DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
VOLKSUNIVERSITEIT.
FORD-FILM
De Tweede Haagsche Conferentie.
Uit het Parlement
H o. 7
DOYDERDAG 9 JAYIARI 1930
132e Jaargang.
Dagelijksch overzicht.
Een incident.
Mededeelingen uit de Duitsche
Persconferentie.
Uit de Fransche Persconferentie.
f FILMAVOND:
f
f
WOENSDAG 15 JANUARI
Huldiging van Briand.
VLKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENi
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
Den Haag, 8 Januari 1930.
Na gisteravond een openbare vergadering
te hebben gehouden, die niet langer dan vijf
minuten heeft geduurd, ten einde te besluiten
om hedenmiddag weer te vergaderen voor de
behandeling van een suppletoire Begrooting
van Waterstaat, waarbij het Bureau voor de
Luchtvaart werd herschapen in een Lucht
vaartdienst, heeft de Eerste Kamer heden die
zaak in een handomdraaien afgedaan. Kritiek
oo het voorstel is niet vernomen, doch de heer
Van Citters (A.R.) heeft van de gelegenheid
gebruik gemaakt om te informeeren, hoe het
stond met de mogelijkheid om nachtvlieg-
diensten te organiseeren boven ons land.
De Minister van Waterstaat, de heer Rey-
mer, heeft geantwoord, dat binnenkort de
nachtelijke verlichting voldoende zal zijn voor
het nachtelijk verkeer tusschen Schiphol en de
Duitsche grens bij Enschedé. Gedacht wordt
verder over een behoorlijke verlichting van
Zuid-Limburg voor het traject van Berlijn
naar Parijs. Dit laatste punt is nog in over
weging, doch voor het eerste traject zullen
binnenkort de noodige gelden worden aange
vraagd.
De Kamer heeft hierop het ontwerp zonder
stemming goedgekeurd en is daarop in de af-
deelingen gegaan om de Rijksbegrooting te
onderzoeken.
NA DE BENOEMING VAN GENERAAL
WEYGAND TOT OPPERBEVELHEBBER.
Een roemrijke loopbaan achter den rug.
Perscommentaren.
Een paar dagen geleden publiceerden wij in
onze krant, dat generaal Weygand benoemd
was tot chef van den Franschen generalen
staf.
Deze benoeming geeft stof tot veel naden
ken. Allereerst heeft men nog steeds maar
schalk Pétain, die vice-president van den hoo.
gen oorlogsraad blijft en dus in geval van
oorlog dadelijk de leiding weer in handen
heeft.
Dan is er de minister Maginot, een oud
strijder, die na de aanneming van de wet op
de versterking van de grens niet geaarzeld
heeft, Weygand in bovengenoemde functie te
benoemen.
En tenslotte is er nu generaal Weygand
zelf nog.
Dit driemanschap Maginot-Pétain-Wey-
gand is dus thans verantwoordelijk voor de
paraatheid van het militaire machtsmiddel,
dat op den achtergrond gereed blijft om
Frankrijk's veiligheid te beschermen, indien
de oolitieke midedlen mochten falen.
Generaal Weygand, de nieuw-benoemde
chef, was in den tijd van de grootheid van
maarschalk Foch diens rechterhand, zoowel
op politiek als oo militair gebied. Hij is Elzas-
ser van oorsprong. In 1929 werd bepaald,
dat voor hem de leeftijdgrens van 60 jaar niet
zou gelden en hij dus in actieven dienst kon
blijven.
Sinds Sept 1914 werkte Weygand samen
met Foch, den lateren zegevierenden opper
bevelhebber der verbonden legers. Hij werd
bij de vorming, in het begin van den oorlog,
chef van den staf van Foch en bekleedde die
functie tot 1920, toen hij naar Polen werd
gezonden voor de organisatie van het Pool-
sche leger.
Als raadsman van maarschalk Pilsoedski
deed hij in Augustus '20 door zijn deskundige
adviezen den voor het jonge Polen gevaarlijk
wordenden strategischen toestand tengevolge
van het snel opdringen van het bolsjewistische
leger, keeren over dit „wonder aan den
Weichsel" ontwikkelt zich reeds een geheele
litteratuur, n.1. over de vraag wien de groot
ste eer daarvan toekomt, maarschalk Pil
soedski of generaal Weygand. Hoe dit zijde
Poolsche hoofdstad, welke Lloyd George
reeds had willen laten ontruimen, bleef ge
spaard voor een bezetting door de Russen, die
met omvatting bedreigd, snel het land ont
ruimden. Polen, als voorpost van Europa,
was gered van de bolsjewistische invasie.
