DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
lie AmsterdamsctiB vuL
t
Ne. 84.
Roaderd twee en twtntigste Jaargpng.
ZATEEDAG
10 APBIL
iktiilll'OA.
ltd iabriakirook.
Beriynsche brieven.
1920
bonnemnntsprl|s i>lj voorultbetallng per 3 maanden f 2,00, franco per post t 2,00. Bewijsnummera 0 ot. Advertentleprljs 25 ot. per regel, grootere letters naar plaatsruimte
Brleven franco N V. Book* en Handelsdrukkerl| v/h. Herms. Coster Zoon, Voordam C 9, Telef. Administratis Nr. 3. Redactfe Nr*. 33.
XV.
De wedstrijd Denemarken—
Holland. Hel 400-jarig bestaan
van hel Burgerweeshuis. Prof,
dr. Hector Treub overleden. Air
berdingk Thijm herdacht
Uc flea ecu dear dertigduizend geweest die
op den iweeden Paasciidag in net Stadion
dea wedstrijd DenemarkenHolland hebben
bijgewooud. ben aer derttg-duizend gelukki-
gen, want dit was een schouwspel om uoou
te vergeten.
Eerst grijpt je aan, die afwaobting van die
ontzaggelijae memgte bijeengezeten tegen de
zacflt-opglooieade waadea van de wijde kom,
waarvan het gladgestrekea groene veld de
flodem is. Als met eea mozatk van rose ge-
zichten, witte programmafloekjes en veelkleu-
rige damestoilettea is de geweldige, net
hooge amphitheater, bekleed. En op dea
muur van hot amphitheater staan de vlaggen
van alle landen geprikt.
Urn hall drie worden op het veld de man-
aetjes neergezet die straks om de palm der
over winning zullen k am pen, ell roode en
ell oranje floys. De muziek speelt eerst het
Deensche Volkslied, dat niemand kent, waar-
om het puhliek eerst langzaam opstaat. Dan
het Wilhelmus. En meteen hegint je hart te
popelen, want nu wordt het je op slag duide-
lijkniet twee elitallea zonder meer maar twee
naties staan tegenover elkander. Om 'n bloed-
loozen kamp, in edeien strijd, te winnen oi te
verliezen.
Stil, het spel gaat beginnen, en plotseling
wordt het stil rondom. Het is ol de menigte
haar adem inhoudt. Ik ken de spelers met,
zells niet de Nederlanders. Want ik ben een
leek. Maar toch leer ik spoedig genieten. Ik
geniet van de ongeloolelijke snelheid der spe
lers, van hunne vasthoudendheid en taaiheid,
en vooral van hunne koelbloedigheid. Terwijl
hij zich het middenpunt van de aandacht van
duizenden weet, een jpubliekniet slechts
van leeken, maar ook van kenners, die elken
mistrap, om niet te zeggen elken misstap zij-
nerzijds onbarmharig zullen veroordeelea (in
den wedstrijd der volkerea mag het uitverko-
ren individu zich niet vergissen,. daar stelt de
geheele natie hem aansprakelijk voor) terwijl
hij zich aan alle zijden beloerd en bedreigd
weet door vlugge en slimme tegenstanders,
blijlt zoo'n speler uiterlijk even kalm als den
vorigen dag op het oelenveld. Bedaard, bij-
na achteloos, schuift zijn voet den bal wat op
zijde, en even later vliegt het leder weg naar
een volgend steunpunt in het eigen elltal.
En ziehier iets wat mij altijd bijzonder trelt
in het voetbalspel. Ik vind prachtig de behen-
dige wijze waarop er een, die wel het alles
overwinnend enthousiasme lijkt, heenbreekt
door de linien der tegenpartij; recht op het
doel af. Maar trellender nog is, als diezellde
speler, de gelukkige, die op het punt staat een
held te worden in de oogen van duizenden,
op het laatste oogenblik mi;schien, vrijwillig
eigen roem opoffert en niet zelf de goal tracht
te maken, maar den bal overgeelt aan een
ander in het elltal die beter geplaatst is, en
meer kans van treffen heelt. Het is het abso-
luut opolleren van eigen-ik, en het bedwin-
gen van onze spontanieteit. Het is een gewil-
lig zich neerleggen bij het onderdeel van de
collectieve taak.
