Alkmaarsche Courant
Nisuwjaarswenschen.
In onze straat.
Honderd Twee en Twlntlgste Jaargang.
Trfidag 23 December.
Waarom hot Kerstmannetje
Blot moor in Alkmaar kan
komen.
Fenilleton.
In het nnmmer dat Vrydag den
31 December verscbijnt, zalweder-
om gelegenbeld bestaan tot bet
plaatsen van
NIK IW J A ARS WENSCHEN
k 50 eent a contait.
80S. 1880.
Naar hat Bagaltoh vaa E. BUCK-ROSE.
40)
Een paar urea adieen die rust en stilte na de
ongewome drukte en treurig'heid, met't onop-
houdelijlk loomea en gaan van menschen, ziiin
geest tot kalmte ite brengm De meid bracht
als gewoomlijk zijn whisky met heet water en
zette het op de gewone
suilker in te doen, toen hij: zich op eens herin-
litijdi placht
aats en hiji begon er
W zich
nerde, dat zijjn vrouw altijd placht te zeggen
Maar een kjondlje, Josua, denk aan je jicht".
'Hij! was diidcwijils boos op haar geweest, om
dat ze dat zei, maar dit was het, dat hem zijn
hoofd op rijn handeo deed1 sfceimen, uit zijn
vendooving deed ontwaken en schreieni voor
het eerst na haar dood!.
Nla een poos hieldi hij op met schreieni, om
dat mailmen op middelbarem leeftijd niet veel
tranen hebben, enl hij' begon troosteloos door
het huis te dWalem, terwijl hij: toit zich zelf zed1:
»Jik ben in die war, ik ben vreeselijk in de
war".
Maar er was niemand wiem het wat kon
Gchelem of hij van streek was of niet. en de
buren eerbied'igddn zijm smart en durfdem rich
niet in te diingen, omdait hij nooit vertrouwe-
lij'lc bevriend met iemand geweest was. We wa
ren alien zeer tactvol im onze straat, en nie
mand dacht er over diem avond aan te bellem,
behalve die belachelijke mevrouw Bean. Zij
week echter altijld af van d'e padem der vorme-
lijidheid, die wij, anderen1, zoo gemaldeelijk be-
tradem, em nui zat ze in haar domkere, koude
voorkamer met de blinden open, ofschoon er
achter warmte em licht was, em dat alies met
d* "irtollijUr dWaZB hadnriiirug, om op (je hi ir.
den van mdjjnlheer Golding te lfit'ten en faem
op een manier, die Jiij met loon weten, gezel
schap te houden. Toen kwam de dwaze iuge-
ving bij haar op, die haar het pad af en over
dien wegf leididie voordiat haar gevoel van wat
fiehoorldjJc was, wist wtat ze deed, en fact ge-
wicht van haar handeluag trof haar pas als
eeni lawine, itoen de meid van mijnheer Cod
ding zei op den toon van gekwetsfen rouw;
„U will mijnheer sprekenO, ik geloof ntet,
dat hij vamavoadi iemiand ontvangen kan, me
vrouw".
Maar mijnlteer Gold'ing hoorde de atemmen
en stak zijn ongelukkng rood gezicht door de
deur van de huiskamer.
„Wat is het? Mevrouw Bean? O, laat haar
bimnenikomien'".
Mevrouw Bean ging binmen. een slordige
gedaaniLe, met 'haar vingerhoen nog aan, cn
een streng maaswol om haar bate, en geen
woord ami te spreken; maar er was iets in
haar oogen dat mijiniheer Goldimg zich min
der vreeselijk eenzaam dded gevoelien, toen
hij, een1 stoel voor haar biji ,trok.
,jlk ben erg van streek" zei hij einrielijk, ter-
wij hij rijn neua snoot.
^,Dat weet ik", zei mevrouw Bean, die weer
spreken kon. „Ik ik hoop dlait u me niet
kwalijk znlt nemen dat ik zoo loom.. Ik dadit
aan u dlat u zoo geheel alleen' is".
„U Jb ielldtt van haar", zei mijnheer Gollc
Toen' zateni riji langen tijd zwijgend, de
echtgenoot aangetrolcken tot iemand die
vrienidschappelijik met zijn vrouw geweest was,
loewel hijl diets met rijn gast gemeen had;
iedereen kon dit begrijpen, als hij ooit een
d'ierbare door den dood vcrloren heeft.
