(HiuiSulu Ciinnil
ZIJ» LAATSTE WENSEN.
Problemen van volkswelvaart,
Hazard twee en dertigste Jaargang.
Dinsdag 14 Januari
Radio-hoekje
PK1TILLKT0N.
Ito. 11 1929'
Woensdag 15 Januari,
fjilversum, 1071 Af. an 12.6.n.m.
ooft Af.) 10—10.15 Morgenwijding. 12.01
Concert door het A. V. R. O.-Kwartet
7"__2.Carillonbespeling te Zwolle ter gele
genheid van de opening der nieuwe IJselbrug,
Katerveer. 2.-3.Gramofoonmuziek. 3.
4__ Naaicursus. 4.4.30 De voornaamste
studiemuziek voor piano, uitgevoerd door Eg-
Ijert Veen. Toeichting door Louis Schmidt.
5 30_5.45 Lezing door Leon Slier over:
Aansluitingskosten en abonnementsprijs voor
abonné's op radio-centrales. 5.6.30 Conc.rt
door het A. V. R. O.-Kwartet. 6.30 Vaz
Dias: Koersen. 6.457.15 Italiaansch voor
winners. 7.15—7.45 Italiaansch voor ge
vorderden. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.01
Q.— Engelsche avond. Het Versterkte Om
roeporkest. 0.019.20 Optreden van het En
semble Goossens. 9.20 Concert door het Om
roeporkest. 9.45 Tweede optreden van het En
semble Goossens. 10.05 Persberichten. 10.15
Voortzetting concert. 11.— Aansluiting van
het Carlton Hotel. Ensemble Lismonde. 12.
12.— Sluiting.
Huizen, 1875 Af. (Uitsluitend N. C. R. V
8 15—9.30 Morgenconcert. 10.3011.
Ziekendienst. 11.11.30 Gramofoonmuziek.
1130—12.30 Harmoniumbespeling. 12.30
2.Concert. Ait-mezzo, bas en piano. 2.—
2.45 Concert door Instrumentaal Trio. 2.45
3.15 Lezen van Chr. Lectuur. 3.154.15
Voortzetting concert. 4.155.Gramofoon
muziek. 5.-6.— Kinderuurtje. 6.-7.— Cur
sussen Techniek. 7.8.— Uurtje voor de
Rijpere Jeugd. 8.8.30 Bestuursmededelin
gen door den voorzitter. 8.30 Spreker en con
cert. Orkest en bas-bariton. Na afloop pers
berichten.
Daventry, 1554.4 Af. 10.35 Morgenwij
ding. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek.
12.20 Concert. M. Phillips, alt. C. Millar,
tenor. 12.50 Gramofoonmuziek. 1.20—2.20
Orkestconcert. 3.20 Dansmuziek. 4.05 Con
cert. J. Coxon, sopraan. Strijkkwartet. 5.05
Concert op cinema-orgel door R. New. 5.35
Kinderuurtje. 6.20 Berichten. 6.35 Nieuws
berichten. 7.Concert. M Hayword, viool
O'Connor Morris, piano. 7.20—7.40 Dia
loog. 7.45 Voordracht door G. Fields, A. Pitt
en T. Fields. 8.05 „The Wrecker". Spel van
de zee door L. Stevenson en L Osbourne.
9.20 Nieuwsberichten. 9.40 Lezing. 9.55
Concert. N. Allin, bas. A. Satr.mons, viool.
Symphonie Orkest. 11.2012.15 Dansmu
ziek.
Pari/s ,Jladio-Paris"1725 Af. 12.50—2.20
Gramofoonmuziek. 4.05 Orkestconcert en
soli. 6.55 Gramofoonmuziek. 7.40 Gramo
foonmuziek. 8.20 Orkestconcert. Opera-frag
menten.
Langenberg, 473 Af. 6.20—7.20 Gramo
foonmuziek. 9.3510.30 Gramofoonmuziek.
11.30 Gramofoonmuziek. 12.251.50 Trio
concert. 4.505.50 Concert door Blaas-
Ensemble. 7.20—8.— Koorconcert. 8.05 En
gelsche avond. Orkest en pianiste. 10.50
12.20 Her-uitz. van Londen. Dansmuziek en
tijdsein van Big Ben
Kalundborg, 1153 Af. 2.504.50 Orkest
concert en declamatie. 7.35—8.05 Orkestcon
cert. 8.05—9.05 Concert door Mannenkoor
9.2010.30 Engelsche avond. Trio en zang.
Brussel, 508-5 Af. 5.20 Trio-concert 6.50
Gramofoonmuziek. 8.35 Engelsche avond
Concert.
