UK.
RugpijnNierenPillen'
Sinds 18 Mei 1899.
Damrubriek
\Mjl
Houd Uw nieren gezond!
Nieuws uit België.
li
mim
Bij nierzwakte blijven urinezuur en
andere vergiftige onzuiverheden in het
bloed achter, waardoor uw geheele
gestel bedreigd wordt. Daarom is het
zoo verkeerd de eerste waarschuwende
verschijnselen te verwaarloozen als
rugpijn, urinestoornissen, stijve en ge
zwollen gewrichten, blaaszwakte, be
zinksel in de urine, hoofdpijn, duizelig
heid enz.
De nieren moeten hulp ontvangen
en versterkt worden, terwijl het tijd
is. Beproef Foster's Rugpijn Nieren
Pillen, het sedert jaren bekende middel.
Vraag ernaar in uw omgeving en
hoor hoe zij worden aangeprezen.
I.jji Verkrijgbaar bij alle drogisten enz.
(f in glazen verpakking a f 1.75 p. flacon.
nemers, maar zélf-artisten, hebben met de
nooden van hun kameraden rekening gehou
den en zoo ziet men thans in Amsterdam ver
rijzen wat men vroeger nimmer zag: schil
derateliers. Men vindt ze in de torenhooge
hoekhuizen, op lichte pleinen en overal waar
het noorderlicht er gelegenheid toe geeft en
'de plaats er zich toe leent. Natuurlijk
met mate. Jonge en ook wel oude ar-
Itisten zijn over het algemeen niet de kapitaal
krachtigste huurders en men kan van geen
[enkele bouwmaatschappij vergen, da, zij
hare woningen gratis uit handen geeft.
l*Maar goed. Er is toch een enorme vooruit
gang te bespeuren met vroeger, toen schil
ders en beeldhouwers voor eigen rekening
'atelier-vensters moesten laten aanbrengen en
[de zolders van vrij onsoliede revolutie-bouw
sels moesten betrekken, daar men ze elders
niet bedienen kon.
Voor de groote groep der jonge artisten is
deze Rodin-tentoonstelling welkom, want
,deze jongelui hebben in den regel de midde
len niet om studie-reisjes naar Parijs te ma
ken, slechts één verwerft ééns per jaar het
'stipendium, dat aan den Prix de Rome ver
bonden is. De anderen moeten zich tevreden
stellen met wat in onze stad wordt tentoon-
igesteld. Wie de middelen en de vrijheid bé-
lzit om naar Parijs te gaan keert niet zoo
[spoedig terug, vestigt zich op Montparnasse,
[lijdt er honger en ploetert er, tot hij met zijn
[penseel of zijn hamer den kost kan verdie
nen. Welke jonge kunstenaar zou den Am-
steloever verkiezen als hij aan de Seine kan
wonen?
Er is een tijd geweest, dat Rodin modern
i was. Vermoedelijk wordt hij door de jongeren
thans niet meer als voorbeeld genomen. Wij
weten, dat niet zoo precies, want de kunst-
richtingen en de groeps-idealen zijn zelden
^bestendig. Maar in ieder geval kan men van
j'Rodin nog altijd enorm veel leeren, ook teeke-
1 naars en schilders kunnen dat, en daarom
rmag deze tenoonstelling ons welkom zijn.
Het heeft heel wat voeten in de aarde ge
had, eer men de zware en kostbare stukken
t bijeengebracht, ongerekend de teekeningen,
schetsen en etsen, die voor den leek weinig,
voor den kunstenaar zeer veel beteekenen.
Men vindt hier werken uit Rodin's aller-
eersten tijd, toen hij een twintigjarige droo-
mer was en in een klooster wilde gaan. Zijn
'.eerste werk van beteekenis bij den „Salon"
^ingestuurd, werd' door de jury geweigerd.
iMaar hij liet zich niet ontmoedigen en het
resultaat van een leven van harden, vaak on
dankbaren arbeid kan men thans hier in het
Stedelijk Museum bewonderen. Er is iets
igrootsch in zijn worsteling met het ruwe
[materiaal en onwillekeurig denkt men daar
bij' aan een anderen Franschen kunstenaar,
'die een bijna even zwaren strijd te voeren
[heeft gehad en wiens beeld' deze tentoonstel
ling beheerscht: Ba'lzac.