De klok tikte, de asch vielhet was onbe-
sdhrdjfelijk droevig het gerimkd van het porse-
lein in de keuken te hooren, en mevrouw Bean
>egx>n te denken' dat het missdhien beter
was geweest ate rii niet gekomen1 was. Toen
keek mijnheer Golding langs de kachel been
en barstte uit:
„Ate ik maar eens meer wat zaton voor
haar meegebracht had. Zjj' hieldi zoo veel van
zalm, maar ik kon or niet tegen on ik hd> het
vcrledeo zomer miaar tweemaal meegebracht".
„U kan niiet u kan niet begon me
vrouw Bean, en1 ze trachtte trooatwoorden te
vindeni; toen verborg ze haar gcricht in het
werk, dat ze werktuigelijk in haar hand' ge-
houdien' had en ze huilidie daarim, omdait ze
haar zakdoelk vergeten had.
Mijnheer Goldimg sn'illcte, hoestte en begon
ook weer te huiilen, maar nu ntet van eenzame
verbitteriingi, maar van dat verdriet, waardoor
de liefde een regenboog werpt over de liefde-
lijke herinnering aan die dooden.
Een paar minntien later liep mevrouw 'Bean
weer die straat over naar haar eigen huisjo,
en van avond1 schenen de stilte donkere mu-
ren die Sauw in het igaslicht gtommen, en de
ledlige straat onui'tsprekdijlo somber; want rij
voelde het leed en de smiart van' landeren zoo
scherp, dat rijl soms scheen te leven met haar
vinger op de pols van een siidderendle wereld.
Maar toen rij haar eigen hek opendeed, ver-
scheeni het gezicht van Sophie op den drempel,
bleek-schitterend tegen het blawve licht van
binnen', haar oude zomerjapon', die rijl voor
's avondb gebrudkto zag er nu uit ate een
zachte draperie van) creme en' gnu's, die om
haar jonge gesta'lite ails een wolk hing, zooals
Hebe op twijfelachtige diagen op den1 Olym-
agen hebbeni.
vol
iing van die
pos moet
Mevrouw i Be an voeld een ooj
hoop en vreugde, als bean
meistjes figuiur; en ofschoon haar oogen nog
rood' waren' en haar rneus onromantisch ge-
zwollen, was rij vol romamtidk toen rij Sdphie
in die achterkamier volgdle en1 opgewonden'
vroeg: „Nki is het? Heeft hijl?"
,,'rfeeft, wie, wat?" vroeg Sophie, geprik-
keldl: want de sentimenteele neigimgen van
cnevroyw Bean waoen soms wericehjk we-
lend. „lk kwam al'lieenl maar om je mijmi por
tret te laten zien. Ik heb er nu een a-ain het
recht adires laten maken".
,,Pracbtigzei mevrotuw Bean met geest-
drift. ,,Je ziet er op uit als een tooneelspeel-
ster, of iemand uit de groote wereld die dik-
wijils ganoeg lage japonnen heeft gedragam,
om te vergeten, waar het lage eindigt; je be
grijpt wat ik bedloel. Jufflrouw Salisbury zqgt
altijld, dat er zoo iets provinciaate is m eefl
beetje laag gekleed".
Sopliie schrikte en keek haar vriendin scherp
aan; maar de punit van mevrouw 'Bean's neua
glom van een dooreohijnende opredbtheid,
waaraan' niet te fwijlfelen viel.
j.Nlatuiurlijk" zei Sophie, „zou men nooit
werkeliijk zoo'n japon or a gen; maar een dra
perie op een portret te geheel iets andere".
,Nlaturldj!kr, stemdie mevrouw Bean haastig
toe. „Nlet alls olieverf-schiildierijien. 'De men
schen loopen' nooit 'buiten in> mousseline nacht.
j aponnen' waar dfe wind doorheen waadt, maar
je riet ze overal op schilderijen en dan staat
het toch goed1".
nHIm", zei Sophie, sledhits matig! gerustge-
steld. „Nlu, ik ben blii, diat je het portret goed
vindt. Goeden nacht".
