DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit het Parlement De burgerlijke beweging Britsch-lndië. in No. 125 WOENSDAG 28 MEI 1930 HEMELVAARTSDAG. DE ALKMAARSCHE COURANT ZAL DONDERDAG 29 MEI (HEMEL VAARTSDAG) NIET VERSCHIJNEN. DE DIRECTIE. Den Haag, 24 Mei 1930. Op de agenda van de Tweede Kamer voor heden was de interpellatie van mr. Boon om trent den radio-zendtijd gebracht. Het ge volg was, dat de leden buitengewoon talrijk waren opgekomen en de tribunes tjokvol wa ren. Intusschen heeft de Kamer eerst geduren de enkele uren ander werk afgedaan. Zij is begonnen met aannemen van de wijziging der gemeentewet, nadat de heeren Lingbeek en De Visser kortelijk hun steun hadden ge motiveerd. De aanneming geschiedde met 64 tegen 17 (antir., St. Ger., comm. en twee christ. hist.) stemmen. Bij het wetsontwerp tot goedkeuring van het protocol nopens den chemischen en bacte- riologischen oorlog van 17 Juni 192'5 heelt de heer Zadelhoff (s.d.a.p.) uiteengezet, waarom zijn fractie aan dit voorstel niet de minste beteekenis kan hechten, het blijft te ver beneden de bescheidenste verwachting, geeft woorden en geen daden, maar sprekers partij zal in de aanneming er van nieuwe krachten putten in haar strijd tegen den oorlog. De heer Marchant (v.d.) kon zich ook wel met het protocol vereenigen op grond, dat daarin Nederland het recht be houdt, om als het door den vijand met che mische en bacteriologische strijdmiddelen wordt bestookt, dit slechte voorbeeld te vol gen. Spr. achtte dit irrationeel en immoreel, strijdig met het geweten en de christelijke moraal. Vandaar dat zijn partij tegen zal stemmen. De heer Van Dijk (a.r.) protesteert tegen 's heeren Zadelhoffs opvatting; men heeft tot plicht zijn eigen land te verdedigen. Een beroep op het geweten gaat hier niet op. Onze eigen weermacht mag geen weerloos slachtoffer van bruut geweld worden. Intus schen erkent spr., dat het gebruik van bacte riologische strijdmidden finaal moest uitge sloten zijn. Dat gaat inderdaad tegen ge weten en moraal in. De heer De Visser (comm.) achtte het voorstel een brutaal pogen om de oorlogs stemming tegen Sovjet-Rusland levendig te houden. Het humaniseeren van den oorlog is maar malligheid en het verdrag is slechts komediespel. Rusland heeft het verdrag wel uit zedelijke overwegingen geteekend, niette min zal spr. er tegen stemmen. De heer Tilanus (c.h.) zou zijn stem aan het voorstel geven, ook al was hij eenigszins sceptisch gestemd, omtrent de praktische ge volgen er van. Spr. is het met het bezwaar van den heer Van Dijk eens, maar hij drufi geen amendement in te dienen. Hoe denkt de regeering er over? De minister van Buitenlandsche Zaken verdedigde tegenover den heer Marchant het beleid der regeering in dezen en waarschuw de tegen overschatting van de beteekenis van het wetsvoorstel, wat hij uitvoerig uiteen zette. Spr. verklaarde zich bereid tot een wij ziging, waardoor de bacteriologische oorlog uit het voorbehoud zal wegvallen en diende een wijziging in dien geest in, vertrouwend daarmede tegemoet te komen aan de bezwa ren van den heer Marchant en anderen. De minister van Defensie, de heer Deckers, voegde daar een kort woord aan toe, waar bij hij o.a. de opvatting van den heer Zadel hoff bestreed. Spr. voegde er aan toe, dat de Nederl. regeering niet denkt en ongetwijfeld niet denken zal aan bacteriologische strijd middelen. Tegen de wijziging van het ont werp, door zijn collega van Buitenl. zaken aangebracht, heeft spr. geen enkel bezwaar De heer Marchant (v.d.) repliceert, is niet bevredigend door de wijziging der regeering. De heer Van Dijk (a.r.) geeft eenige door die wijziging noodzakelijk geworden wijzi gingen aan. Spr. zet verder uiteen, dat er verschil bestaat tusschen de consciëntie van de overheid en die van den onderdaan. Nadat de heer De Visser (comm.) uitvoe- «g had gerepliceerd, evenals de heer Tilanus (c-h.) antwoordde minister Deckers. Een amendement-Van Dijk tot verbetering van de redactie van art. 2 van het ontwerp, wordt vervolgens door den minister van bui tenl. zaken ongewenscht genoemd, waarop de neer Van Dijk het terug neemt. Art. 2, in stemmmg gebracht, wordt aangenomen mei tegen 23 st. Z.h.st. wordt het ontwerp goedgekeurd. Om kwart voor vieren komt eindelijk aan omtrent 'n*erPe"a*'e van ^en heer Boon JIm- niet omtrent de aanvaarding van */-hr«e eve,nrecÜgheid; enkel wordt voorge- de inïfVi 5- billijkheid