De tentoonstelling is voor ons in vele op
zichten leerzaam. Zij laat ons van een kunst
genieten, die, ondanks veler begaving en
talent, bij ons te lande nooit tot bloei heeft
kunnen geraken, terwijl er toch een sterke
[behoefte aan bestaat. Sinds men begonnen is
onze steden met plantsoenen op de pleinen te
[versieren verlangt men ook naar monumen
ten, die aan zulke plantsoenen een rustpunt
voor het oog kunnen geven. Wij hebben
[trouwens tal van groote mannen, kunste
naars, staatslieden e.a., die wij graag met een
.monument zouden willen eeren. En wij moe
iten ons tevreden stellen met staat- of plein-
[namen. De beelden, die hier en daar verrezen
[zijn, kunnen moeilijk tot sieraad strekken.
([Niemand zal het enorme ijzeren beeld van
[Rembrandt als kunstwerk kunnen bewonde
ren. Tiiorbecke staat gelukkig zoo bescheiden
'opgesteld, dat men aan zijn verschijning
'achert het hekje geen aanstoot behoeft te
diernen; niemand ziet hem. Hooft heeft een
'straat, maar geen standbeeld Vondel zit
zwierig in zijn park, maar ook hij strekt de
6tad niet tot sieraad. Heijermans houdt hem
[thans gezelschap, klein en bescheiden, maar
wij kunnen deze Zuil met een kop erop niet
bewonderen.
Er worat thans geroepen om standbeelden,
om monumenten, maar waar in ons land de
'kunstenaars, die ze kunnen uitvoeren? Op
het diner, dat onlangs ter eere van mevrouw
'MannBouwmeester werd gegeven, is over
[een monument ter eere van ae Bouwmeesters
Waproken. Indefdaad, er incest in het plant
poen van het Leidsche Bosch je een groep
[«taan van Louis, jfiüuortje as Frits, maar ae
[gelden ontbreken 5 waren de gelden er,
oe hand, die een kunst'^ri kon scheppen,
jdeze kunstenaars waardig, zou nog gevon
den moeten worden. Het is ai. jd iroo geweest,
wow ook het beeld van mevr. Kleine—Gart-
man in het KleineGartman-plantsoen ont
breekt. En zonder zulk een beeld heeft den
naam van zulk een plantsoen toch bijster
weinig te beteekenen. Hetgeen wel hieruit
blijkt, dat een toch algemeen ontwikkeld Am
sterdammer onlangs vroeg waarom men dit
plantsoen aldus genoemd had, daar het
gróóte Gartman-plantsoen toch niet be
stond?
Wat Van Heutsz betreft, hij krijgt zijn mo
nument in de Apollo-laan, dicht bij de Ly
ceum-brug. Tenminste, de Raad heeft on
langs aan een desbetreffend voorstel zijn
goedkeuring gehecht, maar voor zoover wij
weten moe het monument nog ontworpen
worden. Misschien zal een onzer jonge
kunstenaars door de Rodin-tentoonstelling
worden geïnspireerd. Maar wij betrwijfelen
het en hopen maar, dat het monument geen
standbeeld wordt. Leelijke beelden bezitten
wij meer dan genoeg.
Amsterdam, Mei '30. EMERGO.
Van onzen bijzonderen correspondent.
Het Nederlandsche paviljoen te
Luik. Goed gelegen op het ten
toonstellingsterrein. Buiten indu-
strieele en wetenschappelijke stands
interessante afdeeling over de Neder
landsche muziek.
Brussel, Mei 1930.
