DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De Dusseldorpsche moordenaar. IVo. 134 UlliDAG 2? MEI 1930 132e Jaargang. Dagelijksch overzicht. Buitenland De burgerlijke beweging in Britsch-lndië. Nog meerdere bijzonderheden over zijn persoon. StoomeMj en Ververij van Mevrouw Zendt nu reeds Uw goederen ter behandeling, tt i) kunnen nu nog garan- deere i voor Pinksteren terug. Onze naam waar borgt U prima afwerking. ALKMAARSGHE COURANT TZ .;'.MDR Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs pet 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het gebeele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN1 Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. HEMELVAARTSDAG. De Alkmaarsche Courant zal Donder dag, 29 Mei, niet verschijnen. De Directie. DE REDEVOERINGEN VAN MUSSOL1NI. Een rede met fanfares te Milaan- Weer „Italië en het buitenland". Mussolini gaat voort met zijn speech-pro- ramma. Na Florence en Livorno was Zon- 'ag Milaan aan de beurt. Daar heeft op het Domplein de Duce een rede gehouden voor maar 300.000 menschen. Het begin van zijn rede was een soort in leiding, die een kort resumé gaf van de rede voeringen te Florence en Livorno. Mussolini verklaarde, dat hij lang had nagedacht, al vorens hij deze redevoeringen had uitgespro ken. Hij had dus welbewust gesproken en het doel van zijn speeches was geweest, het Ita- liaansche volk te beletten, dat het insliep bij „het geblaat der lammeren, die echter wol ven zijn" en opdat het zich niet straks bij het ontwaken geplaatst ziet voor min of meer tragische verrassingen in zijn geschiedenis. Men heeft vergelijkingen gemaakt, aldus Mussolini, maar ik weet niet of ik ze grotesk- of ridicuur moet noemen. Men heeft ook gezegd dat mijn reis, die in heel Italië buitengewoon groote menschen- menigten heeft bijeengebracht, gemaakt werd met het oog op den economischen toestand des lands. Dat is volkomen onjuist. De eco nomische toestand is niet slechter dan die van andere landen. De regeering controleert dien toestand dagelijks; zij heeft reeds de noodige maatregelen genomen en zal dit blijven doen. Mijn regeering, zeide Mussolini, is geen ministerie maar een regime, waarvan ik het scheppende hoofd ben en waarvan ik ook- de verdediger moet zijn, want het wordt miskend wat zijn leer betreft en in zijn leiders wordt het door het slijk gesleurd en beleedigd. Dit zijn geen vage dingen die ik zeg, want wij zijn voldoende ingelicht over wat men elders voorbereidt en over den geest die bij sommi gen onzer buren overheerscht. Mussolini noemde vervolgens het bericht, dat de ronde heeft gedaan omtrent het ont schepen van Italiaansche troepen in Albanië dwaas en voegde er bij: Wij kunnen ons tegenover deze bewijzen van een duidelijke en algeheele kwade trouw geen illusies ma ken en moeten vooral zorgen dat ons volk zich geen illusies maakt. Na er aan herinnerd te hebben dat Italië vijftien jaar geleden tot den oorlog toetrad en na zijn verliezen in herinnering te hebben gebracht, zeide Mussolini dat na veertig maanden van zeer harde beproevingen de overwining kwam en niet alleen voor onszelf Voor degenen die dit in twijfel trekken, heb ben wij zeer kostbare getuigenissen zelfs van degenen die wij bestreden. Wij herden ken, zoo vervolgde Mussolini, dien datum echter niet om opnieuw haat te wekken, daar wij ons geheel en al en loyaal met onze voor malige vijanden hebben verzoend en zelfs door oprechte vriendschap met sommigen hunner verbonden zijn, maar wij brengen dezen datum vooral in herinnering, omdat in Mei 1915 de Italiaansche revolutie begöu waardoor het volk ophield toeschouwer te zijn om ten slotte de eenige hoofdpersoon te worden op het ioonee! der geschiedenis. Na herinnerd te hebben ban het begin van het fascisme, zeide Mussolini dat het Ita liaansche volk thans volkomen meester is van zijn lot. „Wij zijn volkomen