DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. VOLKSUNIVERSITEIT. FORD-FILM De Tweede Haagsche Conferentie. Uit het Parlement H o. 7 DOYDERDAG 9 JAYIARI 1930 132e Jaargang. Dagelijksch overzicht. Een incident. Mededeelingen uit de Duitsche Persconferentie. Uit de Fransche Persconferentie. f FILMAVOND: f f WOENSDAG 15 JANUARI Huldiging van Briand. VLKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENi Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. Den Haag, 8 Januari 1930. Na gisteravond een openbare vergadering te hebben gehouden, die niet langer dan vijf minuten heeft geduurd, ten einde te besluiten om hedenmiddag weer te vergaderen voor de behandeling van een suppletoire Begrooting van Waterstaat, waarbij het Bureau voor de Luchtvaart werd herschapen in een Lucht vaartdienst, heeft de Eerste Kamer heden die zaak in een handomdraaien afgedaan. Kritiek oo het voorstel is niet vernomen, doch de heer Van Citters (A.R.) heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om te informeeren, hoe het stond met de mogelijkheid om nachtvlieg- diensten te organiseeren boven ons land. De Minister van Waterstaat, de heer Rey- mer, heeft geantwoord, dat binnenkort de nachtelijke verlichting voldoende zal zijn voor het nachtelijk verkeer tusschen Schiphol en de Duitsche grens bij Enschedé. Gedacht wordt verder over een behoorlijke verlichting van Zuid-Limburg voor het traject van Berlijn naar Parijs. Dit laatste punt is nog in over weging, doch voor het eerste traject zullen binnenkort de noodige gelden worden aange vraagd. De Kamer heeft hierop het ontwerp zonder stemming goedgekeurd en is daarop in de af- deelingen gegaan om de Rijksbegrooting te onderzoeken. NA DE BENOEMING VAN GENERAAL WEYGAND TOT OPPERBEVELHEBBER. Een roemrijke loopbaan achter den rug. Perscommentaren. Een paar dagen geleden publiceerden wij in onze krant, dat generaal Weygand benoemd was tot chef van den Franschen generalen staf. Deze benoeming geeft stof tot veel naden ken. Allereerst heeft men nog steeds maar schalk Pétain, die vice-president van den hoo. gen oorlogsraad blijft en dus in geval van oorlog dadelijk de leiding weer in handen heeft. Dan is er de minister Maginot, een oud strijder, die na de aanneming van de wet op de versterking van de grens niet geaarzeld heeft, Weygand in bovengenoemde functie te benoemen. En tenslotte is er nu generaal Weygand zelf nog. Dit driemanschap Maginot-Pétain-Wey- gand is dus thans verantwoordelijk voor de paraatheid van het militaire machtsmiddel, dat op den achtergrond gereed blijft om Frankrijk's veiligheid te beschermen, indien de oolitieke midedlen mochten falen. Generaal Weygand, de nieuw-benoemde chef, was in den tijd van de grootheid van maarschalk Foch diens rechterhand, zoowel op politiek als oo militair gebied. Hij is Elzas- ser van oorsprong. In 1929 werd bepaald, dat voor hem de leeftijdgrens van 60 jaar niet zou gelden en hij dus in actieven dienst kon blijven. Sinds Sept 1914 werkte Weygand samen met Foch, den lateren zegevierenden opper bevelhebber der verbonden legers. Hij werd bij de vorming, in het begin van den oorlog, chef van den staf van Foch en bekleedde die functie tot 1920, toen hij naar Polen werd gezonden voor de organisatie van het Pool- sche leger. Als raadsman van maarschalk Pilsoedski deed hij in Augustus '20 door zijn deskundige adviezen den voor het jonge Polen gevaarlijk wordenden strategischen toestand tengevolge van het snel opdringen van het bolsjewistische leger, keeren over dit „wonder aan den Weichsel" ontwikkelt zich reeds een geheele litteratuur, n.1. over de vraag wien de groot ste eer daarvan toekomt, maarschalk Pil soedski of generaal Weygand. Hoe dit zijde Poolsche hoofdstad, welke Lloyd George reeds had willen laten ontruimen, bleef ge spaard voor een bezetting door de Russen, die met omvatting bedreigd, snel het land