CooranL m Radio-hoekje Brievan nit de hoofdstad Honderd twee en dertigste Jaargang. Zaterdag 15 Februari U SM WEU PUZZLEN «v DE ALKMAARSCHE STOOM WASCH EN STOOKINRICHTING Schaakrubriek ai lÉil Ho. 39 193°- Zondag 16 Februari. Hilversum, 1875 M. 8.15—8.45 A. V. R. O. Lezing over het bovenzinnelijke in mensch en wereld. Het onsterielijkheidsgeloof door alle tijden. Spreker: K. H. Noest Jr. 9.— V. A. R- A. Orgelspel. 9.30 V. A. R. A- Le zing. 9.45 V. A. R. A. Declamatie. 10.15 V. jJr. A. Concert. Orkest en declamatie. 12.01 12-45 A. V. R. O. Lezingreeks over muzi kale meesterwerken door Casper Höweler 12.45—2.— Concert door het A. V. R. O.- Octet. Solo-viool: Boris Lensky. 2.2.30 A. V. R- O -Boekenhalfuurtje. Geerten Gossaert over Dr. P. C. Boutens. 2.30 Aansl. van het Concertgebouw te Amsterdam. Het Concert gebouw Orkest onder leiding van Hermann Abendroth. Na afloop: Gramofoonmuziek. In de rustpoos: Sportuitslagen. 5.— V. A. R. A. Wekelijksch nieuws. 5.15 V. A. R. A. Kinder- «urtje. 6.V. P. R. O. Voor de rijpere jeugd 6.30 Kerkuitz. V. P. R. O. Vanuit de Ned. Herv. Kerk te Zaandam. 8.— A. V. R. O. Tijdsein, pers- en sportnieuws. 8.15 Concert door het Omroeporkest. Miss Marie Dare, cello. August Leopolder en Otto Graef, piano-duettisten). 9.3010.— Declamatie door Kommer Kleyn. „Beatrys" van P. C. Boutens. Met de muziek van Alex. Voormo len. Aan den vleugelEgbert Veen. 10. Vervolg concert. 11.Gramofoonmuziek. IJ2.— Sluiting. Huizen, 1071 Al. 8.30—9.30 K. R. O. Worgen wijding. 9.50 N. C. R V. Kerkdienst vanuit de Geref. Kerk te Zwijndrecht. 12 30 —1.30 K. R. O. Concert door het K. R O.- Trio. 1.302.K. R. Godsdienstonder richt. 2.2.30 Lezing over: Het Emigratie- vraagstuk K. R. O 2.303.20 K. R. O. Con cert. Salon-orkest, zang en piano. 3.203.45 K. R. O. Zang en piano. 3.45—4.30 K. R. O. Concert. Salon-orkest. 4.305.— K. R. O. Ziekenhalfuurtje. 5.5/15 Zakenzender Vaz Dias. 5.20 N. C. R. V.Kerkdienst in „Con- cordia" te Bussum 7.30—7 55 K. R. O. Le zing over: Astrologie. 7.558.05 K. R. O. Voetbaluitslagen. 8.05—8.20 K.R.O. Lezing, over: Heer zonnenschijn 8.20—10.45 K. R. O. Orkestconcert 10.4511.Epiloog door het K. R. O-Klein Koor. Davenlry, 1554.4 M. 3.20 Kerk-cantate No. 19 van Bach. 4.05 Bijbellezing. 4.20 Kinder uurtje. 4.35 Lezing. 4.50 Concert. Orkest. K. Winter, sopraan. 6.056.35 Piano-recitai door Fr. Oshorn. 6.50 Kerkdienst. 8.20 Kerk dienst. 9.05 Liefdadigheidsoproep. 9.10 Nieuwsberichten. 9.25 Concert. Orkest. L. White, tenor. 10.50 Epiloog. Parijs „Radic-Paris"1725 Af. 12 50 Ge wijde muziek door koor. 1.202.20 Gramo foonmuziek. 2.20 Gramofoonmuziek. 3.20 Or kestconcert. 5.20 Gramofoonmuziek. 6 50 Dansmuziek. 7.35 Gramofoonmuziek. 7.50 Circus Radio-Paris. 8.20 Orkestcor.cert. 9.05 Eerste bedrijf vai. „Die Walküre" van Rich. Wagner. 10.20 Dansmuziek. Langenberg, 473 Af. 6.20—7.20 Gramo foonmuziek 8.259.20 Morgenwijding. 11.2012.15 Concert. Koor, vocale en in strumentale soli. 12.201.50 Concert. Or kest, vicol en harp. 3.053.30 Gramofoon muziek. 3.50 „Die Sternschuppe". Vroolijk droomspel van Theo Toller. Muziek van Hans Ebert. 7.30—9.20 Damensitzung der Grosse Karnevals-Gesellschaft Düsseldorf. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Kalundbcrg, 1153 Af. 11.20—12.20 Or kestconcert. 2.504.50 Trio-concert. 4 50 5.20 Kinderuurtje. 7.208.05 Orkestconcert. 8.059.20 „Clown mod sin Vilje". Blijspel in 3 bedrijven van Koi.rad Maril. 