zeker van onze toekomst en met dit doel scherpen wij al onze krachten omdat wij ons nooit door de ge beurtenissen zullen laten overvallen. „Wij zijn uit Versailles met een verminkte overwinning thuisgekomen, maar de over winning hebben wij nog in onze vuist. Zij werd verminkt in diplomatieke protocollen, maar is het niet in onze armen en onze har- ten. Aan het slot van zijn rede gaf Mussolini allen op dezelfde plaats bescheid voor 28 October 1932 „om aan allen te bewijzen dat wij nog a'tijd zeker zijn van onze toekoms de naaste zoowel als de verwijderde". Men kan het Mussolini niet ontzeggen, dat hij de gave mist, om tot een volksmassa te spreken. Zijn redevoeringen moeten wel succes hebben, vooral ook, omdat hij heel handig de Italiaansche nationaliteit naar voren brengt. Dat hij echter niet schroomt, hetzij openlijk, hetzij zijdelings, Frankrijk tot een erfvijand te betitelen, kan niet an"'ers dan een groot gevaar gtr-oeind worden. Nu heeft de duce in zijn laatsie lede wel geen enkel woord aan zijn geliefd militarisme ge- Wjid, maar zijn opmerking aan het begin van z'jn rede, „dat hij in Florence en Livorno weloverdacht gesproken had, was al duide- bjk genoeg. Wakkert Mussolini dus in Italië den oor- 'ogsgeest aan, daar buiten wordt Italië op steeds grooteren afstand gehouden. Zoodat we straks wellicht een geïsoleerd Italië krij gen, dat vol haat en nijd is tegen *11»* waf Riet-fcjgQstisch is Een toekomst dus, die er niet rooskleurig uit ziet. Twintig personen door een bom gewond. Te Amritsar werden tengevolge van een bomontploffing op een godsdienstige samen komst twintig personen gewond, waaronder verscheidene kinderen. Arrestaties. Te Lucknow werden dertien aanhangers van het congres gearresteerd. Een demonstratie tegen een proces te Bombay. Te Bombay moest de politie in verband met een proces tegen zeven leden van het Indisch Nationaal Congres tegen een demonstree rende menigte optreden. Zij arresteerde 36 personen. Relletjes te Rangoon. Te Rangoon werden bij ongeregeldheden uitgelokt door koelies die tijdelijk werkzaam waren in de havens gedurende een zeelie- denstaking en geprikkeld waren over het ver lies van hun werk na het bijleggen van het conflict, tachtig personen gewond, van wie drie doodelijk. Dp politie herstelde tenslotte de orde. Verscheidene winkels werden tenge volge van de paniek die ontstond gesloten. Nieuwe strubbelingen. In Britsch-lndië is het Zondag in verschei dene steden wederom tot ernstige botsingen gekomen, waarbij volgens de tot dusverre ontvangen berichten 16 personen gedood en ongeveer 300 gewond werden. Te Rangoon hadden urenlange straatgevechten plaats tus- schen stakende havenarbeiders en stakings brekers, die uit andere streken gerequireerd waren. Bereden politie, die de menigte tracht te uiteen te drijven, werd met steenen beko geld, waardoor er verscheidene gewond wer den. Het verkeer moest worden gestremd. Alle winkels werden gesloten. Vele omnibus sen werden door de menigte beschadigd en huizen met steenen bekogeld. Volgens op gave zijn er te Rangoon 8 dooden en 90 ge wonden. Militaire versterking is reeds ontbo den, terwijl men rekening houdt met de mo gelijkheid van het afkondigen van den staat van beleg. Men schrijft de staking, welke ontstaan is uit looneischen, thans in de twee- c'e plaats ook toe aan politieke oorzaken. Bij een botisng te Gujergarhi is een politie beambte gedood. Te Badala hebben 83 vrij willigers Zondag opnieuw een aanval op het zoutdepot ondernomen. Een 53-tal hunner werd gearresteerd. In de nabijheid van Ah- medabad is een menigte vrijwilligers op hun terugkeer van een aanval op het zoutdepot aldaar door bereden politie aangehouden, die teruggave van het buitgemaakte zout eischte. Tijdens het daarop ontstane gevecht werden 100 personen gewond, waarvan 4 ernstig. Te Bombay is de toestand zoo ernstig, dat er over