mkmufstliG toirait.
Gemeenteraad van Alkmaar.
Panische Brieven.
Henderd iwee en dertigste Jaargang.
Donderdag: 10 April
g. Een brief dd. 10 Maart 1930, nr. 72
van hetzelfde College, ten geleide van het
door hen goedgekeurd xaadsbesluit van 19
December 1929, nr. 9, tot wijziging van een
gedeelte van het plan van uitbreiding der ge
meente (2e gedeelte), betrekking hebbende op
den Tienenwal, c.a.
No. 85
1930.
SCHRIJVERS EN STUDENTEN.
Paul Souday, de letterkundige criticus van
de „Temps" (een van de meest serieuse en
meest verspreide Parijschs dagbladen)
oefende tijdens zijn leven in de wereld der
letteren een soort dictatorschap uit. Geen
ander criticus van dagbladen noch tijdschrif
ten, kon zich erop beroemen zóóveel beslis
senden invloed te hebben op den loopbaan
van een nieuw schrijver, een begaafd en
conscientieus-werkend onbekende zóó ineens
te kunnen verheffen tot het volle licht der
consecratie, of een ander, die door middel
van reclame en kruiwagens het tot een zeke
re tijdelijke bekendheid had gebracht, plotse
ling weer naar den achtergrond te doen ver
dwijnen.
Natuurlijk heeft Paul Souday zich daar
door een massa vijanden verworven en nog
veel meer hem bewierookende vleiers.
Van tijd tot tijd steeg er hier en daar in
'de pers een kreet van verzet op tegen zijn
autoriteit, schimpende artikelen, giftige kri
tieken tegen den criticus. Maar de autoriteit
van Paul Souday had daar in het minst niet
door te lijden, en kalm en onverstoord bleef
hij zijn meening uitspreken.
Zoo noemde de beroemde polemist Léon
Daudet hem niet anders dan „le bekannt?
critique du Temps" om met dat Duitsche
woord te insinueeren, dat Souday een „mof-
fen"-geest had, of pro-Duitsch gezind was.
Zoo is ook Charles—Henry Hirsch, een
schrijver van groot talent, auteur van eenige
novellen, die door hun stijl en inhoud van
jonvergelijkelijken adel getuigen en over wien
Paul Souday hardnekkig maar steeds vergat
in zijn wekelijksche artikelen van de „Temps"
te spreken, onverwachts eens in een Pa-
lijsch avondblad tegen hem uitgebarsten in
een hekel-artikel vol woede en haat.
Het spreekt vanzelf, dat ieder schrijver,
die zichzelf respecteerde en meende iets wer
kelijks nieuws, iets persoonlijks aan de Fran-
sche letteren te brengen (en welk schrijver
vleit zich niet met dat idee!) zoodra zijn
boek uitgekomen wa% daarvan dadelijk met
bevend hart een exemplaar, en het mooiste,
aan Paul Souday toezond, na er vooraf een
zoo beminnelijk én vaak zoo vleind en over
tuigend mogelijke opdracht in geschreven te
hebben.
En nu heeft na den dood van den beroem
den criticus zijn familie het idee gehad om
verkooping te houden van al die boeken van
intusschen al of niet beroemd geworden
schrijvers, en die bijna allemaal verrijkt zijn
met een opdracht en de handteekening van
den schrijver, en bovendien nog voorzien van
talrijke opmerkingen van den criticus, kant
teekeningen, die door hun heftigheid en
soms grofheid zelfs men heelemaal niet ver
wacht zou hebben van een criticus, die in de
Fransche letteren uitmuntte door zijn ernsti
gen, diepen en gereserveerden geest.
Dus toen een paar weken geleden de dag
van den verkoop vastgesteld was, en de na
men der schrijvers en de inhoud der op
drachten zich door de pers begonnen te ver
spreiden. - men kan zich voorstellen welk
een ongerustheid zich meester maakte van
een massa schrijvers die in hun vleiende
opdrachten den criticus veel erger loofden en
prezen dan ze in werkelijkheid meenden, en
hoe vreeselijk ze het land hadden bij de ge
dachte, dat die opdrachten publiek gemaakt
zouden worden en aanleiding zouden geven
tot vroolijke commentaren van welwillende
collega's.
