HhMisiht Coorail. DE VERDWENEN DELORA. Onderzoek van Verlofgangers. Honderd iwee en dertigste Jaargang, Donderdag Mei KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR HOLLAND's NOORDERKWARTIER. Ko. 108 193°- Radio-hoekje Vrijdag 9 Mei. Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) iO._lO.15 Morgenwijding. 12.—2.— Con cert. Het A. V. R. Ó.-Kwintet. 2.05—2.45 Uitz. voor scholen. 2.453.Gramofoonpl. 3_4.Maak het zelf! cursus. 4.305. Gramofoonpl. 5.5.30 H. J. Jordan: Kam peeren. 5.30—6.Concert. Omroeporkest. OTijdsein. DaarnaVervolg concert. 6.30 Koersen. 6.45—7.15 Spaansch: Beginners. 7.15—7.45 Cursus vanwege het Onderwijs fonds voor de Binnenvaart. 7.45—8.Gra mofoonpl. 8.018.15 Gramofoonplaten. 8.15 Aansluiting van het Philips' Ontspannings gebouw te eindhoven. Uitz. van het Orato rium „Der Messias" van Handel. Solisten, koor, het versterkt Utrechtsch StedelijkOr kest. In de pauze: „Kunnen menschen in de wereldruimte reizen". Na afloop persberich ten en gramofoonplaten. 12.Sluiting. Huizen, 1875 M. 10.30— 11.— N. C. R. V. Ziekendienst. 11.3012.K. R. O. Gods dienstig halfuurtje. 12.0112.15 Politieber. tl2.15—-115 K. R. O. Concert. Het K. R. O.. ITrio. 1.152.K. R. O. Gramofoonplaten. .2—3.— Gramofoonpl. K. R. O. 4.-5 N. C. R. V. Chr. Liederenuurtje. 5.6.30 N. C. R. V. Concert, het „Deltsch Trio", viool, cello en piano. 6.30—7.— K. R. O. Gramo foonplaten. 7.7.30 K. R. O. Kapelaan Gerh. de Deus: „De Roomsch-Katholieke Verkenners". 7.30 V. P. R. O. Persber. 7.45 Politieber. 7.50 V. P. R. O. A. J. Fehr: De IVrije Gemeente. 8.20 V. P. R. O. Concert. (Henk van Wezel, cello. Hendr. Andriessen, piano. Mej. Hans Gruys, zang. 8.55 V. P. R. O. Prof. Dr. G. J. Heering: Indrukken van Amerika. I. Land en Volk. 9.35 V. P. R. O. Vervolg concert. 10.05 V. P. R O Voor- drachtiuit het werk van Guido Gezëlle. 10.25 v. i K. O. Vervolg concert. lOos T't' n' I5^i r^' Morgenwijding. J.ool A ^ii 20 poneert. M. Stotesbuiy, door Rev G %'denifam' Kes.^ ultz^vno^l!1'! 12'o0oAr,arnoft>°nPlaten. 1 50 concert 2.50 Koor- tie Sn i -0rk^°^ert- 4 35 Kinderuur. tje. 5.20 Lering. 5.35 Nieuwsber. 6.Piano- nl 6.206.40 Lezing. 6.45 Phuuf; Kamermuziek. C. Jaeckel, zang. r Hilharm°nic-Trio. 8.20 Nieuwsber. 8.45 vin"5i, 5'~^lver5i°ns-lX met medewerking van orkest. 10.— Dansmuziek. 10.20—11.20 Dansmuziek. Langenberg, 473 M. 6.25-6.50 Gramo foonplaten. 6.50—7.50 Orkestconcert. 9.35 ^amofoonplaten. n.30 Gramofoon- '3-25—1.50 Orkestconcert. 4.50— 5.50 Concert. Orkest en liedjes bij de luit. --5 Zevende Symphonie voor soli, gemengd koor, kinderkoor, orkest en orgel van Gustav .M ah lep. Daarna tot 11.20 Dansmuziek. Parijs ,JïadH)-Paris"1725 M. 11.20 Gra mofoonpl. 11.50 Gramofoonpl. 3.05 Orkest concert en soli. 8.05 Orkestconcert. 8.50 Con cert. Koor, orkest en solisten. Brussel, 508.5 M. 4.20 Trio-concert. 5.55 Gramofoonpl. 7.35 Orkestconcert en zang. Moskou, 938 M. (Netlo Cyclus 326 M.) 8.— Amsterdamsche tijd, 8.40 Antwerpsene tijd. Het programma van dien avond-luidt: De resultaten van het eerste halve jaar van het tweede jaar van het Vijf-jaars-plan. Zaterdag 10 Mei: Concert, Russische mu ziek uit de XlXe eeuw. (De toespraak wordt in het Hollandsch uitgezonden). Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Orkest concert. 2.-4.— Orkestconcert en declamatie. 4—5— Kinderuurtje. 7.35—9.35 Concert. Orkest en solisten. 9.55—11.50 Dansmuziek. Zeesen, 1635 M. 5.5011.20 Lezingen. 11.20—12.15 Gramofoonpl. 12.15—12.50 Berichten. 