Mt loipswiitt
op Maamlag 19 April 1920.
.He MiiiiiH
op Woensdag 21 Apiii 1920.
Hoiderd Eeo on Twlitlfito Jitrgaif.
|fl .^Zaterdag 3 April.
te ALItMAAR,
te ALKJIAAR,:
Berlynsche brieven.*)
FEUILLBTOH.
Re iloave in't Brook.
49)
Inderdaad een prachtjongen, sprekend het
evenbeeld van zijn vader en van wien men
wel begrijpen kon, dat hij van de schoolmees-
tera was weggeloopen. En dat hij ook inner-
lije op zijn vader geleek, bewees hij daardoor,
dat hij met alleen kwam, maar net corpus
delicti om zoo te zeggen dadelijk meebracbt,
misschien om daarmee dadelijk te bewijzen,
dat zijn misdaad op zijn minst genotnen ver-
geeflijk was.
De oude heer had beiden, om wat gedwee
te worden, eerst een tijdlang aan de deur la-
ten staan en intusschen in alle kalmte zijn
morgensoep opgelepeld. Toen wenkte hij met
de hand, dat zij uaderbij zouden komen.
Beiden kwamen naar hem toe en kustep
hem eerbiedig de hand. Hij liet nu het meisje
op een afstand van hem staan ter lengte van
een geweerloop ongeveer, zoodat zijn oogen
juist zoo scherp konden zien, dat hij druklet-
ters kon lezen. Hij liet zijn blikken op haar
rusten en hoe 1 anger hij haar aankeek, des
te beter begoa hij te begrijpen, dat zijn Wein
man dit1iw« mrnje midden tuwbwv d» Bag-
ftrsvg sou btjj steg in He; s®£cnt, mvu
morgens den 13den Maert wakker werd en
i«t afschuwelijke voorgevallene hoorde: do
rtad's nachte door een militaire staatsgreep
genomen, de regeering met den rijkspresident
«rbij ontvluchtl Wie op straat kwam, vond
▼olkomen veranderde toestanden. Heele wij-
kea waren weer in een krijgskamp veran-
derd. Versperringen. Prikkeldraad,
Hans had uitgehaald. Zij had oogen als een
ree en haar huid had de zachte gloed van een
rijpe perzik. Wel was zij wat klein, maar dat
was toch eigenlijk geen overwegend gebrek
en zij zou zeker nog heel wat groeien, want
zij kon hoogstens zeventien of achttien jaar
zijn. En bij het beschouwen en beoordeelen
sprong uit de bruine oogen van dit kind iets
over in zijn hart, dat hem al de strenge woor
den die hij had willen spreken, deed verge-
ten
„Welzoo. jij bent dus Jan Baginsky, de
zoon van Adam Baginsky
Jan boog zijn knie en bracht nog eens de
hand van aen ouden man aan zijn lippen.
f,Ja, dat is zoo grootvader, en ik ben bij u
gekomen om u te smeeken, of u ons beiden
niet zoudt willen helpen."
„Dat weet ik, mijn zoon, anders zou je wel
zoo gauw niet den weg naar het Liesker huis
gevouden hebben. Langer dan acht dagen
ben je al in het land, zonder naar je groot
vader om te hebben gezien
„Daarvoor vraag ik u om vergeving, groot
vader. Wat het andere betreft veroorloof ik
mij op te merken, dat een man dan eerst bij
anderen hulp gaat zoeken, als hij zich zeli
niet meer weet te raden noch te helpen
De oude-heer ricbtte het hoofd op, het be-
scheiden en daarbij toch zelfbewuste ant-
woaxd miahjuuyte bom ntet.
5©9l«j Zu Hasr vsr^t-
„Kijk mij eens aan," voor een ding schiinen
de jaren bij je schoolmeesters toch goed te
zijn geweest! Je hebt geleerd je woorden te
plaatsen."
„Ook nog veel andere dingen, grootvader,
die zooals ik hoop mij van nut kunnen. zijn
als ik eenmaal o;; den Broekhof zit."
„Ho, ho, mannetje, zoover zijn wij nog
niet1"
Jan boog eerbiedig het hoofd.
„Vergeefmij, grootvader, maar het zal tod:
wel zoover komen; want dit is een recht dat
niemand mij kan ontnemen. Ik ben ook niet
daarvoor bij u gekomen, maar omdat ik voor
een andere zaak uw hulp wilde inroepen."
