mm mm
Damrubriek
1:
LiML
i-j
"IT lp 1
!S
1
i 1
Ut I
i
M
ül iü
PP
1111 'Ül
Pf J|P
HP 1
jif
Ingezonden stukken
districtsarbeidsbeurs.
Vondelpark heeft de bestrating diepe
kuiien; de keien zitten schots en scheef
ia den grond, juist als od het Rokin.
Ha, het Rokin! Heeft dit iets van 1930
te verwachten? Laten wij maar niet al
<e optimistisch zijn. Ook het hart van ,1e
binnenstad zal ongetwijfeld aan de slee-
pende kwaal der verwaarloozing blijven
sikkelen. Tot de toestand geheel en al
onhoudbaar wordt en de verkeers-mani-
akken hun zin, d.w.z. de vrije hand en
het dempingszand krijgen. Dan komt
ook hier een behoorlijke rijbaan.
Eén onheil is in 1929 bezworen en wij
mogen er dankbaar voor zijn. De meer
dan een jaar lang zwevend gebleven ver
ordening tegen Radio-overlast is gekri
stalliseerd en men mag dus aannemen,
dat die overlast in 1930 minder zal zijn.
Voortaan zal het verboden worden om
door middel van een muziek-instrument,
of van een toestel, bestemd tot het hoor
baar maken van mueiek. hetzij in de
buitenlucht, hetzij in een afgesloten
ruimte, voor de omgeving hinderlijk ge
luid te maken.
Zooals men ziet strekt de verordening
zich ook tot andere muziek-instrumen-
ten en lawaai-verwekkers uit en wordt
niet alleen aan de radio paal en perk
gesteld. Men zal den komenden zomer
dus vrediger daft ooit op balcon of in
zijn stadstuintje van de buitenlucht kun
nen genieten. Tenminste, als de over
heid met eenige kracht de hand houdt
aan de verordening. Dat moeten wij nog
afwachten. Het Amsterdamsche publiek
is verzot op radio en muziek en niet bij
zonder op politie-verordeningen.
Amsterdam. Jan. 1930. EMERGO.
Kf6
Kd5
ef5
Ld5
Ld3
Pd5
2.
o
Schaakruhpiek
1 Oplossing tweezet 262 (H. Beechy).
1. Pf5 dreigt
1. -
1.
i -
i
Ld4 mat.
Le7 mat.
2. Ld4 mat.
2. Tf5 mat.
2. Db2 mat.
2. De6 mat.
2. Pd7 mat.
Oplossing eindspel 322.
(Van B.—K.)
1. Df7f Tf7 2. g4 Kh4 3. Th6 mat.
Of 1. Df7 Kh4 2. gS mat.
Oplossing eindspel 323.
J. Peetv. B.
1. Tg2f 2. Dg2 (na 2. Kg2 volgt
Dftf en Dhhl mat).
2Df4f 3. Dg3 Td2 en wint de
tame en de partij.
Probleem 263.
(Tweeaet.
bed f g
(B. Malmström).
Eindspel 324.
Zwart: Robb.
a b c "d e i g
.Wit: Nash.
(Wit speelt en wint.
Eindsnel 125.
abcdefgh
Zwart heeft geen spel meer. Wit wint
na 1. Df6 Kg8 2. De6f Kh8 3. De5+ met
T. winst. Hij speelt echter 1. Ta7? waar
op zwart pat of remise forceert. Hoe?
Ter nagedachtenis aan den dit jaar
ontslapen grootmeester Réti, die de dé-
opening in moderne stijl progageerde,
willen wij hier een partij uit het tour-
nooi te Budapest geven met zijn analy
ses in het Handelsblad.
Wit: Breijer. Zwarf: Havasi.
2. c3 Het insluiten van den Lel, vol
komen in strijd met het lang beken
de principe, alle figuren regelmatig
te ontwikkelen, werd in vroeger tijd
bij uitzondering wel eens aangetrof
fen, maar is typisch voor de meest
moderne richting in het schaakspel.
Voornamelijk geldt hier de over
weging, dat in een gesloten stelling
de winst niet verkregen wordt door
de groote actie der stukken, maar in
hoofdzaak alleen door doorbraak
van pionnen. Na 2. Lf4 zou zwart
weldra door Ld6 vereenvoudiging
afdwingen terwijl de L. op cl ook
nog op een uitstekende plaats
j~i waar uÊ een druk kan uit
oefenen op het veld e5 zonder zelf
aan gevaren te zijn blootgesteld.
