DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De Tweede haagsche Conferentie.
De financiëele vraagstukken.
Buitenland
DE A.S. VLOOTCOHFERENTIE.
HET BENDEWEZÊÜTN GRIEKENLAND.
De Zaak-Shearer.
No. II
DINSDAG 14 JAN U AKI 1930
132e Jaargang.
Dagelijksch overzicht.
Morgen de definitieve overeenstemming?
Opruiming-
Vrijdagmorgen 9 uur.
H. BULTHUIS, Langestraat 98, Hoogstraat 18.
Het zoogenaamde geheime Britsche
documenteen grap.
V
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nnmmers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N.V. Boek- en Handelsdrukkerij
v h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
DE DICTATUUR IN SPANJE.
Primo de Rivera blijft voorloopig aan.
Te veel candidaten.
wMM£&mr*sa3BxuKr
Telkens weer duiken er berichten op, die
wijzen op het naderende einde van de Spaan
sche dictatuur. Maar al wordt ook steeds
weer het afstand doen van Primo vermeld,
even later blijkt dan weer steeds, dat
enfin, Primo zat, zit en zal zitten.
Voor hoe lang nog?
De dictatuur heeft zich overleefd. Dat
weet Primo zelf ook. In zijn Nieuwjaarsarti
kelen in „A.B.C." geeft hij volmondig toe,
dig toe, dat de dictatuur teekenen van slij
tage gaat vertoonen, dat het gevolg is van
de inwerking van den strijd; de mannen aan
het roer worden moe en daarom zal het noo-
dig zijn, in afwachting van een definitief re-
f;itm tot een overgangstoestand te komen,
n dien tijd wil hij echter de leiding behou
den en hij schrijft dan ook, zooals we in
Het Vaderland lezen:
„Mijn grootste wensch is dien nieuwen
toestand, die van de oude moet verschillen,
voor te bereiden, ten einde de taak van hem
die na mij zal komen, te vergemakkelijken"
De pers deelt echter dien wensch niet.
Zelfs El Debate, het orgaan der hooge gees
telijkheid, valt den generaal af, „Primo de
Rivera" aldus dit blad „is niet de man
van het overgangstijdperk. Het moge waar
zijn, dat hij groote kwaliteiten bezit, er zijn
ook belangrijke leemten in zijn staatkundige
vorming. Als men zijn mededeelingen leest
ontdekt men meer oprechtheid dan helder in
zicht. Primo de Rivera vergist zich als hij
meent dat hij niet kan vertekken alvorens hij
de grondwet gewijzigd heeft, of, tenminste,
een politieke partij heeft georganiseerd. Alles
wijst er op dat dit zijn roeping niet is". En
zoo schrijven ook de andere bladen.
Men wil een nieuwe Cortez. Maar dkt wil
Primo juist niet, voorloopig althans. Hij
voelt zich nog sterk genoeg de openbare
meening te braveeren, is overtuigd, dat het
eigenlijke „volk" hem trouw is, al klaagt hij
er over, dat noch adel of kerk, noch pers of
banken hem steunen.
Verkiezingen zullen in Maart, April en
Juni wel georganiseerd worden, maar
slechts voor de gemeente- en provinciale ra
den, waarvan een kwart der zetels nieuwbe-
zet moet worden. In de dorpen en kleinere
steden zullen de verkiezingen plaats hebben
volgens de beginselen van het algemeene di
recte en geheime kiesrecht, maar voor de
groote plaatsen wordt een soort corporatief
kiessysteem ingevoerd, waarvan Primo ver
wacht, dat het hem in de vertegenwoordigen
de lichamen een onbetwistbare meerderheid
zal geven. Het znij zeker niet déze verkiezin
gen, die in Spanje veel zullen wijzigen.
De Assambke zal op den 27sten dezer
maand worden bijeengeroepen en twee of
drie vergaderingen houden ter bespreking o.
m. van de wetsontwerpen betreffende de
openbare orde en het persstatuut. In Juli
eerst zal de dictator den koning zijn defini
tieve politieke plannen voorleggen.
