EN
Uit het Parlement
Buitenland
Staatsgreep in Spanje.
132e Jaargang.
Oagelijksch overzicht.
Een mislukte poging van twee
generaals.
In Madrid heerscht rust.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
DOIDKKUAG 8 VEI 1930
Hoofdredacteur; Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Den Haag, 7 Mei 1930.
De Tweede Kamer is heden begonnen met
iferwerping van de conclusie der commissie
voor de verzoekschriften om den minister
van Arbeid in overweging te geven den heer
H. Hulsbosch, die zich bij de Kamer hat
beklaagd dat hem wegens een formeele fout
geen schadevergoeding krachtens de Onge
vallenwet was toegekend, alsnog een iiitkee-
ring toe te kennen. Met 58 tegen 25 stemmen
.werd dit voorstel afgewezen.
De voorzitter deelde hierna mede, dat de
heer L. de Visser (Comm.) de regeering wil
de interpelleer-en over de geloofsvervolging
in Rusland in verband met het antwoord dat
hij van haar had ontvangen op de door hem
gestelde vragen over de houding van de
regeering in dezen. Morgen zal daarover be
slist worden.
Na goedkeuring zonder discussie van nog
enkele conclusies kwam het ontwerp tot wij
ziging van de Gemeentewet aan de orde.
De zaak zal wel eenige dagen in beslag
nemen. Maar de algemeene beraadslagingen
waren in zeer korten tijd afgehandeld. Zij
werden geopend door Dr. Vos (Lib.), die het
noodig achtte nu reeds enkele hoofdpunten
dezer herziening te bespreken en te beoor-
deelen, zoodat de voorzitter ten slotte de
humoristische interruptie deed hooren, dat
de spreker ook wat over moest laten voor de
behandeling der artikelen. De heer Van den
'Bergh (S.D.A.P.) was daarna zoo verstandig
zich te bepalen tot een paar opmerkingen
over het partieele karakter dezer herziening
terwijl dezelfde minister in 1923 een volle
dige herziening had ingediend, die door zijn
opvolger, Mr. Kan, was vervangen door een
partieele.
Minister Ruys de Beerenbrouck ant
woordde hierop, dat hij die partieele herzie
ning had overgenomen omdat hij ervaren
had, dat de Kamer een volledige herziening
niet wenschte zijn voorstel daartoe hao
niet eens een afdeelingsverslag opgeleverd
en dat hij nu volstaan had met enkele wijzi
gingen aan te brengen in het voorstel van
zijn voorganger.
Op de opmerkingen van Dr. Vos hoopte
hij bij de behandeling van de artikelen terug
te kunnen komen. En hiermede waren de
algemeene beraadslagingen ten einde.
De eerste wijzigingen gingen na enkele
opmerkingen glad onder den hamer des
voorzitters door. Maar de wijziging van
art. 23 heeft daarop den ganschen namiddag
in beslag genomen. Dat artikel geeft een
opsomming van de gevallen, waarin het
lidmaatschap van een gemeenteraad onver-
eenigbaar is met het bekleeden van eenige
betrekkingen.
In de door de regeering voorgedragen
lezing luidde het:
„Het lidmaatschap van den Raad is onver-
eenigbaar met de betrekking van:
a. hoofd van een departement van alge
meen bestuur;
b. commissaris der Koningin in de pro
vincie;
c. lid der Gedeputeerde Staten;
d. griffier der Staten;
e. hoofdcommissaris en commissaris van
politie;
f. ambtenaar, van wege het gemeente
bestuur aangesteld, of daaraan onderge
schikt, behoudens de bevoegdheid van den
Burgemeester, die Secretaris der gemeente
is, om tevens lid van den Raad te zijn;
g. ambtenaar, met het ontvangen of uit
geven der gelden van de gemeente belast, of
aan eenige aan het gemeentebestuur onder
geschikte administratie rekenplichtig;
h. krijgsman in werkelijken dienst.
De bepaling der zinsnede f is niet van toe
passing op de ambtenaren van den burger
lijken stand, noch op artsen en vroedvrou
wen, die met de armenpractijk belast zijn.
De echtgenoot van den in dit artikel van het
lidmaatschap uitgeslotene kan evenmin lid
van den Raad zijn.
In gemeenten, waar de invordering van
eenige plaatselijke belasting geschiedt door
Rijksambtenaren, is op dezen het onder let
ter g bepaalde niet van toepassing.