1.20—1.50 Gramofoonplaten. 1.50—3.50 Lezingen. 3.50—4.50 Concert. 4.507.50 Lezingen. 7.50 Herdenking van Friedrich Schiller. 9.50 Kaartspelen: Rom- mé. Daarna orkestconcert. (Art. 41, 3e lid, der Dienstplichtwet). Het onderzoek van verlofgangers der lich tingen 1918 en 1921 zal plaats hebben op DINSDAG 24 Juni 1930 te Alkmaar, in het gebouw „de Nieuwe Doelen", Doelenstraat 3, voor hen, wier geslachtsnaam aanvangt met een der letters: Lichting 1918: A. t/m. H. 9 uur; I. t/m. M. 10 uur; N. t/m. R. 11 uur v.m.; S. 11.45 uur; T. t/m. Z. 1.15 uur n.m. Lichting 1921: A. t/m. R. 1 uur; S. t/m Z. 3 uur. Aan het onderzoek moeten deelnemen de tot de landmacht behoorende groot-verlof gangers, ingelijfd voor een der lichtingen 1918 en 1921. Zij, die voor een dezer lichtingen zijn in gelijfd, maar ten gevolge van uitstel of om een andere reden tegelijk met een latere lich ting de eerste oefening hebben volbracht, moeten zich niettemin aan het onderzoek on derwerpen, voor zoover zij althans niet be- hooren tot hen, die daarvan zijn vrijgesteld Aan het onderzoek moeten ook deelnemen de dienstplichtigen van de genoemde lichtin gen, die een vrijwillige verbintenis hebben aangegaan a. als verzorger bij den rij kspostduiven- dienst; b. als hoefsmid bij de infanterie; c. als smid-bankwerker bij de voormalige éefenings-houwitsercompagnie d. in verband met erkende gewetensbe zwaren. WIE NIET BIJ HET ONDERZOEK BEHOEVEN TE VERSCHIJNEN. Aan het onderzoek nemen niet deel zij: a. die hun eerste oefening nog niet hebben ♦olbracht; b. die in dit jaar, vóór den voor het onder zoek bepaalden dag, in werkelijken dienst zijn geweest uit anderen hoofde dan bij wijze van straf; c. die bestemd zijn om in dit jaar voor her halingsoefeningen in werkelijken dienst te komen; d. die elders wonen dan in Nederland; e. die zich buitenslands bevinden ter uit oefening van de zeevaart (hieronder niet be grepen de zeevisscherij) die de binnenvaart uitoefenen op andere landen en zich voor dit doel in een dier lan den ophouden; g. die ingevolge de geldende bepalingen geheel zijn vrijgesteld van opkomst in werke- FEUILLETON. Door E. PHILLIPS OPPENHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER. 59) „Ga verder", verzocht Louis, zijn wenk brauwen fronsend. „Nu dan, gisteravond", vervolgde ik, kalm voortpratend, „riep mijn oudste broeder die op het oogenblik te Londen vertoeft mij per telefoon in mijn villa te Norfolk op. Hij deel- de mij mede, dat hij even te voren een tele gram van onzen broer Dicky had ontvangen omtrent den heer Delora. Hij drong er sterk °P aan, dat ik van morgen naar Londen zou gaan. Intusschen", liet ik er op volgen, „zou ik wel een portie Riz Diane willen hebben." Louis keek een oogenblik alsof hij mijn on schuldig verlangen naar een portie Riz Lnane naar het diepst van de hel verwensch- te. Maar het was waarlijk bewonderens- waardig zooaN hij zichzelven weer meester werd. Hij haalde diep adem en boog om aan te geven, dat aan mijn verlangen zou worden oJdaan. Hij riep een kellner en gaf dezen oerige '"structies in zake mijn bestelling, vervolgens keerde hij naar mij terug. "~ou mijnheer de vriendelijkheid willen .ben. raij den inhoud van dat telegram me de te deelen?" »Ik denk er niet aan, Louis. Ik zou niet eten wat het je aangaat. Ik wil je alleen j~£8en, dat het van het grootste gewicht is, ik zoo spoedig ojpgejijk. hier_{?elo£a_ lijken dienst in geval van oorlog, oorlogsge vaar of andere buitengewone omstandighe den; h. die