En wat de anderen betreft, over wie de cri
ficus in de intimiteit van zijn studeerkamer,
onder het lezen van hun boek, op dat boek
zelf zijn felle minachting had doen uitspat
ten in dikwijls absoluut onbehoorlijke ter
men die liepen rond met gebogen hoofd
en een hart van woede en wrok.
Wat het publiek betreft liefhebbers van
om de een of andere reden zeldzame en
kostbare boeken eenerzijds, en anderzijds een
wereldsch publiek, die tegenwoordig willen
zijn bij alle sensationeele bijeenkomsten
dat zag met gespannen verwachting een ver
kooping tegemoet, die bijna een schandaal
zou worden, en die de meest wonderlijke ver
rassingen zou opleveren.
Is het noodig te zeggen, dat op den dag
van den verkoop het meerendeel der schrij
vers, die de onvoorzichtigheid hadden be
gaan een boek met al te vleiende opdracht
te sturen naar den criticus, die na zijn dood
nog onbarmhartiger bleek te zijn dan bij
zijn leven dat het meerendeel dier schrij
vers dien dag een dringende reden gevonden
had om absoluut verhinderd te zijn den ver
koop bij te wonen? temeer daar de ex
pert-boekhandelaar, bij wien de verkoop zou
plaats hebben, op keurig velijnpapier een
lijst had laten drukken van de boeken, hun
schrijvers en dier opdrachten!
De verkooping van die bibliotheek duurde
vier dagen lang, van den 12den tot en met
den 15den Maart, en iederen dag was er een
dichte menigte aanwezig, een begeerig, spot
lustig en select publiek, dat tegen enorm
booge prijzen elkaar de boeken betwistte, die
zónder de opdrachten der schrijvers en de
kantteekeningen van den criticus erin. zeker
nog geen vierde deel van de betaalde prijzen
zouden opgebracht hebben.
Een voek van Roland Dorgelès met als
opdracht erin: „Aan Paul Souday, aan wien
ik nooit zonder eenig beven een boek zond,
in vriendelijke hulde van zijn toegenegen Ro
land Dorgelès", is gestegen tot over de
2.000 francs. Een boek van André Maurois
bracht het tot 1500 francs.
En tot een vrij hooge som is ook gestegen
een boek van André Thérive, de leider van
de „populistische" school, en opvolger van
Paul Souday als litterair criticus aan_ de
„Temps". De opdracht van André Thérive
'uidde eenvoudig zoo: „Aan Paul Souday.
Vurger van de wereld waarin men denkt, in
eerbiedige opdracht van A. Thérive".
Een der dagen van den verkoop hebben
we juist een vergadering bijgewoond, waar
André Thérive zijn ideeën over het „popu
lisme" uiteenzette.
Jong, en vroolijk, zachtjes voor zich heen flui
tend wanneer hij onderbroken werd door op
merkingen uit de zaal, ontwikkelde André
Thérive met een groote gemakkelijkheid van
spreken het doel van de populistische rich
ting in de Fransche letterkunde.
Het is een richting, die er naar streeft zich
te stellen tegenover het snobistisch esthetis-
me van het meerendeel der vooraanstaande
moderne auteurs, die in hun boeken schrijven
ever een denkbeeldige wereld, over mannen
en vrouwen uit vage maatschappelijke krin
gen en met vagen geestesinhoud ook.
En nu wil André Thérive de schrijvers
doen terugkeeren tot het volk (dat woord in
zeer ruimen zin genomen) tot een nauwkeu-'
rige observeering van het leven, al wenscht
hij door de keuze van de materie ver te blij
ven van een naturalisme op de manier van
Zola, en geeft hij den voorkeur aan het reine
boven het onreine, aan het schoone boven het
leelijke.