2Pffi
3. Pd2 Dit is in elk geval ook als c4
is geschied, het beste veld voor het
Paard: op c3 (na c4) zou het Paard
den T. de c-lijn. en den L. de lange
diagonaal versperren en nog wel
zonder zelf bijzonder gunstig ge
plaatst te zijn.
3. Lfó Verzwakt den dame
vleugel, dien wit nu gaat aanvallen.
4. c4 c6
5. Pf3 e6
6. Le2 Ld6 Beter is 6Pbd7
waarna 7. c5 wegens e5 niet goed
zou zijn. Wit zou daarom wel 7.
00 spelen, om eerst na 7Ld6
met 8. c5 te vervolgen. Maar dan
heeft Zwart als compensatie tegen
Wit's aanval op den damevleugel,
zelf aanvalskansen tegen Wit's
roehadestelling.
7. co Lc7
8. b4 Pe4
9. Lb2 Dd7
10. Pe4! Dit ziet er ongunstig uit,
want na 10de4, derft de Ko
ningsvleugel na de te verwachten
rochade. eiken steun en Zwart
verkrijgt voor zijn P. het prachtige
veld d5. Inderdaad echter vormt
deze afruil, het begin van een diep
doordacht plan.
10de4 Als zwart vermoed had,
welke gevolgen deze zet zou hebben,
dan had hij zeker niet den L. geno
men, waarna Wit den aanval op
den damevleugel met 11. bö en Da4
zou hebben vervolgd.
11. Pfd2 Pdf6
12. g4 Zwart dreigt op den Konings
vleugel een sterke positie te gaan
innemen. Met den tekstzet verovert
wit terrein op dezen vleugel, waar
voor hij afstand doet van de rochade
12Lg6
13. h4 h5
14. gh5 Ph5 Bittere noodzaak, want
het Paard wilde liefst naar d5 gaan.
Maar na 14. kLho volgt 15. Lh5
Th5 16. Pb4.
15. Dc2 Pf6 Na 15f5 volgt 16.
Tgl.
16. 0—00 Zoolang men Breijer's aan
valsplan niet in vollen omvang be
grepen heeft, is elke zet een verras
sing.
16Li5 Misschien met het doel
met 16Pg4 te vervolgen. Ove
rigens zou wit toch door Tdgl en h5
zwart noodzaken tot de zetten Kf8
en Lf5 en aldus dezelfde stelling te
verkrijgen als nu.
17. Tdgl Kf8 17g6 ziet er in ver
band met Lg2 nog ongunstiger uit.
18. h5 a5
Zwart acht het oogenblik gekomen
om den tegenaanval te ondernemen,
daar nu b5 wegens cb5 20. Lb5 den
pion h5 zou kosten. Op te merken
valt, dat zwart niet goed 18
b5, ter voorbereiding voor a5 kan
spelen, daar wit met 19. cb6 Lb6 20.
Kbl zou vervolgen en daarna op
beide vleugels de betere stelling
zou innemen.
19. b5! Door dit pionoffer begint
Breijer's doorbraak.
19cb5
20. Lb5 Th5
21. d5! Thl
22. Thl Kg8 Er dreigde Lf6.
23. d6 Lb8
24. Pc4 La7
25. L14 Tc8
26. f' Uit dezen fraaien zet, die
veel sterker is dan het voor de hand
liggende 26. Pe5 begint de verras
sende slotcombinatie. Na 26
ef3 volgt 27. Dh2 Ph7 28. Dh3 Lg6
29. De5 en de zwarte stelling is niet
te houden.
2 6Lc5
27. d7 Als wit direct 27. Dh2 speelt
kan zwart zich door Ph7 verdedi
gen.
2 7Pd7
28. Dh2 f6
29. Lc5 Pc5
80. Dh8f Kf7
81. Le8f De8
Op 31. Ke7 volgt 32. Dgl enz.
32. Pd6f Ke7. Na 32Kg6 volgt
33. Dh5 mat.
38. Pe8 Te8
84. Dg7f Zwart geeft op.
Aan de Dammer* 1
In onze laatste rubriek in 1929 gaven
wij ter oplossing probleem 1101 (van
E. J. v. Rijn, Rotterdam).
Stand.