9.20 10.20 Vervolg orkestconcert. 10.2011.50 Dansmuziek. Brussel, 508.5 Af- 2.50 Orkestconcert m. m. v. vocale solist. 5.20 Dansmuziek. 6.20 Viool-recital. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Concert. Orkest en vocale solisten. Zeesen, 1635 Af. 6.208.15 Lezingen 8.15 Klokkenspel en Morgenwijding. Daarna: Klokgelui. 10.2010.50 Lezing. 10.50 Or kestconcert. 12.502.15 Lezingen. 2.15 Lie deren-voordracht door tenor. 2.50 Voorlezing. 3.30 Orkestconcert. 4.50 Gramofoonmuziek. 5.20—7.15 Lezingen. 7.30 Damensitzung der Grosse Karnevalsgesellschaft te Keulen. Daarna tot 11.50: Dansmuziek. Maandag 17 Februari. Hilversum, 1875 M. 10.—10.15 Morgen wijding. 11.15—11.45 Wat zullen onze kinde ren lezen? Spr.Dr. H. B. F. Westerouen van Meeteren over: Schoolboeken. 12.15 2.Concert door het A. V. R O.-Trio 2. 2.45 Kookpraatje door P. J. Kers. 2.45 FK1ILLKTON. („Ueber den Tod hinaus"). Roman van Anny von Panhuys. Lit het Duitsch door W H C. Bollaard. 40) »Ja, mijn man was tegenover Maurer dik wijls heel mededeelzaam" ..Ziet u welLaten wij, als u 't goed vindt, den ouden Maurer eens binnenroepen, dan zai 'k hem een beetje aan den tand voelen. Baat 't niet, dan schaadt 't ook niet?'' Mevrouw Berner belde en Maurer kwam binnen Zijn gladgeschoren huisknechtenge- ^cht stond onbewegelijk, evenals altijd wan neer mevrouw hem riep. Hij wist, dat de vroe «ere hofdame, freule Stormberg, dit zoo wenschte, omdat zij het van goed afgerichte tv.'en altijd zou gewend was geweest wachtende op een bevel, bleef Maurer bt; deur staan, iraar mevrouw Berner wenkte nem'binnen te komen. Mijnheer Pohl", zij duidde met haar han lf.de richting waar deze zat, „is een jeugd- nend van mijn man. Hij zou je graag een Paar vragen willen 3tellen, die ik je verzoek Ie beste weten te beantwoorden. beetje verbazing teekende zich op het ge- 2i5em-braAdt'Th^ter te Amsterdam. Film- v\ <Vt~~ ^eruurtje. 6.01-6.45 u O -Tooneelhalfuurtje. Mevr. Fenna 2* Banddoozen" van Jo Man- 8 m' o ^7 En?elsch voor beginners. De Vereen,g!n«suurtje uit Schiedam. De Zangvereen. „Gemengd Koor" en het Harmonie-Orkest „Oefening baart Kunst". vVrainw00mnuziek- 915 Aansluiting van het M uziek-Lyceum te Amsterdam. Lotte Muskens-Sleure, sopraan. Jaap Stotijn, hobo. Bram Mendes, alt Henk van Wezel, cello. Annie Vleming, alt. Paul Lowwer, fluit. Joh. van Heil, clarinet. Alex. Moszkowsky, l J"da, viool. 10.15 Persberichten. 1 U.2o Concert door het Omroeporkest. Daar na: Gramofoonmuziek. 12.Sluiting. Huizen, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) (Uitsluitend N. C. R. V.) 8.15—9.— Concert. 10.30—11.— Ziekendienst. 11.—11.30 Lezen. 11.3012.30 Concert. Zang, viool, cello en piano. 12.30—1.45 Orgelconcert. 2.2.35 Uitz. voor scholen. 2.453.15 Lezing over: Het gras in den tuin en vervangplanten voor gras. 3.153.45 Knipcursus. 4.5.Zie- kenuurtje. 5.6.30 Concert. Sopraan, bariton en piano. 6.30—6.40 Koersen. 6.40—7.10 JLe- zing over: Ho,.? Wat? Waarom? 7.10—7.40 Accordeon-concert. 7.408.10 Causerie over: Ara's, Papegaaien, Parkieten enz. 810 Uit- zendavond. Concert door Koor en orkest, le zingen. 10.Persberichten. Davenlry, 1554.4 Af. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoonmuziek. 12.20 Orgelconcert door E. T. Cook. H. Sail, bas. I.35—2.20 Orkestconcert. 2.20 Uitz. voor scholen. 3.25 Gramofoonmuziek. 3.40 Dans muziek. 4.35 Orkestconcert. 