„Ja," kwam nu Leentje snel tusschenbeide,
omdat zij vreesde, dat Jan met zijn trotsch
pochen op zijn recht het wel eens bij grootva
der zou kunnen verkervea, „ik ben namelijk
de dochter van houtvester Holder en nu weten
wiiniet, of wij samen mogen trouwen."
De onweerswolk, die op het voorhoofd1 van
den ouden man was samengetrokken, ver-
dween voor het fijne stemmetje zoo snel als zij
was opgekomen. Een zeldzaaim welluidend
stemmetje dat klonk als bet gezang van den
nachtegaal.
„Ei zoo, mijn doclitertie, je wilt dus met
hem trouwen? Ik heb al eerder iemand in dit
huis gehad, die ik heb moeten afraden, met
een Baginsky te trouwen, ®A*r zij heeft toch
vsu uu gWfcuatStlrti r»wa uus vu itassa'
RECHTSZAKEN.
ARRONDISSEMMENTS-RECHTBANK
TE ALKMAAR,
Zitting van Dinsdag 30 Maari
OPLICHTING,
De 21-jarige dienstbode Trijntje B., wonen-
de te Enkhuizen, thans gedetineerd in het
Huis van Bewaring albier, stond terecht ter
zake oplichting van 2 gouden dameshorlo-
ges, ten nadeele van den horlogemaker F. Be-
Zij had zich op 24 Januari in den winkel
van genoemden heer Bezaan vervoegd met't
verzoek, haar even 2 gouden dameshorloges
op zicht mede te geven en daartoe medege-
bracht een briefje ten name van J. Houter,
schilder, wonende Nieuwsteeg te Enkhuizen.
die daarin het verzoek deed, de horloges aan
het meisje mede te geven. Dit brietje was
valschelijk geschreven en het meisje deed zich
stilzwijgend voor als dienstbode bij genoem
den heer Houter. De bedriegster beeft echter
de horloges niet mede gekregen. Zij bekende
thans bet feit en zegt met te weten met welk
doel zij het heeft gepleegd. Reeds vrocger
heeft dit meisje zich aan oueerlijkheden schul-
dig gemaakt, waarvoor zij echter niet is ver-
votga. Zij werd afgeschiiderd als leugeaach-
tig en snoeplustig.
Mej. K. tenseu, de echtgenoote van den
heer Bezaan, verklaarde, dat beklaagde alleen
het briefje heeft overgegeven met de woor
den: „fjier is een briefje van Houter". Zij
heeft niet gezegd, dat zij daar dienstbode
was.
Juffrouw Bezaan beeft geen gevolg gege-
ven aan het verzoek. Haar man is reeds een
maal op een dergelijke wijze opgelicht en nu
was zij voorzichtig geworden. De heer Be
zaan was aanvankelijk geneigd de horloges af.
te geven. Later is hij naar den heer Houter
gegaan en kwam toen tot de wetcuschap, dat
net meisje daar niet diende en dat Houter van
niets afwist. Hij heeft geen briefje geschreven
en niemand om horloges op zicht uitgewm-
den.
De President vermaacde het meisje «sM het
gebeurde een goede ,es te trekken.
Het O. H. kon niet ved goeda van ha?fr zeg
gen en vorderde 6 maanden gevangeaisstrai.
Haar toegmve?«n verdedig. r, pit. i cesherg,
wenschte juridtor'". atet te bsA Btet
den vader van bek'-a- gde gaprosstjo, die bet
meisje wei w«er ia hois wade opotonm. Hii
is een kluizenaar en kon haar dtenstm goed
gebruiken. Dit in tegensteHing met hetgeen
in het over bekiaagde uitoebrachte rapport
staat. Zij is niet van sleqitt stodflitk gcdiag.
Pleiter drong aan op voorwaardehjke veroor-
deeling met scherpe bijzcnderc voorwaarden.
VERZET TEGEN EEN GEWEZEN
VONNIS.
De stoker Karel C. oud 25 jaar, thans
wonende te Amsterdam, verblijvende -in de
Strafgevangenis, is in verzet gekomen tegen
een vonnis der Arr. Rcchthank albier, waarbij
hij ter zake diefstal van konijnen is veroor-
deeld tot 5 maanden gevangemsstraf ea ter
zake diefstal van eenige aieraden ten nadeele
van J. Krijgsman te De Rijp.
