Do DgMiiilio weeR. Bufori tVBO efl ttWfoito Jasrgasrg. Zaterdag 27 Maart. t'U 1LLET0 A. De lioeve in 't Broek. Modepraaljes v&n ©en Parisiaiin©. y* I XIII. De stille ommegang. Misdaad en straf. hotel Atlanta. Ons lager onderwijs bedreigdJ la den nacht van Zaterdag op Zondag heb ben, naar somnnge bladen neboen bericnt, de Ainsterdamsche riatholieken, der traditie ge- trouw, ter gelegenheid van bet Heilig Mira kel, den stnlen ommegang gehouden. Dit- maal bedroeg het aantal aeelnemera circa 36.000 (zes-en-dertig duizend). Wat is dat Amsteidamscbe mirakel en wat is die stille ommegang? Bij de beantwoording v<w deze vraag moe- ten wij teruggaan tot in de veertiende eeuw. In 1345 geoeurde het, naar de pastoor van het Begijnhof, Leonardus Marius, de vriend van Vondel, verhaald heeft, ,,dat een sieck man, hem tot den doodt berijdende, naer het Chnstelijcke behoor, en gebruijck het Heijlige ende Hooghwaerdige Sacrament des altaers heeit onrtanghen; doch heeit (door den over- val van de sieckte) 't seltde weder uitghe- braeckt. Dit, alzoo het onder de iluijmen, ende andere materie was vermenght, is van die Vrouwe, die den siecken man diende (trou- wens uyt onwetentheyt, overmidts sy het niet gesien en hadde) in het vier gheworpen. 't Vier brande den heelen nacht door, tot be- hoef, en de gherijf van den siecke. Nochtans des anderen daeghs, omtrent den Priemtijdt (soo spreeckt den ouwen schrijver naer het Catholijcke ghebruyck) stondt een van die Vrouwen op, ende doe sij haar jongh kindt ghekleedt hadde, kreegh sy soo grooten kou- de, in allehaer leden, dat sij by dat vier most gaen sitte, om haer te warinen. Aldus sitten- de bij den vier, en dat vier omroerende, om te beter te warmen, sach sy middel in't vier, eene 6dioone, witte ende heele Hostie, als sy haer daeghen, in den handen des Priesters hadde gesien, aenden altaer." De heilige ouwel, was dus niet verbrand, en ziedaar het Heilige Mirakel geschied, waarvoor nu nog altijd, ieder jaar, een stille ommegang wordt gedaan. Volgens de geschiedenis werd op de plaats waar het Wonder geschied was, een Kapel gesticht, de kapel der H. Stede: de nu ver dwenen Nieuwe Zijdskapel, tusschen Kalver- straat en Rokin. De Hervorming maakte van de openlijke vereering van her H. H. Sacrament van Mi rakel een einde Maar in het geheim bleef men het eerenen in het geheim bleef men ter beevaart gaan naar de Kapel le, en later naar de plek waar zij gestaan heeft. Dat geschied- de altijd in het stille morgenuur en zonder eenig uiterlijk vertoon, en bleef voortduren de 16e, 17e en 18e eeuw door tot op onze da- gen. In 1886 is aan het vrome oude gebruik nieuw leven gegeven door de oprichting van het „Gezelschap van den Stillen Ommegang." Die oprichting hield verband met het terug- vinden van den ouden processieweg. Hij liep: Van den hoofdingang der H. Stede door de Kalverstraat naar den Dam, rechtsom naar den Vijgendam, achter het Kommandantshuis om over- den Dam naar den Nieuwendijk, Nieuwendijk tot aan den Raamskooi, reclits om langs de Prins Hendrikkade, Nieuwe- brug, Nieuwebrugsteeg, Warmoesstraat, Nes, Langebrugsteeg, Langebrug, Taksteeg, rechtsom de Kalverstraat in tot aan de En- Kapelsteeg, Enge Kapelsteeg, Rokin tot ijde Kapelsteeg, Wijde Kapelsteeg linksom de Kalverstraat, tot aan den hoofdingang der H. Stede. Langs dien weg hebben ook weder in den nacht van Zaterdag op Zondag duizenden Katholieken uit Amsterdam, uit Haarlem en ar.dere plaatsen hun jaarlijkschen pelgrims- tocht gemaakt. Met dien verstande aat, na de zoogenaamde Ramskooi (een straatje tusschen Nieuwendijk en Prins Hendrikkade) verdwe- nen is (het is opgenomen in het nieuwe ge- 'fJcuTV vrtT! $9 Tvx. TSffjS) WCS o^nig«rin» gewijzigd