Maar ik zou U over den wedstrijd Dene
markenHolland schrijven. Och, daarvan
zijt gij al lang en breed ingelicht. Daarom
moge ik volstaan met deze indrukken: „naar
kernel!
weer
(Soman mar hot Engclsd*
g*0 Booth Xarkington.
4)
„Neen; je nieuwe chaulfeur brengt ons op
een verkeerden weg, niet?"
„Neen. Dit is de goede. Wij gaan regel-
recht naar huis."
„Maar wij zijn den hoek gepasseerd. Wij
sloegen altijd
„Oroote goedheid 1" riep zij uit. „Weet je
niet, dat wij verhuisd zijn?"
een kleur en ging toen haastig voort: „Nar
tuurliik, mama heelt het nooit zoo druk in
haar '.even gehadwij hebben geen van alien
tijd gehad om iets anders te doen, dan op
den sprang staan. Mama kon zells nu niet
mee naar net station gaan. Papa kreeg een
paar handelsvrienden en van avond komen er
menschen uit de buurt van het oude huis op
een groot diner, een inwijdingsleest vree-
selijke menschen maar mama moet overal
voor zorgen. Zij heelt nooit een minuut geze-
ten, en als zij dat eens deed, kwam papa en
noodzaakte haar weer op te staan."
„Natuurlijk," zei Bibbs. ,,Ben je ingeao-
men met het nieuwe huis, Edith?"
„Enkele dingen die papa er in wilde heb
ben, vind ik vervelend, maar het is het mooi-
ste huis in de stad en dat dient toch goed ge-
voor mij te zijn. Papa heelt iets gekocht,
at in mijn smaak valt een gezicht op de
baai van Napels in olieverf, dat volmaakt
mooi is; het is het eerste ding dat je ziet als
je in de hall voor in t huis komt en't is elf
ueet lang. Maar hij ww dat oude etillevea
aanleiding van."
Woensdag is het 400-jarig bestaan gevierd
van het Burgerweeshuis. Het zou vier eeuwen
geleden gesticht zijn door Haesje Claes, dog-
ter in't Paradijs. Deze vrouwe zou, gedreven
door „godtvruchtige mee-waardigheijt", om-
streeks 1520 de zorg op zich hebben genomen
van een zevental ouderlooze poorterskinde-
ren, en daartoe eenige barer huisjes, staande
in de Kalverstraat omtrent de Kapel ter Hei-
liger Steede, hebben laten inrichten. Althans
zoo vertellen Commelin en Wageuaar. De
bekende historiescbrijver van lateren tijd Jo
hannes ter Gouw beweert dat Haesje Claes
met de stichting van het Weeshuis niets uit-
staande heelt. Haesje Claes is echter, naar de
schrijver van het gedenkboekje ter gelegen-
heid van het 400-jarig bestaan, de cud-wees
B. de Kidder, opmerkt, geen onbekende op het
gebied der zestiende eeuwsche philantropie,
door bare erllatingen is bet mogelijk geweest
dat bet voormalig Oude Mannen- en Vrou-
wengasthuis gesucht werd dat oorspronkelijk
in de Kalverstraat naast bet Weeshuis stond.
Zij stierl voor Augustus 1548 en werd in de
Kapel ter Heiliger Steede begravea.
Hoe dan wel het weeshuis tot stand geko-
men is? Volgens den heer de Kidder aidus.
Oudtijds was de zorg voor die weezen, die on-
verzorgd achter bleven, opgedragen aan de
Huiszitter-Meesters der Oude en Nieuwezij-
de.
