DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. lie AmsterdamsctiB vuL t Ne. 84. Roaderd twee en twtntigste Jaargpng. ZATEEDAG 10 APBIL iktiilll'OA. ltd iabriakirook. Beriynsche brieven. 1920 bonnemnntsprl|s i>lj voorultbetallng per 3 maanden f 2,00, franco per post t 2,00. Bewijsnummera 0 ot. Advertentleprljs 25 ot. per regel, grootere letters naar plaatsruimte Brleven franco N V. Book* en Handelsdrukkerl| v/h. Herms. Coster Zoon, Voordam C 9, Telef. Administratis Nr. 3. Redactfe Nr*. 33. XV. De wedstrijd Denemarken— Holland. Hel 400-jarig bestaan van hel Burgerweeshuis. Prof, dr. Hector Treub overleden. Air berdingk Thijm herdacht Uc flea ecu dear dertigduizend geweest die op den iweeden Paasciidag in net Stadion dea wedstrijd DenemarkenHolland hebben bijgewooud. ben aer derttg-duizend gelukki- gen, want dit was een schouwspel om uoou te vergeten. Eerst grijpt je aan, die afwaobting van die ontzaggelijae memgte bijeengezeten tegen de zacflt-opglooieade waadea van de wijde kom, waarvan het gladgestrekea groene veld de flodem is. Als met eea mozatk van rose ge- zichten, witte programmafloekjes en veelkleu- rige damestoilettea is de geweldige, net hooge amphitheater, bekleed. En op dea muur van hot amphitheater staan de vlaggen van alle landen geprikt. Urn hall drie worden op het veld de man- aetjes neergezet die straks om de palm der over winning zullen k am pen, ell roode en ell oranje floys. De muziek speelt eerst het Deensche Volkslied, dat niemand kent, waar- om het puhliek eerst langzaam opstaat. Dan het Wilhelmus. En meteen hegint je hart te popelen, want nu wordt het je op slag duide- lijkniet twee elitallea zonder meer maar twee naties staan tegenover elkander. Om 'n bloed- loozen kamp, in edeien strijd, te winnen oi te verliezen. Stil, het spel gaat beginnen, en plotseling wordt het stil rondom. Het is ol de menigte haar adem inhoudt. Ik ken de spelers met, zells niet de Nederlanders. Want ik ben een leek. Maar toch leer ik spoedig genieten. Ik geniet van de ongeloolelijke snelheid der spe lers, van hunne vasthoudendheid en taaiheid, en vooral van hunne koelbloedigheid. Terwijl hij zich het middenpunt van de aandacht van duizenden weet, een jpubliekniet slechts van leeken, maar ook van kenners, die elken mistrap, om niet te zeggen elken misstap zij- nerzijds onbarmharig zullen veroordeelea (in den wedstrijd der volkerea mag het uitverko- ren individu zich niet vergissen,. daar stelt de geheele natie hem aansprakelijk voor) terwijl hij zich aan alle zijden beloerd en bedreigd weet door vlugge en slimme tegenstanders, blijlt zoo'n speler uiterlijk even kalm als den vorigen dag op het oelenveld. Bedaard, bij- na achteloos, schuift zijn voet den bal wat op zijde, en even later vliegt het leder weg naar een volgend steunpunt in het eigen elltal. En ziehier iets wat mij altijd bijzonder trelt in het voetbalspel. Ik vind prachtig de behen- dige wijze waarop er een, die wel het alles overwinnend enthousiasme lijkt, heenbreekt door de linien der tegenpartij; recht op het doel af. Maar trellender nog is, als diezellde speler, de gelukkige, die op het punt staat een held te worden in de oogen van duizenden, op het laatste oogenblik mi;schien, vrijwillig eigen roem opoffert en niet zelf de goal tracht te maken, maar den bal overgeelt aan een ander in het elltal die beter geplaatst is, en meer kans van treffen heelt. Het is het abso- luut opolleren van eigen-ik, en het bedwin- gen van onze spontanieteit. Het is een gewil- lig zich neerleggen bij het onderdeel van de collectieve taak. Maar ik zou U over den wedstrijd Dene markenHolland schrijven. Och, daarvan zijt gij al lang en breed ingelicht. Daarom moge ik volstaan met deze indrukken: „naar kernel! weer (Soman mar hot Engclsd* g*0 Booth Xarkington. 