Met ambtenaar in dit artikel worden ge
lijkgesteld de bezoldigde bestuurders van, of
Personen in dienst van vereenigingen, die be
oogen de geldelijke belangen van het perso
neel in dienst der gemeente bij het gemeente
bestuur voor te staan.
Onder krijgsman in werkelijken dienst
worden voor de toepassing van deze wet
met verstaan zij, die het zij krachtens wette-
h]ke verplichting, hetzij krachtens vrijwillige
verbintenis, gehouden zijn tot het met tus-
schenpoozen vervullen van werkelijken
dienst".
Van alle kanten is tegen verschillende
ahneas van dit artikel geprotesteerd en ach
tereenvolgens werden vijf amendementen er
°P verdedigd.
,j de eerste plaats lichtte de heer Boon
i j 1 een amendement toe om de krijgs
lieden in werkelijken dienst niet uit den
«aad te bannen.
vJii* ffing vroeger nog, toen men het beter
üud £<*n militairen van verschillenden rang
naast of tegenover elkaar te stellen, nu was
daar geen reden meer voor. Maar van an
dere zijde en ook door den minister werd
hiertegenover opgemerkt, dat men de poli
tiek uit het leger moest houden, dat verschil
in militairen rang toch ook nog moeilijk
heden kon opleveren en dat een militair ge
makkelijk uit den Raad kan worden wegge
werkt door overplaatsing, waaraan hij altijc
bloot staat. Bij stemming is dit amendement
verworpen met 57 tegen 20 stemmen.
Tegen de uitsluiting van den of de echt
genoot van een uitgeslotene protesteerde
de heer Van den Bergh (S.D.A.P.), maar in
het bijzonder van Katholieke zijde werd' zijn
protest beantwoord met de opmerking, dat
man en vrouw één zijn en het daarom ver
standig is ook de wederhelft buiten den
Raad te houden. Het voorstel tot schrapping
werd met 46 tegen 32 st. verworpen.
Een amendement van den lieer De Wilde
(A.R.) om, nu onderwijzers bij het openbaar
onderwijs zijn uitgesloten omdat zij ambte
naren zijn, ook het personeel bij het bij
zonder onderwijs onbenoembaar te verkla
ren werd zonder stemming als volkomen ra
tioneel aanvaard.
De heer Lingbeek had met enkele andere
leden van verschillende richting voorgestelc:
om geestelijken en bedienaren van den
godsdienst niet benoembaar te verklaren
Zijn hekel tegen de katholieke geestelijkheid
bleek hem daartoe gedreven te hebben. De
minister bestreed het voorstel echter door te
verwijzen naar de Grondwet en de Prov.
Wet, waaruit juist dergelijke bepalingen zijn-
geschrapt. Hij vond het volkomen logisch de
uitbanning nu ook uit de Gemeentewet te
doen verdwijnen. De Kamer verklaarde met
56 tegen 22 stemmen het daarmee eens te
zijn.
Het hardst is er gestreden tegen de be
paling, dat uit den Raad zullen geweerd wor
den personen in dienst van ambtenaarsver-
eenigingen, de zoogenaamde „vrijgestelden"
De heer Van den Bergh had schrapping van
die bepaling voorgesteld en zijn partijgenoot
Vliegen heeft dit met vuur verdedigd. Hij
werd door velen gevolgd, zoowel door ver
tegenwoordigers van burgerlijke partijen als
door den communist L. de Visser, die weer
bijzonder heftig te keer ging tegen de uit
sluitingsbepaling. Met name wees men er
op, dat de bepaling zoo gemakkelijk kon wor
den ontdoken, ook omdat zij zoo slecht was
geredigeerd en dat een vrijgestelde waarlijk
nog niet als een voor de gemeenschap ge
vaarlijk mensch was te beschouwen. Vele
vrijgestelden vindt men trouwens niet in de
Raden, ten hoogste een achttal. Minister
Ruys wees er op, dat de commissie-Oppen-
heim in haar rapport hetzelfde had1 voorge
steld en dat hij het denkbeeld ook reeds in zijn
voorstel van 1923 had opgenomen. Maar de
Kamer wilde er niet van weten en na ampele
discussie is het voorstel-Van den Bergh tot
schrapping aangenomen met 48 tegen 30
stemmen.
Na nog enkele artikelen van het wijzi-
gingsontwerp zonder discussie te hebben
aangenomen is de Kamer tot morgen uiteen
gegaan.
DE TAALSTRIJD IN BELGIE.