als vrijwilliger behooren tot een der landstormkorpsen Motordienst, Vaartuigen dienst of Spoorwegdienst; i. die na hun ontslag als reserve-officier in de hoedanigheid van gewoon dienstplich tige tot het leger zijn blijven behooren. WIJZE VAN VERSCHIJNING. De verlofganger moet bij dit onderzoek verschijnen in uniform gekleed en bovendien voorzien van de overige tot zijn uitrusting be hoorende goederen, voor zoover deze hem zijn uitgereikt of door hemzelf zijn aange schaft. Hij moet, zoo mogelijk, op eigen schoenen bij het onderzoek verschijnen. ONDERWORPENHEID AAN BEVELEN De verlofganger staat niet alleen geduren de den tijd, dien het onderzoek duurt, maar ook zoolang hij ter gelegenheid van het on derzoek in uniform gekleed is, onder de beve len van den autoriteit, die 't onderzoek houdt, zoodat, indien hij ongeregeldheden pleegt of zich aan een strafbaar feit schuldig maakt, hetzij bij het gaan naar de plaats, voor het onderzoek bestemd, hetzij gedurende het on derzoek of bij het naar huis terugkeeren, hij te dier zake kan worden gestraft volgens het Wetboek van Militair Strafrecht en de Wet op de Krijgstucht. NALATIGHEID. Een streng of een licht arrest van ten hoogste zes dagen kan worden opgelegd aan den verlofganger, die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt of, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden niet aan zijn hierboven omschreven verplichtin gen voldoet. Onverminderd deze straf kan de verlof ganger, die zich schuldig maakt aan een der bedoelde feiten of wiens goederen bij het on derzoek blijken niet in den vereischten staat te verkeeren, worden verplicht om op een na der te bepalen tijd en plaats te verschijnen of opnieuw te verschijnen tot het ondergaan van een onderzoek. De verlofganger, die, opgeroepen voor laatstbedoeld onderzoek, daarbij zonder gel dige reden niet verschijnt of daarbij in ander opzicht zijn verplichtingen niet nakomt, kan in werkelijken dienst worden geroepen voor den tijd van ten hoogste twee maanden. VERHINDERING. Ingeval ziekte of gebreken de deelneming aan het onderzoek mochten verhinderen, dient daarvan zoodra mogelijk ter gemeente secretarie te worden overgelegd een genees- opduik." „Maar als dat niet lukt?" vroeg Louis haastig. „Dan geloof ik, dat het 't verstandigst is mij tot het Brazliaansche gezantschap te wenden." Ik kreeg een oogenblik o, maar een heel kort oogenblik, den indruk, dat ondanks dat de zaal druk bezocht was en Louis in hoogst beleefde houding bleef staan, mijn leven ge vaar liep. Er flikkerde iets geweldig venij nigs uit zijn oogen en ik las daaruit zijn hartstochtelijk verlangen om mij van het aan gezicht der aarde te doen verdwijnen. Maar ik praatte kalm door: „Natuurlijk zou het mij wel zoo lief zijn, als ik zelf den heer Delora kon vinden. Er is een punt waaromtrent ik een opheldering van hem moet hebben." „Het zal nog wel een twintig minuten du ren voor mijnheer met zijn lunch klaar is", zei Louis kalm. „Daarna kom ik bij mijn heer terug." „Ik vind het altijd aapgenaam een praatje met je te maken, Louis." „U gaat dus niet heen vóór ik gelegenheid heb gehad bij u terug te komen?" „Ten minste niet wanneer je me niet lan ger dan behoorlijk is laat wachten." Louis maakte een buiging en snelde weg. Ik zag hem een oogenblik verdwijnenn in de dien kamer. Toen hij weer in het restaurant verscheen, ging hij dadelijk weer op in zijp plichten, nu eens hier dan weer daar opdui kend, de kellners bevelend, toeziende