is. Maar het karakter van den stillen ommegang is hetzelfde ge- bleven. Ala van ouds wordt op den Dam ge- beden voor Koningin en Vaderland; op de Nieuwebrug voor zeevarenden en voor hen die op zee zijn omgekomen, en op de Lange brug voor Kerk en Paus en de eenheid der Christenen. Als van oudsen dit verhoogt den indruk ook voor niet-katholieken die van deze processie getuigen zijn wordt de ge- heele weg biddend en zwijgend afgelegd, zon der eenige uiterlijke teekenen van devotie Ook aan de oude gewoonte dat alleen man- nen aan deze plechtige devotie mogen deelne- men wordt nog steeds vastgehouden. Na de Hervorming is de kapel van het Ba- gijnhof het middelpunt van de Mirakelver- eering geworden. Het hof was dicht bij de aloude Ti. Stede gelegen, en er wellicht door een, onder de Kalverstraat loopende gang mede verbonden, zooals dit blijkt geweest te zijn met het St. Lucia-Klooster, dat later tot Burgerweeshuis werd ingericht. In de kapel van het Bagijnhof werden en worden nog al tijd de overblijfsela der H. Stede bewaard. Zoo de kussens waarop, volgens overlevering, Maximiliaan bij vaart in de H. Stede 46) En toen zij goed en wel klaar was met haar zelfverlo'iciienend besluit, stond zij snel op om het tea uitvoer te brengen voor de slaper voor dhut ontwaakte. A1 de inwendig ge- schreide i/aiien deden haar hart bijna breken en het scheen haar ondragelijk zoo zonder een woord tot aischeid van hem weg te gaan. Maar zij wilde dapper blijvenZij hield nog eenmaal zijn lieve blonde krullebol door een langen afscheidsblik omvangen, toen lichtte zij reeds den voet op om over zijn lange bee- nen, die den uitgang versperden, heen te stappen. Toen gebeurde er iets, waarop zij bij haar besluit om heimelijk weg te sluipen met ge- rekend had. Slowik, de hand, die naast zijn beer lag, ridhtte zich op .en het een dreigend gebrom hooren.*Zij probeerde hem te sussen en hem te overtuigen dat hij zich vergiste als hij meende dat zij zijn baas kwaad wilde doen en zij gaf hem zacht allerlei lieve naampjes. Hii bleef echter onvermurwbaar en het hielp ook niets, of zij het nu met harde woorden ebood haar door te laten. Nu ging hij hard laffen en toen zij toch wegliep, sprong hij haar achlerna en pakte met zijn tanden haar rok beet, niet uit kwaadwilligheid, doch enkel om haar vast te houden. Maar er kwam toch een groote scheur in de dunne stof. Nu schreeuwde zij van sdhrik en er gebeurde, wat zij had willen voorkomen: Jan rekte zich uit en sloeg de oogen opHij keek slaapdron- ken om zich heen en Leentje moest hem zelfs vragen, den bond te roepen. Nu stond hij op en gaf Slowik een tik om den rok los te la- ten. Toen hij nu naar Leentje ging om haar een morgenkus te geven, zag hij in haar be- schreid gezichtje en hij begon te vermoeden, waardoor zij het met Slowik aan den stok had gekregen. Daarom wierp hij zijn getrou- we een dankbaren blik toe en nam haar hand in de zijne. enheid van zijn bee- ielde. Een andere her- innpring, de zoogenaamde Mirakelkist, die na het wonder de mirakuleuze Hostie zou heb ben bevat, is eigendom van het Burgerwees huis. Ten slotte moge er in dit verband nog aan herinnerd worden dat de vereering van het Heilige Sacrament van Mirakel in het verle- den zeker niet minder groot is geweest dan nu. Keizerlijke en Komnklijke personen, ge- leerden en kunstenaars. en duizenden geloo- vigen trokken van heinde en ver naar Amster dam. Voor de bedevaartgangers werd zelfs door de bestuurders der H. Stede op eigen kosten een weg, den „heiligen weg" aange- legd (nog voortlevend in den naam van de straat tusschen Singel en Kalverstraat), welke weg twee uur lang was, en liep van het Rokin tot aan het dorp Sloten. Deze weg werd de groote