Drie jaar later werd generaal Weygand als
Hooge Commissaris naar Syrië gezonden, als
opvolger van generaal Gouraud, die er niet in
mocht slagen het mandaatland te pacificee-
ren. Toen in '24 in Frankrijk de linker cartel
regeering aan het bewind kwam, werd de
rechtsche Hooge Commissaris echter reeds
terug geroepen om plaats te maken voor gene
raal Sarrail, dien de linkerpartijen wilden
rehabiliteeren voor zijn ontslag in '17.
Generaal Weygand. die de vertrouweling
bleef van maarschalk Foch, werd benoemd tot
leider van het militaire studiecentrum in
Parijs, waar hij de prediker werd van de mili-
taire school van den maarschalk.
Zijn benoeming thans tot chef van den
generalen staf wordt door de geheele recht
sche pers in Frankrijk ten zeerste toegejuicht,
die er het bewijs in ziet, dat men, tegenove'
Briand's verzoenende politiek, geenszins de
militaire bescherming wil verwaarloozen
„Onze geheele diplomatie", schrijft bijv
figaro o.a., „neigt tot een vredelievende
politiek, welke beantwoordt aan de wenschen
van het land. Maar zij kan slechts slagen, in
dien het volk zich veilig voelt. Volgens de ver
klaringen van de warmste voorstanders zelf
van den vrede en den heer Briand, hangt de
veiligheid in laatste instantie af van de na
tionale krachten, waarvan het leger de weer
spiegeling is. Het is goed, dat de regeering
aan den vooravond van de Haagsche Con
ferentie, getoond heeft, te willen zorg dragen
voor de verdediging van de grenzen en d;
goede organisatie van het lege?'.
In militaire kringen staat generaal Wey
gand als technicus en strateeg in groot aan
zien. Het „Journal des Débats", dat onlangs
nog de aandacht vestigde op de zwakke plek
ken in het Fransche leger, houdt zich over
tuigd, dat de minister van oorlog in generaal
Weygand een medewerker zal vinden, die zijn
vak hartstochtelijk liefheeft, een geweldig ar
beidsvermogen heeft en gewend is de feiten
onder de oogen te zien; die inziet waar de
sohoen wringt, maar die vast gelooft, dat met
energie en wilskracht men snel de gebreken
zal kunnen doen verdwijnen.
Als zijn souschef treedt op de 57-jarige
generaal Gamelin, die als bataljonscom
mandant behoorde tot de medewerkers van
generaal Joffre gedurende den eersten slag
aan de Marne en die later Joffre's rechter
hand werd in het hoofdkwartier te Cham-
pilly. Na den oorlog was generaal Gamelin
gedurende zes jaar chef van de Fransche
militaire missie in Brazilië. Ook hij nam deel
aan het herstel van de rust in Syrië.
Reeds thans heet het, dat generaal Wey
gand de aangewezen opvolger is van maar
schalk Pétain en dat generaal Gamelin de
toekomstige chef van den generalen staf is
Tenslotte een typeering van generaal
Weygand door den vroegeren Britschen ge
zant te Berlijn, lord d'Abernon, die in zijn
Herinneringen de volgende anecdote ten bes
te geeft.
Generaal Weygand lunchte met mij. Ik
vond hem precies weer zóó als ik hem in Po
len gekend had: verstandig, duidelijk in zijn
woorden, hartelijk en welwillend. Om de een
of andere reden schijnt hij mij tot de mili
tairen te rekenen, zoodat hij in mijn bijzijn
afgaf op de onbekwaamheid der diplomaten
Hij beweerde, dat er een beslist zekere
methode bestond om aan een diplomatieke
conferentie een einde te maken: daartoe was
het voldoende een landkaart op tafel te leg
gen in een oogenblik was dan de kamer
leeg, op de tolken na, met wier bekwaamhe
den echter toch niemand rekening houdt!
Rondborstig soldaat, die geen blad voor
den mond pleegt te nemen (ook in een rede,
in '28 gehouden, over de communistische
agitatie, stak hij niet onder stoelen en ban
ken hoe men z.i. daarop moest reageeren),
maar die, naar men mag vertrouwen, de
teekenen des tijds verstaat, waarvoor de al
oude spreuk weer geldt:
De oorlog moet onderdoen voor den vrede,
de zege der wapenen voor die der welspre
kendheid.
