HhMisiht Coorail.
DE VERDWENEN DELORA.
Onderzoek van Verlofgangers.
Honderd iwee en dertigste Jaargang,
Donderdag Mei
KAMER VAN KOOPHANDEL EN
FABRIEKEN VOOR HOLLAND's
NOORDERKWARTIER.
Ko. 108 193°-
Radio-hoekje
Vrijdag 9 Mei.
Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.)
iO._lO.15 Morgenwijding. 12.—2.— Con
cert. Het A. V. R. Ó.-Kwintet. 2.05—2.45
Uitz. voor scholen. 2.453.Gramofoonpl.
3_4.Maak het zelf! cursus. 4.305.
Gramofoonpl. 5.5.30 H. J. Jordan: Kam
peeren. 5.30—6.Concert. Omroeporkest.
OTijdsein. DaarnaVervolg concert. 6.30
Koersen. 6.45—7.15 Spaansch: Beginners.
7.15—7.45 Cursus vanwege het Onderwijs
fonds voor de Binnenvaart. 7.45—8.Gra
mofoonpl. 8.018.15 Gramofoonplaten. 8.15
Aansluiting van het Philips' Ontspannings
gebouw te eindhoven. Uitz. van het Orato
rium „Der Messias" van Handel. Solisten,
koor, het versterkt Utrechtsch StedelijkOr
kest. In de pauze: „Kunnen menschen in de
wereldruimte reizen". Na afloop persberich
ten en gramofoonplaten. 12.Sluiting.
Huizen, 1875 M. 10.30— 11.— N. C. R. V.
Ziekendienst. 11.3012.K. R. O. Gods
dienstig halfuurtje. 12.0112.15 Politieber.
tl2.15—-115 K. R. O. Concert. Het K. R. O..
ITrio. 1.152.K. R. O. Gramofoonplaten.
.2—3.— Gramofoonpl. K. R. O. 4.-5
N. C. R. V. Chr. Liederenuurtje. 5.6.30 N.
C. R. V. Concert, het „Deltsch Trio", viool,
cello en piano. 6.30—7.— K. R. O. Gramo
foonplaten. 7.7.30 K. R. O. Kapelaan
Gerh. de Deus: „De Roomsch-Katholieke
Verkenners". 7.30 V. P. R. O. Persber. 7.45
Politieber. 7.50 V. P. R. O. A. J. Fehr: De
IVrije Gemeente. 8.20 V. P. R. O. Concert.
(Henk van Wezel, cello. Hendr. Andriessen,
piano. Mej. Hans Gruys, zang. 8.55 V. P. R.
O. Prof. Dr. G. J. Heering: Indrukken van
Amerika. I. Land en Volk. 9.35 V. P. R. O.
Vervolg concert. 10.05 V. P. R O Voor-
drachtiuit het werk van Guido Gezëlle. 10.25
v. i K. O. Vervolg concert.
lOos T't' n' I5^i r^' Morgenwijding.
J.ool A ^ii 20 poneert. M. Stotesbuiy,
door Rev G %'denifam' Kes.^
ultz^vno^l!1'! 12'o0oAr,arnoft>°nPlaten. 1 50
concert 2.50 Koor-
tie Sn i -0rk^°^ert- 4 35 Kinderuur.
tje. 5.20 Lering. 5.35 Nieuwsber. 6.Piano-
nl 6.206.40 Lezing. 6.45
Phuuf; Kamermuziek. C. Jaeckel, zang.
r Hilharm°nic-Trio. 8.20 Nieuwsber. 8.45
vin"5i, 5'~^lver5i°ns-lX met medewerking
van orkest. 10.— Dansmuziek. 10.20—11.20
Dansmuziek.
Langenberg, 473 M. 6.25-6.50 Gramo
foonplaten. 6.50—7.50 Orkestconcert. 9.35
^amofoonplaten. n.30 Gramofoon-
'3-25—1.50 Orkestconcert. 4.50—
5.50 Concert. Orkest en liedjes bij de luit.
--5 Zevende Symphonie voor soli, gemengd
koor, kinderkoor, orkest en orgel van Gustav
.M ah lep. Daarna tot 11.20 Dansmuziek.
Parijs ,JïadH)-Paris"1725 M. 11.20 Gra
mofoonpl. 11.50 Gramofoonpl. 3.05 Orkest
concert en soli. 8.05 Orkestconcert. 8.50 Con
cert. Koor, orkest en solisten.
