n m m B 1P MMNHAR Raadselhoekie. Ingezonden stukken Schaakrubraek i 4m m, s m 8S m i - i 4 Damrubriek *L m m i i afl de oplossing noodig Dezelfde oplossing Jan meerdere malen achtereen gebruikt wor den. mits na elke behandeling zooveel nieuwe oplossing wordt toegevoegd, als door het £aad wordt weggenomen. Men kan aannemen i K.G- 232(1 ongeveer 0,8 a 1 L. oplos sing opneemt. Het los storten van het zaad in de vloeistof :s met het oog op de bevochtiging, beter dan onderdompeling in een zak. Na de behande ling wordt het zaad zoo dun mogeliik uitge- spieid. vaak omzetten bevordert een snelle droging- Met het zaaien behoeft niet ge dacht te worden, tot het zaad volkomen droog is- Uitzaaien van iets vochtig zaad be vordert zelfs de kieming en de opkomst. Bij het zaaien met de machine dienst er re kening mede gehouden te worden, dat het zaad door vochtopname is uitgezet. De ont smetting kan, bij gebruikneming van Germi- san, ook geschieden volgens de machinale cmscbepmethode. Hierbij wordt het zaad ont smet in de apparaten, die gebruikt worden voor de droogontsmetting. Een goede ont smetting wordt verkregen, door per 20 K.G. zaad, 4 L. van een 3 procentige Germisan oplossing te gebruiken. Of geringere hoe veelheden vloeistof en ontsmettingsstof aan gewend kunnen worden, zal nader worden nagegaan. De resultaten, die bij toepassing van deze werkwijze worden verkregen zijn doorgaans iets minder, dan bij onderdompe ling van het zaad. Hiertegenover staat ech- iter, dat het zaad spoedig na de ontsmetting zaaidroog is, terwijl de duur van de behan deling kort is. Het zaad wordt n.1. 4 a 5 mi nuten in den trommel rondgedraaid. Indien de machinale omschepmethode .wordt toegepast, is het noodzakelijk, dat direct na toevoeging van de vloeistof met draaien begonnen wordt, daar anders een ge deelte van het zaad samenkoekt. Beter nog is gebruik te maken van machines, die zijn in gericht, dat de vloeistof tijdens het draaien bij het zaad wordt gevoegd. Terwijl de tot voor kort door ons be proefde droogontsmettingsmiddelen steeds zoodanige resultaten opleverden, dat het ge bruik er van ontraden moest worden, zijn de resultaten der proefnemingen met het nieuwe droogontsmettingsmiddel U. T. 585 van dien aard, dat ook dit middel voor de ontsmetting van bietenzaad kan worden aanbevolen. Per K.G. zaad wordt 8 gram van dit middel aan gewend. De ontsmetting moet, met het oog op mogelijk inademen van ontsmettingsstof en ook voor het verkrijgen van een goede menging, geschieden in de voor dit doel in den handel zijnde droogontsmettingsappa- raten. Nadere inlichtingen worden gratis ver strekt door den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen en door de bij dien Dienst werkzame ambtenaren. ONTSMETTING VAN VLASZAAD. Het wegvallen van jonge plantjes tenge volge van Botrytis of van Colletotrichem Gloeosporium) aantasting kan door ont smetting van het zaad met een der hier on der genoemde droogontsmetters tot een zeer gering percentage teruggebracht worden. Goed werkende middelen zijn Abavit B, Tillantin en Tillantin R. en Tutan. Van deze middelen wordt per 100 K.G. zaad 250 a 300 gram gebruikt. Een eerste vereischte is, dat de ontsmettingsstof goed over het zaad verdeeld wordt. Dit geschiedt het best in hiervoor in den handel ge brachte droogontsmettingsapparaten. Omscheppen