Blijft het paviljoen waarmee Nederland op
de Antwerpsche tentoonstelling uitpakt wel
het belangrijkste gedeelte van de Nederland
sche deelneming aan de Belgische feestelijk
heden, wat te Luik is tot stand gebracht is,
alle verhoudingen in acht genomen, niet min
der verdienstelijk en zeker kan ook worden
gezegd dat het organisatie-comité het ge
stelde doel volkomen 'heeft bereikt. De heer
W. F. J. Frowein, directeur van de Staats
mijnen te Heerlen en commissaris-generaal
bij de tentoonstelling te Luik, en zijn mede
werkers kunnen met voldoening terugblikken
op het werk dat op dit oogenblik reeds groo-
tendeels is afgedaan, zoodat op 26 Mei a.s. de
officieele opening van het Nederlandsche pa
viljoen zal kunnen plaats hebben, wat niet
zoo laat is, als men er rekening- mee houdt
dat, ondanks de officieele opening van de
tentoonstelling door de Belgische vorsten, op
dit oogenblik slechts een enkel buitenlandsch
paviljoen toegankelijk is, n.1. het Zwitsersche
alsmede het paviljoen van de Belgische pro
vinciën wat, op verre na niet het belang
rijkste is waarmee men te Luik kennis maken
kan.
De aanstichters van de Nederlandsche deel
neming hebben natuurlijk rekening dienen te
houden met het gespecialiseerde doel van
deze expositie: wetenschap, industrie,
muziek. In deze richting is er dan ook heel
wat belangrijks gepresteerd.
Ook hier werden de vertegenwoordigers
van de Nederlandsche pers vooraf vereenigd
aan een déjeuner dat den heer W. F. J.
Frowein tot tafelvoorzitter had. Deze wees
er in zijn tafelrede ook op dat de verwach
tingen voor het succes van de Nederlandsche
deelneming te Luik in den aanvang niet te
hoog gespannen waren; maar men heeft zich
vergist: de deelnemers hebben zich niet on
betuigd gelaten en vooral samenwerking tus-
schen Nederlandsehe industrieën is hier tot
stand gekomen. Inzonderheid het Zuiden van
Nederland is te Luik vertegenwoordigd, wat
spreker verheugend noemde. Zooals te Ant
werpen zit hier het streven voor aan te too-
nen dat wij hartelijk samen feest vieren en
met blijdschap aan den vreedzamen strijd der
volkeren deelnemen, om zoodoende en zoo
mogelijk tot de blijvende verbetering van de
betrekkingen tusschen de twee landen bij- te
dragen. De heer Holsboer, hoofdredacteur
van het Deventer Dagblad en de heer Van
den Broeck, redacteur aan De Tijd, voorzitter
van de R.K. Vereeniging- van Journalisten,
dankten den spreker voor zijn heildronk op
de pers en noemden het een gemakkelijke taak
over dergelijke Nederlandsche activiteit in
het buitenland verslag uit te brengen.
Per auto werden de genood'igden naar het
tentoonstellingsterrein, noordelijken sector,
gevoerd, waar het Nederlandsche paviljoen
is gevestigd. Tot dezen sector heeft men toe
gang langs een monumentale brug over de
Maas, een van de zes bruggen die Luik naar
aanleiding van de tentoonstelling heeft ge
kregen drie over de Maas en drie over de
Ourthe. Was de bedoeling het gezicht op de
tentoonstelling vanaf deze brug vrij te laten,
achteraf heeft men zooveel toetredingen ont
vangen dat overal waar zulks maar eenigs-
zins mogelijk was plaatsruimte gezocht is
moeten worden en kleine paviljoenen zijn op
gericht, met 'het gevolg dat het gezicht op het
electriciteitspaleis vanaf de brug volkomen is
gebroken. De plaats welke Nederland in
neemt is intusschen uitstekend' gelegen: vlak
bij den hoofdingang. Architect Job Denijs
heeft van een bestaande loods die 3000 vierk.
M. groot was, behendig gebruik gemaakt om
deze in een geschikt gebouw te herschapen
dat, zonder aanspraak te maken op buiten
gewone stijlverdiensten, met eer de Neder
landsche kleuren voeren mag. Het is treffend
hoe weinig te Luik de moderne richting in
de architectuur is vertegenwoordigd. In dit
opzicht spant Antwerpen vel de kroon.