4) „Neen; je nieuwe chaulfeur brengt ons op een verkeerden weg, niet?" „Neen. Dit is de goede. Wij gaan regel- recht naar huis." „Maar wij zijn den hoek gepasseerd. Wij sloegen altijd „Oroote goedheid 1" riep zij uit. „Weet je niet, dat wij verhuisd zijn?" een kleur en ging toen haastig voort: „Nar tuurliik, mama heelt het nooit zoo druk in haar '.even gehadwij hebben geen van alien tijd gehad om iets anders te doen, dan op den sprang staan. Mama kon zells nu niet mee naar net station gaan. Papa kreeg een paar handelsvrienden en van avond komen er menschen uit de buurt van het oude huis op een groot diner, een inwijdingsleest vree- selijke menschen maar mama moet overal voor zorgen. Zij heelt nooit een minuut geze- ten, en als zij dat eens deed, kwam papa en noodzaakte haar weer op te staan." „Natuurlijk," zei Bibbs. ,,Ben je ingeao- men met het nieuwe huis, Edith?" „Enkele dingen die papa er in wilde heb ben, vind ik vervelend, maar het is het mooi- ste huis in de stad en dat dient toch goed ge- voor mij te zijn. Papa heelt iets gekocht, at in mijn smaak valt een gezicht op de baai van Napels in olieverf, dat volmaakt mooi is; het is het eerste ding dat je ziet als je in de hall voor in t huis komt en't is elf ueet lang. Maar hij ww dat oude etillevea aanleiding van." Woensdag is het 400-jarig bestaan gevierd van het Burgerweeshuis. Het zou vier eeuwen geleden gesticht zijn door Haesje Claes, dog- ter in't Paradijs. Deze vrouwe zou, gedreven door „godtvruchtige mee-waardigheijt", om- streeks 1520 de zorg op zich hebben genomen van een zevental ouderlooze poorterskinde- ren, en daartoe eenige barer huisjes, staande in de Kalverstraat omtrent de Kapel ter Hei- liger Steede, hebben laten inrichten. Althans zoo vertellen Commelin en Wageuaar. De bekende historiescbrijver van lateren tijd Jo hannes ter Gouw beweert dat Haesje Claes met de stichting van het Weeshuis niets uit- staande heelt. Haesje Claes is echter, naar de schrijver van het gedenkboekje ter gelegen- heid van het 400-jarig bestaan, de cud-wees B. de Kidder, opmerkt, geen onbekende op het gebied der zestiende eeuwsche philantropie, door bare erllatingen is bet mogelijk geweest dat bet voormalig Oude Mannen- en Vrou- wengasthuis gesucht werd dat oorspronkelijk in de Kalverstraat naast bet Weeshuis stond. Zij stierl voor Augustus 1548 en werd in de Kapel ter Heiliger Steede begravea. Hoe dan wel het weeshuis tot stand geko- men is? Volgens den heer de Kidder aidus. Oudtijds was de zorg voor die weezen, die on- verzorgd achter bleven, opgedragen aan de Huiszitter-Meesters der Oude en Nieuwezij- de. Daarnaast werden fflr particulieren aange- trollen die zich het lot van weezen aantrok- ken en zich over hen ontlennden. Vermoede- lijk hebben verschillende burgers en bprgeres- sen omstreeks 1520, althans v66r 1523, de overheid in staat gesteld om de weezen, die v66rdien werden verzorgd door de Huiszitten- meesteren, in eene inricbtiag te verplegen. Daarop duidt de eerste keur van het Weeshuis van 31 Maart 1523, naar gebruik van die dagen onder klokgelui van „de puic" alge- kondigd. Van dat oogenblik al kan dus eigen- lijk gespraken worden van eene weezeu-ver- pleging, welke behoorlijk gereglementeerd was. Dit weeshuis, dat in 1524 voltooid was, stond aan de westzijde van het Rokin, rechts van de Kapel, en had tevens een uitgang in de Kalverstraat. Het klein