Daarnaast werden fflr particulieren aange-
trollen die zich het lot van weezen aantrok-
ken en zich over hen ontlennden. Vermoede-
lijk hebben verschillende burgers en bprgeres-
sen omstreeks 1520, althans v66r 1523, de
overheid in staat gesteld om de weezen, die
v66rdien werden verzorgd door de Huiszitten-
meesteren, in eene inricbtiag te verplegen.
Daarop duidt de eerste keur van het Weeshuis
van 31 Maart 1523, naar gebruik van die
dagen onder klokgelui van „de puic" alge-
kondigd. Van dat oogenblik al kan dus eigen-
lijk gespraken worden van eene weezeu-ver-
pleging, welke behoorlijk gereglementeerd
was.
Dit weeshuis, dat in 1524 voltooid was,
stond aan de westzijde van het Rokin, rechts
van de Kapel, en had tevens een uitgang in
de Kalverstraat. Het klein getal weezen dat
in 1523 aanwezig was, groeide spoedig aan.
In 1558 waren reeds een tweehouderdtal in
verplegin'g. Om toen aan de middelen voor
den bouw van een grooter huis te komen be-
sloot de Vroedschap „een zekere loterije van
silveren prijzen optestellen" waarvoor Ko-
ning Philips II op 29 Maart 1560 octrooi
verleende. De loterij slaagde uitstekend en
zoo kon gebouwd worden het groote huis in
de Kalverstraat, waarin later het logement
„De Keizrskroon" gevestigd was. Nu drijlt
de lirma Pander er haar zaak in.
In den korten tijd dat de weezen in dit huis
woonden werd een groot aantal der kinderen
door eene geheimzmnige ziekte aangetast.
Het was een soort van Godsdienstwaanzin.
De zieken klauterden als katten tegen de mu-
ren op; zij spraken vreemde talen en profe-
teerden. Ter Gouw deelt mede dat eenige jon-
gens tegen den Oudekerkstoren opklommen,
en bij de speelklokken gekomen, tikten zij op
de klokken en zongen daarbij heit rijmpje:
„Wij zullen hier vandaan niet gaan.
„OI Bametje zal in't vuure staan.
Bametje, zoo werd zekere Jacoba Jakobs—
dochter ol Japke Bamen spottender wijze ge-
naamd. Ook de Scbout Peter Pietersz werd
door de jongens niet met rust gelaten. We-
gens zijne wanstaltige lengte scholden zij hem
na met: „lange Devqpterkoek."
Hooit schrijlt dat zij gezichten trokken,
van vruchten, dat we in ons huis in de Mur-
phystraat hadden, in de eetkamer ophangen.
Herinner jij je het een tafel en een open-
gesneden watermeloen, een menigte roodwan-
gige appels en een paar glimmende citroe-
nen, met twee doode prairiekuikens op een
stoel? Hij heelt dat gekocht in een meubel-
magazijn, jaren en jaren geleden, en hij be
weert dat het een mooier schilderij, is dan een
van alle, die hij indertijd, toen hij met mama
in Europa was, in de museums daar heelt ge-
zien. Maar het is vreeselijk ouderwetsch om
zulke dingen in eetkamers te hebben en ik
merkte dat Bobby Sam horn er om gichelde
en Sibyl maakte er ook gekheid over met
Bobby en zei daarop tegen papa, dat zij het
ook zoo'n mooi schilderij vond en hij gelijk
had met er op te staan het daar op te han-
gen, waar hij het wenschte. O, die Sibyl er-
gert mij I"
Edith's gedwongen houding jegens haar
broer die nijna tot lompheid was gestegen,
verdween bij dit thema, olschoon zij nog al
tijd strak voor zich uitkeek, zells toen zij aan
haar verontwaardiging over haar schoonzus-
ter lucht gal.