ont ruimden. Polen, als voorpost van Europa, was gered van de bolsjewistische invasie. Drie jaar later werd generaal Weygand als Hooge Commissaris naar Syrië gezonden, als opvolger van generaal Gouraud, die er niet in mocht slagen het mandaatland te pacificee- ren. Toen in '24 in Frankrijk de linker cartel regeering aan het bewind kwam, werd de rechtsche Hooge Commissaris echter reeds terug geroepen om plaats te maken voor gene raal Sarrail, dien de linkerpartijen wilden rehabiliteeren voor zijn ontslag in '17. Generaal Weygand. die de vertrouweling bleef van maarschalk Foch, werd benoemd tot leider van het militaire studiecentrum in Parijs, waar hij de prediker werd van de mili- taire school van den maarschalk. Zijn benoeming thans tot chef van den generalen staf wordt door de geheele recht sche pers in Frankrijk ten zeerste toegejuicht, die er het bewijs in ziet, dat men, tegenove' Briand's verzoenende politiek, geenszins de militaire bescherming wil verwaarloozen „Onze geheele diplomatie", schrijft bijv figaro o.a., „neigt tot een vredelievende politiek, welke beantwoordt aan de wenschen van het land. Maar zij kan slechts slagen, in dien het volk zich veilig voelt. Volgens de ver klaringen van de warmste voorstanders zelf van den vrede en den heer Briand, hangt de veiligheid in laatste instantie af van de na tionale krachten, waarvan het leger de weer spiegeling is. Het is goed, dat de regeering aan den vooravond van de Haagsche Con ferentie, getoond heeft, te willen zorg dragen voor de verdediging van de grenzen en d; goede organisatie van het lege?'. In militaire kringen staat generaal Wey gand als technicus en strateeg in groot aan zien. Het „Journal des Débats", dat onlangs nog de aandacht vestigde op de zwakke plek ken in het Fransche leger, houdt zich over tuigd, dat de minister van oorlog in generaal Weygand een medewerker zal vinden, die zijn vak hartstochtelijk liefheeft, een geweldig ar beidsvermogen heeft en gewend is de feiten onder de oogen te zien; die inziet waar de sohoen wringt, maar die vast gelooft, dat met energie en wilskracht men snel de gebreken zal kunnen doen verdwijnen. Als zijn souschef treedt op de 57-jarige generaal Gamelin, die als bataljonscom mandant behoorde tot de medewerkers van generaal Joffre gedurende den eersten slag aan de Marne en die later Joffre's rechter hand werd in het hoofdkwartier te Cham- pilly. Na den oorlog was generaal Gamelin gedurende zes jaar chef van de Fransche militaire missie in Brazilië. Ook hij nam deel aan het herstel van de rust in Syrië. Reeds thans heet het, dat generaal Wey gand de aangewezen opvolger is van maar schalk Pétain en dat generaal Gamelin de toekomstige chef van den generalen staf is Tenslotte een typeering van generaal Weygand door den vroegeren Britschen ge zant te Berlijn, lord d'Abernon, die in zijn Herinneringen de volgende anecdote ten bes te geeft. Generaal Weygand lunchte met mij. Ik vond hem precies weer zóó als ik hem in Po len gekend had: verstandig, duidelijk in zijn woorden, hartelijk en welwillend. Om de een of andere reden schijnt hij mij tot de mili tairen te rekenen, zoodat hij in mijn bijzijn afgaf op de onbekwaamheid der diplomaten Hij beweerde, dat er een beslist zekere methode bestond om aan een diplomatieke conferentie een einde te maken: daartoe was het voldoende een landkaart op tafel te leg gen in een oogenblik was dan de kamer leeg, op de tolken na, met wier bekwaamhe den echter toch niemand rekening houdt! Rondborstig soldaat, die geen blad voor den mond pleegt te nemen (ook in een rede, in '28 gehouden, over de communistische agitatie, stak hij niet onder stoelen en ban ken hoe men z.i. daarop moest reageeren), maar die, naar men mag vertrouwen, de teekenen des tijds verstaat, waarvoor de al oude spreuk weer geldt: De oorlog moet onderdoen voor den vrede, de zege der wapenen voor die