Brussel, 508.5 M. 4.20 Trio-concert. 5.55
Gramofoonpl. 7.35 Orkestconcert en zang.
Moskou, 938 M. (Netlo Cyclus 326 M.)
8.— Amsterdamsche tijd, 8.40 Antwerpsene
tijd. Het programma van dien avond-luidt:
De resultaten van het eerste halve jaar van
het tweede jaar van het Vijf-jaars-plan.
Zaterdag 10 Mei: Concert, Russische mu
ziek uit de XlXe eeuw. (De toespraak wordt
in het Hollandsch uitgezonden).
Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Orkest
concert. 2.-4.— Orkestconcert en declamatie.
4—5— Kinderuurtje. 7.35—9.35 Concert.
Orkest en solisten. 9.55—11.50 Dansmuziek.
Zeesen, 1635 M. 5.5011.20 Lezingen.
11.20—12.15 Gramofoonpl. 12.15—12.50
Berichten. 1.20—1.50 Gramofoonplaten.
1.50—3.50 Lezingen. 3.50—4.50 Concert.
4.507.50 Lezingen. 7.50 Herdenking van
Friedrich Schiller. 9.50 Kaartspelen: Rom-
mé. Daarna orkestconcert.
(Art. 41, 3e lid, der Dienstplichtwet).
Het onderzoek van verlofgangers der lich
tingen 1918 en 1921 zal plaats hebben op
DINSDAG 24 Juni 1930 te Alkmaar, in het
gebouw „de Nieuwe Doelen", Doelenstraat
3, voor hen, wier geslachtsnaam aanvangt
met een der letters:
Lichting 1918: A. t/m. H. 9 uur; I. t/m.
M. 10 uur; N. t/m. R. 11 uur v.m.; S. 11.45
uur; T. t/m. Z. 1.15 uur n.m.
Lichting 1921: A. t/m. R. 1 uur; S. t/m
Z. 3 uur.
Aan het onderzoek moeten deelnemen de
tot de landmacht behoorende groot-verlof
gangers, ingelijfd voor een der lichtingen
1918 en 1921.
Zij, die voor een dezer lichtingen zijn in
gelijfd, maar ten gevolge van uitstel of om
een andere reden tegelijk met een latere lich
ting de eerste oefening hebben volbracht,
moeten zich niettemin aan het onderzoek on
derwerpen, voor zoover zij althans niet be-
hooren tot hen, die daarvan zijn vrijgesteld
Aan het onderzoek moeten ook deelnemen
de dienstplichtigen van de genoemde lichtin
gen, die een vrijwillige verbintenis hebben
aangegaan
a. als verzorger bij den rij kspostduiven-
dienst;
b. als hoefsmid bij de infanterie;
c. als smid-bankwerker bij de voormalige
éefenings-houwitsercompagnie
d. in verband met erkende gewetensbe
zwaren.
WIE NIET BIJ HET ONDERZOEK
BEHOEVEN TE VERSCHIJNEN.
Aan het onderzoek nemen niet deel zij:
a. die hun eerste oefening nog niet hebben
♦olbracht;
b. die in dit jaar, vóór den voor het onder
zoek bepaalden dag, in werkelijken dienst
zijn geweest uit anderen hoofde dan bij wijze
van straf;
c. die bestemd zijn om in dit jaar voor her
halingsoefeningen in werkelijken dienst te
komen;
d. die elders wonen dan in Nederland;
e. die zich buitenslands bevinden ter uit
oefening van de zeevaart (hieronder niet be
grepen de zeevisscherij)
die de binnenvaart uitoefenen op andere
landen en zich voor dit doel in een dier lan
den ophouden;
g. die ingevolge de geldende bepalingen
geheel zijn vrijgesteld van opkomst in werke-
FEUILLETON.
Door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mr. G. KELLER.
59)
„Ga verder", verzocht Louis, zijn wenk
brauwen fronsend.
„Nu dan, gisteravond", vervolgde ik, kalm
voortpratend, „riep mijn oudste broeder die
op het oogenblik te Londen vertoeft mij per
telefoon in mijn villa te Norfolk op. Hij deel-
de mij mede, dat hij even te voren een tele
gram van onzen broer Dicky had ontvangen
omtrent den heer Delora. Hij drong er sterk
°P aan, dat ik van morgen naar Londen zou
gaan. Intusschen", liet ik er op volgen, „zou
ik wel een portie Riz Diane willen hebben."
