Italiano en elks aandeel in de schadevergoeding a3„ Koomen te bepalen op 10. 8 a**/ GELUIDSION AAL NAGELATEN EN GEEN RICHTING AANGEGEVEN De heer Corn. W., chauffeur, indienst van den benzinehandel „Shell" bevond zich m-t zijn tankwagentje te Uitgeest ten einde een Shellpomp, staande aan den Middelweg, 0p nieuw te vullen Het bleek echter voor' dit doel noodig met zijn auto een anderen stand in te nemen, waarop hij eensklaps van links naar rechts overstak, doch verzuimde sig. naai aan te geven en de richting aan te dui den. Gevolg was dat een aankomende lux» wagen, bestuurd door den heer Joh. Rijken chauffeur te Beverwijk, daarop niet verdacht' een plotselinge zwenking moest rijden en' toen in aanrijding kwam met een voor den slagerswinkel van den heer Sweeris staand- transportfiets, waarop een groote slager*" mand met 't schadelijke resultaat dat door d* rijwiel een ruit van den auto werd vernield De heer W., thans terecht staande, gaf wel een meer ter zijner voordeele pleitende lezing en opheldering van het incovenient, doch kon het feit in hoofdzaak niet ontkennen. Het gek ste was evenwel, dat de slager Sweeris, die volgens het uitvoerig proces-verbaal van den rijksveldwachter een omstandige verklaring met vele bijzonderheden had gegeven, thans beweerde, van het geval zoo ongeveer niets te hebben gezien. Deze krasse contradictie gaf den kantonrechter aanleiding de zaak aan te houden en over 14 dagen weer ter tafel te brengen. Gehoord zal dan worden de verbali sant en zal verdachte nog een getuige a décharge medebrengen. JACHT OP PATHOGEEN EN MICRO ORGANISMEN. De invasie, door den Keuringsdienst te Alkmaar, onlangs te Heiloo bij de melkvee houders gehouden, had ook tot oorzaak, dat bij den heer P. L. V. aldaar een geval van deze onsmakelijke aandoening werd geconsta teerd bij het stamboekrund „Wiebe", zoodat heden de eigenaar te dier zake terecht stond De heer V., 'n 52-jarige veehouder, maakte zijn stellige verzekeringen, dat hij absoluut onkundig was van het ziektegeval en hij nog nimmer voor dergelijke overtreding was ge straft. Dit werd geredelijk aangenomen, zoo- als tot uiting kwam in de opgelegde straf, 25 boete of 25 dagen. DE PROVINCIALE WERK MOTOR WERKT NIET AL TE VLUG. De heer Adolf van Sch., autobus-onder nemer te Bergen, had reeds in Augustus 1929 ter provinciale griffie te Haarlem het verzoek gericht om ontheffing van de hinderlijke be paling, dat hij den Bergerweg niet mocht be rijden met een autobus, breeder dan 2 M. 10 Intusschen werd het voortzetten van den dienst oogluikend toegelaten, doch toen einde Januari de gevraagde ontheffing, die zonder ïwijfel zou worden verleend, nog niet was af gekomen, ging de heer v. Sch. persoonlijk naar Haarlem met verzoek om bespoediging, daar anders een strafvervolging dreigde. Het zonderlinge antwoord was, dat men zich daar niet haastte. De ontheffing lag gereed ter ver zending en zou reclamant binnen eenige da gen wel bereiken. Zijn verzoek het strafwetbe- veiligende document nu mede te mogen nemen, werd hautain van de hand gewezen. Inmiddels had echter een bekeuring plaats gehad en stond de heer Sch. thans terecht, doch hij kon thans de reddende papieren toonen en mocht zonder straf ziins weegs gaan. GEEN RECLAME VOOR HET BUITENLAND. Het is zonder twijfel niet in het nadeel van de zuivelconsumenten en de hooggeroemde Hollandsche zindelijkheid, dat de heer C. de W., eertijds veehouder te Heiloo, het land bouwbedrijf vaarwel heeft gezegd en zich als ambteloos burger te Egmond-Binnen heeft teruggetrokken. Want de zindelijkheid in zijn bedrijf was niet zonder bedenking. Reeds eenigen tijd geleden werd hij veroordeeld wegens de aanwezigheid van een stankver- spreidende mesthoop op zijn erf, te midden it de bebouwde kom, thans moest hij „zum ab- schied" nog