Een uitlating van Tardieu in de
vergadering van Dinsdag. „Mis
leidende mededeelingen" van Duit
sche ministers. Curtius vraagt om
opheldering. En om een officieel
dementi. Anders zouden de Duit-
schers hun consequenties trekken.
Van Duitsche zijde is medegedeeld, dat in
een Havas-telegram in de Parijsche ochtend
bladen verslag is gedaan van de zitting van
Dinsdag van de zes uitnoodigende mogend
heden, volgens welks telegram Tardieu in die
zitting gezegd zou hebben: Gij wilt, dat uw
plechtige verbintenissen om het plan-Young
uit te voeren alleen voldoende zijn om alle
panden te doen vervallen, die wij vroeger in
handen hadden. Wij hebben allen vertrouwen
in de plechtige verbintenissen der Duitsche
ministers, die hier tegenwoordig zijn, doch in
onze beraadslagingen duiken telkens mis
leidende mededeelingen op. Wel eischt gij,
dat men vertrouwen in u stelt, maar gij
schijnt geen vertrouwen in u zelf te hebben.
Toen er gisteren sprake was van het defini
tieve karakter der te sluiten overeenkomst,
kon men in de algemeene discussie voort
durend bemerken, dat gij verontrustende
voornemens tot revisie koestert Vanmorgen
was dit weer het geval bij de bespreking der
betaling van het achterstallige in geval van
een moratorium. Hetzelfde geschiedt heden
avond weer met betrekking tot de gereser
veerde inkomsten. Gij zegt het plan-Young
te aanvaarden en telkens wanneer de nauw
keurige uitvoering daarvan is vastgelegd,
zijt gij weigerachtig. Een dergelijke houding
brengt ons er toe, te twijfelen aan uw ge
schiktheid te onderhandelen. Deze vraag
moest ik vroeg of laat stellen en ik geef er den
voorkeur aan dit heden te doen, daar uw
houding den grondslag onzer onderhande
lingen zou kunnen wijzigen.
Toen de tekst van dit telegram gisteroch
tend bij de Duitsche delegatie bekend werd,
heeft Curtius Tardieu om opheldering doen
vragen. Deze verklaarde het communiqué
niet gezien en niet goedgekeurd te hebben.
De Duitschers constateeren, dat Tardieu
niet heeft gezegd „gij hebt geen vertrouwen
in u zelf", maar „in uw betalingsmogelijk
heid". De woorden over de geschiktheid tot
onderhandelen heeft Curtius niet gehoord.
Hij heeft aan Tardieu verzocht het telegram
officieel te dementeeren. Anders zou de
Duitsche delegatie haar consequentie trekken
Het tijdstip der betalingen. Andere
vraagstukken.
In een Duitsche persconferentie zijn de
volgende bijzonderheden over de gebeurte
nissen van gisteren meegedeeld:
De Duitsche deskundigen Kastell en
Melchior, zijn aangekomen en hebben met
hun collega's gesproken over de kwestie van
het tijdstip der betalingen: op den loden of
op den laatsten der maand. Men is daarom
trent nog niet tot klaarheid gekomen.
De Duitsche minister Schmidt heeft met den
Engelschen minister Graham, over de leve
ringen in natura en over vraagstukken be
treffende den rijksspoorweg gesproken.
Minister Moldenhauer, heeft met Snowden
financieele vraagstukken besproken, welke
besprekingen morgen worden voortgezet.
De juristencommissie heeft zich bezig ge
houden met de redactie en codificatie van het
geheel.
Betreffende het incident.
Omtrènt het incident, dat gerezen is uit de
Publicatie vao het bekende Havas-telegram is
in de Duitsche persconferentie meegedeeld,
dat betreffende zekere uitlatingen aie den
heer Tardieu zijn toegeschreven en die hij tij
dens de laatste zitting der commissie voor de
Duitsche herstelbetalingen zou hebben ge
daan, het volgende van Fransche zijde wordt
vastgesteld:
Eenige Duitsche couranten hebben een
emotie aan den dag gelegd die men overi
gens aan hun politieke richting mag toeschrij
ven ten opzichte van zekere aan minister
Tardieu toegeschreven bewoordingen in den
loop van de laatste zitting van de commissie
voor de Duitsohe herstelbetalingen.