Zeesen, 1635 Af. 6.1510.05 Lezingen en
berichten. 11.20—12.15 Gramofoonmuziek.
12.15—12.50 Berichten. 1.20—1.50 Gramo
foonmuziek. 2.053.50 Lezingen. 3.50—
4.50 Concert uit Hamburg. 4.507.50 Lezin
gen. 7.50 Concert. Orkest, vocale solisten en
spreker. Daarna: Berichten en lezing. Ver
volgens tot 11.50 Dansmuziek.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene ken
nis, dat in het Gemeenteblad van Alkmaar
Nr. 1149 is opgenomen het besluit van den
Raad dier gemeente van 19 December 1929,
waarbij is vastgesteld eene verordening, rege
lende:
a. de pensionneering van en de toekenning
aan afgetreden wethouders van de ge
meente Alkmaar;
b. de pensionneering van hunne weduwen en
weezen.
Deze verordening is heden afgekondigd en
ligt gedurende drie maanden ter gemeente
secretarie ter lezing, waar zij tevens, tegen
betaling der kosten, in afdruk verkrijgbaar is
Alkmaar, 13 Januari 1930.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WENDELAAR, Burgemeester.
A. KOEL MA, Secretaris.
(„Ueber den Tod hinaus").
Roman van Anny von Panhuys.
Uit het Duitsch door W. H. C- Boilaard.
12)
De professor streek met de hand over zijn
voorhoofd, alsof hij daar iets wilde wegja
gen, want het was hem als hoorde hij weer de
woorden, die de hertog over de familie-ijdel-
heid had gezegd, die zelfde voorden, welke
hem hadden gekrenkt, omdat hij vond, dat die
de liefde van vrouw en dochter in twijfel
trokken.
„Na zijn dood zullen die twee lieve wezens
2'jn portret wel uit het museum terugvragen
daarvan was hij zeker en juist daarom wilcD
hij iets doen, dat hem een noodzakelijkheid
toescheen, iets, dat hem de macht verleende
B°g na zijn dood den levenden hertog toe te
roepen„U dwaaldet, hoogheid, toen u dacht.
dat de ijdelheid van het gezin grooter was
dan haar liefde!"
Wie weet hoe spoedig het laatste uur
*ou slaan. Het was dus zaak gauw aan den
•rbeid te gaan en te verrichten wat verricht
moest worden. Maar nu nog niet; het was
te vroeg in den avond en hü had dus geen
«til het «Noordhollandsch Koffiehuis" te
Schagen behandelde Ir. C. Nobel uit Haa"
n ei? ve,rgad€ring van de Vereeniging
van Oud-leerlingen der Rijkslandbouwschool
VoSSGSJS "Problemen van
De voorzitter, de heer K. Koster uit Mid-
woud m de ochtendvergadering als zoodanig
gekozen, riep de clementie der leden in en
mw? woord van dank aan den heer
die a,s ««re-lid, en oud-directeur der
school reeds voor de derde maal zich bereid
had verklaard een lezing te houden en steeds
had getoond met oorspronkelijke onderwer
pen en op origineele wijze voor den dag te
komen.
Ir. C. Nobel verzekerde ook ditmaal gaar
ne de uitnoodiging te hebben ontvangen, die
21. het gevolg was van het feit, dat hij over
*ht onderwerp een boekje had geschreven.
Hij is door studie en nadenken tot de con
clusie gekomen, dat in de onderlinge verhou
dingen der inkomens door wttten of regee
ringsmaatregelen weinig verandering is te
brengen, omdat de verdeeling van hetgeen
de menschen door spaarzaamheid en arbeid
produceeren door economische wetten wordt
teheerscht.
Ook meent hij, dat in de laatste vijftig
jaren bij de regeling der belastingen en oij
het maken van sociale wetten te weinig re
kening is gehouden met de eischen, die rt»
geestelijke welvaart van het volft stelt, dat
men er angstvallig voor behoort te waken,
geen wetten te maken, die gemakkelijk kun
nen worden ontdoken of tot ontduiking uit
lokken, omdat zij strijden met het normale
rechtvaardigheidsgevoel en dat ook bij wet
ten. dri simulatie en parasiteeren op de ge
meenschapskas in de hand werken het stre
ven der menschen naar eerlijkheid en be
trouwbaarheid vermindert.