in acht te nemen. Bij Hstallatie van den Radioraad is daarop maar de besDfekingen van dat lichaam vlotten aanvankelijk niet best. Eerst werd de A.V.R.O. als belangrijkste lichaam behoorlijk behandeld, doch van orthodoxe zijde werd daartegen opgekomen en de mi nister heeft ten slotte de A.V.R.O. benadeeld ten bate van de V.A.R.A. en de K.R.O. Maar heeft de minister niet alvorens daartoe te beslissen, nog eens een conferentie met de leiders gehouden ten einde den vrede te bewaren? Jammer. Nu heeft hij op de meest onbeholpen wijze de verdeeling aangebracht en spr ziet geen basis waarop deze verdee ling gevestigd zou kunnen zijn. In een der bladen wordt gesproken van een verdeeling tusschen christelijke levensbeginselen en humanisme, maar die scheiding is evenzeer er naast. Intusschen heeft de minister den godsdienst als scheiding genomen en was daarmede er ook naast, omdat hij daar mede de A.V.R.O. uitsloot. Deze toch be hoort tot geen enkele groep, al deelt men ook partijen bij haar in, waarmede zij niets te maken heeft. Maar bij haar zijn 240.000 abonné's voor haar tijdschrift aangesloten en dat is meer dan de andere organisaties sa men. De A.V.R.O. zou, als zij een vrijzinnige omroep ware, geen 40000 abonné's hebben en dat bewijst reeds het algemeene karakter van deze organisatie. Tot haar behooren tal- loozen. die met politiek niet willen lastig ge vallen worden. In den vreemde staat de omroep in dienst van geen enkele partij. Politiek is soms zelfs uitdrukkelijk verboden. Spr. erkent de moei lijkheid van een behoorlijke verdeeling van den zendtijd, omdat wij uit een nationaal oogpunt hopeloos verdeeld zijn. Maar daar om ware het goed geweest een algemeenen omroep te allen tijde toe te laten met een beperkten zendtijd voor speciale richtingen. De minister kon daartoe echter niet beslui ten met het oog op de politieke partijen in de Kamer, en terwijl de meeste zendvereenigin- geen veelal een uitgedrukt politiek karakter dragen. Het algemeene program, waarnaar gestreefd is, is dan niettemin als een parodie te beschouwen. Alleen de A.V.R.O. is nim mer afgeweken van het beginsel van een al gemeen karakter en heeft zich daarmede zeer verdienstelijk gemaakt. Er zijn dan ook belangrijke gebeurtenissen, welke geen secta- rische combinatie op zoo voortreffelijke wijze als de A.V.R.O. zou kunnen verspreiden. Zij zal nu verminderde edities moeten uitgeven, worden weggedrongen door een instelling als de V.A.R.A., die b.v. den Koninginnedag niet zou kunnen bedienen. De A.V.R.O. wordt, zooals spr. met enkele voorbeelden aangeeft, vaak onrechtvaardig behandeld en zijn kleine bijzondere omroepvereenigingen boven haar voorgetrokken. Andere kleine omroepvereenigingen zijn daarentegen geheel in den hoek gedrongen en hebben te zamen een bitter klein percen tage gekregen. De groote politieke partijen hebben evenwel ruimschoots zendtijd gekre gen, waarbij Huizen de Rechtsche zender bij uitnemendheid is gworden. Maar de recht sche uitzenders kunnen tusschenbeiden zeer ongodsdienstig doen, gelijk spr. aantoont, niet voorlezing van een programma van de K R.0 Spr. behandelde thans ook de geschiedenis van de 1071 M. golf, welke Nederland moed willig schijnt te willen verlaten, waarom de regeering als 't ware een klacht van de Duit- sche regeering heeft uitgelokt ten einde met goed fatsoen deze golf los te laten. Wat is daarvan de reden? Wil de regeering liever niet meer over meer zendtijd beschikken? Is het haar streven de A.V.R.O. zoo min moge lijk te laten? Spr. klaagt met een beroep op de vrijheid van consciëntie, dat er feitelijk te allen tijde de A.V.R.O. moet gehoord kunnen worden. Die opvatting wordt algemeen ge huldigd en spr. wijst er met ingenomenheid op de algemeene protestbeweging, al betreurt hij sommige minder behoorlijke manifestaties. Dat in ieder geval geen stroovuurtje, maar een beweging van beteekenis. Spr. stelt ten slotte den minister de vol gende negen vragen: 1. Is de minister van oordeel, dat door de beschikking van 15 Mei 1530 in Nederland bij eerbiediging van verschil van inzicht en overtuiging tusschen hen, die als organi satie van den omroep gebruik maken een goed geregelde nationale omroep in het leven is geroepen? 2. Is de minister niet van oordeel, dat het gewenscht is in Nederland één algemeene omroep te krijgen met daarnaast ruime gele genheid voor bijzondere omroepvereenigin gen om uit te zenden? 