In werkelijkheid, gelijk ten overvloede de
afwezigheid van elk incident in de commissie
bijeenkomst zelf bewijst, heeft minister Tar
dieu met verwijzing naar het wederzijdsch
vertrouwen, dat de debatten in Den Haag be-
heerscht, zich er toe bepaald zijn Duitsche
collega's te wijzen op de bezwaren van een te
gerekte discussie over detailkwesties. Hij be
toogde, dat dergelijke discussies het gevaar
met zich meebrengen de goede stemming, die
voor het succes der conferentie onontbeerlijk
is, te bederven.
De Duitsche gedelegeerden, wier persoon
lijken goeden wil en activiteit als onderhande
laars Tardieu onderstreept had, onder herin
nering aan de moeilijke taak, welke op hen
rust, hebben trouwens, terwijl zij hun in de
zaak zelf ingenomen standpunt handhaafden,
geen enkel protest tegen de door den Fran
schen minister-president gebezigde termen
doen hooren.
De geheele discussie heeft van het begin tot
het einde een volkomen hartelijk karakter ge
dragen.
Naar aanleiding van dit communiqué is in
de Duitsche persconferentie nog meegedeeld,
dat er voor de Duitsche gedelegeerden in de
zitting geen aanleiding was op te komen te
gen de bekende woorden, door Tardieu in de
zitting niet heeft gezegd, dat de Duitschers
niet tot onderhandelen in staat waren, maar
dat zij betwijfelde of zij het Youngplan zou
den kunnen doorzetten, wat geacht werd be
trekking te hebben op de mogelijkheid om het
in den Rijksdag erdoor te krijgen.
Curtius heeft hierop geantwoord, dat de
Duitsche regeerirg dat kan, als Duitschland
maar geen nieuwe lasten werden opgelegd.
Tardieu heeft daarop uiting gegeven aan
zijn verbazing, waarop Moldenhauer op
merkte, dat de verwondering eerder aan de
zijde der Duitschers bestond. Curtius voegde
hieraan toe, dat de houding der delegatie
haar door haar opvatting van plicht is voor
geschreven. Een Duitsche minister van finan
ciën is er om ieder millioen voor zijn volk te
redden.
Gisteravond in de Fransche persconferentie
begon minister Tardieu met er op te wijzen,
dat men-nu zes dagen hard aan het werk was
geweest en geen tijd verloren had laten gaan.
Inzake de sancties deelde hij mede, dat giste
ren aan de Duitschers een stuk („papier")
overhandigd is om te dienen tot grondslag
voor een algemeene discussie over de sancties;
of eigenlijk zijn het geen sancties maar waar-
torgen, voor 'het geval, dat men met niet-
nakoming van het Young-plan te maken zou
hebben.
Minister Loucheur deelde nog mede, dat
Maandag de bespreking met betrekking tot
de internationale bank zullen aanvangen: de
kwesties, die zich in dat verband voordoen
zijn vrijwel uitsluitend van technischen aard.
De ministers van financiën zullen in elk
geval in Den Haag blijven om zoo noodig
hun bijstand te verleenèn. De moeilijkheid in
verband met de wetten van het land. waar de
Bank gevestigd zal worden, is zoo goed als
opgelost.
De Daily Herald over de Sandie-
kwestie.
De Haagsche correspondent van de D a i 1 y
H e r a 1 d is door den kanselier van den
schatkist Snowden gemachtigd, alle geruch
ten tegen te spreken, volgens welke de En-
gelsche delegatie zou hebben deelgenomen
aan de vertrouwelijke besprekingen tusschen
de Duitsche en Fransche vertegenwoordigers
over de sanctie-kwestie.
Naar de correspondent opnieuw bevestigd,
is Snowden van meening, dat het beter zou
zijn geweest de kwestie in het geheel niet ter
sprake te brengen. De vorderingen in de fi
nancieele kwestie worden in de bladen van
hedenochtend weinig bevredigend genoemd.
Ondanks het Dvitsch-Fransche incident en
de moeilijkheden inzake de spoorwegkwestie
blijft de meening in de Engelsche berichten
toch optimistisch en aan het bereiken van
overeenstemming wordt tenslotte niet getwij
feld.
DE TOEKOMSTIGE VERHOUDING
TUSSCHEN DUITSCHLAND EN DE
CREDITEURSTATEN.
De speciale Havas-correspondent bij de
Haagsche conferentie bericht dat de Fransche
delegatie gistermorgen onder voorzitterschap
van Tardieu een vergadering heeft gehouden
om het standpunt der delegatie ten aanzien
van de toekomstige juridische verhouding
tusschen Duitschland en de crediteurstaten te
bepalen. Het gaat er om te bepalen onder
welke voorwaarden nieuwe sancties tegen
Duitschland, in geval Duitschland in gebreke
mocht blijven aan zijne financieele verplich
tingen te voldoen, kunnen worden uitge
vaardigd.
