illiwtli tarnt. ZIJN LAATSTE KEU FEUILLETON. laétrd twee en dertigste jaargang. Donderdag 23 Januari Radio-hoekje DE STOOMTRAM SCHAGEK-WOGNUM. A'ob Wiidcn ca Wa&x öJcvca oj> suaat. £0. 19 1930 Vrijdag 24 Januari. Hilversum, 1875 M. 10.10.15 Morgen wijding. 12.01—2.— Concert door het A. V. r O.-Kwartet. 2.052.45 Uitz. voor scholen. 2 453.Gramofoonmuziek. 3.4. Maak het zelf-cursus. 4.30—5.Een bezoek ^an de Duitsche Filmstad Neu-Babelsberg. Spreker: Rob Geraerds. 5.6.45 Concert door 't Omroeporkest. 6.457.15 Spaansch: beginners. 7.15—7.45 Radiocursus vanwege bet Onderwijsfonds voor de Binnenvaart. 7.45 Gramofoonmuziek. 8.01 „Die Schöp- Jung". Oratorium van Jos. Haydn. Gein [angvereen. „Excelsior" te Oosterbeek. So fisten: J. Bierma, J. Hissink en Jac. Ph. Caro Orkest: De Amhemsche Orkestvereeniging. Na afloop persberichten. Daarna: Gramo foonmuziek. 12.— Sluiting Huizen, 298 Af. (Na 6 uur 1071 Af.) (10 3011.N. C. R. V. Ziekendienst. 11. 11.25 N. C R. V. Voor de jeugdige zieken. 11.3012.K. R. O. Godsdienstig halfuur tje. 12-0112.15 K. R. O. Politieberichten. 12.15—115 K. R. O. Concert door het K R. O.-Trio. 1.152.K R. O. Gramofoonmu- ziek. 2-3.K. R. O. Gramofoonmuziek. 9.20 Nieuwsberichten. 9.40 Lezing. 9.55 Twwtooneelst ukken: I „Tony Kytes the arch ecener van M. A. Levy. II „The Safe" van uVa ^'Pscomb- 10.32 Fragment uit „The Mikado". 11.20-12.20 Dansmuziek. £?rj!s Radio-Paris1725 M. 12.20— 2 20 Gramofoonmuziek. 4.05 Concert. 6.55 Gramofoonmuziek. 9.05 Concert. Orkest en solisten. Langenherg, 473 M. 6.20-7.20 Gramo- ^nrouziek- 9.3510.30 Gramofoonmuziek.. 11 30 Gramofoonmuziek. 12.251.50 Or kestconcert. 4.50—5.50 Concert. Koor en strijkkwartet. 7.20-8.15 Orkestconcert. 8.20 „Die heilige Flamme". Tooneelstuk van Wil- liam S. Maugham. Daarna tot 11.20 Orkest concert Kalundbcrg, 1153 Af. 11.20—1.20 Orkest- concert. 24.Orkestconcert en voordracht 4.-5.Tooneeluitz. voor kinderen. 7.20 7 35 Declamatie. 7.35—9.35 Concert. Orkest en violist. 9.5012.20 Dansmuziek. 3rusr.fl, 508.5 Af. 5.20 Trio-concert. 6.50 Cramcfconmuziek. 8.35 Concert. Zcesen, 1635 Af. 6.159.50 Lezingen en berichten. 11.2012.15 Gramofoonmuziek. 12.1512.50 Berichten. 1.201.50 Gramo foonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3.50—4 50 Concert uit Leipzig. 4.507.20 Lezingen. 7.20 Concert. Solisten en strijkkwartet 8.20 Berichten. 8.40 „Hund und Katze". Daarna: Berichten en dansmuziek. ,4.5.N. C. R. V. Gramofoonmuziek. 5. 6 30 Concert. N. C. R. V. Viool, harp, cello en orgel. 6.307.K. R. O. Gramofoonmu- ziek- 7.7.30 K. R. O. Cursus Schriftverbe tering. 7.30 V. P. R. O. Berichten. 7.50 V. P. •R. O. Lezing over: Eerste Christendon* na •Jezus. 8,25 V. P. R. O. Concert. 8.55 V. P. R. O. Lezing over: Religieuze toestand inter nationaal gezien. 9.35 Concert. 10.05 V. P. R. O. Lezing ever werken van Prof. Dr. v Mourik Broekman. Dr. K. F. Proost en Ds 1 <Horreus de Haan en Prof. Dr. v. d. Berg v. Evzinga. 1025 V. P. R. O. Concert. Daventry, 1554.4 Af- 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek 12.20 Concert. S. Moldawsky, viool. R. Ellett, piano. 12.50 Orgelconcert door L. H. War ner. 1.202.20 Gramofoonmuziek. 2.50 Uit zending voor scholen. 3.20 Lezing. 3.45 Le zing. 4.05 Concert voor scholen. Strijkkwar tet. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten. 7.— Piano-recital door J. Ching. 7.207.40 Le zing. 7.45 Lezing. 8.05 Verrassing. 