Sibyl r herhaalde zij met zulk een hevig-
heid en kracht. dat die naam vuur van haar
lippen scheen te strijken. „Ik wou wel eens
weten waarom Roscoe niet met iernand van
hter heelt kunnen trouwen, dat zou zoo goed
voor ons zijn geweest! Hij had even goed ja
ren geleden met Bobby Samhom kunnen om-
gaan als nu: Bobby zou hem met de aardig-
ste meisjes in de stad in kennis gebracht heb
ben, maar in plaats daarvan moest hij die
Sibyl Rink oppikken! Ik heb een paar bijzon
der aardigu menschen uit haar stad ontmoet
toen mama en ik van't voorjaar te Atlantic
City waren, tnaar geen van hen had zclfs ooit
van de Rinks gehoord 1 Zelfs niets van hen
gehoord 1"
„Bc dschi d*i je greets vriendea wjuirt
„zoo helsch en averregts, dat de mannelijkste
harten van die neep scheen te kwijnen," en hij
besluit dat het „sTjn vernult onbegrijpelijck
is."
Dat was me dus een toestand in Amster
dam!
In 1580f na de Reformatie, werd het Bur
gerweeshuis naar het voormalige St. Lucien-
kooster overgebracht, op de grondslagen
waarvan het tegenwoordige gebouw is opge-
ricbt. En sedert is het er in gevestigd geble-
ven. Nog altijd worden er de weeskinderen in
de rood-zwarte unilorm verpletgd. Maar het
woord van Vondel, dat boven den ingang aan
de Kalverstraatzijde staat:
„Wij groeien vast in tal en lastis niet
meer waar. Door allerlei oorzaken is in den
loop der jaren bet getal verpleegden achter-
uitgegaan. Het bedraagt nu nog pl.m. 50,
Tot die verpleegden heeft indertija ook be-
hoord J. Cs J. van Speyk.
Treub doodl Prof dr. Hector Treub 1 De
Universiteit van Amsterdam wordt de laat
ste iaren wfel zwaar beproefd. Eerst verloor
zij Winkler, die naar Utrecht ging; daama
stierl Pel, en kortgeleden nam Kotgans zijn
ontsiag.
Treub was de middelste van drie breeders;
alle drie beroemd. De oudste, Melchior Treub,
was de bekende ootanicus; Hector Treub on-
derscheidde zich op het gebied der verioskun-
de en gynaecologie; de jongste. mr. M. W. F.
Treub is de oua-minister. Ziehier dus weder
een dier geslachten, een dier bevoorrechte la-
milies, waaraan Nederland veel te danken
heelt.
Alleen het vooruitzicht de wetenschap nog
meer van dienst te kunnen zijn, tengevolge
van het zooVeel grootere materiaal, dat hij m
eene groote stad als Amsterdam hoopte te
vinden, heelt Treub er indertijd toegebracht
de Leidsche Hoogeschool te verlaten en naar
Amsterdam te komen om de opengevallen
plaats van Van der Mey in te nemen. En dit
is inderdaad wel zeer teekenend voor dezen
man der wetenschap. Hij stelde echter 66n
voorwaardepil. dat er een nieuwe Vrouwen-
kliniek aan het Wilhelmina-gasthuis zou wor
den gebouwdeene voorwaarde die natuurlijk
ingewiiligd werd, en die kliniek heelt Treub
gemaakt kan het verwonderen van den
man die met recht de grondlegger der Neder-
landsche gynaecologie wordt genoemd?
tot een der best-gcouulleerde in den lande,
zoo niet in de wereld.