der welspre kendheid. Een uitlating van Tardieu in de vergadering van Dinsdag. „Mis leidende mededeelingen" van Duit sche ministers. Curtius vraagt om opheldering. En om een officieel dementi. Anders zouden de Duit- schers hun consequenties trekken. Van Duitsche zijde is medegedeeld, dat in een Havas-telegram in de Parijsche ochtend bladen verslag is gedaan van de zitting van Dinsdag van de zes uitnoodigende mogend heden, volgens welks telegram Tardieu in die zitting gezegd zou hebben: Gij wilt, dat uw plechtige verbintenissen om het plan-Young uit te voeren alleen voldoende zijn om alle panden te doen vervallen, die wij vroeger in handen hadden. Wij hebben allen vertrouwen in de plechtige verbintenissen der Duitsche ministers, die hier tegenwoordig zijn, doch in onze beraadslagingen duiken telkens mis leidende mededeelingen op. Wel eischt gij, dat men vertrouwen in u stelt, maar gij schijnt geen vertrouwen in u zelf te hebben. Toen er gisteren sprake was van het defini tieve karakter der te sluiten overeenkomst, kon men in de algemeene discussie voort durend bemerken, dat gij verontrustende voornemens tot revisie koestert Vanmorgen was dit weer het geval bij de bespreking der betaling van het achterstallige in geval van een moratorium. Hetzelfde geschiedt heden avond weer met betrekking tot de gereser veerde inkomsten. Gij zegt het plan-Young te aanvaarden en telkens wanneer de nauw keurige uitvoering daarvan is vastgelegd, zijt gij weigerachtig. Een dergelijke houding brengt ons er toe, te twijfelen aan uw ge schiktheid te onderhandelen. Deze vraag moest ik vroeg of laat stellen en ik geef er den voorkeur aan dit heden te doen, daar uw houding den grondslag onzer onderhande lingen zou kunnen wijzigen. Toen de tekst van dit telegram gisteroch tend bij de Duitsche delegatie bekend werd, heeft Curtius Tardieu om opheldering doen vragen. Deze verklaarde het communiqué niet gezien en niet goedgekeurd te hebben. De Duitschers constateeren, dat Tardieu niet heeft gezegd „gij hebt geen vertrouwen in u zelf", maar „in uw betalingsmogelijk heid". De woorden over de geschiktheid tot onderhandelen heeft Curtius niet gehoord. Hij heeft aan Tardieu verzocht het telegram officieel te dementeeren. Anders zou de Duitsche delegatie haar consequentie trekken Het tijdstip der betalingen. Andere vraagstukken. In een Duitsche persconferentie zijn de volgende bijzonderheden over de gebeurte nissen van gisteren meegedeeld: De Duitsche deskundigen Kastell en Melchior, zijn aangekomen en hebben met hun collega's gesproken over de kwestie van het tijdstip der betalingen: op den loden of op den laatsten der maand. Men is daarom trent nog niet tot klaarheid gekomen. De Duitsche minister Schmidt heeft met den Engelschen minister Graham, over de leve ringen in natura en over vraagstukken be treffende den rijksspoorweg gesproken. Minister Moldenhauer, heeft met Snowden financieele vraagstukken besproken, welke besprekingen morgen worden voortgezet. De juristencommissie heeft zich bezig ge houden met de redactie en codificatie van het geheel. Betreffende het incident. Omtrènt het incident, dat gerezen is uit de Publicatie vao het bekende Havas-telegram is in de Duitsche persconferentie meegedeeld, dat betreffende zekere uitlatingen aie den heer Tardieu zijn toegeschreven en die hij tij dens de laatste zitting der commissie voor de Duitsche herstelbetalingen zou hebben ge daan, het volgende van Fransche zijde wordt vastgesteld: Eenige Duitsche couranten hebben een emotie aan den dag gelegd die men overi gens aan hun politieke richting mag toeschrij ven ten opzichte van zekere aan minister Tardieu toegeschreven bewoordingen in den loop van de laatste zitting van de commissie voor de Duitsohe herstelbetalingen. In werkelijkheid, gelijk ten overvloede de afwezigheid van elk incident in de commissie bijeenkomst zelf bewijst, heeft