Het stond er gister zoo simpel, het bericht
over de veroordeeling van den jeugdigen
Vlaming, die een hem als militair in het
Fransch gegeven bevel niet had willen op
volgen en deswege tot drie maanden werd
veroordeeld. En toch beteekent dit bericht
zoo heel veel voor den taalstrijd in België.
Men had deze veroordeeling niet verwacht
na de zooveel mildere houding der regee
ring tegenover Vlaanderen, waarbij de hoo-
geschool te Gent werd vervlaamscht. Daar
mee meende men immers, dat het einde van
dezen strijd was gekomen met een overwin
ning van Vlaanderen voor zijn recht. De
wet op de twee-talige bevelvoering in het le
ger, die in 1931 in haar geheel zou worden
ingevoerd, sterkte de onverdroten propagan
disten in hunne meening.
Geen wonder dus, dat de veroordeeling
van den milicien De Leeuw, die een principi-
eele houding aannam en deed alsof hij het
Fransch niet verstond, een storm van veront
waardiging opwekte, te meer omdat de
zwaarst mogelijke straf dezen jongeman is
opgelegd, niettegenstaande de auditeur-mili
tair bij den krijgsraad slechts één maand
had geëischt.
Er is in de Belgische Kamer dan ook
reeds geïnterpelleerd. De afgevaardigde van
de Frontpartij, Vos, vroeg de onmiddellijke
vrijlating van den martelaar en hij werd
daarbij gesteund door oud-minister Huys-
nians.
Ook de leider der katholieke partij, minis
ter van de Vyvere, hoewel den minister van
landsverdediging steunende, keurde de hou
ding van De Leeuw niet af. Over de inge
diende moties eenerzijds door de Vlaamsche
nationalisten en andere zijde door de regee-
ringspartijen zal heden Donderdag gestemd
worden.
Natuurlijk heeft de minister zich geschaard
aan de zijde van den krijsraad te Luik. De
onwillige soldaat behoorde bij de lichting
1929 cn pas voor .de militie-klasse van 1930
eeldt de bepaling, dat zii in 't Nederlandsch
zal worden opgeleid. Formeel zal de minister
dus wel gel-ijk hebben, als hij zegt, dat de
zaak aan den rechter moet worden overgela
ten, maar het lijkt den buitenstaander toch
wel een al te angstvallig vasthouden aan de
letter der wet. Instemming kan dan ook vin
den de interruptie in de Kamer op de woor
den van den minister: „Er moet in het leger
tucht heerschen". Met hun: „Er moet ook
recht heerschen" hebben de socialisten en na
tionalisten veler meening weergegeven.
De Belgische Standard heeft in felle be
woordingen het Luiksche vonnis becritiseerd
en den nadruk gelegd op den geest van
„Das Militar", die tegenover de Vlamingen
nog absoluut niet schijnt veranderd te zijn.
In regeeringskringen schijnt men intus-
sche ook al onrustig te zijn geworden.
Men vergeet er niet, dat daags vóór het
Paaschreces de regeering in de Kamer een
nederlaag leed toen zij zich tegen het onmid
dellijk aan de orde komen, na het reces, van
de interpellatie-Vos over de kwestie De
Leeuw verzette en vreest nu wel eenigszins,
dat de stemming over de ingediende moties,
tegen haar zou kunnen uitvallen. Ook om
den weerklank, welken een zaak als deze in
dit Belgisch jubeljaar in het buitenland heeft,
maakt men zich bezorgd.
Het hedenmorgen ontvangen bericht over
de vrijlating van den veroordeelden De
Leeuw wijst erop, dat de regeering niet ten
volle verzekerd is, dat het vonnis in den
krijgsraad voldoet aan den eisch van recht
naar den geest der wet. Nu de jongeman gis
teravond uit de gevangenis is ontslagen, zal
de stemming over de motie ongetwijfeld mil
der zijn.
Voor de Vlamingen, die in den groolen
oorlog getoond hebben, hun land trouw te
willen dienen, is het ongetwijfeld te hopen,
dat eindelijk hun strijd voor hun taal en
volksaard met een erkenning door de regee
ring wordt bekroond.
In de vroege ochtenduren werd hedenmor
gen bekend dat de generaals Martinez Ani-
do te Madrid en Barrero te Barcelona in den
loop van dezen nacht voornemens waren, de
regeering Berenguer met de hulp van de mi
litairen in beide genoemde steden, voorname
lijk de huzarenregimenten, ten val te bren
gen. Zij konden hun plannen echter niet ten
uitvoer brengen, aangezien het grootste deel
van beide garnizoenen weigerde er aan deel
te nemen. Toen de regeering van het gevaar,
waarin zij zich bevond, op de hoogte werd
gesteld, liet zij onmiddellijk de beide gene
raals in hun woning arresteeren, waar zij
voorloopig onder bewaking mochten blijven.