Hoevelen beeft Treub hier en elders gehol-
pen I Hij was een man van ontzaggelijke ken
nis op zijn gebied, en daarbij van ongeloole
lijke werkkracht, koelbloedig en onvers agd
in de meest gevaarlijke momenten. Raw van
buiten, maar zacht van binnen. Zijn ruwheid
was spreekwoordelijk, maar ook zijn geniali-
teit. In hopelooze gevallen werd altijd Treub
geroepen, eg. dan nad hij, de exhuberante
man, die vaak zulk een heltig oordeel had,
ook in politick opzicht( men denke aan ijne
houding tijdens den oorlog) de zachtheid van
een vrouw. Het getal anecdotes dat omtrent
hem in omloop is; is legio. (Hij had trouwens
zells een anecdotische natuurj. De volksmond
vertelt graag hoe hij de O.W.-ers wier vrou-
wen bij hem medische hulp kwamen inroepen,
linancieel gesproken, het vel over de ooren
haalde, terwijl hij de minderbedeelden ook
hen die nog niet tot de armen gerekend kon-
den worden, mild hohandelde. George Oh-
net kenschetst de iioofdliguur van zijn beken-
den roman: Dr. Ramma, als een weldoende
bullebak, welnu, zulk een weldoende bulle-
bak was Hector Treub.
Op 13 Augustus an. zal bet 100 jaar gele-
met Sibyl," zei Bibbs.
„Totdat ik haar leerde kennen," antwoord-
de zijn zuster met toenemende hevigheid. „Ik
heb onlangs sommige dingen van mrs. Ros
coe Sheridan ontdekt
„Wel Edith aaizelde? terwijl zij haar
lippen samentrok. „Natuurhjk, ik heb altijd
wel gezien, dat zij geen zier om Roscoe
geelt
„Het schijfit toch," zei Bibbs in lakonieik
protest, „da| zij met hem getrouwd is."
Zijn zuster slaakte een schrillen kreet, die
minachtend lachen moest voorstelen en in
haar opwinding gaf zij te snel aan een
lsie toe en zei: „Wel, zij zou met jou
ge-
zij
,Ik,
pu
trouwd zijn."
„Neen, neen", zei hij, „zoo slecht zou
niet wezen."
„Ik bedoel niet begon zij bedroefd.
beaoelde slechts ik bedoel niet
„Het doet ei niet toe, Edith," troostte hij
haar. „Je begrijpt, dat zij niet met mij had
kunnen trouwen, want ik kende haar niet en
bovendien? hoe inhalig zij mag wezen, daar
toe zou zij toch te verstandig zijn geweest. De
directeur-geneesheer heeft mij zelfs het geld
moeten leenen voor mijn kaartje naar huis."
Ik bedoelde niets onaangenaams ten op-
zichte van jou," babbelde Edith verder. ,.Ik
bedoelde alleen, dat ik dacht? dat zij zoo be-
lust op trouwen was, dat zij zou getrouwd
zijn, met wie haar maar vroeg."
„Ja, ja", zei Bibbs, „dat is duidelijk En
op zijn zusters gelaat de uitdarukking ziende
van iemand.wier handigheid alles weer vol-
komai terecht had gebracht lachte hij in zich
zelf.
Roscoe is bepaald snoezig voor haar",
ging zij een oogenblik later voort. ,A1 te
snoezig. Ala hi;; eens wat waicker werd en
haar als een tr an de wet list voelen, dan ge-
loof ilk; dot rtj h«m mew rospeoteeren zou en
den zijn dat Alberdingk Thijm geboren werd;
de maand Maart, die pas achter ons ligt,
was zijn sterlmaand. Hij overleed 17 Maart
1889 in het huis op den N, Z. Voorburgwal
bij de Paleisstraat, waarin thans nog de
Gonraga-vereeniging gevestigd is. Die ver-
eeniging zal echter deze maand hare woning
moeten verlaten, en vandaar dat de hferden-
king van Thijm, van Tbiim's geboorte Sn ster-
ven is vervroegd. Zij had plaats op 31 Maart
.11., in eene vergadering, belegd door „Ont-
wikkeling naar Rocmscbe Beginselen", onder-
afdeeling van de Gonraga-vereeniging en ge-
houden in het sterlhuis. De beer L. van aen
Broek, redacteur van De Tijd, heeft daarbij
eene gedachtenisrede uitgesproken, die een
goede kenschets bevatte van dezen geleerde,
kunstzinnigen katbolieken /Unsterdaitimer.
