tkmaarsche Courant D@ Fal»ri«SssrooiL a Woensdag 28 Juli. ^rijstelling en Yergoeding regens Kostwinnerschap. PE0ILLETON. VAN 'It J0URNAL1STE.. MET VERLOF. n. J h 176. *®20, Mjnderd Een en Twlntlgste Jaargang. Vrijstelling van mUUieplichi. Kostwinnersvergoeding. 50) Romsa near set Eageiceti van Booth Tariunyfton. HOOFDSTUK XXIX. j Toen Bibbs uit het nieuwe huia kwam, pas- rerdc hem op het trottoir een Zondagsch (no: een groote jonge vrouw met een kalm feterlijk, een in het zwart gekleede, magere ooge man, wiens gezicht een uitdrukking lad van voortdurende zorg, vennoeidheid en iretigheid. Hii duwde een kiSderwagen, die ie derde van net trio bevatte en alle dne za jen er netjes op hun Zondags uit en gehee aitgerust om het jniddagmaal te gaan gebrui- ken bij de familie van de vrouw. „Hoe zou je het vinden mama, "als ik eens fe jonge man was?" fluisterde de man. „bfi een van de zoons en er zijn er nog maar (pee over." De vrouw keek Bibbs eens nieuwsgierfg (an. „Nu, ik weet het niet," antwoordde zij. Lin mijn oogen ziet hij er uit als iemand die pjn eigso zorgen hec4." „Dat zal hij wel, evenals iedereen" zei de |onge echtgenoot, ,^naar ik geloof, dat we eel zouden kunnen verduwen als we zijn gek iadden."^H^HB H ,,'t Is best mogel'ijk, dat als je steeds zoo oortgaat als nu, baby even welgesteld za" "orden ala de Sheridans. Men kan 1 ■eten." Zij keek Bibbs na. „Hij loopt wat lang- aam en voorovergebogen ebogen loopen", zei de jonge vader met bit- het nie „A1 dat geld in zijn zakfcen doet hem zeker ►gen loopen", bewondermg. A. Bestertdiging van vergoedingen. B. Vergoeding in geval van opkomsi of te- rugkeer in werkelijken dienst na het elndigen der buitengewone omstandigheden. a. Om vergooditog to kunnen verkrijgen ten aanzien van een dienstplichtigen kost- wimner, die eerst nl het einde dei heersehende buitengewone omstandigheden in werke- lijikendienat opkomt ofterug- k e e r t, moeten belanghebbenden een daar- toe strekkende fnnvraag inzenden. Mary, die toevallig juist uit het raam keek, zag Bibbs aankomeu en van schrik opsprin- gend, sloeg zij haar handen ineen. Zij ging hem tot aan de voordeur tegemoet. Bibbs!" riep zij, „Wat is er? Ik zag dat er iets niet in orde was toen ik Zij hidd op en hij kwam binnen zander zijn oogen tot de hare op te slaan. Hij was steeds als hij dien drempel overschreed met opgericht hoofd' biunengekomen en zijn peinzenden blik had dan den hare gezocht. „Ach, arme jongenl" zei ze met een gebaar van begrijpen en medelijden. „lk weet wat het is!" Hij, volgde haar in de kamer waar zij al- tijdi zaten en hij viel in een stoel neer. ,,Je hoeft het me nieit te vertellen," zei zij. „Zij hebben je weten te overreden, je vader heeft het gewonnen je gaat doen wat hij verlangt. Jij hebt toegegeven." Zonder haar nog aan te kijken, boog hij toestemmend het hoofd. Zij uitte een zachte kreet van medelijden en ging naast hem zitten. „Bibbs', zei ze. Ik ben blij om een ding ofchoon het zdfzudi- tig is. Ik hen blij dat je regelrechf naar mij tocgekomen bent. Ik stel dat meer op prijs dan zelfs als je was gekomeu, omdalt je ge- lukkig was." Zij zweeg daarop een tijdlang en zei toen weer: „Bibba lieve zou je er mij niet wat van kunnen vertellen? Wil je dat doen?" Nog altijd keek hij niet op,, maar met be- veade, beesche stem deed hij1 haar zoo'n vreemde vraag, dat zij in het eersit meende, zijn woorden verkeerd veretaam te hebben. „^lary," zei hij, „zou jc met mij kunnen irouwan?" Zij drukte beide handen tegen haar wan- gen en' werd1 beurteflings