getal weezen dat in 1523 aanwezig was, groeide spoedig aan. In 1558 waren reeds een tweehouderdtal in verplegin'g. Om toen aan de middelen voor den bouw van een grooter huis te komen be- sloot de Vroedschap „een zekere loterije van silveren prijzen optestellen" waarvoor Ko- ning Philips II op 29 Maart 1560 octrooi verleende. De loterij slaagde uitstekend en zoo kon gebouwd worden het groote huis in de Kalverstraat, waarin later het logement „De Keizrskroon" gevestigd was. Nu drijlt de lirma Pander er haar zaak in. In den korten tijd dat de weezen in dit huis woonden werd een groot aantal der kinderen door eene geheimzmnige ziekte aangetast. Het was een soort van Godsdienstwaanzin. De zieken klauterden als katten tegen de mu- ren op; zij spraken vreemde talen en profe- teerden. Ter Gouw deelt mede dat eenige jon- gens tegen den Oudekerkstoren opklommen, en bij de speelklokken gekomen, tikten zij op de klokken en zongen daarbij heit rijmpje: „Wij zullen hier vandaan niet gaan. „OI Bametje zal in't vuure staan. Bametje, zoo werd zekere Jacoba Jakobs— dochter ol Japke Bamen spottender wijze ge- naamd. Ook de Scbout Peter Pietersz werd door de jongens niet met rust gelaten. We- gens zijne wanstaltige lengte scholden zij hem na met: „lange Devqpterkoek." Hooit schrijlt dat zij gezichten trokken, van vruchten, dat we in ons huis in de Mur- phystraat hadden, in de eetkamer ophangen. Herinner jij je het een tafel en een open- gesneden watermeloen, een menigte roodwan- gige appels en een paar glimmende citroe- nen, met twee doode prairiekuikens op een stoel? Hij heelt dat gekocht in een meubel- magazijn, jaren en jaren geleden, en hij be weert dat het een mooier schilderij, is dan een van alle, die hij indertijd, toen hij met mama in Europa was, in de museums daar heelt ge- zien. Maar het is vreeselijk ouderwetsch om zulke dingen in eetkamers te hebben en ik merkte dat Bobby Sam horn er om gichelde en Sibyl maakte er ook gekheid over met Bobby en zei daarop tegen papa, dat zij het ook zoo'n mooi schilderij vond en hij gelijk had met er op te staan het daar op te han- gen, waar hij het wenschte. O, die Sibyl er- gert mij I" Edith's gedwongen houding jegens haar broer die nijna tot lompheid was gestegen, verdween bij dit thema, olschoon zij nog al tijd strak voor zich uitkeek, zells toen zij aan haar verontwaardiging over haar schoonzus- ter lucht gal. Sibyl r herhaalde zij met zulk een hevig- heid en kracht. dat die naam vuur van haar lippen scheen te strijken. „Ik wou wel eens weten waarom Roscoe niet met iernand van hter heelt kunnen trouwen, dat zou zoo goed voor ons zijn geweest! Hij had even goed ja ren geleden met Bobby Samhom kunnen om- gaan als nu: Bobby zou hem met de aardig- ste meisjes in de stad in kennis gebracht heb ben, maar in plaats daarvan moest hij die Sibyl Rink oppikken! Ik heb een paar bijzon der aardigu menschen uit haar stad ontmoet toen mama en ik van't voorjaar te Atlantic City waren, tnaar geen van hen had zclfs ooit van de Rinks gehoord 1 Zelfs niets van hen gehoord 1" „Bc dschi d*i je greets vriendea wjuirt „zoo helsch en averregts, dat de mannelijkste harten van die neep scheen te kwijnen," en hij besluit dat het „sTjn vernult onbegrijpelijck is." Dat was me dus een toestand in Amster dam! In 1580f na de Reformatie, werd het Bur gerweeshuis naar het voormalige St. Lucien- kooster overgebracht, op de grondslagen waarvan het tegenwoordige gebouw is opge- ricbt. En sedert is het er in gevestigd geble- ven. Nog altijd worden er de weeskinderen in de rood-zwarte unilorm verpletgd. Maar het woord