eens voor den kantonrechter ver schijnen, omdat de Keuringsdienst in de door hem ter consumptie voorradige melk na filtratie een niet onbelangrijke hoeveelheid vuil in casu koemestdeelen Voorts was de walgelijke reuk en de vuilheid van zijn stal van dien aard, dat Dr. Mol, ten orooi aan een accute aandoening, die veel ge lijkenis vertoonde met zeeziekte-verschijnse len, gedwongen was bij het onderzoek het veld te ruimen en zijn heil te zoeken in de meer frissche buitenlucht. Niemand deed dan Vrijdag eenige moeite den heer de W. terug te brengen op zijn geno men besluit, doch bij het opleggen der straf hield de kantonrechter rekening met de uit schakeling van verdachte uit de practische veehouderij en veroordeelde hem mits dien tot 25 boete of 25 dagen. MAAR STEEDS DOOR HET NOODLOT VERVOLGD. De 21-jarige heer Mijndert F. te Alk maar, in dienst van den garage-houder Kom mer te Heiloo heeft het als bestuurder niet al te gunstig met zich zelf getroffen. Hij is blijkbaar nog al een pechvogel en stond nu zelfs twee maal achtereen terecht. Ten eerste omdat op 22 Jan. te Alkmaar geconstateerd werd, dat de verlichting van zijn wagen niet in orde was. Slechts 1 koplamp brandde en van het achterlicht ontbrak het roode glaasje- Bovendien bracht de controle naar voren, dat hij niet kon toonen een geldig rijbewijs, dat onvindbaar bleek. Gelukkig kon hij heden het tamelijk beduimelde document triomfante lijk toonen. Het was duidelijk, dat hier meer ongeluk dan moedwil in het spel was, doch de rampspoedige comparant had toch alles bij een genomen nog 10 boete of 10 dagen aan zijn lederen pantalon. DAT LIEP OOK NIET MEE. De 18-jarige heer L. A. v. d. L., chauffeur te Haarlem, spoedde zich in den avond van 15 December per motor langs den RijkstrM weg huiswaarts, toen te Limmen zijn carbiu- lantaarn den geest gaf, wat al spoedig doo een bevoegd belangstellende tot zijn scha werd opgemerkt. De straf bedroeg in dit mee ernstige geval niet minder dan 12 boete o 12 dagen Mondelinge Uitspraak 1 Jan. 1930. P- G. Hz., A. G. Hz., L. K. Lz. te Egmond aan Zee, overtreding Jachtwet, ieder J boete of 30 dagen hechtenis. 0 C. V. te Uitgeest, overtreding IJkwet, J 6 boete of 2 x 6 dagen hechtenis. A. K., reed op 13 Nov. onder Heiloo op den Rijksstraatweg en had bij het voorbijrijden van een aangespannen voertuig, de onhandig heid den kettenwagen van den groentenhande- laar J. Stuifbergen, die van de andere zijde naderde, doch niet tijdig door K. was opge merkt, aan te rijden, waardoor een kleine schade aan den wagen ontstond. Gelukkig had de hr. Stuifbe,gen zijn beenen, die hij an ders bevallig langs de zijde van den wagen liet bengelen, opgetrokken, anders waren zijn extremiteiten, zooals de heer S. het duidelijk en krachtig omschreef, aan „pap" geweest. De heer K. stopte na de aanrijding slechts een moment en reed toen zonder verder notitie van het geval te nemen, onverwijld door Doch zijn autonummer werd door verschillen de belangstellenden, die deze onverschiligheid niet sportief noemden, genoteerd en nu stond de heer K. dan ook terecht. Hij gaf aan( zijn schuld werkelijk verzachtende beschou wingen zijnerzijds en beroemde er zich op, in 't bezit te zijn van wel 4 rijbewijzen w.o. zelfs een internationaal. Ook beweerde hij in militairen dienst een zeer gezochte chauffeur te zijn, die de eer genoot zijn hooggeplaatste superieuren meermalen te mogen vervoeren. De kantonrechter liet zich echter door die onderscheidingen niet intimideeren en gaf tamelijk grimmig te kennen, dat verdachte werd aangeraden voorzichtig te zijn, daar spreker niet zou aarzelen, bij herhaling al die eervolle rij-vergunningen onverbiddelijk in te trekken. De ambtenaar toonde zich evenmin een be wonderaar van het optreden van verdachte en vorderde niet minder dan 70 boete of 70 da gen hechtenis, benevens toewijzing der civiele vordering ad 5 aan Stuifbergen. De verd. werd daarop veroordeeld tot §0 boete of 50 dagen hechtenis en 5 schadevergoeding. 