UK. RugpijnNierenPillen' Sinds 18 Mei 1899. Damrubriek \Mjl Houd Uw nieren gezond! Nieuws uit België. li mim Bij nierzwakte blijven urinezuur en andere vergiftige onzuiverheden in het bloed achter, waardoor uw geheele gestel bedreigd wordt. Daarom is het zoo verkeerd de eerste waarschuwende verschijnselen te verwaarloozen als rugpijn, urinestoornissen, stijve en ge zwollen gewrichten, blaaszwakte, be zinksel in de urine, hoofdpijn, duizelig heid enz. De nieren moeten hulp ontvangen en versterkt worden, terwijl het tijd is. Beproef Foster's Rugpijn Nieren Pillen, het sedert jaren bekende middel. Vraag ernaar in uw omgeving en hoor hoe zij worden aangeprezen. I.jji Verkrijgbaar bij alle drogisten enz. (f in glazen verpakking a f 1.75 p. flacon. nemers, maar zélf-artisten, hebben met de nooden van hun kameraden rekening gehou den en zoo ziet men thans in Amsterdam ver rijzen wat men vroeger nimmer zag: schil derateliers. Men vindt ze in de torenhooge hoekhuizen, op lichte pleinen en overal waar het noorderlicht er gelegenheid toe geeft en 'de plaats er zich toe leent. Natuurlijk met mate. Jonge en ook wel oude ar- Itisten zijn over het algemeen niet de kapitaal krachtigste huurders en men kan van geen [enkele bouwmaatschappij vergen, da, zij hare woningen gratis uit handen geeft. l*Maar goed. Er is toch een enorme vooruit gang te bespeuren met vroeger, toen schil ders en beeldhouwers voor eigen rekening 'atelier-vensters moesten laten aanbrengen en [de zolders van vrij onsoliede revolutie-bouw sels moesten betrekken, daar men ze elders niet bedienen kon. Voor de groote groep der jonge artisten is deze Rodin-tentoonstelling welkom, want ,deze jongelui hebben in den regel de midde len niet om studie-reisjes naar Parijs te ma ken, slechts één verwerft ééns per jaar het 'stipendium, dat aan den Prix de Rome ver bonden is. De anderen moeten zich tevreden stellen met wat in onze stad wordt tentoon- igesteld. Wie de middelen en de vrijheid bé- lzit om naar Parijs te gaan keert niet zoo [spoedig terug, vestigt zich op Montparnasse, [lijdt er honger en ploetert er, tot hij met zijn [penseel of zijn hamer den kost kan verdie nen. Welke jonge kunstenaar zou den Am- steloever verkiezen als hij aan de Seine kan wonen? Er is een tijd geweest, dat Rodin modern i was. Vermoedelijk wordt hij door de jongeren thans niet meer als voorbeeld genomen. Wij weten, dat niet zoo precies, want de kunst- richtingen en de groeps-idealen zijn zelden ^bestendig. Maar in ieder geval kan men van j'Rodin nog altijd enorm veel leeren, ook teeke- 1 naars en schilders kunnen dat, en daarom rmag deze tenoonstelling ons welkom zijn. Het heeft heel wat voeten in de aarde ge had, eer men de zware en kostbare stukken t bijeengebracht, ongerekend de teekeningen, schetsen en etsen, die voor den leek weinig, voor den kunstenaar zeer veel beteekenen. Men vindt hier werken uit Rodin's aller- eersten tijd, toen hij een twintigjarige droo- mer was en in een klooster wilde gaan. Zijn '.eerste werk van beteekenis bij den „Salon" ^ingestuurd, werd' door de jury geweigerd. iMaar hij liet zich niet ontmoedigen en het resultaat van een leven van harden, vaak on dankbaren arbeid kan men thans hier in het Stedelijk Museum bewonderen. Er is iets igrootsch in zijn worsteling met het ruwe [materiaal en onwillekeurig