rood: en Medk. Lanig- zaam opstaande, ging zij adhterwaarts van hem weg, hem- steeds aankijkend, eerst met een ongeloovigen blik, toen met verbijstering, die steeda duidisUjiker uit haar wijd gaopeode VOOE.TS: In mijn vorigen brief, die door trage post- bestellingen iets werd vertraagd, heb ik even het feit aangestipt van het meenemen van kin- deren' op de fiets, maar d^arover vertier geen positief pro- of contra standpunt ingenomm. Deze enkele woorden zijn echter een vriende- lijken belangstellende genoeg geweest mij in mijn afzondering een artikel te zenden, han- delend over het .Duorijdeo", voorkomende in de Provinciale Geldersche en Niimeeg&che Courant, waarin de schrijver zijn sterke af- mandj Het wil mij nog steeds voorkomen, dat wanpeer de zitting voor het kind doelmatig aangebracht is in een behoorlijk v66r het stuur geplaatet stoeltje, hierin eer een genoe- fen dan ecu onaangename expeditie voor het Leine jochie of meiske gezien moet worden. Obk de vorijge week voegdle ik er ai bij, „voor kinderen, die daarvoor natuurlijk niet te klein zijn". Dat het een gemak en een middel van onschuldig plezier is voor de ouders, zal, dunkt me, niemand betwisten. Als de menschen zomers uit de stad gaan, Zwammerdam Gouda. Linger dan een uur slingert zich een alleraardigst begroeid jaagpad langs de Kromme Mijdrecfat en dat deze inderdaad „krom" is kan niemand meer vergeten, die dezen weg eens heeft gevolgd l De kronkelingen zijn ontcdbaar en- erg scherp, zoodat de muur van elsjes en wilgen steeds't vervolg van' den weg aan 't oog onttrekt. Gouda zelf, 't middelpunt van tallooze wa- terwegen. is 'n mooie welvarende stad1, waar ^typisclie tegenstellingen opvallen van enorme faorieken en waterwerken. teekenen van le- vendigen handel en industrie en oude bouw- werken, w. o. in de eerste plaats het antieke stadhuis op de Markt en de mooie gevels der statige prachthuizen. Men vertelde, dat van gemeentewege veel wordt gedaan om het ei- genaardige cachet dat d^ze oude gevels aan't stadje geven, te bewareu, o. a. door het aan- koopeni van percedlen,, die door sterfgevalilen in sloopershanden dreigen ten onder te gaan. 's Avonds van-tut de ramen van ons hotel „de Zalm" op de Groote Markt genoten we mee van het schouwspel, waar 't circus Wilke i publiek door ae1 enkele Vensters in't tentdek ter groot; veien, voorai wei uu iNoora-i 101- land, trekken' naar Oelderland en omstreken, 't Gooi of Limburg, maar in negen van de tien gevallen zoekeu de menschen toch, de ibossclien of de zee. Een klein-- categorie houdt zich bij de lage landcn van Holland, de vlak- ke weiden, de smalie vaartjes en typisch wel varende dorpen. Onze tocnt voerde ons dwars door Zuid- Hollland, het prachtige deel langs de wijde plassen van WtsB, Noord- en Zuineinder, van Amsterdam tot Geuda toe bijna onafgebro- ken watervlaktcn, deels tot polders vcrmalen en doorsneden van de tallooze stroomen en gekanaliseerde rivierties, waar we op school ijverig van leerden: Amstel, Anigstel, Drecht, 'Kromme Mijdrecht en verder Zuidwaarts de Qude Rijn, de IJssel, de Gouwe. Wie werke- lijk eens een vreemdeling (en de tallooze Ne- cerlanders vreemrf in eigen land niet te ver geten-) een goed denkbeeld wil geven van de >schoonheld onzer lage landen, nerne hem mee op dezen tocht over Uithoom Noorden oogen sprak; 't was alsof zij een niet onder woorden gebrachte vraag deed. Er heerschte langen tijd 'n vreemde stilte in de kamer de twee jonge menschen gevoelden zich zoo vreemd tegenover elkaar. Eindelijk zei zij. ,,Wat deed