5.35 Kinderuur tje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten. 7.— Zang door G. Parker, bariton. 7.207.40 Le zing. 7.45 Spaansche causerie. 8.05 Vaude ville. 9.20 Nieuwsberichten. 9.40 ca. Lezing. 10.15 Concert. Orkest. E. Kersey, viool II.20—12.15 Dansmuziek. Parijs .Aadie-Paris". 1725 M. 12.50—2.20 Gramofoonmuziek. 4.05 Orkestconcert. 6.55 Gramofoonmuziek. 7.40 Gramofoonmuziek. 8.20 Concert en tooneel. Langenberg, 473 M. 6.20—7.20 Gramo foonmuziek. 9.3510.30 Gramofoonmuziek. 11.30 Gramofoonmuziek. 12.251.50 Con cert. Orkest en klarinet. 4.505.50 Concert. Vocale en instrumentale soli. 7.208.45 Con cert. Orkest en cellist. 8.50 Concert uit Ant werpen. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Kalundbcrg, 1153 M. 11.201.20 Orkest concert. 2.55—4.55 Concert. Orkest en decla mator. 7.208.35 Orkestconcert en declama tie. 8.35—9.10 Viool-recital. 9.25—9.45 Zang door concerzangeres. 9.4510.20 Concert door Strijkkwartet. 10.2011.20 Dansmu ziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Trio-concert. 6.50 Gramofoonmuziek. 8.35 Concert. 8.50 Con cert. Orkest, koor en vocale solisten. Zeesen. 1635 M. 615—11.50 Lezingen. 11.5012.15 Gramofoonmuziek. 12.15 12.50 Nieuwsberichten. 1.201.50 Gramo foonmuziek. 1.503.50 Lezingen. 3.50—4.50 Concert uit Berlijn. 4.508.20 Lezingen. 8.20 Concert. Cello en bas. 8.55 Gramofoon muziek. Daarna: Berichten en tot 11.50 Dansmuziek. duld noodig hebben om het goede ant woord te kunnen vinden. Ziehier de som: Onze Tweede Februari-Opgave. De 16 woorden. Dezè opgave was heel wat gemakke lijker dan die der autogarage. Uit de ge geven begin- en eindletters en de reeks der ontbrekenden vond men spoedig de 16 woorden en de „vlooteonferentie". De woorden volgen hieronder: leven atlas brood troon outer fiche proef kunst tafel beest p a r t ij steel r et e titel vliet preek Alle goede oplossers hebben natuur lijk hun puntenaantal weer met één ver meerderd. Onze Nieuwe Opgave (No. 3 der Fe- bruari-serie, No. 11 sedert de instelling du- nieuwe regeling). De geheimzinnige vermenigvuldi gingssom. Onze nieuwe puzzle ziet er schijnbaar eenvoudig uit. Maar wanneer men gaat probeeren om aan de twee voorwaarden te voldoen, dan zal menigeen al zijn ge zicht van den huisknecht af, maar door een lichte buiging gaf hij te kennen, dat hij zou doen, wat mevrouw van hem verlangde. „Maurer", begon Pohl op jovialen toon, ,,ik weet dat wijlen de professor niet stijf met je omging en dat hij dikwijls met je praatte Daarom zou het mogelijk zijn, dat je ons een inlichting kunt geven over iets waarover ik ik bedoel mevrouw Berner, haar dochter en ik ons vruchteloos het hoofd breken. Maurers' gezicht stond weer strak als al tijd, maar innerlijk groeide zijn verbazing. Wat zou er op die inleiding wel volgen! „Ik zal kort zijn", vervolgde Pohl op den- zelfden vriendelijken toon, „en je verraden, dat de orofessor kort voor zijn dood een groot gedeelte van zijn vermogen, dat op de bank, die onder mijn directie staat, was gedepo neerd, daarvan heeft algenomen en dat dit geld spoorloos is verdwenen. Natuurlijk moe ten wij nu te weten zien te komen waar het is gebleven. Misschien heeft de professor zich hierover tegenover u op de een of andere wijze uitgelaten, zoodat wij hierdoor op het spoor zouden kunnen komen toen keek hij Maurer vragend aan. „Het spijt mii zeer mijnheer antwoord- deze deze on^-'ddelüjk. „Denk eens heel scherp na vervolgde