minister Tar dieu met verwijzing naar het wederzijdsch vertrouwen, dat de debatten in Den Haag be- heerscht, zich er toe bepaald zijn Duitsche collega's te wijzen op de bezwaren van een te gerekte discussie over detailkwesties. Hij be toogde, dat dergelijke discussies het gevaar met zich meebrengen de goede stemming, die voor het succes der conferentie onontbeerlijk is, te bederven. De Duitsche gedelegeerden, wier persoon lijken goeden wil en activiteit als onderhande laars Tardieu onderstreept had, onder herin nering aan de moeilijke taak, welke op hen rust, hebben trouwens, terwijl zij hun in de zaak zelf ingenomen standpunt handhaafden, geen enkel protest tegen de door den Fran schen minister-president gebezigde termen doen hooren. De geheele discussie heeft van het begin tot het einde een volkomen hartelijk karakter ge dragen. Naar aanleiding van dit communiqué is in de Duitsche persconferentie nog meegedeeld, dat er voor de Duitsche gedelegeerden in de zitting geen aanleiding was op te komen te gen de bekende woorden, door Tardieu in de zitting niet heeft gezegd, dat de Duitschers niet tot onderhandelen in staat waren, maar dat zij betwijfelde of zij het Youngplan zou den kunnen doorzetten, wat geacht werd be trekking te hebben op de mogelijkheid om het in den Rijksdag erdoor te krijgen. Curtius heeft hierop geantwoord, dat de Duitsche regeerirg dat kan, als Duitschland maar geen nieuwe lasten werden opgelegd. Tardieu heeft daarop uiting gegeven aan zijn verbazing, waarop Moldenhauer op merkte, dat de verwondering eerder aan de zijde der Duitschers bestond. Curtius voegde hieraan toe, dat de houding der delegatie haar door haar opvatting van plicht is voor geschreven. Een Duitsche minister van finan ciën is er om ieder millioen voor zijn volk te redden. Gisteravond in de Fransche persconferentie begon minister Tardieu met er op te wijzen, dat men-nu zes dagen hard aan het werk was geweest en geen tijd verloren had laten gaan. Inzake de sancties deelde hij mede, dat giste ren aan de Duitschers een stuk („papier") overhandigd is om te dienen tot grondslag voor een algemeene discussie over de sancties; of eigenlijk zijn het geen sancties maar waar- torgen, voor 'het geval, dat men met niet- nakoming van het Young-plan te maken zou hebben. Minister Loucheur deelde nog mede, dat Maandag de bespreking met betrekking tot de internationale bank zullen aanvangen: de kwesties, die zich in dat verband voordoen zijn vrijwel uitsluitend van technischen aard. De ministers van financiën zullen in elk geval in Den Haag blijven om zoo noodig hun bijstand te verleenèn. De moeilijkheid in verband met de wetten van het land. waar de Bank gevestigd zal worden, is zoo goed als opgelost. De Daily Herald over de Sandie- kwestie. De Haagsche correspondent van de D a i 1 y H e r a 1 d is door den kanselier van den schatkist Snowden gemachtigd, alle geruch ten tegen te spreken, volgens welke de En- gelsche delegatie zou hebben deelgenomen aan de vertrouwelijke besprekingen tusschen de Duitsche en Fransche vertegenwoordigers over de sanctie-kwestie. Naar de correspondent opnieuw bevestigd, is Snowden van meening, dat het beter zou zijn geweest de kwestie in het geheel niet ter sprake te brengen. De vorderingen in de fi nancieele kwestie worden in de bladen van hedenochtend weinig bevredigend genoemd. Ondanks het Dvitsch-Fransche incident en de moeilijkheden inzake de spoorwegkwestie blijft de meening in de Engelsche berichten toch optimistisch en aan het bereiken van overeenstemming wordt tenslotte niet getwij feld. DE TOEKOMSTIGE VERHOUDING TUSSCHEN DUITSCHLAND EN DE CREDITEURSTATEN. De speciale Havas-correspondent bij de Haagsche conferentie bericht dat de Fransche delegatie gistermorgen onder voorzitterschap van Tardieu een vergadering heeft gehouden om het standpunt der delegatie ten aanzien van de toekomstige