gedacht wordt den staat van beleg af te kondigen. Wedgewood Benn in het Lagerhuis. De Minister voor Indië Wedgewood Benn deelde ,in antwoord op een vraag, door Con servatieven in het Lagerhuis gesteld, mede dat het onderhoud van Gandhi met een En- -gelsch -journalist tendeele aan een vergis sing is'te wijten, hetgeen niet weer zal voor komen. Overigens wordt Gandhi thans ge- vangeii gèhouden op grond van bepalingen, die niet vergeleken kunnen worden met dis voor buitengewone vergrijpen. Verder beves tigde de minister, dat de plaatsvervangende chef van de Britsche ipolitietroepen aan de Indische Noordwestelijke grens Zondag jl gedood is. Bijzonderheden zijn aan de regee ring nog niet bekend. Tijdens de debatten over de begrooting van het Ministerie voor Indië vroeg de Con servatieve afgevaardigde Milne een besliste verklaring van de regeering, dat het Brit sche bestuur in Indië voldoende strijdkrach ten ter beschikking heeft. De Minister ver klaarde, dat ondanks de opzienbarende op schriften in de kranten 'n groóte meerderheid van het Indische volk in de landelijke dis tricten haar verplichtingen ten opzichte van de regèering nakomt.-De prijzen van het In dische papier zijn op het oogenblik hooger dan op 1 Januari. De Minister vestigde de aandacht van het Lagerhuis op de bijzonde re waardeering, die de Opperbevelhebber in Indië over de houding der Indische troepen heeft uitgesproken. De Opperbevelhebber is op grond Van zijn langdurige ervaringen In bet Indische legér volkomen overtuigd van de loyale houding der Indische troepen te genover het Britsche bewind. De onlusten te Rangoon. Bij de onlusten te Rangoon, die sedert Zondag onafgebroken voortduren, zijn sedert dien in totaal 26 personen gedood en 600 ge wond. De politie schijnt thans den toestand weer eenigszins te beheerschen en hoopt, dat zij heden incidenten en botsingen zal kunnen voorkomen. Al het werk in de ha vens ligt nog stil. Nieuwe onlusten te Bombay. Te Bombay zijn gisteravond in de Moham- medaansche wijk nieuwe onlusten ontstaan. De politie schoot op de menigte en deze wier pen met steenen naar de politie. Verscheide ne personen werden hierbij gewond. In de ziekenhuizen moesten 21 gewonden woïden opgenomen, van wie naderhand twee zijn overleden. Winkels te Dacca geplunderd- Te Dacca kwam het eveneens tot botsin gen. Een aantal personen werd met dolken neergestoken en eenige winkels werden ge plunderd. Het aantal dooden bedraagt hier zes, terwijl het aantal gewonden zeer groot moet zijn. De politiemacht is hier onvoldoen de om krachtiger te kunnen ingrijpen en men heeft den onderkoning ooi versterking gevraagd. Een verklaring van de Indische regeering. De Indische regeering publiceert een ver klaring over den huidigen toestand, volgens welke verklaring in den toestand aan den Noord-Westelijke grens eenige verbetering is ingetreden. De regeering heeft een com missie ingesteld, die een onderzoek zal doen naar de onlusten te Peshawar en tevens maatregelen zal voorstellen, waardoor der gelijke incidenten in de toekomst vermeden kunnen worden. DE REDEVOERINGEN VAN MUSSOLINI. Fransche persstemmen. Pertinax wijdt in de „Echo de Paris" een artikel aan de jongste redevoeringen van Mussolini; hij oordeelt, dat Frankrijk het niet zonder meer kan accepteeren, wanneer Mussolini zich openlijk tegen Frankrijk keert en dit land met de Italiaansche wraak be dreigt. Op het oogenblik zijn de twee jaar geleden begonnen Fransch-Italiaansche be sprekingen, waardoor urgente problemen zouden worden opgelost, voor onbepaalden tijd uitgesteld. Een poging tot verzoening met een regeering, die besloten is, met machtsmiddelen te nemen, wat zij door di plomatie niet krijgen kan, is doelloos. Het is voor Frankrijk van groote beteeke- nis, dat het Italiaansche volk zich opzettelijk op dén oorlog instelt. De Londensche Vloot- conferentie en de