Mt loipswiitt op Maamlag 19 April 1920. .He MiiiiiH op Woensdag 21 Apiii 1920. Hoiderd Eeo on Twlitlfito Jitrgaif. |fl .^Zaterdag 3 April. te ALItMAAR, te ALKJIAAR,: Berlynsche brieven.*) FEUILLBTOH. Re iloave in't Brook. 49) Inderdaad een prachtjongen, sprekend het evenbeeld van zijn vader en van wien men wel begrijpen kon, dat hij van de schoolmees- tera was weggeloopen. En dat hij ook inner- lije op zijn vader geleek, bewees hij daardoor, dat hij met alleen kwam, maar net corpus delicti om zoo te zeggen dadelijk meebracbt, misschien om daarmee dadelijk te bewijzen, dat zijn misdaad op zijn minst genotnen ver- geeflijk was. De oude heer had beiden, om wat gedwee te worden, eerst een tijdlang aan de deur la- ten staan en intusschen in alle kalmte zijn morgensoep opgelepeld. Toen wenkte hij met de hand, dat zij uaderbij zouden komen. Beiden kwamen naar hem toe en kustep hem eerbiedig de hand. Hij liet nu het meisje op een afstand van hem staan ter lengte van een geweerloop ongeveer, zoodat zijn oogen juist zoo scherp konden zien, dat hij druklet- ters kon lezen. Hij liet zijn blikken op haar rusten en hoe 1 anger hij haar aankeek, des te beter begoa hij te begrijpen, dat zijn Wein man dit1iw« mrnje midden tuwbwv d» Bag- ftrsvg sou btjj steg in He; s®£cnt, mvu morgens den 13den Maert wakker werd en i«t afschuwelijke voorgevallene hoorde: do rtad's nachte door een militaire staatsgreep genomen, de regeering met den rijkspresident «rbij ontvluchtl Wie op straat kwam, vond ▼olkomen veranderde toestanden. Heele wij- kea waren weer in een krijgskamp veran- derd. Versperringen. Prikkeldraad, Hans had uitgehaald. Zij had oogen als een ree en haar huid had de zachte gloed van een rijpe perzik. Wel was zij wat klein, maar dat was toch eigenlijk geen overwegend gebrek en zij zou zeker nog heel wat groeien, want zij kon hoogstens zeventien of achttien jaar zijn. En bij het beschouwen en beoordeelen sprong uit de bruine oogen van dit kind iets over in zijn hart, dat hem al de strenge woor den die hij had willen spreken, deed verge- ten „Welzoo. jij bent dus Jan Baginsky, de zoon van Adam Baginsky Jan boog zijn knie en bracht nog eens de hand van aen ouden man aan zijn lippen. f,Ja, dat is zoo grootvader, en ik ben bij u gekomen om u te smeeken, of u ons beiden niet zoudt willen helpen." „Dat weet ik, mijn zoon, anders zou je wel zoo gauw niet den weg naar het Liesker huis gevouden hebben. Langer dan acht dagen ben je al in het land, zonder naar je groot vader om te hebben gezien „Daarvoor vraag ik u om vergeving, groot vader. Wat het andere betreft veroorloof ik mij op te merken, dat een man dan eerst bij anderen hulp gaat zoeken, als hij zich zeli niet meer weet te raden noch te helpen De oude-heer ricbtte het hoofd op, het be- scheiden en daarbij toch zelfbewuste ant- woaxd miahjuuyte bom ntet. 5©9l«j Zu Hasr vsr^t- „Kijk mij eens aan," voor een ding schiinen de jaren bij je schoolmeesters toch goed te zijn geweest! Je hebt geleerd je woorden te plaatsen." „Ook nog veel andere dingen, grootvader, die zooals ik hoop mij van nut kunnen. zijn als ik eenmaal o;; den Broekhof zit." „Ho, ho, mannetje, zoover zijn wij nog niet1" Jan boog eerbiedig het hoofd. „Vergeefmij, grootvader, maar het zal tod: wel zoover komen; want dit is een recht dat niemand mij kan ontnemen. Ik ben ook niet daarvoor bij u gekomen, maar omdat ik voor een andere zaak uw hulp wilde inroepen." „Ja," kwam nu Leentje snel tusschenbeide, omdat zij vreesde, dat