Dat beteekent dus nog minstens zes maan
den van een dictatuur, die men allerwege
versleten acht. Dat Primo gelooft het zoo
lang te kunne uithouden, bewijst dat hij de
oppositie niet krachtig genoeg acht zijn be
wind omver te werpen. Inderdaad is die op
positie uiterst verdeeld. Eiken dag heeft de
pers nieuwe namen van staatslieden en aan
zienlijke Spanjaarden, waarvan men veron
derstelt dat zij in de overgangsperiode het
bewind in handen zouden kunnen nemen. Ga-
briel Maura, graaf de Bugallal, Alguellos,
Matos, Gonzalez, de Cortuiz en zelfs gene
raal Berenguer, chef van het militaire huis
des konings, zijn in dit verband reeds ge
noemd.
Waar er zooveel candidaten voor de voor-
loopige successie zijn, wordt het onwaar
schijnlijk dat één er in zal slagen Primo, die
vrijwillig wenscht te gaan, van zijn voet
stuk te stooten. Voor de politici, achter wie
geen enkele georganiseerde macht staat, is
Primo niet bevreesd.
Anders staat hij tegenover het leger. De
dictator weet dat van dien kant werkelijice
gevaren kunnen komen. Het is daarvoor, dat
hij het bestuur van een „junta" te Sevilla, die
omverwerpingsplannen smeedde, heeft doen
arresteeren, en de dictator heeft thans aan
de kapiteins-generaal een circulaire doen toe
komen, waarin dezen verzocht wordt de min
ste beweging met een politiek doel te sig-
naleeren. Voor het gedrag in den overgang
van de hun ondergeschikte officieren zullen
de kapiteins-generaal verantwoordelijk wor
den gesteld.
De koning blijft in heel dezen strijd de on
bekende factor. Zal Alfonso XIII voortgaan
Primo's leiding voor het land te aanvaar
den, tegen de duidelijk uitgesproken opinie
in van alles wat in Spanje stem heeft,
mand kan het zeggen, maar zeker is dat
deze troebele dagen voor den koning ueei
moeilijk zijg.
UIT ENGELSCHE PERS
CONFERENTIES.
Gistermiddag 3 uur zou een bijeenkomst
worden gehouden van de 6 uitnoodigende
mogendheden ter voortzetting van de be
spreking der bekende voorstellen, welke Za
terdagmiddag door Curtius zijn gedaan en
waarvan in hoofdzaak nog drie punten moes
ten worden opgelost, t. w. de betalingsda
tum, het negatief pandrecht en het morato
rium.
Het schijnt dat men over het geheel nog
met bijzonder gevorderd is. Het meest ge
vorderd nog is de kwestie met de Bulgaren,
zoodat kan worden verwacht, dat deze
kwestie tot een oplossing kan worden ge
bracht
De moeilijkheid is, dat sommige van de
bij deze kwesties betrokken staten vasthou
den aan wat zij als een beginselkwestie be
schouwen t. w. de onderlinge afhankelijkheid
van de verschillende hierbij ter sprake ko
mende vraagstukken.
Waarschijnlijk zouden de kwesties betrel-
fende het Duitsche herstelvraagstuk gister
middag of vandaag geregeld zijn.
Om 7 uur gisteravond kwam men weer
bijeen om de heele situatie te bespreken en
men was eenstemmig van meening, dat men
geen enkel politiek ingrijpen van de zijde
vandr. Schacht kon dulden in vragen waar
over men practisch tot overeenstemming was
gekomen.
Men was het er evenzeer over eens, dat
men zou voortgaan met het werk tot voorbe
reiding van de formeele documenten, waarin
de besluiten worden belichaamd, precies als
of de mededeeling van dr. Schacht niet was
ontvangen.
In de geheele discussie en in de woorden
van allen, die eraan deelnamen was een aan
wijzing van de overtuiging dat men dit soort
van ingrijpen niet zou dulden.
De juristen kregen de instructie met hun
werk voort te gaan en met de Zwitsersch?
vertegenwoordigers de regeling te bespreken
van de vestiging van de bank te Bazel.
Snowden wees erop, dat dr. Schacht niet
het recht kon hebben zijn veto uit te spreken
over besluiten van regeeringen en dat de re
geeringen moesten voortgaan met het werx
der conferentie. Hij stelde voor, dat de juris
ten ook hun werk tot voorbereiding van het
protocol zouden voortzetten en, indien er
moeilijkheden waren, daarover morgen van
advies zouden dienen.
Tardieu sprak in gelijken geest en zeide,
dat de conferentie haar werk moest voort
zetten. De kwestie van de deelneming der
Rijksbank kon worden uitgesteld tot de Duit
sche regeering met definitieve voorstellen
zou komen.