Terwijl een massa schrijvers pijnlijke
oogenblikken doorbrachten op de verkooping
van het laatste deel der bibliotheek van Paul
Souday, speelden er zich in het quartier
latin, de Parijsche studenten-wijk, centrum
van intellectueel leven, andere evenementen
af: studenten-opstootjes, verzet tegen profes
soren, tegen een, die te streng werd geacht
bij het examineeren, tegen een ander, die de
brutaliteit durfde hebben er andere politieke
meeningen op na te houden dan het meeren
deel van zijn leerlingen!
U moet weten, dat in het leven der stu
denten van het quartier latin de politiek een
zeer voorname plaats inneemt. Verschillende
politieke partijen betwisten elkaar de acade
mische jeugd, en een van die is er zelfs in ge
slaagd om een groot gedeelte daarvan bijna
bijna militairs-gewijze in te lijven, en haar
wil aan de overigen op te dringen.
Toch moet u niet denken, wanneer u be
schrijvingen leest van vechtpartijen tusschen
de studenten onderling, of van rumoerig ver
zet, waarbij de studenten door geschreeuw
en gejouw en het gooien van stinkbommen
een professor verhinderen zijn college te ge
ven dat dat allemaal nu heusch zoo vree
selijk ernstig is. Zelf den dag, dat vijandige
partijen de meubelen, deuren en vensters van
het Studenten-Clubhuis vernield hebben, gin
gen de eerste klappen en slagen nog verge
zeld van geschaterlach, grappen en vroolijke
uitroepen!
Wat betreft het rumoerig verzet tegen d
professoren r— dat heeft toch niet verhinderd,
dat diezelfde professoren mèt hun „vijandig-
srezinde" leerlingen zich in een heel genoege-
lijk vroolijk groepje samen hebben laten foto
grafeeren. Prof en studs staan op die kiek
allemaal te grinniken in én en denzelfden
geest van goedgeluimdheid en eendrachtig
heid.
Trouwens, die opstootjes tegen professoren
zijn chronisch in het quartier latin. Ieder
jaar weer komen ze terug, nu eens tegen de
zen dan weer tegen- dien prof. Wat niet weg
neemt, dat er soms toch wel eens slachtoffers
vallen, vooral onder de professoren: afzet
ting uit hun ambt, overplaatsing naar een
andere universiteit, enz.
Maar iederen keer worden die opstootjes
weer met evenveel enthousiasme en humor
vernieuwd, zonder rekening te houden met
de mogelijke gevolgen ervan ze zijn een
voudig een uitvloeisel van een innerlijke be
hoefte der jeugd om van tijd tot tijd haar
overmaat aan levenskracht met zooveel mo
veüik onstuimigheid eens tot uiting te bren
gen.
M DE ROVANNO.
BURGELIJKE STAND.
GETROUWD:
Hendricus Blok en Grietje Koobs.
Klaas Visser en Tjitske Madderom.
Arie Punt en Wilhelmina van der Reijden.
Jan Palmers en Wilhelmina Koning Kars.
GEBOREN:
Cornelis Antonius, z. van Cornelis Hei
blom en Cornelia Hoefsloot. Elisabeth, d.
van Wiebren van der Wal en Liefje Witsen.
Everdina Wilhelmina Francisca, d. van
Bernard Kaal en Divera Reinierse.
Theresia Petronella Johanna, d. van Ber
nard Willers en Alida Oudejans.
OVERLEDEN:
Maartje Jabroer gehuwd met Johannes
Cornelis van Gijsen, 63 jaar. Trijntje
Edel gehuwd met Jacob Borsjes, 66 jaar.
De raad vergaderde heden ten lure.
Afwezig wegens ziekte de heer Hooge-
boom, alsmede Mr. Sluis en de heer Klaver.
Mr. Leesberg had verzocht mede te dee-
kn, dat hij iets later zou komen.
De voorzitter zeide hierop het volgende:
Alvorens over te gaan tot punt 1 van de
agenda zou ik eerst aan de orde willen stel
len den brief, genoemd onder h van de in
gekomen stukken, aangezien het onlogisch
zou zijn den heer Geels tot den Raad toe te
laten alvorens de ontslagbrief van den heer
Kusters is afgedaan.