ioegang tot de stad aan de Zuidzijde, zoodat met enkel langs het water, maar ook langs den landweg kooplieden en bedevaartgangers in grooten getale bij de viering van het blijde feest naar herwaarts ter Sacraments-jaarmarkt konden stroomen en de welvaart van Amsterdam vermeerderen. Wie hieromtrent en omtrent het geheele Mirakel meer wil weten en een populairen vorm op prijs stelt, verwijs ik naar het boek- je van een mijner katholieke collega's, den heer L. van den Broeke, aan welk boekje ik ook bovenstaande bijzonderheden ontleende. Zondag 1.1. is te Amsterdam een zeer druk bezocht congres gehouden van eene nieuwe organisatie, een comity van revolutionnaire strekking, welk congres dan ook tot op zeke- re hoogte een voortzetting mocht heeten van het revolutionnair-socialistisch congres te Utrecht. Ik bedoelde de vergadering belegd door het Comite van Actie tegen de bestaan de opvattingen omtrent Misdaad en Straf. Het Comite wil namelijk wijzen op den sa- menhang der criminal iteit als massaal ver- schijnsel met het kapitalismehet wil zoo als het in de beginselverklaring heet de oogen doen opengaan voor het verband tus schen ieder positief strafrecht en den maat- schappijvorm dien het „beschermt", „verde- digt en ten derde wil het aantasten het oer- onde geloof in „de straf'; hetzij dan als maatregel van ver gelding, van afschrikking of van opvoeding en vei-betering. Er was, zooals gezegd, groote belangstel- ling voor dit congres, niet alleen onder de re volutionnaire jongeren, maar ook onder de rechtsgeleerde „bourgeoisie". Als sprekers zijn opgetreden: Mej. Clara Wichmann, met het onderwerp Misdaad, Straf en Maat- schappijdr. A. J. Resiuk, die het had over M wi ie van Menschheid, Staat cu iviiauauig^imr. D. de Lange Jr., die de vraag behandelde: „Welke rol spelen aan- leg en milieu bij het tot standkomen van den individueelen verschijningsvorm?" en de heer Lod van Mierop over: „Het recht van straffen." Deze dagen zijn bijzonderheden bekend ge worden omtrent het groote, nieuwe hotel dat te Amsterdam gebouwd zal worden, en wel aan de Stadhouderskade tusschen Von- delstraat en Overtoom. Eenigen tijd geleden „Zeg Leentje, wou je weikelijk van mii weg loopeh Zij wendde t hoofd af en zocht een uitvluoht te vinden want als zij hem de waar- heid zeide, liet hij haar toch met weggaan en zij zou zich de kans bederven, op een gunstig oogenblik haar voornemen opmeuw ten uit- i voer te brengen. Zij beweerde dus; dat Slo wik haar blijk'baar niet begrepen had. Zij wil de alleen maar vuur aanmaken om, terwijl hij sliep, het ontbijt klaar te maken. Hij zag haar met een argwanenden blik aan. „Welzoo, wilde jij iets voor het ontbijt doen? Nu, voor uit dan maar, ik iheb een ge- I wedigen honger 1 Maar een ding moet ik je toch nog zeggenwij zittea hier op een eiland en overal er om heen is water. Dit water is diep en zelfs als je de waadplaats mocht kun- nen vinden, dan zou je dat niets geven, want het water komt bij mij reeds tot onder de ar- men. Bedenk intusschen wel, dat modht je weer zulke wonderlijke plannen in je hoofdje halen als die waarvan je gisterenavond hebt gesproken, zeker iemand hij wees met de hand raar Slowik, clie redhtop zat en haar met zijn schrandere oogen aanzag laat je toch niet weggaan! Ziezoo, en kook nu eens gauw een smakelijk morgensoepje voor ons. Meel en spek zijn er genoeg en ik zal het vuur aanmaken. Nu wierp Leentje den braven Slowik een heel boozen blik toe en begon met een zucht van meel en water de ballen voor de morgen- soep te maken, terwijl Jan met een vuursteen in den haard een knappend vuurtje ontstak. Toen haalde hij een bankje uit de hut, ging daar als een echte huisheer plechtstatig zit- ten en keek met