je dait zeggen?" Hit antwoordde niet. „Kijk me eens aan Bibbs!" Haar stem was luid en duidelijk. „Wat deed je dat zeggen? Kijk mij aan." Hij kon haar niet aankijken en hij kon niet spreken. „Wat bracht je er toe dat te zeggen?" zei zij. „Ik verlang dat te weten. Zij kwam dichter bij hem, haar oogen werden steeds glanzender en grooter, vol vragende verbazing. „Je" hebt toegegeven aan je vader" zei zij langzaam, „en toen kwam je bier om mi] te vragen Zij hield op. Bibbs wensch je, dat ik met je trouwen zal „Ja," zei hij even hoorbaar. „Neen!" riep zij. „Jij wenscht dat niet. Maar wat deedi jou mij dat vragen? Wat is er gebeurd?" Niets." ",WachE', zei zij. „Laat mii eens denken. Het is iets, dat gebeurd is sdnos onze wande- ling van van morgen ja sindls jij mij om twaalf uur hebt verlatcn. Er is iets gebeurd, dat zij hield plotseling met een gemom- pd van verbazing op, want er begon haar een lidht op te gaan. Zij herinnerde zich Si byl naar het nieuwe huis te hebben zien gaan. Bibbs slikte met moeite en speelde het klaar te zeggen„Ik ik zou gaame willen, dat je met mij trouwde indien jij dat zou kunnen." Zij keek hem aan en schudde langzaam haar hoofd. „Denk je, Bibbs haar stem was even onvast als de zijne, niet veel meer het Goudsche publiek op vergastte, dat wil zeggenp^ zagen we de acrobaten 1 us tig hun toeren aan de trapeze verrichten en buitenom, in fantastisch Bengaalsch licht hadden wii't opg op't aanbrengen der paarden en cowboyB in hun kieurige kleeddj. Het nog zoo onlangs te Alkmaar statio- neerende gezelschap van Wilhelm Hagenbeck kwam mij weer levendig voor den geest. Het was een niet onaardige stoffeering van onzen Goudschen avond1. 'Den volgendcn dag reden wij Zuid-Hol- lands' kweekerijen door: Waddinxveen, Bos- koop. Lange wegen met uitgestrekte tuinen aan weerszijden. slooten onmiddellijk langs deni weg, en huizeni, alleen bereilcbaar door omklapbare bruggetjes: de „plank", waar- door ieder huizenbloc een aparte kolonie vormt op een eilandje. Langs den OudenRijn bereikten we Leiden, waar we naar ons dacht de meest noodige levensbehoeften voor een „huishouden" insloegen. Want veertien dar gen zouden \ye in ons houten zomerchhlet't huishouden moeten behartigen, zoo goed en zoo kwaad als't ging- Dicnt bij Leiden in't dorp Warmond, hever „onder" Warmond aan de wijde Kagerplassen, uitziend over einde- looze vlakten v66r, eindelijk ten Westen be- grensd door wat bosch en de duinenrij van Katwijk en Noordwijk, daar staat ons paleis, moeilijk bereikbaar over land, prachtig gele- gen voor watertourisme, voor zwemmen, vis- schen, iagen en alle mogelijke watervermaken, die te bedenken zijn. Aan de waranda is een flinke steiger uitgebouwd, waar de booten langs worden gehaald en' de leveranciers, die komen hooren en brengen als in 'n ,,heusch" huishouden, leggen hun schuitje voor het isteigertje aan het open hek bij) wijze van voordeur 1 vast en zqo worden de zaken afgehandeld. Onze ecrste bezoeker is 'smor- gtna om zes uur de melkboer, die komt met oe nog waime me-llk van de Iwien, die vlak onder't slaapkamerraam' grazenen hoes- ,ten's nachts 1 Aangezien we niet zoo bijster iiiatineus zijn worat de melkpau 's avonds buiten gedqponeerd en vinden wij die 'smor- gens ongeacht de grootte van het vat, dat wij buiten plaatscn! stereotiep vol. Om ne gen uur volgt de brievenbesteller, die ons on- veranderd onmiddellijk klaar wakker maakt, want nog steeds brengt hij ons groote voor- .raden post en tallooze kranten in ons afge- zonderd waterhuis 1 De eerlijkheid