Orde, onderling vertrouwen, rechtvaardig
heid en mededoogen voor de zwakken zijn de
grondslagen van een hoogere volkswelvaart.
Wat in dit opzicht door eeuwenlange cultuur
is bereikt, kan in vrij korten tijd worden ver
nietigd. Uit de neiging der menschen eerst
aan zich zelf te denken en daarna aan mede
doogen voor anderen heeft zich een recht
vaardigheidsgevoel ontwikkeld, dat de ar
beid en de spaarzaamheid beloond wil zien
naar hunne waarde voor de gemeenschap,
hoewel ook het mededoogen voor den zwak
kere of minder bekwame sterker is gewor
den.
Alles wat dienen kan voor levensonder
houd en veraangenaming van het leven moet
door arbeid worden voortgebracht, daarom
kan hiervan het maximum slechts worden
bereikt, als alle menschen arbeid verrichten
Maar om alle hulpmiddelen al het kapitaal
te verkrijgen, die bij de productie onontbeer
lijk zijn, moet er worden gespaard en daar
om bestaat de meening, dat men de kapitaal
vorming kan bevorderen door spaarzaam
heid. Dit is evenwel onjuist, want de kapi
taalvorming behoort tot de taak der onder
nemers en deze bepalen de hoeveelheid kapl
taal onafhankelijk van de spaarzaamheid.
Bij eiken stand der techniek is een be
paalde hoeveelheid kapitaal noodig om alle
voorhanden arbeidskracht productief te ma
ken. Als er tekort is, wordt een deel van den
arbeid minder productief, is er teveel dan is
een deel van het kapitaal minder productief.
Men kan de hoeveelheid kapitaal uitdrukken
door de stichtingskosten en als men deze
vergelijkt met hetgeen aan loonen en salaris
sen wordt uitgegeven, zal men tot een be
paalde verhouding komen, die onafhankelijk
is van de hoogte der loonen. Dit komt, door
dat de stichtingskosten bijna geheel tot be
looning van arbeid zijn terug te brengen en
voor de rest daaraan evenredig zijn.
In ons land hebben de ondernemers te
zorgen, dat de hoeveelheid kapitaal elk jaar
ongeveer met 1.5 toeneemt, omdat de b?
volking zooveel toeneemt. Als zij dit niet
doen, blijven er menschen zonder werk. Als
ieder ondernemer kon worden, zou dit van
zelf in orde komen en zou men het nieuwe
kapitaal stichten in de takken van bedrijf, d'e
de meeste winst maken. Dit zou geschieden
onafhankelijk van de spaarzaamheid of ge
notzucht der menschen, alleen zou de rente
stand of de gemiddelde winst van het kapt-
taal bij minder spaarzaamheid hooger zijn
Als bij een rentestand de verhouding tus
schen het inkomen van den arbeider en der,
kapitaalbezitter is als 1500 tot 500, zal die
verhouding bij een rentestand van 5.5
worden als 1500 tot 550, daar in beide ge
vallen de stichtingskosten van het kapitaal
10.000 per arbeider bedragen.
De kapitaalvorming wordt sterk beien:
merd, doordat lang niet ieder geld te leen
kan krijgen om ondernemer te worden en ock
de kleine ondernemer in vele gevallen met
tegen den groot-ondernemer kan concurrce-
ren. De menschen zijn daardoor steeds meer
afhankelijk geworden van de groot-onderne
mers en dit heeft voedsel gegeven aan wan
zekerheid niet gestoord te zullen worden. Van.
nacht zou hij het doen: dan sliep in de villa
iedereen en dan zou hij op soepele zolen weer
naar het salon gaan en bij het licht van het
lampje, waarvan het flauwe schijnsel niet
door de reet van de deur drong zijn plan vol
voeren. Niemand zou hem dan storen.
Hij stond van zijn stoel op en na zijn blik
nog eens over het schilderij te hebben laten
gaan, draaide hij het licht uit en ging tastend
door de donkere kamer.
Bij het avondeten was hij heel opgewekt en
vroolijk. Hij zag er als verjongd uit en plaag
de Else met haar engagement, waarbij zijn
vrouw meermalen gelegenheid had in 't mid
den te brengen, dat het woord „engagement"
nog voorbarig door hem werd gebruikt.