Jan met zijn trotsch pochen op zijn recht het wel eens bij grootva der zou kunnen verkervea, „ik ben namelijk de dochter van houtvester Holder en nu weten wiiniet, of wij samen mogen trouwen." De onweerswolk, die op het voorhoofd1 van den ouden man was samengetrokken, ver- dween voor het fijne stemmetje zoo snel als zij was opgekomen. Een zeldzaaim welluidend stemmetje dat klonk als bet gezang van den nachtegaal. „Ei zoo, mijn doclitertie, je wilt dus met hem trouwen? Ik heb al eerder iemand in dit huis gehad, die ik heb moeten afraden, met een Baginsky te trouwen, ®A*r zij heeft toch vsu uu gWfcuatStlrti r»wa uus vu itassa' RECHTSZAKEN. ARRONDISSEMMENTS-RECHTBANK TE ALKMAAR, Zitting van Dinsdag 30 Maari OPLICHTING, De 21-jarige dienstbode Trijntje B., wonen- de te Enkhuizen, thans gedetineerd in het Huis van Bewaring albier, stond terecht ter zake oplichting van 2 gouden dameshorlo- ges, ten nadeele van den horlogemaker F. Be- Zij had zich op 24 Januari in den winkel van genoemden heer Bezaan vervoegd met't verzoek, haar even 2 gouden dameshorloges op zicht mede te geven en daartoe medege- bracht een briefje ten name van J. Houter, schilder, wonende Nieuwsteeg te Enkhuizen. die daarin het verzoek deed, de horloges aan het meisje mede te geven. Dit brietje was valschelijk geschreven en het meisje deed zich stilzwijgend voor als dienstbode bij genoem den heer Houter. De bedriegster beeft echter de horloges niet mede gekregen. Zij bekende thans bet feit en zegt met te weten met welk doel zij het heeft gepleegd. Reeds vrocger heeft dit meisje zich aan oueerlijkheden schul- dig gemaakt, waarvoor zij echter niet is ver- votga. Zij werd afgeschiiderd als leugeaach- tig en snoeplustig. Mej. K. tenseu, de echtgenoote van den heer Bezaan, verklaarde, dat beklaagde alleen het briefje heeft overgegeven met de woor den: „fjier is een briefje van Houter". Zij heeft niet gezegd, dat zij daar dienstbode was. Juffrouw Bezaan beeft geen gevolg gege- ven aan het verzoek. Haar man is reeds een maal op een dergelijke wijze opgelicht en nu was zij voorzichtig geworden. De heer Be zaan was aanvankelijk geneigd de horloges af. te geven. Later is hij naar den heer Houter gegaan en kwam toen tot de wetcuschap, dat net meisje daar niet diende en dat Houter van niets afwist. Hij heeft geen briefje geschreven en niemand om horloges op zicht uitgewm- den. De President vermaacde het meisje «sM het gebeurde een goede ,es te trekken. Het O. H. kon niet ved goeda van ha?fr zeg gen en vorderde 6 maanden gevangeaisstrai. Haar toegmve?«n verdedig. r, pit. i cesherg, wenschte juridtor'". atet te bsA Btet den vader van bek'-a- gde gaprosstjo, die bet meisje wei w«er ia hois wade opotonm. Hii is een kluizenaar en kon haar dtenstm goed gebruiken. Dit in tegensteHing met hetgeen in het over bekiaagde uitoebrachte rapport staat. Zij is niet van sleqitt stodflitk gcdiag. Pleiter drong aan op voorwaardehjke veroor- deeling met scherpe bijzcnderc voorwaarden. VERZET TEGEN EEN GEWEZEN VONNIS. De stoker Karel C. oud 25 jaar, thans wonende te Amsterdam, verblijvende -in de Strafgevangenis, is in verzet gekomen tegen een vonnis der Arr. Rcchthank albier, waarbij hij ter zake diefstal van konijnen is veroor- deeld tot 5 maanden gevangemsstraf ea ter zake diefstal van eenige aieraden ten nadeele van J. Krijgsman te De Rijp. Beklaagde was de verloofde van Krijgs man's werkvrouw en kwam als zoodanig bij K. over huis. Hij heeft toen weggenomen een ringetje, ee,i