van het zaad met het ont smettingsmiddel is beslist te ontraden. Niet alleen is de menging onvoldoende, maar de kans op verstuiven en daarvoor op inademen, waardoor vergiftiging kan optreden, is dan zeer groot. Ook al werkt men met een gesloten apparaat dan toch is het nog noodzakelijk de noodige voorzorgsmaatregelen, b.v. het hou den van een doek voor den mond, te nemen, om inademen te voorkomen. Om verstuiven tijdens het zaaien zooveel mogelijk te verminderen, doet men goed het zaad eenigen tijd van te voren 14 dagen) te ontsmetten. De aandacht wordt er nog op gevestigd, dat het aanbeveling verdient om van ontsmet zaad, mits de kiemkracht gced is, iets minder uit te zaaien, daar anders de stand te dicht wordt, met als gevolg gemakkelijk legeren en later weer aantasting door Botrytis. Nadere inlichtingen worden gratis ver strekt door den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen en door de bij dien Dienst werkzame ambtenaren. (Builen veruruwuU' dtujIUieia m/. Ut Be laetie. De opname in deze rubriek bewits t n» rr m"fe •nefemt STAATSPENSIOEN VOOR IEDEREEN. Mijnheer de Redacteur! Gaarne zouden wij onderstaande regelen In uw veelgelezen blad opgenomen willen zien. Bij voorbaat onzen dank. Zooals bekend is, zijn met ingang van 1 Januari 1930 de salarissen van burge meesters, secretarissen en gemeente-ontvan gers niet alleen verhoogd, doch genoemde ambtenaren hebben geen enkel bedrag meer te storten voor hun pensioen. Waar de Bond voor Siaatspensionneering, volgens Art. 1 van zijn doelomschrijving beoogt, het tot stand komen eener wet, waarbij aan alle ^ederlandsche mannen en vrouwen krach tens hun Nederlanderschap op een nader bij wet aan te geven leeftijd recht wordt toe gekend op een gelijk staatspensioen zonder Premiebetaling, de kosten te vinden uit de opbrengst van belastingen naar draagkracht, zten wij, dat voor deze categorie van men schen een premievrije pensioenregeling is tot stand gekomen, waarvoor door onzen Bond a' zoovele jaren is gestreden. Men zal ons tegenwerpen, dat evenals elke werkgever voor Z'in personeel plakken moet, ook de ge meente als werkgeefster een bedrag in het Pensioenfonds moet storten, maar men za. dadelijk moeten toegeven, dat die geheele tot de laatste cent. door de belasting betalende burgerij moet bijeen gebracht borden. ^'aar aanleiding hiervan moeten ons een Paar dingen var."1! hart. In ons humaan 'teven, om aan de wreede samenkoppe.in? „f" oud en arm een einde te maken en de ouden van dagen een meer zonnigen. van fclwl gevrijwaarden levenavond te geven, «ebben wij altijd als onze tegenstanders oo ontmoet vooral aanhanger» der watmm* 1]en Eén d€r hoofdmotieven waarom zij tegenover ons stonden, was. dat vonnÜ prle?,ievnI staatspensioen inmoreel vonden, zij beweerden, dat de gedachte zon- ol{<?rs te brengen, men in de aagen van ouderdom niet geheel onver zorgd was, het verantwoordelijkheidsgevoel van de massa verslapte, haar zorgeloosheid deed toenemen, en haar dus zedelijk achteruit deed gaan. En wat zien wij nu gebeuren? \erscheidene gemeentebesturen, waar- onder er zijn met een kerkelijke meerderheid, haasten zich om ook aan hun andere ge meente-ambtenaren een premievrij pensioen te verzekeren. Waar het voor ons vaststaat, dat elk gemeentebestuur verlangt, dat zijn amb tenaren op zoo'n hoog mogelijk