Toen zei hij: „Ja, Magda, je bent Walier
iets schuldig, want die proeftijd tot Kerstmis
bevalt mij heelemaal niet; het zou mij aange
namer zijn, indien het engagement dadelijk
publiek werd. want gedurende zoo'n proeftijd
zijn de jongelui noch vleesch, noch visch".
Mevrouw Berner antwoordde slechts met
een schouderophalen. Dat er echter geen
directe tegenspraak kwam, gaf hem den moed
te vervolgen: ..Naar mijn oordeel ware het 't
best, Else en Wal ter dien tijd te schenken.
Laat dat engagement in 's hemelsnaam gauw
j publiek worden, laat hen gauw trouwen en
een eigen nestje bouwen, als zii daarin hun
geluk zien".
trouwen en loonacties. Door de verhoogde
loonen zijn ook de stichtingskosten in dezeli-
de mate verhoogd, zoodat, daar m de laatste
vijftig jaar de rentestand eveneens hooger :s
geworden, de kapitaalbezitter een nog groo
ter deel van de productie ontvangt dan
voorheen. Dat desniettegenstaande de arbei
ders thans meer stoffelijke welvaart genieten
dan voorheen, is uitsluitend te danken aan
het feit, dat de machines in onze fabrieken
en vervoermiddelen de productie per arbeider
sterk hebben vergroot. Daar bij de distribu
tie van de producten naar de woningen de
menschelijke arbeid niet meer doet dan voor
heen, worden hierdoor de kosten zeer ver
hoogd en moet op dien arbeid zooveel moge
lijk worden bespaard
Wanneer de ondernemers altijd het kapi
taal stichten in de takken van bedrijf waar
de meeste winst wordt gemaakt, is de waar
de van de kapitaalvorming voor het verbruik
het grootst. Dat hieraan niet voldaan wordt
of in het algemeen niet genoeg kapitaal wordt
gevormd, blijkt uit de groote werkloosheid,
die in de laatste jaren voortdurend bestaat.
Dit is voor een deel toe te schrijven aan het
steeds hooger worden van de looneischen,
maar ook aan het feit, dat de ""dernemer er
weinig of geen voordeel van heeft, de arbei
ders tot den laatsten man in dienst te ne
men. Als hij ertoe verplicht werd, zou hij
daarvan geen nadeel hebben, maar zoolang
hij vrij is, is het voordeel, dat hij ervan ver
wacht geen voldoende prikkel
Door het geven van gemeenschapssteun en
door werkloosheidsverzekering wordt de
werkloosheid bevorderd, daarom is voor
het vraagstuk maar één oplossing, de werk
loosheid te voorkomen door de arbeiders in
de gelegenheid te stellen zich voor vast te
verbinden tegen een loon, dat door georgani
seerd overleg wordt vastgesteld. Wie zich
niet verbindt is los arbeider en weet, dat hij
tijdelijk geen werk zal kunnen hebben, zoo
dat hij daarvoor zal moeten sparen.
Mocht door de losse arbeiders te weinig
worden gespaard, dan zal men hen ertoe
kunnen verplichten en die spaarpenningen
voor hen bewaren. Dit is beter dan verzeke
ring, omdat de betrokkene, als het geld zijn
eigendom blijft, zal trachten zoo weinig mo
gelijk werkloos te worden. Voor den vasten
arbeider is geen verzekering noodig, als in
tijden van ziekte voor hem gezorgd wordt.
De onderneme:: zullen moeten worden
verplicht een vast arbeider in dienst te hou
den, tot ander passend werk voor hem is
gevonden en als dit meer risico mocht mee
brengen, zal het bedrijf ziCh daarbij even
goed aanpassen als bij alle andere risico's
Het groote voordeel is, dat de ondernemers
er belang bij hebben steeds voldoende kapi
taal te stichten.