Tweemaal heeft Thijm's gezin bovenge-
noemd huis, van ouds genaamd „Het Schild
van Frankrijk" op de Pijpenmarkt bewoond.
Van 1846 tot 1853 en van 1868 tot 1889. De
eerste periode was die zijner eerste huweiijks-
■ph meest
duteeren
tijd. Hier woonde hij ook toen de
Aprilheweging in 1853 plaats had en menig-
maal hoorde zijn oudste zoon Jan hem vertel
len hoe toen op straat een man hem „Baltba-
zar Gerards" had genoemd, en het daama
op een loopen had gezet, en hoe Thijma ge
zin (er waren nog 2 kinderen) op het punt
had gestaan de wijk te nemen naar de Acade-
mie-gebouwen voor Beeldende Kunsten in de
Oumaniiuispoort, waartoe men toegang had
door het huis van zijn oom, den beeldhouwer
Louis Royer op den O. Z. Achterburgwal,
die er les gaf, en met wiens pleegdochter
Thijm gehuwd was. Dit huis lag ook dicbt
bij zijn gelieid „bedeplekje"( de nu verdwe-
nen „Fransche Kerk op den N. Z. Voor
burgwal en bij zijn kantoor in de Stilsteeg,
nu Paleisstraat, waar hij meenig blad ge-
schreven heeft van betgeen tussdien 1840 en
'68 van zijn hand verschenen is. Want'daar
was de „zaak" in „verduurzaamde levensmid-
delen", die hij van zijn vader ovemam en in
1863 wisselde voor den boelchandei der firma
van Langenhuysen in den „Berg Thabor" aan
den „Cingel." Hier kwam ziin vriend Luras-
co vaak; en dr. Cramer, raededichter van De
Tijd, en W. J. Hofdijk, die toen zijn raidden-
eeuwsch-romantische periode loorleelde.
De heer van den Broek schiep ook de at-
mosfeer van het Thijmsche familie- en gees-
tesleven; ike dit sterlhuis gekend heeft,
waar mannen als zijn zwager, dr. P. J. H.
Cuijpers, pastoor Brouwers de latere Minis
ter de Marez Oyens, W. van Lennep, A. de
Vries. J. H. Rossing (de journalist), dr. Jan
Sterck, Perk, de latere generaal van Vlijmen
en zoovele anderen min of meer geregeld
kwamen. Zijn ouderwetsche Amsteraamsche
uitvaart deed dan ook zien in hoe breeden
kring deze wensch geeerd was geweest, nadat
hij, volgens J. de Kos, in zijn leven dit niet
had mogen ervaren.
Toch was hij een groote figuurl Rgeds Al
bert Verwtij profeteerde„Hij is nierdood
de nieuwe Thijm die sterft niet". En volgens
Willem Kloos was Thijm met Potgieter en
Hofdijk een der drie grootste dicnters van
zijn tijd. Kloos wil een onrecht van misken-
ning als dichter aan hem zien goedgemaakt.
Kloos zegt: „Geloofshaat was dat allemaal,
afgrijselijke. schandelijk, letterlijk-uitzinnige
geloofshaat „omdat hij het Bovenaardsche
een klein beet je anders zag dan anderen I"
Thijm was een baanbreker ook in de bouw-
kunsft Een wegbereider, wiens zuiverende,
wiens zuiverende ideeen dooi' Cuypers werden
omgezet in steen. En als Berlage Cuypers
teeren hoe zich te gedragen".
„Te gedragenj?"
rO, ik bedoel, zij is zoo onoprecht", zei
Edith karakteristiek ontduikend, als het er op
aan kwam bet punt waarheeen zij zelf de ge-
dachte geleid had te bevestigenin dit opzicht
was zij niet de eenige van haar sekse.