broche en een gouden dames- horloge. Hij heeft deze voorwerpen voor f 6 verkocbt. Beklaagde is meermalen veroor- deeld. Hij wierp nu de schuld op zijn bemin- de, de werlrvrouw. Het O. M. vorderde bekrachtiging van het vonnis. Beklaagde vrocg een voorwaardelijke straf, desnoods met 10 ]aar proeftijd. De President zeide, dat het maximum is 3 jaar. Beklaagde werd daarop weggeleid. VERNIELING. De 35-jarige fabrieksarbeider Joh. Dirk A. te Uitgeest, heeft op 18 Januari aldaar weder- rechtelijk vernield een kofifemolen en een pan, welke voorwerpen toebehoorden aan dennemer J. Rol. Het huis van Rol was afgebrand en be klaagde bevond zich op de puinhoopen. Hij kwam vloekend op de vrouw van Rol af met een koffiemolen en een pn in de hand, welke voorwerpen door hem op den grond werden stukgesmeten. Mej. Rol heeft dit gehoord, maar niet gezien. Beklaagde wist er niets van. Hij was dronken. De President noemde zijn optreden misse- lijk. Het was schandelijk wat hij deed. De blikslager Schaafsma, die belast was ftiet de bewaking van het terrein, maar den dronken wildeman zeker niet durfde verwijde- ren, heeft beklaagde den kofifemolen op den grond zien gooien E>e President zeide nogmaals, dat beklaag de zich heeft gedxagen nals een walgdijke dronkaard. De Officier zeide aanvankelijk' voornemens te zijn geweest een geldboete te vorderen, niet anders gewild!" „Meent u Hant mijnheer, dat het werkelijk niet kan?" Nu kwam er een liehte glimlach op het^ goedig gelaat van den grijsaard. Kunnen, alles kan op deze wereld. Ook dat gij samen trouwt. De hoofdzaak is ech ter, dat alles wat menscheiijk aan jullie is, voorbij gaat en zij alleen blijft bestaan. Haat en lhtde gaan voorbij, vreugde en droefheid. Ook drie en negentig jaar gaan voorbij, en blijft geen spoor van acbter. Of gij nu van elkaar scheidt of dat gij tezamen blijft, dat maakt geen onderscheid, want ook dit gaat voorbij r De oude heer had den blik naar binnen gericht en het scheen wel, alsof hij meer tot zich zelf sprak, dan tot de twee, die voor hem stonden om van hem te raad te krijgen. „Je bent een Duitsche en hij ia een Ma- soer. Je vader heeft zijn vader en zijn hroere, gedood en toch begeert hi} je tot vrouw. En ik zeg, het is goed, want gij beiden beboo rt bij elkaar. De Duirschers hebbeu de Masoe- ren wei ergers aangedaan eu toch behocren zij bij elkaar. Dit zeg ik nu ik drie en negen tig jaar oud ben, want er was een tijd, d/at ik anders dacht en deze indringers in ona, land baatte! Ale je steeds veulens trekt uit een en den- zeiideo stal, dan zal het vroeg of laat gobeu- SB aa sp 33 nnwam: men, lettendc op de houdisg van beklaagde ter zitting. Z.Ed requireerde thans 14 dagen gevangemsstraf. DIEFSTAL BIJ BRAND. De 27-jarige arbeider Petrus Tr., te Uit geest, stond tertebt ter zake diefstal van een vleeschmolen, toebeboorende aan den aanne- mer J. Rol, aldaar, zulks in den avond van 18 Januari 1920, Deze diefstal is gepleegd bij dezelfde gelegenheid, waarop de pan eh de kofifemolen werd vernield. De worstmolen was van gegalvaniseerd ijzer. De waker bij de rufne van het afgebrande perceel heeft ge zien, dat beklaagde een worstmolen in de hand had. De waarschuwing door getuige gedaan, werd brutaal beantwoord. Hij ging Het terrein af met den worstmolen in da hand. Beklaagde zeide, dat hij niet de bedoeling had om aen vleeschmolen weg te nemen. Hij wilde den molen aan Jan geven. Beklaagde behoorde bij de brandweer. Hij ia reeds een* maal met de justitie in aanraking