Slowik toe, hoe Leentje ijverig de pannen hanteerde, spek in dobbelsteentjes snecd en daarvan met de meelballen een geu- rig riekende soep kookte. Dat beviel hem zoo goed, dat hij zijn blikken niet van haar af kon houden en zidh nog vaster voornam, haar oifc>it weer los te laten, in weerwil van alles wat gebeurd was en misschien nog komen Dat zij zfllf van hem had willen wegloo- zeki r maar een gril, zocals kleine het midden van het complex is gelegen, eigen dom van de combinatie geworden, zoodat het geheele bloc nu een geheel kan worden. De tot standkoming van dit nieuwe h6tel Hotel Atlanta genaamd, is vooral te danken aan twee mannenaan den beer C. J. K van Aalst, president der Nederlandsche Handels- maatschappij en J. Wilmink, directeur van den Koninklijken Hollandschen Lloyd. Zij zijn de leiders van eene groote combinatie van bestuurderen van groote stoomvaart- maatschappijen, spoorwegondernemingen en enkele bankiersgroepen; eene combinatie dus gelijk aan die welke in 1866 het Amstel- lotel heeft gebouwd, en met een zelfde doel: het verschaffen van een cosmopolitisch hotel aan Amsterdam als centrum van het onder- ne wereldverkeer. Architecten van het gebouw zijn de heeren A. Jacot en W. Zinsmeister. Zij hebben zich op het terrein van 4000 vierkante meter, een hoog gebouw gedacht van negen verdiepin- fen. Daardoor wordt de beschikbare ruimte 7.526 vierkante Meter De grootste hoogte zal zijn 35 Meter. Het Atlanta-hotel zal dus een „sky-scraper" in notendop worden. De meeste Amsterdamsche gebouwen ziin niet hooger dan 22 Meter. De gevel zal geheel van zandsteen opgetrokken worden, en aan de zijde van de Stedhouder.kade zoowel als aan die van dc Vondelstraat komen ruime ter- rassen te liggen, circa 1.50 M. boven de straat. 't Spreekt wel vanzelf dat Atlanta „van al- le gemakken" zal zijn voorzien. Er komen restaurants, bar en grillroom in; apparte- menten voor meer langdurige bewoning; enz. enz. Het groote restaurant zou plaats bieden voor 400 personen; de grillroom voor 180. Dit alles is gelijkvloers gelegen. Vijf verdie- pingen bevatten niets dan grootere en kleine- re salons eet- werk- en slaapkamera, meeren- deels gecombineerd met badkamers. In het geheel zullen er 300 bedden in Atlanta be- schikbaar zijn. Wat den naam betreft: blijkbaar heeft den ondernemer het hdtel Atlantic in Hamburg als voorbeeld voor oogen gestaan. Het schijnt in de bedoeling te liggen nu vlug met bouwen te beginnen. Van 1916 af heeit men daartoe al het plan. Maar de oor- lag, die eeuwige spelbreker, kwam tusschen beiden. Van het andere h6tel-plao de combina tie die het Midden-Damtererir wil bebouwen hoort men niets meer. Tot dusver was het consortium zijn verpliruimgen n;;gekomen, maar de waarborgsoui die het of> Maart voor eene richtige itbouwing nnx w siorten heeft bet blijkbaar niet bijeeh kunneji krijgea. En zoo blijn bet Mkiden-Damterrein voor- loopig wat het al jaroi is geweest: een woes- tijn in bet hart van de stad B. en W. hebben een voorstel aan den Raad ingediend om een adres aan de Tweede Kamer te zenden inzake de salarisregeling van het onderwijzend personeel. Zij zijn niet tevreden met d<" voorzieningen die de Regee- riDg wil treffea, en dat is van Amsterdam's standpunt bezien, begrijpelijk. Want er is zoo langzamerhand eene wanverhouding ont- staan tusschen de belooningen der onderwij- zers en die van de overige gemeeute-ambtena- ren en werklieden. „De man die niijn munt- ineter komi licliten verdient meer dan ik!" zei onlangs een joug onderwijzer verbitterd tot ij. En ik kon mij z ne stemming bcgrijpen. ari 1.1. af de ambtenare-' en werklieden em premie-vrij pensioen. Men begrijpt wel dat er onder deze om- standigheden, gezien ook