Pohl, „misschien schiet je wat te binnen. Al is 't maar woord, een handeling van den pro fessor je zult begrijpen, dat door het zoek raken van het geld mevrouw en haar dochter We vermenigvuldigen een getal van twee cijfers met één van drie cijfers en krijeen als uitkomst een getal van vijf cijfers. Nauwkeurig bekeken blijken het juist de cijfers 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 0, te zijn, die we noodig hebben. De tweede voorwaarde is echter, dat het getal van twee cijfers op het getal van drie cijfers moet gedeeld kunnen worden (dus zonder rest). De volgende oplossing zou dus b.v. niet goedgekeurd kunnen worden: 78 X 345 26910. Hier zijn precies alle cijfers gebruikt, maar 78 is niet deelbaar op 345. Wie vindt de eenige goede oplossing? Inzendingen liefst zoo vroegtijdig mo gelijk, doch uiterlijk tot Vrijdag 21 Febr. 12 uur aan den Pnzzle Redacteur van de Alkmaarsche Courant. Nogmaals: HET ROKIN. „Meneer", zei mijn sigarenhandelaar in de Kalverstraat, die eigenlijk meer mijn sigaret- tenleverancier is, terwijl hij zich met zijn min- zaamsten glimlach, zoet als vier schepjes suiker in een klein kopje thee, over de toon bank boog. mieneer, voelt u iets voor de dem ping van het Rokin?" En toen ik een weife lend antwoord gaf, begon hij te pleiten o, erbarmelijk, machteloos, met zielige argumen ten, zonder logica vóór de demping en aan te dringen op het onderteekenen van het dem- pings-adres. Want, lezer, er is-thans een Rokin-bewe- ging met betrekking tot het beweginglooze Rokin, welke een volksbeweging dreigt te wor den. De houding van mijn sigaretten-trawant is maar een symptoon. De golven der harts tochten slaan hoog op en het Rokin slaat zijn verglaasde blikken verbaasd ten hemel, want het weet niet wat golven zijn. Het Rokin is verbaasd. Het heeft eeuw na eeuw vreedzaam tusschen zijn kaden geslui merd en niet zooals de Rijn „langs zijn boor den gerold". Die Rijn, die „de stranden kust of scheurt de dijken, de wereld splitst in koninkrijken, en 't vorstelijk rechtsgebied be paalt", zooals Borger zong, met dien Rijn heeft het niets gemeen willen hebben dan, nu ja, een beetje water. En nu laat men den Rijn ongemoeid en hem, den vreedzame, wil men verstikken in droog zand?! Dat wekt meer dan verbazing, dat wekt verontwaardi ging. Maar de wereld is nu eenmaal rijk aan onrechtvaardigheid. Intusschen, het Rokin blijft kalm als immer Men mag het zijn pontje ontnemen, het komt niet in opstand. Een paar maal per jaar, in peripden van hoogwater, toont het zijn macht door de „stille zijde" onder water te zetten, maar het blijft bij een bedreiging. Tot een werkelijke overstrooming wil het zich niet lee- nen. Daartoe is het te zeer een .ordentelijk stadgenoot. Het draagt op zijn rustigen rug de veerbootje naar de provincie, en het motor bootje van de „rondvaart", het weerspiegelt 's avonds de maan en den glans der reclame- lichten, die hoog boven de huizen oplaaien, en het hunkert nog geenszins naar een eer lijke begrafenis. En toch staat die voor de deur. Want steeds klemmender wordt de kreet: „Dempt het Ro kin!" De Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland heeft er zich vóór gespannen en voert een actie met woord en daad. Overal in de stad ziet men biljetten aangaplakt of flad deren papiertjes met de leus der demping. De roep om demping wordt met allerminst ge- WESTEN'NMAAR een belangrijke schade lijden". Peinzend