geweeat Hij geeft toe een rtborrellje" te uebbeu dronken, want hij was erg nut vau jutten. Tegen beklaagde voidente he; G. M. I maand gevangenisstraf. Beklaagde zeide niete rich te lieblen ioega- eigend. EENVOUDIGE BELEED1GING. Joh. J., oud 49 jaar, voorwerker bij het Staatsboschbeheer. tevens onbezoldigd rijkar veldwachter, stood terecht ter zake beleedi- ging van den landbouwer Cornelia Francis te Zijpe, dien hij op 29 December beleedir gend heeft toegevoegdJe hebt het ganscho jaar over de grenasrheiding gesrroopt." 'Francis was op jacht op aen Zijperdijh, toen beklaagde op hem afkwaxu en hem deza woorden toevoegde. Beklaagde zeiae, dat hij deze woorden met direct tot beklaagde heeft gezegd. Hij heefl wel gezegd„U is hier het gehede jaar lastig geweest", en als hit had gesproken van stroo- pen, dan was dit nog geen leugen geweest. De President wees i?eklaagde er op, dat hij iets dergelijks niet aan iemand mag verwij- ten. Dat is gevaarlijk. Beklaagde moet vooral als rijksveldwachter dat in acht nemen Beklaagde zegt driftig geweest te zjjn; da politie heeft het altijd gedaan. Francis zeide, dat het on waar is, dat hfj over de grenzm heeft gestrrv^pt. De getuige Schotte Heeft de nd.eedSgaulB woorden duideiijk gei»x«t:- De duinopzkhter Braam vatkte sn gs hjken gessi Eisch 25 boete sate. aSiteaSsu DIEFSTAL VAT EEN ONDERT TALON, De whelpenhahdelaar Jan Sn worir-nde te Urk is niet vertchecen. wordt bij drg- vaarding tea laate ge.egdc diefstal van een molton bnderbroek op fl Janii&ri 1920, doelde onderbroek b-ehoorde toe aar. den vi»- scher Hessel, van Urk De bre-ek hierbovsn genoemd en nader ^^direvcn, bins te oro* gen op een hekie. Zij was onniiddeUijk doo» beklaagde in gebriiik gt»:0«n Eiscn 14 dagen gevangaaiatraf. DIEFSTAL VAN TWEE KLLMMEN. De arbeider Masman Nic de W. te Eg* mondbinnen, heeft op 13 Januari aldaar weg genomen twee klemmen, die door den oniie- zoldigd rijiksveldwachiter-jacbtopziener WiL tebrood in de duinen van jhr. Six waxen iut- gezet. Beklaagde is niet verschenen. De slager J. de Waard zeide, dat hij em klem onder het jagen bij het annenboschje heeft gevonden. Hij heeft geen kiem van zijn neef, den beklaagde, gekregen. Deze kwam op hem toe en zeide: „dat is mijn klem". Ge tuige heeft de klem mee naar huis genomen en wittebrood heeft haar als zijn eigendom herkend Eisch 1 maand gevangenisstraf. DIEFSTAL VAN TWEE PLANKEN. Adx. Corn. D., werkman te Texel, heeft op 14 Januari van het zeestrand te Texel wegge nomen 2 planken. Hij is niet als beklaagde vereehenen., doch heeft aan den rijksveldwach- ter-brigadier Groenewoud het feit bekend. De verbalisarxt heeft beklaagde ,op heeterdaad betrapt. Eisch 15 boete sube. 15 dagen hechtenis. Ook de arbeider Jan E. moest zich voor een dergelijk feit verantwoorden. Hij is even- min vereehenen. Eisch 14 dagen gevangenisstraf. DIEFSTAL VAN EEN PANTALON Maria Cath. V., huisvrouw van M., wo nende te Hoorn, heeft op 6 Januari aldaar ontvreemd een pantalon. Bedoelde pantalon was in papier gepakt en lag in den winkel van Vroom en Dreesmann. Het pakje was ver geten door mej. Schulte uit Wognum, die de Broek bij Bruggeman had gekocht. Beklaagde bevond zich in den winkel van Vroom en Dreesmann en nam het pakje van de toon- bank weg. Zij is niet vereehenen, maar heeft bij de politie bekend. Eiscn 25 boete subs. 25 dagen hechtenia. ren, dat zij gevlekt worden en dit is een tee ken, dat hun bloed slecht is geworden. Zoo is ook mijn Masoerenvolk gevlekt geworden en