Ik stel U dan voor dezen brief voor ken
nisgeving aan te nemen en, omdat de be
trekkingen van den heer Kusters tot het ge
meentebestuur niettegenstaande politiek mee-
ningsverschil steeds van aangenomen aard
zijn geweest, meen ik uitdrukking te moeten
geven aan gevoelens van spijt, die ook de
Uwe zullen zijn, dat de heer Kusters zich
om hem moveerende redenen genoopt heeft
gezien ons te verlaten.
Mej. Carels en de heeren Bakker en Voge
laar werden hierop tot leden van de commis
sie benoemd ter onderzoek van de geloofs
brieven van den heer Geels.
De heer Bakker rapporteerde tot toe
lating, waarop daartoe werd besloten en den
secr. verzocht werd de heeren van Drunen
en Geels binnen te laten.
BEEEDIGING VAN DEN HEER
H. v. DRUNEN EN VAN DEN HEER
D. GEELS ALS LEDEN VAN DEN
RAAD.
Op verzoek van den burgemeester legde
de heer van Drunen de door de wet vereiscn-
te beloften af en de heer Geels de vereischte
eeden.
De voorzitter wenschte beiden geluk en
wees er op, dat beiden reeds eerder deel van
den raad uitmaakten en als het ware na een
vacantie terug kwamen.
Wat de heer v. Drunen betreft, deze heef.
zich moeten beroepen op het hoogste gezag
in de staat, zoodat hij het wel gelukkig zal
vinden, dat er nog gezag is.
Hierna namen beiden op de voor hen be
stemde zetels plaats.
VASTSTELLING VAN DE NOTULEN
VAN DE VORIGE VERGADERING
EN MEDEDEELINGEN.
De notulen werden conform vastgesteld.
Medegedeeld werd het volgende:
De v o o r z i t t e r deelde mede, dat de
plannen voor de Fröbelschool, ter onderzoek
naar de commissie van P. W. waren gezon
den en waarschijnlijk in de volgende zitting
ter tafel zullen komen.
Ingekomen stukken.
a. Een besluit dd. 26 Februari 1930, nr.
208 van Ged. Staten dezer provincie, tot ver
daging hunner beslissing omtrent het raads
besluit van 30 Januari 1930 tot het aangaan
van eene overeenkomst met Regenten van het
Stads-Ziekenhuis inzake overdracht van ge
bouwen, terreinen, enz.
Aangenomen voor kennisgeving.
b. Een brief dd. 5 Maart 1930, nr 46 van
hetzelfde College, ten geleide van een af
schrift van het Koninklijk besluit van '21
Febr. 1930, nr. 62, omtrent de toelating van
den heer H. van Drunen als lid van den
raad.
Als voren.
c. Een brief dd. 5 Maart 1930, nr. 67 van
hetzelfde College, ten geleide van het door
hen goedgekeurd raadsbesluit van 27 Febr.
1930 nr. la, tot wijziging van het raadsbe
sluit van 30 Januari 1930 nr. 8 tot het in
erfpacht uitgeven van grond aan het afgesne
den Kanaalvak
Als voren.
d. Een brief dd. 5 Maart 1930, nr. 72
van hetzelfde College, ten geleide van het
door hen, voor zooveel noodig goedgekeurd
raadsbesluit van 30 Januari 1930 nr. 14 om
trent de overeenkomst met Regenten van het
Stads-Ziekenhuis.
Als voren.
e. Een brief dd. 10 Maart 1930, nr. 58
van hetzelfde College, ten geleide van het
door hen goedgekeurd raadsbesluit van 27
Februari 1930, nr. 7, tot verhuur aan het
Rijk van een kantoorlokaal in het gemeente
slachthuis.
Als voren.
f. Een brief dd. 19 Maart 1930, nr 53
van hetzelfde College, ten geleide van het
door hen goedgekeurd raadsbesluit van 27
Februari 1930 nr. 8, tot verkoop van grond
aan de Zocherstraat aan P. J. Louter.
Als voren.
Als voren.
h. Een brief dd. 26 Maart 1930 van mr.
H. A- J- M. Kusters, daarbij ontslag nemen
de als lid van den Raad.
