De goitteicliE weei, Langs een omweg tern; naar India, Honderd Ebb bd Twlntlfste Jaargaoc. Zaterdag# 20 Maart. Alkmaursche iluislioud- en lndustrieschool. Onderwyzer of Onderwijzeres, Onderwijzeres, F til) ILL El VH. De JLLoeye in 't ttroek. In, 83, ZIJ, DIE ZICH MET 1 APRIL VOOR MINSTENS 3 MAANDEN OP DIT BLAD ABONNEEREN, ONTVANGEN DE TOT DIEN DATUM VERSCHIJNENDE NUM MERS FRANCO EN GRATIS. DE DIRECTIE. iAXGIFXJS voorie# vo«rberel«teudeu Curaiifc, de opleiding LIuu«u- en OvitnuniuaMleu, n <1 nkum Aimige en FritKie Unuilwttrkvu, Leernro (lijplouia 1/luge- rl«uaai«u, Uleuiiliode, Uul]> in do Hulalioudlng, Kiuderjnfirviiw, w Uiilp Koluiileliulzen en ouroiioaeii in teekuueu, Iraaie iiuiulwei keu, liuiieiiuuinieu, dekkeu en Uieueu, en WM»«vlieu, by r««rkeur vddr de VHcauile, op WosusdHg 34 en Vrydag 30 Mauri 34 nur en lion- dcrdag 35 Maart AOA3 nur, eii verder A5 April, in hot gebouw in de Emma- iraat. Prospectus op aanvraag. Inlichtingen worden gaaroe verstrekt door de directrice J. F. BtUMER. Aan de^URGERSCHOOL te ALKMAAR (Iloofd de heer F. J. Aukes) wordt gevraagd eea in het bezit der akten Fransch en vrije- en ordeoefeningen (onderwijzeres tevens nuttige handwerken), en een in het bozit der akten vrije- en ordeoefenin gen en nuttige handwerken. Jaarwedde volgens de wet. Stukken in te zenden aan het GEMEEN- TEBESTUUR v66r of uiterlijk op 8 April a.s. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETBOOTJDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken- nis, dat heden op de gemeente-secretarie ter inzage«»zijn gelegd de aan hen ingediende verzoeken met bijlagen van: lo. C. M. VAN LATUM, timmerman al- daar, om vergunning tot het oprichten van eene inrichting voor maehinale houtbewerking, waarin twee electro- motoren, elk van 10 P.K., voor het in beweging brengen van diverse werktui- gen, in het perceel SCHERMERWEG Wijk F, No. 1; 2o. A. OVERTO'OM, bakker aldaar, om ver gunning tot het uitbreiden van eene bakkerij, door het bijbouwen van een koekbakkerswerkplaats, waarin een elec tro-motor van 2 P.K., een amandelbreek- een eiwitkluts- en een mengmachine, achter het perceel TUINSTRAAT, Wijk E, No. 22. Bezwaren tegen deze oprichting, resp. uit braiding, kunnen worden ingediend ten Raadhuize dezer gemeente, mondeling op Vrijdag 2 April e.k., 's voormiddags te elf uur en schriftelijk v66r of op dien tijd. Ge- durende deie dagen v66r gemelden dag kun nen de verzoekers en zij, die bezwaren heb, ben ingebracht, op de secretarie dezer ge meente van de ter zake ingekomen schrift- uren kennie nemen. Alkmaar, den 18 Maart 1920. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. F. THOMSEN, Voorzitter, lo.-Burg. DONATH, Secretaris. 41) De houtvester licljtte de machtelooze hand van de stoelleuning met een gebaar alsof hij zeggen wilde: „waartoe dient nu nog dit al- les t En zij begreep die beweging. „Je hebt gelijk, waarom het nog weer op te rakelen? Ik wil tegenover jou mijn on- schuld niet bewijzen! Nu nog een ding en dat zal dan het laatste zijnAls destijds, toen de rechters hier in de kamer stonden, een van hen mij voospeld had wat voor ee;i leven wij van dat uur af zouden leiden, dan zou ik waaracbtig geroepen hebben: wij zijn schul- dig, neemt ons gevangen en sleept ons weg, mij en dezen man want tienmaal liever dood dan zulk een leven 1De kaars, die tus- schen hen in stond, was opgebrand, de pit smeulde en walmde en wierp op den muur al- lerlei trillende en dansende schaduwen. „Daar ginds zie je het nu, zie