van Vondel, dat boven den ingang aan de Kalverstraatzijde staat: „Wij groeien vast in tal en lastis niet meer waar. Door allerlei oorzaken is in den loop der jaren bet getal verpleegden achter- uitgegaan. Het bedraagt nu nog pl.m. 50, Tot die verpleegden heeft indertija ook be- hoord J. Cs J. van Speyk. Treub doodl Prof dr. Hector Treub 1 De Universiteit van Amsterdam wordt de laat ste iaren wfel zwaar beproefd. Eerst verloor zij Winkler, die naar Utrecht ging; daama stierl Pel, en kortgeleden nam Kotgans zijn ontsiag. Treub was de middelste van drie breeders; alle drie beroemd. De oudste, Melchior Treub, was de bekende ootanicus; Hector Treub on- derscheidde zich op het gebied der verioskun- de en gynaecologie; de jongste. mr. M. W. F. Treub is de oua-minister. Ziehier dus weder een dier geslachten, een dier bevoorrechte la- milies, waaraan Nederland veel te danken heelt. Alleen het vooruitzicht de wetenschap nog meer van dienst te kunnen zijn, tengevolge van het zooVeel grootere materiaal, dat hij m eene groote stad als Amsterdam hoopte te vinden, heelt Treub er indertijd toegebracht de Leidsche Hoogeschool te verlaten en naar Amsterdam te komen om de opengevallen plaats van Van der Mey in te nemen. En dit is inderdaad wel zeer teekenend voor dezen man der wetenschap. Hij stelde echter 66n voorwaardepil. dat er een nieuwe Vrouwen- kliniek aan het Wilhelmina-gasthuis zou wor den gebouwdeene voorwaarde die natuurlijk ingewiiligd werd, en die kliniek heelt Treub gemaakt kan het verwonderen van den man die met recht de grondlegger der Neder- landsche gynaecologie wordt genoemd? tot een der best-gcouulleerde in den lande, zoo niet in de wereld. Hoevelen beeft Treub hier en elders gehol- pen I Hij was een man van ontzaggelijke ken nis op zijn gebied, en daarbij van ongeloole lijke werkkracht, koelbloedig en onvers agd in de meest gevaarlijke momenten. Raw van buiten, maar zacht van binnen. Zijn ruwheid was spreekwoordelijk, maar ook zijn geniali- teit. In hopelooze gevallen werd altijd Treub geroepen, eg. dan nad hij, de exhuberante man, die vaak zulk een heltig oordeel had, ook in politick opzicht( men denke aan ijne houding tijdens den oorlog) de zachtheid van een vrouw. Het getal anecdotes dat omtrent hem in omloop is; is legio. (Hij had trouwens zells een anecdotische natuurj. De volksmond vertelt graag hoe hij de O.W.-ers wier vrou- wen bij hem medische hulp kwamen inroepen, linancieel gesproken, het vel over de ooren haalde, terwijl hij de minderbedeelden ook hen die nog niet tot de armen gerekend kon- den worden, mild hohandelde. George Oh- net kenschetst de iioofdliguur van zijn beken- den roman: Dr. Ramma, als een weldoende bullebak, welnu, zulk een weldoende bulle- bak was Hector Treub. Op 13 Augustus an. zal bet 100 jaar gele- met Sibyl," zei Bibbs. „Totdat ik haar leerde kennen," antwoord- de zijn zuster met toenemende hevigheid. „Ik heb onlangs sommige dingen van mrs. Ros coe Sheridan ontdekt „Wel Edith aaizelde? terwijl zij haar lippen samentrok. „Natuurhjk, ik heb altijd wel gezien, dat zij geen zier om Roscoe geelt „Het schijfit toch," zei Bibbs in lakonieik protest, „da| zij met hem getrouwd is." Zijn zuster slaakte een schrillen kreet, die minachtend lachen moest voorstelen en in haar opwinding gaf zij te snel aan een lsie toe en zei: „Wel, zij zou met jou ge- zij ,Ik, pu trouwd zijn." „Neen, neen", zei hij, „zoo slecht zou niet wezen." „Ik bedoel niet begon zij bedroefd. beaoelde slechts ik bedoel niet „Het doet ei niet toe, Edith," troostte hij haar. „Je begrijpt, dat zij niet met mij had kunnen