Aspiriit
ZIJN LAATSTE WENSCH.
3ederesü weet
FEUILLETON.
aiM
Handel van nu af aan
tijdig
Tabletten
Ome Koloniën.
Binnenland
Het stoomschip Hofplein op
rif geloopen,
een
Drie leden der bemanning nog vermist
Twee lijken gevonden.
welk een weldadiaen invloed
Aepirin-Tebletten Dij allever-
koudheldsziekten.rheumatlek
hoofd-en tandpijn, griep enz.
uitoefenen. Maar waarom
die gevaren niet reeds voor-
komen?
daarnaar en neem al bij de
eerste taekenen van verkoud
heid, rheumatiek, griep enz.
1—2 Aspirin-Tabletten. GIJ be
spaart U dan zeker veel pijn.
Gij weet het due nu:
innemenl
i Let er op, dat op Iedere verpakking
elke tablet het BAYER-Krui»
Pri.e TB ets.
voortrefelijke hoedanigheden en het comfort
van zijn geimproviscerden sight-seeing-carr,
doch dit loflied kon helaas niet zijn veroor
deeling tot 15 boete of 15 dagen tegen
houden.
EEN PECHVOGEL.
De landbouwer J. P. A. W. te De Rijp, die
op 9 November aldaar zich onledig hield
een aan den openbaren weg staanden auto
te bevrachten met hout, dat hij telkens van
zijn land moest halen, kon dus niet voort
durend dezen wagen onder toezicht houden,
wat hem een door den rijksveldwachter op
gemaakt proces-verbaal bezorgde. Te dier
zake werd hij tevens veroordeeld tot 2 boe
te of 2 dagen.
Daarop moest deze pechvogel nogmaals te
recht staan omdat op 13 November de
scherpzinnige Alkmaarsche politie had opge
merkt, dat het nummerbord droeg het cijfer
69597, wat niet klopte met het nummerbe-
wijs dat maar tot 6959 ging.
Laatstgenoemd nummer was echter over
schilderd op een bordje, dat voorheen een
ander op het cijfer 7 eindigend nummer
droeg en nu was deze 7 op een mysterieuze
wijze weer voor den dag gekomen om ver
warring te stichten.
De politie, die aanvankelijk vreesde voor
misdadige doeleinden, kan nu gerust zijn,
daar aan den heer W., wegens geringheid
van het feit, geen straf werd opgelegd.
TWEEDE OPVOERING WERD
VOORBEREID.
De heer Corn. A. B., bierbottelaar te Alk
maar moest terecht staan terzake overtreding
van de arbeidswet door toe te laten dat op
Woensdag 20 November een bediende buiten
geoorloofden arbeidstijd zich nuttig en aan
genaam had bezig gehouden met flesschen
spoelen. De heer B. voornoemd had echter
eenige bezwaren en wel dat hij niet was
hoofd van het bedrijf, maar compagnon, dat
volgens het personeel de overtreding was ge
constateerd op een Dinsdag en dat hij voorts
dien dag afwezig was. Besloten werd dus
tot aanhouding en as. Vrijdag zal iedere
partij met de noodige getuigen ter zitting
komen.
GEVAARLIJK EN ONGEOORLOOFD.
De 24-jarige handelsreiziger, zonder me
tier Joh. E. te Zaandijk, die 26 Novem
ber te Schermerhorn op een rijwiel gezeten,
zich vastklemde aan een in beweging zijnden
auto werd deswege tot 4 boete of 4 dagen
veroordeeld.
HANDKAR TE VONDELING GEZET.
Een te Alkmaar woonachtige loopknecht,
de heer Dirk M.. had in den nacht van 23 op
24 Nov. aldaar een handk"- onbeheerd ach
tergelaten. Hij was niet c eigenaar, doch
erkende het voertuig in den Achterdam te
hebben neergezet, waarop de kantonrechter
triomphantelijk uitriep: Klaar is Kees en
Dirk veroordeelde tot 3 boete of 3 dagen.