zij daar staan en mij weaken. Alle drie in hun witte hemden en op de borst hebben zij roode vlek- ken De vrouw voelde een koude rilling over haar rug loopen, maar zij vermande zich en ging naar de kast om een nieuwe kaars te Eaten. „Och onzin, dat is maar het flikkeren van 't licht Zij stak de nieuwe kaars aan de bijna uit- gedoofde vlam van de oude aan en terwijl zij het onderste eind in den kandelaar stale ge- voelde zij toch een zweem van medelijden. „Kom, laat ik je naar bed brengen, mis- schien gaat het dan wel weer wat beter." Zij pakte hem onder de armen, om hem de enkele schreden naar de alcoof te helpen, maar hij klemde zich aan de leuning van den atoel XII. Met gouden Nieuws van den Dag. 1 entoonsteOing-Daumier en Vlaamsche Kunsitenloonstei- ling. Mr. J. A. Levy f het huis van Crevenna. Het Nieuws van den Dag, dat Zondag 1.1. zijn ou-jarig juoueum vierue dankt zijn out- siaau aan ue aiauiainng van net aagblad- zegel, op 1 Juu looy. uai zegel maaxte de couranien te duur voor de groote massa, en vandaar dan ook dat in dien ujd de gewoonte van net samen lezen, net nuren en vernuren, van de couranten, bestond. De opnenters van het Nieuws, de neerea U. L. Funne en P. van ban ten, wiiden daarom vooral een goedkoop dagmad sucnten, dat tegelijk beknopt was, en desalnicttemin fieiangrijx, ondernoudend en veelzijdig. 1 lun stond net vooroeeid voor den geest van I'Lloile beige en ie teetit Journal. vooral waarscnijniijK van laatstgenoemd blad, althans er is eene merkwaaroige over- eemtomst tusscnen den naam van dat blad en dien van de venuootschap die het Nieuws uit- geeit: de Vennootscnap „De Kleine Courant." Vooral aan Ci. L. funze, die tot dusverre boeknandeiaar en uitgever te Amsterdam was geweest (uitgever o.a. van Muitatuli, zooals men weet) neert het Nieuws veel te danken genad. Dag en nactjt werkte hij aan den op- nouw van zijn blad, dat hij tot eene bloeien- de onderneming wist te maken in een tijd die wel bijzonder gunstig scheen voor de stich- ting van een nieuw, goedkoop dagblad, maar die toch ook een ander nieuw dagblad „liet Noorden", opgericht door den bocKhandelaar K. benadd (eveneens van ondernemers van de eerste stichter van de Amsterdainsche Om- nibus-Maatschappij) zag te gronde gaan. De eerste drie noofdredacteuren waren pre- dikanten en dit was zeker geen toeval. Want het Nieuws had en heeit nog steeds een ethi- schen kant (men denke aan de Zaterdagavond artikelen) en daarna was en is het vooruit strevend, zonder 'n bepaalde politieke kleur te hebben. bimou Gorter (de vader van den diciiter dr. Herman Gorter), Simon Gorter met zijn gouden pen, opende de rij der hoofd redacteuren; de tweede was de fijuzinnige schrijver van den „lrouringh voor het Jonge Holland": Hendrik de Veer. Deze werd op- gevolgd door dr. P. H. Ritter, de auteur van de „Ethisdhe en Paedagogische Fragmen ten later hoogleeraar te Utrecht; en Mans is de hooidleiding in handen van dr. C. Eas- ton, bekwaam journalist en tegelijkertijd geleerde van groote verdiensten.' Hij is de eerste echte journalist die aan het hootd van het Nieuws staat; eene omstandigheid die aan het blad in den oorlogstijd zeer te stade is gekomen. Dit zijn de hoofdredacteuren geweest, maar daarnevens dient een gansche staf van be- kwame mannen genoemd te worden. Hoeveel het Nieuws bijv. te danken heeft aan een J 1. R. Lossing, kenner van het tooneel en van oud-Amsterdam als geen ander journalist, is niet te zeggen. En Ritter vond in Ypsilon (C. van