Moldenhauer stemde hiermee in.
Pirelli weer er op, dat het plan was geba
seerd op de deelneming van de Rijksbank,
die belangrijke functies zal hebben in de Int
Bank. Naar het schijnt, zeide hij, is voorge
steld, dat deze functies kunnen worden
voortgezet als de Rijksbank van onderteeke-
ning afziet.
Curtius betoogde, dat de Rijksbank ge
reed was haar functie in de Int. Bank te ver
vullen, en zeide te gelooven, dat de Bank tot
deelneming zal besluiten.
De vraag werd besproken of de Rijksbank"
haar veto zou kunnen uitspreken indien het
kapitaal elders gevonden kon worden.
Opgemerkt werd, dat zelfs indien de
Rijksbank volhardde in haar houding, ande
re groepen van Duitsche banken zouden kun
nen worden gevonden in Duitschland om d?
verplichtingen op zich te nemen.
Een brief zal worden gezonden aan Rey
nolds, waarin der bankcommissie wordt ge
vraagd haar werk voort te zetten.
Meedeelingen van Fransche zijde.
Omtrent de werkzaamheden in de bijeen
komst van de zes mogendheden van gister
midag is van Fransche zijde nog meegedeeld,
dat omtrent het moratorium overeenstem
ming is verkregen.
Wat den betalingsdatum betreft, neemt 't
Duitsche rijk aan, op den 15en der maand
in deviezen te betalen, zulks in verband met
het feit, dat de stortingen van de Reichsbahn
den laatsten van de maand binnenkomen.
Ook deze kwestie is dus geregeld.
Wat het negatief pandrecht betreft, heeft
Engeland de daaromtrent voorgestelde for
mule niet volgehouden, zoodat ook hierom
trent overeenstemming is bereikt.
Wat de tarieven van de Duitsche spoorwe
gen betreft, waaromtrent Duitschland vrij
heid van regeling verlangde, dit punt zal
niet in de overeenkomst worden vastgelegd,
maar er zal een uitwisseling van nota's over
plaats hebben.
Ook is men het eens geworden over den
tekst, welke was voorgesteld over het speci
ale depót van Duitschland.
Over de kwestie van de mobilisatie van do
schuld zullen Chéron en Moldenhauer van
hfcorpV'rvgpn hniiden. MeC. kan AaiUlC
mén, dat deze zaak Woensdag in orde zal
komen.
In het bankierscomité heeft zich gistermid
dag een incident voorgedaan, doordien
Schacht heeft medegedeeld, dat hij de deelne
ming van de Reichsbank in het kapitaal van
de Internationale Bank niet kon waarborgen,
tenzij een aantal door hem gestelde voor
waarden werd ingewilligd betreffende parti
culiere eigendommen en sancties.
Naar aanleiding hiervan zijn de Duitsche
gedelegeerden met Schacht in hun hotel gaan
beraadslagen. Eerst om 7 uur zijn zij in d'
vergadering teruggekomen. Toen werd een
stemmig verklaard, dat dit incident geen in
vloed zou hebben op het werk der conferenen
tie en dat de kwestie-Schacht een zuiver Duit
sche zaak was.
De Duitsche regeering was in staat, bin
nen 30 uren de namen op te geven van de
banken, die zich in de plaats zouden stellen
van de Reichsbank.
Formeel was deze kwestie dus van de
baan.
Vervolgens is besloten het comité van de
juristen te verzoeken zich in verbinding te
stellen met Zwitserland inzake het 'contract
betreffende de Internationale Bank.
Even voordat Tardieu de vergadering
moest verlaten met het oog op zijn aanstaand
vertrek, heeft Curtius nog verklaard, dat
Schacht bereid was, alle functies te vervul
len. welke voor de Reichsbank in de Intei
nationale Bank zijn vastgesteld; alleen be
trof zijn voorbehoud de deelneming in het
kapitaal.
Frankrijk is van meening, dat één enkele
bankier de actie van 20 regeeringen niet kan
tegenwerken.
Men gaat dus ondanks dit incident met
zekerheid de oplossing tegemoet.