Beklaagde was de verloofde van Krijgs
man's werkvrouw en kwam als zoodanig bij
K. over huis. Hij heeft toen weggenomen een
ringetje, ee,i broche en een gouden dames-
horloge. Hij heeft deze voorwerpen voor f 6
verkocbt. Beklaagde is meermalen veroor-
deeld. Hij wierp nu de schuld op zijn bemin-
de, de werlrvrouw.
Het O. M. vorderde bekrachtiging van het
vonnis.
Beklaagde vrocg een voorwaardelijke straf,
desnoods met 10 ]aar proeftijd.
De President zeide, dat het maximum is 3
jaar.
Beklaagde werd daarop weggeleid.
VERNIELING.
De 35-jarige fabrieksarbeider Joh. Dirk A.
te Uitgeest, heeft op 18 Januari aldaar weder-
rechtelijk vernield een kofifemolen en een
pan, welke voorwerpen toebehoorden aan
dennemer J. Rol.
Het huis van Rol was afgebrand en be
klaagde bevond zich op de puinhoopen. Hij
kwam vloekend op de vrouw van Rol af met
een koffiemolen en een pn in de hand, welke
voorwerpen door hem op den grond werden
stukgesmeten. Mej. Rol heeft dit gehoord,
maar niet gezien. Beklaagde wist er niets van.
Hij was dronken.
De President noemde zijn optreden misse-
lijk. Het was schandelijk wat hij deed.
De blikslager Schaafsma, die belast was
ftiet de bewaking van het terrein, maar den
dronken wildeman zeker niet durfde verwijde-
ren, heeft beklaagde den kofifemolen op den
grond zien gooien
E>e President zeide nogmaals, dat beklaag
de zich heeft gedxagen nals een walgdijke
dronkaard.
De Officier zeide aanvankelijk' voornemens
te zijn geweest een geldboete te vorderen,
niet anders gewild!"
„Meent u Hant mijnheer, dat het werkelijk
niet kan?"
Nu kwam er een liehte glimlach op het^
goedig gelaat van den grijsaard.
Kunnen, alles kan op deze wereld. Ook
dat gij samen trouwt. De hoofdzaak is ech
ter, dat alles wat menscheiijk aan jullie is,
voorbij gaat en zij alleen blijft bestaan. Haat
en lhtde gaan voorbij, vreugde en droefheid.
Ook drie en negentig jaar gaan voorbij, en
blijft geen spoor van acbter. Of gij nu van
elkaar scheidt of dat gij tezamen blijft, dat
maakt geen onderscheid, want ook dit gaat
voorbij r
De oude heer had den blik naar binnen
gericht en het scheen wel, alsof hij meer tot
zich zelf sprak, dan tot de twee, die voor hem
stonden om van hem te raad te krijgen.
„Je bent een Duitsche en hij ia een Ma-
soer. Je vader heeft zijn vader en zijn hroere,
gedood en toch begeert hi} je tot vrouw. En
ik zeg, het is goed, want gij beiden beboo rt
bij elkaar. De Duirschers hebbeu de Masoe-
ren wei ergers aangedaan eu toch behocren
zij bij elkaar. Dit zeg ik nu ik drie en negen
tig jaar oud ben, want er was een tijd, d/at ik
anders dacht en deze indringers in ona, land
baatte!
Ale je steeds veulens trekt uit een en den-
zeiideo stal, dan zal het vroeg of laat gobeu-
SB aa sp 33 nnwam:
men, lettendc op de houdisg van beklaagde
ter zitting. Z.Ed requireerde thans 14 dagen
gevangemsstraf.
DIEFSTAL BIJ BRAND.
De 27-jarige arbeider Petrus Tr., te Uit
geest, stond tertebt ter zake diefstal van een
vleeschmolen, toebeboorende aan den aanne-
mer J. Rol, aldaar, zulks in den avond van
18 Januari 1920, Deze diefstal is gepleegd bij
dezelfde gelegenheid, waarop de pan eh de
kofifemolen werd vernield. De worstmolen
was van gegalvaniseerd ijzer. De waker bij
de rufne van het afgebrande perceel heeft ge
zien, dat beklaagde een worstmolen in de
hand had. De waarschuwing door getuige
gedaan, werd brutaal beantwoord. Hij ging
Het terrein af met den worstmolen in da
hand.