trouwen, want ik kende haar niet en bovendien? hoe inhalig zij mag wezen, daar toe zou zij toch te verstandig zijn geweest. De directeur-geneesheer heeft mij zelfs het geld moeten leenen voor mijn kaartje naar huis." Ik bedoelde niets onaangenaams ten op- zichte van jou," babbelde Edith verder. ,.Ik bedoelde alleen, dat ik dacht? dat zij zoo be- lust op trouwen was, dat zij zou getrouwd zijn, met wie haar maar vroeg." „Ja, ja", zei Bibbs, „dat is duidelijk En op zijn zusters gelaat de uitdarukking ziende van iemand.wier handigheid alles weer vol- komai terecht had gebracht lachte hij in zich zelf. Roscoe is bepaald snoezig voor haar", ging zij een oogenblik later voort. ,A1 te snoezig. Ala hi;; eens wat waicker werd en haar als een tr an de wet list voelen, dan ge- loof ilk; dot rtj h«m mew rospeoteeren zou en den zijn dat Alberdingk Thijm geboren werd; de maand Maart, die pas achter ons ligt, was zijn sterlmaand. Hij overleed 17 Maart 1889 in het huis op den N, Z. Voorburgwal bij de Paleisstraat, waarin thans nog de Gonraga-vereeniging gevestigd is. Die ver- eeniging zal echter deze maand hare woning moeten verlaten, en vandaar dat de hferden- king van Thijm, van Tbiim's geboorte Sn ster- ven is vervroegd. Zij had plaats op 31 Maart .11., in eene vergadering, belegd door „Ont- wikkeling naar Rocmscbe Beginselen", onder- afdeeling van de Gonraga-vereeniging en ge- houden in het sterlhuis. De beer L. van aen Broek, redacteur van De Tijd, heeft daarbij eene gedachtenisrede uitgesproken, die een goede kenschets bevatte van dezen geleerde, kunstzinnigen katbolieken /Unsterdaitimer. Tweemaal heeft Thijm's gezin bovenge- noemd huis, van ouds genaamd „Het Schild van Frankrijk" op de Pijpenmarkt bewoond. Van 1846 tot 1853 en van 1868 tot 1889. De eerste periode was die zijner eerste huweiijks- ■ph meest duteeren tijd. Hier woonde hij ook toen de Aprilheweging in 1853 plaats had en menig- maal hoorde zijn oudste zoon Jan hem vertel len hoe toen op straat een man hem „Baltba- zar Gerards" had genoemd, en het daama op een loopen had gezet, en hoe Thijma ge zin (er waren nog 2 kinderen) op het punt had gestaan de wijk te nemen naar de Acade- mie-gebouwen voor Beeldende Kunsten in de Oumaniiuispoort, waartoe men toegang had door het huis van zijn oom, den beeldhouwer Louis Royer op den O. Z. Achterburgwal, die er les gaf, en met wiens pleegdochter Thijm gehuwd was. Dit huis lag ook dicbt bij zijn gelieid „bedeplekje"( de nu verdwe- nen „Fransche Kerk op den N. Z. Voor burgwal en bij zijn kantoor in de Stilsteeg, nu Paleisstraat, waar hij meenig blad ge- schreven heeft van betgeen tussdien 1840 en '68 van zijn hand verschenen is. Want'daar was de „zaak" in „verduurzaamde levensmid- delen", die hij van zijn vader ovemam en in 1863 wisselde voor den boelchandei der firma van Langenhuysen in den „Berg Thabor" aan den „Cingel." Hier kwam ziin vriend Luras- co vaak; en dr. Cramer, raededichter van De Tijd, en W. J. Hofdijk, die toen zijn raidden- eeuwsch-romantische periode loorleelde. De heer van den Broek schiep ook de at- mosfeer van het Thijmsche familie- en gees- tesleven; ike dit sterlhuis gekend heeft, waar mannen als zijn zwager, dr. P. J. H. Cuijpers, pastoor Brouwers de latere Minis ter de Marez Oyens, W. van Lennep, A. de Vries. J. H. Rossing (de journalist), dr. Jan Sterck, Perk, de latere generaal van Vlijmen en zoovele anderen min of meer geregeld kwamen. Zijn ouderwetsche Amsteraamsche uitvaart deed dan ook zien in hoe breeden kring deze wensch geeerd was geweest, nadat hij, volgens J. de Kos, in zijn leven