weigering om den Italiaan- schen eisch van vlootpariteit met Frankrijk in te willigen, zijn de voornaamste oorza ken van Mussolini's woede. In den afgeloopen herfst hebben Hender- son en MacDonald de besprekingen tusschen Frankrijk en Italië niet begrepen en ze on bewust bedorven. Pertinax stelt Henderson en MacDonald, evenals de vertegenwoordi gers van de Vereenigde Staten, in hooge ma te verantwoordelijk voor 't huidige Fransch- Italiaansche conflict. Het „Petit Journal" zegt volgens een Ha- vasbericht, dat men in de rede van den duce toespelingen vindt op bepaalde weigeringen veroorzaakt en ingegeven door zekere occul te invloeden, die de regeering van Rome zou den hebben gekwetst en verontrust. Het blad verklaart dat Frankrijk niets van dat al weet en het ook niet zou goedkeuren. De overgroote meerderheid der Franschen blijft ongetwijfeld de meening huldigen dat Mus solini niet van den oorlog houdt maar van ganscher harte rechtstreeksche besprekingen en een entente, tegelijkertijd redelijk en har telijk wenscht tusschen Frankrijk zooals het is en Italië zooals het is. Wraak op de menschheid. Waarom heeft Kürten gehandeld, zóó als hij gehandeld heeft? Deze vraag, die een ieder zich ongetwijfeld stelt, heeft ook de po litie gesteld en toen den moordenaar voorge legd. Deze heeft daarop geantwoord, dat hij zich op de menschheid heeft willen wreken Met groote bedaardheid legt hij zijn ver klaringen af. Hij heeft erkend, de schrijver te zijn van de z.g. „moordbrieven". De her komst van het gebruikte papier heeft men nog niet kunnen vaststellen, ook heeft nog geen schriftonderzoek plaats gehad. Rustig rookte hij de sigaar, welke de politie hem aanbood; met synisch fatalisme verklaarde hij zoo spoedig mogelijk een einde aan de geschiedenis te willen zien komen, daar zqn uur toch geslagen is. Kürten ziet er vrij jeugdig en goed tame lijk verzorgd uit. Hij is middelmatig groot, heeft een slank figuur, een frisch gezicht; zijn haar is keurig gekamd. Vrouw Kurten helpt de politie. De ongeveer 40-jarige vrouw van Kürten Vrijdag door de politie in hechtenis geno men, later echter weer vrijgelaten Teneinde haar te onttrekken aan den invloed van het publiek heeft men haar buiten de stad ge bracht Vernomen wordt, dat zij een fatsoen lijke vrouw is, die door hard werken wat tracht te verdienen. Het schijnt, dat zij gelei delijk eenig vermoeden heeft gekregen van de levenswijze van haar man, omdat hij al tijd 's nachts buitenshuis was. Zij heeft ook opgemerkt, dat hij van Papendeel met be- modderde schoenen en vuile kleeren was te ruggekeerd. Eerst had hij op haar vragen geantwoord met allerlei uitvluchten, maar later, toen het net van de politie hem steeds meer omstrikte- had bii haar bekend dg «e- zochte moordenaar te zijn. Bij haar arresta tie deed zij de politie mededeeling van de be kentenis van haar man en vertelde zij ook van de afspraak bij de kerk. De geheele bevolking van de stad is opge lucht door de arrestatie van den moordenaar: sinds maanden en maanden had de geheim zinnige en onvatbare misdadiger een ieder in spanning en onrust gehouden. Naar aaleiding van het feit, dat Kürten zijn laatste slachtoffer niet gedood heeft, het geen tenslotte de oorzaak van zijn ontdek king werd, heeft de politie-ambtenaar Mom- berg, die belast was met de leiding van het speurwezen, tegenover een journalist erop gewezen, dat iedere misdadiger tenslotte toch altijd een fout maakt. Op het begaan van deze domheid heeft de politie gewacht. Kür ten heeft waarschijnlijk niet gedacht, dat het meisje straat en huisnummer van zijn wo ning zou hebben opgemerkt. Voor hij zijn misdaad beging, had hij het meisje gevraagd of zij wist waar hij woonde, waarop zij ge antwoord had: „Hoe zou ik dat weten, nu je me in deze groote stad zoo her- en derwaarts gevoerd heeft?" Had het meisje niet zulk een antwoord ge geven, dan