hoe zij bedienden, nu eens nieuwe gasten naar een tafel geleidend, dan weer van een groepje afscheid nemend. Hij had het buitengewoon <Jri|£, wpflt het cgfé was propvol en ik vroeg kundige verklaring, welke op ongezegeld pa pier kan worden gesteld. De handteekening van den geneeskundige behoort gelegaliseerd te zijn door den Burgemeester van de ge meente, waar de geneeskundige woont. De verlofganger, die wegens ziekte of om een andere reden in de onmogelijkheid ver keert om bij het Juni-onderzoek te verschijnen dan wel wegens woonplaatsverandering niet voor dat onderzoek is opgeroepen, wordt door den Indeelingsdistrictscommandant ver plicht het onderzoek in October of Novem ber te ondergaan. VERSCHIJNING OP ANDEREN TIJD OF OP ANDERE PLAATS. Aan den verlofganger kan op zijn verzoek door den Indeelingsdistrictscommandant te Haarlem, Inf. kazerne, worden vergund, het onderzoek op een anderen dag, op een andere plaats binnen het district of in een ander district te ondergaan. Het verzoekschrift, waarin de reden duidelijk moet worden om schreven, moet tijdig en gefrankeerd worden toegezonden. Maakt een verlofganger, aan wien een dergelijke vergunning is verleend, daarvan niet nauwkeurig gebruik, dan wordt de vergunning geacht te zijn verval len. Wenscht de verlofganger uitstel van het onderzoek tot October of November, dan kan hij ook daartoe het verzoek doen aan den Indeelingsdistrictscommandant. Alkmaar, 8 Mei 1930. De Burgemeester van Alkmaar WENDELAAR. Stadsrr ws De opleiding van winkelpersoneel. Het bestuur der K. v. K. had gistermiddag ten Stadhuize een vergadering uitgeschreven met vertegenwoordigers van middenstands- v -reenigingen in dit district en de bij 't Bur. van Advies aangesloten organisaties. De op komst was minder groot dan we wel eens eerder bij dergelijke vergaderingen hebben waargenomen. Vertegenwoordigd waren: de afd. van de Hanze te Akersloot, idem Alk maar, het Bureau van advies te Heiloo, de Hanze te Den Helder, de Winkeliersvereeni- ging aldaar, de middenstandsvereeniging te Nieuwe Nliedorp, de Schager handeldr. en industr. middenstandsvereen., de Langendij- ker winkeliersvereeniging en de ind. en han deldr. middenstandsvereeniging te Wierin- gerwaard. Bovendien waren nog aanwezig de directeuren van de handelsdagschool en van de handelsavondschool te Alkmaar en van de handelsavondschool te Schagen, voorts dr. Mol, dir. van den keuringsdienst voor waren te Alkmaar, jhr. Mollérus en de heer Liempt, resp. voorzitter en secretaris van de K. v. K. te Haarlem. De voorzitter van de uitnoodigende Ka mer, de heer S. W. A r n t z, heette de aan wezigen welkom en zette uiteen, dat de be langrijkheid van het te behandelen punt niet toeliet de vergadering uit te stellen tot het najaar, den tijd waarin meestal een vergade ring als deze wordt gehouden. Daarna gaf spr. het woord aan den heer J. T r a a s t, directeur van de handelsschool tot opleiding van verkoopsters te Amsterdam, ter inleiding van het vraagpunt: Is het gewenscht in het district dezer Kamer één of meer cur sussen te doen houden, waarin tot verkooper(ster) wordt opge leid? De heer T raast begon zijn inleiding met mede te deelen, dat zijn school elke maand bezoeken ontvangt van deputaties uit kringen van handel en bedrijf, zoowel uit het buitenland als uit Nederland (ook de K. v. K. te Alkmaar is er al eens geweest.) Deze be langstelling bewijst wel, dat de gedachte leeft, dat er iets hapert aan de opleiding van het