DE LEERPLICHTWET
GESABOTTEERD.
Jan V., 'n 44-jarig werkman te Koedijk,
had vanaf 8 October tot 23 November zijn
13-jarig dochtertje Jannetje niet ter schole
gezonden, oendat de moeder ziek was en de
heer V. volgens zijn verklaring heden ter
zitting afgelegd, geen middelen bezit om zich
een andere hulp aan te schaffen. Het kind
dat nog tot April 1930 leerplichtig is, gaat
dan ook nog niet naar de schoof Volgens
verkregen inlichtingen echter geniet de heer
V. een wekelijks inkomen van 60 en toonen
Ueber den Tod hinaus").
Roman van Anny von Panhuys.
Uit het Duitsch door W. H. C. Bollaard.
5)
„Zoo!" Else liet de opgeheven arm, waar
mede zij het kopje naar haar mond -wilde
brengen, weer zakken. „Daarvan hebt u ons
gisteren toch niets gezegd."
„Gisteren?" Een oogenblik wist hij met de
vraag geen raad, maar dadelijk daarop zei
hij glimlachend: „Ja, dochtertje, gisteren
wist ik zelf nog niets van deze reis af, dat
wil zeggen niet voor den laten avond."
„O, dat is wat anders; nu bent u veront
schuldigd." Else trok daarbij een grappig
gewichtig gezicht.
„Dank je hartelijk", en hij boog gemaakt
eerbiedig en dankbaar het hoofcd.
„Heeft mijnheer de directeur nog geen
schatten genoeg in het Scheiditzer Schilde
rijmuseum hangen?"
„Neen, meiske, nog altijd niet genoeg en
ons landje beschikt over voldoende middelen
om zich nog vele kunstschatten te verwer-
de ouders niet de minste medewerking ter
voorkoming van het schoolverzuim. De in
gebrachte bezwaren van den natlatigen va
der sloegen dan ook niet hevig in en er volg
de veroordeeling tot 8 boete of 8 dagen.
GEEN PAARD GELEIDEN PER
RIJWIEL.
De 22-jarige boerenarbeider Willem St. te
Heiloo had 28 Nov. een werkpaard naar den
smid gebracht op de hierboven aangeduide
strafbare wijze. De recentie van verdachte
omtrent het paard luidde dat het zoo iets als
een suffert was, doch dergelijke eigenschap
pen zijn bedriegelijk. Vonnis 4 boete of 4
dagen.
FORE MATEURE?
De heer A. J. B., café- en hotelhouder te
Alkmaar was ter rechtzitting ontboden, om
dat hij op 28 Nov. in gebreke was gebleven
's morgens vóór 9 uur zijn nachtregister ten
politiebureele in te leveren. (We vermeenen,
dat die dingen vroeger afgehaald en bezorgd
werden). De heer B. erkende zulks doch be
weerde niet in de gelegnheid te zijn geweest,
omdat dit register des nachts door de politie
in beslag en meegenomen was. Ergo, ana-
houding tot a.s. week, teneinde agent Volbe-
da te hooren.
NOG EEN AANHOUDING.
Jacob D., 'n 28-jarig arbeider te Bergen,
had volgens ambtelijk relaas op 15 October
te Alkmaar op het Kerkplein met zijn rijwiel
links van den weg gereden. Op zijn ontken
ning en mededeeling dat hij in 't midden had
gereden, werd ook dit zaakje tot as. week
ter zijde gelegd.
DIE JURIDISCHE VLIEGER GING
NIET OP!
Een 54-jarig boerenwerkman, in dienst van
den heer E. Govers aan de Schermeer, voor
heen Steeweg te Alkmaar, maakte zich bekend
als Laas K., welke fraaie Friesche voornaam
ten zeerste door den kantonrechter werd be
wonderd. Dezen heer Laas was ten laste ge
legd dat hij op 19 December op den Scher-
merweg met een tweewielig aangespannen
voertuig links van den rijweg had gereden.