Als voren.
i. Brieven dd. 1 en 3 Maart 1930 van C.
Haringhuizen en S. G. L. T. Baron van
Fridagh, daarbij mededeelende de benoeming
tot regent van het Stads-Ziekenhuis te aan
vaarden.
Als voren.
j. Een verslag omtrent den toestand van
het lager onderwijs over het jaar 1929.
Als voren.
k. Een beredeneerd verslag van hetgeen
met betrekking tot verbetering der volkshuis
vesting in deze gemeente gedurende het jaar
1929 is verricht.
Als voren.
1. Een verslag van de Commissie tot We
ring van Schoolverzuim over het jaar 1929.
Als voren.
m. Een brief dd. 26 Maart 1930, nr. 40
van de Commissie van Beroep in Wachtgeld
zaken, ten geleide Van het verslag dezer Com
missie over 1929.
Als voren.
n. Een besluit van den Voorzitter van het
Centraal Stembureau dd. 26 Maart 1930,
houdende de benoeming van den heer D.
Geels tot lid van den raad, en
Een bried dd. 4 April 1930 van den
Voorzitter van het Hoofdstembureau, daarbij
mededeelende dat de heer D. Geels zijn be
noeming tot lid van den Raad aanneemt.
Als voren.
o. Een brief dd. 19 Maart 1930 van het
Bestuur der Vereen. „Zorg voor de leerlingen
en oudrieerlingen van de school voor B. L. O.
te Alkmaar", ten geleide van de rekening van
den cursus voor vervolgonderwijs over 1929.
Als voren.
p. Een adres dd. 4 Maart 1930 van K.
Boot, daarbij verzoekende hem eene vergoe
ding toe te kennen als waarnemend hoofd
aan de 2e Gemeenteschool over het tijdvak
van 1 Aug.—1 November 1929.
Afgewezen, op grond van de tij Raads
besluit van 27 Febr. jl. vastgestelde verorde
ning.
q. Een adres dd. 17 Maart 1930 van de
Autobusonderneming firma J. M. van Geelen
F. B. v. d. Berkhof te Heiloo, daarbij een
gemeentelijk subsidie over de jaren 1929 en
1930 verzoekende ten behoeve van de exploi
tatie van de stads-autobusdiensten.
Besloten te behandelen bij de begrooting
voor 1931.
r. Een brief dd. 30 Maart 1930 van J.
Agenant alhier, omtrent het onderhoud van
de door hem bewoonde gemeentewoning Dijk
graafstraat nr. 31.
In handen van B. en W. gesteld ter afdoe-
""Mevr. Helleman verzoekt de men-
schen in de gelegenheid te stellen voor het
behang een keuze te doen uit meer dan drie
staien.
De voorzitter oordeelde, dat dit in
de commissie van P. W. kan besproken wor
den. Dit kon nog niet omdat de heer Hooge
boom ziek is.
s. Een brief dd. 3 April 1930 van mej. C.
F. Kolb, daarbij ontslag verzoekende als on
derwijzeres aan de Lindenschool.
Het ontslag eervol verleend, met ingang
van een door B. en W. te bepalen datum
t. Een brief dd. 2 April-1930, nr. 142 van
Ged. Staten, ten geleide van het door hen
goedgekeurd raadsbesluit van 27 Febr. 1930
nr. 12, tot vaststelling eener verordening,
regelende het toekennen van eene belooning
aan onderwijzers, die zijn aangewezen tot
plaatsvervangers van hoofden van scholen.
Aangenomen voor kennisgeving,
u. Een adres d.d. 31 Maart 1930
van het Bestuur der Bloemistenpatroonsvc-
eeniging voor Alkmaar en omstreken, verzoe
kende een raadscommissie in te stellen om te
onderzoeken in hoever door de werklieden
van den dienst der plantsoenen werkzaam
heden zijn verricht bij particulieren.
B. en W. stelden voor de stukken in han
den van het college ter afdoening te stellen.
De heer v. D r u n e n vond de beschuldi
gingen daarvoor te ernstig en drong op een
diepgaand onderzoek aan.