denkt men daar bij' aan een anderen Franschen kunstenaar, 'die een bijna even zwaren strijd te voeren [heeft gehad en wiens beeld' deze tentoonstel ling beheerscht: Ba'lzac. De tentoonstelling is voor ons in vele op zichten leerzaam. Zij laat ons van een kunst genieten, die, ondanks veler begaving en talent, bij ons te lande nooit tot bloei heeft kunnen geraken, terwijl er toch een sterke [behoefte aan bestaat. Sinds men begonnen is onze steden met plantsoenen op de pleinen te [versieren verlangt men ook naar monumen ten, die aan zulke plantsoenen een rustpunt voor het oog kunnen geven. Wij hebben [trouwens tal van groote mannen, kunste naars, staatslieden e.a., die wij graag met een .monument zouden willen eeren. En wij moe iten ons tevreden stellen met staat- of plein- [namen. De beelden, die hier en daar verrezen [zijn, kunnen moeilijk tot sieraad strekken. ([Niemand zal het enorme ijzeren beeld van [Rembrandt als kunstwerk kunnen bewonde ren. Tiiorbecke staat gelukkig zoo bescheiden 'opgesteld, dat men aan zijn verschijning 'achert het hekje geen aanstoot behoeft te diernen; niemand ziet hem. Hooft heeft een 'straat, maar geen standbeeld Vondel zit zwierig in zijn park, maar ook hij strekt de 6tad niet tot sieraad. Heijermans houdt hem [thans gezelschap, klein en bescheiden, maar wij kunnen deze Zuil met een kop erop niet bewonderen. Er worat thans geroepen om standbeelden, om monumenten, maar waar in ons land de 'kunstenaars, die ze kunnen uitvoeren? Op het diner, dat onlangs ter eere van mevrouw 'MannBouwmeester werd gegeven, is over [een monument ter eere van ae Bouwmeesters Waproken. Indefdaad, er incest in het plant poen van het Leidsche Bosch je een groep [«taan van Louis, jfiüuortje as Frits, maar ae [gelden ontbreken 5 waren de gelden er, oe hand, die een kunst'^ri kon scheppen, jdeze kunstenaars waardig, zou nog gevon den moeten worden. Het is ai. jd iroo geweest, wow ook het beeld van mevr. Kleine—Gart- man in het KleineGartman-plantsoen ont breekt. En zonder zulk een beeld heeft den naam van zulk een plantsoen toch bijster weinig te beteekenen. Hetgeen wel hieruit blijkt, dat een toch algemeen ontwikkeld Am sterdammer onlangs vroeg waarom men dit plantsoen aldus genoemd had, daar het gróóte Gartman-plantsoen toch niet be stond? Wat Van Heutsz betreft, hij krijgt zijn mo nument in de Apollo-laan, dicht bij de Ly ceum-brug. Tenminste, de Raad heeft on langs aan een desbetreffend voorstel zijn goedkeuring gehecht, maar voor zoover wij weten moe het monument nog ontworpen worden. Misschien zal een onzer jonge kunstenaars door de Rodin-tentoonstelling worden geïnspireerd. Maar wij betrwijfelen het en hopen maar, dat het monument geen standbeeld wordt. Leelijke beelden bezitten wij meer dan genoeg. Amsterdam, Mei '30. EMERGO. Van onzen bijzonderen correspondent. Het Nederlandsche paviljoen te Luik. Goed gelegen op het ten toonstellingsterrein. Buiten indu- strieele en wetenschappelijke stands interessante afdeeling over de Neder landsche muziek. Brussel, Mei 1930. Blijft het paviljoen waarmee Nederland op de Antwerpsche tentoonstelling uitpakt wel het belangrijkste gedeelte van de Nederland sche deelneming aan de Belgische feestelijk heden, wat te Luik is tot stand gebracht is, alle verhoudingen in acht genomen, niet min der verdienstelijk