zedelijk peil staan, kunnen wij niet aannemen, dat zij be sluiten nemen die hun ambtenaarscorps de- moraliseerenwij mogen hieruit gerust de conclusie trekken, dat de bewering, dat premievrij pensioen, de menschen zedelijk neerhaalt, zoo deze al werkelijk gemeend was, bij onze tegenstanders heeft afgedaan Waar wij het toekennen van premievrij pen sioen juist bij uitstek een daad van hoog staande christelijke liefde vinden en van oordeel zijn, dat juist het idee, later niet on verzorgd te zijn, den menschen de zedelijke kracht geeft hun arbeid te verrichten en tegen slagen te dragen, kunnen wij niet anders doen, dan deze zwenking van harte toe juichen. In de tweede plaats vinden wij het schrijnend, dat aan het toekennen van premie vrij pensioen moeten medewerken: lo. Duizenden eigen werkers, kleine tim mermansbaasjes, tobbende landbouwertjes, groentenventertjes, enz., enz., menschen, die soms zelf niet weten, hoe zij rond moeten komen en die bij de huidige pensioenwet, als hun haren vergrijsd en hun lichaam gekromd is. met leege handen staan, en kommer en gebrek lijden. 2o. Arbeiders, wier pensioenregeling zoo slecht geregeld is, dat duizenden hunner door werkeloosheid en andere oorzaken op 65-jarigen leeftijd groote open plekken in hun renteboekje hebben en dus zeer weinig ontvangen. Daarom zouden wij zoo gaarne de aan hangers der kerkelijke partijen willen toe roepen. Wij zijn allen menschen, die toch allen wel willen medewerken tot het ver krijgen van een betere maatschappij. Gij weet allen, dat de tegenwoonlige wet ten regelende de verzorging van ouden van dagen op een mislukking zijn uitgeloopen, dat nu al ruim 40.000 65-jarigen en ouderen geen cent pensioen ontvangen en velen hun ner dus kommer en gebrek lijden. Gij zijt er nu toch van overtuigd, dat premievrij staatspensioen niet onredelijk is, maar eerder een uiting van christelijke liefde voor ons naasten. Laat het beste, wat in uw is, spreken, en blijft niet langer onze tegen standers; maar strijd met ons mee, om het schoone doel. Niemand meer oud en arm te bereiken op een wijze, zooals wij dit willen. Den gemeente-ambtenaren, die in het genot van een premievrij pensioen zijn gesteld, zou den wij met klem het volgende op het hart willen drukken. Het moet U toch tegen de borst stuiten, dat uw pensioen verkregen wordt, mede uit de offers van hen, die in hun ouderdom onverzorgd zijn en wier laatste levensdagen droef en donker zijn. Blijft dus niet langer werkloos toezien, als gij de dap pere leden van onze Bond trots tegen spraak onvermoeid ziet strijden voor een premie-vrij staatspensioen. Sluit u bij ons aan, wordt een van onze ijverigste werkers. Vele onder u hebben door uw positie groo- ten invloed bij de andere gemeentenaren. Uw woord en uw voorbeeld kunnen er zoo veel toe bijdragen om ons schoone einddoel eerder verwezenlijkt te zien. U hebt al premievrij pensioen; en als dan eindelijk voor allen de zon is doorgebroken en niemand oud en arm behoeft te zijn. dan kunt ook gij met trots zeggen: Wij hebben ook een steentje bijgedragen tot de stichting van een mooiere en betere maatschappij. Moge deze spoedig komen. De Federatie Hollands Noorden van den Bond voor Staatspensioen. C. DE VRIES, Voorzitter, Dirkshorn. H. LIMPERS, Secretaris, Wieringerwaard. WILDE EENDEN. (Anas boscas L.) Vroeg waren