dit niet had mogen ervaren. Toch was hij een groote figuurl Rgeds Al bert Verwtij profeteerde„Hij is nierdood de nieuwe Thijm die sterft niet". En volgens Willem Kloos was Thijm met Potgieter en Hofdijk een der drie grootste dicnters van zijn tijd. Kloos wil een onrecht van misken- ning als dichter aan hem zien goedgemaakt. Kloos zegt: „Geloofshaat was dat allemaal, afgrijselijke. schandelijk, letterlijk-uitzinnige geloofshaat „omdat hij het Bovenaardsche een klein beet je anders zag dan anderen I" Thijm was een baanbreker ook in de bouw- kunsft Een wegbereider, wiens zuiverende, wiens zuiverende ideeen dooi' Cuypers werden omgezet in steen. En als Berlage Cuypers teeren hoe zich te gedragen". „Te gedragenj?" rO, ik bedoel, zij is zoo onoprecht", zei Edith karakteristiek ontduikend, als het er op aan kwam bet punt waarheeen zij zelf de ge- dachte geleid had te bevestigenin dit opzicht was zij niet de eenige van haar sekse. B ibbs vergenoegde zich met een onbestemd gebaar. ,yEr komt hier in de oude straiten ook be- drij|vigheidr hand huizen en dan de ^Dat is niet voor winkels", legde zij hem uit. „Dat is de nieuwe gelidbelegiging van pa pa de Sheridian Apartments' ,,Z'00zoo!" mompelde hii ,,Ik dacht, dat ..Sheridan" hier haast reeds voldoende be- kend was". „C. wij zijn in de heele stad genoeg be-' kgnidr, zed zij onged'uildig. „Ik houd het er voor, dat hier geen man. vrouw, kind of ne- gerbaby is, die niet weet wie we zijn. Maar we hebben geen omgang met die rechte men- schen". ,,Nleef" riep hij. „Wie zijh dat?" „Wile zijn dat?" „De rechte menschen". „Je weet wel wat ik bedoel de vooraame menschen, de oude families de menschen. die hier in de stad tot) den werkelijk be ech a af den stand bet,ooren en die dat weten". Bibbs verviel weer in zijn stil lachen; het acheen hern zeer te amusceren„Ik dacht, dat de menschen, die in waarheid het echte of hoe je 't wilt noemen, hadden, het niet wisten", zed hij. ,„Ik heb aiuja gemeend, dat het zeer weinig volddening gaf, want als je er over dacht, dan had je het niet, en als je het had, dan wist je het niet". ,jDat is nonsens", antwoordde ziii. (JZij; we ten het hier in de stad opperbeet Ik heb een plaatst aan bet begin eener nieuwe K'mstpfr riode, dan beeft bij tevens Thijma plaats aan- gewezen. En ten slotte was Thijs katholiek emand- Eator. Hij trachtte, om met Potgieter te spre- en, de katholieke zfjde der Nederlahdsche letteren te winnen. Zoo gaf Thijm den Room- schen Vondel voluit en Verwey heeft erkend dat Thijm recht had. Tenslotte schetste de beer van den Broek ala ..character", als levenskunstenaar, vol harmonic, als wegwijzer naar een volkskunst, als journalist, door de Koo hoog geprezen in' het doodnummer van „De Amsterdammer." Deze Thijm-hulde had in beperkten, katho- lieken kring plaats. Er wordt echter, naar ik vemam, eene groote algemeene Thijm-hulde voorbereid. WAGENAAR Jr. ii. De overwinning der democralen. Berlijn, 24 Maart Er bestaat geen twijfel meer aanrde demo- cratische gedachte beeft een overwinning van beslissende beteekenis behaald. Of zij vrucht- dragend zal blijken is een andere vraag. Maar de overwinning zfelf is een historeos feit en moet als zoodanig geacht en gewaar deerd worden. Wij Duitschers mogen weer een heb ben, dat we ons al een beetje afgewend had den: wij mogen trotsch zijn Niet o1- etbisds- politiscn principe van de hoogste n raee^ algemeene waardevan een principe, waar van de wereld tot nu toe juist Duitschland niet als het geboorteland beschouwd heelt. Men bedenke: in een land, dat de gemeen- schap der volkeren gaarne voor een