heeft langzamerhand van de ouders wel de gebreken, maar niet de deugden gekregen. De inannen lui en aan den drank verslaafd, de vrouwen begeerig en met allerlei slechto eigenscbappen behept. Toen kwam de Heer, die waakt over deze aarde als een trouwe huisvader over zijn erf en bracht de Duitschera in dit land. Eerst als vi.janden, daarna als voorbeeld en ten laatste ter vermenging. Menige misdaad en veel onrecht ia er gesciiied, voordat beiden in- zag;en. met welk doel de hemelsche huisvader hea bijeen gebracht had. En zoo zijt gij bei- dfjn in zijn handen ook niets meer dan een v/erktuig. Aan het gemengde ras van Duitsch fsa Masoerenbloed, dat na u komt, zal een maal de aarde naar zijn wil toebehooren en wat zich daartegen verzet, moet ondergaan..." De oude heer zweeg reeds een tijdlang en keek peinzend voor zich uit. De twee jonge menschen stonden daar stil en waagden uit eerbied nauwelijks adem te halen. Kiein Leentje vatte bet eerst weer moed. ,,Ja!, eerwaardige heer, dat is nu alles zeer iuisit, want u zegt het immers? Maar welk besluit zullen wij nu moeten nemen?" De oude heer richtte het hoofd op en tr kwam een glimlach op zijn gelaat. (Womdt varuollgsl) V* VU SBRBBL Stanie taut AFSTEMPELEN VAN BRANDSTOF FENKAARTEN TEE BEKOMING VAN REDUCTIE OF BRANDSTOFFEN. De DIRECTEUR ran het DISTKIBU- TIEBEDRIJF, dealt mede, d»t toot de ver- dereuitbetaling der REDUCTIE, DE BRANDSTOFFENKAARTEN MOEHEN WORDEN AFGESTE'MPELD en wels Dinsdag fl April van 1012 uur voor de brandstoffenn.ummers 1 tot 850. Dinsdag van 2346% uur voor de brand- etoffenummera 851 tot I56u. Woendag 7 April van 1012 uur voor de brandstof fennummers 13312250. Woenadag van 2%5 J* uur voor de brandstoffenummers 2251 tot 3000. Donderdag 8 April van 10-—12 uur voor de brandstoffennummiers 30C- 4150. Donderdag 2Va534 uur voor de brand- etoffennummers 4151 tot 4850. Vrijdag 9 April van 10- 12 uur voor de brandstoffennummers 4861 tot 5550. Vrijdag van 2Va534 uur voor de brand- etoffennummera 5551 tot 6250. Zaterdag 10 April van 10 tot 12 uur voor de resteerende brandstoffennummera. De afatempeling sal geaahieden aan bet kantoor van de Brandatoffen-Oonuniaaia, WAAGPLEIN 1. Het tijdatip waar or do Uifbetaling eal plaata babben, eal later worden bakend ga- maakt. De Directeur voornoerad, O. H, SCHNEIDERS. L Soldatenrevolutie en algemeene staking 'A door Dr. MAX OSBORN. O wij kinderen! Wij dwazen 1 Wij onverbe- terlijke optimisten. Door welken duivel beze- ten, verbeelden we ons, dat er nu eindelijk rust over ona sou komen,! De droom is uit elkaar geep'at ale eon zeep- bel. Onze hoop is sink geslagen en haar acherven bedekken den bodem. Weer wordt het doodzieke volkslichaam door koortatril- lingen gesohud, door zenuwtrekkingen en krampen1 overvallen1. Wie zal het eindelijk, na onzegbaar lijden, de reddendo geneeamidde- len reiken? Net waren wij begonnen, ons een beetje, slechts een klein beetje, te bewegen. Do xeusachtige machine van het duitsche oeco- nomisch leven, eene een bewonderd organis- me, daarna verstoord, gebroken, verroest, scheen langzaam weer in nieuwe bewegiag te komen. Voor het eerst sinde 134 iar wilde in het afschuwelijke donker, dat ous nationaal be- ataan omvangen houdt, heel in de varte een klein lichtje opflakkeren. Men geloofde, nog niet eon weg, maar tenminste toch een rich- ting te onderscheiden, waarin da d'ingen zich voorwaarts bewegen konden. Onder den bouw van de duitsche democra tic, die aanvankelijk eenigszins als in de lucht