8.35 EEN LAATSTE POGING TOT HET BEHOUD VAN DE TRAM. Na ampele bespreking een voor stel aangenomen, tot de Nederl. Spoorw. het verzoek te richten, de exploitatie van de tram met een betere dienstregeling nog 20 jaar te garandeeren, in welk geval aan de betrokken college's zal worden voorgesteld, de ren- telooze voorschotten van 489.667 te schenken. Te Winkel werd onder voorzitterschap van den heer A. Commandeur een openbare ver gadering gehouden in het café van den heer R Laan, van de Commissie, inzake de stoom tram SchagenWognum. Ter bespreking van het rapport d;r Commissie, in verband met de opheffing van de stoomtram Schagen Wognum, waartoe de Minister van Water staat met ingang van 1 Febr. a.s. aan de Ned. Spoorwegen machtiging verleende. Ter vergadering waren aanwezig de be sturen van de gemeenten Hoorn, Hoogwoud, N.-Niedorp, Winkel, Wieringerwaara, Op meer, Wognum en Schagen, alsmede van de banne Winkel, de banne Opmeer, de banne Hoogwoud, de banne Spanbroek, de banne Wognum—Wadway, het bestuur van de Vier-Noorder Koggen, een deputatie van de Zuivelfabriek Aurora te Opmeer, alsmede de heer G. Nobel uit Lutj.winkel voor de Kamer .van Koophandel te Alkmaar. De voorzitter verklaarde, niet in op gewekte stemming cje vergadering te kun nen openen. In de streek beschikt men reeds 30 jaar over de tram als openbaar vervoer middel en nu deze staat te verdwijnen, is er geen reden tot opgewektheid In het rapport, dat aan allen was toege zonden, is een overzicht gegeven van de lij densgeschiedenis. De Commissie is van oor deel, dat het laatste woord is gesproken en meent te moeten adviseeren om, daar daar mee weinig is te bereiken, niet tot afstand uit ""rhe Mikado" van Sullrvan J 21005.16 op, dit is 5.32 per trein. Het goederen- en veevervoer bracht 12945 op, dit is 3.28 per trein. Voor 't luttele be drag van gemiddeld omstreeks 9.60 moest dus een trein loopen. Indien verder wordt aangenomen, dat hoofdzakelijk in de 3e klasse wordt gereisd, terwijl voor een plaatsbiljet over korten af stand 0 20 moet worden betaald, bij een langen afstand 0.80 (6 resp. 24 K M.), zoo dat een plaatsbiljet gemiddeld 0.50 kostte, dan blijkt, dat elke trein slechts 10 tot 11 passagiers heeft vervoerd, van het begin- tot het eindstation gerekend. Deze cijfers wijzen duidelijk uit, dat hier zelfs van een matig verkeer geen sprake is de kleinste autobus zou in deze behoefte, wat het personenver keer betreft, kunnen voorzien. Een reden van bestaan bezit de lijn dus met het oog op het bovenstaande niet, ter wijl ook niet te verwachten is, dat de toe stand in den loop der jaren zal verbeteren. Integendeel, de aanleg van een wegennet in de Provincie, zal veeleer het autobusverkeer doen toenemen, zoodat mag worden aange nomen, dat de toekomst voor deze tramlijn nog grootere financieele bezwaren met zich zal brengen dan de tegenwoordig bestaande Uit het bovenstaande moge blijken, dat er voor Gedeputeerde Staten geen aanleiding bestaat mede te werken tot het dekken van het tekort op de exploitatierekening. Boven dien ware het verkeerd jaarlijks &).000 toe te betalen op een object, dat een waarde van nog niet 1 millioen gulden vertegenwoordigt, de som van 60.000 geeft, gekapitaliseerd, reeds meer dan 1 millioen. Met de boven staande cijfers voor cogen was het dan ook het meest verkieselijk, dat de Nederlandsche Spoorwegen de exploitatie staakte. Nog meerdere conferenties, met de Spoor wegen zoowel als met den Minister, werden nadien gehouden. Het plan, om onder af standdoening der rentelooze voorschotten 'n blijvende exploitatie te verkrijgen, werd toen reeds overwogen, terwijl in een onderhoud met den Minister van Waterstaat 12 Juli 1929 deze