Mevrouw Bean volgde haar gast naar de
deur em op het oogenblik van heengaan keer-
de Sophie zich om, om onverschillig te zeg
gen:
„Je moet niets verwachten op het punt
van een huwelijk, meen ik. Ik wildle, dat ie be-
greep, dat ik de zuivre waarheid spneek, als
ik je zeg, dat ik geen plan heb om te trouwen.
Sta als het je blieft niet altijd op den uiitkdjk.
Ik vimd1 het vervelend'F'
„Heel goedi", zei mevrouw Bean ladiend en
toch half dlroevig. Er is iets aandoenlijks in
de plechtigheid der jeugd in de liefde, voor
hen, die rich hun jeugd hertnneren. „Maar
toch", voegdle rij! er bij, „is een gelukkig huwe
lijk bet baste wait in de wereld bestaat; je kunt
niet van me verwachten, d)at ik blif ben, dat
jie dit cnisf'.
„Eir bestaat zoo lets", zei Sophte, wegrien-
de, ,^.la liefde zonder huwelijk zonder eenig
vooixled".
„0, diat weet ik", zei mevrouw Bean, „er
Ijestaat rauw vleesdi1. eteol en op den grand
slapen; maar dat rijn geen prettige din gen".
,^Wie wil iets prettigs in de lief^?" zei So
phie met miniaditlinigi.
t,Iedere vrouw in de wereld)!" antwoomidb
mevrouw Bean dlapper.
Maar dlat weerhidd! Sophie niet den vol-
genden morgen op weg naar de bibliiotheek bij
de Icamera van mijnheer Howard aan ite gaan,
met een groot plat envetoppe in de hand,
waarin haar portret Elen diansfaedsje kwam
aan1 die deur met opgestroopte mtouweni, blijk-
l>aar boos dat rij van de waschtobbe geroe
pen was en vroeg scherp:
Is het een van die oouranlten Ik dacht,
dat mijln!heer Howard' ze met de post aan die
zaal liet komen'".
„Nleen neenfzei 'Sophie zenuwachtig.
■Het is een een parficu'lter pakje. Wit je
1 let iln de kamer van mijinheer Howard' leggen^
zoodat hij het vindit, als 'hij vanmiddacf aam-
komlt?"
Htet meisje grinnilrte veelbeteekend.
„0, zei ze, ,,ik zal er voor zorgen. Een an-
ere dame heeft hier vanmorgen ook een' pak-
;e afgegeven'. Maar dlat van haiar waren ge-
werkte bretela. Onkiesch, noem ik dlat". Toen,
in antwoord op iets in Sophie's gezicht voeg-
de rij er haastig bit „Ik keek er in uit vrees
dat het iets was, aat bederven kon. Eens gaf
iemiand een fcreeft af, die gebonden zat in een
kartonmen doos, en mijnheer Howard' viel bdj-
na om toen hijl die open miaakte. Nu Irijk ik
altijd
.Goeden' morgen", zei Sophie afgemetea.
Dirt is alleen maar een een kaart. Jle be-
'loeft het niet open- te maken".
-
DE DIBECTIB.
ZIJ, DIE Z10B MET 1 JANUARI VOOR
MINSTENS 3 MAAXDEN OP BIT BLAB
ABONNEEREN, OaSTTVANGEN DE TOT
BEEN BATUMI VERSCHITNENDDB HUM
MERS FRANCO EN GRATIS.
BE BIRECTIE.
Het was heel gezellig in het atudeerkamertjc
ran Johannes Tobias.
Een electrisch balonnetje straaldo in een
rose kapje, het kacheltje snorde en het water
in het keteltje waarvan Johannes zich een lek.
ker grogje wou klaar maken, begon te koken.
Een stoompluimpje spoot den hals van het
keteltje uit en de grjjze poes, die op een kleed.
je voor' de kachel lag, keek er naar met half
toegeknepen oogjes.
Johannes bedacht dat katjes niet van rum.
grog houden en schoof daarom een schoteltje
warme melk onder de tafel.
Toen verdiepte hij zich weer in zijn bezig
heden.
Hij moest een vervelend stuk uit een Fransch
boek in het Hollandsch vertalen en hij vond
telkens weer zulke lastige zinnen, dat hij de
grootste moeite had om niet in slaap te vallen.
Het was zoo lekker warm in de kamer, het
kussentje van zijn stoel was heerlijk zacht en
de Fransche vertaling zoo vreeselijk langdra.
dig en vervelend, dat Johannes zijn oogcn ten.
slotte niet meer open kon houden.