Groote standv astigheid van de loonen en
salarissen is noodig voor de rust in de be
drijven en voor de arbeiders geen nadeel,
want de winst van het kapitaal regelt zich
toch altijd naar de hoogte der loonen. De
ervaring der laatste vijftig jaren is daarvoor
een sprekend bewijs. De zaak wordt minder
eenvoudig door de conjunctuurschommelin
gen, doch de ondernemer zal om aan zijne
verplichting te kunnen voldoen in gunstige
tijden een deel van de winst kunnen reser
veeren voor de ongunstige perioden en het
zal hem weerhouden van overmatige kapi
taalvorming en een onmatig aannemen van
arbeiders. Door den handel met het buiten
land wordt de toestand nog minder eenvou
dig. De buitenlandsche prijzen passen zich
evenwel bij onzen loonstandaard aan door
dépréciatie of apprécatie van ons ruilmiddel
en om dit te voorkomen zal men de loonen
alle moeten verlagen of verhoogen. Als in
alle landen de politiek van standvastige
loonen en salarissen wordt gevolgd, blijft de
wisselkoers van zelf standvastig en kan het
goud beter uit het geldwezen verdwijnen.
•De grond ontleent aan zijne ligging ten
opzichte van de bevolkingscentra en zijne
meerdere of mindere geschiktheid voor be
paalde culturen een bijzonder karakter, zoo
dat ook de pachtwaarde der gronden be-
heerscht wordt door een andere economische
wet. De prijzen der landbouwproducten en
grondstoffen regelen zich steeds zoo, dat op
de minst geschikte of minst gunstig gelegen
grond die in gebruik moet worden genomen,
zooveel wordt verdiend, dat men niet besluit
naar een anderen tak van bedrijf over te
gaan, want dan zou er te weinig van de
grondstof of het voedingsmiddel worden
voortgebracht. Wat de beter gelegen of ge
schiktere grond meer voortbrengt, vormt de
pachtwaarde. Als de arbeidsinkomens stij
gen, moet de waarde van de opbrengst van
den minst gunstig gelegen of minst geschik-
ten grond evenveel in waarde stijgen, dus
ook de prijzen der grondstoffen en voedings
middelen en daardoor stijgt de pachtwaarde
der gronden in dezelfde mate. Dientenge
volge stijgt ook de pachtwaarde der gronden
in dezelfde mate als de loonen en salarissen
stijgen.
De economische wetten, die de winst van
het kapitaalbezit afhankelijk maken van de
Else had met glinsterende oogen de woor
den van haar vader gevolgd en omklemde toen
met warmte zijn rechterhand en zei innig:
„Wat bent u toch een schat van een vadertje'
„Geluk!" Op spottenden toon herhaalde de
moeder het laatste woord van haar man, „wat
weten jonge menschen van hun geluk? Wat
zij daarvoor houden blijkt later meestal het
tegendeel van geluk te zijn''.
„Och wat, Magda", antwoordde hij, ,,'k
geloof dat juist de jeugd dat warme, groote
gevoel van geluk kent en dat, wat zij als ge
luk beschouwt, op dat oogenblik ook werkelijk
geluk is, omdat zij het er voor houdt En om
in 't bijzonder over Else te spreken, ben ik
overtuigd, dat het onberispelijke karakter van
Walter reeds een zekeren waarborg voor haar
blijvend geluk biedt. Hij heeft een vaste, goede
betrekking, stamt uit een fatsoenlijke familie,
is degelijk onderlegd, beschaafd en bovendien
een stevige, knappe kerel, die onze dochter
waarachtig lief heeft wat wil je nog meer,
Magda?" In zijn stem klonk een warme on
dertoon „Wees goed, schenk hem dien proef
tijd en laten wij het engagement publiek ma
ken".
„Hebt jullie dat samen zoo afgesproken
om me te overrompelen?" kwam 't geërgerd
over de lippen van de mooie, blonde vrouw,
terwijl zij een wantrouwenden blik over Else
liet glijden, daarbij denkende aan het onder
houd, dat zij gisterenochtend met haar had
spaarzaamheid en de pachtwaarde der gron
den van de geschilftheid en ligging, bestaan
slechts zoolang het sparen voor de kapitaal
vorming wordt vrijgelaten en de gronden par
ticulier eigendom zijn of verhuurd worden
aan particulieren. Zij verliezen hunne wer
king als de gemeenschap in de kapitaalvor
ming voorziet door belastingheffing en de
gronden zelf exploiteert door middel van
ambtenaren, de particuliere ondernemingen
dus geheel verdwijnen.