we opgestaan tot het doen van een wandeling door de bosschen en een gedeelte weiland. De bloemen geur den, de kikkers kwaakten en de dauw druppels op de frischgroene planten blon ken als parels in het ochtend-zonnelicht. Heerlijk is het alsdan buiten te zijn in de reine lucht, die door geen stadsrook bezwangerd is. Tal van vogels konden we vinden in bosch en weide en vooral hebben we onze aandacht gewijd aan de Wilde Eenden, waarvan eenige man netjes bijeen waren. Stellig vertoefden de wijfjes in haar nesten tot vergrooting van de eierenschat of tot verdere ont wikkeling van de, binnen de groenwitte schalen besloten, embryo's. Mooi ziet zoo n woerd er uit, wanneer hij besche. an wordt door de zon. Het goudgroen van kop en hals geeft dan tal van schitterende schakeeringen te zien, en de witte halsring steekt daar rein bij af. Een groenen weerschijn van metaal glans ziet men op de dekvederen van stuit en staart, en schitterend zijn Ook de met wit en zwart omzoomde metaal- blauwe vleugelspiegels. Purperbruin is de krop en geelbruin de rug en verder bestaat het vederkleed hoofdzakelijk uit een witachtigen grond, waarop talrijke donkere zigzaglijntjes. Op het water maakt zoo'n eend een aardig figuur, veel mooier dan in de vlucht. Ook de waggelende gang op het land maakt geen grootscben indruk. De eend is in de eerste plaats zwemvogel, het water is haar element. Het schitterende kleed van het man netje zou voor het wijfje minder pas send zijn. Als zij zich op het nest be vindt, dan komt haar roestgele, niet zwarte vlekken versierde, kleur vrijwel met die der omgeving overe n, zoodat het voor menschen en roofvogels moeite kost. haar te ontdekken. Ook mist het wijfje het sierlijke krul letje boven den staart, dat men in den zomertijd bij het mannetje aantreft, en 1 dat bestaat uit sikkelvormig verlengde, naar voren omgekrulde, veertjes. Reeds vroeg in het voorjaar heeft de paring der Wilde Eenden plaats. Man netje en wijfje zoeken te zamen naar een geschikt plekje in het ruig van de weide, in een met gras begroeide sloot kant, in het rietveld of in het bosch, dat geschikt is voor het vermenigvuldigings- werk. De van zwemvliezen voorziene teenen zijn niet erg geschikt voor het graven van een diep nest, en daarom stelt het paar zich met een kleine uitholling te vreden. Ruig en bladeren worden even wel in groote hoeveelheid aangebracht, zoodat de eieren op een zacht bedje komen te liggen, en er nog voldoende dekking overblijft, wanneer het vrouw tje het nest verlaat. Wanneer 10 éi 13 eieren gelegd zijn, wordt met het broe den een aanvang gemaakt. Tal van klei ne veertjes worden dan uit het lichaam getrokken en onder en tusschen de eie ren gewerkt. Zoo'n donzen bedje ziet er keurig uit. Maar 't is alleen het wijfje, dat zoo teeder zorgt en 28 lange dagen bijna onafgebroken broedt De woerd komt af en toe eens kijken, maar leeft verder als heer der schepping met de mannetjes van andere broendende een den bijeen in den plas, zorgeloos en te vreden. En, wanneer eindelijk de jongen te voorschijn zijn gekomen, dan ziet de woerd heelemaal niet meer om naar zijn familie. Het wijfje evenwel is zor gend van den vroegen morgen tot den laten avond en des nachts vinden de kleintjes warmte en beschutting onder haar vleugels. De Wilde Eend leeft met haar kinde ren vele weken