keek Maurer voor zich heen. „Neen mijnheer", verklaarde hij opnieuw, „ik weet niets. Zeker, de professor was altijd vrien delijk en goed jegens mij" Maurer's stem om floerste zich lichtelijk „en dikwijls vertelde hij mij van allerlei, maar in den laatsten tijd was hij nogal gesloten „Gaf de professor je ook een reden op voor zijn reis naar Berlijn? vroeg Pohl. „Zeker, hij wilde een schilderij, waarop men hem opmerkzaam had gemaakt, voor het mu seum koopen". Mevrouw Berner wisselde een snellen blik met Pohl. Waarom had de overledene toch te genover iedereen die uitvlucht als dekmantel voor zijn reis verzonnen, een reis, die hij, zooals nu bleek, uitsluitend had verzonnen om het geld te halen? De weduwe had wel gelijk toen ze zei, dat haar man haar nog na zijn dood een raadsel ter oplossing had voorgelegd. En toch was de overledene bij zijn leven nooit een vriend van geheimznnig doen geweest. „Weet je ook niet, Maurer, of de professor, nadat hij weer uit Berlijn terug was, buitens huis ergens heen is geweest, waarvan niemand iets wist of Hij kon zijn zin niet voltooien, een geluid, dat over Maurer's lippen kwam, deed hem opkij ken. Mevrouw Berner en Pohl keken vol spanning naar Maurer, wiens gezicht verried, dat hem juist iets te binnen schoot, dat misschien van dempte stem aangeheven en griezilige optoch ten doorkruisen 's lands hoofdstad. Natuurlijk- zijn het optochten van auto's en deze auto's prijken met indrukwekkende opschriften ove.- verkeersnood en geur-ellende, of met spook achtige prenten. De genoemde bond \an auto houders wordt gesteund door de 35-jarige „Vereeniging Rokin", die eveneens op een eer volle begrafenis aandringt. Het Rokin mag om deze 35-jarige ijveraar ster glimlachen, het Rokin, dat grijs is van ouderdom, ja, dat er was vóór de stad er was; het mag prat gaan op zijn ouderdom, maar het zal todi wel eens onder zijn onbewogen oppervlak rillen. Want de mensch is een ge vaarlijke buurman. „Wat heeft men", zal het Rokin lispelen, „mijn voorouders niet al aangedaan! Eerst heeft een onverlaat de vaart van mijn groot vader Amstel gestremd door het werpen van een dam, die nu „de" Dam is, waaraan de stad zijn naam ontleend. Toen heeft men het andere einde ten deele gedempt en op het eer tijds glorierijke Dam-rak een Beurs gebouwd. Zal men werkelijk de moed hebben zich nu aan mij vergrijpen? En op welke vooze gron den! Want waarmede argumenteeren mijn vijanden? De Bedrijfsautohouders zeggen, dat ik de atmosfeer bederf, dat ik onwelvoege lijk riek. Eilieve, verspreiden ook de auto's geen zonderlinge luchtjes? Wat ik uitadem is tenminste de lucht van den oud-vaderland- sches grond, van gezonde Hollandsche mod der, de modder van het polderland, die alle Amsterdammers wat zijn zij anders dan polderjongens aangenaam moet zijn. En de auto's? Zij vervullen de straten met olie- en benzine-dampen, die de keel prikkelen en de longen bevuilen. Zij werpen bij zonnig weer wolken stom omhoog, die milliarden bacillen bevatten; zij kledderen bij regenweer de voorbijgangers vol modder, dezelfde mod der, die ik rustig in mijn boezem berg en waarmede ik niemand lastig val. Laten zij nu maar thuis bliiven met hun lasterpraatjes. Als daar weer zoo'n onverlaat, zoo'n dempings maniak zijn stem verheft, zou ik alleen, iro nisch, willlen reageeren met een echt Amster- damsch „Hei zeit wat". Ik ben beu van de herrie en ga weer slaoen. Wellicht