De Fransche regeering heeft voorgesteld
een speciaal scheidsgerecht hiertoe in te stel
len doch dit voorstel kon de goedkeuring van
Duitschland niet wegdragen, daar het van
meening is dat de instelling van een nieuwe
juridische procedure overbodig is waar 't In
ternationaal Gerechtshof in den Haas: in
deze behoefte zou kunnen voorzien. De Fran
sche regeering heeft zich hierbij aangesloten
daar deze procedure haar alle mogelijke ga
rantie geeft. Mocht het Haagsche gerechtshof
constateeren dat Duitschland met zijn beta
lingen in gebreke is gebleven, dan is 't dui
delijk dat Duitschland zich hierdoor niet aan
het Youngplan heeft gehouden en dat de cre
diteurstaten zich dan wederom onder het
regime van het verdrag van Versailles bevin
den en wel speciaal ten aanzien van de ge
volgen die uit dit verdrag met betrekking tot
het nemen van sanctie-maatregelen voort
vloeien.
DE SANCTIES.
Gisternamiddag heeft de Duitsche delega
tie van de Fransche een „papier" ontvangen
betreffende de sancties, hetwelk beschouwd
moet worden als een grondslag voor de dis
cussies over deze kwestie.
Morgen zullen de Fransche minister Tar
dieu en Briand en de Duitsche minister Cur
tius en Wirth hierover besprekingen houden.
EEN VERKLARING VAN DE DUITSCHE
DELEGATIE OVER DE SANCTIES.
Gisteravond laat heeft de Duitsche delega
tie een eerste verklaring laten publiceeren om
trent de Fransche voorstellen ten opzichte van
de sancties. In deze verklaring spreekt de dele.
gati de vrees uit, dat 't moeilijk zal zijn op
de basis van deze voorstellen tot een overeen
stemming te komen.
SCHOBER BIJ DE TSJECHO-SLOWAKEN
EN DE ROEMENEN.
De eischen. De kwestie van de
reliefsehulden.
Gisteren heeft de Oostenrijksche Bonds
kanselier Schober eerst Marinkovitch bezocht
en daarna Moronescu, bij wien zich later Ti-
tulescu aansloot.
In deze gesprekken zijn de eischen der be
trokken landen besproken.
Yougo-Slavië eischt 2 millioen goudkronen
de eischen der Tsjechoslowaken en Roemenen
zijn belangrijk hooger.
Inzake reliefschuld is, naar gemeld wordt,
in de desbetreffende overeenkomst gestipu
leerd, dat na het herstelmoratorium, dat in
1942 afloopt, geen verplichtingen uit hoofde
van het herstel mogen worden aangegaan tot
1968.
Naar van deskundige zijde wordt medege
deeld. staat Roemenië op het standpunt, dat
deze bepaling in de reliefovereenkomst dit
land niet raakt, terwijl Oostenrijk meent, dat
in het Verdrag van St. Germain uitdrukkelijk
de prioriteit der reliefsehulden is vastgesteld
HONGARIJE EN DE KLEINE ENTENTE.
Van Hongaarsche zijde wordt medegedeeld
dat namens min. Loucheur twee leden der
Fransche delegatie gisteren een bezoek heb
ben gebracht aan graaf Bethlen, teneinde
categorisch te dementeeren alle berichten, die
in de jsers verschenen waren, als zou de heer
Loucheur in een persconferentie opmerkin
gen van critischen aard hebben gemaakt over
het standpunt inzake de kwestie tusschen
Hongarije en de kleine entente.
ENGELSCHE PERSSTEMMEN.
De tengevolge van de uitlatingen van Tar
dieu te den Haag ontstane spanning wordt
door de Engelsche avondbladen in bet alge-
De fabricage der Ford-automobielen.
Film welwillend afgestaan door de
Ford-fabriek (met toelichting).
in de Handelsschool
f 0.25, f 0.50, f 1.(naar keuze).
KaartenUitleeDbureau Leeszaal
en des avonds aan de zaal.
meen niet gecommentarieerd. De Havastekst
van de verklaring van Tardieu wordt op
velerlei wijze gepubliceerd, doch de bladen
geven in aansluiting aan de besprekingen
van gisterochtend uiting aan de hoop, dat men
in staat zal zijn het conflict op vreedzame
wijze bij te leggen De reeds meermalen on
derstreepte in Eng. kringen heerschende on
zekerheid wat betreft de houding van dr.