Hij knikkebolde een beetje, schikte zich wat
behagelijker in zijn stoel en even later bewees
een zacht snorken, dat Johannes Tobias zich
niet meer bewust was dat er rumgrogjes en
Fransche vertalingen op hem wachtten.
En hij droomde.
't Was Kersttijd en in alle woningen brand,
den kleine kaarsjes in sparreboompjes.
En blijde kindergezichtjes keken met glinste.
rende oogen naar de mooie versieringen, naar
de zilveren slingertjes die door de takken van
de Kerstboompjes gcvlochten waren, naar de
chocolaadjes in kleurig papier en de kleine
Kerstklokjes die hier en daar uit het sparre.
groen te voorschjjn kwamen.
Maar Johannes had geen Kerstboompje.
Hij wist niet meer of het morgen, middag of
avond was, maar hij was verdrietig omdat hij
alleen op zijn kamer zat en niemand er a
dacht hem gezelschap te houden.
Toen werd er op zijn deur geklopt.
„Binnen", riep Johannes.
De deur ging open en daar stond vriendelijk
lachend het Kerstmannetje.
Hij droeg een jasje van dennennaalden en
zijn haar was wit als sneeuw.
Over de ooren had hij een witte pelsmuts ge.
trokken en daaronder straalden zijn oogjes
toen hij Johannes een vriendelijk goeden mor.
gen toe wenschte.
Johannes was blij.verrast.
Men had hem dus niet heelemaal vergeten,
en in zijn blijdschap schoof hij een fauteuiltje
bfj het vuur en liet het Kerstmannetje zijn
natte sneeywschoentjes voor een paar warme
pantoffeltjes verwisselen.
Het Kerstmannetje wreef zich tevreden de
kleine roode knuistjes.
„Welkom in Alkmaar", zei Johannes vrien.
delijk.
„Dat is lief van je Johannes", zei het Kerst.
tucnsMij*. „ik bra «xpres aan Alfcrmn
komen omdat ik mij den laatsten tijd erg oud
begin te voelen. Ik herinner mij dat het hier
zoo'n vredig stadje is en omdat ik nou 's een
paar rustige dagen wou hebben, dacht ik er
over, den burgemeester te vragen per ge.
meente.publicatie in de courant te laten zet>
ten, dat ik dit jaar niet zelf in alle huizen de
cadeautjes aan de boomen kan komen binden.
Maar ik heb een zak vol moois meegebracht,
lekkere fondantjes, prentenboekjes en pantof.
feltjes en als je me nou voor twee dagen je ka.
mer wilt afstaan, mag iedere Alkmaarder hier
voor zijn Keratmis een mooi prcscntjo komen
uitzoeken.
„Nou", zei Johannes, „dat vind ik best. Dan
gaan we maar dadelijk naar den burgemeester.
Kijk maar even de Alkmaarsche Courant in,
dan zal ik intusschen mijn jas aantrekken."
Het Kerstmannetje verdiepte zich in de ko<
lommen van het Alkmaarsche nieuwsblad.
„Wat nou", vroeg hij, toen Johannes weeT
binnen kwam. „Gaan de wecskinderen aan po.
litiek doen?"
„Wel nee", zei Johannes, „je begrijpt 'tniet
goed. De regenten hebben een S. D. A. P.'er
voor een Liberaal geruild omdat ze hem dub.
bel hadden".
„0", zei het Kerstmannetje, „net als bij de
plaatjes van de Alcmaria.cacao",
Johannes zette zijn kraag op, want 't was
vinnig koud.
„Als we nou, direct gaan", zei hij, „dan is er
kans dat we den burgemeester nog op het
stadhuis treffen".
Naast het kleine Kerstmannetje stapte Jo.
hannes door de vriendelijk verlichte straten.
Uit alle winkels straalde het rose licht van
de Italage's en elegante dames in bontkragen
bleven nieuwsgierig voor de winkelruiten
staan en wezen elkaar de Kerstgeschenkjes die
in sneeuwwitte watten.kussentjea in de uit.
stallingen lagen.
En van den Waagtoren speelde de carillon,
nist zijn mooiste Kerstmelodietjes.
Het was alles zoo vredig cn het deed het
Kerstmannetje heelemaal in de stemming ko
men.