lag zij waarschijnlijk als tiende slachtoffer van Kürten hier of daar begraven in het Grafenberger Wald... De z-g. „moordbrieven". Gistermorgen heeft de uit Berlijn gearri veerde schriftdeskundige der regeeringsraad Dr. Schneikert een aanvang gemaakt met het graphologisch onderzoek der door hem indertijd verzonden brieven, waarin hij zijn moorden bekend maakte. Het resultaat van het onderzoek is echter nog niet bekend. Een politierapport hierover vermeldt: Het is bekend, dat Peter Kürten een aantal brie ven geschreven heeft waarin hij op zijn da den de aandacht vestigde. Zelf heeft hij hier over gezegd deze brieven geschreven te heb ben in de verwachting hierdoor groote on rust onder het Dusseldorfsche publiek te scheppen. Opmerkelijk is, dat Kürten zijn eersten brief naar eigen bekentenis einde September 1929 geschreven heeft aan de „Dusseldorfer Stadtanzeiger", welk epistel hij zelf gepost heeft. De politie heeft echter nooit iets vernomen over de ontvangst van dézen brief. Op grond van enkele aan Kür ten gestelde vragen werd er eerst aan getwij feld of hij wel de schrijver van deze brieven was. Toen men hem echter den tekst onder dezelfde omstandigheden op een gelijksoortig papier en met eenzelfde potlood had laten schrijven, bleek een volledige overeenkomst te bestaan. Daar nu de schrijver der bekende brieven alleen de werkelijke moordenaar kan zijn geweest in de gevallen van Maria Hahn en Gertrud Albermann blijkt ook uit het re sultaat van dit graphologisch onderzoek, be halve reeds het tijdens het verhoor verza melde bewijs, dat in deze beide gevallen Kürten in elk geval de dader moet zijn. Vondsten bij Kürten. Omtrent het onderzoek in de Dusseldorf sche moordzaak meldt het W. B., dat bij de huiszoeking in de woning van Kürten ver schillende documenten en een actetasch zijn gevonden. Onder een matras van het bed vond men een spaarbankboekje met een be drag van ongeveer 5000 M. Ook legde de politie dé hand op een groote schop, die vol gens verklaring van Kürten gediend heeft bij het begraven van het lijk van Marie Hahn bij Papendell. Confrontaties Gisteren is Kürten geconfronteerd met mevr. Meurer, die hij indertijd met een mes steek zwaar heeft gewond. Wegens de duis ternis, die toen heerschte had zij slechts een oppervlakkige beschrijving van de persoon van den dader kunnen geven, maar zij her kende hem tusschen een aantal rechercheurs aan zijn stem en aan zijn gestalte. Op haar vraag: „waarom hebt ge me achtervolgd?" antwoordde Kürten: „om u te vermoorden". Ook Gertrud Schulte, die indertijd met een messteek zwaar was gewond, herkende den dader terstond. Verder is gebleken, dat Kürten werkelijk de schrijver is van de talrijkc„moordenaars- brieven", waarvan indertijd bij herhaling melding is gemaakt. Zij vertoonen een vol komen gelijkenis met die, welke men den verdachte thans heeft laten schrijven. Ook Kürtens antwoorden op vragen naar dingen die alleen den briefschrijver bekend konden zijn, wezen hem als den dader aan. Het verdere verhoor. De Dusseldorfsche moordenaar Kürten heeft gisteren bij een nieuw verhoor belang rijke verklaringen afgelegd en tevens bekend, dat hij schuldig is aan twee moorden, waar van men hem tot nu toe niet had verdacht. Op 16-jarigen leeftijd vermoorde hij reeds een meisje. Hij verklaarde, toen hij 16 jaar was, in het Grafenbergerwald een meisje te hebben geworgd. Voorts, anderhalf jaar geleden bij een inbraak in een café in de omgeving van Essen een 9-jarig knaapje den hals te hebben afgesneden. Hoe hij de moorden pleegden. Indertijd was een oom uit Amerika onder verdenking van moord gearresteerd. Uit het verhoor bleek verder, dat Kürten dei; moord op de 8-jarige Rosa Ohliger in 1929 niet in ziin woning heeft begaan, doch 's avonds op de plaats, waar het lijkje later werd gevon den. Den volgenden morgen om zes uur be goot hij het lijkje met