Bijzonderheden over de voorbereiding van
de staatsgreep zijn nog niet bekend, doch
het staat vrijwel vast dat de studentenonlus
ten van de laatste dagen, waarbij ook een
huzaren-officier levensgevaarlijk werd ge
wond, de onmiddellijke aanleiding er toe zijn
geweest.
Zoodra de autoriteiten het geval verna
men, kwamen in de woning van den voorma-
ligen minister Villanueva de professoren Ma-
ranon en Sanchez Roman, de voormalige
minister Sanchez Guerra en Malquiades Al-
varez, de generaals Riquelme en Aguilera en
de leiders der republikeinen Lerroux en Do
mingo bijeen om de situatie te bespreken.
Zij besloten in geval de staatsgreep zou luk
ken tot het uiterste tegenstand te bieden, wat
in dit geval straatgevechten zou hebben be-
teekend. In verband hiermede wordt van
welingelichte zijde vernomen, dat de koning
voornemens zou zijn, zoo spoedig mogelijk
een liberale regeering te vormen, met als mi
nister-president den voormalige minister
Santiago Alba, die tijdens de dictatuur in
verbanning te Parijs was en met graaf Ra-
manones als parlementsvoorzitter.
Te Madrid heerscht op het oogenblik vol
komen rust.
Uit Salamanca wordt gemeld dat de stu
denten aan de universiteit aldaar den terug
gekeerden professor Unamuno op enthou
siaste wijze hebben ontvangen, waarbij een
gedenksteen voor Primo de Rivera en voor
den minister van onderwijs onder Primo s
bewind werden vernield.
DE ACTIE VAN GANDHI.
De onlusten te Delhi.
Met betrekking tot de gebeurtenissen van
Dinsdag te Delhi hebben de autoriteiten te
Simla een officieele verklaring uitgegeven.
Een afdeeling politie, aldus wordt medege
deeld, die per vrachtauto vervoerd werd, ge
raakte tusschen 'n troep opstandelingen en
werd met 'n hagelbui steenen bekogeld. Een
beambte werd door de menigte door de stra
ten achtervolgd. Troepen en pantserwagens
werden daarna gerequireerd om de orde te
lerstellen. De bij deze ongeregeldheden ge
leden verliezen worden in totaal op 300 ge
raamd. De incidenten begonnen, toen de
arbeiders poogden voor de regeerjngsgebou
wen posten neer te zetten. De plaatsvervan
gende chef van het politiecorps werd even
eens aangevallen, doch hij werd spoedig
door de politieversterkingen ontzet. Later
werd een aanval ondernomen op een drietal
wagens vol politiebeambten. Een der wagens
werd door het gepuepel omsingeld. De pogin
gen om de in ingesloten politiedienaren te be
vrijden, mislukten, waarop een versterkings-
afdeeling een salvo op de menigte opende. De
politie had 6 gewonden. Het aantal dooden
aan inlandsche zijde is niet bekend.
Aanval op politiepost.
De menigte heeft een poging gedaan twee
gearresteerde vrijwilligers, die in het politie
posthuis te Ranaghat waren opgesloten, te
bevrijden. De ijzeren deuren werden ver
nield, verschillende agenten en douanebe
ambten werden gewond. Er zijn 25 personen
gearresteerd.
Een rede van Patel.
In een rede voor honderdduizend personen
verklaarde Patel, de afgetreden voorzitter
van de Wetgevende Vergadering, dat de so
ciale boycot van ambtenaren een zeer doel
treffend wapen was, evenals het niet-betalen
van grondbelasting. Hij zeide verder, dat
men de regeering op alle fronten moest be
kampen. Dezen keer moest men zijn vrijheid
verwerven.
Aan een N.T.A.-bericht ontkenen wij nog
dat Patel zijn toehoorders aanspoorde, voor
loopig een passieve houding aan té nemen en
vervolgens het program uit te voeren, dat
Maandag a.s. door het comité van het natio
naal congres zal worden vastgesteld. Hij
verklaaide later, dat hij den boycot van Brit-
sche waren en van alle buitenlandsche stof
fen in het bijzonder voor belangrijker hield
dan de rest van het congresprogram.