gebouwd scheen, zou zich mettortijd een fun dament vormen. De groote barometer van de wereldmarkt, die voor iedere luchtverande- ring gevoelig is, toonde de kleine verbetering reeds aan de koers van den duitschen mark, steeg voorzichtig. Daar opeenseen don- derslag uit den helderen hemel 1 Nieuwe ver- warring. Nieuwe moeilijkheden. Nieuwe aox- gen Tot nu toe kwam de maalstroom van links Nu opeens, als vereffening 66n van rechts. Wei had men haar op het laatste oogen- blik aan zien komen, maar het was toch all Deze brief is ten gevolge van het gedes- organisoerde spoorwegverkeer in Duitschland eerst nu in ons bezit gekomen. We onthouden hem toch onzen lezers niet, daar hij, als eerste van een nieuwe reeks Berlijnsehe brie- ven, welke aanvangt in deze ernstige dagen, een stemmingsbeeld daarvan geeft. (Red.) „Spaan«che ruiters''. Dienstdoende maehi- negeweren. Doortrekkende patrouilles. Voor- bijmarcheerende soldaten-afdeelingen, uitge- rust alosf zij ten velde trokken. Aan de sta- len helmen het teeken der radikaal-konser- vatieven (en niet te vergeten anti-semitische gevoelens),h et „8wastika", m et witte verf geschilderd een oud heidensch symbool dat door wonderlijke beschikkingen tot zoo'n rol geworden is. Op de daken van de bezette re- geeringsgebouwen, zelfs ook aan de ramen van privaatwoningen, vroolijk wapperend, ale was er sinds anderhalf jaar absoluut niets gebeurd, de vlaggen van het regime van Wil helm. In verscheidene straten zelfs bereden officieren, die vanaf hun paarden, de eerste oproeping van den nieuwen machthebber luid voorlezen. De toeschouwere zijn verbluft. Random ernstig-ontsteld stilzwijgen. Geen woord wordt gehoord. Men weet nog nauwelijks, wat gebeurd is, overziet nog niet den gan- schen waarzin van het misdadige dilettantis- me, dat bier weer onbezonnen met het lot van een groot volk speelt, en zijn mogelijke vreeselijke gevplgen. Men weet niet reoht: is het de noordduit- sche aard, die de op win ding in toom houden kan, of is men heelemaal niet opgewonden? De menschen zijn verhard; teveel heeft op za ingestormd sinds jaar en dag; zij kunnen niet meer. In ieder mensch gaat slechts een bepaalde maat van opwinding; hun maat is vol. Of zij zijn ook onverschillig geworden voor het ongeluk van de massa en hebben slechts hoofd voor hun eigen zaken. Nu ja, weer eene een staatsgreep! Dat zijn stroomingen, waar men dooxheen moot! Nietu aan te doen. ,iKismit" zoggen de Turken. Maar dan worden de gebeurtenissen meer voelbaar. Zelfs de onverschilligste wordt op- geschud. De groote tegenwerking tegen het militarisme begint. Algemeeno staking 1 weet men wat d at beteekent! Wij wieten het ook niet tot nu toe. Hoe- veel we ook al beleefd hebben, dat wisten we niet. De herinneringen as.n de aparte stakin- gen, die we meemaakten, verbleekten nu. De geweldige slag trekt alles uit zijn verbs s d. Nu eerst merkt men, hoe nauw de snaren van het weefsel, dat wij „openbaar leven" noemen, sluitan, hoezeer in dit fijnvertakte organisme, de functie van ieder lid van die van all© aixdere afhangt. Maar zoo zeer als alles afzonderlijk daaron- der lijdt zoo imposant is de alles meegrij- pende machtontplooiing van den passieven tegenstand, die nu bovan komt Meer en meer verzinkt de heele machine in stilstand, Als ©en Fuga begint net. Het ©erst verstom- men de oouranten aanvankelijk op bevel der nieuwe Berlijnsehe regeering, dan echter op besluit van het boekdnikkersgilde. De onzekerheid versterkt nog de verwarring. Wat