winkelpersoneel. De winkels zijn uiterlijk wel gemoderniseerd, maar innerlijk ontbreekt daaraan nog veel. Men sukkelt nog geregeld voort op de ouderwetsche manier van het winnen van personeel en dat is oorzaak, dat over het geheel genomen de bediening van het publiek in de winkelzaken nog veel te wenschen overlaat. Bij een enquête is dan ook gebleken dat 80 pet. van de klanten, die men niet terug ziet, zijn weggebleven wegens de onvoldoende behandeling die hen ten deel viel. Spr. vond het onbegrijpelijk, dat de han del nog langer zijn bedrijfskapitaal in han den stelt van onvoldoend onderlegd perso neel. Uit Amerika is de gedachte gekomen, dat de eenzijdige opleiding der jongelui moet plaats maken voor een meer rationeele. Kan mij nieuwsgierig af, terwijl ik hem met zijn eeuwigen maar toch niet onaangenamen glimlach heen en weer zag snellen, wat er intusschen door zijn hoofd speelde. HOOFDSTUK XXXIV. Mijn Riz Diane kwam stipt op tijd, maar werd mij door een anderen kellner dan die waaraan Louis hem besteld had gebracht. De schotel zag er verleidelijk lekker uit en ik hield er ook inderdaad zeer veel van, maar ik overwoog, dat hij speciaal door Louis was besteld en met een zucht schoof ik hem op zijde. Ik besloot mijn lunch met brood en bo ter en zorgde koffie te bestellen voor Louis bij mij terug was. „Nu", vroeg ik, toen hij weer bij mijn tafel was gekomen, „hoe staat het er mede? Wil je mij het adres van Delora geven? „Die moeite kunnen we ons besparen, mijnheer", antwoordde Louis. ^„Mijnheer De lora is uit Londen vertrokken. „Ik vermoed, dat je wel zult hooren, dat hij al weer terug is, Louis. Het was een zeer gewichtig uitstapje naar Newcastle, maar het was slechts van korten duur. Hij is gis teravond al weer teruggekeerd in gezelschap van zijn hooggeplaatsten reisgezel." Nu had ik Louis inderdaad doen verstom men en hij keek mij met grenzelooze verba zing aan, zonder eerst een woord te kunnen uiten. Ten slotte zeide hij: „U heeft dus den indruk gekregen, dat de heer Delora in Newcastle is geweest?" „Dat is toch wel ietwat verkeerd uitge drukt", antwoordde ik. „Laat ik je zeggen, dat ik zelf te Newcastle ben geweest en hem <|aar heb gezieJn?>/v toorpersoneel kan men tegenwoordig overal opleiden, maar de opleiding voor het winkel personeel is voor bijna de volle 100 hier te lande verwaarloosd. Er is hier slechts één gelegenheid voor die opleiding, waarvoor men in Amerika zelfs professoren heeft die haar doceeren. In Amsterdam is men begonnen met het oprichten van een avondcursus voor jongens en meisjes, maar deze is op een totale mis lukking uitgeloopen doordat de leerlingen de leerstof niet konden verwerken, misschien als gevolg van een te langen werkdag. Daar na is men overgegaan tot oprichting van een dagcursus (de school van spreker) met aan vankelijk 16 leerlingen, welk aantal thans reeds is gestegen tot 350. Zeer zeker kon dit aantal nog vermeerderd worden, als men bij elke uitbreiding niet gebonden was aan de subsidies, waarvan het rijk 60, de gemeente 30 en de provincie 10 betaalt. De school telt alleen vrouwelijke leerlingen, wat volgens spreker geen verwondering behoeft te baren, als men weet dat in de hoofdstad 11000 ver koopsters zijn tegen slechts 3000 mannelijke winkelbedienden. Het ras van verkoopers sterft uit, zei spreker. Spreker maakte duidelijk, dat voor een winkel de klant de koning is, die op een hoof- sche manier bediend moet worden en vast staat, dat men zulks zonder opleiding