meende in een verdere exploitatie met motorwagens een oplossing van de kwes tie te zien. Dit onderhoud gaf de Commissie goeden moed, doch geheel onverwacht kwam 4 No vember een schrijven van den Minister, waaruit bleek, dat aan de Hollandsche IJze ren Spoorweg Maatschappij machtiging werd verleend om de exploitatie van den tramweg Schagen—Wognum met ingang van 1 Februari 1930 te staken en de eigen dommen van den tramweg, met uitzondering van het baanvak Lutjewallerweg—Schagen te vervreemden. Jurid sche tusschenkomst werd nog gepro beerd, doch van eenig feit, waarop de han deling van de Spoorweg Maatschappij juri disch aantastbaar zou zijn, is niets gebleken Een audiëntie met den Minister van Wa terstaat had 4 December 1929 plaats en Z.Exc. kon ook niet de minste hoop geven Aan deze zaak, welke reeds vanaf 1925 han gende was, moest een eind komen. Nogmaals had Z.Exc. het advies van Ged Staten ingewonnen, omdat dit College zeer zeker bevoegd is tot oordeelen over de belan gen van deze streek, doch dat advies had den doorslag tot 's Ministers besluit gegeven. De Commissie kon er nog eens over schrij ven, doch hoop was niet te geven. De Comissie heeft toen nog eens opgeno men, hoe het stond met het goederenvervoer en dit bedroeg: vanaf het station Opmeer pl.m. 3500 ton, Nieuwe Niedorp 2400 ton, Hoogwoud 900 ton en Winkel 1600 ton, alles per jaar. Dit alles was den Minister bekend. zins zijn. Voor Schagen—Wognum is aan renteloos voorschot verleeod: door het Rijk 216.667. door het Prov. Noord-Holland 150.000. de Streek 123.000.— DE OPENING VAN DE VLOOT- CONFERENTIE. Het hoofdbestuur der Posterijen en telegra fie deelt mede: De redevoeringen ter gelegenheid van de opening der Vlcotconferentie te Londen, welke door Daventry werden uitgezonden zijn door het Nederlandsch Rijksradioontvangstation te Noordwijk opgevangen en vervolgens door den Rijkszender P. C. K. te Kootwijk opnieuw uitgezonden naar Indië. Blijkens ontvangen telefonisch bericht van de Indische P. T. T.-administratie was de ontvangst daar te lande uitstekend en heeft nogmaals een heruitzending kunnen plaats vinden met den Indischen zender P. L. E., bestemd voor Japan en Australië. Door deze tweevoudige her-uitzending, be werkstelligd door de Nederlandsche en Ned. Indische P. T. T.-administraties, is het gelukt de redevoeringen in Japan „splendid" te doen ontvangen, zooals de Japansche administra tie reeds aan de Indische deed weten. De ontvangst en heruitzending door het Australische station Melbourne mislukte door atmospherische storingen tengevolge van een plaatselijk onweer. doen van de voorschotten te besluiten. De comm. meent, dat er, met hoop op succes, met de Ned. Spoorwegen niet meer is te on derhandelen. Hierna stelde spr. aan de orde het rapport der Commissie, dat uit 12 getypte foliovellen bestaat en waarvan we het volgende resu mé geven: HET RAPPORT DER COMMISSIE. Het doodvonnis. Het rapport begint met te herinneren aan de vergadering van belanghebbenden, ge houden te Opmeer, 9 September 1926, Waar men tot de conclusie kwam, dat de Commis sie intact zou blijven en krachtige pogingen zou aanwenden om tot eenig resultaat te ko men. 29 September 1926 had een conferentie plaats met den Minister van Waterstaat, waarbij tevens tegenwoordig was de heer Van Maanen, Directeur tot Exploitatie van de Ned. Spoorwegen. Op deze conferentie werden de exploita tie-uitkomsten besproken, volgens van de Spoorwegen ontvangen cijfers van exploi tatie-rekeningen, waaruit bleek, dat slechts eenmaal in 1912 een batig