moet ik het nog vel eeuwen doen". Aldus het Rokin, en wij kunnen het onze sympathie niet onthouden in deze ure des ge- vaars. Maar toch wij vreezen, dat zijn laatste uur geslagen heeft. De volksbeweging is te sterk en de ambtenaren van Publieke Werken hebben zich nu eenmaal demping voorgeno men. Hetgeen zeggen wil, dat B. en W. rustig wachten en uitkijken tot zij zeker zijn van een meerderheid en dan pats komt de voordracht en ligt het Rokin tegen den grond of liever ónder den grond. Geen historisch verleden is tegen zulk een tactiek bestand. En de schriiver dezer regelen, zelfs hij weifelt onder de pressie der omstandigheden. Ieder stadgenoot moet thans wel zijn houding bepalen, sinds hij geen garage meer passeeren kan of aldaar lanterfantende chauffeurs bie den hem, ter teekening, een adres aan, dat aan den gemeenteraad is gericht; sindt hij geen sigaret meer aansteken kan zonder Ro Ion-tol te betalen aan zijn winkelier. Tot no** toe heb ik de moeilijkheid ontweken. „Waarde heer", aldus heb ik op den aandrang van mijn tabaksleverancier geantwoord, „als auto mobilist ben ik voorstander van demping, maar als bewoner van Amsterdam, ja, meer nog, ais Amsterdammer van geboorte, ben ik er glad tegen. Begrijp dus, dat ik mijn pen tot het plaatsen van de begeerde handteeks- ning niet besturen kan". Nu kan ik mijn automobiel verkoopen, maar mijn geboorte is niet te verhandelen. Dus ben ik geneigd tegen demping te zijn. Aan den an deren kant, de tijd gaat vooruit en wij leven nu eenmaal in een periode van mechanisch verkeer. Men moet met zijn tijd weten mede te gaan en een stad is gee museum. Dus wel dempen. Ofschoon, weloverdacht, juist omdat wij in een tijd van mechanisch verkeer leven, een anderen weg dan demping wellicht de voorkeur verdient. Want, niet waar, als de verkeersstroom thans de demping van het Rokin vergt, zal hij vermoedelijk over tien jaar dc Dam als parkeerterrein opeiscben en zal men verlangen dat Jacob van Campen's wondere schepping, het Paleis-Raadhuis, wordt gesloopt Want als men eenmaal be gint met het stadsschoon aan de verkeers- eischen op te offeren, waar is dan het einde? Me ziet, het is niet gemakkelijk om het ten opzichte van dit vraagstuk met zichzelf eens te worden en in ieder geval dank ik mijn goed gesternte, dat ik geen raadszetel bezit. Nu hoef ik het lot van ons Rokin niet te bezege len. Overigens, het wil mij voorkomen, dat de tijd tot het nemen van een beslissing nog niet heel en al rijp is. Er zijn nog altijd stedebouw kundigen, die met zéér vernuftige en aanne melijke plannen voor den dag komen, plan nen, waarin met behoud van het water ge rekend is, en er zijn nog altijd mannen van gezag, die hun veto over de dempingsplan nen laten hooren. belang was. „Ik weet natuurlijk niet", zei hij weifelend, „of hetgeen ik weet te vertellen, met dat geld iets te maken beeft." „Vertel maar op", moedigde Pohl hem "n, „de geringste aanwijzing kan voor ons nuttig zijn." „Ja, maar 't is een zonderlinge geschiedenis." Maurer trok aan de knoopen van zijn jas, alsof dit hem op weg zou helpen hoe te beginnen. Een goed redenaar was hij niet maar einde lijk meende hij te weten hoe van wal te steken en op de kortemanier, die hem eigen was, ver telde hij het navolgende: in den voormiddag van den dag na de reis naar Berlijn werd het portret van den professor uit huis gehaald, om naar het museum te worden gebracht en