gebeurt erl Niemand weet het. Wie op een of andere manier in het openbare leven staat, heeft geen rust meer. Onophoudelijk gaat de telephoon: „Wat is er voor nieuws?" „Ik heb geen idee", zeg ik terug, eerst be leefd, dan boozer. Ten slotte krijgt mijn dienstmeisje den order, de vragers te ant- woorden: „Mijnheer weet ook niete". Het arme meisje heeft moeilijke dagen gehad. Bovendien merkt men spoedig, dat een of ander luisteraar de gesprekken1 afluistert. Zoo is er plaats voor de meest zinlooze ge- ruchten, die zelfs de groteske fantasie van het waarachtig gebeurde nog overvleugelen; ze vinden overal goedgeloovigen. Het tumult groeit: De verkeersmiddelen volgen. De tram gaat niet. Men ho:it geen ratelen en knarsen meer. De ondergrond gaat niet. De stadstrein gaat niet. Maar dat is nog niets, nu wordt het nog voelbaarder, de eene verrassing volgt snel op de andere. Het gas neemt afscheid de huisviouwen zijn wanhopig. Zij kunne 1 niet koken. De waterleiding stokt. Het elec- trische licht functioneert niet. Eerst langzamerhand wordt een gerings „Ersatz" voor datgene versehaft, wat we tegenwoordig volgens de nieuwe duitsche woordkunst „levensbelangrijke bedrijven" ntoemen. Daarvoor werdt „Technische noodhulp" m biel gemaakt (dat hoort ook in de nieuwe woordkunst): soldaten, studenten, zelfs jonge scholieren van de rechtsche kringen. Hierdoor wordt toch altijd iets gereguleerd. De waterleiding begint w&ir en 6en vo<Tr 65n worden verscheidene stadswijken van licht voorzien, maar behoeftig genoeg. Het grijpt verder om zich heen. De links gtaande buxger-partijen jteunen de reuzen- staking van de arbeiders-oppositie tegen de diktatuur. van den sabel, die ongelooflijke werkingen tot stand brengt. De spoorwegen stoppen; de stations worden leeg. De post staakt geheel dat gebeurde nog nooit. De kingen houdt TUBt, In de groote restaurants leggen de kellners den arbeid neer. In de hotels ruimt niemand de kamers op. De thea ters sluiten, omdat de vakvereeniging van de tooneelspelers zich bij het geweldige pro test aansluit. Alles schijnt ingevroren, ver- stijfd, in slaap getooverd. Op straat een absoluut ongewoon rythme van het leven. Rechts en links zwarte stroo- men van menschen. Een ononderbroken op- tocht van duizenden voetgaagers. In het midden een gapende leegte. Er draait geen wieL Hoogstens raast een militaire auto met een of ander beveldrager, van de plotseling opgedoken regeering voorbij. Toen in 'it voor- jaar de Berlijnsehe transportarbeiders loon- staking hadden, doken overal „wilde voertui- gen" op, die anel op hun eigen houtje't ver- keer opnieuw organiseerden. Dit vervalt nu, want 't is 'n politieke staking. Met sombere vastbeslotenheid wordt de demonstratie vol- gehouden. Een staken, een ophouden, af- sterven in grooten kring. Wie weet, wanneer deze brief naar Holland komt. Komt hij aan, dan is dat een teeken, dat de dingen opnieuw veranderd zijn. Vandaag ziet het er, ns zes dagen, eindelijk naar uit. Belangrijker echter werd voor de Bor1 ij-r.