daar toe niet kan. Hierop behandelde spreker het program zijner school, dat naast de algemeen vor mende vakken (Nederlandsch, lezen, spreken, schrijven en rekenen) omvat eenige speciale vakken, n.1. winkeladministratie, Fransch, Duitscb, en dan vooral warenkennis, ver koopkunde en etaleer-onderwijs. Aan de hand van verschillende voorbeelden maakte spre ker duidelijk hoe het personeel der school met speciaal daarvoor opgesteld materiaal de leerstof bijbrengt. Spreker deelde hierbij medfe, dat in de school aanwezig zijn stalen van alle artikelen die tegenwoordig in de winkels worden verkocht. Aan de hand hier van wordt den aanstaanden verkoopsters de kennis bijgebracht van het verschil in de diverse artikelen, ook al zijn ze meermalen op het oog vrijwel gelijk. Bij deze lessen in warenkennis sluit zich aan het onderwijs in handelsaardrijkskunde en boekhouden. Het etaleeronderwijs moet, mede door het daarbij aansluitend teeken- en handwerkon- derwijs, den smaak ontwikkelen der leerlin gen. Bij zijne mededeelingen over het onderwijs in verkoopkunde legde spreker vooral den nadruk erop, dat het uit moet zijn met elke poging tot opdringerigheid van de zijde van het personeel. Vele winkeliers meenen, dat de verkoopkunde niet te leeren is, dat dit een gave zou zijn, maar spreker stelde vast, dat men hier wel degelijk te maken heeft met iets dat aangeleerd kan worden. Den aanstaan de winkelbedienden moet geleerd worden hoe zij met de menschen moeten omgaan en hoe zij hen op de juiste wijze moeten bedienen. Wij leeren het verkoopen op psychologischen grondslag. Spreker weidde hierover nader uit en eindigde ten slotte zijn inleiding met te concludeeren dat aldus gevormd personeel in den tegenwoordigen tijd geëischt mag worden. Besprekingen. Verschillende heeren maakten gebruik van de gelegenheid tot het stellen van vragen aan den inleider. De heer Apeldoorn (Hanze, Alk maar) wenschte te weten of het onderwijs ge geven wordt aan personeel dat reeds in een betrekking is, dan wel of de leerlingen be trokken worden zóó van de school. De heer T r a a s t antwoordde, dat zijn school uitsluitend leerlingen heeft die nog geen betrekking hebben. In het derde (laat ste) leerjaar gaan ze eiken Woensdag in een zaak werken en doen daar alle voorkomende bezigheden mee. In de St. Nicolaas- en Kerst week gebeurt dit eiken dag. Op het oogenblik is men in Amsterdam bezig ook cursussen in te richten ten behoeve van hen, die reeds in een bedrijf werkzaam zijn. Spreker voor zich vond dagonderwijs het meest wenschelijk. Op een vraag van den heer Apeldoorn naar de vakken waarin warenkennis wordt onderwezen, deelde spreker mede, dat in Am sterdam dat onderwijs alle branches omvat behalve levensmiddelen. Men heeft gemeend alle vakken te moeten nemen, omdat het vaak gebeurt, dat een winkelbediende van branche verandert. Als zij dan niet in meer dan één vak onderwijs in warenkennis had genoten, zou zij in de nieuwe zaak immers weer als jongste bediende moeten beginnen. In ver band met een en ander zei spreker nog, dat in Dordrecht onlangs een avondcursus is op gericht met aanvankelijk 219 leerlingen, die men heeft gesorteerd naar leeftijd en naar de branches levensmiddelen en textielgoederen. Ik geloof, dat van dat oogenblik af Louis een anderen indruk van mijn capaciteiten heeft gekregen, maar ik kreeg toen den in druk, dat hij onder zijn minzaamheid nog grooter bedreiging voor mijn leven dan ooit te voren verborg. „Kapitein