de booge salarissen die de banken hierterstede tegenwoordig uit- betalen, geene bijzondere animo is om bij het onderwijs te gaan en te blijven. B. en W. schrijven dan ook: Even ernstig gevaar be- dreigt het Lager Onderwijs indien niet spoe- dig eene afdoende verbetering der salarisre geling tot stand komt het aantal aanvragen om ontslag neemt hand over hand toe. In- plaats van den vroegeren trek naar Amster dam is er eene toenemende neiging te bespeu- ren om onze stad zoo spoedig mogelijk te ver- laten. Tot dusver kon nog in het meerendeel der vacaturen, die ontstonden jvorden voor zien, doordat een 40-tal tijdelijke onderwij- zers op de lijst van bij voorkeur benoembaren werden geplaatst, zonder dat door hen in alle opzichten, aan de vroeger gestelde eischen was voldaan. Hetzelfde is geschied met pl.m. 130 tijdelijke onderwijzeressen, terwijl een ge- deelte van de plaatsen, welke te wren door onderwijzers werden ingepomen," werden be- zet door benoeming van onderwijzeressea. Het aantal dezer solliritaties is thans echter zoodanig geslonken. dat oa de vervulling der thans nog bestaande vacatures de lijsten van bij voorkeur benoembaren nagenoeg wtge- put zijn. Daarnevens heeft deze maatregel rig ten gevolge gehad, dat het aantal candidaten, die beschikbaar waien, voor het vervullen van tijdelijke betrekkingen bij tijdelijke afwe- zigheid of ontstentenia van vast personeel, dermate is gedaald, dat dageluks klassen naar huis moeten worden gezonden, wegeos gebrek aan plaatsvervanger voor een wegens ziekte afwezige(n) onderwijzer(es). Wie zich nu beschikbaar stelt voor een mi- nimum-salaris van f 1000 verdwijnt natuur- lijk zoo gauw hij iets haters heeft gevonden, en van*de leerlingen die bet vorige jaar zijn afgeleverd door de Oeoieente-Kweekscliool was reeds enkele maanden geleden de helft niet, of niet meer bij het onderwijs werkzaani. Voor het toelatingsexamen voor deze Kweek- school hebben zich dit jaar (voor 40 beschik bare plaatsen) sledhts 24 candidaten aange- meld tegen 64 in 1919 en eveneens 64 in 1918. Men ziet dus wel iat er inderdaad rumor in casa is. Moge ook de Rcgeering dit besef- fen, v66r dat ons lager onderwijs, gelijk ge- vrcesd wordt, al geheel ontwrfcht ia! WAGENAAR Jr Het thans voor de onderwijzers geldende aan- vangssalaris bedraagt 1000, het eindsala- ris J 1800 (met hoofdakte 2100) voor on- gehuwden en 2300 (met hoofdakte 2600) voor gehuwden, benevens een kinderto- ilag van 40.— voor ieder kind. En zie uu eens daartegenover hoe de loonen der arheiders zijnDe gemeentewerklfeden verd enen van 29.70 per week, d.i. 1544,40 per jaar (laagste groep, orge- schoolde werklieden) tot 35.10 per week, d.i. 1825.20 per jaar (hoogste groep), ter wijl de salarissen van enkele groepen lagere ambtenaren zijn geregeld als volgt: schrijver (op 26-jarigen leeftijd) 1500 tot 1800, klerk (op 23-jarigen leeftijd) 1500 tot /2500; adjunct-commies of hoofdklerk /2000 tot 3000; adjunct-brievenchef 2500 tot 3500, commies of bureauchef 3000 tot 4000'. Bovendien i9 bmnOn 'korten tijd de verhooging van de wedden der lagere ambte- zou. pen, was meisjes die wel meer hebben. kij herxnnerde zich nu het ooge blik, dat hij haar in zijn Parijs, voorjaar *2D. VI. Ma chfere petite nifcee, is het in Holland ook al lente en neb je ook een onweerstaanbare lust om fleurige kleeren te kiezen en te dra- gen? Wat valt een oude zomergarderobe tegen, met haar verbleekte herfsttinten, die zoo leelijk afsteken bij do nieuwe, frissc kleuren van de jonge lente! 