Verdachte gaf zulks toe, dat hij niet met een
twee- doch driewielig, een z.g. mest- of ierkar
had gereden. Deze onjuistheid kon niet ont
kend worden doch de kantonrechter en ambte
naar bleken toch weer slimmer te zijn, aan
gezien nu de verdachte wat betreft de wielen
werd vrijgesproken doch wegens links rijden
met een voertuig veroordeeld tot 3 boete of
3 dagen hechtenis.
„Vond je het nu zóó erg"?, vroeg d^,kan
tonrechter doelende op het tekort aan wielen,
plagend den verdachte?
„Neen", zeide Laas ad rem, „maar ik moet
mijn werk goed doen en mag dat van de po-
litie ook verwachten!"
ZONDER ITALIAANSCHE TOLK
KLAARGEKOMEN.
De 26-jarige granietwerker Glorgio S. te
Alkmaar, bleek te zijn een volbloed Italiaan,
ofschoon hij dit in zijn uiterlijk zorgvuldig
geheim wist te houden. Maar hij sprak bitter
weinig Hollandsch zoodat de conversatie met
den kantonrechter over het hem ten laste ge
legde feit, dat hij op 21 Dec. per fiets door
den Bergertunnel was gereden, niet bijzonder
levendig was. Gelukkig echter kende hij de
beteekenis van de woorden fiets en weg en
toonde hij ook op de hoogte te zijn van de
waarde van een hem door den kantonrechter
getconden gulden. Zijn wetenschap in de Hol-
landsche gebruiken werd dus voldoende ge
acht om hem te veroordeelen tot 3 boete of
3 dagen hechtenis, daar men toch ten gerieve
van de heeren granietwerkers geen Italiaan-
sche waarschuwingsborden kan aanbrengen!
ONGEREFLECTOREERDE ACHTER
STEVEN.
Een 18-jarig jongeling uit Heiloo, die zich
op 23 December onder Alkmaar op den Ken-
nemerstraatweg voortbewoog op een rijwiel,
niet voorzien van een reflector, werd heden
het ongeoorloofde van een dergelijk rijwiel-
gebruik in de duisternis duidelijk gemaakt
door het opleggen van 2 boete 'of 2 dagen
hechtenis.
De heer Jac. S., priester-student te Megen,
werd ook al het slachtoffer vr u dit, hem door
onbekendheid met de strafwezen niet geheel
aan te rekenen verzuim en tot een gelijkwaar-
aan te rekenen verzuim, en tot een gelijkwaar
dige straf veroordeeld.
MOEILIJKHEDEN VAN
AUTORIJDEN.
Een leerling-chauffeur, de 42-jarige expe
diteur Th. B. B. te Heiloo, bezig op 28 Dec
zich in de edele stuurmanskunst van motor
rijtuigen te oefenen onder leiding en toezicht
van een gediplomeerden autobestuurder,
raakte al zeer spoedig in conflict met de die
naren der wet, omdat letter en nummer on
verlicht waren. Daar hij de eigenaar was,
kon een beroep op de bevoegdheid van zijn
leermeester geen éffect sorteeren en werd de
heer B. mitsdien veroordeeld tot 4 boete of
4 dagen hechtenis.
TREFFENDE OVERHEIDSZORG
VOOR ONBEHEERDE AUTO
MOBIELEN.
Een te Hoorn gedomicilieerd vischhande-
laar Cornelis D. had op 27 April zijn vracht
ven."
Op een eenigszins afwezigen toon zei de
vader dit en vroeg Else toen plotseling, haar
daarbij ernstig in de oogen kijkend: „Zeg
eens, mijn kind, als ik zou sterven, zou je dan
mijn portret uit het schilderijmuseum terug
vragen?"
„Maar vader, hoe komt u daarop?" luidde
buitengewoon verbaasd de wedervraag.