Zw. 13 sch. op: 4, 7/10, 12, 13, 16, 18, 19,
20, 25, 36.
W. 13 sch. op: 22, 26/30, 32, 34, 35, 38,
43, 47, 48.
Oplossing.
1. 47—41 1. 36:47
2. 27—21 2. 47:24
3. 28—23 3. 16 of 18 49
4. 23 3 4. 18 of 16 27
5. 30 :19 5. 13:24
6. 48—43 6. 49:32
(gèdw. wegens 34—30)
7. 34—29 7. 24 33
8. 35—30 8. 25 34
9. 3 41 (over de vakken 25, 39,
11, 2, 19) 9. 1015 (gedw.)
10. 41—36 10. 27—32 (gedw.)
11. 36—27 11. 32:21
12. 26: 8!
Een nienw Dan.hoek van B. Springer.
Bij de N. V. G. B. v. Goor Zonen te
's-Gravenhage is van den wereldkam
pioen, onzen landgenoot B. Springer, een
nieuw boek verschenen dat tot titel
draagt: „Hoe ik wereldkampioen werd".
Zooals men reeds begrijpen zal be
spreekt de schrijver hierin zijn 22 par
tijen die hij in den wedstrijd om het
kampioenschap tegen de verschillende
andere deelnemers speelde n.1. tegen
Molimard, Bonnard, Bizot, Bélard, Weiss,
Fabre, Polman, Voss, Kuijer, H. de
Jongh en W. Rustenburg.
Door de heldere en bijzondere leer
zame analyse van den heer Springer is
I
het boekje geworden tot een prachtige
verzameling van zeer interessante par
tijen en wie ze nauwkeurir heeft nage
speeld, zal zeker bemerken dat hij in 't
spel veel vooruit is gegaan.
De bekende uitgeversfirma op dam-
gebied heeft alle zorg besteed aan de
uitgave.
Over den inhoud echter één opmerking.
In he voorbericht zegt de schrijver:
„Ook de liefhebber van problemen en
studies zal er wat van zijn gading in vin
den, daar wij aan het einde een 20 tal
fraaie problemen en studies hebben op
genomen".
Wij vonden ze niet aan 't eind van
't boek maar wel de volgende zin: In
een andere uitgave zullen de amateurs
eenige van mijn beste problemen en stu
dies kunnen nasnuffelen.
Erg duidelijk is ons dit niet.
Goede opl. van probleem 1100 ontvin
gen wij als bijzondere attentie van de
heeren: D. Schouten, P. Dekker, A.
Bruijn en P. Bakkum te Alkmaar, J. J.
v. d. Linden te Heiloo en A. v. d. Berg
te Akersloot.
De Nienwe Speelwijze.
Het volgende vraagstuk van den heer
Hoogland, den ontwerper der N. S. trok
bij eer, wedstrijd in Utrecht zeer de aan
dacht.
m.
W"~wKmmmrnm
m ;jh
wm
///ft.WHa
I
Zw. 4 sch. op17, 26, 34, 42, dam op 40.
W. 5 sch. op: 27, 33, 36, 38, 47, en dam
op 5.
Wit speelt:
1. 27—22 1. 17:39
2. 38—33 2. 39 28
3. 47 38! Wat moet zwart nu doen?
2833 kan niet
Op 26—31 (33 27) en 28—32 volgt
4550 en wint.
Op 40—49 volgt 45 50, over 23 en 46.
Zwart moet dus 28—32 spelen. Wit
38 27.
Zwart kan nu alleen 4049. Wit slaat
45 29 en zwart moet slaan 49 31 over
vak 9. Wit 36 27 en wint.
Aan de liefhebbers wordt aangeraden
dit eindspel met de nieuwe speelwijze
ernstig te bestudeeren.
Interessante combinatie.
De volgende combinatie van den be
kenden dammer Gortmans verdient wel
uw aandacht.
m
y?"
m s
m
TV/s.
ymfo
M H
B
\mt
'W/.
Zw. 14 sch. op: 8/15, 17/20, 24, 30.
W. 14 sch. op: 22, 27, 28, 29, 32, 33, 35,
37, 38, 39, 42, 43, 44, 48.