De voorzitter was bereid den raad
klaren wijn te schenken en stelde daarop
voor het stuk om bericht en raad in handen
van het college te stellen.
Voorloopig wilde hij het aanhouden tot de
aanwezigheid van Mr. Leesberg.
v. Een brief, d.d. 7 April 1930, van het
Bestuur der afdeeling Alkmaar van het Ne-
derlandsch Onderwijzers Genootschap, daar
bij haar dank betuigende voor de vaststel
ling eener verordening, regelende het toeken
nen van een belooning aan onderwijzers, die
zijn aangewezen tot plaatsvervangers van
hoofden van scholen.
Voor kennisgeving aangenomen,
w. Een brief, d.d. 8 April 1930 van A.
Oosterlee, opzichter bij het Bouw- en Wo
ningtoezicht, omtrent het voorstel betreffen
de hergroepeering ambtenaren en werklieden.
Te behandelen bij punt 6.
x. Een brief dd. 8 April 1930, nr. B. B.
648 van het Bestuur van den Bond van
Technische ambtenaren in overheids- en in
semi-overheidsdienst te 's Gravenhage, om
trent het voorstel betreffende.hergroepeering
ambtenaren en werklieden.
Te behandelen bij punt 6.
ij. Een brief d.d. 8 April 1930, van K
Hoogeboom, daarbij ontslag nemend ah
lid der Commissie van bijstand voor Open
bare werken.
Te behandelen bij punt 4.
z. Een verzoek dd. 8 April 1930, van het
lid van den raad Mej. N. Carels, om aan
Burgemeester en Wethouders vragen te mo
gen stellen omtrent de inrichting van een
schoolbioscoop.
Aan het einde van de agenda,
aa. Twee brieven d.d. 8 April 1930, van
de Besturen der Onderafdeel ing Alkmaar en
Omstreken van den Ned. Bond van Ge
meente-ambtenaren en het Nationaal Ver
bond van Gemeente-ambtenaren, omtrent het
voorstel betreffende hergroepeering ambte
naren en werklieden.
Te behandelen bij munt 6.
Mr. Leesberg en de heer Klaver komen
ter vergadering.
AANVULLING VAN COMMISSIEN.
Voorgesteld wordt over te gaan tot de be
noeming van 2 leden der commissie voor het
ontwerpen van strafvereordeningen (vac. G
Veen en Mr. Kusters).
Benoemd werden de heeren v. Drunen en
Geels.
Een lid der commissie van bijstand voor
onderwijs (vacature Mr. Kusters).
Benoemd werd de heer Keesom.
Een lid der commissie van Bijstand voor
het Grondbedrijf (vac. G. Veen).
Benoemd werd de heer v. Drunen.
Een lid der commissie van Biistand voor
het Sportpark (vac. Mr. Kusters).
Benoemd werd de heer Geels.
Een lid der commissies van overleg voor de
ambtenaren en voor de werklieden der ge
meente (vac. Mr. Kusters).
Benoemd werd de heer Geels.
Voorts werd besloten den heer H v. Dru
nen zitting te doen nemen in de 4e en den
heer Geels in de 2e afdeeling.
BENOEMING VAN EEN TIJDELIIK
LEERAAR AAN DE HANDELSSCHOOL
Benoemd werd de heer T. T. Hultzer.
VOORSTEL TOT HET VERLEENEN
VAN ONTHEFFING VAN ART. 28 DER
BOUW- EN WONINGVERORDENING
TEN BEHOEVE VAN DEN BOUW
VAN EEN WARENHUIS OP EEN
TERREIN AAN DEN HEILOOERDIJK
Conform besloten.
VOORSTEL TOT WIJZIGING DER
ALG. POLITIEVERORDENING VOOR
ZOOVER BETREFT DE BOTERMARKT
Het in bijlage 37 gedane voorstel pu
bliceerden wij lee-ls eerder.
Conform besloten.
VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN
HET VERSLAG INZAKE KINDER
VOEDING EN -KLEEDING.
Het in bijlage 35 gedane voorstel werd
reeds eerder gepubliceerd
Conform besloten.