„Ja, kindje, men weet toch nooit hoe lang
men leeft 't is dan ook zoo maar een
vraag", verlegen verschoof hij het bord,
dat voor hem stond „en toch een vraag,
waarvan de beantwoording voor mij van be
lang is, omdat ik gisteren met den hertog
over dit onderwerp sprak".
„En wat zei de hertog?"
„Hij was van oordeel, dat de ijdelheid
eener familie grooter is dan haar liefde en
dat het veel mooier voor de wereld staat, dat
het portret van een lid der familie in hei mu
seum hangt dan thuis boven de sofa in het
salon".
„De hertog", zei Else, „die zich wel twin
tig maal door beroemde schilders heeft laten
portretteeren. om ieder lid van zijn familie
een conterfeitsel van zich te schenken, praat
als een blinde over de kleuren. Wanneer je
echter maar één prachtig portret van je va
dertje hebt, dan laat je dat, tenzii daartoe
auto te Alkmaar op het Stationsplein, hoewel
behoorlijk verlicht, gedurende eenigen tijd on
beheerd achter gelaten doch toen bij weer ge
reed was zijn kar ia gebruik te nemen, bleek
deze te zijn verdwenen. De politie had zich in»
tusschen over den verlatene ontfermd en le
verde het voertuig weer in den besten staat
af, doch verzuimde natuurlijk niet het beko
men proces-verbaal op te maken met gevolg
dat heden den botkoopman, zich vruchteloos
beroepende op zijn onbekendheid met de wet,
werd veroordeeld tot 3 boete of 3 dagen
hechtenis.
IJSCO-VENTER IN 'T GEDRANG.
Volgens den rijksveldwachter H. Visser
zou op 19 September de 27-jarige koopman
Pieter Sch. uit Alkmaar te Heerhugowaard
vanille-roomijs hebben verhandeld, zonder als
geaccrediteerd ijsco-venter te zijn toegelaten.
De heer Sch., heden terecht staande, beweer
de evenwel, dat hij deze verversching aan de
gegadigden had verstrekt op het particuliere
erf van den caféhouder. Aangezien de heer
Visser niet aanwezig was om de toelichting te
geven, werd deze „ijzige" zaak tot a.s. week
verdaagd.
SCHRIFTELIJK VONNIS IN ZAKE
R. M. W VRACHTRIJDER TE
EGMOND AAN ZEE.
Deze verdachte, die op 20 Dec. terecht stond
ter zake overtreding Art. 22 der Motor- en
Rijwielwet en tegen wien 50 boete of 50
dagen hechtenis was gerequireerd, werd he
den door den kantonrechter bij omstandig ge
motiveerd vonnis vrijgesproken, omdat naar
de meening van den kantonrechter door hem
geen enkele strafbare handeling is verricht.
NA DE HUISZOEKINGEN.
De stem van het „Indische Volk.".
„Het Indische Volk" schrijft, dat niet
slechts in een enkel politiek centrum, doch
praktisch gesproken over het geheele land
politie en justitie optraden met dezelfde per
fectie, zonder dat het ingrijpen tot nu toe
aanleiding gaf tot ongeregeldheden of ver
zet.
Niet de strafwet, doch de zucht tot behoud
leidde tot de razzia in verband met de lang
gekoesterde behoefte eindelijk eens radicaal
af te rekenen met het veldwinnend linkerdeel
van de volksbeweging, waardoor de Indi
sche staat, wat betreft de uiiandsche bewe
ging, weer teruggedrukt wordt op het peil
van een politiestaat. Het eerste noodige is de
opheffing van de verlammende onzekerheid,
waarom de razzia is geschied. De nationale
beweging moet weten, wat zij van de regee
ring heeft te verwachten.
Bevel tot arrestatie van 61 per
sonen.
Naar de „Javabode" meedeelt, is uit de
papieren, die bij de huiszoekingen in beslag
werden genomen, bij onderzoek gebleken, dat
er wel degelijk plannen bestonden voor het
maken van relletjes en wel in den nacht van
1 op 2 Januari. In verband hiermede heeft
de resident van Midden-Priangan Maandag
avond aan de wedanas bevel gegeven over te
gaan tot de arrestatie van 61 personen.