Zwart was aan zet en dacht een schijf
te kunnen winnen door 1923 en 14 34.
Wit antwoordde hierop echter 3329!
(Nu moet zwart 17 28 slaan, want an
ders volgt 4440, 3933 en 43 3)
Na 17 28 slaat wit 32 23 (zw. 24 33)
wit 38 40 (zw. 18 29) wit 35 33 en wint
c n schijf.
Wanneer zwart na 3329 slaat met
24 33 volgt 38 40 (zw. 17 28) 32 23
(zw. 18 29) en 35 33.
Ter oplossing voor deze week
Probleem 1102 van C. Th. Huizer, dea
Haag.
Zw. 11 sch. op: 1, 3, 6, 9, 13, 14, 19, 20,
24, 27, 31 en dam op 5.
W. 14 sch. op: 11, 12, 16, 17, 18, 23, 28,
29, 33, 34, 38, 44, 45, 48.
Een prachtige ontleding!
In onze volgende rubriek geven wij
de oplossing.
Bwten verantwoordelijkheid van de Re
dactie. De opname in deze rubriek, bewijst
geenszins dat de redactie ermede instemt).
Bergen, 2 Januari 1930.
Mijnheer de Redacteur.
Aangenaam zou het mij zijn zoo U
het onderstaande als ingezonden in uw
blad wilde opnemen.
In de vergadering van Bergens Belang
is weer eens den bouw der openbare
lagere school ter sprake gekomen doch
de veiligheid van 't kind werd niet ge
teld. Tegen beter weten in tracht men
een ondoordacht plan doorgedreven te
krijgen en probeert men al 't mogelijke,
zelfs komt men aandragen dat in 't ge
vaar een opvoedende kracht zit. Waar
om zoeken dergelijke lieden het gevaar
dan niet op en blijven, inplaats van zich
in een plattelandsgemeente te vestigen,
waar het minder gevaarlijk is, met hun
kinderen niet liever in de steden. Het
kind ziet geen gevaar en bezit niet de
bedachtzaamheid en vooral het heel
jonge kind niet, die ouderen door erva
ring geleerd hebben doch voor het kind
dragen de ouderen de verantwoordelijk
heid en zijn de woorden door een der
aanwezigen gesproken in de vergade
ring van B. B. misplaatst. ZEd. laat toch
zelf zijn kind niet zonder geleide school-
waarts gaan of te huis komen? Waarom
neemt ZEd. dan niet op zijn eigen kind
de proef met die opvoedende kracht?
Hier in dit schoolplan hadden de moe
ders zich meer moeten laten gelden ook
op hun rust sttraks de verantwoordelijk
heid. Als er ongelukken gebeuren en er
rouw komt in hun huizen hebben zij het
recht van zich beklagen verloren omdat
zij gezwegen hebben en niet met kracht
opgekomen zijn voor de veiligheid van
de aan hun zorg toevertrouwde panden.
Safety first moet de leus der raads
leden zijn als straks de beslissing valt.
Met dank voor de plaatsing.
Een Kindervriend.
Stadsnieuws
Koste'.ooze bemiddeling voor werkgevers en
werknemers. Geopend-van 9—1 en van 2—5
uur Des Zaterdags van 9—1 uur. Voor
werknemers uitsluitend van 912 en Maan
dag- en Donderdagavond van 7—8 uur.
De Directeur van bovengenoemden diens!
maakt bekend dat heden de navolgende werk.
zoekenden zijn ingeschreven: 1 bakker, 4 be-
tonwerkers, 2 bloemisten, 3 chauffeurs, 1 cho-
coladewefkcr, 1 drukker, 26 grondwerkers, 1
kantoorbediende, 1 kleermaker, 2 loodgieters,
3 mach. houtbewerkers, 1 machinist. 4 meubel
makers, 24 metselaars, 20 opperlieden, 4 pak
huisknechts, 1 rijwielhersteller, 13 schilders,
3 schippers, 2 stukadoors, 1 steenbikker, 1
straatmaker, 2 suikerwerkers, 9 sigarenma
kers, 3 tuinlieden, 34 timmerlieden, 1 uitvoer,
der, 2 voegers, 66 losse arbeiders, 1 dienst
bode en 1 werkster.