Nieveit) een waardig opvolger, voor het sChrijven van de ethi^che hoofdartikelen. Zondag 1.1. zijn alle buren uit de kranten- wijk van Amsterdam: de Nieuwe Zijds Voor- >urgwai om en bij het Post- en Telegraai- tantoor, naar het gebouw aan de Pijpen- markt getogen om geluk te wenschen. Geluk te wenschen in de eerste plaats den heer J. Funke, den tegenwoordigen directeur, zoon van den stidhter; maar daarnaast een colle- ga, den heer P. J. Appel, die van de oprich tihg af Redacteur-Binnenland is geweest, en dat n6g doet met lust. Appel is een phleg- matisch man, die misschien daardoor het ge- heim bezit van niet oud te worden. Ik herin- ner mij nog dat hij in Augustus van het vo rige jaar de eerste van zijne redactie was die op de Elta vloog. Hem ziende moet men twij- felen aan de waarheid der bewering dat d< 'oumalistiek lichaams- en zenuwsloopend is. "ieliier het levend bewijs van het tegendeel! Op Zaterdagmiddag, die meer en meer En- gelsche Zaterdag begint te worden, worden te Amsterdam vaak tentoonstellingen geopend Zaterdag 1.1. waren het er twee, namelijk de tentoonstelling betreffende Daumier en zijn tijd, ingericht door de Vereeniging „Kunst aan het Volk", in het Stedelijk Museum, en de tentoonstelling van Vlaamsche Schilder- kunst en beelldhouwwerken bij Heystee op de Heerengracht. De eerste tentoonstelling is zeker de groot- ste*en de belangrijkste. Zij geeft een volledig vast. „Neen laat mij hier blijven, ik wil niet in het donker. Daar staan zij aan mijn bed om mij op te wachten." Toen was het alsof ook haar borst van angst ineenkromp, en zij ging haastig naar de commode, waarop de lamp stond. Mis schien zouden als het in de kamer lichter werd, deze afgrijselijke visioenen voor hem verdwijnen. Hij volgde haar met de oogen en drukte de handen tegen de borst, want het minste woord dat hij sprak kostte hem de grootste inspanning van zijn laatste verdwij- nende krachten. „Vrouw je hebt zooeven zelf gezegd, dat er een tijd was dat je mij liefhad. Nu smeek ik je denk daaraan en heb nog een enkele maal medelijden met mij. Laat den pastoor voor mij halen en ik beloof je, dat ik hem niets van dat alles zal zeggenAlleen wil ik hem vragen mij te helpen bidden en ik wil hem ook vragen of het waar is, dat de goede God vergeving schenkt, als iemand zoo bitter berouw heeft over hetgeen hij gedaan heeft als ik!" Nu beefde haar hand, waarmee zij de brandende lamp naar de tafel droeg en de ballon klonk tegen den metalen rand. „Nu dan is het mij goed, als je werkelijk denkt dat het je verlichten zal?'' En terwijl zij naar het raam Hep om den knecht toe te roepen dat hij de paarden moest inspannen, bedacht zij, dat zij den stervende deze laat ste wensch zonder eenig gevaar kon vervul- len. Tegen dat de pastoor kwam, zou hier al les lang afgelbopen zijn Daar reed buiten langs de ramen een rij- tuig voor, een vrouw steeg uit en klopte aan de nuisdeur die op slot was. Van uit het licht kon zij echter niet onderscheiden wie het was. Zij opende het luikje in de deur. „Wie is daar buiten?" „Ik ben bet, vrouw Baginski en lie zou cnrenfcS1? tes St-: tsc £3*= gr Franschen carricaturist, en uit den aard der zaak ook een beeld van zijn tijd. loen Gharles Philipon m 1630 „La Cari cature1" oprichtte, werd Daumier, naar de schrijver van de lnleiding in den Catalogus (Cornelia Veen) herinnert, daaraan veruon- den. En net resuitaat was de tallooze prach- uge, politieke en sociale satiren, gepubaceerc eerst m „La Caricature", later in „La Cha- ricari". Daumier bestreed in zijn politieke ca- ricatureu als republikein en aemocraat, de regeermgen van Louis Philippe en Napoleon ill, tot de censuur dit geneel onmogelijk maakte. in de personen bestreed hij, die een onovertrolfen meester was in de portret-car- ricatuur, de stelseis en de partijen met eene ongekende felheid. in zijn overig lithografisch werk vindt men het leven van zijn tijd uitgebeeld door een groot teekenaar, die tegenjk een fijn waarnemer en een sch^ppend genie was. Dit werk wordt aangevuld door de vignetten en boekillustraties, door hem op hout geteekend, en door knappe graveurs nagesnedeu, waarin men vooral het Parijs van zijne dagen geken- sciietst ziet. In den tijd dien *hij daarvoor kon vrijmaken heett Daumier ook veel geschilderd en ge- aquarelleerd. Het is de trots van „Kuust aan het Volk" dat zij er in geslaagd is op de ze tentoonstelling ell van de circa zestig schilderijen, die van Daumier bekend zijn, bij- een te brengen. Naast Daumier vindt men op de tentoon stelling zijne tijdgenooten: Charles en Pigal; Philipon, Monmer, Grandville, Decamps, Cavarni en Travies. En ten slotte is er een vi- trine met curieuse bustes van Dahtan. Men ziet wel: ook voor anderen dan „het volk' is hier iets te leeren en te genieten! Over de Vlaamsche Kunsttentoonstelling een paar woorden. Volledig is zij niet; een aantal mzendingen die beloold waren zijn namelijk nog met aangekomen. Toch verdient zij alter aandacht. In de eerste plaats om haar doel het tot stand brengen van eene nauwere aaneensluitiug tusscnen Noord- en Auid-Nederland. Maar ook om haar inhoud. Het hooldmonument vormt het prachtige, kleurige portret van Stijn Streuvels, den Vlaamschen sclirijver, pittig, struisch kercl- tje, in zijn schildersjas staande tusschende korenveluen van zijn roooi zonnig land Mo dest Huys is dt naker. Vlak daarbij on. de bont-vervige achtei'buurt te Antwerpen van Em. Jacques Eeu heele wand wordt ingenomeu door het werk van Nackaersts, die ook meeialere laadeu blijkt geWcrkt te hebben, (n den tijd toen veie Bel- gen hier als ballingeu vertoeiden Ik denk aan zijne „Bollenvelden"aan het Zonnetje van Volendam, en vooral aan het >(Zich«t (lees Gezicht) in Amsterdam; 'n kijkje op de brug over den Singel, tusschen Haarlemmerstraat eq Nieuwendijk. Dat laatste is een juweeltje van felle kleur. Het oranje van de sinaasap- pelen op de karren der vensters en het rood van de kiosk bij bet water, vindt men ook te- rug in de kleediug van verschillende figuur- tjes, en als lichttoortaen overal. Het is inte- ressant te zieu welk een gebeel eigen en nieu- wen kijk de Vlamingea heoben op ons land en onze stadop alleriei bekende dingen die wij, Hollanders, gewend zijn te zien in een be paalde kleur, onder een bepaald licht, in een oepaalden atmosieer. Wat telkens opvalt op deze tentoonstelling en trpuwens ook in hun litteratuur is het meer uitbuudige en gedurfde, in kleur vooral. Er is ook, hier juist tegenover, een altra-moderne wand; die por- treten en een stilleven; raak van karakteris- tiek, maar primitief van uitveoring. En ten- slotte toonen de Zuid-Nederlanders wie had het trouwens anders verwacht? zich meesters in de plastiek. Eh is beeldhouwwerk van K. Bouaugure, Jozef Cantre en P. Ter- mate. Vooral trof mij: Vruchtbaarheid; ik meen van Cantre. Alles te zamen dus wel een tentoonstelling om te gaan zien, al is zij klein. Woensdagmorgen vroeg is te Amsterdam overleden de advocaat Mr. I. A. Levy, emi nent