gebiedt me i te bekennen. dat Ik van de one groote bladen die me hier 'bereiken er nog nooit 66n heb in dien, laat staan gelezen 1 Want we hebben ,'t ruk we hebben't bepaald bcspottelijk ■druk met cms huishouden van vier men schen! En we zijn tot twee conclusies geko- men tijdens ons verblijf alhier: tent' eerste dat't onmogelijk is voor 'n huisvrouw om ooit in der eeuwigheid klaar te zijn, en ten tweede is't onbegrijpelijk dat zij er in slaagt liaar huisgenooten voor weinig geld te voe- den. Want we zijn altijd bezig en we geven kapitalen uit-1 Aangenomen dat ervarcn huismoeders de zaken beter veistaan, blijft ons de zaa'k 'n raadsd. Dit leven heeft in- middels vele sluimerende gaven en kwaliteiten in ons wakker geroepen; een meester in de rechten blijkt van ons het beste de kunst van vleeschbraden te verstaan, zij is er nog steeds in geslaagd ons dit gerecht prima op tafel te .brengen, terwijl ook de jus onberispelijk is; een' bankbeambte munt uit door handig en ■vlug omwassclicn een buitengewoon ze- genrijke kwaliteit, die wij ten' zeerste in haar appreoicereni, want ae omvangrdjldieid van d'e vaten is ten eenenmale onbegrijpelijk, de dominee mist wel de huishoudelijke gave, een gefluister. „Denk je dat ik ver- liefd op je ben?" maar staat bij voortdurmg klaar om mogelijke en onmogelijke proeven van kookkunst te ge- nieten, wat ook voordeeQl is en de journalis- tede jxscheidenheid verbiedt mij van hare bijzondere kunst en te gewagen, maar het is een voldongen fefit, dat zij prima bedden opmaakt, met ware doodsverachting pannen schoon wascht ennaar algemeen genoegen de huishoudbeuns beheert 1 Als dat nu niet een' voomaam punt is, dan weet ik 't niet meer! Ter illustratie van het bovenstaande voeg ik ten slotte hier aan toe, dat ik vanmidk dag onder het schrijven van dezen vacantie- brief voor het vervullen mijner huishoudelijke plidhten' opgestaan ben voor: melkboer, groenman, het afnemen van een mij toever- trouwd stuk roastbeaf en het opzetten van de saus voor 't vleeschl Huismoeders, u eer ik boveoal! NAN J. „Neen," zei hij. Ergens in de kamer klonk een gefluisterd woord; het scheen niet van Mary's geschei- den lippen te komen, maar hij vernalS het: „W-aaroin?"\ „llk heb nooit iets anders gehad dan droo- men", zei Bibbs droevig, „maar die wai^n niet van dien aard. Sihyl beweerde, dat een meiaje niet van mij kon houden". Hij glim- lachte flauw, ofschoon hij Mary nog altijd niet aankeek. „En toen ik pas thins kwam. vertelde Edith mij, dat Sibyl zoo verlangend was geweest te trouwen, dat zij. zelfs mij zou hebben genomen! Zij wilde daarmee te ken- nen geven, dat Sibyl erg om een man verle- gen was geweest, begrijp je. Maar geen van beiden had mij dat behoeven te zeggen. Ik heb mijzelf nooit heschouwd als a'ls hijzonder begeerenswaard." Zonderling genoeg. veranderde Mary's bleekheid in een bios van ffgemis. Die twee 1" riep zij schamper en toen met groote minach- ting: „Lamhornl Dat is net iets voor hen!" Zich omkeerend ging zij naar den kalen, klei- nen nwarten schoorstoenman tel «n bleef daar- tegen aanleunend staan. En nu vroeg zij „Wanneer zei mrs. Roscoe Sheridan, dat geen nleisje van jou zou kunnen houden?" „Vandaag." Mary haalde diep adein. „Ik geloof, dat ik het wat begin te begrijpen." Zij beet op haar lip en er straalde welgemeende toorn uit haar oogen en die klonk ook uit haar stem. „Antwoord mij nog eens, Bibbs," zei zij. „Weet je, waarom ik mijn bont niet meer droeg?" „Ja." „Dat dacht ik wel. Je schoonzuster heeft hot je gezegdi, niet