'N ONZINDELIJKE EN ONWILLIGE MELKVEEHOUDER. Toen in den avond van 5 Dec. de heer P H. Beets, adj. keurmeester bij den Alkm. Keuringsdienst voor Waren, zich in den sta! van den veehouder C. A. R. te Heiloo begaf, trof het hem, dat het daarin aanwezige vee in zeer vuilen toestand verkeerde en een koe, door een knechtje gemolken, een door faeca- lien verontreinigden uier vertoonde. De heer Beets gaf zeer terecht order om het dier voor af te reinigen, doch hoewel de inmiddels aan gekomen patroon zeer hoog opgaf van zijn hygiënische opvattingen, bleek hij volkomen onbereid de aanwijzingen van den keurmees ter op te volgen en begon hij zelfs onhebbe lijk te worden, zoodat de keurmeester meende niet langer te moeten wachten met het opma ken van proces-verbaal. De heer R., moest thans terecht staan om dat in de door hem geleverde melk waren aangetroffen Pathogene microben, veroor zaakt door streptococcus mosticis, de welbe kende uiterontsteking. Daar verdachte mo menteel zelf in een ziekenhuis wordt ver pleegd, kon hij niet ter terechtzitting aanwe zig zijn. De kantonrechter informeerde bij getuige Beets of hem ook bekend was, dat in het vee voeder werd aangetroffen de zoo gevreesde Unjer, die verschillende veeziekten veroor zaakt en het vee in vuilen toestand brengt. Getuige was de schadelijke werking van Unjer alsnog onbekend, waarop de kanton rechter hem adviseerde, zich daarvan op de hoogte te stellen. De afwezige veehouder werd daarop veroordeeld tot 30 boete of 30 dagen. De eisch van het O. M. bedroeg niet minder dan 50 boete of 50 dagen. DES WERKGEVERSLEVEN IS HEDEN GEEN PRETJE. De heer J. ten E., ondernemer van een fijne wasch- en strijkerij te Bergen is geen uitver koren lieveling der arbeidswet en een bekla genswaardig slachtoffer van de ontembare werklust ten dag en ten nacht van zijn as sistente in de strijk- en huishoudelijke inrich ting, mej. Annie v. d. Heuvel, welke ijvervol le jonge dame de loffelijke maar lastige ge woonte heeft, tegen den zin en wil des pa troons, op verboden tijden zich op den ar beid te werpen, waarop de verantwoordelij ke heer ten E. het gelag moet betalen door wegens arbeidswetovertreding te worden ver oordeeld. Ook heden was zulks weer het ge val. De goede heer ten E. klaagde steen en been en had daarbij nog de vernedering te verduren, dat hij door den sceptischen amb tenaar niet werd geloofd en deze niet min der dan 25 boete of 25 dagen requireerde Gelukkig is echter de kantonrechter te dien aanzien wat milder gestemd en bracht deze de straf op 10 boete of 10 dagen. VAGEBONDEERENDE ROSSINANTEN OP AARDBEIEN EN BOLLENLAND Twee ingezetenen uit Heiloo, de meest uit cenloopende beroepen vertegenwoordigende, verschenen als gedaagden voor den kanton rechter wegens een gelijkluidende overtre ding, namelijk dat door hun gebrek aan toe zicht een ieder hunner toebehoorend paarc, tot schade der gewassen, met het nobele doel zich eens recht heerlijk te goed te doen, een bezoek had gebracht aan het bloembol len- en aai dbeienland van den heer Koomen. De eerste paardenhouder was dan de hen- G. J. J. v. d. P. en presenteerde zich als blceker, zijn collega-verdachte, Aris S scheen niet overstelpt van vakliefde en gaf op te zijn „helaas" een landbouwer. De hvr v. d. P., de bleeker, gaf ruim 1 kolom ex plicatie om de aanwezigheid van zijn paaid op het bolelnland en de daaruit voortvloeien de verwikkelingen te verklaren, maar de kan tonrechter toonde zich lang niet gesticin over de slechte behandeling, die deze heeren hun dieren lieten ondergaan, daar het zeW niet kon worden goedgepraat, dat deze die