saldo b haald werd, en wel van 330.25; de overige jaren van 1909 tot en met 1924 lever den alle nadeelige saldi op, varieerend van 215.95 (in 1909) tot 126473.48i/2 (in 1929); in 1924 was het nadeelig saldo 67898.67. Een exploitatierekening over alle jaren, welke deze lijn in exploitatie was geweest, kon de Directie niet verstrekken. Overeen stemming tusschen Commissie en Directie werd op deze conferentie niet bereikt. Verre van rendabel. In een conferentie van 25 November 1926 met Gedeputeerde Staten wees de voorzitter uit de Commissie van Gedeputeerden op de ongunstige exploitatie-rekening van 1924; de slechte bcdrijfsuitkomsten noemde spr. van dien aard, dat de tramlijn geen redenen van bestaan meer had. Ter verduidelijking hier van werd aangevoerd: Volgens de toenmaals geldende dienstrege ling liepen er ongeveer 3960 treinen per jaar. In 1924 bracht het reizigersverkeer Het afstaan der rentelooze voorschotten geeft geen be vredigende oplossing. In die dagen verschenen in enkele bladen berichten over het mogelijk behoud van de tram, naar aanleiding van een onderhoud, dat de heer G. Nobel te Winkel, als afge vaardigde van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Alkmaar had gehad met den Directeur van de Nederlandsche Spoorwegen, het Departement der Koningin en de conclu sie daarvan was, dat, wanneer afstand werd gedaan van de rentelooze voorschotten ten bate der Maatschappij, voorzetting der exploitatie voor een paar jaar was te venvachten, en al len zich bereid verklaarden in die richting steun te verleenen. De Commissie was van meening, dat de ex ploitatie 25 jaar zou moeten worden voort gezet, terwijl tevens de dienstregeling meer doelmatig moest worden gemaakt door meer dere snellere verbindingen. Hiermede kon de Spoorwegdirectie zich niet vereenigen. Zeer zeker zou, indien de belanghebbenden afstand deden van de terugbetaling van het rentelooze voorschot, de exploitatie eenigen tijd kunnen worden voortgezet. Een afdoend middel zou dit echter geens („Ueber den Tod hinaus"). Roman van Anny von Panhuys. Uit het Duitsch door W H C. Bollaard. 80) Verbijsterd stond hij echter voor den ingang te kijken, toen hij noch daar noch ergens in de omgeving iemand ontdekken kon. Met een vloek, omdat hij te laat was gekomen, holde hij terug. De professor lag nog altijd onbeweeglijk, maar het scheen Walter toe alsof er een kleine beweging in de ledematen zichtbaar was. Hij keek om zich heen en overdacht wat hij moest beginnen, want hij kon den professor hier toch niet alleen laten liggen. Ontzettend dat zoo iets moest gebeu ren en dan nog op een uur, dat er geen hulp »n de nabijgeid was te krijgen. Te probeeren hem naar huis te dragen, zou een onbegon nen werk zijn, want hij wist den weg daar heen niet en toch zou dit wel het eenige zijn wat hij doen kon. Reeds wilde hij het lichaam oprichten, toen hij uit een geopend benedenraam van een der dichtbij gelegen huizen een man zag, die in nachtgewaad naar buiten en in zijn richting keek. Bliksemsnel rende de ingenieur naai' dat venster toe en riep tegen den man: „Wie u dek ®oog* zno, maohêej, teip Professor Berner is een ongeval overkomen en het zal me niet goed mogelijk zijn hem alleen naar zijn woning te brengen, te minder omdat ik in Schneiditz onbekend ben en dus den weg niet weet." „Wacht u even, ik kom dadelijk", klonk het onmiddellijk. Een paar minuten later werd de huisdeur dichtgetrokken en een dikke heer stond buiten. Het viel Walter op, dat deze dezelfde man scheen te zijn, die kort te voren achter den