juridische verhouding tusschen Duitschland en de crediteurstaten te bepalen. Het gaat er om te bepalen onder welke voorwaarden nieuwe sancties tegen Duitschland, in geval Duitschland in gebreke mocht blijven aan zijne financieele verplich tingen te voldoen, kunnen worden uitge vaardigd. De Fransche regeering heeft voorgesteld een speciaal scheidsgerecht hiertoe in te stel len doch dit voorstel kon de goedkeuring van Duitschland niet wegdragen, daar het van meening is dat de instelling van een nieuwe juridische procedure overbodig is waar 't In ternationaal Gerechtshof in den Haas: in deze behoefte zou kunnen voorzien. De Fran sche regeering heeft zich hierbij aangesloten daar deze procedure haar alle mogelijke ga rantie geeft. Mocht het Haagsche gerechtshof constateeren dat Duitschland met zijn beta lingen in gebreke is gebleven, dan is 't dui delijk dat Duitschland zich hierdoor niet aan het Youngplan heeft gehouden en dat de cre diteurstaten zich dan wederom onder het regime van het verdrag van Versailles bevin den en wel speciaal ten aanzien van de ge volgen die uit dit verdrag met betrekking tot het nemen van sanctie-maatregelen voort vloeien. DE SANCTIES. Gisternamiddag heeft de Duitsche delega tie van de Fransche een „papier" ontvangen betreffende de sancties, hetwelk beschouwd moet worden als een grondslag voor de dis cussies over deze kwestie. Morgen zullen de Fransche minister Tar dieu en Briand en de Duitsche minister Cur tius en Wirth hierover besprekingen houden. EEN VERKLARING VAN DE DUITSCHE DELEGATIE OVER DE SANCTIES. Gisteravond laat heeft de Duitsche delega tie een eerste verklaring laten publiceeren om trent de Fransche voorstellen ten opzichte van de sancties. In deze verklaring spreekt de dele. gati de vrees uit, dat 't moeilijk zal zijn op de basis van deze voorstellen tot een overeen stemming te komen. SCHOBER BIJ DE TSJECHO-SLOWAKEN EN DE ROEMENEN. De eischen. De kwestie van de reliefsehulden. Gisteren heeft de Oostenrijksche Bonds kanselier Schober eerst Marinkovitch bezocht en daarna Moronescu, bij wien zich later Ti- tulescu aansloot. In deze gesprekken zijn de eischen der be trokken landen besproken. Yougo-Slavië eischt 2 millioen goudkronen de eischen der Tsjechoslowaken en Roemenen zijn belangrijk hooger. Inzake reliefschuld is, naar gemeld wordt, in de desbetreffende overeenkomst gestipu leerd, dat na het herstelmoratorium, dat in 1942 afloopt, geen verplichtingen uit hoofde van het herstel mogen worden aangegaan tot 1968. Naar van deskundige zijde wordt medege deeld. staat Roemenië op het standpunt, dat deze bepaling in de reliefovereenkomst dit land niet raakt, terwijl Oostenrijk meent, dat in het Verdrag van St. Germain uitdrukkelijk de prioriteit der reliefsehulden is vastgesteld HONGARIJE EN DE KLEINE ENTENTE. Van Hongaarsche zijde wordt medegedeeld dat namens min. Loucheur twee leden der Fransche delegatie gisteren een bezoek heb ben gebracht aan graaf Bethlen, teneinde categorisch te dementeeren alle berichten, die in de jsers verschenen waren, als zou de heer Loucheur in een persconferentie opmerkin gen van critischen aard hebben gemaakt over het standpunt inzake de kwestie tusschen Hongarije en de kleine entente. ENGELSCHE PERSSTEMMEN. De tengevolge van de uitlatingen van Tar dieu te den Haag ontstane spanning wordt door de Engelsche avondbladen in bet alge- De fabricage der Ford-automobielen. Film welwillend afgestaan door de Ford-fabriek (met toelichting). in de Handelsschool f 0.25, f 0.50, f 1.