„Nou moet je oppassen", zei Johannes,
„nog e6n hoek om en dan zijn we bij 't stad.
huis".
Even later stapten ze de gang van het Raad
huis binnen waar een zenuwachtige drukte
heerschte.
Uit alle deuren staken de hoofden van ver.
schrikte ambtenaren en een vijftal secretarie.
klerken stond opgewonden te redeneeren en
stoof uit elkaar toen de atappen van Johannes
en het Kerstmannetje door de gang klonken.
Een groep ambtenaren was met de volkstel.
ling bezig.
Zij hadden in de Raadazaal voor verschiL
lende ramen post gevat en zetten op lange
velien papier een kruisje als er een man en een
nulletje als er een vrouw voorbij kwam.
Maar zij kregen telkens ruzie over de vraag
of eenzelfde inwoner dien dag al eens meer
voorbij was gekomen en dan raakten ze zoo
heftig aan 't debatteeren, dat heele volks.
groepjes voorbij gingen zonder opgemerkt en
aangeteekend te worden.
De verantwoordelyke commies durfde dan
ook heelemaal niet voor de zuiverheid van de
telling instaan.
„Wat is er te doen?" vroeg Johannes a
den zeventienden ambtcaaar van het bevol.
kings register.
„Wisten we 't maar", zei de ambtenaar.
„Er broeit iets, maar we weten niet wat Een
bijzondere afgezant van den minister heeft een
groot geheim stuk naar den burgemeester ge.
bracht Er zitten zegels aan zoo groot als
pannekoeken en er zijn twee boden en drie
concierges noodig gewe&t om het stuk de
trap op te dragon.
„Dan zal de burgemeester wel niet te spre.
ken zijn", zei het Kerstmannetje.
„Daar vrees ik hard voor", antweordde de
ambtenaar. Burgemeester en Wethouders
houden een spoedvergadering met de hoofden
van alle fracties en om te voorkomen dat de
boden door 't sleutelgat kijken, vergaderen ze
in 't donker".
„Dat 's geheimzinnig", zei Johannes. „Daar
moeten we meer van weten".
Het gelukte Johannes en zijn metgezel on.
gemerkt in de burgemeesterskamer te sluipen
vanwaar ze vrij goed konden volgen wat zich
in het naastgelegen vertrek afspeelde.
Ze hoorden den burgemeester met een van
aandoening en vaderlandsliefde trillende stem
zeggen, dat't ernst was geworden met Servie.
Het moest nog een diep geheim blyven,
maar de minister had een afgezant met een
document gestuurd waarin vermeld was, dat
elke stad van meer dan 20.000 inwoners een
g-rovp gowapamfls jtuanmw ocMI attrtwton en
ze op een geschikte boot zetten om zoo spoe»
dig mogelijk naar Servie te vertrekken.
In de golf van Genua zouden alle booten
elkaar ontmoeten en de gewapende burgers
zouden daar in alle stilte op een Hollandsch
pantserschip overgaan, dat onmiddclijk naar
Belgrado zou doorstoomen,
De Servische hoofdstad zou platgeschoten
worden, wij zouden op Servischen bodem een
Nieuw.Amsterdam laten verrijzen van waaruit
heel Servie tot een Nederlandschen vazal.
staat zou gemaakt worden.
Maar het plan moest nog geheim blijven en
alle partyleiders werden 66a voor 64n bij
den burgemeester geroepen om te zweren dat
zjj er zelfs geen woord van op de fracticver.
gaderingen zouden spreken.
Het Kerstmannetje rilde van angst toen hij
van die geheime diplomatic hoorde.
Was dat nou de vredesboodschap die hij
den Alkmaarschen burgers kwam brengen?
Dood en verderf wilden ze zaaien.
Maar een toespraak van den burgemeester,
die de liefde voor1 het vorstenhuis in herinne.
ring bracht en aan de groote daden der Am.
sterdamsche bevolking tijdens het Faling«op.
roer herinnerde, bracht hen weer tot bezin.
ning.
„Mijne heeren", zei de burgemeester plech.
tig, „de tijd van handelen is gekomen. Ik heb
den bode al naar het Noord»Hollandsch Ka.
naal gezonden om het eerste het beste schip
in naam der gemeente in bezit te nemen. De
hemel geve, dat hij met een stevige vrachtboot
thuis komt".