Beklaagde zeide, dat hij niet de bedoeling
had om aen vleeschmolen weg te nemen. Hij
wilde den molen aan Jan geven. Beklaagde
behoorde bij de brandweer. Hij ia reeds een*
maal met de justitie in aanraking geweeat
Hij geeft toe een rtborrellje" te uebbeu
dronken, want hij was erg nut vau jutten.
Tegen beklaagde voidente he; G. M. I
maand gevangenisstraf.
Beklaagde zeide niete rich te lieblen ioega-
eigend.
EENVOUDIGE BELEED1GING.
Joh. J., oud 49 jaar, voorwerker bij het
Staatsboschbeheer. tevens onbezoldigd rijkar
veldwachter, stood terecht ter zake beleedi-
ging van den landbouwer Cornelia Francis
te Zijpe, dien hij op 29 December beleedir
gend heeft toegevoegdJe hebt het ganscho
jaar over de grenasrheiding gesrroopt."
'Francis was op jacht op aen Zijperdijh,
toen beklaagde op hem afkwaxu en hem deza
woorden toevoegde.
Beklaagde zeiae, dat hij deze woorden met
direct tot beklaagde heeft gezegd. Hij heefl
wel gezegd„U is hier het gehede jaar lastig
geweest", en als hit had gesproken van stroo-
pen, dan was dit nog geen leugen geweest.
De President wees i?eklaagde er op, dat hij
iets dergelijks niet aan iemand mag verwij-
ten. Dat is gevaarlijk. Beklaagde moet vooral
als rijksveldwachter dat in acht nemen
Beklaagde zegt driftig geweest te zjjn; da
politie heeft het altijd gedaan.
Francis zeide, dat het on waar is, dat hfj
over de grenzm heeft gestrrv^pt.
De getuige Schotte Heeft de nd.eedSgaulB
woorden duideiijk gei»x«t:-
De duinopzkhter Braam vatkte sn gs
hjken gessi
Eisch 25 boete sate. aSiteaSsu
DIEFSTAL VAT EEN ONDERT
TALON,
De whelpenhahdelaar Jan Sn worir-nde te
Urk is niet vertchecen. wordt bij drg-
vaarding tea laate ge.egdc diefstal van een
molton bnderbroek op fl Janii&ri 1920,
doelde onderbroek b-ehoorde toe aar. den vi»-
scher Hessel, van Urk De bre-ek hierbovsn
genoemd en nader ^^direvcn, bins te oro*
gen op een hekie. Zij was onniiddeUijk doo»
beklaagde in gebriiik gt»:0«n
Eiscn 14 dagen gevangaaiatraf.
DIEFSTAL VAN TWEE KLLMMEN.
De arbeider Masman Nic de W. te Eg*
mondbinnen, heeft op 13 Januari aldaar weg
genomen twee klemmen, die door den oniie-
zoldigd rijiksveldwachiter-jacbtopziener WiL
tebrood in de duinen van jhr. Six waxen iut-
gezet.
Beklaagde is niet verschenen.
De slager J. de Waard zeide, dat hij em
klem onder het jagen bij het annenboschje
heeft gevonden. Hij heeft geen kiem van zijn
neef, den beklaagde, gekregen. Deze kwam
op hem toe en zeide: „dat is mijn klem". Ge
tuige heeft de klem mee naar huis genomen
en wittebrood heeft haar als zijn eigendom
herkend
Eisch 1 maand gevangenisstraf.
DIEFSTAL VAN TWEE PLANKEN.
Adx. Corn. D., werkman te Texel, heeft op
14 Januari van het zeestrand te Texel wegge
nomen 2 planken. Hij is niet als beklaagde
vereehenen., doch heeft aan den rijksveldwach-
ter-brigadier Groenewoud het feit bekend. De
verbalisarxt heeft beklaagde ,op heeterdaad
betrapt.
Eisch 15 boete sube. 15 dagen hechtenis.
Ook de arbeider Jan E. moest zich voor
een dergelijk feit verantwoorden. Hij is even-
min vereehenen.
Eisch 14 dagen gevangenisstraf.
DIEFSTAL VAN EEN PANTALON
Maria Cath. V., huisvrouw van M., wo
nende te Hoorn, heeft op 6 Januari aldaar
ontvreemd een pantalon. Bedoelde pantalon
was in papier gepakt en lag in den winkel
van Vroom en Dreesmann. Het pakje was ver
geten door mej. Schulte uit Wognum, die de
Broek bij Bruggeman had gekocht. Beklaagde
bevond zich in den winkel van Vroom en
Dreesmann en nam het pakje van de toon-
bank weg. Zij is niet vereehenen, maar heeft
bij de politie bekend.