't Eerst noodige is een prettig wandelpak met een eenvoudigen nocd. Dat zijn ook zoo ongeveer de eenige kleedingstukken, waarte- genover de mode een gedecideerde houding aanneemt. De gedrapeerde robes wedijvercn weer met de wijde klokrokjes, die soms zelfs een crinoline noodig hebben om zich in a hun wijdheid uit te spannen. Bij die rokken past weer een corsage ui,t hun tijd (1840) met 't decollete in de breed te, dat de schou- ders bloot laat, terwijl het lijfje de taille nauw omsluit. Mijn couturiere, die veel modellen aan't buiteilland levert, heeft me geinviteerd vast eens een mode-show bij te woneneigen- lijk komen de paruticliere planten pas later hun keuze doen, wanneer ae mode wat stevi- ger gevestigd is en't meerdere of mindere succes van de mannequins op de coursses van Auteuil o. a. meer zekerheid geeft wat gedra- gen engeapprecieerd zal worden We zijn wat angstig ,^niskoopjes" te doen; nu de prijzen zoo extravagant zijn. Ja, jelui profiteert van den voordeeligen koers, nu de Lane 2 dubbeltjes inplaats van 2 kwartjes waard is. Maar wij arme Francises?! Toch geloof ik niet, dat de modelhuizen met veel van hun moois zullen blijven zitten. De stof-, fen alvast zijn veel te verleidelijk. Ik zag bij a£5b i&gifisA- -vsfis! Q; dESte tei volste toilette: oatwerpt «s als een „granda dame" in haar salon aan de Champs-ElyB&n ik zag daar geborduurdtal- armen van den berg naar dan Broekhof ge- dragen had en zooals zij zich toen jegens hem betoond had, scheen hern toch haar ware ge- voelen te zijn. Hij nam zich dus voor, na het ontbijt een krachtig woordje met haar te spreken, opdat zij, als hij haar daarna alleen moest laten, niet* weer tot zuike dwaasheden zou vervallen. In elk geval moest hij weg om te zien, wat er met Guzek gebeurd was. De zorg over zijn getrouwe drukte hem zwaar op het hart en hij maakte er zich nu een verwijt van, dat hij niet dadelijk weer was omgekeerd, nadat hij Leentje op het eiland in veiligheid had gebracht. Al had hij hem ook niet veel kunnen helpen, dan was het toch zijn plicht geweest, dat in de ure des gevaars de mees- ter naast zijn knecht had gesitaan Klein Leentje legde den lepel neer, waar- mee zij voor den schijn in de soep had.rond- gedraaid, terwijl Jan reeds zijn derde bord leegat en telkens weer op nieuw verklaarde, dat nog nooit in zijn leven een gerecht hem zoo goed gesmaakt had als deze door haar bereide ballenbrei Zij wachtte tot hij het bord had weggeschoven en met gebrokkeld brood de overgebleven restjes uit de pan baalde en voor Slowik het ontbijt kaar maakte, waar deze zonder bedelen als een welopgevoede bond op geWadht had. Toen keek zij hem strak aan en zeide: ,Jk moet met je spreken Jan." Hij ridhtte het hoofd op en er kwam een guitige uitdrukking in zijn oogen. Kij<k, dat treft al heel goed. Ik had mij het zelfde voorgenomenEn daar ik de man ben en reeds meen te weten wat je mij zeggen wilt, vind je het zeker wel goed dat ik het eerst 'beginNu vraag ik je in de eerste plaats, of je mij nog zoo lief hebt, als toen ik je op mijn armen naar den Broekhof heb g§- dragen Zijn toon van spreken leek haar heel wei- nig passend 'bij de verklaring, die volgen moest, maar zij hield haar oordeel nog in, want op deze laatste vraag kon zij naar waar held niets an'"era antwoorden, dan: ,.Ja, >k heb je n >g even ief en zoo het raogeijk is, nog meer!" „Welnu, dan s mmers alles in orde en meer beiboef ik niet te weten!" Hij reikte over zij stond op en dreek met de hand over haar gezicht Toen zij weer begon te spreken, keek hij haar verwonderd aan, want het kwam hem voor, alsof zij gegroeid en in dit eene oogen blik jaren ouder geworden was „Neenxer is niets in orde," zeide zij, „alles is eerder nog erger dan vroeger, want toen wisten wij niets van elkander en hebben toch geleefdZie Jan, ik heb je lief! Hoe lief, dat kan ik je niet genoeg zeggen, maar ik wilde mij toch om der wflle van