Het Nederlandsche paviljoen is dan ook
minder monumentaal. Op den gevel komen
symbolische paneelen over de verschillende
Nederlandsche provinciën voor. De ingang
wordt gevormd door een klein portaal met
Maastrichtsche tegels bezet. Onmiddellijk
krijgt men dan toegang tot de groote ten
toonstellingszaal, waarin het gebouw
'heeft geen verdieping al het tentoonstel
lingsmateriaal in gescheiden stands is bijeen
gebracht. Dadelijk maakt men kennis met
een afdeeling waarin zeer geslaagd' duidelijk
wordt gemaakt welk; de transatlantische
verbindingen zijn van Luik over de Neder
landsche zeehavens. Een maquette van 't
Julianakanaal neemt de middenruimte van
de stand in terwijl aan den wand duidelijke
kaarten zijn geschilderd van de Limburgsche
mijnstreek, de Maaskanalisatie, met platte
gronden van Roermond, Venlo, Nijmegen,
Dordrecht, Rotterdam en Amsterdam Het
middengedeelte van de zaal wordt ingeno
men door een zeer suggestieve stand van de
Staatsmijnen en.de particuliere mijnen waar
omheen gegroepeerd zijn de stands van ver
scheidene groote firma's: de Sphinxfabrieken
van Maastricht met interessante sanitaire
artikelen, Kunstzijdeiiidustrie Breda, Lino
leum Krommenie," de Zuivelcoöperatie, N.V.
Eerste Nederlandsche Cementindustrie. Kris
tal-Unie Maastricht, de stand van het minis
terie van Handel en Nijverheid, zonder dat
wij allen kunnen noemen.
Zeer merkwaardig is een stand aan de
muziek gewijd en die een beeld tracht te
geven van de ontwikkeling van het muziek
leven als cultureel verschijnsel in Neder
land, waarin men dan ook'volkomen is ge
slaagd. Deze stand staat eenigszins afgezon
derd. In het midden bevindt zich een beeld
van Willem Mengelberg, gemaakt door den
beeldhouwer Archipenko, na een schitterende
uitvoering te New-York, omgeven door kas
ten waarin een 60-tal instrumenten, violen
n.1., zijn opgehangen welke allen, var, 1683
tot 1930 in Nederland zijn vervaardigd en
waaronder ook een viool voorkomt van Wil
lem Van der Syde, 1704, afgestaan door
Prinses Juliana. Aan den wand zijn de namen
opgeteekend van Nederlandsche musici, van
Jacob Obrecht tot Willem Mengelberg. Een
oud klavier uit het Rijksmuseum, mooie schil
derijen uit hetzelfde en nog andere musea zijn
verder aanwezig, alsmede muziekmanus-
cripten, o.m. een" handschrift van Mozart dat
in Nederland is gemaakt. Men vindt er het
eerste programma van het Concertgebouw
van 13 November 1888 en handschriften van
Indische muziek. Een zeer interessante stand
waaraan o.m. de Maatschappij van Toon
kunst, de Vereeniging voor Nederlandsche
muziekgeschiedenis en de Nederlandcshe
Koorvereeniging"hebben meegewerkt. In aan
vulling van deze deelneming zal, naar wij
vernemen, op 26 Mei te Luik den dag van de
opening van het Nederlandsche paviljoen een
uitvoering plaats hebben door het orkest van
het Concertgebouw onder leiding van Wil
lem Mengelberg.
Alsdan betreedt men een zaaltje dat wij
de eerezaal zouden kunnen noemen van de
Nederlandsche wetenschap: alle portretten
van Nederlandsche Nobelprijswinnaars zijn
er opgehangen. Elk rechtgeaard Nederlander
of Vlaming zal dit met rechtmatigen trotsch
betreden. In deze wetenschap-afdeeling neemt
het Natuurkundig Laboratorium van Philips
een groote plaats in. Wandkaarten en gra-
phieken geven nog allerlei bijzonderheden,
o.m. over de electrificatie van Nederland1
welke verbazenden indruk maakt en is er o.m.
hier ook een stand van de Vereeniging voor
vreemdelingenverkeer, welke ook te Luik bij
zonder nuttig werk zal kunnen verrichten.
In zijn geheel is Nederland niet in ge
breke gebleken om het bewijs te leveren dat,
wanneer het iets onderneemt, 't bewust
streeft om dit zoo degelijk mogelijk tot stand
te brengen. Zoowel te Luik als te Antwer
pen krijgt men dezen verheugenden indruk,
welke nog wordt versterkt door het duide
lijke inzicht dat stijl en decoratie geen ziel-
looze begrippen zijn in de Nederlandsche pa
viljoenen. Bovendien wordt door wat men te
Luik te zien krijgt ook in groote mate de
legende te niet gedaan dat Nederland' alleen
'het land- van boter en kaas is en geen eervolle
plaats zou innemen in industrie en techniek.