Eiscn 25 boete subs. 25 dagen hechtenia.
ren, dat zij gevlekt worden en dit is een tee
ken, dat hun bloed slecht is geworden. Zoo
is ook mijn Masoerenvolk gevlekt geworden
en heeft langzamerhand van de ouders wel
de gebreken, maar niet de deugden gekregen.
De inannen lui en aan den drank verslaafd,
de vrouwen begeerig en met allerlei slechto
eigenscbappen behept.
Toen kwam de Heer, die waakt over deze
aarde als een trouwe huisvader over zijn erf
en bracht de Duitschera in dit land. Eerst
als vi.janden, daarna als voorbeeld en ten
laatste ter vermenging. Menige misdaad en
veel onrecht ia er gesciiied, voordat beiden in-
zag;en. met welk doel de hemelsche huisvader
hea bijeen gebracht had. En zoo zijt gij bei-
dfjn in zijn handen ook niets meer dan een
v/erktuig. Aan het gemengde ras van Duitsch
fsa Masoerenbloed, dat na u komt, zal een
maal de aarde naar zijn wil toebehooren en
wat zich daartegen verzet, moet ondergaan..."
De oude heer zweeg reeds een tijdlang en
keek peinzend voor zich uit. De twee jonge
menschen stonden daar stil en waagden uit
eerbied nauwelijks adem te halen. Kiein
Leentje vatte bet eerst weer moed.
,,Ja!, eerwaardige heer, dat is nu alles zeer
iuisit, want u zegt het immers? Maar welk
besluit zullen wij nu moeten nemen?"
De oude heer richtte het hoofd op en tr
kwam een glimlach op zijn gelaat.
(Womdt varuollgsl)
V* VU SBRBBL
Stanie taut
AFSTEMPELEN VAN BRANDSTOF
FENKAARTEN TEE BEKOMING VAN
REDUCTIE OF BRANDSTOFFEN.
De DIRECTEUR ran het DISTKIBU-
TIEBEDRIJF, dealt mede, d»t toot de ver-
dereuitbetaling der REDUCTIE, DE
BRANDSTOFFENKAARTEN MOEHEN
WORDEN AFGESTE'MPELD en wels
Dinsdag fl April van 1012 uur voor de
brandstoffenn.ummers 1 tot 850.
Dinsdag van 2346% uur voor de brand-
etoffenummera 851 tot I56u.
Woendag 7 April van 1012 uur voor de
brandstof fennummers 13312250.
Woenadag van 2%5 J* uur voor de
brandstoffenummers 2251 tot 3000.
Donderdag 8 April van 10-—12 uur voor de
brandstoffennummiers 30C- 4150.
Donderdag 2Va534 uur voor de brand-
etoffennummers 4151 tot 4850.
Vrijdag 9 April van 10- 12 uur voor de
brandstoffennummers 4861 tot 5550.
Vrijdag van 2Va534 uur voor de brand-
etoffennummera 5551 tot 6250.
Zaterdag 10 April van 10 tot 12 uur voor
de resteerende brandstoffennummera.
De afatempeling sal geaahieden aan bet
kantoor van de Brandatoffen-Oonuniaaia,
WAAGPLEIN 1.
Het tijdatip waar or do Uifbetaling eal
plaata babben, eal later worden bakend ga-
maakt.
De Directeur voornoerad,
O. H, SCHNEIDERS.
L
Soldatenrevolutie en algemeene staking 'A
door Dr. MAX OSBORN.
O wij kinderen! Wij dwazen 1 Wij onverbe-
terlijke optimisten. Door welken duivel beze-
ten, verbeelden we ons, dat er nu eindelijk
rust over ona sou komen,!
De droom is uit elkaar geep'at ale eon zeep-
bel. Onze hoop is sink geslagen en haar
acherven bedekken den bodem. Weer wordt
het doodzieke volkslichaam door koortatril-
lingen gesohud, door zenuwtrekkingen en
krampen1 overvallen1. Wie zal het eindelijk, na
onzegbaar lijden, de reddendo geneeamidde-
len reiken?
Net waren wij begonnen, ons een beetje,
slechts een klein beetje, te bewegen. Do
xeusachtige machine van het duitsche oeco-
nomisch leven, eene een bewonderd organis-
me, daarna verstoord, gebroken, verroest,
scheen langzaam weer in nieuwe bewegiag
te komen.