B ibbs vergenoegde zich met een onbestemd
gebaar.
,yEr komt hier in de oude straiten ook be-
drij|vigheidr
hand
huizen en dan de
^Dat is niet voor winkels", legde zij hem
uit. „Dat is de nieuwe gelidbelegiging van pa
pa de Sheridian Apartments'
,,Z'00zoo!" mompelde hii ,,Ik dacht, dat
..Sheridan" hier haast reeds voldoende be-
kend was".
„C. wij zijn in de heele stad genoeg be-'
kgnidr, zed zij onged'uildig. „Ik houd het er
voor, dat hier geen man. vrouw, kind of ne-
gerbaby is, die niet weet wie we zijn. Maar
we hebben geen omgang met die rechte men-
schen".
,,Nleef" riep hij. „Wie zijh dat?"
„Wile zijn dat?"
„De rechte menschen".
„Je weet wel wat ik bedoel de vooraame
menschen, de oude families de menschen.
die hier in de stad tot) den werkelijk be
ech a af den stand bet,ooren en die dat weten".
Bibbs verviel weer in zijn stil lachen; het
acheen hern zeer te amusceren„Ik dacht, dat
de menschen, die in waarheid het echte of hoe
je 't wilt noemen, hadden, het niet wisten",
zed hij. ,„Ik heb aiuja gemeend, dat het zeer
weinig volddening gaf, want als je er over
dacht, dan had je het niet, en als je het had,
dan wist je het niet".
,jDat is nonsens", antwoordde ziii. (JZij; we
ten het hier in de stad opperbeet Ik heb een
plaatst aan bet begin eener nieuwe K'mstpfr
riode, dan beeft bij tevens Thijma plaats aan-
gewezen.
En ten slotte was Thijs katholiek emand-
Eator. Hij trachtte, om met Potgieter te spre-
en, de katholieke zfjde der Nederlahdsche
letteren te winnen. Zoo gaf Thijm den Room-
schen Vondel voluit en Verwey heeft erkend
dat Thijm recht had.
Tenslotte schetste de beer van den Broek
ala ..character", als levenskunstenaar, vol
harmonic, als wegwijzer naar een volkskunst,
als journalist, door de Koo hoog geprezen in'
het doodnummer van „De Amsterdammer."
Deze Thijm-hulde had in beperkten, katho-
lieken kring plaats. Er wordt echter, naar ik
vemam, eene groote algemeene Thijm-hulde
voorbereid.
WAGENAAR Jr.
ii.
De overwinning der democralen.
Berlijn, 24 Maart
Er bestaat geen twijfel meer aanrde demo-
cratische gedachte beeft een overwinning van
beslissende beteekenis behaald. Of zij vrucht-
dragend zal blijken is een andere vraag.
Maar de overwinning zfelf is een historeos
feit en moet als zoodanig geacht en gewaar
deerd worden.
Wij Duitschers mogen weer een heb
ben, dat we ons al een beetje afgewend had
den: wij mogen trotsch zijn Niet o1- etbisds-
politiscn principe van de hoogste n raee^
algemeene waardevan een principe, waar
van de wereld tot nu toe juist Duitschland
niet als het geboorteland beschouwd heelt.
Men bedenke: in een land, dat de gemeen-
schap der volkeren gaarne voor een scbui-
plaats van brutale geweldsideeen aanzag, lij-
den juist deze ideeen de erbarmelijkste schip-
breuk.
Het is temauwemood anderbalf jaar gele
den, dat de militaire machtsontplooiing bij
ons nog bijna de absolute beerscbappij bezai
en nu is zij zoo grondig van ons afgeschud,
dat de proeve van haar wederopricbting een
weliswaar in haar gevolgen gevaarlijk^
maar op zich zelf een belacbelijke tragi Or
medie is geworden.