VOORSTEL TOT VERLENGING VAN
DEN GELDIGHEIDSDUUR VAN DE
VERORDENING BETREFFENDE HET
VASTRECHTTARIEF VOOR DE LEVE
RING VAN ELECTRISCHEN STROOM
IN WOONHUIZEN.
B. en W. schrijven in bijlage nr. 36:
In de op 4 October 1928 vastgestelde
verordening, betreffende het vastrecht
tarief voor de levering van electrischen
stroom in woonhuizen, is bepaald, dat
de verordening behoudens handhaving
vervalt op 1 April 1930.
Op dit oogenblik zijn er 240 verbrui
kers volgens dit tarief. Aangezien echter
slechts 25 verbruikers van electrische
tarief hebben, kan over de proef nog
geen oordeel worden uitgesproken. B. en
W. geven den Raad daarom, in afwach
ting van de daaromtrent later te nemen
definitieve beslissing, in overweging,
den termijn, bepaald in het Raadsbesluit
van 4 Octcber 1928 (gemeenteblad nr.
1109), te verlengen tot 1 Juli 1931, den
datum waarop eveneens eindigt de gel
digheidsduur der op 23 Mei i929 vast
gestelde verordening betreffende het
vastrechttarief voor winkels en derge
lijke.
Conform besloten.
VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DEN
DATUM WAAROP EENIGE
JAARMARKTEN WORDEN GEHOUDEN
B. en W. schrijven in bijlage no. 37
Krachtens art. 2 der Verordening op de
Veemarkten (Gemeenteblad nr. 881) worden
jaarlijks gehouden:
a. voor naarden één vóór- en twee na-
jaarsmarkten, respectievelijk op den lsten
Woensdag na den 3en Maandag in April
op den len Maandag in September en den
laatsten Woensdag in October;
b. voor runderen, één vóór-, één najaars-
en één scheimarkt, respectievelijk op den 3en
Maandag in April, op den len Dinsdag en
opvolgenden Woensdag in November en op
dt.i len Woensdag na 16 November.
Het houden van sommige dezer jaarmark
ten op Maandag blijkt met het oog op de
steeds in omvang toenemende varkensmark-
ten een zeer groot bezwaar op te leveren.
De Commissie van bijstand voor het
Marktwezen heeft in verband daarmede de
wenschelijkheid betoogd om in de dagen
dier jaarmarkten eenige wijziging te doen
aanbrengen en deze voortaan niet meer te
houden op Maandag, doch de dagen voor
die jaarmarkten als volgt te bepalen:
a. de voorjaarsmarkt voor paarden, op
den laatsten Woensdag in April;
b. de voorjaarsmarkt voor underen, op
den lsten Woensdag na den 3en Maandag
in April;
c. de najaarsmarkt voor paarden, op den
len Woensdag in September..
Bij een hieromtrent ingesteld onderzoek
bleken nagenoeg alle belanghebbende orga
nisaties de wenschelijkheid van het verzet
ten dier markten van den Maandag naar
den Woensdag te deelen. Ook de Kamer van
Koophandel en Fabrieken, ter zake geraad
pleegd, hoewel het verzetten van veelal his
torisch gegroeide marktdagen in 't algemeen
niet ongevaarlijk achtende, geeft in overwe
ging, bij wijze van proef, in dit geval daar
toe over te gaan, in de verwachting dat het
marktverkeer door de voorgenomen regeling
in 't algemeen vlotter en beter zal gaan.
Wij kunnen ons, gelet op het vorenstaan
de, met het denkbeeld der Commissie wel
vereenigen en stellen U mitsdien voor vast
te stellen een nader aangegeven verordening
tot wijziging der Verordening op de Vee
markten.
Als voren.
VOORSTEL TOT GOEDKEURING
VAN DE REKENING VAN DE
ALGEMEENE BEWAARSCHOOL OVER
HET TIJDVAK VAN
1 JAN. 1928—31 MAART 1929.
Conform besloten.
VOORSTEL TOT AANKOOP VAN EEN
TWEETAL PERCEELEN VOOR DE
UITBREIDING VAN TRANSFORMATOR
STATIONS.