Marsch naar een zoutdepót.
Uit Surath wordt gemeld dat thans een
marsch wordt voorbereid naar het zout
depót Dharasaha, waaraan Gandhi's zoon
Manibal zal deelnemen. De leiding berust bij
den opvolger van Gandhi, den voormaligen
rechter Adhas Tyhji die een groote menigte
aanhangers uit verschillende deelen van Indië
naar Dharasaha zal brengen.
DE ONTWAPENINGSCOMMISSIE.
Tegen 3 November bijeengeroepen.
De voorzitter van de Ontwapenings
commissie van den Volkenbond, de Neder-
landsche gezant te Parijs jhr. Loudon heeft
thans officiéél de ontwapeningscommissie te
Genève op 3 November a.s. bijeengeroepen.
Het secretariaat van den Volkenbond publi
ceert den brief van jhr. Loudon, aan de in de
ontwapeningscommissie vertegenwoordigde
regeeringen. Daarin verklaart Loudon dat hij'
de medeedeling van den Britsche eerste mi
nister MacDonald dato 21 April over de Lon-
densche vlootconferentie heeft onderzocht en
kennis heeft genomen van de meeningen der
in de ontwapeningscommissie vertegenwoor
digde regeeringen omtrent het tijdstip voor
het bevatten van de werkzaamheden der com
missie. Daardoor was hij tot de meening
gekomen dat een bijeenkomst der ontwape
ningscommissie nog in den loop van den zo
mer op groote moeilijkheden zou stuiten,
waardoor het werk van" de commissie ge
schaad zou kunnen worden.
Uit deze overweging achtte hij het 't best
rekening te houden met de meening van de
meerderheid van de commissie en het tijdstip
van de komende zitting der ontwapenings
commissie te bepalen op 3 November a.s.
DE HERSTELLEENING.
De rentevoet vastgesteld.
De te Parijs in conferentie bijeen zijnde
vertegenwoordigers van de Bank voor Inter
nationale Betalingen en van de ministeries
van financiën der crediteurenstation en het
Duitsch ministerie van financiën, hebben gis
ter de besluiten der bankiersconferentie aan
genomen. De Youngobligaties zullen een
rentevoet van 5 Vi pCt. hebben. De leenings-
stukken zulten in 35 jaar geamortiseerd wor
den.
De distributie onder de betrokken mogend
heden zal op de reeds bekende wijze geschie
den.
Men neemt aan, dat de Bank voor Inter
nationale Betalingen hare werkzaamheden op
15 Mei aanvangen.
Na de afzonderlijke besprekingen van gis
ter werd een plenaire zitting gehouden, die
verscheidene uren geduurd heeft. De bespre
kingen liepen over de kwestie van de delging
van de Young-leening, welke zooals men weet
35 jaar in beslag zal nemen.
DE ARBEIDERSRELLETJES IN
NOORWEGEN.
Met betrekking tot de arbeidersrelletjes
wordt nog nader vernomen, dat meer dan
100 politiebeambten uit Oslo naar het Gud-
brandsdal zijn uitgezonden. Er zijn verschei
dene arbeidersleiders gearresteerd. De poli
tie heeft het gebied van de onlusten geïso
leerd.
'S KONINGS TWINTIGJARIGE
REGEERING.
Een huldiging door MacDonald.
MacDonald heeft gistermorgen te Man
chester den eersten steen gelegd voor een
nieuwe openbare bibliotheek vlak bij het
raadhuis. Aan het noenmaal, dat er op volg
de, stelde de burgemeester den toost op den
koning in, dien MacDonald beantwoordde.
De premier zeide, dat in de twintig jaar zij
ner regeering de koning dagelijks zijn be
langstelling had getoond in het wel en wee
van zijn volk en dat al zijn regeeringsdaden
slechts werden bepaald door zijn wensch om
den toestand, in welken het volk leefde, te
verbeteren.
HET MATSCHEK-PROCES.
Foltering van gevangenert,
Het hoogverraad-proces tegen Matschek
c.s. is gister voortgezet. De verdachte Po-
pitsch, een student, is door de instructie zoo
van streek geraakt, dat hij zijn gedachten
ternauwernood onder woorden kon brengen.
Ook hij herriep de voor de politie afgelegde
verklaringen, die hem alle afgedwongen zou
den zijn. Van den overste Begitsch zeide hij
nimmer geld te hebben ontvangen, dat van dr.