De racfikaal-sociaUstiscbe partijra stellen
nu de dingen voor, alsof door hen alleen bet
hoogverraad »au de reactionairen zoo snel
tot val gebracht werd. Nu, zoo waar bet is,
dat zonder hen de staatsgreep van Kapp.
Luttwitz en consorten niet met zoo'n geweld
in de kiem gesmoord zou zijn geworden,
even weinig kan men hun opvatting huldi-
gen
Wat de samenzwering, terwijl zi; nog tcr-
nauwernood het hoofd, opgeheven nad, aen
nek brak, was de eensgezindheid van een
heel vclk
Het werd duidelijk, duidelijker* dan ooit,
dat bet een dwaling is, wanneer onze ultra's
van de linkerzijde de geheele overige bevoi-
king als „e6n reaktionaire massa" betitelen.
W;;ar waren de burgerlijke kringen, die
den „Putsdh" den eersten stoot gaven, toeju-
belden of ook maar stilzwijgend goedkeur-
den? Zij waren er nietJa zelfs de konser-
vatieve partijpers was niet met hart en ziel
bij de zaak
Neen, de ,,Putschisten" hebben evenmin
succes gehad bij de burgers als bij de arbei-
ders.
Op dat oogenblik toen zij 's morgens 13'
Maart met wapengeweld zich van de Berlijn-
sche regeeringsgebouwen meester maakten,
was het al met hen gedaan. Zij hadden blijk-
baar geloofd, dat als zij met voile muziek in
massa dlmgeo opgemerkt, lacug voordat we er
over begonnen te denken om in dezen kanit
van de stad' te bouwen. 'De voornaamste men
schen hier in de stad zijn met alidjd de steun-
lilaran der maatschappij en zij gaan om met
nitenstaanders en behoorem niet alle tot ten
zekere kliek zij hebben allerlei soort men
schen opgenomen in hun verschillende clubs,
maar zij zijn daarom evengoed; toch een- kliek,
en zij: hebben het gevoel een kliek te vonnen
en zij zijki juist evenzeer Wij, Ons en Co. als
eenige groep in de wereld!, waarvan je zoudlt
kunnen lezen. iHlet meerendeel van hen was
hier reeds lang, voordat papa lowam, en de
ivadera van de meisjes van mdjh leeftijid
en elkaar, en
„lk begrijp het", viel Bibbs haar ernstig in
de rede. „Himi voorvadereo kwamen van me-
nig slachifveM' bij elkaar en het bloed der
kniisvaarders vloeit in hun aderen. Ik heb al
tijd gehoord, dat het eerste huis gebouwd was
door een ouden man, Vertrees genaamd, die
niet overweg kon met Daniel Boone en hier-
heen de wijk nam omdat Daniel van hem ver-
langde, dat hij: een geweer zou teruggeven,
dat hij hem had1 geleend".
Edith igaf een gilletje van schrik. Jle moet
die geschiedenis niet oprakelen, Biiwis zelfe
al is zij waar. De Vertrees' zijn de voornaam
ste familie e© hier natuurlijk de oudste; zij
waren al een' oude familie v66rdiat Mary Ver
trees' over-overgrootvader uit het Wesien
kwam en hier deze nederzetting stichtte. Hij
kwam uit Lynn, Massachutts, en zij hebben
daar nog familie onder de eerste menschen
in Lynn!"
„Nleen!" riep Bibbs ongeloovig uit.
„Er zijn andere oude families als do Ver
trees", ging zij) voort, geen acht op hem
slaande, „de Samhorns en de Kitterbvls en dc
J. Talmerston Smiths
Vreemde namen voor mij", viel hij haar
de rede. „Arme stakkerds! Geen w u Jio
ALKMAARSCHE
DIreotaur t Q. H. KRAK. HocMredacteur i T|. N. ADEMA.
Wist i<
aaIz -rnA^n rnnni or»Vi \\A(*rW \i
„Pas onlangs?"
im-
van