jou verdrin- ken. En het zou beter zijn geweest, dat je mij destijds niet gevonden had. Dan zou ik nu rust hebben en je zoudt misschien ternauwer- nood nog aan mij denken!Hij wilde haar in de rede vallen, maar zij weerhield hem. „Spreek mij niet tegen, je had mij nog maar eenmaal gezien en nauwelijks twintig woorden met mij gesproken." „Maar gekustl" waagde hij te zeggen. Zij werd rood en maakte een afkeurend ge- baar. „Als je er telkens tusschen door spreekt, weet ik ten laatste niet meer, wat ik wilde zeggen.Nu laat het dan zoo zijn. ook ge- kust! Maar wat beteekende nu die kus? Die zou je ook wel vergeten heben en als men je later verteld had, dat het kleine ding, dat m het water ging, de dochter van den houtves- ter H61der was, dan zou je uit redhtmatige haat er zefs met toe gekomen zijn, mij een beetie te betreuren." „OCh neen, Leentje, dat is niet waar! Want toen ik je laatst onder den berk vond, was ik toch van het Broekeiland gekomen om je te zoeken !w Zij bleef echter weerstrevend. „Nu ja, maar je hadt mij toch vergeten En het heele ongeluk is gekoruen, omdat wi ons hart toen voor elkaar hebben uitgestor: en je mij daarna op je armen hebt gedragen Ik neb mij toen veraden, omdat ik vertrouw- de, dat je mij werkelijk naar het Raygrodmeer zoudt brengen. Dan zou ik nu mijn rust ge had hebben Ik weet nu geen raad meer met recipieert, zoo noemen dan vooral taffetas, effen ot ,r 'etas Menuet, dat heel soepel m en niet kreukt, taffetas Java in ruiten geweven, Fleur de ■ranee, dat den glans van satijn heeft, verder oulards, twills (meestal bedrukt met breede streepen en groote doorloopende patronen), lonan (een gelijkmatige shantuiig. ook be drukt). Van al deze soepele zijdefi stoffen waren de „petites robes" en de avondjapon- nen gemaakt; voor tailleurs is geschikter: surah (serge hindoue), faille (haiti&me), zij- den cacbemire en satin. Voor vesten is „rar dium" bedrukt met groote bloemen h^el chic Dan heb ik allerlei nieuwe wollen stoffen ge zien, die dikwijls den indruk maken gebor duurd te zijn; voor mantels het glaoue, een weefsel dat aan de Arabische burnous doet denken, heel sterk en meestal in streepen ge weven. Ruiten en streepen zijn trouwens erg „en vogue" voor tailleurs of alleen voor da rok. Kasha en kashaflor zijn.effen of bedndfr- te cachemires, berberina: eer roepele bare, serge Point-de-Croise, serge Milboule be- zaaid met stippen in ver?ebiU,inde kleur, tus schen fiine streepen „en relieF' En tusschen al die drukke weefsels wandelden mstig een paar mannequins in c^rge tsilleur" met nau- we rok en halflange mantel over een witzij- den blouse chemisier met hooge boord. De mantelkragen waren streng tauleur met re vere of ze hadden het tonneau-ropdel (wijd- rechtopstaand), of't waren shawlkrageq, die soms tot onderaan't jaquet doorliepen en waarbij dan altijd een ves+ gedragen werd van zijde (radium) of van pique de Cordoue, een gedamasseerd weefsel waarvan ook heele pakjes gemaakt warer. bij de gesreepte en ge- ruite rokken, die heel dikwijls gepiisseerd waren. Al deze stoffen vragen: weinig gar- neering, doordat ze zelf al heel decoratiel zijn. Effen stoffen worden veel regameerd tre* a-jour randen, waardoor de voering van rear trasteerende kleur heeiischijnt; een nieuws garneering vorm en de kleine ringetjes, da* precies liiken op schoenveteroogj^ en ook in de stof gekneld v/orden; ze vormen patro nen, die voor Engelsch borduui^el konden dienen. Garneering, bestaande uit koperen gordijnringen, wa -xvac eea aetwert word* gevonnd, wordt dikwijls a!» tuaiek toegepast, maar dan voor bee! gs'-'eede tn'tetten. tervnjj de vetergaatjes yMb -itoeren "- ierea. 