Louis keek een oogenblik alsof hij mijn on
schuldig verlangen naar een portie Riz
Lnane naar het diepst van de hel verwensch-
te. Maar het was waarlijk bewonderens-
waardig zooaN hij zichzelven weer meester
werd. Hij haalde diep adem en boog om aan
te geven, dat aan mijn verlangen zou worden
oJdaan. Hij riep een kellner en gaf dezen
oerige '"structies in zake mijn bestelling,
vervolgens keerde hij naar mij terug.
"~ou mijnheer de vriendelijkheid willen
.ben. raij den inhoud van dat telegram me
de te deelen?"
»Ik denk er niet aan, Louis. Ik zou niet
eten wat het je aangaat. Ik wil je alleen
j~£8en, dat het van het grootste gewicht is,
ik zoo spoedig ojpgejijk. hier_{?elo£a_
lijken dienst in geval van oorlog, oorlogsge
vaar of andere buitengewone omstandighe
den;
h. die als vrijwilliger behooren tot een der
landstormkorpsen Motordienst, Vaartuigen
dienst of Spoorwegdienst;
i. die na hun ontslag als reserve-officier
in de hoedanigheid van gewoon dienstplich
tige tot het leger zijn blijven behooren.
WIJZE VAN VERSCHIJNING.
De verlofganger moet bij dit onderzoek
verschijnen in uniform gekleed en bovendien
voorzien van de overige tot zijn uitrusting be
hoorende goederen, voor zoover deze hem
zijn uitgereikt of door hemzelf zijn aange
schaft. Hij moet, zoo mogelijk, op eigen
schoenen bij het onderzoek verschijnen.
ONDERWORPENHEID AAN BEVELEN
De verlofganger staat niet alleen geduren
de den tijd, dien het onderzoek duurt, maar
ook zoolang hij ter gelegenheid van het on
derzoek in uniform gekleed is, onder de beve
len van den autoriteit, die 't onderzoek houdt,
zoodat, indien hij ongeregeldheden pleegt of
zich aan een strafbaar feit schuldig maakt,
hetzij bij het gaan naar de plaats, voor het
onderzoek bestemd, hetzij gedurende het on
derzoek of bij het naar huis terugkeeren, hij
te dier zake kan worden gestraft volgens het
Wetboek van Militair Strafrecht en de Wet
op de Krijgstucht.
NALATIGHEID.
Een streng of een licht arrest van ten
hoogste zes dagen kan worden opgelegd aan
den verlofganger, die zonder geldige reden
niet bij het onderzoek verschijnt of, daarbij
verschenen zijnde, zonder geldige reden niet
aan zijn hierboven omschreven verplichtin
gen voldoet.
Onverminderd deze straf kan de verlof
ganger, die zich schuldig maakt aan een der
bedoelde feiten of wiens goederen bij het on
derzoek blijken niet in den vereischten staat
te verkeeren, worden verplicht om op een na
der te bepalen tijd en plaats te verschijnen of
opnieuw te verschijnen tot het ondergaan van
een onderzoek.
De verlofganger, die, opgeroepen voor
laatstbedoeld onderzoek, daarbij zonder gel
dige reden niet verschijnt of daarbij in ander
opzicht zijn verplichtingen niet nakomt, kan
in werkelijken dienst worden geroepen voor
den tijd van ten hoogste twee maanden.
VERHINDERING.
Ingeval ziekte of gebreken de deelneming
aan het onderzoek mochten verhinderen, dient
daarvan zoodra mogelijk ter gemeente
secretarie te worden overgelegd een genees-
opduik."
„Maar als dat niet lukt?" vroeg Louis
haastig.
„Dan geloof ik, dat het 't verstandigst is
mij tot het Brazliaansche gezantschap te
wenden."
Ik kreeg een oogenblik o, maar een heel
kort oogenblik, den indruk, dat ondanks dat
de zaal druk bezocht was en Louis in hoogst
beleefde houding bleef staan, mijn leven ge
vaar liep. Er flikkerde iets geweldig venij
nigs uit zijn oogen en ik las daaruit zijn
hartstochtelijk verlangen om mij van het aan
gezicht der aarde te doen verdwijnen. Maar
ik praatte kalm door:
„Natuurlijk zou het mij wel zoo lief zijn,
als ik zelf den heer Delora kon vinden. Er
is een punt waaromtrent ik een opheldering
van hem moet hebben."