toen hij met de mannen, die dat zouden doen, in het salon kwam waar het portret stond, had hij zich er over verbaasd, dat daar nog een licht brandde. Er moest des avonds of 's nachts iemand zijn geweest, die vergeten had het uit te draaien. Toen hij, Maurer, de luiken opende, zag hij bij het zich omwenden hoe de professor, die inmiddels ook was binnengekomen, met de punt van zijn voet een stuk papier onder een fauteuil schoof. Hier werd de spreker eenigszins verlegen: men spreekt immers ongaarne over eigen nieuwsgierigheid! Maar in dit geval moest hij die wel bekennen. Na een korte aarzeling ver volgde hij: „ik wou graag weten, wat dat voor papier was, dat blijkbaar niemand mocht zien Maar vroeg of laat gebeurt op het romme lig bereden Rokin een ijzingwekkend ongeluk, dat vele menschenlevens kost, en dan is er geen houden meer aan. Want een ordelooze, levensgevaarlijke, tuchtelooze bende is het gerij en geros op 't Rokin zeer zeker. Amsterdam, Febr. '30. EMERGO. Oplossing eindspel 383 (H. Rinck) 1. Pg4f Kd6 2. Pf6 Te5f 3. Kf4 en wint Op 2. Lb4f volgt Kc7! Oplossing tweezet 268 (J. Cumpen). 1. Kd6. Lg3+ 2. Pg3 mat. 1. Lglf 2. Df3 mat. 1. P. speelt 2. Dh2 mat. Men lette op dat na 1. Kc5 volgt 1. ,t Lgl Probleem 269. abcdefgh Tweezet. Eindspel 336. (Dr. E. Lasker). -mi -m, - m m% At ÜP y/M*m Wem, 'ff'W/ 40' h'm§®Jp® Jsf wè -m m m wm gg a b o d e f g Wit: Maroczy. Er volgde na 1Te4 2. Db3 Kh8 3. Ph4 Pd4 4. Dh3 Tc2 5. g6 Lc6 6. Pf3 hfc 7. Pe6 Pe6 8. Lh6 Th4 Wit geeft op. Eindspel 335 (auteur mij onbekend). F g TT Wit speelt en wint. Wij laten hier volgen een partij uit Karlsbadertournooi zooals wij dit von den in de W. S. van December 1929. Wit: Nimzowitsch. Zw.: Dr. Tartakower. Kcnings-Indisch. 1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. f3 Iets nieuws. Meestal speelt men hier Pc3 3Lg7 4- e4 d6 Wellicht is hier beter 4c5 5. d5 d6 6. Ld3 e6 7. Pe2 en 0—0. 5. Pc3 0—C 6. Le3 Pbd7 7. Ph3 Om via f2 en d3 een vijan delijk Paard eventueel af te ruilen. 7. e5 8. d5 a5 9. Pf2 b6 10. Dd2 Pc5 en toen ik mij bukte de professor stond juist met den rug naar mij toe en vlug onder den fauteuil keek, bemerkte ik, dat het papier een bankbiljet van duizend mark was." „Ben je daar zeker van vroeg mevrouw Berner gejaagd, terwijl Pohl ingespannen zat na te denken over wat hij vernam. „Jawel, mevrouw, heel zeker, het was een oankbiljel van duizend mark", antwoordde Maurer beleefd maar beslist. „Daarop moest ik de mannen tot aan de huisdeur geleiden en toen ik in het salon terugkwam, was de profes sor verdwenen en het bankbiljet ook." „Zonderling vond Pohl en wendde zich lot mevrouw Berner, die ademloos naar Maurer had zitten luisteren. En daar valt me nog iets in, wat er ook hij behoort", zei Maurer bescheiden. Een handbeweging van den bankdirecteur noodigde hem uit ongedwongen door te praten. Maurer vertelde nu wat hij nog meer wist. Dienzelfden voormiddag, na het gebeurde met het bankbiljet, vroeg juffrouw Else hem of hij des nachts in het salon was geweest, want zij had duidelijk gehoord, dat iemand sluipender- wijze voorbij haar kamerdeur was gegaan en toen meende zij de deur van het salon te heb ben hooren knarsen. „Die knarst altijd erg, niettegenstaande ik haar dikwijls smeer". „En verder?" vroeg Pohl haastig, terwijl me vrouw Berner met steeds stijgende aandacht naar Maurer luisterde. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5