Rotherby", zeide hij, „u is wer kelijk voor wat beters in de wieg gelegd dan voor niets te doen. U bezit gaven, die u niet ongebruikt mag laten." „Intusschen zou ik nu wel gaarne verne men, wanneer ik den heer Delora kan spre- ken „Dezen namiddag nog", antwoordde Louis. „Hier heeft u zijn adres." Hij krabbelde een paar woorden op een stukje papier en reikte mij dat toe. Toen ik het las, stond het mij niets aan. Het was in een afgelegen straat ergens in Bermondsey in het Zuidoosten van Londen, een stadsge deelte, dat ik eigenlijk slechts bij name kende. „Zou je niet kunnen maken, dat de heer Delora mij hier ontving?" „U zou het hem zelf schriftelijk kunnen vragen. Hij verblijft aan dat adres onder den naam Hoffmeyer." „Ik zal hem schrijven", besliste ik, terwijl ik mijn rekening betaalde. „Mag ik er op rekenen het resultaat te vernemen?" vroeg Louis, terwijl hij mij vol verwachting aankeek. „Zeker! Waarom niet?" Ik stond op, maar Louis maakte niet dade lijk ruim baan voor me. „Kapitein", zeide hij, „er is nog één ding, dat ik u gaarne zou willen vragen. Hoe wist u af van het plan van Delora om Newcastle te bezoeken De heer vanLiempt (Haarlem) was het er mee eens, dat een opleiding voor ver koopsters noodig is, maar vroeg op welke wijze warenkennis gedoceerd wordt. Volgens spreker is het niet wenschelijk de kennis\an alle artikelen bij te brengen. Voorts merkte spreker op, dat het hoofd- rekenen, hoe goed ook, toch het rekenen met behulp van een potlood niet overbodig maakt. Wat de calculatiekunde betreft, geloofde spreker, dat die niet behoeft te worden on derwezen, omdat zij in de praktijk voortvloeit uit de wet van vraag en aanbod. De heer T r a a s t antwoordde, dat het personeel zijner school voor alle branches behalve levensmiddelen de warenkennis doceert. In Dordrecht wordt het vak levens middelen onderwezen door personeel van der keuringsdienst en het onderwijs in textiel wordt gegeven door een vrouwelijke inge nieur van dien dienst, waarbij zij teven! laat aansluiten onderricht in spinnen, weven en appretuur. Aangaande de calculatie stelde sprekei vast, dat de handel in Nederland overal vrij wel dezelfde normen heeft, die gelden voor de prijsberekening, zoodat dit onderwijs heel goed gegeven kan worden. Ten aanzien van het hoofdreken en zei spreker, dat dit geen doel is, maar een mid del om de cijfers zonder fouten op de cassa- bons gesteld te krijgen. De heer Rus (Heiloo) vroeg waarom levensmiddelen in Amsterdam uitgeschakeld zijn, waarop de heer T r a a s t antwoordde: Om de financiën. De heer S c h e f f e 1 (secretaris der K. v. K.) vroeg of de lieer Traast van oordeel was, dat een school of cursus voor opleiding van winkelpersoneel ook voor kleinere zaken van belang is. De heer T r a a s t antwoordde hierop be vestigend. Hij vond die voor kleinere plaat sen zelfs nog noodiger dan voor een stad. Juist in een dorp en een kleine stad behoort de klant vakkundig te worden bediend, om te voorkomen dat te veel inkoopen worden gedaan in de grootere steden. Spreker ging zelfs zoo ver te beweren, dat het de schuld van de winkeliers zelve is, als het publiek naar de greote steden trekt. Door vakkundig onderlegd personeel, dat den klant op de juiste wijze weet te bedienen, is zulks te voor komen. De heer Apeldoorn sprak zijn vrees uit, dat het geschoolde jrersoneel eisehen zal stellen die tot ongewenschte toestanden leiden en vroeg voorts of een cursus als bedoeld geen verdeeldheid zal brengen in