'k Veriel je nu nog m jaa;f ,.s over de hoedenmode. heel trA: f# ik niet uitgepraa''. •- r b'-yg steeds wordt de en" fijn en grof, van zijde of van cellophane, dsl glimmend stroo itniteeri of wile aria (wasdoek), dikwijls van lint, dat meestal ae- cireerd is! Dit lint, en. trouuvms alle socorten en kleu ren1 lint zijn en vogue voor garneering. De hoeden, die ets oncindige v srecheideahekl van modelen vertoomaiClodche, toque (Egyptisch, Russisch, Elzasser model tulr band), zijn gegameerd met sirifcken en blon- men, veeren: struisveeren, iikwijls \ran onder den rand afhangend para lis en penoen. Veel heldere kleuren lint om doakere hoeden i een groote, afhangeude sirik achteiop d.o rand of op zij, veel applicatie van uitgeknipte bloemen of fruit-vormcnkersen, peren, diui- ven, in gekleurd leer op toile ciree of op zijde borduursds van stroo, maar vooral van ratfi* stroo bijv. margarieten in verechUlende kleu ren; heele toques van bloemen, alle tin ten anjere, volkomen naturalistisch nagebootsi Ik voor mij houd meer van een klein hoedje met een rand van bloemen. Ik zag er een, donkerbruin, met bijna geen rand, de bol was omgeven door een heele rand kleine bloeme- tjes in branjetinten, t geheel bedekt door een tete-de-nfegre voile (1X1 Meter) die van vo- ren over den rand hing tot onder de oogen Dat is trouwens de lengte voor een voile te genwoordig, die soms niets is dan een rechte tullen rand onder aan de hoed of een groote sluier, die geborduurd is en over rug en schoudere valt. Een volgenden keer over de japonnen. Er zal z66veel keuze zijn in stoffen en modellen, dat iedere vrouw iets voor haar figuur vindt, en een klein dikkertje geen excuus heeft „en de mode schrijft dit of dat voor", wanneer ze bij ongeluk een model voor een Juno-figuur he gekozen Maar zoo'n jong ding als jij k alles dragen en de keuze is oneindig. kan mijzelf, want ik heb immera je moeder be- lloofd, het niet weer te doen. Een ding weet ik zeker: het is gemakkelijker te sterven dan te blijven leven en te moeten scheiden van wie men lief heeft." Hij viel haar ongeduldig in de rede. „Maar kind, liefje, wie spreekt je daar van? Dat alles heb ik ook wel overdaaht. niet eenmaal, maar wel tien maal, en altijd ben ik weer tot het besluit gekomen: Als twee menschen elkaar zoo liefhebben als wij, dan is er op deze wereld niets, dat hen zou kunnen scheiden! Ik ben toch geen jongen meer en •weet wat ik zeg „0 zeker. natuurlijk! Maar dat zeg je nu. Als eerst die anderen maar eens komen en je aan het verstand brengen, dat het hemelter- gend zou zijp als je met mij zoudt trouwen, wie weet wat je dan zult zeggenEn zij heb ben ook gelijk, het-gaat werkelijk niet. Wij hebben tot nu toe nooit met ronde woorden over hetgeen tusschen ons staat gesproken, maar nu wil ik het eens helder en duidelijk zeggen. Ik ben de dochter van den houtvester Holder, en die heeft je vader en je broedere doodgeschoten. Wij weten beide, dat dit waar is, al heeft het gerecht hem toen ook vrij ge sproken. Ik weet wel, dat wij daar geen schuld aan hebben, maar antwoord mij nu, alsof het niet jezelf, maar een vreemde betrofMag Jan Baginsky, de zoon van Adam Baginsky, met dit meisje huwen Voor een vreemde zou je zeggen: neen! En nu verder: kun je mij beloven dat je van het uur af, dat wij voor het altaar staan, dit alles uit je herinnering gebannen zult hebben en je er nooit meer in je leven aan zult denken?Dat is onmoge- lijk. Geen mensch zou dit kunnen, want wat geschied is, kan nooit te niet gedaan wor- den. Daarom wil ik er je voor Behoeden, dat je er later berouw over zult hebben! Ik kan toch ook niet doen, alsof ik alleen op de we reld stond en nooit oudera heb gehad!" (Wordt vervolgd). mij

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 9