„Het zal nog wel een twintig minuten du
ren voor mijnheer met zijn lunch klaar is",
zei Louis kalm. „Daarna kom ik bij mijn
heer terug."
„Ik vind het altijd aapgenaam een praatje
met je te maken, Louis."
„U gaat dus niet heen vóór ik gelegenheid
heb gehad bij u terug te komen?"
„Ten minste niet wanneer je me niet lan
ger dan behoorlijk is laat wachten."
Louis maakte een buiging en snelde weg.
Ik zag hem een oogenblik verdwijnenn in de
dien kamer. Toen hij weer in het restaurant
verscheen, ging hij dadelijk weer op in zijp
plichten, nu eens hier dan weer daar opdui
kend, de kellners bevelend, toeziende hoe zij
bedienden, nu eens nieuwe gasten naar een
tafel geleidend, dan weer van een groepje
afscheid nemend. Hij had het buitengewoon
<Jri|£, wpflt het cgfé was propvol en ik vroeg
kundige verklaring, welke op ongezegeld pa
pier kan worden gesteld. De handteekening
van den geneeskundige behoort gelegaliseerd
te zijn door den Burgemeester van de ge
meente, waar de geneeskundige woont.
De verlofganger, die wegens ziekte of om
een andere reden in de onmogelijkheid ver
keert om bij het Juni-onderzoek te verschijnen
dan wel wegens woonplaatsverandering niet
voor dat onderzoek is opgeroepen, wordt
door den Indeelingsdistrictscommandant ver
plicht het onderzoek in October of Novem
ber te ondergaan.
VERSCHIJNING OP ANDEREN
TIJD OF OP ANDERE PLAATS.
Aan den verlofganger kan op zijn verzoek
door den Indeelingsdistrictscommandant te
Haarlem, Inf. kazerne, worden vergund, het
onderzoek op een anderen dag, op een andere
plaats binnen het district of in een ander
district te ondergaan. Het verzoekschrift,
waarin de reden duidelijk moet worden om
schreven, moet tijdig en gefrankeerd worden
toegezonden. Maakt een verlofganger, aan
wien een dergelijke vergunning is verleend,
daarvan niet nauwkeurig gebruik, dan
wordt de vergunning geacht te zijn verval
len.
Wenscht de verlofganger uitstel van het
onderzoek tot October of November, dan kan
hij ook daartoe het verzoek doen aan den
Indeelingsdistrictscommandant.
Alkmaar, 8 Mei 1930.
De Burgemeester van Alkmaar
WENDELAAR.
Stadsrr ws
De opleiding van winkelpersoneel.
Het bestuur der K. v. K. had gistermiddag
ten Stadhuize een vergadering uitgeschreven
met vertegenwoordigers van middenstands-
v -reenigingen in dit district en de bij 't Bur.
van Advies aangesloten organisaties. De op
komst was minder groot dan we wel eens
eerder bij dergelijke vergaderingen hebben
waargenomen. Vertegenwoordigd waren: de
afd. van de Hanze te Akersloot, idem Alk
maar, het Bureau van advies te Heiloo, de
Hanze te Den Helder, de Winkeliersvereeni-
ging aldaar, de middenstandsvereeniging te
Nieuwe Nliedorp, de Schager handeldr. en
industr. middenstandsvereen., de Langendij-
ker winkeliersvereeniging en de ind. en han
deldr. middenstandsvereeniging te Wierin-
gerwaard. Bovendien waren nog aanwezig
de directeuren van de handelsdagschool en
van de handelsavondschool te Alkmaar en
van de handelsavondschool te Schagen,
voorts dr. Mol, dir. van den keuringsdienst
voor waren te Alkmaar, jhr. Mollérus en de
heer Liempt, resp. voorzitter en secretaris
van de K. v. K. te Haarlem.