Geplaatst: 1 chauffeur, 1 drukker, 2 grond
werkers, 1 kantoorbediende, 4 metselaars, 2
opperlieden. 3 schilders, 8 timmerlieden, 13
losse arbeiders.
Alkmaar, 4 Januari 1930.
De Directeur voornoemd,
Ed. v. d. HEUVEL.
ZONDAGSDIENST APOTHEKEN.
Op Zondag 5 Januari is de apotheek van
Mevr. de Wed. C. M. B. Wanna, Mient 11,
geopend.
Op Zon- en Feestdagen en gedurende den
nacht is slechts één der apotheken geopend
De andere apotheken zijn gesloten var
's avonds 8 uur (Zaterdag 9 uur) tot den
volgenden morgen 8 uur.
In de apotheek, welke Zondags geopend is,
wordt gedurende de daarop volgende week
de nachtdienst waargenomen.
KORTE BERICHTEN.
Te Winschoten zijn voor de justitie ge
leid en na verhoor in voorloopige hechtenis
gesteld E. S„ 29 jaar, arbeider te Munel-
kanaal en E. B., 24 jaar, arbeider te Terapel-
West, beschuldigd van verscheidene diefstal
len in plaatsen in Groningen en Drente.
Raadselhoekte.
Oplossingen der raadsels uit het
vorige nnmmer.
Voor grooteren.
1. Een goed woord vindt altijd een
goede plaats.
2. (Ca) To, Le (o), Do (ra); Toledo.
3. Een Kerstgeschenk.
4. Ik hond In een groote suite receptie.
(Udine).
De saus was veel te dik, Johanna.
(San).
Jan is je komen halen, Alexander.
(Nisj).
Heb je nog genoeg zaad? O, na u
kwamen er nog drie menschen,
dien ik wat zaad geven kon.
(Donau).
Heeft Hans u de tenten laten zien,
die wij zelf gemaakt hebben?
(Sndeten.)
Voor kleineren.
1. Z Zniphen.
Rus
aster
Zitphen
schip
bek
n
2. De wieken van den molen (malen
meel).
3. Jaap, aap.
4. Dromedarjs.
OM OP TE LOSSEN.
Voor grooteren.
1. Mijn geheel noemt een bekend
spi eekwoord, dat met 5 woorden of
23 letters geschreven wordt.
1, 3, 5, is een visch.
8, 9, 23, 4, is een verkorte jongens
naam.
Een 14, 2, 12, 20 kan nooit een doch
ter zijn.
Een 17, 18, 11 kan ons soms een prijs
bezorgen.
Een 13, 15, 16 is een onderaardsche
gang.
Een 17, 19, 20, 21 is een brandend
koord.
10, 18, 19, 8 is een plaats in Limburg.
6, 7, 21 is een verkorte meisjesnaam.
22, 2, 3, 17 is een ander woord voor
plezier.
2. Verborgen plaatsen in het buiten
land.
Ik heb rem en schoen moeten ge
bruiken om mijn fiets stil te laten
staan.
Deze jurk is voor eiken dag te mooi,
Jenny.
Jc kreeg nog geld; heeft Hermance
't in je beurs gedaan?
In een wip lag Oswald op den grond.
Breng je me, Dina, of moet je naar
huis?
3. Ik aak deel uit van de Zeeuwsche
stroomen.
De meeste kinderen houden van mijn
eerste en de pottenbakker maakt
mijn .weeae deel.
4. Met n als beginletter ben ik een
lichaamsdeel, met r heel groot en
met G een bijnaam, oorspronkelijk
als scheldnaam bedoe'd, doch la
ter een geschiedkundige eerenaam
geworden.
Voor kleineren.
1. Soms wil men de hoogt' in!
Dan gebruikt men mij,
k Word onthoofd! gevaarlijk
En dan schuwt men mij.
2. Midden in den strijd ben ik te vin
den, maar ik heb toch nog nooit
een wapen gezien. Hoe kan dat?
3. Ik spreek steeds de waarheid
En toch ben ik stom.
Wil je niets meer zien soms?
Keer mij dan maar om.
4. Mijn eerste is een mooi dorp in d*
provincie Utrecht, mijn tweede en
derde vormen samen een kleine,
b-oem en mijn geheel is de
«tel rn een bekend sprookje.