Het doel der P. N. I. is wel: om
verwerping der regeering.
Volgens de „Koerier" zijn de te Lembang
aangehouden voormannen van de P. N. f.
na verhoor weer vrijgelaten. Zij verklaarden
wel lid te zijn van de P. N. I., doch dat het
niet in de bedoeling had gelegen relletjes te
verwekken, ofschoon zij volmondig toege
ven, dat het in de lijn ligt, eventueel door
middel van een opstand, de huidige regeering
omver te werpen.
Twee vragen aan de Indische
regeering.
Het lid van den Volksraad de heer Fruin
(Vad. Club) heeft schriftelijke vragen tot d°
regeering gericht, waarin hij vraagt, of de
regeering het niet eindelijk tijd acht, dat de
procureur-generaal requisitoir neemt tegen
de Partij Nasional Indonesia om de N. N. I
strijdig te verklaren met de openbare orde
Voorts vraagt de heer Fruin of de regeering
bereid is, in afwachting daarvan, het recht
van vergadering over geheel Ned-Indië voor
de P. N. I. te bejjerken.
Ook nog vragen aan de Neder-
landsche regeering. De heer Men
dels vraagt inlichtingen.
Het Eerste Kamerlid de heer Mendels
heeft den minister van Koloniën de volgende
de vragen gesteld:
Zijn de massale huiszoekingen, inbeslag
nemingen en arrestaties, in tal van plaatsen
op Java, Sumatra en Celebes enkele dagen
geleden ten uitvoer gelegd tegenover bestu
ren en leiders der Indisch-Nationale Partij,
geschied na overleg tusschen het Ned.-In
disch Gouvernement en den minister?
Zoo ja, welke houding heeft de minister
tegenover die voornemens aangenomen ca
welke feiten zijn den minister medegedeeld
ter rechtvaardiging van deze buitengewone
inbreuk op de individueele vrijheid en op de
vereenigingsvrijheid
Zoo neen, acht de minister dan in den in
houd der desbetreffende Aneta-telegram-
men (waarin reeds werd erkend, dat het on
gedwongen, heusch niet in het museum han
gen, ten genoege van nieuwsgierige, vreemde
en onverschillige menschen. Moeder denkt er
zeker net zoo over als ik." Haar stem beefde
wat toen zij besloot: „Maar waarom moeten
wij daarover eigenlijk nog praten; u bent
toch nog bij ons, vader en zult, hopen wij,
nog heel lang bij ons blijven." Zij glimlachte
wel, maar in haar oogen vertoonde zich een
verdachte glans als van ingehouden tranen.
Met ontroering zag de vader dit; hij wist
nu wat hij weten wilde en om van het onder
werp af te stappen zei hij luchtigjes: „Als
moeder niet gauw beneden komt, dan moet ik
weg zonder haar goeden dag te hebben ge-
zegd".
„Zoo even was zij nog in diepe rust.
„Dan is 't beter haar niet te storen; groet
haar voor mij en zeg, dat ik overmorgenmid-
dag weer terug ben", en opstaande: „ik ga
me nu klaarmaken en Maurer zal miin valies
nu wel gepakt hebben."
„Mag ik u naar het station brengen, va
der?"
„Graag, Else".
Zij had zich gauw aangekleed. Een een
voudig, onberispelijk zittend mantelpak liet
haar slank, soepel figuur op zijn gunstigst
uitkomen en de groote, vilten hoed met rei-
gerveeren van een smaakvolle, geelachtige
derzoek door de politieke recherche van de
„karrevraehten" in beslag genomen papie
ren weinig resultaat heeft opgeleverd) geen
voldoenden grond gelegen om den Gouv.Ge
neraal te verzoeken, hem onverwijld uitvoe
rige inlichtingen te verschaffen omtrent het
ebeurde, met name of de procureur-generaal
ij het hooggerechtshof ten deze op eigen
initiatief gehandeld heeft, omtrent de resul
taten der getroffen maatregelen en omtrent
de motieven, die tot dit optreden hebben ge
leid, en wil de minister ae eventueel te ont
vangen inlichtingen ter kennisse der Staten-
Generaal te brengen?