Schadit, wordt gisteravond in een commen
taar in de Evening Standaard wederom be
vestigd. Het blad wijst op de ongeneigdheid
van dr. Schacht om naar den Haag te gaan
en verklaart in dit verband, dat de Duitsche
delegatie hierdoor in een min of meer pijnlijk?
situatie tegenover het buitenland is geraakt.
Voor zijn werk in het belang van den vrede.
Nederlanders bieden den Fran
schen minister een afbeelding van
het Binnenhof aan.
Zooals indertijd reeds is gemeld hadden
verschillende landgenooten zich vereenigd tot
een comité, om aan den heer A. Briand, minis
ter van buitenlandsche zaken van Frankrijk,
ter gelegenheid van diens tweede verblijf in
Den Haag als een herinnering, een tegel
tableau aan te bieden.
Deze plechtigheid heeft gisteravond in de
salons van hotel des Indes plaats gehad. Op
uitdrukkelijk verlangen van minister Briand,
had de overdracht van het geschenk in klei
neren kring plaats. Behalve de comité-leden,
was ook de Fransche gezant, de heer Kam-
merer, tegenwoordig.
Nadat de heeren in de privé-salon van den
minister waren binnengelaten, nam de voor
zitter, dr. Soesman, het woord, die zeide, dat
vele Nederlanders de behoefte gevoeld hebben
door een cadeau eenigszins uiting te geven
aan hun bewondering voor den reusachtigen
arbeid in het belang van den vrede, door den
heer Briand verricht. In ons land hebben vele
uw magistralen arbeid zoo vervolgde dr.
Soesman in verschillende stadia gevolgd
En wij hebben het noodzakelijk geacht uiting
te geven aan onze gevoelens van dankbaar
heid en eerbied voor uw werk.
Tenslotte overhandigde spr. het geschenk
Het tegeltableau is een afbeelding van het
Binnenhof met het gebouw van de Eerste Ka
mer, het Torentje en het Mauritshuis.
Dr. Soesman herinnerde er daarbij nog aan
hoe op deze plaats de heer Briand vele uren
gewerkt heeft en hoe hij op deze plaats ook
gaarne wandelde.
Spr. herinnerde aan de vele moeilijkheden,
welke op de vorige bijeenkomst te overwinnen
waren. Veel steun heeft hij echter daarbij on
dervonden vanuit Holland. Met bijzondere
welwillendheid is men hem hier steeds tege
moet getreden en spr. wilde daarvoor een
hartelijk woord van dank brengen.
Daarna bracht minister Briand nog een
woord van hulde aan de nagedachtenis van
dr. Stresemann, dien hij een van de groote fi
guren noemde, wiens dood hij in hooge mate
betreurde.
Nogmaals bracht spr. dank voor het bewijs
van vriendschap, dat hij hier ondervonden
had, en zeide, dat hij het tegeltableau in zijn
onmiddellijke nabijheid een plaatsje zal geven
Men bleef nog eenigen tijd bijeen, terwijl
verfrisschingen werden rondgediend.
Interview met Benesj.
Ook de Tsjecho-Slowaaksche minister van
Buitenlandsche Zaken, de heer Benesj, is
Woensdagmiddag aan de tand gevoeld.
Wij stelden den heer Benesj de vraag of
hij ons zijn meening wilde mededeelen; en
omtrent den toekomst van Europa, zulks in
verband met een artikel, dat de minister on«
langs over het vraagstuk der Vereenigde
Staten van Europa heeft gepubliceerd in de
Neue Freie Presse.
Het is zeer moeilijk een oordeel uit te spre
ken, zoo ving de Tjsechische diplomaat aaa
over de ontwikkeling die Europa doormaakt.
Ideologische concepties zijn gemakkelijk te
maken, maar daarnaast moet de staatsman
denken aan de practische politiek, want
realiteit gaat voor alles in de politiek.
Reeds het vinden van een formuleering,
waarbij concreet wordt uitgedrukt wat de
toekomst ons zal brengen, is zeer moeilijk.
Daar spr. geen prophetische uitspraak wil
_geven, kan hij slechts als zijn gevoelen uit
spreken, dat wij over 50 jaar met de oplos
sing van het vraagstuk der federalisatie van
Europa wel verder zullen zijn. De groote
lijn, waarlangs de historie zich ontwikkelt,
is echter reeds duidelijk te zien, A