Voor het eerst sinde 134 iar wilde in het
afschuwelijke donker, dat ous nationaal be-
ataan omvangen houdt, heel in de varte een
klein lichtje opflakkeren. Men geloofde, nog
niet eon weg, maar tenminste toch een rich-
ting te onderscheiden, waarin da d'ingen zich
voorwaarts bewegen konden.
Onder den bouw van de duitsche democra
tic, die aanvankelijk eenigszins als in de lucht
gebouwd scheen, zou zich mettortijd een fun
dament vormen. De groote barometer van de
wereldmarkt, die voor iedere luchtverande-
ring gevoelig is, toonde de kleine verbetering
reeds aan de koers van den duitschen mark,
steeg voorzichtig. Daar opeenseen don-
derslag uit den helderen hemel 1 Nieuwe ver-
warring. Nieuwe moeilijkheden. Nieuwe aox-
gen
Tot nu toe kwam de maalstroom van links
Nu opeens, als vereffening 66n van rechts.
Wei had men haar op het laatste oogen-
blik aan zien komen, maar het was toch all
Deze brief is ten gevolge van het gedes-
organisoerde spoorwegverkeer in Duitschland
eerst nu in ons bezit gekomen. We onthouden
hem toch onzen lezers niet, daar hij, als
eerste van een nieuwe reeks Berlijnsehe brie-
ven, welke aanvangt in deze ernstige dagen,
een stemmingsbeeld daarvan geeft. (Red.)
„Spaan«che ruiters''. Dienstdoende maehi-
negeweren. Doortrekkende patrouilles. Voor-
bijmarcheerende soldaten-afdeelingen, uitge-
rust alosf zij ten velde trokken. Aan de sta-
len helmen het teeken der radikaal-konser-
vatieven (en niet te vergeten anti-semitische
gevoelens),h et „8wastika", m et witte verf
geschilderd een oud heidensch symbool dat
door wonderlijke beschikkingen tot zoo'n rol
geworden is. Op de daken van de bezette re-
geeringsgebouwen, zelfs ook aan de ramen
van privaatwoningen, vroolijk wapperend,
ale was er sinds anderhalf jaar absoluut niets
gebeurd, de vlaggen van het regime van Wil
helm. In verscheidene straten zelfs bereden
officieren, die vanaf hun paarden, de eerste
oproeping van den nieuwen machthebber luid
voorlezen.
De toeschouwere zijn verbluft. Random
ernstig-ontsteld stilzwijgen. Geen woord
wordt gehoord. Men weet nog nauwelijks,
wat gebeurd is, overziet nog niet den gan-
schen waarzin van het misdadige dilettantis-
me, dat bier weer onbezonnen met het lot
van een groot volk speelt, en zijn mogelijke
vreeselijke gevplgen.
Men weet niet reoht: is het de noordduit-
sche aard, die de op win ding in toom houden
kan, of is men heelemaal niet opgewonden?
De menschen zijn verhard; teveel heeft op za
ingestormd sinds jaar en dag; zij kunnen
niet meer. In ieder mensch gaat slechts een
bepaalde maat van opwinding; hun maat is
vol. Of zij zijn ook onverschillig geworden
voor het ongeluk van de massa en hebben
slechts hoofd voor hun eigen zaken.
Nu ja, weer eene een staatsgreep! Dat zijn
stroomingen, waar men dooxheen moot! Nietu
aan te doen. ,iKismit" zoggen de Turken.
Maar dan worden de gebeurtenissen meer
voelbaar. Zelfs de onverschilligste wordt op-
geschud. De groote tegenwerking tegen het
militarisme begint. Algemeeno staking 1
weet men wat d at beteekent!
Wij wieten het ook niet tot nu toe. Hoe-
veel we ook al beleefd hebben, dat wisten we
niet. De herinneringen as.n de aparte stakin-
gen, die we meemaakten, verbleekten nu. De
geweldige slag trekt alles uit zijn verbs s d.
Nu eerst merkt men, hoe nauw de snaren
van het weefsel, dat wij „openbaar leven"
noemen, sluitan, hoezeer in dit fijnvertakte
organisme, de functie van ieder lid van die
van all© aixdere afhangt.