professor en hem had geloopen, toen naar de overzijde der straat was gegaan en hen snel voorbij liep. Maar wat kon hem dit thans eigenlijk schelen. „Ik lag al te bed toen ik kort achtereen tweemaal een schreeuw hoorde, maar toen ik daarop naar het raam liep, kon ik niets be speuren", begon de dikkert haastig en ver volgde in hetzelfde tempo: „Ik ken den pro fessor, hij woont niet ver van hier en met een beetje goeden wil kunnen we misschien sa men hem wel naar zijn woning overbrengen. Maar wat is er eigenlijk met hem gebeurd?" Voordat Walter deze vraag kon beantwoor den, kwamen er twee nachtwakers aan, die nieuwsgierig toekeken. Met een paar woor den vertelde hij hun snel wat er was gebeurd, hierdoor tevens de vraag van den dikken heer beantwoordend. Van de verschijning, die den professor had doen schrikken, repte hij echter met geen enkel woord. Dadelijk boden de nachtwakers ZKh aan om den pro fessor naar huis te dragen. Zoo voorzichtig mogelijk lichtten zij hem oj» eo srefdeo zich langzaam ia llPVr©£tngj aan weerszijden liepen de beide heeren. Me delijdend zeide de dikkert, dat mevrouw Ber ner en haar dochter zich hoogstwaarschijn lijk hevig zouden opwinden, wat hij zeer zou betreuren. „Ik ken de familie goed", richtte hij zich tot Walter, „mag ik mij eens aan u voorstellen? Ik heet von Weiden." Dien naam heb ik vandaag meer gehoord dacht de ander vluchtig en noemde, om de beleefdheid te reciproceeren, mechanisch ook zijn naam. Toen spande hij zich in te overwe gen op welke wijze men zoo voorzichtig mo gelijk de beide dames kon voorbereiden op het gebeurde, maar alvorens tot een resultaat te komen, was het einddoel van den tocht bereikt. In het sousterrein brandde nog licht en in het voortuintje zag men een man staan. Het was Maurer, die zijn meester opwachtte; dat deed hij dikwijls als de professor 's avonds nog uitging. Met een snellen pas kwam hij naar het tuinhek, waar het transport juist aankwam en waar hij spoedig op de hoogte van het voorval was gebracht. „Groote God", steunde hij, „ik heb er altijd wel een voorgevoel van gehad, dat den pro fessor eens een ongeval onderweg zou over komen; zijn hart plaagde hem te erg." On derwijl opende hij de voordeur en zei zacht jes, dat de dames reeds sliepen, maar indien men voorzichtig liep, zou het misschien wel gelukken den proiessor in zijn kamer te bren gen, zonder dat zij het bemerkten. Zoo noodig Zou men hen later nog kunnen wekken. Totaal 489.667.— De exploitatierekening levert een jaar lijksch verlies op van rond 60.000. Bij staking der exploitatie SchagenWog num vervalt tevens de bestaande exploitatie overeenkomst voor Schagenv. Ewiicksluis. welke tramweg eveneens een jaarlijksch tekort op de exploitatierekening van rond 60.000 aanwijst. Bij voortzetting van de exploitatie van SchagenWognum zal een jaarlijksch verlies van 120.000.moeten worden ge dekt. En al mocht de N'.V. Spoorweg Wieringen Schagen bereid zijn, zelve in het verlies van 60.000.op haren tramweg te voorzien, dan nog zou de andere 60.000.nfoeten worden gevonden. Het renteloos voorschot van de streek ad 123.000. zou daartoe reeds in even twee jaren verbruikt zijn. Deze termijn zou, indien het Rijk en de Provincie mede hun rentelooze voorschotten voor dit doel beschikbaar stelden, met een zestal jaren kunnen worden verlengd, maar een afdoende regeling zou ook dan niet worden verkregen Zekerheid voor tenminste 25 achtereenvo'- gende jaren zou dezerzijds niet kunnen wor den gegeven. In die omstandigheden is het aan gereeden twijfel onderhevig of