Matschek afkomstig was
De volgende verdachte, de handelsemplloyé
Gasperitsch, herriep eveneens zijn voor ae
politie afgelegde verklaringen. Hij zeide
door de politie mishandeld te zijn. Men had
hem eerst opgehangen en vervollgens op er
gerlijke wijze mishandeld. Nog thans heeft
hij van de gevolgen te lijden.
HET EEUWFEEST VAN ALGIERS.
Een historische gebeurtenis.
Het verblijf van den Franschen president
Doumergue in Algiers is een aaneenschake
ling van feesten en plechtigheden. Een van
de kleurigste is de wapenschouw in Sidi-Fer-
ruch gewees.t De president had zich per auto
naar Boufarik begeven, op dertig K.M. af
stand van Algiers gelegen, waar de eerste
Franschen in 1830 het kolonisatiewerk on
dernamen. Daar is thans een monument ont
huld, dat de groote figuren uit die dagen
symboliseert. Het is een lange muur, herin
nerend aan den Mur de la Confédération te
Genève, waarop de figuren zijn afgebeeld.
SCHENDING VAN STANDBEELDEN.
Een gedenkteeken voor Ebert
verdwenen.
De gemeente Berlinchen in de Neumark
had na den dood van Ebert een gedenktee
ken voor den eersten rijkspresident opge
richt. Onverlaten hebben nu het borstbeeld
van het voetstuk gelicht en het vermoedelijk
in een naburig meertje, de Kopf-See ge
gooid. Van de dares ontbreekt elk spoor.
Een standbeeld van Luther
bezoedeld.
Het standbeeld van Luther te Flamburg
is door communisten met roode verf bezoe
deld.
ZWAAR ONWEDER BOVEN
BERLIJN-
Slagregens veroorzaken over»
stroomingen.
Gistermiddag tegen halfvijf ontlastte zich
boven Berlijn een buitengewoon zwaar on-
weder, gepaard gaande met hevige slagre
gens, die in vele deelen der stad overstroomin-
gen veroorzaakten. In de binnenstad liepen
tallooze kelderwoningen vol, die alle door de
brandweer leeggepompt moesten worden. De
bekende Tiergarten stond overal blank.
Het noodweer is het hevigste geweest der
laatste jaren. Niet alleen in de stad zelf, doch
ook in de voorsteden heeft de inslaande blik
sem aanzienlijker schade aangericht. De ha
gel heeft de bloeiende boomen rondom Berlijn
zwaar gehavend. In enkele straten was het
verkeer gedurende een vol uur gestremd. Op
sommige plaatsen stond hier het water 1
M. hoog. De brandweer had het ongelooflijk
druk. In twee uur werd 200 maal gealar
meerd.
Tijdens het hevigst van het onweer landden
op het vliegveld Tempelhof 3 vliegtuigen
vlot. Twee waren afkomstig uit Londen, ééD
uit Munchen.
POINCARE WEER HERSTELD.
Maandag heeft Poincaré na een periode
van lange rust, welke de operaties, waaraan
hij zich had onderworpen, hadden geëischt,
zijn openbare werkzaamheid hervat. Te Bar-
!e-le-Duc heeft hij de voorjaarszitting van
den algemeenen raad van het Maas-departe
ment, welks voorzitter hij sinds jaren is, ge
opend. De leden van den raad en het publiek,
dat in grooten getale naar de vergaderzaal
was gestroomd, hebben staande Poincaré bij
zijn verschijning langdurig toegejuicht.
Maginot, de minister van oorlog, lid van
den raad; de prefect van het Maas-departe
ment en Honoré, voorzitter van de financi-
eele commissie, hebben hartelijke woorden
gesproken, waarvoor Poincaré bewogen
heeft dank gezegd.
OPLICHTER GEARRESTEERD.
Valsche wissels in omloop gebracht.
Terzake van wisselvervalsching is gearres
teerd de koopman Hermann Bruhn, die zich
te Lübeck onder een valschen naam gevestigd
had. Om allerlei transacties te kunnen uitvoe
ren, waarvoor hij niet de middelen bezat,
trachtte hij onder valsche firmanamen bij ver
schillende banken crediet te krijgen. Hij had
reeds voor een bedrag van 200.000 Mark aan
wissels in omloop gebracht, welke te Lubeck
en Hamburg in beslag zijn genomen. De ge
arresteerde, die op deze wijze vooral veel
graanfirma's ernstig heeft benadeeld, heeft
reeds een 7-tal jaren gevangenisstraf achter
den rug,