Wat de sancties betreft, kan aangeno
men worden dat men het eens is. Tardieu zal
vandaag de Fransche regeering in kennis
stellen van het bereikte resultaat Het ging
hier om een juridische oplossing van de
moeilijkheid te bereiken. Zoolang het plan-
Young in werking bleef, moesten daaruit
ontstane kwesties geregeld worden door de
bepalingen van het plan, maar zoodra
Duitschland het plan niet meer uitvoerde,
moesten de schuldeischers hun volledige vrij
heid van handelen terug krijgen. Woensdag
zal waarschijnlijk een definitieve overeen
stemming over het punt worden verkregen.
Wat het niet-Duitsche herstelvraagstuk
betreft, hebben de Hongaren een bespreking
gehad met de kleine Entente. Eenige rege
ling is nog niet tot stand gekomen. Wel zijn
er voorstellen gedaan. De kleine Entente
wenscht1, dat het probleem in studie wordt
genomen, om het geheel der vraagstukken,
welke tusschen haar en Hongarije hangen
de zijn, te regelen. Vandaag zal men na
gaan, of dit mogelijk is.
De kwestie der agrarische hervorming heeft
veel minder moeilijkheden opgeleverd dan
men had voorzien, maar men zal vandaag na
gaan, of het mogelijk is, de eventueele rege
ling ook tot andere kwesties uit te strekken.
Woensdagochtend zal weer een bijeenkomst
worden gehouden om een definitieve beslis
sing- over deze zaak te nemen. Dan zal des
middags de commissie voor het niet-Duitsche
herstelvraagstuk een vergadering houden,
waarin het resultaat der besprekingen zal
worden meegedeeld.
Mededeelingen van Duitsche zijde,
Van Duitsche zijde wordt nog meegedeeld,
dat men in de zitting der zes uitnoodigende
mogendheden van gistermiddag nagenoeg tot
een accoord is gekomen over bekende nog
in discussie zijnde financieele vraagstukken
Woensdag wordt de vergadering voortgezet;
men verwacht dan de beslissing.
Over de vergadering van de commissie
voor de Internationale Bank is in de Duitsche
persconferentie meegedeeld, dat de voorzitter
dier commissie, de heer Reynolds, op grond
van een brief, dien hij eenige weken geleden
van Schacht heeft ontvangen, de vraag ge
steld heeft, of de Rijksbank zal toetreden.
Schacht heeft hierop geantwoord, dat hij nog
geen beslissend antwoord op die vraag kon
geven.
De commissie is daarna uiteengegaan en
de zes mogendheden zijn bijeengeroepen om
dit incident te bespreken.
Nader meldt men ons nog het volgende uit
de Duitsche persconferentie:
De Duitsche delegatie heeft bij de bespre
kingen, die zij met dr. Schacht hield, vóór zij
zich weer begaf naar de hervatting van de
bijeenkomst der Zes om 7 uur, aan dr.
Schacht de volgende vragen gesteld:
le. Of dr. Schacht, 7oo andere Duitsche
banken zouden deelnemen in het kapitaal van
de Internationale Bank, hij die banken moei
lijkheden in den weg zou leggen.
Op deze vraag antwoordde dr. Schacht
ontkennend.
Voorts vroeg men hem of hij bereid was,
zoo lang die andere banken nog niet in het
bankcomité vertegenwoordigd konden wor
den, in dien tusschentijd in het comité mee te
werken. Hierop antwoordde dr. Schacht be
vestigend, evenals op de vraag, of de Rijks
bank bereid was de functies, in plan-Young
en het bankstatuut voorzien, te vervullen, ook
wanneer zij niet zelf, doch andere banken in
het kapitaal van de Internationale Bank zou
den deelnemen.
In de vergadering der Zes, die hierop plaats
vond, verklaarde minister Curtius, dat de
Duitsche delegatie in staat was, binnen 24
uur de namen te noemen van de bankgroepen,
welke in de plaats van de rijksbank zouden
willen treden.
Men gaf aan het slot van de Duitsche pers
conferentie te verstaan, de verwachting te
koesteren, die men de conferentie tot een goed
einde zal weten te brengen.
Omtrent het sanctievraagstuk vernamen
wij nog, dat men Woensdagavond den tekst
hoopt te publiceeren van de nota's, die tus
schen Duitschland en Frankrijk gewisseld
zullen worden met betrekking tot het geval,
waarin van een verscheuren (deze uitdruk
king zou in die nota voorkomen) door
Duitschland in het plan-Young sprake zou
zijn. Deze nota zou een aanhangsel vormen
van het slotprotocol.