ren op 15 December, dus midden in den win ter niet behoorlijk waren gestald en zoo slecht gevoed, dat zij hun voedsel moesten winnen ten koste van een landbouwer De bleeker deed daarop uitkomen, dat zijn paard er heel voordeelig uitzag, doch een andere getuige de werkman Jb. Bakker, die de gras duinende paarden had opgevangen, decre teerde, dat het haar van de dieren rechtop stond van magerheid en dat het gewoonweg een schandaal was. De toegebrachte schade werd door den heer Koomen besomd op 50 doch het scheen ondoenlijk reeds nu het juïs te cijfer vast te stellen. De kantonrechter, on der ernstige waarschuwing aan verdachten, beter zorg te dragen voor hun dieren (ma joor Steen zal daar eens speciaal op letten) loste de kwestie op door ieder der verdachten te veroordeelen tot 10 boete of 10 dagen het hoestartikel met den heerlijken smaak, behoedt U zelfs bij het vochtigste, ongezondste weer voor de nadeelige gevolgen van ge vatte kou. Let er op, dat op de verpakking dm- deliik voorkomt het woord Italiano. ONQE* M6QISCH6 COMTRÓLE. I£,.^ NE MA's PEPPERMINT AND CON^FECT^ONER^^fORKS-SNE^K^^^ Voor engros bij: Fa. J. F. v.Lieshout en Fa. G. Kuyper, Alkmaar werden gesloten ten dienste van het treinverkeer. De toelichting van den ver dachte gaf echter aan het gebeurde een geheel ander aanzien. Het schijnt daar namelijk usance, dat bij de onmiddellijk nadering van een voertuig de reeds da lende boomen alsnog worden opgehou den cm dit motor of aangespannen voertuig te laten doorgaan. De vracht rijder was in dit geval ook reeds de eer ste boom gepasseerd en rekende er op, dat men ook de andere niet geheel zou neerlaten, doch die berekening kwam fa- likant uit, want de vrachtrijder kreeg den boom op zijn vrachtauto-imperiaal, bekwam 16 materieele schade en bo vendien neg een procesverbaal. De Kantonrechter, die zijn oogen niet in den zak heeft zitten, had ook al opge merkt, dat de verkeersteekenen bij dien overweg niet door duidelijkheid uit muntten en betreurde het dat de waar schuwende bel, vroeger gebruikt, was weggenomen. Een en ander was niet bevorderlijk voor de veMUheid en vlug heid van het verkeer daar ter plaatse, besloten werd dan ook de zaak aan te houden tot volgende week, teneinde den seinhuiswachter Witvliet als getuige te hooren. HIJ KENDE HET KLAPPEN VAN DE ZWEEP. Een ingezetene van Heemskerk, de heer Leonardus Sch., voormalig particulier jacht opziener en thans caféhouder aldaar, had zich te verantwoorden wegens het hem op 25 Nov. in de gem. Uitgeest tenlaste gelegde Jachtwetdelict, dat hij zich buiten de open bare wegen en voetpaden in het veld had be vonden met een z.g. lange hond, dat is, zoo als de kantonrechter plechtig voorlas, een hond, wiens lichaamsbouw hem geschikt maakt een haas zelfstandig te achterhalen en te vangen. De ex-jachtopziener ontkende, het geïncrineerde feit echter pertinent. Hij heeft een jachtacte en een permissie op zegel om daar te mogen jagen, voorts is hij niet in het bezit van een langen hond en was hij al leen ter plaatse geweest om het jachtveld op hoop van eventueelen buit te inspecteeren. De kantonrechter echter, insinueerende dat de heer S. op jachtgebied nu niet bekend staat als een heel brave, nam geen genoegen met de ontkentenis en bepaalde de voortzetting dezer zaak op Vrijdag 14 Februari ten einde de ver balisanten, twee marechaussees, als getuigen te hooren. NOG TWEE LIEFHEBBERS VAN EEN SAPPIG HAZEBOUTJE. Een tweetal fabrieksarbeiders uit Heems kerk, de gebroeders Ant. en Jan K„ hadden ter zelfder tijd, plaats en gelegenheid te Uit geest, zich bevonden in het jachtveld, even eens voorzien van lange honden^ doch niet in het bezit van een jachtacte. Deze heeren, per soonlijk aangewezen, gaven te kennen dat van 't geheele door de marechaussees opgemaakte proces-verbaal