petroleum en trachtte het te verbrandden. Hij ontkende echter on zedelijke handelingen te hebben gepleegd. Omtrent den tweevoudigen moord op 25 Augustus 1929, toen men 's morgens in een groentenbed de met messteken overdekte lijk jes van de 5-jarige Gertrud Hamacher en de 13-jarige Louise Lenzen vond, vertelde hij, de beide meisjes op het kermisterrein te heb ben aangesproken. Hij was met hun dwars over het veld ge wandeld en stuurde het oudste meisje weg, om sigaretten te halen. Hij had het jongste kind de keel dicht ge knepen en haar den doodelijken steek toege bracht. Toen de 13-jarige Louise terug kwam had hij haar op dezelfde wijze gedood. De moord op Maria Hahn. Ook van den moord op Maria Hahn gaf Kürten een nauwkeurige beschrijving. Hij had met het dienstmeisje een liefdesverhou ding aangeknoopt en verschillende malen ontspannigslokalen met haar bezocht. Op den dag van de moord was hij langer dan gewoonlijk met het meisje in de uitspanning Stindermülle gebleven. De moord pleegde hij 's avonds midden in het dichtst van het bosch. 's Nachts groef hij een kuil, sleepte het lijk uit het bosch en begroef het in den kuil, dien hij weer dicht wierp. Hij had besloten het lijk van Maria Hahn te begraven, omdat hij vreesde dat, indien de moord onmiddellijk bekend werd, de gasten van Stindermülle hetn zouden herkennen al3 den man, met wien Maria Hahn het laatst in gezelschap was geweest. WEDER EEN MEISfESMOORD TE DUSSELDORF? Gistermiddag werd in de Dusseldorfsche voorstad Flingern in de Hildenerstrasse een 10-jarig dochtertje van de familie Ortmann geworgd in de ouderlijke wonig aangetrof fen. De daad moet geschied zijn toen de moe der in de keuken aan het werk was en het meisje zich alleen in de kamer bevond. Of het hier cm een misdaad gaat heeft de re cherche nog niet kunnen vaststellen, 't Geval heeft, nu men den dader van de talrijke Dus seldorfsche moorden gevat meent te hebben, natuurlijk de noodige consternatie verwekt. Toch geen moordgeva!. Een nader bericht meldt, dat het hier geen moord betreft. Blijkens ingesteld onderzoek heeft het meisje in afwezigheid der moeder een sjaal om den hals gebonden. Toen zij de sjaal iets losser wilde maken, trok zij hem onbewust vaster aan, met het reeds be kende gevolg. DE SPANNING OP MALTA. „Italië slaat een begeerig oog naar het eiland", zegt een Mal tezer minister. Sir Augustus Bartolo, de Maltezer minis ter van onderwijs verklaarde in een onder houd te Londen, dat de gespannen toestand op Malta moest worden toegeschreven aan den strijd tusschen nationalisten en consti- tutionalisten. Italië, zeide hij verder, slaat zeer begeerige oogen naar Malta en als het plan tot het doen herleven van het oude Ro- meinsche rijk eenige beteekenis heeft, dan is Malta bestemd er de spil van te worden. Overal in Italië heerscht de opvatting, dat Malta een Italiaansche irredenta is. Dat is natuurlijk absurd, zegt spr., maar de gevol gen der vreedzame Italiaansche penetratie in Triëst enz. moeten de oogen openen derge nen, wier taak het is te waken over de groo te Britsche vesting in het centrum van de hoofdverkeersader van het rijk. EEN COMMUNISTISCHE CENTRALE IN TSJECHO-SLOWAKIJE. Zestig personen gearresteerd. De „Tagespost" verneemt uit Laibach, dat in Laibach, Assling, Marburg, Ayram en eenige grensplaatsen in het geheel 60 com munisten zijn gearresteerd, die tot een ge heime organisatie behoorden. De hoofdtaak van deze organisatie, die in Laibach haar centrum had, bestond erin brochures uit Duitschland en Oostenrijk over de grens te brengen en voor de verspreiding in Joegoslavië en de andere Balkanlanden te ^De^entrale te Laibach werd gefinancierd door de centralen te Berlijn en Weenen; over Weenen kreeg zij gelden uit Moskou toege zonden. Alle gearresteerden hebben de hun ten laste gelegde feiten bekend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1