(naar keuze). KaartenUitleeDbureau Leeszaal en des avonds aan de zaal. meen niet gecommentarieerd. De Havastekst van de verklaring van Tardieu wordt op velerlei wijze gepubliceerd, doch de bladen geven in aansluiting aan de besprekingen van gisterochtend uiting aan de hoop, dat men in staat zal zijn het conflict op vreedzame wijze bij te leggen De reeds meermalen on derstreepte in Eng. kringen heerschende on zekerheid wat betreft de houding van dr. Schadit, wordt gisteravond in een commen taar in de Evening Standaard wederom be vestigd. Het blad wijst op de ongeneigdheid van dr. Schacht om naar den Haag te gaan en verklaart in dit verband, dat de Duitsche delegatie hierdoor in een min of meer pijnlijk? situatie tegenover het buitenland is geraakt. Voor zijn werk in het belang van den vrede. Nederlanders bieden den Fran schen minister een afbeelding van het Binnenhof aan. Zooals indertijd reeds is gemeld hadden verschillende landgenooten zich vereenigd tot een comité, om aan den heer A. Briand, minis ter van buitenlandsche zaken van Frankrijk, ter gelegenheid van diens tweede verblijf in Den Haag als een herinnering, een tegel tableau aan te bieden. Deze plechtigheid heeft gisteravond in de salons van hotel des Indes plaats gehad. Op uitdrukkelijk verlangen van minister Briand, had de overdracht van het geschenk in klei neren kring plaats. Behalve de comité-leden, was ook de Fransche gezant, de heer Kam- merer, tegenwoordig. Nadat de heeren in de privé-salon van den minister waren binnengelaten, nam de voor zitter, dr. Soesman, het woord, die zeide, dat vele Nederlanders de behoefte gevoeld hebben door een cadeau eenigszins uiting te geven aan hun bewondering voor den reusachtigen arbeid in het belang van den vrede, door den heer Briand verricht. In ons land hebben vele uw magistralen arbeid zoo vervolgde dr. Soesman in verschillende stadia gevolgd En wij hebben het noodzakelijk geacht uiting te geven aan onze gevoelens van dankbaar heid en eerbied voor uw werk. Tenslotte overhandigde spr. het geschenk Het tegeltableau is een afbeelding van het Binnenhof met het gebouw van de Eerste Ka mer, het Torentje en het Mauritshuis. Dr. Soesman herinnerde er daarbij nog aan hoe op deze plaats de heer Briand vele uren gewerkt heeft en hoe hij op deze plaats ook gaarne wandelde. Spr. herinnerde aan de vele moeilijkheden, welke op de vorige bijeenkomst te overwinnen waren. Veel steun heeft hij echter daarbij on dervonden vanuit Holland. Met bijzondere welwillendheid is men hem hier steeds tege moet getreden en spr. wilde daarvoor een hartelijk woord van dank brengen. Daarna bracht minister Briand nog een woord van hulde aan de nagedachtenis van dr. Stresemann, dien hij een van de groote fi guren noemde, wiens dood hij in hooge mate betreurde. Nogmaals bracht spr. dank voor het bewijs van vriendschap, dat hij hier ondervonden had, en zeide, dat hij het tegeltableau in zijn onmiddellijke nabijheid een plaatsje zal geven Men bleef nog eenigen tijd bijeen, terwijl verfrisschingen werden rondgediend. Interview met Benesj. Ook de Tsjecho-Slowaaksche minister van Buitenlandsche Zaken, de heer Benesj, is Woensdagmiddag aan de tand gevoeld. Wij stelden den heer Benesj de vraag of hij ons zijn meening wilde mededeelen; en omtrent den toekomst van Europa, zulks in verband met een artikel, dat de minister on« langs over het vraagstuk der Vereenigde Staten van Europa heeft gepubliceerd in de Neue Freie Presse. Het is zeer moeilijk een oordeel uit te spre ken, zoo ving de Tjsechische diplomaat aaa over de ontwikkeling die Europa doormaakt. Ideologische concepties zijn gemakkelijk te maken, maar daarnaast moet de staatsman denken aan de practische politiek, want realiteit gaat voor alles in de politiek. Reeds het vinden van een formuleering, waarbij concreet wordt uitgedrukt wat de toekomst ons zal brengen, is zeer moeilijk. Daar spr. geen prophetische uitspraak wil _geven, kan hij slechts als zijn gevoelen uit spreken, dat wij over 50 jaar met de oplos sing van het vraagstuk der federalisatie van Europa wel verder zullen zijn. De groote lijn, waarlangs de historie zich ontwikkelt, is echter reeds duidelijk te zien, A

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1