Juist op dat historisch moment werd er op
de deur geklopt en de bode meldde thriom.
phantelijk, dat de veeboot van Purmerend was
binnengekomen en dat men ze ongemerkt naar
het water van de Kooltuin had laten brengen
om ze te proviandeeren.
„Dat 'a goe<j", zei de burgemeester, ,Jaat
nou de commandant van de Burgerwacht door
een achterpoortje het stadhuis binnenkomen'
Het geheele bestuur van de Burgerwacht
werd even later plechtig die vergaderkamer
binnengeleid en de heeren legden in handen
van den burgemeester den ced van trouw aan
Vorstin en Vaderland af.
Toen liet de burgemeester het gezelschap
drie maal hoera vooz Prins Hendrik en „weg
met Serviel" roepen.
Het was erg aandoenlijk en een klerk van de
lichtbedrijven die in een hoek van de kamer
gezet was om de lampen weer aan te stekey,
veegde zich ontroerd de betraande oogen uit.
Maar de commandant van de Burgerwacht,
die onder leiding van den archivaris in het ge«
meenfemuseurn naar geschikte kanonnen ge.
zocht had en deze ongemerkt naar de boot
had laten brengen, kwam met een ontdaan ge.
zicht de kamer binnen atuiven.
„Een ramp!" riep hij, „een geweldige scheeps.
ramp!" de veeboot is met die zware Spaan.
sche kanonnen gezonken en de heele KooL>
tuin is verstopt".
Dat 'a jammer," zei de burgemeester, „dsn
moeten we de ..Alkmaar Packet" maar nemen.
Houd je mannen gereed commandant Last
beslag leggen op den kaasvoorraad by het
Waaggebouw. Geef alle mannen drie scheeps.
beschuiten en tien minuten tijd om vaa vrouw
en kinderen afscheid te nemen.
Stuur een trompetter in den torcn en last
alarm blazen".
Wat zouden die Alkmaarsche burgers achrik.
ken.
Ze wisten nog van niets en er was zoo'n
heerlijke, vredige Kerststemming in de straten,
Maar een groep onderwijzers had er de lucht
van gekregen en, met het portret van minis,
ter De Visser aan een lange stok als vaandel,
stuurden ze een deputatie naar het stadhuis,
die onmiddellijk toegang tot den burgemeester
verlangde.
In de voltallige vergadering van B. en W.,
partijleiders en Burgerwacht»autoriteiten haal.
de de woordvoerder een papier uit zijn zak en
begon de volgende motie voor te lezen:
De Alkmaarsche onderwijzers;
gehoord de plannen der regeering tegen
Servie;
gezien hun schandelijk lage salarissen;
gelet op de onverantwoordelyke schriel.
heid van minister De Visser;
overwegende, dat het ..Schoolblad voor
Noord»Holland en Omstreken" adviseert
als protest tegen het hongerlijden geen
enkele vrijwillige hulp meer aan autoritei.
ten te verleenen;
besluit eendrachtelijk uit de Burger,
wacht te treden en stelt zich niet beschik.
baar voor het platschieten van de Servi.
sche hoofdstad.
Dat gaf een verschrikkelijkc verwarring.
Joianmep en KeracmeHmrye kontSBn na
uit hun schuilhoek alles hooren wat er gezegd
werd.
Men schrceuwde door elkaar en de woord.
voerder der sociaahdemocraten gilde bo.
ven alles uit, dat dit nou een waarschuwing
moest zyn om onmiddellijk de loonen van alle
gemeentewerklieden met dertig gulden per
week te verhoogen.
„Heeren zei de commandant van de Bur.
gerwacht, „als de onderwijzers me in den
steek laten, durf ik de verantwoordelykheid
voor do expeditie niet longer op me te ne>
men".
„Dan gaat ze niet door", verklaarde de bur.
gemeester, „het apijt me meer dan ik zeggen
kan. Ik had verwacht dat het bloed van 1573
nog door de aderen van Alkmaars' onderwij
zers zou stroomen. Laat de kaas weer in de
Waag brengen, visch de kanonnen uit de
Kooltuin op en zet den kogel weer in den ge.
vel van het huis in de Appelsteeg. Ik zal den
minister telegrafisch verzoeken om Alkmaar
van de expeditie vrij te atellen".