en zeker kan ook worden gezegd dat het organisatie-comité het ge stelde doel volkomen 'heeft bereikt. De heer W. F. J. Frowein, directeur van de Staats mijnen te Heerlen en commissaris-generaal bij de tentoonstelling te Luik, en zijn mede werkers kunnen met voldoening terugblikken op het werk dat op dit oogenblik reeds groo- tendeels is afgedaan, zoodat op 26 Mei a.s. de officieele opening van het Nederlandsche pa viljoen zal kunnen plaats hebben, wat niet zoo laat is, als men er rekening- mee houdt dat, ondanks de officieele opening van de tentoonstelling door de Belgische vorsten, op dit oogenblik slechts een enkel buitenlandsch paviljoen toegankelijk is, n.1. het Zwitsersche alsmede het paviljoen van de Belgische pro vinciën wat, op verre na niet het belang rijkste is waarmee men te Luik kennis maken kan. De aanstichters van de Nederlandsche deel neming hebben natuurlijk rekening dienen te houden met het gespecialiseerde doel van deze expositie: wetenschap, industrie, muziek. In deze richting is er dan ook heel wat belangrijks gepresteerd. Ook hier werden de vertegenwoordigers van de Nederlandsche pers vooraf vereenigd aan een déjeuner dat den heer W. F. J. Frowein tot tafelvoorzitter had. Deze wees er in zijn tafelrede ook op dat de verwach tingen voor het succes van de Nederlandsche deelneming te Luik in den aanvang niet te hoog gespannen waren; maar men heeft zich vergist: de deelnemers hebben zich niet on betuigd gelaten en vooral samenwerking tus- schen Nederlandsehe industrieën is hier tot stand gekomen. Inzonderheid het Zuiden van Nederland is te Luik vertegenwoordigd, wat spreker verheugend noemde. Zooals te Ant werpen zit hier het streven voor aan te too- nen dat wij hartelijk samen feest vieren en met blijdschap aan den vreedzamen strijd der volkeren deelnemen, om zoodoende en zoo mogelijk tot de blijvende verbetering van de betrekkingen tusschen de twee landen bij- te dragen. De heer Holsboer, hoofdredacteur van het Deventer Dagblad en de heer Van den Broeck, redacteur aan De Tijd, voorzitter van de R.K. Vereeniging- van Journalisten, dankten den spreker voor zijn heildronk op de pers en noemden het een gemakkelijke taak over dergelijke Nederlandsche activiteit in het buitenland verslag uit te brengen. Per auto werden de genood'igden naar het tentoonstellingsterrein, noordelijken sector, gevoerd, waar het Nederlandsche paviljoen is gevestigd. Tot dezen sector heeft men toe gang langs een monumentale brug over de Maas, een van de zes bruggen die Luik naar aanleiding van de tentoonstelling heeft ge kregen drie over de Maas en drie over de Ourthe. Was de bedoeling het gezicht op de tentoonstelling vanaf deze brug vrij te laten, achteraf heeft men zooveel toetredingen ont vangen dat overal waar zulks maar eenigs- zins mogelijk was plaatsruimte gezocht is moeten worden en kleine paviljoenen zijn op gericht, met 'het gevolg dat het gezicht op het electriciteitspaleis vanaf de brug volkomen is gebroken. De plaats welke Nederland in neemt is intusschen uitstekend' gelegen: vlak bij den hoofdingang. Architect Job Denijs heeft van een bestaande loods die 3000 vierk. M. groot was, behendig gebruik gemaakt om deze in een geschikt gebouw te herschapen dat, zonder aanspraak te maken op buiten gewone stijlverdiensten, met eer de Neder landsche kleuren