De derde mogelijke bron van inkomen is de
vrije arbeid. Ook hier heerscht een econo
mische wet. die oorzaak is, dat de arbeids
inkomens niet aan elkander gelijk zijn. De on
gelijkheden worden voornamelijk veroor
zaakt door verschil in intellect, terwijl zij
door het menscheüjk rechtvaardigheidsge
voel worden gedoogd. Daardoor kan aan die
ongelijkheid niet worden ontkomen en ont
staat tusscnen de arbeidsinkomens natuur
lijke verhoudingen, die bepaald worden door
het intellect, dat voor het verrichten van den
arbefd vereischt wordt en niet door de uit
komsten van den arbeid. Indien men zou
trachten de inkomens meer tot elkander te
doen naderen dan de natuurlijke verhouding
aangeeft, zou men corruptie in het leven
roepen en dus schade doen aan de geestelijke
volkswelvaart. Daarom is het verkeerd de
menschen tegen deze ongelijkheden in opstand
te brengen, beter zelf een voorbeeld van
matiging te geven.
Daar de onderlinge verhoudingen de koop
kracht der inkomens bepalen, moet men voor
zoo ver aan de vastheid der inkomens niet
kan worden vastgehouden, alle loonen en sa
larissen steeds in dezelfde verhouding wijzi
gen. Wanneer te groot of te klein aanbod van
een bepaalde soort van arbeidskrachten parti-
eele wijziging noodzakelijk maakt, moet deze
wijziging alleen gelden voor de nieuw aan
komende werkkrachten en niet voor degenen,
die reeds in dienst zijn, daar dit tegenover
andere groepen van arbeiders onbillijk zou
zijn. Deze economische wet vervalt niet wan
neer de gemeenschap als ondernemer op
treedt, want de menschelijke eigenschappen
veranderen daardoor niet. De arbeidsinko
mens der particuliere ondernemers zullen
zich naar die der vaste arbeiders regelen,
omdat velen vrij zijn het een of het ander te
worden.
Een andere natuurlijke ongelijkheid bij
gelijksoortigen arbeid wordt veroorzaakt
door het feit, dat in landbouwgezinnen meer
kinderen geboren worden dan in den land
bouw werk kunnen vinden en dat voor de
verhuizing naar andere bedrijven een loon-
verschil noodig is om de menschen daartoe
te brengen. Daardoor zijn ook in de eene
landbouwstreek de loonen hooger dan in de
andere en het eenige middel ertegen is, de
menschen tot verhuizing op te wekken.
Wanneer het georganiseerd overleg er
steeds naar streeft de ongelijkheden tot het
onvermijdelijke terug te brengen, heeft het
geen zin door de belastingregeling tegen deze
ongelijkheden te ageeren. Progressie in de in
komstenbelasting heeft dan geen zin, omdat
zij de verhouding tusschen de inkomens wij
zigt en dus weer door de economische wet
wordt teniet gedaan. Dit geldt eveneens voor
extra belasting van de kapitaalswinst, maar
niet voor extra belasting der pachtwaarde,
omdat deze niet afhangt van de menschelijke
eigenschappen.
Wanneer men op de aangegeven wijze de
ondernemers verplicht de productie tot den
hoogst mogelijken trap op te voeren, zal
men de productie nog kunnen bevorderen
door de ondernemers een uitstekende oplei
ding te geven en alleen aan de bekwaamsten
de gelegenheid te geven als ondernemer op te
treden. Een stap in die richting zou het zijn
de inkomstenbelasting niet te heffen van het
werkelijk bedrijfsinkomen, maar volgens
normen, die voor elke soort van onderneming
zijn vastgesteld. De onbekwaamheid wordt
dan niet meer beloond door vermindering
van belasting en de belasting vormt één van
de risico's der onderneming. Het Rijk zou
zijn leger van ambtenaren dan belangrijk
kunnen inkrimpen, wat een groote oezuini-
ging zou geven en de betrokkenen zouden
van veel narighei; worden verlost, terwijl d
geestelijke volkswelvaart erbij zou winnen,
doordat de tegenwoordige regeling een nei
ging tot onoprechtheid opwekt.
Nog op een ander gebied wordt door ge
brekkige wetgeving nadeel toegebracht aan
de geestelijke volkswelvaart en wel op net ge
bied van het verzekeringswezen. Er bestaan
sterke aanwijzingen, dat vooral daar brand
ontstaat, waar te hoog verzekerd is. Publici
teit van gesloten verzekeringen en strafbaar
stellen van kennelijk te hoog verzekeren zou
hier verbetering kunnen brengen, daar ook
de publieke opinie er zich meer mee zou be
moeien. Zich te verzekeren tegen den dood van
een ander meest worden verboden, omdat
daardoor misdaad wordt bevorderd.