scbui- plaats van brutale geweldsideeen aanzag, lij- den juist deze ideeen de erbarmelijkste schip- breuk. Het is temauwemood anderbalf jaar gele den, dat de militaire machtsontplooiing bij ons nog bijna de absolute beerscbappij bezai en nu is zij zoo grondig van ons afgeschud, dat de proeve van haar wederopricbting een weliswaar in haar gevolgen gevaarlijk^ maar op zich zelf een belacbelijke tragi Or medie is geworden. De racfikaal-sociaUstiscbe partijra stellen nu de dingen voor, alsof door hen alleen bet hoogverraad »au de reactionairen zoo snel tot val gebracht werd. Nu, zoo waar bet is, dat zonder hen de staatsgreep van Kapp. Luttwitz en consorten niet met zoo'n geweld in de kiem gesmoord zou zijn geworden, even weinig kan men hun opvatting huldi- gen Wat de samenzwering, terwijl zi; nog tcr- nauwernood het hoofd, opgeheven nad, aen nek brak, was de eensgezindheid van een heel vclk Het werd duidelijk, duidelijker* dan ooit, dat bet een dwaling is, wanneer onze ultra's van de linkerzijde de geheele overige bevoi- king als „e6n reaktionaire massa" betitelen. W;;ar waren de burgerlijke kringen, die den „Putsdh" den eersten stoot gaven, toeju- belden of ook maar stilzwijgend goedkeur- den? Zij waren er nietJa zelfs de konser- vatieve partijpers was niet met hart en ziel bij de zaak Neen, de ,,Putschisten" hebben evenmin succes gehad bij de burgers als bij de arbei- ders. Op dat oogenblik toen zij 's morgens 13' Maart met wapengeweld zich van de Berlijn- sche regeeringsgebouwen meester maakten, was het al met hen gedaan. Zij hadden blijk- baar geloofd, dat als zij met voile muziek in massa dlmgeo opgemerkt, lacug voordat we er over begonnen te denken om in dezen kanit van de stad' te bouwen. 'De voornaamste men schen hier in de stad zijn met alidjd de steun- lilaran der maatschappij en zij gaan om met nitenstaanders en behoorem niet alle tot ten zekere kliek zij hebben allerlei soort men schen opgenomen in hun verschillende clubs, maar zij zijn daarom evengoed; toch een- kliek, en zij: hebben het gevoel een kliek te vonnen en zij zijki juist evenzeer Wij, Ons en Co. als eenige groep in de wereld!, waarvan je zoudlt kunnen lezen. iHlet meerendeel van hen was hier reeds lang, voordat papa lowam, en de ivadera van de meisjes van mdjh leeftijid en elkaar, en „lk begrijp het", viel Bibbs haar ernstig in de rede. „Himi voorvadereo kwamen van me- nig slachifveM' bij elkaar en het bloed der kniisvaarders vloeit in hun aderen. Ik heb al tijd gehoord, dat het eerste huis gebouwd was door een ouden man, Vertrees genaamd, die niet overweg kon met Daniel Boone en hier- heen de wijk nam omdat Daniel van hem ver- langde, dat hij: een geweer zou teruggeven, dat hij hem had1 geleend". Edith igaf een gilletje van schrik. Jle moet die geschiedenis niet oprakelen, Biiwis zelfe al is zij waar. De Vertrees' zijn de voornaam ste familie e© hier natuurlijk de oudste; zij waren al een' oude familie v66rdiat Mary Ver trees' over-overgrootvader uit het Wesien kwam en hier deze nederzetting stichtte. Hij kwam uit Lynn, Massachutts, en zij hebben daar nog familie onder de eerste menschen in Lynn!" „Nleen!" riep Bibbs ongeloovig uit. „Er zijn andere oude families als do Ver trees", ging zij) voort, geen acht op hem slaande, „de Samhorns en de Kitterbvls en dc J. Talmerston Smiths Vreemde namen voor mij", viel hij haar de rede. „Arme stakkerds! Geen w u Jio ALKMAARSCHE DIreotaur t Q. H. KRAK. HocMredacteur i T|. N. ADEMA. Wist i< aaIz -rnA^n rnnni or»Vi \\A(*rW \i „Pas onlangs?" im- van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 9