waar? „Ik hoorde haar zeggen Ik weet dunkt me nu wel wat er gebeur- de. Mary haalde haastig adem en haar stem beefde >T|-aar zij sprak snal. Jij hoordo haar Reclitszaken HAAS OF PATRIJS. De rechtbanl? te Almelo heeft S. Bloemere, rijwielhersteller te Goor, D. J. Elkink en H. J. Bekkers, landbouwers te Marleko, besdiul- digd van. meineed in een jachtwetovertredingy vnjgespro-ken, met last tot onmiddelljjke in- vrijneidsstelling. ARB0MH6 sements-eeohtbane; TE ADKMAAR. meer dan dat te zeggen. Jij hoorde haar zeg gen, dat wij doodann waren en dat ik daar- om eerst probeerde je broer in te palmen en toen haar stem begaf haar en slechts na een krampachtige poging- was zij in staat verder te gaan. „En toen dat ik probeerde jou in te palmen om met jou te kunnen trou wen. Jij hoorde haar diat zeggen eni jij ge- looft dat ik niet van je houd en „geen enkel meisje" van jou zou kunnen- houden maar jij denkt, dat ik evenzeer om een man verle- gen ben als Sibyl dat jij En dus of schoon jij mij niet begeert en gelooft, dat ik jou niet zou kunnen begeeren, behalve nu ik er om „verlegen" beu nam jij je vaders aanbod aan en kwam toen mij vragen met je te trouwenHoe heb ik mij aan je voorge- daan, dat je mij zoo kon Plotseling zonk zij. op haar knieen en met haar gezicht op de zitdng van een stoel in haar arm verborgen barstte zij in tranen uit. „Mary, Maryr riep hij hulpeloos. „0 neen jij jij bcgnjpt het nietl" „Dat doe ik wel" zei ze snikkend. „Dat doe ik well" Hij kwam naast haar staan. ,,Jij doodt mij", zei hij. „Ik kan het niet duidelijk ma- ken. Van het eerste oogenblik dat je zoo vrien- delijk tegen mij was heb ik altijd slechts aan mijzelf gedacht. Jij was altijd ae gevende en ik de nemende. Ik was de amankelijke ik deed niet andens dan op jou steunen. Wij spraken altijd over idiote verdrietelijkheden en moeilijkheden.- Ik vond jou een soort won- derwezen dat geen menschelijk lijden kende anders dan door je medegevoel. Jij scheen je uit een rooskleurige wolk neer te buigen om vriendelijk tegen mij te zijn. Het is nooft bij kunnen dat iemand iets voor je deed. En vandaag boorda ik dat jij (WonJt vno^d.) *r o- m a* w d 6 a- :0 a e- a m ar ■S 5n ei te V A a f- n a n a it 1- '.e jt n t- n d I. r- s- vt is i De BDBGEMEEISTEB van ATJKTtflA.AH mgt hierbij ter algemeene kennis, dat fidhtena de wet van 28 Mei 1920 (Staate- Ld nt>. 261) het volgende nopens bet verlee- ;Q van vrijstelling van ingelijfde mi- jieplicbtige 'koetwinner-s en n open a het toe- innen van koatwi neravergoedin- e n zal geldien n a den d a g, w a a r o p e duur der heerschende bu1 - sngewoneomBtandighedenein- i g t. Zoodra de datum bekend is, waaxop as buitengewone omstandigheden te eenlger Id geacht word en te zijn geeindigd, zal daar- kn algemeene bekendlheid worden gegeven. 1. Vrijstelling van den militiedienst we- kns kostwinnersehap wordt verleend1 aan fengene, door wiens verlblijf in werkelijken lenat voldoende middelen tot levenaonder- iud zouden komen te ontbreken aan zijn iin Oif aan dat, Waartoe hij behoort of iarin hij als pieegkind1 ia_ opgenomen, dan W aan personen, die hem in den eeraten of (jn tweeden graad van blood- o<f aanver- antschap bestaan. 2. G'eldt het iemand, die is ingelijfd, dan ordt de vrijstelling niet verleend', zoo de jlangen van den dienst het wenschelijk ma m de vrijstelling niet to verleenen on bi idkenning eener vergoeding van ten boogs-te en gulden vijf en zeventig ent per dag voldoende in de innddelen tot Tensonderlioud van het gezin of de pereo jn, onder 1 bedoel'd, ®ou worden voorzien. 