achtereen te zamen, en blijft hier ook des winters. J. DAALDER Dz. DISTRICTS AREEIDSBEURS. Kostelooze bemiddeling voor werkgevers en werknemers. Geopend van 91 en van 25 uur. Des Zaterdags van 91 uur. Voor werknemers uitsluitend van 912 en Maan dag- en Donderdagavond van 7—8 uur. De Directeur van bovengenoemden dienst maakt bekend dat heden de navolgende werk zoekenden zijn ingeschreven2 bakkers, 1 be tonwerker, 1 bloemist, 1 boekbinder, 1 boeren arbeider, 7 Chauffeurs, 1 carosseriebouwer, 2 drukkers, 16 grondwerkers, 1 kellner, 1 letter zetter, 1 loodgieter, 1 lijnwerker, 9 metselaars, 1 mach. houtbewerker, 9 opperlieden, 5 pak huisknechts, 3 schilders, 1 schipper, 6 siga renmakers, 9 timmerlieden, 2 tuinlieden, 66 losse arbeiders, 1 voeger. Geplaatst: 1 electricien, 5 grondwerkers, 4 metselaars, 2 opperlieden, 1 schilder, 2 stuka doors, 1 timmerman, 10 losse arbeiders. Alkmaar, 1 Maart 1930. De directeur voornoemd, Ed. v. d. Heuvel. Oplossing tweezet no. 269. 1. Df6 gf6 2, Tg8 mat. 1. hg6 2. Dh4 mat. 1. fg6 2. Df8 mat. 1. Lf6 2. c8D mat. 1. h6 (of h5) 2. Th6 mat. 1. Da7 2. Ka7 mat. 1. Db5 2. Kb7 mat. 7. d6 2. c8D mat. Oplossing eindspel 335. 1. Tdl. Df7 2. Tfl Dg6 3. Td7! Dg3f 4. hhg3 Lc4 5. Tg7f Kh8 6. Thl en 7. Th7 mat. Eindspel 336. T* jg «a. i af; X x Wf Wa E g|| b c d e f g h Zwart: IIjen Genewski. Wit: Grekow. Zwart speelde 1e4 Wit wint. Hoe? Eindspel 337. (Uit een blinséance van Morphy). 'fr/eMmA MfifW/. wm. 8 -M/, abcdefgh Wit speelt en wint. Hoe? Probleem 270. (G. W. Chandler). Hier volgt de partij die Euwe verloor aan Weenink in de zeskamp, de vorige week gespeeld te Amsterdam, tusschen nink, Jhr. v. Bosch, Addicks (kampioen de heeren Dr. Euwe, Spielman, Wee van Amsterdam) en Landau, waarvan de einduitslag luidt: 1. Weenink 4 punten, Dr. Euwe 3 p., Spieelman en Landau elk 2X punt, Addicks en. Jhr. v. d. Bosch elk 1H punt. Wit: Weenink. Zw.: Dr. Euwe. 1. d4 Pf6 2. Pc3 Ook een manier. 2d5 3. Lg5 Lfó 4. e3 Pbd7 5. Ld3 Ld3 6. Dd3 c6 7. Pf3 e6 8. e4 Zwart heeft wit hiertoe gele genheid gelaten, wat min der juist is. 8de4 9. Pe4 Db6 Was Le7 niet beter! 10. Lf6 gf6. Zwart stelt zich zeker heel wat voor van een open g-lijn. 11. 0—0 0—0—0 12. a4 Biedt pion b2 aan. 12Pe5 13. De2 Pf3 14. Df3 f5 15. Pg5 Tg8 geeft een pion om de open g-lijn met de Torens te bezetten. 16. Pf7 Td7 17. De2 Om Tf7 te verhinderen. 1 7c5 18 Pe5 Td4? Zwart gaat voor zijn plan af. Waarom niet Tdg7 en Ld6 dan had zwart prachtig gestaan. 19. Tadl Tdl 2\ Tfdl Nu is de open g-lijn niet meer zoo gevaarlijk. 20Le7 Zwart verkeert in tijd nood. 21. a5 Db2? 22. Pc6! Df6 om DeG te verhinderen. 23. Pa7f Wellicht is nog sterker Dd3 (Tel.) 23Kb8. Biedt Pa7 aan met fo- tale gevolgen. 24. Tb7 e5 Om a6 te verhinderen en de Dame naar de bedreig de vleugel hulp te laten verschaffen. 25. Db5 16 Zwart speelt een verloren spel. 26. Dd7 en Zwart geeft op. Tegen Tb6 is geen kruid kruid gewassen want na Ld8 volgt 27. Pc6 met 28. Da7 mat als zwart ten minste zijn dame niet wil offeren. Euwe heeft hier ver beneden zijn kracht gespeeld. Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1109 (van P. Sonier). Stand. Zw. 10 sch. op: 3, 7,15,18, 19, 20, 24, 25, 26 30. W. 10 sch. op: 28, 29, 33, 35, 37, 38, 41, 43, 45, 48. Oplossing. 1. 37—31 1. 26 46 2. 28—23 2. 19 39 3. 43 34 3. 24 42 4. 48 37 4. 46 40 5. 