In het slotprotocol zelf zou uitdrukkelijk
bepaald worden, dat, wanneer er zich, terwijl
het plan-Young werkt, moeilijkheden mochten
voordoen, alleen de in dat plan zelf voorziene
maatregelen te baat zouden worden genomen
Een ministerraad te Parijs.
Minister-president Tardieu is kort na mid
dernacht weer te Parijs teruggekeerd.
Hedenmorgen vindt in 't Elyssée onder voor
zitterschap van president Doumerque een mi
nisterraad plaats, waaraan bij uitzondering
ook de te Parijs aanwezige onder-staatssecre
tarissen zullen deelnemen.
Besproken zal worden het tot nu toe in den
Haag bereikte resultaat en in het bizonder de
door de juristen opgestelde formuleering be
treffende de z.g. sancties.
In den komenden nacht zal Tardieu naar
den Haag terugkeeren.
Onderzeeërs en destroyers.
De minister van marine Alexander heeft
Zondagavond te Sheffield, over ontwajoening
sprekend, gezegd, dat onderzeeërs en des
troyers verwante categorieën waren. De re
geering was volkomen bereid toe te stemmen
in een algeheele afschaffing van onderzeeërs
en als dit kon worden bereikt zouden er aan
zienlijke bezuinigingen kunnen worden aan
gebracht ten aanzien der destroyers. Werd er
geen overeenstemming bereikt ten aanzien der
afschaffing van de onderzeeërs dan zou een
daadwerkelijke beperking van de tonnemaat
aan onderzeeërs toch een bezuinigende uit
werking hebben ten opzichte der destroyers.
Spanje en een Middellandsche Zee
overeenkomst.
De Spaansche ambassadeur heeft, volgens
de „Times den Britschen minister van Bui-
tenlandsche Zaken de meening van zijn re
geering over de komende Londensche vloot-
conferentie medegedeeld.
Volgens zijn verklaring is de Spaansche re
geering van oordeel dat de wensch der voor
naamste zeemogendheden om hun problemen
onder elkander te bespreken gerechtvaardigd
is.
Wanneer echter de kwestie van een Middel
landsche Zee-overeenkomst ter tafel mocht
worden gebracht, dan wenscht Spanje als een
der onmiddellijk belanghebbende mogend
heden op de conferentie vertegenwoordigd te
zijn.
De Spaansche regeering heeft hiervan ook
kennis gegeven te Rome en Parijs.
In Londen verklaart men naar aanleidt
hiervan, dat de kwestie van een Middelland
sche Zee-overeenkomst waarschijnlijk niet da
delijk besproken zal worden, zoodat de kwes
tie van een al of niet deelnemen van Spanje
aan de conferentie nog niet acuut is.
Een laatste poging van Stimson.
Stimson zal Zaterdag, den dag na zijn
aankomst in Engeland, alsnog een poging
doen om het Fransche standpunt in overeen
stemming te brengen met den geest van de
vlootconferentie. Hij zal daartoe een particu
lier onderhoud hebben met Tardieu. Den vol
genden dag zal hij een onderhoud hebben met
Grandi.
Aan hetgeen de Britsche draadlooze dienst
omtrent het Britsche antwoord meldt ontlee-
nen wij nog, dat de Britsche regeering met
belangstelling het onderschrift heeft opge^
merkt, dat in het Fransche memorandum
wordt gemaakt tusschen het pact van Parijs
en het convenent van den Volkenbond. De
Britsche regeering meent er evenwel op te
moeten wijzen dat de beide documenten ook
kunnen beschouwd worden als elkaar aan te
vullen. Van dit standpunt bezien kan het pact
van Parijs doordat het afstand doet van den
oorlog als instrument van nationale politiek
door de staten, die lid van den Volkenbond
zijn, worden beschouwd als het vredesgebouw
te hebben voltooid dat de beperkter taal van
het Convenant nog onvoltooid had gelaten.
De Britsche regeering aanvaardt ten volle
eeg onvoorwaardelijk alle verplichtingen van
Ik doe U weten
dat de groote
in „De Onnoozele
Sehaapjee" begint
Best goed voot
weinig geld.
het convenant hetgeen evenwel niet moet wor
den beschouwd als een vertraging mee te
brengen in de geleidelijke stappen tot ontwa
pening waarvoor het pact van Parijs een
rechtvaardiging is.