3. Geldt het echter iemand, die is inge- id hij de militie en voor wiens verblijf ir grkelijken dienst tot op den dag na dien strop do duur der heersehende buitengewo- t omstandigheden eindigt, vergoeding ve ins kostwinnerschap wordt genoten tot een soger bedrag dan eengulden ijf en zeventig oent per dag, an kan hij voor de vrijotelllng niet in inmerking komen, zoo de Ijelangen van den Bust het wenschelijk tnaken do vrij .telling let to verleenen en bijbesjbend'igihg an het laatetelijk te z ij n e n mien toegekendie vergoe- 1 n g b e d r ag voldoende in de middelen rt levensonderhoudi van het gezin of de per- iaen, ondor 1 bedoeld, zou worden v-ooraen L Indien ten gevolge van bet vorplicht erblijf onder de wapenen of in werkelijken ienat van een ingelijfde bij de militie, een iemtplichtige bij de landweer of eon tot den indstorm behoorenden dienstplichtige vol- oendo middelen tot levensonderhoud ontbre- en oif zouden komen te ontbreken aan zijn ezin of aan dat, waartoe hij behoort of waar- hij als pleegfkind is opgonomon, dan wel in personen. die hem in den cersten of den mrorden graad van 'blood- of .ianvorwant- •hap bestaan^ dan wordt aan bodocM gezin aan bedoelde personen, naar door do Ko- ingan te stnllen regelen, op hun verzoek een eiifooding uit's Bijiks kas toegokend voor I; on dag, dien do ingelijfde bdj do militie, e dienstplichtige bij de landweer of de tot en landstoum behoorende dienotpliohtlge in erkelijken dienst is, altlhanu zoo den inge- j^fde bij do militie geea vrijstolling van den oilitiedienst of den dienstplichtige bij de andweer geen ontheffing van den werkelij- ;en dienst wordt verleend. 2. Er kan worden bepaald, dat toekennlng an de kostwinnersvergoeding ook kun go- chiederi ter zake van onverplicht ver- 1-jj.f onder de wapenen of in werkelij'ken ien'st van den ingelijfde bij de militie, den ienstplichtige bij de landweer en den tot den indstorm behoorenden dienstplichtige, zoo- lede ter zake van verblijf in werkelijken Lvnwt van den vrijwilliger bij den landstorm. 3. Kostwinnersvergoeding mag behou- ens het vermelde onder 4 niet meet be- ragen dan a. een gulden vijf en zeventig isnt per dag ten aanzien van den ingelijf- lo bdj de militie t. twee gulden vijftig cent per ag ten* aanzien van den dienstplichtige bij de andw eerj o. dirie guidon par dag ten aanzien van den dienstplichtige of den vrijwilliger, die behoort tot den la n d t a r mi. 4. Ten aanzien van do ingelijfd'en bij de militie en van do dienstplichtigen bij de landweer, Toot wior verblijf in werkelij'ken dienst tot op den dag na dien, waarop de duur der heerochende buitengewone omstan- digheden eindigt, vergoeding wegens kost winnerschap wordt genoten tot een h o p g e r be drag dan een guidenv ijV e n zeventig cent per dag voor aooveel betreft een ingelijfde'bijde militie, of tot eon hooger bedrag dan twee g'u lden vij'ftig-cent per dag voor aooveel betreft een ddenstpliohtige bij de landweer, kan het genot van dit hoogere ver- goedingsbedrag worden bestendigd tot aan het tijdstip, waarop hun 'bedoeld verblijf in werkelijken dienst eindigt. 