jurist; geleerd op elkl geboed dat met't staatsrecht en het maatschappelijk leven, in zijne ontwikkeling en evolutie verband houdt; machtig redenaar daarnevens. Van hem kan met meer redec dan van wien nu gezegd worden dat' hij zichzelf niet zocht. Niet in de advocatuur, want zijn streven was nooit gericht op het verwezen eener lucra- tieve practijk, en niet in de politick. Men heeft hem wel eens spottend: de dorpelwach- ter van de liberate partij genoemd. En daar- gaarne een paar woorden met u spreken in verband met orfze kinderen." De stervende had door het open venster het antwoord gehoord. Hij greep met beide han den de armleuningen van den stoel vast en probeerde op de been ie komen, maar zijn krachten waren daar niet toereikend voor. Na die mspanfling was er schuim op zijn lip- pen gekomen en ae woorden kwamen nu nog maar rochelend uit zijn keel: „Je zult haar toch niet wegzenden, vrouw!ik, wil haar sprekenen haar smeekenmij ver geving te schenken!" Ze wierp hem een kwaadaardigen blik toe. „Ik geloof waarachtig, dat je het nog klaar zoudt spelen, door je gezwets de zaak van je kind geheel te bederven!Zij kan immers evengoed morgen terugkomen". Toen zij ech- er zag hoe vqrw-ongen zijn gelaatstrekken waren en hoe er op zijn voorhoofd groote zweetdruppels stonden, begaf ook haar de kracht. Een onuitsprekelijke angst om alleen te blijven met hem overviel haar, zij nam den kandelaar van de tafel en liep haastig heen om voor de nachtelijke bezoekster de deur open te maken De oude vrouw van den Broekhof had niet eens opgelet dat de houtvester niet van zijn stoel was opgestaan em haar bij het binnen- komen te begroeten. Zij wist immers dat de man zwaar ziek was. Bovendien was zij te zeer met zich zelf bezig. Het gevoel hier te zijn in dit huis en in tegenwoordigheid van de beide menschen door wie zooveel leed en onheil over haar waren gekomen, had haar zoo overmand, dat zij al haar wilskracht noodig had om aan niets anders te denken dan aan het doel, dat haar hierheen had ge- voerd. De stoel, die haar werd aangeboden, lad zij afgewezen en nu stond zij daar en streed met de woorden die zij wilde spreken. Nu verbrak vrouw Holder het eerst het stil- zwijgen: U hadt ons gezegd, vrouw Bagins- ky, dat u ons over onze kinderen wildet spre ken?" Ja dat wilde ik 1 Maar nu ik hier ben, ont- breekt mij de kracht van zooeven toen ik al leen met mijzelf was." De houtvester hief de hand op. Hij wees naar de kast, waarin zijn medicijnfleschjes stonden en er kwam een onverstaanbaar ge- stamel uit zijn mond. Toen zag zij eerst hoe het met den man daar aan de overzijde van de iafel gesteld was en zij riep luid: „Om godswil, vrouw Holder, snelZie je dan niet dat je man sterft!" De houtvestersvrouw haalde even de schou- ders op. Een oogenblik aarzelde zij of zij den stervende den drank zou geven, die hem mis schien voor een klein oogenblik weer bij krachten zou brengen. Toen ging zij toch naar de kast en haalde de medicijn, die hem tot nu toe bij zijn aanvallen verlichting gaf. Die vrouw daarginds wist toch al genoeg, waartoe zou het dienen dat zij nog meer te wet en kwam? De houtvester dronk begeerig en zat eeni- re oogenblikken zwaar te hijgen. Toen richt- :e hij het hoofd op en het was of er weer gloed in zijn oogen was gekomen. „Ziezoo 1 Gij beiden kunt naderhand z.ls gii alleen zijt alles bespreken. Ik heb geen tijd meer. Die drie daar tegen den muur wachten al op mij en ik zie hen zelfs als ik de oogen dicht doeEn jij vrouw, ga nu