De voorzitter van de uitnoodigende Ka
mer, de heer S. W. A r n t z, heette de aan
wezigen welkom en zette uiteen, dat de be
langrijkheid van het te behandelen punt niet
toeliet de vergadering uit te stellen tot het
najaar, den tijd waarin meestal een vergade
ring als deze wordt gehouden. Daarna gaf
spr. het woord aan den heer J. T r a a s t,
directeur van de handelsschool tot opleiding
van verkoopsters te Amsterdam, ter inleiding
van het vraagpunt:
Is het gewenscht in het district
dezer Kamer één of meer cur
sussen te doen houden, waarin
tot verkooper(ster) wordt opge
leid?
De heer T raast begon zijn inleiding
met mede te deelen, dat zijn school elke
maand bezoeken ontvangt van deputaties uit
kringen van handel en bedrijf, zoowel uit het
buitenland als uit Nederland (ook de K. v. K.
te Alkmaar is er al eens geweest.) Deze be
langstelling bewijst wel, dat de gedachte
leeft, dat er iets hapert aan de opleiding van
het winkelpersoneel. De winkels zijn uiterlijk
wel gemoderniseerd, maar innerlijk ontbreekt
daaraan nog veel. Men sukkelt nog geregeld
voort op de ouderwetsche manier van het
winnen van personeel en dat is oorzaak, dat
over het geheel genomen de bediening van
het publiek in de winkelzaken nog veel te
wenschen overlaat. Bij een enquête is dan ook
gebleken dat 80 pet. van de klanten, die men
niet terug ziet, zijn weggebleven wegens de
onvoldoende behandeling die hen ten deel
viel. Spr. vond het onbegrijpelijk, dat de han
del nog langer zijn bedrijfskapitaal in han
den stelt van onvoldoend onderlegd perso
neel.
Uit Amerika is de gedachte gekomen, dat
de eenzijdige opleiding der jongelui moet
plaats maken voor een meer rationeele. Kan
mij nieuwsgierig af, terwijl ik hem met zijn
eeuwigen maar toch niet onaangenamen
glimlach heen en weer zag snellen, wat er
intusschen door zijn hoofd speelde.
HOOFDSTUK XXXIV.
Mijn Riz Diane kwam stipt op tijd, maar
werd mij door een anderen kellner dan die
waaraan Louis hem besteld had gebracht.
De schotel zag er verleidelijk lekker uit en ik
hield er ook inderdaad zeer veel van, maar
ik overwoog, dat hij speciaal door Louis was
besteld en met een zucht schoof ik hem op
zijde. Ik besloot mijn lunch met brood en bo
ter en zorgde koffie te bestellen voor Louis
bij mij terug was.
„Nu", vroeg ik, toen hij weer bij mijn tafel
was gekomen, „hoe staat het er mede? Wil je
mij het adres van Delora geven?
„Die moeite kunnen we ons besparen,
mijnheer", antwoordde Louis. ^„Mijnheer De
lora is uit Londen vertrokken.
„Ik vermoed, dat je wel zult hooren, dat
hij al weer terug is, Louis. Het was een zeer
gewichtig uitstapje naar Newcastle, maar
het was slechts van korten duur. Hij is gis
teravond al weer teruggekeerd in gezelschap
van zijn hooggeplaatsten reisgezel."
Nu had ik Louis inderdaad doen verstom
men en hij keek mij met grenzelooze verba
zing aan, zonder eerst een woord te kunnen
uiten. Ten slotte zeide hij:
„U heeft dus den indruk gekregen, dat de
heer Delora in Newcastle is geweest?"
„Dat is toch wel ietwat verkeerd uitge
drukt", antwoordde ik. „Laat ik je zeggen,
dat ik zelf te Newcastle ben geweest en hem
<|aar heb gezieJn?>/v
toorpersoneel kan men tegenwoordig overal
opleiden, maar de opleiding voor het winkel
personeel is voor bijna de volle 100 hier
te lande verwaarloosd. Er is hier slechts één
gelegenheid voor die opleiding, waarvoor
men in Amerika zelfs professoren heeft die
haar doceeren.