het van de erschillende belanghebbenden te vragen offer ivan terugbetaling van verbru:'<te voorschot ten kan natuurlijk geen sprake zijn) voldoende gewettigd zou zijn. Het beginsel van medezeggenschap bijv wat betreft het wijzigen van de dienstrege ling, wordt door de Spoorwegdirectie niet aanvaard. Tenzij alsnog tijdig een regeling tot stand zou komen, zou de exploitatie in ieder geval 1 Februari worden stopgezet. Afstand doen van de rentelooze voorschotten kan dus blij kens de Spoorweg-Maatschappij geen oplosr sing brengen. De Commissie is thans van oordeel, dat liermede het laatste woord gesproken is. Aan de vergadering der belanghebbenden is thans de beslissing over de voorschotten, destijds verleend, dcch de Commissie meent, gezien het weinige dat daarmede te bereiken is, niet tot afstanddoening daarvan te mogen advi seeren. Een voortzetting van bijv. 6 jaren, geeft geen aanleiding voor de veronderstelling, dat de toestand dan gunstiger zal zijn, in tegendeel, het snelverkeer van personen en goederen neemt toe en waar dit nu reeds de oorzaak is. dat van de tram weinig of geen ge bruik wordt gemaakt, dan, oo enkele uitzon deringen na, uit verlegenheid, daar zal dit over zes jaren zeker nog erger zijn te ver wachten. De heer P ij p e r, dijkgraaf van de Vier Noorder Koggen, gevoelde zich de tolk van de belanghebbenden, wanneer hij de Commis sie een woord van hulde bracht voor de keu rigs samenstelling van het rapport, waaruit wel bleek, dat de bemoeiingen van de Com missie veelzijdig zijn geweest. Z.i. was het rapport zóó logisch, dat het zelfs een leek een duidelijk overzicht gaf. (Applaus). Spr. verklaarde, dat hij na lezing de con clusie van de Commissie tot de zijne maakte, zoodat hij met het rapport accoord ging. De heer G. N o b e I, Lutjewinkel, zeide, dat het bestuur van de banne Winkel van meening is, dat het behoud van de tram voor deze streek van groot belang is, waarom dit bestuur gistermiddag besloot, aan de verga dering van stemgerechtigde ingelanden voor te leggen een voorstel om afstand te doen van de voorschotten, die destijds door de banne Winkel ziin gegeven tot stichting van deze tram en dat voor den duur van de verdere voortzetting zal worden beslist in overleg met de Ned. Spoorwegen en de Commissie, waar toe nog de gelegenheid wordt geopend. Namens de Kamer van Koophandel wees spr. er op, dat dit lichaam den laatsten tijd geijverd heeft voor het behoud van de tram In de eerste plaats was verzocht om de tram alleen voor het goederenvervoer te behouden, doch daarop kon men niet ingaan, omdat dit geen voldoende bezuiniging bracht. Daarop is getracht, in het schenken van de rentelooze voorschotten aan de Ned. Spoorwegen een basis voor het voortbestaan van de tram te krijgen. Als gemachtigde van de Kamer heeft spr. overleg gepleegd met den voorzitter van de Commissie en de Ned. Spoorw. Hij zal daar over niet uitweiden, maar het is hem bekend, dat de Ned. Spoorw. nog gelegenheid geven om de onderhandelingen te heropenen en als nog met spoed deze zaak te regelen. De K. v. K. is van oordeel, dat het tijdstip van opheffing ontijdig is en acht het onge- wenscht, dat kort in de nabijheid van de droog te maken Wieringermeer een spoorbaan wordt afgebroken. De Kamer meent ook, dat in den geest van de menschen, die destijds de voorschotten ver leenden, gehandeld wordt, wanneer men dit geld gaat offeren om het voortbestaan van de tram te verzekeren. Voor de streek is het on getwijfeld een achteruitgang, wanneer de tram wordt opgeheven en spr. hoopt dan