Acht de minister op grond van hetgeen
reeds is bekendgemaakt het niet waarschijn
lijk dat een dergelijk massaal politioneel en
justitieel optreden, onmiddellijk gevolgd op
het jongste congres der Indisch-Nationale
Federatie (P.P.P.K.I.), mede in verband met
de politieke situatie in Britsch-Indië, slechts
bevrediging zal schenken aan behoudzucb
tige en reactionnaire elementen, doch een
uittartende en verbitterende werking zal
oefenen op groote groepen der inheemsche
bevolking, waardoor ook aanvankelijk gema
tigde elementen tot radicaler doelstelling en
strijdmiddelen zullen neigen en radicalen op
hun beurt tot extremistische opvattingen zul
len geraken?
Wil de minister mededeelen of bedoeld op
treden van het Ned.-Indisch Gouvernement
strookt met het door hem wenschelijk geacht
beleid?
De heer Wijnkoop wil een spoed
zitting der Tweede Kamer.
De heer D. Wijnkoop (C.P.H. centr. com.)
heeft den voorzitter der Tweede Kamer tele
grafisch verzocht die Kamer in spoedzitting
bijeen te roepen, naar aanleiding van de
huiszoekingen, politie-invallen en arresta
ties in Ned.-Indië.
EEN ATJEH-SrRIJDER OVERLEDEN.
Hij woonde een menschenleeftijd
in Indii.
Dezer dagen is te Semarang op 81-jarigen
leeftijd overleden de gegageerd fourier J.
Fransen. Met hem is heengegaan een van
de weinige overlevenden uit den tijd van den
eersten strijd in Atjeh. Fransen maakte dee'.
uit van het beroemde derde bataljon, het
leeuwen-bataljon, dat in Maart 1927 het
groote feest herdacht, dat vijftig jaar gele
den het vaandel van dit bataljon door Ko
ning Willem III begiftigd werd met de Mi
litaire Willemsorde wegens schitterend ge
drag in Atjeh. De heer Fransen was drager
van de Kratonmedaille, van het Expeditie-
kruis met den gesp 1873'74, van het on
derscheidingsteeken voor langdurigen dienst.
Meer dan zestig jaar woonde hij onafgebro
ken in Indië.
Op 18-jarigen leeftijd vertrok Fransen uit
Nederland, dat hij nie» meer terug zag. Ge
boren te Groningen in 1848, trad hij in
1863 in militairen dienst in Nederland, bij
het Instructiebataljon te Kampen. Als fou
rier vertrok hij in '67 per zeilschip uit Hol
land en arriveerde te Semarang. Uit Sema
rang vertrok hij toen eenige jaren later met
het derde bataljon toen nog bewapend
met trompladers naar Atjeh voor deelna
me aan de eerste expeditie. Die liep slecht af
en weinige maanden later waren ze weer te-
In November van hetzelfde jaar trok
rug.
nu be
Duizend
het derde bataljon weer naar Atjeh
wapend met Beaumontgeweren,
man gingen er.
In '74 maakte de fourier Fransen zijn eer
ste zware gevecht mee bij de missigit, hij
was present bij de inneming van den Kra
ton, liep een zware verwonding op in het
gevecht bij Longbattamissigit en werd ge-
evacueerd naar Batavia «Hij werd vervol-
fens geplaatst bij het subsistentenkader te
emarang gedurende twee jaren, nog onge
schikt voor den velddienst zijnde en vertrok
in 1876 met dertig man aanvulling voor het
derde bataljon naar Salamangan. Tot 1880
bleef Fransen in Atjeh. Het volgend jaar
nam hij zijn ontslag uit den militairen dienst
en ging naar het burgerleven over, waarin
hij diverse betrekkingen vervulde.