In Amsterdam is men begonnen met het
oprichten van een avondcursus voor jongens
en meisjes, maar deze is op een totale mis
lukking uitgeloopen doordat de leerlingen
de leerstof niet konden verwerken, misschien
als gevolg van een te langen werkdag. Daar
na is men overgegaan tot oprichting van een
dagcursus (de school van spreker) met aan
vankelijk 16 leerlingen, welk aantal thans
reeds is gestegen tot 350. Zeer zeker kon dit
aantal nog vermeerderd worden, als men bij
elke uitbreiding niet gebonden was aan de
subsidies, waarvan het rijk 60, de gemeente
30 en de provincie 10 betaalt. De school
telt alleen vrouwelijke leerlingen, wat volgens
spreker geen verwondering behoeft te baren,
als men weet dat in de hoofdstad 11000 ver
koopsters zijn tegen slechts 3000 mannelijke
winkelbedienden. Het ras van verkoopers
sterft uit, zei spreker.
Spreker maakte duidelijk, dat voor een
winkel de klant de koning is, die op een hoof-
sche manier bediend moet worden en vast
staat, dat men zulks zonder opleiding daar
toe niet kan.
Hierop behandelde spreker het program
zijner school, dat naast de algemeen vor
mende vakken (Nederlandsch, lezen, spreken,
schrijven en rekenen) omvat eenige speciale
vakken, n.1. winkeladministratie, Fransch,
Duitscb, en dan vooral warenkennis, ver
koopkunde en etaleer-onderwijs. Aan de hand
van verschillende voorbeelden maakte spre
ker duidelijk hoe het personeel der school met
speciaal daarvoor opgesteld materiaal de
leerstof bijbrengt. Spreker deelde hierbij
medfe, dat in de school aanwezig zijn stalen
van alle artikelen die tegenwoordig in de
winkels worden verkocht. Aan de hand hier
van wordt den aanstaanden verkoopsters de
kennis bijgebracht van het verschil in de
diverse artikelen, ook al zijn ze meermalen
op het oog vrijwel gelijk. Bij deze lessen in
warenkennis sluit zich aan het onderwijs in
handelsaardrijkskunde en boekhouden.
Het etaleeronderwijs moet, mede door het
daarbij aansluitend teeken- en handwerkon-
derwijs, den smaak ontwikkelen der leerlin
gen.
Bij zijne mededeelingen over het onderwijs
in verkoopkunde legde spreker vooral den
nadruk erop, dat het uit moet zijn met elke
poging tot opdringerigheid van de zijde van
het personeel. Vele winkeliers meenen, dat de
verkoopkunde niet te leeren is, dat dit een
gave zou zijn, maar spreker stelde vast, dat
men hier wel degelijk te maken heeft met iets
dat aangeleerd kan worden. Den aanstaan
de winkelbedienden moet geleerd worden hoe
zij met de menschen moeten omgaan en hoe
zij hen op de juiste wijze moeten bedienen.
Wij leeren het verkoopen op psychologischen
grondslag. Spreker weidde hierover nader
uit en eindigde ten slotte zijn inleiding met
te concludeeren dat aldus gevormd personeel
in den tegenwoordigen tijd geëischt mag
worden.
Besprekingen.
Verschillende heeren maakten gebruik van
de gelegenheid tot het stellen van vragen
aan den inleider.
De heer Apeldoorn (Hanze, Alk
maar) wenschte te weten of het onderwijs ge
geven wordt aan personeel dat reeds in een
betrekking is, dan wel of de leerlingen be
trokken worden zóó van de school.
De heer T r a a s t antwoordde, dat zijn
school uitsluitend leerlingen heeft die nog
geen betrekking hebben. In het derde (laat
ste) leerjaar gaan ze eiken Woensdag in een
zaak werken en doen daar alle voorkomende
bezigheden mee. In de St. Nicolaas- en Kerst
week gebeurt dit eiken dag. Op het oogenblik
is men in Amsterdam bezig ook cursussen
in te richten ten behoeve van hen, die reeds in
een bedrijf werkzaam zijn. Spreker voor zich
vond dagonderwijs het meest wenschelijk.
Op een vraag van den heer Apeldoorn
naar de vakken waarin warenkennis wordt
onderwezen, deelde spreker mede, dat in Am
sterdam dat onderwijs alle branches omvat
behalve levensmiddelen. Men heeft gemeend
alle vakken te moeten nemen, omdat het vaak
gebeurt, dat een winkelbediende van branche
verandert. Als zij dan niet in meer dan één
vak onderwijs in warenkennis had genoten,
zou zij in de nieuwe zaak immers weer als
jongste bediende moeten beginnen. In ver
band met een en ander zei spreker nog, dat
in Dordrecht onlangs een avondcursus is op
gericht met aanvankelijk 219 leerlingen, die
men heeft gesorteerd naar leeftijd en naar de
branches levensmiddelen en textielgoederen.