Bij de sociale wetgeving is verzekering
schering en inslag, met het gevolg, dat een
leger van ambtenaren noodig is om de simu
latie binnen zekere grenzen te houden. Dat
simulatie door deze wetten wordt opgewekt
is een groot nadeel voor de geestelijke wei-
vaart, daarom zou het beter zijn, de men
schen te verplichten tot het doen van bespa
ringen. die het persoonlijk eigendom van
den betrokkene blijven. Men kan dan voor
het geven van uitkeering in de eerste plaats
dit spaarfonds gebruiken en als het is uit
geput. uit de gemeenschapskas een uitkee
ring geven voor het noodzakelijk levensonder
houd en voor verpleging bij ziekte. Men kan
het vrijwillig maken van besparingen dan
nog bevorderen door voor de besparingen
een flinke rente te geven en deze vrijwillige
besparingen te gebruiken om de gemeen-
schapsuitkeering met een zeker percentage te
verhoogen, zoodat de betrokkene zich doo»
die besparingen bij invaliditeit of ouderdom
een ruimer bestaan kan verzekeren.
De werkgevers aan de sociale voorzienin
gen te laten bijdragen schijnt spr. onnoodig
daar die kosten toch in de loonen of de prij
zen worden verdisconteerd.
Hierna werd gepauzeerd.
De heer Kaan. Alkmaar, trok in twijfel,
om de landbouw, die voor het stellen van d#
prijzen afhankelijk was van de wereldmarkt,
wel de macht had om de stijging van de
loonen der arbeiders in gelijke verhouding
aan de landbouwers ten goede te doen
komen.
De heer Nobel meende, dat men de toe
stand niet moest beoordeelen naar de moei
lijken toestand, waarin de landbouw tijdelijk
verkeerde. In het algemeen leert de eco
nomische wet echter, dat dit wel het geval
is. aangezien bij een slechten toestand meer
deren zich van den landbouw afwonden,
waardoor er een einde komt aan de over
productie, die de oorzaak is van de malaise,
waarin de landbouw zich bevindt.
De heer v. d. Laan, Alkmaar, was van
oordeel, dat er geen sprake was van over
productie, zoolang groote volksgroepen nog
niet het noodige kunnen bekomen en zelfs
volkeren door hongersnood geteisterd
worden.
Z. i. lag de fout aan het verkeerde dis
tributiestelsel, dat de huidige maatschappij
kenmerkt en waarin naar zijn overtuiging
verandering moest komen. Overigens was hij
van oordeel, dat de menschelijke arbeid het
alleen mogelijk maakte kapitaal in een andere
vorm om te zetten. Kapitaalschappen was
z. i. niet mogelijk. Kapitaal was wat moeder
aarde bood en niemand was in staat iets
daarvan te niet te doen
Ir. Nobel antwoordde.
Na de pauze beantwoordde de inleider. d<
heer v. d. Laan, uitvoerig, waarbij hij in het
licht stelde, dat kapitaalvorming wel degelijk
mogelijk was en kapitaalvermeerdering plaats
had, wanneer die geschiedde om in het meer
noodige door bevolkingsaanwas te voorzien.
Spr. heeft voor de pauze gezegd op de
rol, die het geldwezen bij dit alles speelt, nog
terug te zullen komen. In de laatste vergade
ring der Vereeniging voor de Staathuishoud
kunde en de Statistiek is door de praeadvi-
seurs aangetoond, dat bij den gouden stan
daard de waarde van het geld onder den in
vloed staat van de meer of minder over
vloedige goudproductie. Wanneer men in
alle landen de loonen en salarissen stabili
seerde. zou het volgens spr. weinig uit
maken welke soort van geld men erop na
hield. als maar de mogelijkheid bestond den
bankbiljettenomloop naar behoefte uit te zet
ten en in te krimpen en deze dus niet gebon
den was een bepaald gouddekkingspercentage.
Chèques en giro-overschrijvingen verminde
ren wel de behoefte aan geld. maar nemen
het bezwaar van de onevenredigheid der
goudproductie niet weg. want ook de om
vang van het giroverkeer staat in verband
met de bij de banken aanwezige kasgeld Hoe
vrijer de circulatiebanken worden gelaten in
de uitgifte van bankbiljetten des te minder
kwaad kan het goud doen aan de waardevast
heid der loonen en salarissen.