niets waar was. Tegen de verbalisanten hadden zij geheel vrijwillig vol gens de voorschriften der wet, een volledige erkentenis afgeegd, waarop zij nu terug kwa men, bewerende tot de bekentenis te zijn ge prest onder de bedreiging, dat zij anders van hun werk zouden worden meegenomen ten einde nader te worden verhoord. Om die on aangenaamheden te voorkomen, hadden zij het feit maar toegegeven. De kantonrechter was blijkbaar twijfelzuchtig gestemd en hield ook deze zaak aan tot 7 Febr. ten einde de verbalisanten met de heeren K. te confron- teeren. Met eenigszins verdachte vriendelijk heid gaf hij hun in overweging, hun lange hond dan ook maar eens mede te brengen, waarop een der gebroeders lachend terugriep: Dan moet je maar 'n hond hebben TE VEEL VAN HET VELDWACHTER- LIJK GEDULD GEVERGD. De heer Pieter H., handelsreiziger te Enk huizen, bevond zich 28 Nov. op zijn zakenreis met zijn auto te Graft en liet, ruim een uur lang vertoevende bij 'n goeden cliënt, zijn wa gen dien tijd onbeheerd op een voor het ver keer zeer lastig punt achter, wat een surveil- leerend rijksveldwachter ongewenscht voor kwam, zoodat een proces-verbaal, en veroor deeling tot 4 boete of 4 dagen hechtenis, het gevolg van deze vrijmoedigheid was. OOK DE STORM BRACHT STRAF VERVOLGINGEN. De groen ten venter A. M. v. d. W., die te Alkmaar woont, doch zijn gewone klan ten voornamelijk te Uitgeest en omstreken heeft zitten, bevond zich in den avond met zijn kettenwagen op de thuisreis. Het stormde ge weldig en het was hem meermalen niet moge lijk de voorgeschreven lantaarn brandende te houden. Juist toen de stormwind zijn ondeu gend spelletje weer had uitgevoerd, werd dit opgemerkt door twee marechaussees, die er daar blijkbaar ook den wind terdege onder hebben en kon een proces-verbaal natuurlijk niet uitblijven. Rekening werd echter gehou den met de omstandigheden en het slachtoffer van den i den Decemberstorm veroordeeld tot 2.50 boete of 2 cagen hechtenis. EEN CHAUFFEUR MET 4 RIJBEWIJZEN DIE NOG FOUTEN MAAKTE. Een automobilist uit Wieringen, de heer J. VOOR DEN KANTONRECHTER. Zitting van Vrijdag 31 Januari. DAT WORDT WEL EEN HOOGER- BEROEPSZAAK. Heden had als aanvangsnummer de herhaalde voortzetting plaats van de aanrijdingszaak bij Baanpad en Uiten- boschstraat, waarvan de heer Pieter B., melkrijder te Alkmaar, veroordeeld bij verstek tot '25 boete of 25 dagen en 35 schadevergoeding aan den aangereden motorrijder, in verzet was gekomen. De heer N. S. Korver, monteur te Vel- sen, bovengenoemde motorrijder, werd thans niet meer als getuige gehoord, wel zijn verloofde, mej. Alie de Veth, die blijken gaf niet aan verlegenheid te souf- freeren, alsmede de 67-jarige heer Vol ger. emiritus-werkman der gemeente, welke verklaringen, niet bepaald in het voordeel van den opposant tegen het vonnis, den Kantonrechter aanleiding gaven het gewezen vonnis te bekrachti gen. VERBLIJDEND RESULTAAT VERKREGEN. De heer R. H., timmerman te Alkmaar, de vorige week terecht staande terzake een hem ten laste gelegde overtreding der arbeidswet, omdat zijn eigen zoon na geoorloofden arbeidstijd in de werk plaats arbeidende was aangetroffen, had geen reden zich over het verdere verloop der zaak te beklagen, daar hij, na ver hoor der verbalisant Staats, die nog een loftuiging mocht ontvangen wegens cor recte plichtsvervulling en twee andere getuigen, werd vrijgesproken. MEERDERE OPHELDERING HOOGST GEWENSCHT. De heer Corn. Z., vrachtrijder van Alkmaar op Bergen, compareerde als verdachte in een oogenscliijnlijk tame lijk ernstig feit. Hij zou namelijk met zijn vrachtauto bij den bekenden over weg nabij de Wognumsclie buurt 4 en Fa- brieksweg te Alkmaar, hebben 'doorge reden op het moment dat de bongeis

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6