen om de gebroken buitenramen te ver-
vangen. Onze medereizigers bleken meest En-.
gelMhen' en Amerikanen te zijn, met een enkel
afwijkend type die de iacie van een oprechten.
vierkant-hoofdigen en steilharigen Pruis had
die zeer slechit Engelsdi er geen Fransch
sprak, en die door ae rest van het uit een vijf-
tien tal personen bestaande gezelschap nogal
ken had, en het kleine meisje, dat altijd nog
op de bank bij de kachel zat, en haar met een
paar schuchtere oogen aankeek, was toch d»
dochter van den man, die haar man en naar
zoneu had vermoord En zij keeroe zioi met
om en ging niet been zooals hij, die als een
hersenschim van haar verterend verlangen
voor haar oogen was verschenen en weer ver-
dwenen, mas zij bleef zitten en keek naar
haar als naar een verdwaalden vogel, di*
hier bij haar een schuilplaats zocht
Fiaat en medelijden voerden tweestnjd in
haar hart en bijna hief zij de hand op, om ds
ongevraagde indringster de deur te wijzen.
Daar zag zij, hoe de kleine onhoorbaar van
naar plaats opstond en langzaam langs d»
muur naar den uitgang schoof
Toen overwon het medelijden in haar maar
toch klonk de stem ruw, toen zij zeide:
„Waarom blijf ie niet zitten met je iainmen
voet? Heb ik je dan mijn huia verboden?"
De kleine bleef staan en steunde met ds
handen op den rand van den haard.
„Och, neen. goede vrouw. Maar wat help*
het mij, of ik bij u blijf en wachi tot mijn voet
weer geheeld is? Ik moet toch het water inl"
Daar vloog iets als een glimlach over h*
karde gezicht van de oude vrouw.
„Neen, neen mijn kind, niet zoo snel 1. H*
water is nat en heeft geen balkcnl"....-
En het fijne stemmetje, dat haar zoo tai
in het hart ontroerde, zei weer:
„Mijn Godl Goede vrouw dat weet ik. En
ik neb wei alles overwogen. naar het kan niet
anders 1 Ik zou er ook al lang geweest zijn.
als uw zoon mij niet voor krankzinnig had
gehouden en kierheea had gebracht, in plaats
van naar het meer, zooals ik hem toch go-
smeekt had. Dat alles zou niet noodig geweest
zijn als ik mijn voet niet verzwikt had toen
ik van huia wegliep"
(Word* Tarwoljri.)