voeren mag. Het is treffend hoe weinig te Luik de moderne richting in de architectuur is vertegenwoordigd. In dit opzicht spant Antwerpen vel de kroon. Het Nederlandsche paviljoen is dan ook minder monumentaal. Op den gevel komen symbolische paneelen over de verschillende Nederlandsche provinciën voor. De ingang wordt gevormd door een klein portaal met Maastrichtsche tegels bezet. Onmiddellijk krijgt men dan toegang tot de groote ten toonstellingszaal, waarin het gebouw 'heeft geen verdieping al het tentoonstel lingsmateriaal in gescheiden stands is bijeen gebracht. Dadelijk maakt men kennis met een afdeeling waarin zeer geslaagd' duidelijk wordt gemaakt welk; de transatlantische verbindingen zijn van Luik over de Neder landsche zeehavens. Een maquette van 't Julianakanaal neemt de middenruimte van de stand in terwijl aan den wand duidelijke kaarten zijn geschilderd van de Limburgsche mijnstreek, de Maaskanalisatie, met platte gronden van Roermond, Venlo, Nijmegen, Dordrecht, Rotterdam en Amsterdam Het middengedeelte van de zaal wordt ingeno men door een zeer suggestieve stand van de Staatsmijnen en.de particuliere mijnen waar omheen gegroepeerd zijn de stands van ver scheidene groote firma's: de Sphinxfabrieken van Maastricht met interessante sanitaire artikelen, Kunstzijdeiiidustrie Breda, Lino leum Krommenie," de Zuivelcoöperatie, N.V. Eerste Nederlandsche Cementindustrie. Kris tal-Unie Maastricht, de stand van het minis terie van Handel en Nijverheid, zonder dat wij allen kunnen noemen. Zeer merkwaardig is een stand aan de muziek gewijd en die een beeld tracht te geven van de ontwikkeling van het muziek leven als cultureel verschijnsel in Neder land, waarin men dan ook'volkomen is ge slaagd. Deze stand staat eenigszins afgezon derd. In het midden bevindt zich een beeld van Willem Mengelberg, gemaakt door den beeldhouwer Archipenko, na een schitterende uitvoering te New-York, omgeven door kas ten waarin een 60-tal instrumenten, violen n.1., zijn opgehangen welke allen, var, 1683 tot 1930 in Nederland zijn vervaardigd en waaronder ook een viool voorkomt van Wil lem Van der Syde, 1704, afgestaan door Prinses Juliana. Aan den wand zijn de namen opgeteekend van Nederlandsche musici, van Jacob Obrecht tot Willem Mengelberg. Een oud klavier uit het Rijksmuseum, mooie schil derijen uit hetzelfde en nog andere musea zijn verder aanwezig, alsmede muziekmanus- cripten, o.m. een" handschrift van Mozart dat in Nederland is gemaakt. Men vindt er het eerste programma van het Concertgebouw van 13 November 1888 en handschriften van Indische muziek. Een zeer interessante stand waaraan o.m. de Maatschappij van Toon kunst, de Vereeniging voor Nederlandsche muziekgeschiedenis en de Nederlandcshe Koorvereeniging"hebben meegewerkt. In aan vulling van deze deelneming zal, naar wij vernemen, op 26 Mei te Luik den dag van de opening van het Nederlandsche paviljoen een uitvoering plaats hebben door het orkest van het Concertgebouw onder leiding van Wil lem Mengelberg. Alsdan betreedt men een zaaltje dat wij de eerezaal zouden kunnen noemen van de Nederlandsche wetenschap: alle portretten van Nederlandsche Nobelprijswinnaars zijn er opgehangen. Elk rechtgeaard Nederlander of Vlaming zal dit met rechtmatigen trotsch betreden. In deze wetenschap-afdeeling neemt het Natuurkundig