De Britsche regeering aanvaardt voorts
met het Fransche standpunt, dat er geen po
ging zou moeten worden gedaan om een der
drie problemen (ontwapening ter zee, te land
en in de lucht) ter hand te nemen tenzij ze
alle drie tegelijk worden behandeld.
Italiaansche persstemmen.
Het officieuze bevelenblad dér fascistische
partij van Maandag verklaart, dat een over
eenstemming op de Londensche conferentie
zeer wenschelijk zou zijn, doch wijst tegelijker
tijd op de groote moeilijkheden, die moeten
worden overwonnen. Een dezer moeilijk
heden is de kwestie der vlootpariteit met
Frankrijk, waarvan Italië onmogelijk kan af
zien. Het is van essentieel belang, dat de pari
teit ook in het nieuwe protocol wordt opgeno
men, dat de werkzaamheden van de Londen
sche conferentie besluiten zal.
De positie van Italië op de Middellandsche
Zee is ernstig, zelfs tragisch. Het leven van
een volk van 42 millioen menschen is afhan
kelijk van de passage van de slechts enkele
KM. breede straat van Gibraltar. Voor
Frankrijk is het Middellandsche Zeevraag-
stuk een kwestie van veilig transport van ge
kleurde troepen naar het buitenland, vooi
Italië is het een kwestie van leven of dooc
voor het geheele volk.
Negen reizigers vermoord.
Een B. T. A. bericht uit Athene meldt, dat
volgens ingekomen mededeelingen een roover-
bende nabij de Grieksch-Albaneesche grens
zes auto's met reizigers zou hebben overval
len; negen personen zouden daarbij vermoord
zijn.
Een vriendelijk rooverhoofdman.
Blijkens dit bericht is aan het bendewezen
in het land van Venizelos nog steeds geen
einde gemaakt.
Men zal zich herinneren hoe eenige maan
den geleden door een opzienbarenden overval
bij Trikkala op reizigers, van wie eenigen in
gijzeling werden gehouden voor het betalen
van een grooten losprijs, de aandacht werd
gevestigd op het misdadige optreden van den
rooverhoofdman Tsatsas. Juist dezer dagen
heeft deze sinjeur weer van zich laten hooren.
Hij moet n.1. door bemiddeling van een boer
aan den leider van de repubikeinsche nationa
listen generaal Kondilis, een brief hebben ge
stuurd, waarin hij dezen verzocht om van
zijn macht gebruik te maken tot het vormen
van een regeering en hem, Tsatsas, dan te be
genadigen. In ruil daarvoor zal hij de ver.
plichting op zich nemen, met zijn volgelingen
Epirus, Thessalie en Macedonië te zuiveren
van de talrijke rooverbenden, die de bevolking
terroriseeren.
Daardoor, zoo merkt de vriendelijke roo
verhoofdman op, zouden den staat de groote
bedragen worden bespaard, welke deze thans
moet uitgeven voor de vervolging der benden
en de waarJ>orging van de openbare veilig,
heid.
Op het hoofd van dezen tot samenwerking
welwillend bereid zijnden rooverhoofdman
staat een prijs van een millioen drachmen.
De voor het onderzode der zaak-Sheara
ingestelde speciale senaatscommissie heeft
Zaterdag haar werkzaamheden hervat.
Shearer, die er zich naar men weet op be
roemd heeft, door zijn optreden als propagan
dist achter de coulissen in het kapitool te
Washington alsmede te Genève voor de hantè
having der Amerikaansche vlootbewapening
in het belang der betrokken industrieën
werkzaam te zijn geweest, had de senaatscom
missie bij zijn verhoor indertijd een document
overhandigd, dat hij als een geheim Britschi
memorandum had gekenschetst. In dit
naar het heette geheime document was
sprake van een uitgebreid Engelsch spion,
nagestelsel in de Ver. Staten, welks einddoel
zou zijn de herovering der Ver. Staten door
Engeland.
Thans heeft de vervaardiger van het ge
schrift zich aangemeld. Het is een dr. wil-
liam Maloney uit New York. Hij verklaarde
voor de commissie, dat hij het werkje, hetwelk
als een politieke satyre was bedoeld, in 1919
had geschreven en het was om de propagaru
da van lord Nortbcliffe in Amerika tegen t*