'De aandacht van belanghebbenden wordt voorts gevestigd op het volgende: a. Dtegenea, die bij het einde der heer sehende buitengewone omatandigheden reeds in het genot zijn van vergoeding wegens ver blijf in werkelijken dienst van een tot de mi- Mrtie te land, tot de zeemilitie of tot de land weer behoorenden dienstplichtige, wiens ver- plioht verblijf in werkelij'ken dienst te dien tijde nog niet eindigt, b 1 ij v e n t ij d' e n s het voortgezet verblijf in werkelijken dienst in het ge not d e r vergoeding, voor aoover daarin niet nader wijziging wordt gebracht, b. Do vergoeding wordt ton aanzien van den militieplichtige tijdens het voortgezet verblijf in werkelijken dienart, onder a be doeld, uitbetaald: ind'ien hij tot de militie t e le. n d be hoort: door de aorg van de adiptnistTatae van het korps, waartoe de militieplichtige behoort; de uitibetaling geschied't alsdan aan belang hebbenden reohtstreeks door de zorg van die administratie, zoo belanghebbenden buitensland« of in een garnizoenplaats wo-1 nen, en door tusschenko-mstv a n d en Burgemeestor der gemeente, waar be langhebbenden wonen, aoo deze gemeente geen garnizoensplaats is; indien hij tot de zeemilitie behoort door de aorg van den commandant der ma rine te Willemso'-wd en wel door tusschen- hornst van den Borgemeoster der gemeente, waar belanghebbenden wonen; zoo belangheb benden echter bnitenslands wonen, geschiedt de uitbetaling e.an hen rechtetreeks door de zorg van genoemden oommandant. c. Belanghebbenden behoeven niet een aanvraag in te dienen om tijdene het ondor a bedoelde voortgezet verblijf in werkelijken dionst in het genot der door hen genoten vergoeding te blijven. 'b. De aanvxaag moot word'en ingediend: zoo de dienstplichtige kostwinner is voor oigen gezin: door zijn eohtgenoote; aoo hij koftwinner is voor het gezin, waar toe hij behoort of waarin ;hij als pleegkind is opgenomen: door het hoofd van dat gezin; zoo zich geen van beide genoemde gevallen voord'oet. doch hij kostwinnor is voor perso nen, die hem in den eorsten of den tweeden graad van bloed- of aauverwantsohap be staan: door die personen. Indian de echtgenoote van den dienstplich tige is overleden of degone, die de aanvraag om vergoedi): -.? zou moeten Indie n en, wegen -i bijzondere redenen niet in staat is om self over toegekende vergoeding te beschikken of geacht moet worden daartoe niet in staat te zijn, moet de indiening van de aanvraag ten bChoeve van het gezin of van den persoon, waaraan of aan wie vergoeding zou worden toege/kend', geschieden door dengene, die in aanmerking kan k.'.men voor het in ontvangst nemen der vergoeding en daartoe bereid zal zijn. c. De onder a bedoelde aanvraag moet door den dienstplichtige, zoo hij hiertoe niet bui- ten staat is, worden med e-onderteekend als blijk van in stemmin g- met het verzoek. d. De onder a bedoelde aanvraag moet wor den gericht aan den Minister van Oorlog, zoo zerijetreft een tot de militie te land behoo- rem don of daaraan toegewetem dienstplichti ge, on aan den Minister van Marine, zoo ze betreft een tot de zeeanacht behoorenden of daaraan toegewezen dienstplichtige. e. Behoort de dienstplichtige tot de land weer, dan moet de aanvraag NIETreoht streeks aan den Minister van Oorlog worden toegezonden, doch moet ze wordgn imgediend door tusschenkomst van den Bur- gemeester der gemeentle van inwoning van hen, die de aanvraag doen, of, ingeval dozen buitenslands verblijf houd'en, door tussohen- koimst van den Burgemeester der gemeente, waar de dienstplichtige staat ingeschreven in het verlofgangersregisiter der landweer. ,f. In het verzoek om vergoeding moeten o. a. worden vermeld: het nauWkeurig adres van den verzoeker; indien verzoeker in Duitschland of B e 1 g i e gevestigd isde rang en de stand- plaats van den N'ederlandschen consulairen smhtenaar, binnen wiens reseort de plaats wan vestiging is gel'egen; de naam en de voornamen van den dienst- plichtige; zoo