In verband is het wellicht te betreuren dat
wij niets hebben gezien over de zoutontgin-
ning in Nederland, waaromtrent in het bui
tenland slechts weinig bekend is.
if Het gaat den laatsten tijd niet voorspoedig
met den Volkenbond. Er waren jaren, dat
men telkens kon wijzen op nieuwe resultaten
die te Genève waren bereikt; tegenwoordig
hoort men wel van commissies die vergade
ren en conferenties die worden gehouden,
maar wat men bij den aanvang der bespre
kingen hoopte, blijkt aan het einde niet te
zijn bereikt.
De Codificatie-Conferentie in het Vredes
paleis met vreugde binnengehaald, zou
zoo verwachtte men drie verdragen op
stellen: over nationaliteit, territoriale zee en
Statenaansprakelijkheid; maar alleen over het
eerste onderwerp kwam iets tot stand.
Op economisch gebied bracht einde 1929
eerst de teleurstelling, dat te Parijs geen
overeenstemming werd- bereikt over het ver
drag inzake behandeling van vreemdelingen;
later bracht de Geneefsche Conferentie van
wie men had gehoopt een wapenstilstand in
zake het verhoogen van douanetarieven over
de geheele linie, slechts een voorloopige, zeer
beperkte, regeling.
En de ontwapening! Te Londen kon een
Vlootverdrag tusschen de 5 groote Zee
mogendheden niet worden gesloten; de Voor
bereidende Commissie der Ontwapenings
conferentie werd in lang niet bijeengeroepen
uit vrees voor negatieve resultaten.
Inderdaad een terugblik op dit alles zou tot
moedeloosheid kunnen stemmen.
Daarom is het goed dat er een dag in het
jaar is, waarop de Vereeniging voor Volken
bond en Vrede ons opwekt terug te zien naar
hetgeen voor de meesten van ons schijnt te
liggen in het verre verleden.
Op 18 Mei gaan onze gedachten terug
naar den 18en Mei van het jaar 1899, toen in
het Huis ten Bosch te 's-Gravenhage de
Eerste Vredesconferentie bijeenkwam. Het
was een merkwaardige gebeurtenis: voor de
eerste maal kwamen Regeeriiigsvertegen-
woordigers bijeen om te spreken over oorlog
en vrede zonder dat het beëindigen van een
oorlog hiertoe de aanleiding vormde.
Op het gebied van ontwapening bereikte
deze Vredesconferentie niets; inzake arbitrage
maakte men een internationale regeling,
waarbij echter iedere Staat volkomen vrij
bleef te allen tijde zelf te beslissen of hij' zijn
geschillen door het recht of door wapen
geweld zou willen beslissen. Toen de Confe
rentie uiteenging was alles afgeloopen; nie
mand had de taak voor de voortzetting der
besprekingen te zorgen; eerst in 1907 had
een Tweede Haagsche Conferentie plaats en
in de laatste jaren voor den wereldoorlog
wees men met trots erop dat althans eenige
maatregelen waren getroffen om in 1915 ten
derden male bijeen te komen. Dat was in dien
lijd de werkmethode en het tempo van het
internationale vredeswerk.
Tegenwoordig stellen wij hoogere eischen.
Vage principieele uitspraken voldoen ons
niet meer; wij willen verdragen waardoor
de Staten zich binden. Dat het Britsche Rijk
de verplichte rechtspraak van het Hof aan
vaardt voor alle rechtsgeschillen wekt een
oogenblik enthousiasme, maar is sooedkr
weer vergeten. Een overeenkomst inzake
vlootbeperking tusschen Amerika en Enge
land schijnt slechts een betrekkelijk resul
taat. Internationale samenwerking op allerlei
sociaal en hygiënisch gebied wordt als vol
komen vanzelfsprekend ternauwernood ge
waardeerd. Als een conferentie het gestelde
doel niet volledig bereikt, is men ongeduldig
en ontstemd; dat het Volkenbondssecretariaat
met tal van Volkenbondsorganen onmiddellijk
gereed staat om de zaak opnieuw aan te vat
ten en het bereiken van successen voor de
toekomst voor te bereiden is een gunstige
omstandigheid, die men in zijn ontstemming
vergeet te apprecieeren.