Maar zoo zeer als alles afzonderlijk daaron-
der lijdt zoo imposant is de alles meegrij-
pende machtontplooiing van den passieven
tegenstand, die nu bovan komt Meer en
meer verzinkt de heele machine in stilstand,
Als ©en Fuga begint net. Het ©erst verstom-
men de oouranten aanvankelijk op bevel
der nieuwe Berlijnsehe regeering, dan echter
op besluit van het boekdnikkersgilde. De
onzekerheid versterkt nog de verwarring.
Wat gebeurt erl Niemand weet het. Wie op
een of andere manier in het openbare leven
staat, heeft geen rust meer. Onophoudelijk
gaat de telephoon: „Wat is er voor nieuws?"
„Ik heb geen idee", zeg ik terug, eerst be
leefd, dan boozer. Ten slotte krijgt mijn
dienstmeisje den order, de vragers te ant-
woorden: „Mijnheer weet ook niete". Het
arme meisje heeft moeilijke dagen gehad.
Bovendien merkt men spoedig, dat een of
ander luisteraar de gesprekken1 afluistert.
Zoo is er plaats voor de meest zinlooze ge-
ruchten, die zelfs de groteske fantasie van
het waarachtig gebeurde nog overvleugelen;
ze vinden overal goedgeloovigen. Het tumult
groeit:
De verkeersmiddelen volgen. De tram gaat
niet. Men ho:it geen ratelen en knarsen
meer. De ondergrond gaat niet. De stadstrein
gaat niet. Maar dat is nog niets, nu wordt
het nog voelbaarder, de eene verrassing volgt
snel op de andere. Het gas neemt afscheid
de huisviouwen zijn wanhopig. Zij kunne 1
niet koken. De waterleiding stokt. Het elec-
trische licht functioneert niet.
Eerst langzamerhand wordt een gerings
„Ersatz" voor datgene versehaft, wat we
tegenwoordig volgens de nieuwe duitsche
woordkunst „levensbelangrijke bedrijven"
ntoemen.
Daarvoor werdt „Technische noodhulp"
m biel gemaakt (dat hoort ook in de nieuwe
woordkunst): soldaten, studenten, zelfs
jonge scholieren van de rechtsche kringen.
Hierdoor wordt toch altijd iets gereguleerd.
De waterleiding begint w&ir en 6en vo<Tr
65n worden verscheidene stadswijken van
licht voorzien, maar behoeftig genoeg.
Het grijpt verder om zich heen. De links
gtaande buxger-partijen jteunen de reuzen-
staking van de arbeiders-oppositie tegen de
diktatuur. van den sabel, die ongelooflijke
werkingen tot stand brengt. De spoorwegen
stoppen; de stations worden leeg. De post
staakt geheel dat gebeurde nog nooit. De
kingen houdt TUBt, In de groote restaurants
leggen de kellners den arbeid neer. In de
hotels ruimt niemand de kamers op. De thea
ters sluiten, omdat de vakvereeniging van
de tooneelspelers zich bij het geweldige pro
test aansluit. Alles schijnt ingevroren, ver-
stijfd, in slaap getooverd.
Op straat een absoluut ongewoon rythme
van het leven. Rechts en links zwarte stroo-
men van menschen. Een ononderbroken op-
tocht van duizenden voetgaagers. In het
midden een gapende leegte. Er draait geen
wieL Hoogstens raast een militaire auto met
een of ander beveldrager, van de plotseling
opgedoken regeering voorbij. Toen in 'it voor-
jaar de Berlijnsehe transportarbeiders loon-
staking hadden, doken overal „wilde voertui-
gen" op, die anel op hun eigen houtje't ver-
keer opnieuw organiseerden. Dit vervalt nu,
want 't is 'n politieke staking. Met sombere
vastbeslotenheid wordt de demonstratie vol-
gehouden. Een staken, een ophouden, af-
sterven in grooten kring. Wie weet, wanneer
deze brief naar Holland komt. Komt hij aan,
dan is dat een teeken, dat de dingen opnieuw
veranderd zijn. Vandaag ziet het er, ns zes
dagen, eindelijk naar uit. Belangrijker echter
werd voor de Bor1 ij-r.^ohe bevolking do druk-
kende vraag: hoe zal de levensmiddelenver-
zorging van de millioenen menschen doorge-
voerd worden? Reed*, worden de hakkerswin-
kels bestormd. Iedereen koopt uit vooizorg in,
wat hij krijgen kan. Ieder diaagt op zijn
urenlange wandelingen door de stadi dikke
pakken ondet den arm,
De Berlijner wordt weer tot kind: hij
„leext loopen". Hij loopt en marcheert tot hij
pijn aan de heupgewrichten heeft, en dit
brengt weer iets als een nieuwe geruststel-
ling in de menigte.