35 24 5. 20 29 6 45 1! Uit de partij. In den volgenden stand Z. 15 sch. op: 1, 2, 3, 5/9, 12, 13, 15, 16, 18 19 22 'w. 15~sch. op: 25, 26, 27, 29, 30, 31, 34, 35, 36, 38. 39, 40, 42, 44. 48. maakte Wit een goede combinatie. Hij speelde eerst 2923, zwart dwin gend tot 19 28. Vervolgens 3832 zw. 28 37 wit 27—21 zw. 16 27 wit 2520 zw. 15 24 wit 30 19 zw. 13 24 wit 3429 zw. 24 33 wit 39 17 zw. 12 21 wit 31 4 Een probleem van Weiss. Dat Weiss het steeds zocht in het verrassende der combinaties blijkt wel uit den volgenden stand met ontleding. Wit speelt: 1. 27—22. De zwarte schijf 12 slaat naar 25. 2. 3732! Nu moet de zwarte dam de vier witte schijven slaan op 31, 38, 19 en 22 en blijven staan op 27, waar na wit slaat 3. 32: 1! Ter oplossing voor deze week: Probleem 1110 van M. J. Belinfant' A'dam. Zw. 8 sch. op3, 4, 8, 9, 10, 14, 33, 38 en dam op 47. W. 8 sch. op: 18, 23, 24, 34, 35, 37, 42,49. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Zw. 7 sch. op: 6, 7, 9, 11, 12, 17, 36 en dam op 26. W. 10 sch. op: 18, 19, 27, 29, 30, 31, 35, 37, 38, 48- Oplossingen der raadsels uit het vorige nummer. Voor grooteren. 1. Slurf, turf, Turk. 2. Wat een malle, ondeugende meid ben je toch! (Leo). Ik zag, dat het slib er tegen aan ge gooid was, maar met al die gek heid kreeg ik het er niet gemakke lijk af. (Bert en Meta). Wees toch voorzichtig met dat vuur scherm, andere schermen heb ik niet! (Herman). Wat ben je laat! Hé, Oom! ik haastte mij nog zoo. (Theo). Ik hoop, dat het vliegtuig spoedig mag dalen; anders vrees ik een ongeluk. (Magdalena), 3. (Jaa) r, ei, ger (rit); reiger. 4. paard Aalsinoer. kraai Delft Assen zomer vlerk leeuw Ap r 11 Voor kleineren. 1. Onze kat zat op een tak. 2. Nooit. 3. Een muisje. 4. Een appel (eerst de bloesem), OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. 1. Mijn geheel wordt'met 10 letters ge schreven en noemt een stad in ons land. 1, 3, 10, 6 is een meisjesnaam. Een 6, 7 is een voertuig, dat soms 's winters, maar in ons land nooit Een 1, 9, 2, 4, 5 is een groot roofdier 's zomers gebruikt wordt. Een 8, 3, 10 is een boom. 5, 9, 2, 1, 8, 3 beteekent overdaad. 2. Kruisraadsel. Op de beide kruisjeslijnen komt de naam van een bloem. X X X XXXXXXX X X X rij een medeklinker. een kleedingstuk. een roofdier. 't gevraagde woord. een drank. iets. wat men in de meest# vruchten vindt. 7° een klinker. 3. Verborgen plaatsen in ons land. Ik heb voor heden genoeg van je mu ziek. (2) Hij bood Ru ten minste zijn veront schuldigingen aan. Je moet maar nergenj over spreken, als je haar ontmoet. Hij vond een schat te midden var puin. 4. Mijn eerste is een bijvoeglijk naam woord, mijn tweede verleent ge woonlijk toegang tot iets en mijn geheel is een plaats in Zuid-Hol land. Voor kleineren. 1. Ik word in den tuin, zoowel als in het bosch, in de wei, op de hei en in de kamer gevonden, terwijl ik in de keuken en in de bakkerij gebruikt wordt. Hoe luidt mijn naam? 2. Met en ben ik heel groot, met oo een bloem, met o een paard en met ei kan ik soms heel ver zijn. 3. Wie kan een koekje maken van: Karei Ring 4. Zet letters op de plaats der stippel* en je krijgt bekende spreekwoorden. 1° 9° 3° 4° 5° 6° n z e n H og v 1 B a f n t et i s t 1 a z w n n n uw m r m d e h m k n g v ng n en b t n 1 w

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 7