Ik geloof, dat van dat oogenblik af Louis
een anderen indruk van mijn capaciteiten
heeft gekregen, maar ik kreeg toen den in
druk, dat hij onder zijn minzaamheid nog
grooter bedreiging voor mijn leven dan ooit
te voren verborg.
„Kapitein Rotherby", zeide hij, „u is wer
kelijk voor wat beters in de wieg gelegd dan
voor niets te doen. U bezit gaven, die u niet
ongebruikt mag laten."
„Intusschen zou ik nu wel gaarne verne
men, wanneer ik den heer Delora kan spre-
ken
„Dezen namiddag nog", antwoordde Louis.
„Hier heeft u zijn adres."
Hij krabbelde een paar woorden op een
stukje papier en reikte mij dat toe. Toen ik
het las, stond het mij niets aan. Het was in
een afgelegen straat ergens in Bermondsey
in het Zuidoosten van Londen, een stadsge
deelte, dat ik eigenlijk slechts bij name
kende.
„Zou je niet kunnen maken, dat de heer
Delora mij hier ontving?"
„U zou het hem zelf schriftelijk kunnen
vragen. Hij verblijft aan dat adres onder
den naam Hoffmeyer."
„Ik zal hem schrijven", besliste ik, terwijl
ik mijn rekening betaalde.
„Mag ik er op rekenen het resultaat te
vernemen?" vroeg Louis, terwijl hij mij vol
verwachting aankeek.
„Zeker! Waarom niet?"
Ik stond op, maar Louis maakte niet dade
lijk ruim baan voor me.
„Kapitein", zeide hij, „er is nog één ding,
dat ik u gaarne zou willen vragen. Hoe wist
u af van het plan van Delora om Newcastle
te bezoeken
De heer vanLiempt (Haarlem) was
het er mee eens, dat een opleiding voor ver
koopsters noodig is, maar vroeg op welke
wijze warenkennis gedoceerd wordt. Volgens
spreker is het niet wenschelijk de kennis\an
alle artikelen bij te brengen.
Voorts merkte spreker op, dat het hoofd-
rekenen, hoe goed ook, toch het rekenen met
behulp van een potlood niet overbodig maakt.
Wat de calculatiekunde betreft, geloofde
spreker, dat die niet behoeft te worden on
derwezen, omdat zij in de praktijk voortvloeit
uit de wet van vraag en aanbod.
De heer T r a a s t antwoordde, dat het
personeel zijner school voor alle branches
behalve levensmiddelen de warenkennis
doceert. In Dordrecht wordt het vak levens
middelen onderwezen door personeel van der
keuringsdienst en het onderwijs in textiel
wordt gegeven door een vrouwelijke inge
nieur van dien dienst, waarbij zij teven!
laat aansluiten onderricht in spinnen, weven
en appretuur.
Aangaande de calculatie stelde sprekei
vast, dat de handel in Nederland overal vrij
wel dezelfde normen heeft, die gelden voor
de prijsberekening, zoodat dit onderwijs heel
goed gegeven kan worden.
Ten aanzien van het hoofdreken en zei
spreker, dat dit geen doel is, maar een mid
del om de cijfers zonder fouten op de cassa-
bons gesteld te krijgen.
De heer Rus (Heiloo) vroeg waarom
levensmiddelen in Amsterdam uitgeschakeld
zijn, waarop de heer T r a a s t antwoordde:
Om de financiën.
De heer S c h e f f e 1 (secretaris der K. v.
K.) vroeg of de lieer Traast van oordeel was,
dat een school of cursus voor opleiding van
winkelpersoneel ook voor kleinere zaken van
belang is.
De heer T r a a s t antwoordde hierop be
vestigend. Hij vond die voor kleinere plaat
sen zelfs nog noodiger dan voor een stad.
Juist in een dorp en een kleine stad behoort
de klant vakkundig te worden bediend, om
te voorkomen dat te veel inkoopen worden
gedaan in de grootere steden. Spreker ging
zelfs zoo ver te beweren, dat het de schuld
van de winkeliers zelve is, als het publiek
naar de greote steden trekt. Door vakkundig
onderlegd personeel, dat den klant op de
juiste wijze weet te bedienen, is zulks te voor
komen.