Aan zijn stem was wel te hooren, dat hij
vreeselijk ter neer geslagen wag en ook de
wethouders lieten zich in krasse termen over
de proteat>actie der Alkmaarsche onderwij
zers uit
De party.leiders, onderwijzers en Burgeri
wacht.au toriteiten verlieten de vergaderkamer
en het Kerstmannetje achtte zijn tijd gekomen
om de deur open te doen en den burgemeesi
ter om een onderhoud te verzoeken.
Maar hij had zyn oogenblik heel ongelukldg
gekozen. Burg, en Weth. keken het Kerat.
mannetje alles behalve vriendelijk aan.
„Kom je voor onderwijs, publicise werken oi
financien?"
N'een", zei 't Kerstmannetje.
Staat je komst in verband met den oorlog
met Servie?"
„De hemel beware me", zei het Kerstman.
netje, „ik ben een apostel van den vrede. In
mijn familiewapen staat een Kerstboom met
het onderschrift: „Vrede op aarde, in de men.
schen een welbehagen".
„Maar wat wou je dan?" vroeg de joegste
wethouder.
Een gemeente^ublicatie", zei het Kerst.
mannetje.
Ga maar naar den commisSari* van poll.
tie", zei de burgemeester. „Die zal je wel hel.
pen. Wij hebben 't veel te druk, om onze te.
leurstelling te boven te komen".
Johannes Tobias en het Kerstmannetje
daalden de groote stadhuistrap af en klopten
even later aan de deur van het lealokaal der
politie.agenten.
„Binnen", riep een barsche stem.
Johannes en het Kerstmannetje stapten
voorzichtig over een stapel ploertendoodera ea
gingen in een hoekje staan.
Je moet maar even wachten", zei eea
hoofdagent „Wy zijn juist aan het instudee.
ren van nieuwe gemeentcverordeningen.
Luister maar eens, dan kan je d'r ook nog wat
van opstrijken".
En hy begon met een zware stem voor te
lezen: Verordening tot wyziging der Alge.
meene Politicverordening, vastgesteld by
Raadsbesluit van 9 October 1912.
In te voegen een nieuwe afdeeling. Artikel
140a. Het la verboden zich boven de be.
bouwde komt der gemeente in een viiegtuig
te bevinden op een hoogte ven minder
500 meter. Niet atrafbaar is hy, die eantoont
niet de leiding of besturing van het viiegtuig
te hebben gehad.
De hoofdagent haalde een turf uit den ko.
Ienbak en zette die tegen den muur.
Het eerste wat we dus te doen hebben'
zei hy, „is het zuiver schatten van hoogte.af<
standen.
Hoc hoog achat je dat zoo'n Heilooscho dis.
tributieturf is?"
De schatting der jonge agenten liep van 14
tot 25 centimeter en de hoofdagent haalde een
duimstok uit den zak en verklaarde na me.
ting, dat de turf 16 centimeter hoog wag.
Hy zette er een andere turf boven op en
Johannes Tobias kon merken, dat de agenten
zich op den eersten turf al aardig geoefend
hadden. Ze schatten de beide turven te zamen
op 32 centimeter en de hoofdagent was erg
tevreden, want het kwam precies uit toen hy
het nagemeten had.
Langzamerhand werden er hoogere voor.
werpen geschat, de hooge hoed van den com.
missaris, toen de kachel en eindelyk de sabcl
van een van de inspecteurs.
Toen verzamelde de hoofdagent zijn man.
nen voor het venster en begon men de hoog.
te der omliggende huizen te schatten.
„Binnen twee weken," zei hy tegen Johan.
nea Tobias, „hoeft een vlieger zelfs niet meer
tagera eton WwJSwwi op tfc vfiegen oe»
baar verklaard to worden. Dan kan iedere po.
litie.agent tot In centimeters nauwkeurig de
hoogte van het viiegtuig schatten.
De gemeenteraad hy maalcte een militalr
saluut tegen zyn kepi heeft verordineerd,
dat iedere vlieger beneden de 500 M. moet
aangehouden worden."
„Zout op zyn ataart leggen?" vroeg een
jonge agent
„Houd je mond", zei de hoofdman. Je flult
dat ie dalen moet en anders neem je zyn num.
mer. en vliegbewyt op.