Dat wij meer eischen is goed; dat beteekent
dat de vredes-mentaliteit, het verlangen naar
de internationale rechtsorde in deze dertig
jaren ondanks of door den oorlog
sterker is geworden. Maar laat het feit dat
aan deze hoogere eischen niet wordt vol
daan geen reden zijn tot wanhopen. Dat de
vredesgedachte nog niet volledig kan zege
vieren behoeft niet te leiden tot oorlogsfata-
lisme, maar moet ons prikkelen tot nieuwe
activiteit.
Laten wij op dezen dag niet vergeten, dat
op 18 Mei 1899 zelfs de grootste optimist
niet kon droomen, dat dertig jaren later een
aanvang zou zijn gemaakt met een wereld
organisatie zooals wij deze in den tegen-
woordigen Volkenbond beleven.
C. A. KI.UYVER.
Schaakrubriek
Oplossing tweezet 281.
1. Db8 dreigt 2. Ta7 mat.
1. Da2 2. Tf3 mat.
1. Lb6 2. Df4 mat.
1. do 2. Tf8 mat.
1. Lh3 2. h8P mat.
1. onversch. 2. Db7 mat.
Oplossing eindspel 356.
1. Kd6 Kd4 2. Kc6 Kc3 3. Kd5 b3 4. Ke4
b2 5. La2 h3 6. Kf3. Remise.
Oplossing eindspel 357.
1. a7 Lb7 2. Lf3 Lf3 3. Pf6 Ke7. (Na
3Kd8 volgt 4. e4 enz.) 4. e4 Le4 5.
Pe4 h2 6. Pg3 h4 7. Phl a3 8. a8D en wint.
Eindspel no. 358.
(Auteur mij onbekend).
abodefgh
Wit aan zet en maakt remise.
Eindspel no. 359.
(Schelfhoutt).
e f g
Wit speelt en wint
Probleem 282.
H. L. Atkinson.
i@iI i
a b
Tweezet.
Eindspel no. 360.
C. C. N. Mann
a b c d f g~""~h
Auteursoplossing van eindsnel 360
(C. C. W. Mann). v
1. Kd7! dreigt 2. Ld5 en 3. Db7 mat.
a- 1d88 2- Dalf Kb8 (of I) 3. De5+
Ka7 4. Da5f Kb8 5. Db4 Ka7 6. Kc7' Dd8+
7. Kd8 hlD 8. Da5f Kb7 (Kb8 dan 8 Dc7
10. Kc8 en mat). 9. Pd6 Kb8 10. Db5+'
Kad lib. 11. Kc7! Delf 12. Kd7 Dhl 13
Daóf Kb8 14. Kdb Ka7 15. Pc8f en mat
in twee zetten.
I. 2Kb7 3. Pd6f Kb6 4. Df2+ Kc5
5. Dc3 Kd5 6. Dc4f Ke5 7. De4+ Kf6 8
Dhtf Ke5 9. De4 Kf6 10. Df4f Kg6 11
Dg4f Kf6 12. Dg8 hlD 13. Df7 Ke5 14 Dtrï
Kdö 15. Dc3! Dbl 16. Dd2f Ke5 17. De5+
Kd4 18. Pb5 en wint.
b. 1De5 2. Pe7 Db8 3. Ld5+ 4
Pc6 enz. T 4'
c iKa7 2. Ld5 Db8 3. Da2+ Khn
4. Kd3 Ka7 5. Da4 6. Kb7f 6. Db4f Ka7 7
Da5 mat.
Nevenoplosing (van de Tel.) 1. jya2
Kb8 (Kb7 dan 2. 2. Pd6f) 2. Dh2 Ka7 3
Kgl Ka6 4. Pb6 en wint.