De heer Apeldoorn sprak zijn vrees
uit, dat het geschoolde jrersoneel eisehen zal
stellen die tot ongewenschte toestanden leiden
en vroeg voorts of een cursus als bedoeld
geen verdeeldheid zal brengen in deze stad.
De heer van Liempt geloofde, dat de
groote ontwikkeling van de warenhuizen te
danken is „aan de honderd winkels onder één
dak" en niet aan de behandeling van den
klant Juist in kleine zaken wordt de klant
met de meeste toewijding bediend en dit moet
zoo blijven, omdat anders die zaken geheel
onder den voet worden geloopen.
De heer T r a a s t was het hiermee eens
en deelde mede, dat de meeste leerlingen
zijner school in de kleinere zaken een plaats
vinden tegen loonen van 2540 gulden per
maand.
De heer Nobel (voorzitter van de com
missie voor handelsonderwijs uit de Kamer)
deelde mede, dat het plan bestaat om in Alk
maar, Schagen en Den Helder cursussen
voor opleiding tot winkelpersoneel in te
richten. Dr. Mol, directeur van den Keu
ringsdienst, heeft zich bereid verklaard voor
lichting te geven.
In verband met een gemaakte opmerking
van den heer K o s s e n te Schagen zegde
spreker toe, dat zal worden nagegaan of het
niet mogelijk is jongens zoowel als meisjes
aan den cursus te doen deelnemen.
Spreker betuigde den inleider hartelijk
dank voor het gesprokene. (Applaus.)
De heer A r n t z (voorzitter der Kamer)
stelde vast dat het tegenwoordig wat de ge
schooldheid van het personeel betreft vaak
bedroevend gesteld is en hij geloofde dat een
cursus om daarin verbetering te brengen
zeer zeker een flink aantal deelnemers zal
trekken. Ook in andere plaatsen deed zich de
behoefte aan geschoold personeel voor en de
daar opgerichte cursussen verheugen zich in
een groote belangstelling.
Op een vraag van den heer Rus naar de
kosten deelde de heer Traast mede dat in
Dordrecht door de gemeente '2000 wordt
gegeven en dat de K. v. K. 600 geeft, ter
wijl de schoolgelden ook 600 bedragen.
Dr. Mol zei dat hij door een desbetreffend
verzoek van handelsreizigers tot de idee
was gekomen om een cursus te geven in
warenkennis. Hij wenschte dit echter op te
vatten in ruimen zin, zoodat ieder daaraan
zou kunnen deelnemen.
De heer Rus vroeg nog of ook iets ge-
„Waarom zou ik mijn wijze van werken
verklappen?" vroeg ik glimlachend. „Je
weet zeer goed, dat ik groot belang stel in
het doen en laten van den heer Delora. Wij
staan echter als tegenstanders tegenover
elkaar en dus gevoel ik geen bijzondere nei
ging om te verraden uit welke bronnen ik
mijn inlichtingen put."
Ik verliet het restaurant en ging naar mijn
kamer. Daar nam ik een velletje papier voor
me en schreef:
„Zeer geachte mijnheer, ik hoop, dat u
wel mijn verklaring zult willen aanvaar
den, dat, hoewel ik dezen brief tot u
richt uit Londen, en wel uit het Milan
Hotel, ik niet opzettelijk en zonder reden
tegen mijn afspraak met u heb gehan
deld. De oorzaak is, dat er zich een
eenigszins zonderling feit heeft voorge
daan. Mijn broeder, de heer Richard
Rotherby, dien u zich zeker wel zult her
inneren en die met dankbaarheid terug
denkt aan de door u hem betoonde gast
vrijheid, heeft mij op verzoek van uw
broeder Nicholas Delora een telegram
gezonden. Daaruit blijkt, dat u hem
niet op de hoogte heeft gehouden van uw
wedervaren hier ter stede en dat u heeft
verzuimd gebruik te maken van een be
paalden code, welken u met hem had af
gesproken. Hij is er zeer verlangend
naar iets omtrent u te vernemen en
heeft mij verzocht u ten spoedigste op te
zoeken en hem te berichten. Zou u mij
daarom willen verplichten mij vijf minu-
ten van uw tijd af te staan?
Hoogachtend,
Uw dienstw.
AUSTEN ROTHERBY*
(Wordt yervelgd)-