de kamer uit, want ik wil met haar alleen zijn. Wees maar niet bang, ik zal alleen over mij zelf spreken 1"De houtvester; vrouw nam stil- zwijgend den kandelaar van de tafel en ging de kamer uit. De stervende zag haar na tot zij buiten de deur was en begoh toen weer te spreken. „Vrouw Baginsky, ik smeek u kom wat na- derbij, want ik kan zoo hard niet meer spre ken." Nadat zij met innerlijken weerzin aan 2n wer rvtl TOg# van het liberate beginsel was het heu ahn- mer om eigen voorueel, om het bevorderen zij- nOf. eigen politieke carriere te doen, maar al leen ae verheerlijking van het politieke Ide- aal: het liberalisme van Thorbecke, waaraan hij vasthield, gelijk hij bij de advocatuur v66r alles het Kecht in het oog vatte. Vandaar dat hij menigeen, politiek gesproken, te paard heeit genolpen, maar zell slechts korten tijd deel van het Farlement heeft uifgeraaakt. hij was in alle opzichten een beginselvast en on- baatzuchtig mensch. Ook het prolessoraat dat hem zeker toekwam heeit hij nooit ver- kregen. Groningen bood het hem eens aan maar toen weigerde hij. Hij kon niet verlaten het lntellectueeie en politiexe milieu, waarin hij hier ter stede verkeerde. Amsterdam ech ter bleef in gebreke. Het is geweldig wat mr. I .A. Levy gespro ken en geschreven heeft, om altijd weer te ge- tuigen voor zijn beginsel. Een oud graf- schrilt, v66r tijdig op hem gemaakt, luidde: „Hier ligt Levy; „Als ie niet sprak „Dan echreef ie." En iu dien spot zat zeker een kern van waarheid. Vooral in de Juristenvereeniging, waarvan hij tot in het laatst van zijn leven hij werd 84 jaar een hooggewaardeerd lid was, en daarnevens in politieke vergade- ringen, kwamen zijne groote gaven tot hun recht. Hij was een spreker van klassieke vor- ming. Wat hij zeide was altijd welverzorgd; zijn taal was keurig en bloemrijk; vol onge- dachte wendingen en sprankelend van geeat en vemuft. En hij had zooveel gelezen' en onthouden dat men gerust van hem Von zeg gen wat Von del van Vossius getuigde: „A1 wat in boekeo steekE ;,Is in dit hoofd gevaren. Vandaar dat hij zulk een geducht debater was. N6g zie ik hem v6br mijmet zijn witte bakkebaarden, zijn scherp-gesneden, tot een lach geplooideu mondzijn leveodig, schran- der oog; zijn sterk geprononceerde manier. En nog hoor ik zijn kracbtigen, welluidende baryton. Ik zie hem weer loopen in bet Am sterdam dat hem lief was; groetend naar al le zijden, want velen kenden hem, en hij ken- de er velen; ik zie hem weer zitten in het Leesmuseum, dat intellectueelc centrum van Amsterdam stichtin..- van Leinhart Falck. En ik gevoel dat er vooral een Amsterdainsche persoonlijkheid is btecgegaan. Over enkele maanden zal begonne worden met de afbraak van het olok huizen, begrensd door Nieuwe <fijda Vocrburgwai, Raadhuis- straat, Spuustraat en cate Palais Royal", welk complex met 1 Mei eigendom wordt van het Rijk. Dit stuk grond is bestemd voor de uitbreiding van het te kleine hoofdpostkan- toor. Ook het oude Nutsgebouw zal dan dus moeten verdwijnen. Reeds is bibliotheek tijde- lijk overgeplaatst naar de Vondelstraat, even- als het departement Amsterdam. Het bestuur is nog zoekende naar eene geschikte plaats- ruimte. Op het open terreiu Nassaukade bij de Helmersstraat zal later een nieuw Nuts gebouw verrijzen. Met het oude huis verdwijnt weer een merk- waardig gebouw uit Amsterdam. P. H. Wit- kamp heeft er indertiid de geschiedeuis van verteld. Bij de oude Amsterdammers is het gebouw bekend als het huis van Crevenna. Deze