Een land met gestabiliseerde loonen en sa
larissen zal den gouden standaard niet kun
nen handhaven, omdat bij schaarschte van
goud teveel goud zal wegvloeien en bij
ruimte van goud teveel goud zal toe stroo
men
Er bestaat onder de economen groot mee-
ningsverschil over de vraag of men kan voor
komen. dat er teveel geld in omioop komt of
te weinig.
Degenen, die r .en van wel, schrijven
aan de circulatiet aken die macht toe, door
middel van hare rentepolitiek. De anderen en
dat zijn vooral directeuren van cinculatie-
banken, zijn van oordeel, dat hunne rente-
politiek daartegen niet veel kan uitrichten
Volgens spr. kan door stabilisatie van loo
nen en salarissen waardevastheid van het geld
worden verzekerd, als de banken tevens con
trole houden op de wijze, waarop het door
haar geleende geld wordt gebruikt en daar
door voorkomen, dat de menschen hun in
komen kunstmatig vergrooten door het ba
kenen van kapitaal.
Aan het goud wordt een gewichtige rol
gehad
„Neen, Magda", hij maakte zijn hand vrij
uit die van Else, „ik geef slechts uiting aan de
gedachten, die met al dagen lang bezig hou
den. Je weet, Magda", zijn stem werd
ernstiger „ik ben sukkelend en men kan
tenslotte nooit weten", hij draalde een oogen
blik, „ik kan misschien zeer spoedig ster
ven
„Vader, daar moogt u niet over praten"
onderbrak Else hem, zich tot een glimlach
dwingend, „uw gezondheid is bovendien vee
beter dan vroeger".
Ook hij glimlachte. „Misschien heb je ge
lijk kind, maar mag ik toch even voortgaan
met hetgeen ik zoo even zei Hij wendde zich
weer tot zijn vrouw. „Ik kan misschien spoe
dig sterven en daarom is 't mijn liefste
wensch, dat Else's engagement zoo spoedig
mogelijk publiek wordt".
Mevrouw Berner zweeg en wist niet goed
wat te zeggen. Zou zij aan den wensch van
haar man geen gevolg geven, een wensch, die
om zulk een reden geuit werd?
Neen, dat kon en mocht ze niet. En wai
zou het haar ook hebben gebaat; die twee
maanden zouden voorbijgaan en alles zou
dan zijn als nu. Dus waarom zou zii zich op
winden en ergeren? Zij had Else toch ook
lief, al uitte die liefde zich anders dan bii haar
man. Voor haar mooie dochter had zij zich
een schiterender toekomst aedroomd dan die
van een eenvoudige ingenieursvrouw maar
wat gaf 't nu te peinzen over wat had kunnen
zijn? Else verkoos nu eenmaal mevrouw Zer-
nikow te worden en niet baronesse Tomwitz
Het zou dus maar het verstandigste zijn zich
te voegen naar den wensch van haar man.
Daarom stapte zij over haar bezwaren heen
en zei met een lichte, gracieuse buiging van
haar kunstig gefriseerde hoofd: „Ik geef me
gewonnen en zal niet langer vasthouden aan
die twee maanden proeftijd. Maakt dus voor
mijn part het engagement publiek".
„Moeder!" Met een luiden jubelkreet
sprong Else op en beide ouders moesten zich
laten welgevallen herhaaldelijk door haar i?
worden omhelst.
Er werd nu afgesproken het publiek worden
van het engagement tegelijk met het jubileum
te vieren en Else beloofde dadelijk Walter ie
zullen schrijven. Hij zou dan wel onmiddellijk
eenige dagen vacantie vragen om naar Schnrf
ditz te gaan, teneinde nadere regelingen te
treffen wegens het engagement, dat wist ze
zeker. Hij bezat geen familieleden, die een
stem in het kapittel hadden.
Later dan gewoonlijk ging men dien avond
te bed Maar eerst zou Else op haar kamer
aan Walter schrijven, om hem de vreugdetij
ding over te brengen. Maurer zou dan mor
gen heel vroeg haar brief naar het postkan
toor brengen en die psr expresse laten verzen
den.
(Wordt vervolgd^