Als voren.
VOORSTEL TOT TOEKENNING VAN
EEN BIJDRAGE IN EENS TEN BEHOEVE
VAN DE INRICHTING VAN EEN
NIEUWE KINDERBEWAARPLAATS EN
TOT VERHOOGING VAN DE SUBSIDIE.
VERLEEND AAN DE VEREENIGING
„KINDERBEWAARPLAATS".
Het in bijlage 42 gedane voorstel publi
ceerden wij Dinsdag.
Mej. Carels sprak haar groote vreugde
er over uit, dat de bewaarplaats eindelijk eer
waardig tehuis krijgt.
Conform besloten
VOORSTEL INZAKE
HERGROEPEERING VAN
AMBTENAREN EN WERKLIEDEN.
De in bijlage 39 gepubliceerde voorstellen
plaatsten wij in het numernr van Dinsdag.
De ingekomen adressen werden mede aan
de orde gesteld.
Den heer Vogelaar deed het genoegen,
dat het college schreef, dat de commissie er
in geslaagd was de noodige voorzichtigheid
te betrachten. Het college vereenigde zich
voor het grootste gedeelte met de voorstellen
van de commissie voor het G. O. In enkele
punten, o.a. bij den schrijversrang, wordt er
van afgeweken. De overtuiging bestaat, dat
de schrijversrang kan vervallen en dat d;
laagste rang moet zijn klerk. Wie daarvoor
niet geschikt is, moet verdwijnen.
Het voorstel heeft eigenaardige bezwaren.
Spr. heeft dit nog eens nader bekeken aan
de hand van art. 5.
Het G. O. wil de niet voor klerk geschikte
schrijvers ontslaan op 21-jarigen leeftijd
Men kan de schaal voor hen dus missen,
alleen vormt het een goede uitgang voor de
salarieering van jeugdige personen.
De Nat. Bond van Gem. Ambt maakt be
zwaar en wil nog een rang beneden dien var
klerk. Voor het standpunt dat spr. zal in
nemen, wil hij de besprekingen afwachten
Hij vroeg voorts waarom de opzichters bij
P. W. in een hoogere groep komen.
Zijn de eischen voor de opzichters gelijk te
stellen met die van adjunct-commies of die
van commies?
In het algemeen wordt het technische per
soneel meer gelijk gesteld met den rang van
commies en spr. vraagt B. en W over d;
eischen aan het technisch personeel te stellen
hun oordeel.
Ten derde de hoofdzichter bij P. W.
Spr. oordeelde in deze het standpunt var
B. en W. juister dan dat van het G. O Vooi
den titel commissies-chef oelt het G. O. niet
veel. Hij vraagt of er dan wel voldoende aan
sluiting bestaat tusschen commies en ad
junct-commies. Hij wiist er op, dat dit voor
de bevordering van de ambtenaren niet be
vorderlijk is.
Ten aanzien van de werklieden be
hoorde spr. tot een meerderheid in het
G. O. die niet mede ging om de 'okers
in een hoogere groep te plaaiseri. Spr.
motiveerde zijn zienswijze nader.
Voorts oordeelde spr. dat de ambtena
ren van den Burgerlijken stand in ver
hooging niet achter moeten blijven bij
een commies.
Tegen de verhooging van den direc
teur van de lichtbedrijven had spr. geen
bezwaar. Hij wees er op dat vermeerde
ring van werk op zich zelf geen factor is
om iemand in een hoogere groep te
plaatsen, doch het werk is niet alleen
in de gv-meente vermeerderd en spr.
vraagt wat het college onder meerder
werk verstaat.
De voorzitter vestigt de aan
dacht op de volgende amendementen:
Wijziging van het ontwerp-raadsbe-
sluit:
Sub III (blz. 8N in plaats van „5 twee-
jaarlijksche verhoogregen van 195.
te lezen: „6 tweejaarlijksche verhoogin
gen van respectievelijk 165 en 160.n
Toelichting: De voorgedragen
i resrelina bleek niet geheel overeen te