ook, dat degenen, die de voorschotten verleende, bereid zullen worden gevonden die te schen- dat degenen, die de voorschotten verleenden, komt 'n dergelijk verkeersmiddel in de streek niet meer en spr. meent dan ook, dat men zijn uiterste best moet doen om dit te voor komen. Devoorzitter bracht den heer Pijper dank voor zijn woord van hulde. Hij wees erop, dat ook het comité zich op het standpunt heeft geplaatst, dat in het schenken van de rentelooze voorschotten een basis voor het voortbestaan kon worden gevonden. Het comité meende, dat daar tegenover moet staan een exploitatiegarantie van 25 jaar. Tot de grootst belanghebbende in deze streek richtte spr. de vraag of deze misschien bereid was, voor een korter aantal jaren de rentelooze voorschotten prijs te geven. Doch deze, de voorzitter van de Vier Noor- der Koggen, meende, de meening van het geheele college weer te geven, wanneer hij zei de, dat voor het prijsgeven van de rentelooze voorschotten zeker als eisch zou worden ge steld een nieuwe exploitatieduur van 25 jaar De Vier Noorder Koggen verleenden 50.000 renteloos voorschot. Door de ge heele streek werd een bedrag van 123.000 renteloos verleend, zoodat de meening van de Noorder Koggen gewicht in de schaal legt, waarocn spr. het dan ook oorbaar vond om dat college vooraf te polsen, al weet spr., dat men nog niet beschikt over een besluit, wan neer men de toestemming van een dagelijksch pestuur heeft. Ieder bannebestuur en elk gemeentebestuur, dat geen besluit nam, moet zich nog beraden met zijn vergadering. Toch meende het comité deze openbare vergadering te moeten houden om de meening te vernemen van de verschil lende afgevaardigden. Persoonlijk staat spr. op hetzelfde stand punt als dat van de K. van K. De Spoorweg maatschappij eischt van belanghebbenden echter dekking van het jaarlijksch tekort van 60.000 en spr. meent, dat dit niet bij de be langhebbenden is te bereiken. Wanneer de ver schillende colleges daarvoor echter voorstel len aan hun vergaderingen willen doen, dan is allicht de commissie bereid zich alsnog tot de Spoorwegmaatschappij te wenden, alhoe wel het laatste schrijven positief is en het zeer de vraag is, of het behoud van de tram het groote offer, dat dan moet worden gebracht, waard is en dit te meer, waar ook de Ned. Spoorw. een dergelijk offer niet gewettigd achten. De heer C. Nobel zeide, dat de directeur van de Ned. Spoorw., de heer van Maanen, hem in een conferentie nog verzekerde, dat de Ned. Spoorw. bereid zijn, een deel van het exploitatie-tekort voor haar rekening te ne men. Of dit tien, vijftien of achttien duizend zou zijn, kon niet gezegd worden, maar zoo precies ziet men daar niet op. De voorzitter zeide, dat de Commis sie getracht heeft, het bedrag, dat belang hebbenden zouden moeten offeren, zoo klein mogelijk te maken. De Maatschappij deed de mededeeling, dat ze allicht wel 20.000 van de 60.0ÖÖ voor haar rekening zou willen nemen. In het laatste schrijven rept de Maat schappij daarvan niet, maar stelt zij zich op het standpunt, dat belanghebbenden jaar- iiiks 60.000 moeten opbrengen. Het komt spr. dan ook vreemd voor, dat de Maatschappij aan anderen meer toezegt dan aan de Commissie. De heer P ij p e r merkte op, dat hij als dijkgraaf onder voorbehoud zijn meening te kennen had gegeven. Gezien het totaal-be drag van de rentelooze voorschotten en het feit, dat jaarlijks 60.000 tekort gedekt moet worden, leert een rekensommetje, dat men over 7 jaar weer voor hetzelfde feit staat. Als een voordeel voor een betere exploita