Thans is het geringe aantal Atjeh-strij-
ders weer met een verminderd.
DE TUBERCULOSE IN DE
MINAHASSA.
Oprichting van een longlijders-sana
torium.
Naar het „Nieuws" verneemt, heeft dr Van
Lonkhuijzen, hoofdinspecteur en chef van den
dienst voor Volksgezondheid, dezer dagen
van dienstreis naar Celebes te Batavia terug
gekeerd, in de Minahassa persoonlijk een on
derzoek ingesteld naar den omvang van de in
die streek zóó veelvuldig voorkomende tuber
culose onder de inheemsche bevolking, dat
deze besmettelijke ziekte in die streek als een
volksplaag kan worden aangemerkt.
De toestand is daar van dien aard, dat zoo
snel en krachtig mogelijk dient te worden in
gegrepen. Nagenoeg alle kampongs daar zijn
in vrij ernstige mate met tuberculose besmet,
en zeker wel huis aan huis maakt deze ziekte
er slachtoffers.
Als een der middelen tot bestrijding bereid-
tint deed hetzelfde met haar teer, fijnbesne-
den gezicht, waar omheen het blonde haar in
dikke golven lag. Arm en arm liepen vader
en dochter naar het station. Het was een
heerlijke, zonnige herfstmorgen; een koste
lijke frischheid was er in de lucht. Op de tak
ken en op de laatste bladeren der boomen lag
een lichtgrijze rijp, die in de zon glinsterde
als ontelbare, fonkelende kristallen. Ook op
de daken fonkelde die kristallen pracht en
tooverde over de eenvoudige baksteenen en
verkleurde leien daken een mozaiek van dui
zenden en duizenden briljanten.
Maurer was reeds met het valies vooruit
geloopen. De professor keek op zijn horloge
en hoewel ziende, dat hij niet veel tijd meer
had, begon hij langzamer te loopen. Zij gin.
gen juist voorbij het schilderijmuseum en
BerneEs oogen zochten de plek, waar hij in
den afgeloopen nacht meende den ouden Tho
mas te hebben gezien. Daar. in den ruimen
hoofdingang, had de verschijning gestaan
Nu, in het heldere daglicht, zag hetgeen i.i
den nacht gebeurd was er heel anders uit. Een
waanvoorstelling heeft mij verschrikt, zei de
professor evenals gisteren tot zich zelf, maar
nu deed hij het met meer zelfovertuiging. Op
zoo'n helderen, frisschen herfstmorgen
moest dan ook het laatste restje van bijge
loof ;u spoken wel verdwijnen. Een gevoel van
Een ideaal laxeer
middel vindt ge in
Poster'sMaagpillen.
Zacht werkend zon
der eenige krampen,
f 0.65 per flacon.
de dr. Van Lonkhuyzen in de Minahassa de
oprichting voor van een longlijder-sanato
rium in het hoogland. Hiervoor is reeds 1
ton beschikbaar, in Nederland bijeengebracht
om de Minahassa een blijvend aandenken te
schenken in verband met de.viering onlangs
van het 250-jarig bestaan van het verbond
tusschen Nederland en de Minahassa.
Er is al onderhandeld over terrein, maar
een beslissing is nog niet genomen. Zoodra dit
in orde is, wordt onmiddellijk begonnen me!
den bouw.
Er wordt gerekend ook op een bijdrage uit
Indië voor het doel doel.
MOORD.
De Itejk
Het dagblad „De Koerier" verneemt uit
Benkoelen, dat de mijnopziener Schmitz in
een mijngang van de mijn Lebongdatai door
een koelie is doodgestoken. De dader beweert,
dat Schmitz hem een klap had gegeven.