Men kan de enorme wegen van de voorste-
den tot in het centrum niet te voet dravend
afleggen. Men moet een beschouwende ma
nier van loopen aannemen. En midden in alle
verwardheid en alle toom bemerkt men,
zonderling, het bevredigende van. deze aarts
vaderlijke voortfbeweging. Men bemerkt din
gen, die men anders over het hoofd zag, nieu
we details van de enorme leelijkheid en sma-
keloosheid van de modem© bouwerij, maar
ook de bekoorlijke reeten van oude Berlijn
sehe huizen en hoekjes En allea wat anders
vreemd aan elkaar voorbij joes, voelt zich nu
als leden van eer. groote faroilie. Otibekenden
spreken elkaar aan en vertollon elkaar d© nog
niet bekende nieuwtjea. Op 'c hoeken weer
de uit.de woelingen vast verleder. jaar be
kende tooneelen: kleine elubjes vac; debat-
teereuden, die zich plotseling ophoepEa, an
bet midden twee woordvoerenden, «n wienj
dialoog zich snel dichte menscbenmassa's
vormen. Zij worden groote# en zwellen aon.
Uit het gesprek komt ecu .r>!oop voort Er
vallen opgewo nden woorden. At men zwaaion
en vpisten ballen zich.
's Avonds verzinkt de stad bijna geheel in
het donker. De zenuwachtigheid wordt groo-
ter. Men hoort van relletjes. Hier en daar
vallen schoten, knettert het tik-tak van d j
machinegeweren. Vanuit Spandau dreunt ds
dompo klank van een artylerieschot. Wat
trilt daar ver aan den hemel? Ah, de weer-
schijn van een liehtkogel! Of daar: de licht
schijn van een s'.hijnwarper spioneert over
de daken. Ooor logs tooneelen doemen opt
Men hoort van gewonden, van dooden! Wat
is er gebe cd? Wat zal er nog gebeuxen? Zal
het verstand zege. ieren, voordat nog meer
onheil en afgrijselijks aangorioht is!
Maar heelemaal is de Berlijner ondanks
alles, niet uit het'evenwicht te brengen. In
zoover de staking het beroep niet aanxaakt,
probeert ieder to werken en in het werk
brood en afleiding te vinden. Dit vliil;gste
slag van menschen kan niet heelemaal wer-
keloos zijn. Het blijft bij de oude waarheid1:
dat men alles kan doodelaan, maar het leven
zelf niet. In deze sjmbexhoid gloeit als een
klein lampje zelfs het gezellige verkeer door.
*s Avonds het pikdonker men kan, als
men een man is, beroofd, als men een vrouw
is, gekust worden, en men zal nooit kunnen
vaststellen, door wien maar drar sluipen
zij toch over de straten, gaan tastend naar
hun vrienden, om' bij kaarslicht dioht bij
elkaar te zitten en zich uit te spreken.
Vandaag schemert een beetje hoop. Juist
terwijl ik dit schrijf, klinkt uit de verte mili
taire muziek: de troepen, waarop de nieuwe
regeering steunt, trekken af.
Er bestaat geen twijfel meer: de dcmocra-
tische gedachte heeft de roactionaire bowe-
ging snel overwonnen. Dat is de werkelijk-
heid en de waard© van deze dagen, zonder
evenbeeld, dat de jonge Duitsche democratie,
die zware eerste proef op haar innerlijke
waarachtigheid1 erv op de kracht van haar
uiterlijk bestaan, te boven gekomen is;
Zonder twijfel: nieuwe zorgen komen op.
Spanningen, nieuwe verwikkelingen en strijd
worden dreigend aangekondigd' en nog is het
mogelijk, dat de vreemde operette van Kapp
en consorten in een bloedige tragedie van
onmetelijke verschrikkelingen uitloopt. Maar
wij kunnen hier slechts van dag op dag leven
en' moeten ons, ondanks alles, met ijzeren
energie en in het geloof aan onze toekomst,
geest veraterken.
Nog is het nachf en' schemering. Doch de
dag, waar ook voor one de son weer opgaat,
moet en zal komen
vaan