Laboratorium van Philips een groote plaats in. Wandkaarten en gra- phieken geven nog allerlei bijzonderheden, o.m. over de electrificatie van Nederland1 welke verbazenden indruk maakt en is er o.m. hier ook een stand van de Vereeniging voor vreemdelingenverkeer, welke ook te Luik bij zonder nuttig werk zal kunnen verrichten. In zijn geheel is Nederland niet in ge breke gebleken om het bewijs te leveren dat, wanneer het iets onderneemt, 't bewust streeft om dit zoo degelijk mogelijk tot stand te brengen. Zoowel te Luik als te Antwer pen krijgt men dezen verheugenden indruk, welke nog wordt versterkt door het duide lijke inzicht dat stijl en decoratie geen ziel- looze begrippen zijn in de Nederlandsche pa viljoenen. Bovendien wordt door wat men te Luik te zien krijgt ook in groote mate de legende te niet gedaan dat Nederland' alleen 'het land- van boter en kaas is en geen eervolle plaats zou innemen in industrie en techniek. In verband is het wellicht te betreuren dat wij niets hebben gezien over de zoutontgin- ning in Nederland, waaromtrent in het bui tenland slechts weinig bekend is. if Het gaat den laatsten tijd niet voorspoedig met den Volkenbond. Er waren jaren, dat men telkens kon wijzen op nieuwe resultaten die te Genève waren bereikt; tegenwoordig hoort men wel van commissies die vergade ren en conferenties die worden gehouden, maar wat men bij den aanvang der bespre kingen hoopte, blijkt aan het einde niet te zijn bereikt. De Codificatie-Conferentie in het Vredes paleis met vreugde binnengehaald, zou zoo verwachtte men drie verdragen op stellen: over nationaliteit, territoriale zee en Statenaansprakelijkheid; maar alleen over het eerste onderwerp kwam iets tot stand. Op economisch gebied bracht einde 1929 eerst de teleurstelling, dat te Parijs geen overeenstemming werd- bereikt over het ver drag inzake behandeling van vreemdelingen; later bracht de Geneefsche Conferentie van wie men had gehoopt een wapenstilstand in zake het verhoogen van douanetarieven over de geheele linie, slechts een voorloopige, zeer beperkte, regeling. En de ontwapening! Te Londen kon een Vlootverdrag tusschen de 5 groote Zee mogendheden niet worden gesloten; de Voor bereidende Commissie der Ontwapenings conferentie werd in lang niet bijeengeroepen uit vrees voor negatieve resultaten. Inderdaad een terugblik op dit alles zou tot moedeloosheid kunnen stemmen. Daarom is het goed dat er een dag in het jaar is, waarop de Vereeniging voor Volken bond en Vrede ons opwekt terug te zien naar hetgeen voor de meesten van ons schijnt te liggen in het verre verleden. Op 18 Mei gaan onze gedachten terug naar den 18en Mei van het jaar 1899, toen in het Huis ten Bosch te 's-Gravenhage de Eerste Vredesconferentie bijeenkwam. Het was een merkwaardige gebeurtenis: voor de eerste maal kwamen Regeeriiigsvertegen- woordigers bijeen om te spreken over oorlog en vrede zonder dat het beëindigen van een oorlog hiertoe de aanleiding vormde. Op het gebied van ontwapening bereikte deze Vredesconferentie niets; inzake arbitrage maakte men een internationale regeling, waarbij echter iedere Staat volkomen vrij bleef te allen tijde zelf te beslissen of hij' zijn geschillen door het recht of door wapen geweld zou willen beslissen. Toen de Confe rentie uiteenging was alles afgeloopen; nie mand had de taak voor