tie wees de heer Nobel op de droogmaking van de Wieringer Meer, maar daar tegenover staat de verbetering van het wegennet, die zeker afbreuk zal doen aan den goeden gang van zaken voor de tram. Spr. verwacht dan ook niet. dat over 7 jaar de cijfers zooveel beter zullen zijn. Hij oordeelde het dan ook niet moeilijk, een beslissing te nemen, aange zien die zeer duidelijk en goed afgebakend is aangegeven. De heer Hoogwoud, kon zich voorstel len. dat de Commissie een beetje moedeloos is geworden. Ook spr. vindt een som van 60.000 per jaar verschrikkelijk. Hij wijst ophetgeen in Zuid-Holland geschiedde en meent, dat, wanneer er medewerking was, het goederenvervoer behouden kon blijven en dat men door het invoeren van een motor- treintje het passagiersvervoer kon opvoeren. Hij laakte het, dat de Posterijen voor het terwijl Maurer met de beide nachtwakers in huis verdween. Spoedig kwamen deze terug en een hunner ging dokter Murtag, die schuin tegenover de Berner's woonde, halen Na van Walter ieder een goede fooi te heb ben gekregen gingen zij, dankbaar glimla chend, heen. Zeer spoedig kwam de dokter, die slechts kort bij den patiënt bleef. „De professor is weer bij kennis", wendde hij zich tot von Weiden, „hij had een ernsti- gen aanval van onmacht. Voorloopig kan ik niets voor hem doen; hij is echter bij Maurer in goede handen, maar nu moet u mij toch eens vertellen, hoe de zaak zich heeft toege dragen, want uit het verwarde verhaal van den huisknecht kan ik niet wijs worden." Langzaam gingen de drie heeren door de Alleestrasse in de richting van het Schilde rijenmuseum. „Veroorloof mij. dokter, dat ik uw vraag beantwoord", zei Walter en na zich te hebben voorgesteld, vertelde hij dat de professor plotseling met een schreeuw ter aarde was gevallen Ook nu zweeg hij echter over de verschijning, want als hij hierover mededee- lingen had gedaan, zou men er over hebben gelachen en hem voor een dwaas hebben ge houden: bovendien kon het de opsporing van den aanstichter van het ongeval bemoeilijken, want dien op te sporen was hij vast van plan. „Had w misschien met den professor een woordenwisseling, die hem opwond?" vroeg de dokter. „Hm, hm", bromde Murtag met een wan- trouwenden, zijdelingschen blik „hebt u niet gezegd dat u eerst vandaag hier zijt aange komen?" „Zeker". Alweer dat „hm, hm" en weer met zoo'n blik als zooeven. „Ik ben al lang de dokter van den professor en weet dat hij slechts hoogst zelden nog zóó laat uitgaat. Dat hij u, een vreemde, nog naar het hotel vergezelt enzoovoorthij liet den zin onvoltooid. „Ik verzoek u dokter, uw zin ten einde te brengen", stoof Walter op. „Ik bedoel, dat dit niet strookt met de ge woonte van den professor", sprak de dokter ernstig. „Behalve na avondvisites of na zijn Donderdagsche clubavondjes, zag men hem nooit zoo laat op straat. Ik waarschuwde hem persoonlijk daarvoor, omdat ik wist dat hem met zijn toch al zoo gevoelige hart zoo'n ongeval als vanavond wel eens zou kunnen overkomen en hij dan misschien hul peloos zou zijn." Walter verbeet zijn ergernis, hoewel hij in stilte moest toegeven, dat het wantrouwen van den arts niet geheel ongemotiveerd was en daarom zei hij slechts: „Ik was voor den professor geen vreemde en om dit nader te verklaren deel ik u als kleine aanduiding me de, dat ik hoop binnen korten tijd een lid \an zijn gezin te worden." „O zoo!" de dokter floot door de tanden. „Mooi Elsje dus?" Walter glimlachte en antwoordde met ef9 gelukkig gezicht „ja",

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5