^ohe bevolking do druk- kende vraag: hoe zal de levensmiddelenver- zorging van de millioenen menschen doorge- voerd worden? Reed*, worden de hakkerswin- kels bestormd. Iedereen koopt uit vooizorg in, wat hij krijgen kan. Ieder diaagt op zijn urenlange wandelingen door de stadi dikke pakken ondet den arm, De Berlijner wordt weer tot kind: hij „leext loopen". Hij loopt en marcheert tot hij pijn aan de heupgewrichten heeft, en dit brengt weer iets als een nieuwe geruststel- ling in de menigte. Men kan de enorme wegen van de voorste- den tot in het centrum niet te voet dravend afleggen. Men moet een beschouwende ma nier van loopen aannemen. En midden in alle verwardheid en alle toom bemerkt men, zonderling, het bevredigende van. deze aarts vaderlijke voortfbeweging. Men bemerkt din gen, die men anders over het hoofd zag, nieu we details van de enorme leelijkheid en sma- keloosheid van de modem© bouwerij, maar ook de bekoorlijke reeten van oude Berlijn sehe huizen en hoekjes En allea wat anders vreemd aan elkaar voorbij joes, voelt zich nu als leden van eer. groote faroilie. Otibekenden spreken elkaar aan en vertollon elkaar d© nog niet bekende nieuwtjea. Op 'c hoeken weer de uit.de woelingen vast verleder. jaar be kende tooneelen: kleine elubjes vac; debat- teereuden, die zich plotseling ophoepEa, an bet midden twee woordvoerenden, «n wienj dialoog zich snel dichte menscbenmassa's vormen. Zij worden groote# en zwellen aon. Uit het gesprek komt ecu .r>!oop voort Er vallen opgewo nden woorden. At men zwaaion en vpisten ballen zich. 's Avonds verzinkt de stad bijna geheel in het donker. De zenuwachtigheid wordt groo- ter. Men hoort van relletjes. Hier en daar vallen schoten, knettert het tik-tak van d j machinegeweren. Vanuit Spandau dreunt ds dompo klank van een artylerieschot. Wat trilt daar ver aan den hemel? Ah, de weer- schijn van een liehtkogel! Of daar: de licht schijn van een s'.hijnwarper spioneert over de daken. Ooor logs tooneelen doemen opt Men hoort van gewonden, van dooden! Wat is er gebe cd? Wat zal er nog gebeuxen? Zal het verstand zege. ieren, voordat nog meer onheil en afgrijselijks aangorioht is! Maar heelemaal is de Berlijner ondanks alles, niet uit het'evenwicht te brengen. In zoover de staking het beroep niet aanxaakt, probeert ieder to werken en in het werk brood en afleiding te vinden. Dit vliil;gste slag van menschen kan niet heelemaal wer- keloos zijn. Het blijft bij de oude waarheid1: dat men alles kan doodelaan, maar het leven zelf niet. In deze sjmbexhoid gloeit als een klein lampje zelfs het gezellige verkeer door. *s Avonds het pikdonker men kan, als men een man is, beroofd, als men een vrouw is, gekust worden, en men zal nooit kunnen vaststellen, door wien maar drar sluipen zij toch over de straten, gaan tastend naar hun vrienden, om' bij kaarslicht dioht bij elkaar te zitten en zich uit te spreken. Vandaag schemert een beetje hoop. Juist terwijl ik dit schrijf, klinkt uit de verte mili taire muziek: de troepen, waarop de nieuwe regeering steunt, trekken af. Er bestaat geen twijfel meer: de dcmocra- tische gedachte heeft de roactionaire bowe- ging snel overwonnen. Dat is de werkelijk- heid en de waard© van deze dagen, zonder evenbeeld, dat de jonge Duitsche democratie, die zware eerste proef op haar innerlijke waarachtigheid1 erv op de kracht van haar uiterlijk bestaan, te boven gekomen is; Zonder twijfel: nieuwe zorgen komen op. Spanningen, nieuwe verwikkelingen en strijd worden dreigend aangekondigd' en nog is het mogelijk, dat de vreemde operette van Kapp en consorten in een bloedige tragedie van onmetelijke verschrikkelingen uitloopt. Maar wij kunnen hier slechts van dag op dag leven en' moeten ons, ondanks alles, met ijzeren energie en in het geloof aan onze toekomst, geest veraterken. Nog is het nachf en' schemering. Doch de dag, waar ook voor one de son weer opgaat, moet en zal komen vaan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 9