de voortzetting der besprekingen te zorgen; eerst in 1907 had een Tweede Haagsche Conferentie plaats en in de laatste jaren voor den wereldoorlog wees men met trots erop dat althans eenige maatregelen waren getroffen om in 1915 ten derden male bijeen te komen. Dat was in dien lijd de werkmethode en het tempo van het internationale vredeswerk. Tegenwoordig stellen wij hoogere eischen. Vage principieele uitspraken voldoen ons niet meer; wij willen verdragen waardoor de Staten zich binden. Dat het Britsche Rijk de verplichte rechtspraak van het Hof aan vaardt voor alle rechtsgeschillen wekt een oogenblik enthousiasme, maar is sooedkr weer vergeten. Een overeenkomst inzake vlootbeperking tusschen Amerika en Enge land schijnt slechts een betrekkelijk resul taat. Internationale samenwerking op allerlei sociaal en hygiënisch gebied wordt als vol komen vanzelfsprekend ternauwernood ge waardeerd. Als een conferentie het gestelde doel niet volledig bereikt, is men ongeduldig en ontstemd; dat het Volkenbondssecretariaat met tal van Volkenbondsorganen onmiddellijk gereed staat om de zaak opnieuw aan te vat ten en het bereiken van successen voor de toekomst voor te bereiden is een gunstige omstandigheid, die men in zijn ontstemming vergeet te apprecieeren. Dat wij meer eischen is goed; dat beteekent dat de vredes-mentaliteit, het verlangen naar de internationale rechtsorde in deze dertig jaren ondanks of door den oorlog sterker is geworden. Maar laat het feit dat aan deze hoogere eischen niet wordt vol daan geen reden zijn tot wanhopen. Dat de vredesgedachte nog niet volledig kan zege vieren behoeft niet te leiden tot oorlogsfata- lisme, maar moet ons prikkelen tot nieuwe activiteit. Laten wij op dezen dag niet vergeten, dat op 18 Mei 1899 zelfs de grootste optimist niet kon droomen, dat dertig jaren later een aanvang zou zijn gemaakt met een wereld organisatie zooals wij deze in den tegen- woordigen Volkenbond beleven. C. A. KI.UYVER. Schaakrubriek Oplossing tweezet 281. 1. Db8 dreigt 2. Ta7 mat. 1. Da2 2. Tf3 mat. 1. Lb6 2. Df4 mat. 1. do 2. Tf8 mat. 1. Lh3 2. h8P mat. 1. onversch. 2. Db7 mat. Oplossing eindspel 356. 1. Kd6 Kd4 2. Kc6 Kc3 3. Kd5 b3 4. Ke4 b2 5. La2 h3 6. Kf3. Remise. Oplossing eindspel 357. 1. a7 Lb7 2. Lf3 Lf3 3. Pf6 Ke7. (Na 3Kd8 volgt 4. e4 enz.) 4. e4 Le4 5. Pe4 h2 6. Pg3 h4 7. Phl a3 8. a8D en wint. Eindspel no. 358. (Auteur mij onbekend). abodefgh Wit aan zet en maakt remise. Eindspel no. 359. (Schelfhoutt). e f g Wit speelt en wint Probleem 282. H. L. Atkinson. i@iI i a b Tweezet. Eindspel no. 360. C. C. N. Mann a b c d f g~""~h Auteursoplossing van eindsnel 360 (C. C. W. Mann). v 1. Kd7! dreigt 2. Ld5 en 3. Db7 mat. a- 1d88 2- Dalf Kb8 (of I) 3. De5+ Ka7 4. Da5f Kb8 5. Db4 Ka7 6. Kc7' Dd8+ 7. Kd8 hlD 8. Da5f Kb7 (Kb8 dan 8 Dc7 10. Kc8 en mat). 9. Pd6 Kb8 10. Db5+' Kad lib. 11. Kc7! Delf 12. Kd7 Dhl 13 Daóf Kb8 14. Kdb Ka7 15. Pc8f en mat in twee zetten. I. 2Kb7 3. Pd6f Kb6 4. Df2+ Kc5 5. Dc3 Kd5 6. Dc4f Ke5 7. De4+ Kf6 8 Dhtf Ke5 9. De4 Kf6 10. Df4f Kg6 11 Dg4f Kf6 12. Dg8 hlD 13. Df7 Ke5 14 Dtrï Kdö 15. Dc3! Dbl 16. Dd2f Ke5 17. De5+ Kd4 18. Pb5 en wint. b. 1De5 2. Pe7 Db8 3. Ld5+ 4 Pc6 enz. T 4' c iKa7 2. Ld5 Db8 3. Da2+ Khn 4. Kd3 Ka7 5. Da4 6. Kb7f 6. Db4f Ka7 7 Da5 mat. Nevenoplosing (van de Tel.) 1. jya2 Kb8 (Kb7 dan 2. 