Crevenna was een rijke Milanees, die in het midden, der 18e eeuw te Amsterdam woonde en hier schatten verdiende met een handel in --ibak en snuif. Op den Nieuwe Zijds Voorburgwal, tegeuover het Raadhuis, deed hij, die een groot beminnaar van kunsten en wetenschappen was, eene aanzienlijke wo- ning bouwen, waar hij vele geleerden ont- ving, en schatten van wetenscnap en letteren bijeen bracht. O.a. bezat hij een rijk-voorziene bibliotheek, hoofdzakelijk uit zeldzame en voortreffelijke werken en belangrijke hand- schriften samengesteld. Daarna is het huis in handen overgegaan van een Nederlander van Fransche aflcomst, te Dutre geheeten, die te Petersburg 'n groot fortuin had gemaakt als meubelfabrikant; en derde eigenaar was de makelaar Hendrik Ozelwihgt Jr., in zijn tijd bekend door de be- werking eener reeks van Fransche opera's en vaudevilles voor t Hollandsch tooneel. Hij herschiep het gebouw in eene verkoopplaats van meubelen en andere roerende goederen. Toen Koning Lodewijk zijne resiaentie te Amsterdam vestigde werd het gebouw tot een domein des Rijks gemaakt. 't Werd nu in, richt tot de secretarie van Staat, en deze stemming hield het tot aan de omwenteling van 1810. vanwege het domein in veiling geuracht, werd 't eigendom van den makelaar Loth. Gysel- man, die bet andermaal als verkoopplaats van meubelen bezigde en in 1822 kwam het aan de beide Amsterdamsche departementea der Maatschappij tot Nut van't Algemeea. Se- dert bleef het Nutsgebouw. Er zijn oog po- gedaan om het gebouw, waarin fraaie zaalbetimmeringen voorkomen, te so*, ren. Maar dat pogen was vruchteloos. En dus moeten wij nu, belaas, de amostie tegw moet zien. „Sic transit gloria tnundil" WAGENAAR Jr. VI. LONDEN. Om een ticket naar Londen te krijgen, moesten wij eerst naar het Engelsche Passea- bureau, om een visum op onze passen te krij gen; en toen we daar kwamen, werden ws eerst naar de Parijsche Prelection de Polios verwezen, om daar een stempeltje te halen..... Nu zijn de Fransche ambtenaren wel ze6r welwillend maar't duurt toch altijd eenigs uren voor je alle trappen op en af bent ge weest, in't enonne gebouwencomplex over de Seme, niet ver van de heerlijke Sainte Cha- pelle. Een oud heertie hielp ons, en hij was zeer vriendeiijk; sprak ons in vrij goed HoJ- landsch aan, en wensch te op alleriei manio- ren ons „Goed reis", „Bon Voyage" etc...... Toen de volgende morgen't Britsche visa, waaibij de h. h. je weer eens doorgrondetel aauzagen en tegen idem zooveel shilling 'i visa gaven daarop naar Cook's, en tegen. idem zooveel francs hadden wij ons biljet via Dieppe Newhaveu, welke route ons ook op Engelsche Bureau sterk was aangeraden; Ca lais -Dover is immers nog in milhtair go- bruik, en Boulogne—Folkestone is te druk, en't wachten op de passen-contrdles duurt cu z66 lang, dat de minaer belangrijke en lao- gere verbinding over Dieppe te verkiezen ia Van den rit door Noord-Weet-Franknjk is niet veel te vertellen een enkel nog typisch- ommuurd stadje en de h&l oude boederijtjea die je overal ziet doen je voor een oogenblik leven in vervlogen dagen.zooals er in Frankrijk nog zooveel oude en ouderwetsch kon blijven bestaan omdat de zoon of dochter telkens weer den vader opvolgde in z'n be- roep en huis, zoodat er weimg nieuws be- hoetde te worden gebouwd en 'i .rie dus een kansje had om te blijven bests m, en niet werd vervangen door (nte;ar al te k!) mo- demen wansmaak! Het inschepen in Dieppe ging nogal gemak- kelijk, ondanks alLe