Het stoomschip „Hofplein" van de Scheep
vaart-Mij. Millingen te Rotterdam, in bal
last varende van Rotterdam naar Narvik, ia
nabij Bergen in Noorwegen gestrand.
Waarschijnlijk ten gevolge van machine-
schade of defect aan het stuurgerei heeft het
in den nacht van Vrijdag op Zaterdag hulpe
loos voor de Noorsche kust rondgedreven.
Een bergingsmaatschappij te Bergen (Noor
wegen) zond een boot uit, doch deze moest
wegens den storm terugkeeren.
Zaterdagmorgen vroeg is het stoomschip
toen tusschen de fjorden op een rif geloopen
en gebroken.
Aan boord van het stoomschip bevonden
zich 38 man; kapitein is de heer R. Schaap,
le machinist de heer Koning uit Schiedam en
le stuurman de heer Dekker uit Rotterdam.
De bemanning bestaat meest uit Nederlan
ders en eenige Duitschers.
De directie deelde nog mede, dat het
stoomschip, nadat het op de rotsen was ge
loopen, water maakte in ruimen II en III en
in de machinekamer. Daarna schijnt het te
hebben rondgedreven, tot het Zaterdag
morgen op een rots liep. Toen is het in
tweeën gebroken. Een orkaan belemmerde
het reddingswerk.
Vijf leden der bemanning omgekomen.
De eerste berichten meldden, dat de be
manning veilig te Aalesund geland zou zijn.
Een nader telegram berichtte echter, dat
deze scheepsramp vijf slachtoffers heeft ge
maakt.
Ter hoogte van Jothunheim is een redding
boot van de „Hofplein" gevonden, waarin
zich 32 man equipage en twee loodsen be
vonden Er zouden nu in totaal nog vijf men
schen worden vermist.
Een nader bericht vermeldt nog dat er een
reddingboot van de „Hofplein" is gevonden
waarin twee lijken waren. Omtrent de identi
teit van deze lijken kon nog geen nadere
mededeeling worden gedaan.
De vermisten zijn: de stuurman Zeeveld
uit Vlissingen; de matrozen Leenhout uit
Vlaardingen Bartels, Breurmein en Kunst-
ling uit Rotterdam.
De twee gevonden lijken zijn naar Aale
sund vervoerd. De drie andere vermiste men
schen moeten als verloren worden be
schouwd.
Morgen vertrekt het geredde gedeelte van
de équipage van Aalesund, waarvan het den
volgenden dag uit Bergen naar Rotterdam
reist
Het s.s. „Hofplein" meet bruto 6801 ton en
netto 3983 ton.
blijheid vervulde hem, want wat hem had
doen schrikken was louter een product van
zijn overprikkelde zenuwen geweest. Op zijn
gelaat vertoonde zich plotseling een ernstige,
peinzende uitdrukking. Was de reden, waarom
hij vandaag deze reis ondernam, ook niets
anders dan een uiting van zijn overprikkeld
zenuwgestel, deze reis, die hij met een schil
derij-aankoop had trachten te verklaren? Hij
oaent er niet aan een schilderij te koopen; zijn
r.e's naar Berlijn had een heel andere reden.
Misschien was hetgeen hij van plan was te
gaan doen, een dwaasheid.
Misschien .-' maar hij kon niet anders,
binds het gesprek met den hertog vervolgde
ui66" gedachte, waaraan de slapelooze
nacht eerst een bepaalden vorm had gegeven,
een denkbeeld, dat hij in een daad wenschtf
°m ^*en' waarom zou hij het niet
doenZijn handeling kon voor zijn gezin im
mers geen nadeelige gevolgen hebben, want
vrouw en dochter hadden hem immers lief en
door de vastheid dezer overtuiging behoefde
hij niet te wankelen om te doen wat hij van
plan was.
Pp hp* station namen vader en dochter har
telijk afscheid van elkaar en de professor stap
te in een coupé tweede klasse, waarin Maurer
het valies reeds had geplaatst
(Wordt veryolgd.)