2. Pd6f) 2. Dh2 Ka7 3 Kgl Ka6 4. Pb6 en wint. De schaakclub V. V. V. te Alkmaar b&. staat in October van dit jaar 25 jaar. Dit feest zal door de vereeniging feestelijk herdacht worden. Tot dat doel hebben de leden al geruimen tijd boven hun jaariijksche contributie maandelijks een vrijwillige bijdrage gestort. Een daartoe benoemde feestcommis sie heeft plannen ontworpen en die aan het bestuur en de ledenvergadering ter goedkeuring voorgelegd. In groote trekken komen ze hierop neer: Er zal een wedstrijd gehouden worden (alleen toegankelijk voor leden) in groe pen van vier. Deze wedstrijd loopt in 3 ronden af. Daartoe wordt gespeeld op de drie Maandagen voorafgaande aan 1 October. Alle deelnemers zullen een prijs krijgen, die natuurlijk eenigszins in duurte zullen verschillen. De eerste Zaterdagavond in October zal gewijd zijn aan het eigenlijke feest. Het' bestuur zal daartoe in het begin van den avond recipieeren. Verschillen de gebeurtenissen zullen dan de revue passeeren, en verder zal de avond ge passeerd worden met aangename ver rassingen. Op de laatste ledenvergadering werd nog vastgesteld dat een propaganda- commiscie pogingen in 't werk zal stel len en de vele personen, die ongeorgani seerde schakers zijn, tot het lidmaat schap te bewegen. Deze commissie heeft als voorzitter, de president der vereeni ging, die gaarne van ieder adressen zal ontvangen van schakers, die nog geen lid van V. V. V. zijn. Zij zullen dan een circulaire ontvangen en daarna door een der propaganda-commissieleden worden ■bezocht en opgewekt tot het lidmaat schap. Alkmaar is in den omtrek de sterkste club. Laat 't ook hier bewaarheid blij ven: Van Alkmaar de victorie! Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem no. 1120 (auteur Groenteman). Stand. Zw. 12 sch. op: 5, 6, 7, 8, 9, 16, 18, 19, 21. 23, 26, 30. W. 12 sch. op: 25, 27, 28, 32, 34, 36/39, 42, 43, 48. Oplossing. 1. 34—29 1. 23:34 2. 28—23 2. 18 :29 3. 37—31 3. 26:28 4. 38—32 4. 28 37 5. 42:31 5. 21:32 6. 31—27 6. 32 :21 7. 43—38 7. 34:32 8. 25: 1! Het Kampioenschap van Nederland. Het kampioenschap is Zondag j.1. be haald door den bekenden Amsterdam- schen speler J. H. Vos, die een mooie welverdiende overwinning behaalde met 17 van de 20 punten. Op hem volg den R. C. Keiler (II) en A. K. W. Damme (III), ongetwijfeld de drie sterkste spe lers momenteel uit ons land. De andere deelnemers onttliepen elkaar niet veel. Uit de partij. Wij vragen nu uw aandacht voor de volgende aardige stellen uit een partij van Bélard. Zw. 3 sch. op: 19, 24, 26 en dam op 2. W. 8 sch. op: 27, 31, 32, 34/37, 49. 1 Wt speelde in dezen stand 49 waarop zwart onmiddellijk liet volgen 24—30 (wit 35 13) en 2 50. Doch wit had beter gezien. Hij liet eerst de zwar te schijf 26 naar 17 slaan door 27—21. Toen bracht hij door 32—28 den zwarten dam van 50 naar 22 en na 3732 kon zwart toen verlies niet ontgaan, want 3127 wint altijd. Gaat de zwarte dam naar 50 terug, dan zorgt 32—28 opnieuw dat de dam op 22 komt. De volgende stand is uit den kam pioenswedstrijd. Zw. 10 sch. op: 6, 7, 8, 12, 13, 11 1*> 23 25 29. W. 10 sch. op: 21, 26, 27, 32, 34, 35, 39, 40, 42, 43. Wit heeft zoo juist 3832 8esPe' Hierop had zwart moeten spelen 23—-~® (wit dwingend tot 34 23 want op 32 volgt 25-30 en 18 47). Wit dus 34 Z*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6