raogelijue controles, waar- bij o. a. streng werd geinformeerd, of wij goud en zilvergeld bij ons hadden. Verder mag men per persoon slechts voor een waap- de van 1000 franc in Fransch of vreemd geld over de grens nemen en daar ik eenig Hol landsch en Engelsch geld had meegenomen voor de verdere reis, heb ik dezen keer maar zonder eenige gewetenswroeging ge« smokkeld want als je je in zoom gevtl door al te groote eerlijkheid laat verleiden, werk je je m de grootste mutere; dat heb ik al eens meer ondervouden..... De reis op de „Roven" duurt ongeveer 6 uur 't kanaal was vrij kalm, en wij stoom- den „full speed" althans de vlammen sloe- gen voortdurend eenige meters hoog uit de achterste pijp, wat vooral na't donker wor den een wel inooi gezich opleverde. maar je ook je zelf deed vragen of de bedoeling was, 't schip af te branden...„ Ik vroeg er 6£n der ialrijke Fransche matrozen naar die trou wens in Dieppe en Newhaven met&n als por- teurs voor de bagage zorgen. „Ah, monsieur ca fait rien e'est la meme chose chaque fois" was't antwoord: „pas de temps pour la reparation" En dus verbrandde een flink deel der gas- sen boven in den tunnel die dunkt mij meer nuttig effect onder de ketels konden hebbea gehaa.... In Newhaven w66r contrdle van passen m en dan een kop thee bagageonderzoek (waar drink je zulke goede thee als in Enge- landl?) in den uitstekenden expres naar Wa terloo-station. Wij hadden in onze coupd eenige Engel- sohe kostschoolmeisjes, echte „flappers", die voor de Kerstdagen en Nieuwjaar naar huis gingen, en zeer zelfstandig en onafhankelijk zich wisten te redden heur kostschool „slang" was even typisch als't taaltje onzer H. B. S.-meiskes en natuurlijk gingen ver- scheidene „Mademoiselles" over den tong zijn verzoek voldeed, ging hij fluisterend voort„Vrouw Baginsky, het is waar wat des tijds uw knecht getuigde, hoewel de rechtera mij hebben vrij gesproken. Maar ik zeg u, ik ben niet geheel alleen schuldig! Over enkelt oogenblikken sta ik voor God en gij kunt ge rust gelooven dat ik u niet wat voorlieg. Uw man heeft toen het eerst op mij geschoten!.... Zooals u weet bestond er tusschen hem en mij van den eersten dag af vijandschap en daar hij mij toen den smaad had aangedaan dat ik den hond moest dragen, stond ik hem naar het leven. Voor het oog van de menschen lag ik daags te bed en des nachts loerde ik in ha bosch op hem. Veertien nachten was ik tever- geefs buiten geweest, eindelijk kwam hjj. 1 oen ik hem zoo argeloos over de sneeuw zag aankotnen, toenwilde ik geen sluipmoord aan hem begaan, maar als beambte mija plicht doen en hem het geweer afnemen. Ik sommeerde hem zijn geweer neer te leggea, maar hij lachte, rukte het geweer van dea schouder en zeide dat ik het kon komen ha lenToen ontstond er een woordenwisse- ling, ik heb hem ook wel getergd, en toea schoot hij op mij, trof mij echter niet, want ik was achter een zwaren pijnboom gesproa- gen.... En toen.... legde ik mijn geweer aan... en hij lag in de sneeuw 1" De oude vrouw had zich in haar volls lengte opgericht en haar stem klonk hard. ,|Nu, en mijn beide zonen? Ik ben werke lijk nieuwsgierig hoe. gij u daaruit zult red den 1 Hebben die misschien ook eerst op u ge schoten, terwijl zij in't geheel geen gewerea bij zich hadden? De houtvester wendde zijn blikken schuw ter zijde en greep met zijn handen naar de keel, want het was alsof iemand hem wilde worgeu. Wordt vervolgd. lirale Curat 11 j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 5