De schaakclub V. V. V. te Alkmaar b&.
staat in October van dit jaar 25 jaar. Dit
feest zal door de vereeniging feestelijk
herdacht worden. Tot dat doel hebben
de leden al geruimen tijd boven hun
jaariijksche contributie maandelijks een
vrijwillige bijdrage gestort.
Een daartoe benoemde feestcommis
sie heeft plannen ontworpen en die aan
het bestuur en de ledenvergadering ter
goedkeuring voorgelegd.
In groote trekken komen ze hierop
neer:
Er zal een wedstrijd gehouden worden
(alleen toegankelijk voor leden) in groe
pen van vier. Deze wedstrijd loopt in 3
ronden af. Daartoe wordt gespeeld op
de drie Maandagen voorafgaande aan
1 October. Alle deelnemers zullen een
prijs krijgen, die natuurlijk eenigszins
in duurte zullen verschillen.
De eerste Zaterdagavond in October
zal gewijd zijn aan het eigenlijke feest.
Het' bestuur zal daartoe in het begin
van den avond recipieeren. Verschillen
de gebeurtenissen zullen dan de revue
passeeren, en verder zal de avond ge
passeerd worden met aangename ver
rassingen.
Op de laatste ledenvergadering werd
nog vastgesteld dat een propaganda-
commiscie pogingen in 't werk zal stel
len en de vele personen, die ongeorgani
seerde schakers zijn, tot het lidmaat
schap te bewegen. Deze commissie heeft
als voorzitter, de president der vereeni
ging, die gaarne van ieder adressen zal
ontvangen van schakers, die nog geen
lid van V. V. V. zijn. Zij zullen dan een
circulaire ontvangen en daarna door een
der propaganda-commissieleden worden
■bezocht en opgewekt tot het lidmaat
schap.
Alkmaar is in den omtrek de sterkste
club. Laat 't ook hier bewaarheid blij
ven: Van Alkmaar de victorie!
Aan de Dammers!
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem no. 1120 (auteur
Groenteman).
Stand.
Zw. 12 sch. op: 5, 6, 7, 8, 9, 16, 18, 19,
21. 23, 26, 30.
W. 12 sch. op: 25, 27, 28, 32, 34, 36/39,
42, 43, 48.
Oplossing.
1. 34—29 1. 23:34
2. 28—23 2. 18 :29
3. 37—31 3. 26:28
4. 38—32 4. 28 37
5. 42:31 5. 21:32
6. 31—27 6. 32 :21
7. 43—38 7. 34:32
8. 25: 1!
Het Kampioenschap van Nederland.
Het kampioenschap is Zondag j.1. be
haald door den bekenden Amsterdam-
schen speler J. H. Vos, die een mooie
welverdiende overwinning behaalde
met 17 van de 20 punten. Op hem volg
den R. C. Keiler (II) en A. K. W. Damme
(III), ongetwijfeld de drie sterkste spe
lers momenteel uit ons land. De andere
deelnemers onttliepen elkaar niet veel.
Uit de partij.
Wij vragen nu uw aandacht voor de
volgende aardige stellen uit een partij
van Bélard.
Zw. 3 sch. op: 19, 24, 26 en dam op 2.
W. 8 sch. op: 27, 31, 32, 34/37, 49. 1
Wt speelde in dezen stand 49
waarop zwart onmiddellijk liet volgen
24—30 (wit 35 13) en 2 50. Doch wit
had beter gezien. Hij liet eerst de zwar
te schijf 26 naar 17 slaan door 27—21.
Toen bracht hij door 32—28 den zwarten
dam van 50 naar 22 en na 3732 kon
zwart toen verlies niet ontgaan, want
3127 wint altijd. Gaat de zwarte dam
naar 50 terug, dan zorgt 32—28 opnieuw
dat de dam op 22 komt.
De volgende stand is uit den kam
pioenswedstrijd.
Zw. 10 sch. op: 6, 7, 8, 12, 13, 11 1*>
23 25 29.
W. 10 sch. op: 21, 26, 27, 32, 34, 35, 39,
40, 42, 43.
Wit heeft zoo juist 3832 8esPe'
Hierop had zwart moeten spelen 23—-~®
(wit dwingend tot 34 23 want op 32
volgt 25-30 en 18 47). Wit dus 34 Z*