deze stad. De heer van Liempt geloofde, dat de groote ontwikkeling van de warenhuizen te danken is „aan de honderd winkels onder één dak" en niet aan de behandeling van den klant Juist in kleine zaken wordt de klant met de meeste toewijding bediend en dit moet zoo blijven, omdat anders die zaken geheel onder den voet worden geloopen. De heer T r a a s t was het hiermee eens en deelde mede, dat de meeste leerlingen zijner school in de kleinere zaken een plaats vinden tegen loonen van 2540 gulden per maand. De heer Nobel (voorzitter van de com missie voor handelsonderwijs uit de Kamer) deelde mede, dat het plan bestaat om in Alk maar, Schagen en Den Helder cursussen voor opleiding tot winkelpersoneel in te richten. Dr. Mol, directeur van den Keu ringsdienst, heeft zich bereid verklaard voor lichting te geven. In verband met een gemaakte opmerking van den heer K o s s e n te Schagen zegde spreker toe, dat zal worden nagegaan of het niet mogelijk is jongens zoowel als meisjes aan den cursus te doen deelnemen. Spreker betuigde den inleider hartelijk dank voor het gesprokene. (Applaus.) De heer A r n t z (voorzitter der Kamer) stelde vast dat het tegenwoordig wat de ge schooldheid van het personeel betreft vaak bedroevend gesteld is en hij geloofde dat een cursus om daarin verbetering te brengen zeer zeker een flink aantal deelnemers zal trekken. Ook in andere plaatsen deed zich de behoefte aan geschoold personeel voor en de daar opgerichte cursussen verheugen zich in een groote belangstelling. Op een vraag van den heer Rus naar de kosten deelde de heer Traast mede dat in Dordrecht door de gemeente '2000 wordt gegeven en dat de K. v. K. 600 geeft, ter wijl de schoolgelden ook 600 bedragen. Dr. Mol zei dat hij door een desbetreffend verzoek van handelsreizigers tot de idee was gekomen om een cursus te geven in warenkennis. Hij wenschte dit echter op te vatten in ruimen zin, zoodat ieder daaraan zou kunnen deelnemen. De heer Rus vroeg nog of ook iets ge- „Waarom zou ik mijn wijze van werken verklappen?" vroeg ik glimlachend. „Je weet zeer goed, dat ik groot belang stel in het doen en laten van den heer Delora. Wij staan echter als tegenstanders tegenover elkaar en dus gevoel ik geen bijzondere nei ging om te verraden uit welke bronnen ik mijn inlichtingen put." Ik verliet het restaurant en ging naar mijn kamer. Daar nam ik een velletje papier voor me en schreef: „Zeer geachte mijnheer, ik hoop, dat u wel mijn verklaring zult willen aanvaar den, dat, hoewel ik dezen brief tot u richt uit Londen, en wel uit het Milan Hotel, ik niet opzettelijk en zonder reden tegen mijn afspraak met u heb gehan deld. De oorzaak is, dat er zich een eenigszins zonderling feit heeft voorge daan. Mijn broeder, de heer Richard Rotherby, dien u zich zeker wel zult her inneren en die met dankbaarheid terug denkt aan de door u hem betoonde gast vrijheid, heeft mij op verzoek van uw broeder Nicholas Delora een telegram gezonden. Daaruit blijkt, dat u hem niet op de hoogte heeft gehouden van uw wedervaren hier ter stede en dat u heeft verzuimd gebruik te maken van een be paalden code, welken u met hem had af gesproken. Hij is er zeer verlangend naar iets omtrent u te vernemen en heeft mij verzocht u ten spoedigste op te zoeken en hem te berichten. Zou u mij daarom willen verplichten mij vijf minu- ten van uw tijd af te staan? Hoogachtend, Uw dienstw. AUSTEN ROTHERBY* (Wordt yervelgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5