Ala ie gedaald it breng je hem naar 't ca.
chot maar als ie bewcert dat ie z'n atuur
kwijt geraakt is, laat je hem onmiddellyk
weer vhegen."
Het Kerstmannetje wilde een opmerking
maken, maar de leider van den cursus sloeg
met een gummistok op tafel en gebood atilte.
„We gaan door", zei hy.
Artikel 140b. Het la verboden boven de
bebouwde kom der gemeente met een vlleg.
tulg, ongeacht de hoogte, waarop zich dit be.
vlndt, kunstvluchten uit te voeren.
„Zie jezei de hoofdagent „dat heeft de
edelachtbare raad verordineerd om 't gevaar
dat zoo'n vliegkerel met z'n machinerie boven
op de menschen zal vallen".
Johannes Tobias deed zijn mond open,
maar de hoofdagent keek hem zoo barack
aan, dat hy zyn mond weer dieht deed.
„We gaan door", zei hy.
„Wanneer is er geen gevaar?"
„Ala de Koningin door de Harddraverslaaa
rydt", antwoorddn een blykbsar nog onerva.
ren politieman.
Houd je mond", zei de eursusleldeT met tea
vernietigenden blik.
„Er is geen gevaar, vervolgde hy, „ala
Burg, en Weth. schriftelyk ontheffing verlee.
nen."
Juist op dit oogenblik werd er op de deur
geklopt en een rechercheur kwam zeggen, dat
de commissaria voor het Kerstmannetje to
spreken was.
„Dat 'a jammer", zei de cursualeider, „want
het interesaantate komt nog. Zoo dadelyk bo.
ginnen wy met het instudee ren van de nieuwe
melkverordening." En hy laa plechtig voor:
„Het is verboden melk te verkoopen met eea
vetgehalte van minder dan 2.70 pCt".
„Zie je", zei hy, „dan laten we de agenten
net zoo lang melk in allerlei vervaischte per.
centages drinken, tot ze aan den tmaak on.
middellyk het vetgehalte, het aoortelyk gw
wicht en de kleur ran de koe kunnen proeven.
Begryp je wel wat een gemak dat voor den
directeur van den keuringadienst ia?"
Maar het Kerstmannetje zei dat by noodig
naar den com missaris moest en deze stond
hem en Johannes Tobias heel vriendelyk to
woord, msar verklaarde hen, dat hy over
gemceE. republics ties nieta te vertellen had,
Het Kerstmannetje was erg toleurgesteld.
„Ik geloof", zei hy tegen Johannes, „dat ik
het verstandigsto doe afscheidakaartjes te la.
ten drukken en maar den eersten den besten
trein naar Amsterdam moet pakken".
„Ja", zei Johannes, „je treft 't erg ongelub
kig, maar enfin, ik weet een beat adrea voot
je afscheidskaartjea".
Ze stapten samen de nog altyd in den roo»
den gloed der Kerstetalages liggende stratea
door en Johannes belde aan een groot ge.
bouw, waarvan na eenig wachten de deur
voorzichtig en geruischloos opengemaakt
werd.
Een heer in hemdamouwen, die bleek vaa
vermoeidheid zsg, vroeg hun wat ze verlang.
den en toen Johannes de afscheidskaartjes be.
stelde, schuddc hy mistroostig het hoofdL
,,'t Is te veel", zei hy, „ik kan 't niet vol.
houden. 'k Ben vannacht niet naar bed ge.
weest en van vanmorgen vyf uur af sta ik al
aan een persje om een apoedbestelling klaar
te krijgen".
Johannes en het Kerstmannetje stapten de
ondememing binnen en Johannes struikelde
byna over de voeten van een man die met zyn
hoofd op een bundeltje poetskatoen tuaachen
twee machines lag te snorken.
In 's hemelsnaam", zei de mijnheer in het
overhemd. „Maak me de zetters niet wakker.
Zc hebben pas gegeten en nou moeten ze tot
drie uur slapen".
..Waar is dat goed voor?" vroeg het Kerst.
mannetje".
„Och mijnheer", zei de bedryfsleider, „dat
zijn de gevolgen van de nieuwe Arbeidswei.
Als ze uitgeslapen zijn mogen ze nog een uur
werken en dan moeten ze van vyf tot zeven
naar de bioscoop".
De opzichter van de vouwmachine bewoog
zich onrustig in ztja slaap en de bedrijfaleider