hij is tcegewezen a a n d e militie te land: de gemeente, voor welke hij1 voor de militie is ingeschreven; het korps en koxpsonderdeel, waarvoor hij is be stem d dan wel waartoe hij behoort; zijn stamboeQrnumimer en zijn controle- nummer, zoo hem deze nummera bekend kun nen zijn; zoo hij is toegewezen aan de zeemi 1 itie de gemeente, voor welke hij voor de militie is ingeschreven; zoo hij behoort tot de land weer: de gemeente, waar hij staat ingeschreven in.het verlofgangereregister van de landweer; het wapen of dienatvak), het landweeron- derdeel en de oompagnie, waartoe hij be hoort; zijn controlenujmmer. Alkmaar, 24 Juli 1J920. De Burgemeester, W. 0. WENDELAAB. Zittia^ van 27 Juli. MI'SHANDEITiSrG. Aan den timmerman Joh. K te Heerhu- gewaard is ten laste gelegd mishandeliag van den 12-jarigen Hubert us Kxosse aldsar op 25 April. Bekl. is niet verschenen. De g-etuige zeide geen kwaad' te hebben ge daan. De andere jongens wel. Hij h'ad een schop tegen zijn achterste en een slag tegen het hoofd gekregen. Het deed erge pijn1. T-Tjj had blauwe pklkken op den rug. Beklaagde heeft bij het verhoor door de politie ver'klaard dikwerf geplaagd te worden. Het 0. M. vorderde 20 -boete subs. 20 d. BEDEMMECRINGt VAN EEN A1MBT8- HANDEJLING. Elisabeth Johanna M., echtgen. ran Hu- bertus de L. caffihouder te Bchagen, atond terecht ter zake dat zij op 25 April te Scha- gen twee politie-ambtenaren <Ten toegang heeft belet tot de l'ocaliteit ran haar echtge noot, toen deze ambtenaren zich toegang wenschten te verechaffen ten einde een ret moedelijke overtreding der dxankwet te con- stateeren. De ambtenaren zagen door de glazeny dat ih de gelagkamer personen aanwezig waxen, die zich onledig hielden met kaartspelen. Toen zijn wilden binnengaan, was de deux op slot. Eekkagde kwam echter voor, waar op de ambtenaren xiepen, doe open, politie. Zij 'hebben gehoord dat zij de personen bin nen waarschuwde met de woorden: opgepast daar is de politie. De vel'dwachtera trach'tten daarop vergeefa de deur te forceeren. Beklaagde heeft toen db deur geopend doch de bezoekers waren niet meer zichtbaar en alles was opgeruimd. Zij weigerde met de politie de schuilplaats van de 'bezoekera te tJoonen. Na onderzoek werden er 8 bezoekeri gevonden. Beklaagde ontkende den toegang te heb ben geweigerdi. Er zijn slechta een paar mi- nuten verlioep^n voor zij de deur heeft ge opend. Zij had de eleutel van de deur in het buffert en moest Hie eerst opzoeken. Zij erkende echter, dat er bezoekera aanwe zig waren. Het O. M. vorderde 14 dagen gevangenis- straf. MTSHANDEIiENlG. De 42-jarige land'bouwer Jacob 'Str. te N.- Niedorp heeft op 1 Mei den land'bouwer J. Oppeveld mishandeld. Deze etoldo zich civiele partnj' en wenschte- schadevergoeding van 150. Hij heeft zijn hand moeten laten verbinden. Die rekenlng bedraagt 28. Hij 'heeft 4 weken niet kun nen werken volgens verklaring van den dok- ter. Getuige rekent 4 per dig, totaal is het bedrag 1124. Beklaagde heeft getuige met een wieder aan de hand ^erwond. Getuige Oppenveld, die reeds te voren on- eenigheid had met beklaagde, haalde een paal uit den grond, toen kwam beklaagde en sloeg hem met den scherpen wieder op de hand. Dr. Maats heeft get. verbonden. Beklaagde erkende het feit. Hij beweerde een stomp van Joh. Oppenveld te hebben ge had met een scherp voorwerp. si te a 9- li- e- S- 8- 3" 3- IT O 31 yi *p ir fi >- it 8 h it n t- rr 2- t- n 9- n <n »- jk n l- j- .'.8 Ja W.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1920 | | pagina 5