3. Is het juist, dat de minister is afgewe ken van het advies van den Radioraad in zake de zendtijdverdeeling en zoo ja, is de minister bereid mede te deelen, welke over wegingen daarbij tot leiddraad hebben ge strekt? 4. Is de minister niet van oordeel, dat in het gevolgde systeem de bijzondere omroep vereenigingen met uitzondering van de V.P.R.O. tezamen een zendtijd hebben ge kregen, welke geenszins in overeenstemming is met de cultureele of godsdienstige behoef ten, die zij meenen te bevredigen? 5. Hoe stelt de minister zich het karakter voor van de algemeene programma's te ver zorgen door vier omroepvereenigingen? 6. Is de min. niet overtuigd, d^t zeadver- 132e Jaargang. ruiming voor Nederland hoogst gewenscht is en is hij bereid te trachten de golf van 1071 M. blijvend voor Nederland te verkrij gen? 7. Is het juist, dat in het advies van den Radioraad niet geadviseerd is over het al of niet toelaten van het verzoek van de A. V. R.0. om machtiging tot het bouwen van een zender voor een exclusieven golf of een onder-commissie al of niet met toepassing van het Gleichwellensysteem? 8. Is de minister bereid aan de A. V. R. O. het bouwen van een Gleichwellensysteem toe te staan, waardoor de zendtijdgelegenheid met 50 pCt. zou worden verruimd of voor zooverre hiertegen gegronde bezwaren moch ten bestaan aan de A. V, R. O. toe te staan een zender ingericht voor uitzending op 298 M. en 1875 M. c.q. ook voor 1071 M.? 9. Hoe meent de minister te waken tegen administratief onrecht bij geschillen gerezen bij de uitvoering van het Radioreglement en van de ministerieele beschikking van 15 Mei 1930? De minister van waterstaat, de heer Reij- mer, vindt het gelukkig in de gelegenheid te zijn in het openbaar zijn gedragslijn te mo gen toelichten. Art. 3 der Telegraafwet, de z.g. Radiowet, eischt billijkheid bij de bepa ling van den zendtijd. Dat is het uitgangs punt der regeling, door heel de Kamer aan vaard. Op grond hiervan moest het Radio reglement spoedig in het leven worden ge roepen ten einde tot een definitieve regeling te komen in de plaats van de tijdelijke mach tigingen. De verdeeling van den zendtijd was wat prof. Kranenburg noemde een ra- diopuzzle en spr. heeft bij de oplossing daarvan niet kunnen denken aan eenige be voordeeling. Op 15 Mei 1.1. werd de verdee ling van den zendtijd bekend en veel critiek was daarop losgekomen. Spr. heeft gaarne advies ontvangen van den Radioraad, maar zoo ergens dan was Hier verdeeldheid en spr. moest daarom eigen inzicht volgen. Ne derland beschikt voor den algemeenen om roep over 298 en 1075 metergolven. De 1071 Meter golf kan slechts na 6 uur 's avonds worden gebruikt. De bewering, dat hij van 1071 M. niet zouden willen gebrui ken, is onjuist, maar volle beschikking heb ben we slechte over twee golflengten. De minister kon bij de verdeeling enkel op eigen inzicht afgaan, daar de wetgever het hem volkomen vrij liet, behoudens zijn politieke verantwoordelijkheid. Maar aan elke gees tesrichting moest gelegenheid worden gege ven zich per radio uit te spreken. De billijkheid moest daarbij in het oog worden gehouden, principieel is daar niets tegen in te brengen. Alle daarvoor in aan merking komende organisaties moesten hun deel hebben. De Radioraad moest daarvoor advies geven en dit advies heeft spr. niet in alle deelen kunnen volgen, maar wel heeft hij den geest van dit advies gevolgd. Een deel van den zendtijd is bestemd voor een ge meenschappelijk program en over de rest mogen de bijzondere omroepers eigenlijk be schikken. Voor het gemeenschappelijke pro gram is 15 pCt. bestemd, onder aangeven van bepaalde data. Voor de rest van den zendtijd achtte de Radioraad de vier groote omroepvereenigingen in de eerste plaats in aanmerking komen. De kleine vereenigingen hebben niet meer dan een kleine tijdruimte noodig en de verdeeling is zoo correct moge lijk geschied. De vier groote omroepvereeni gingen kregen te zamen 80 pCt. van den be schikbaren zendtijd, maar dat was een las tige zaak en, afwijkende van het advies van den Radioraad heeft de minister de verdee ling gedaan naar billijkheid, maar zonder kans op bevrediging van alle belanghebben den, verdeeld over vier groote geesterstroo- mingen. De A.V.R.O. trad eerst 1928 in werking, de andere combinaties zijn echter van ouderen datum en deze hebben zich ontwikkeld tot levenskrachtige lichamen met talrijke luiste raars en leden. Zij zijn uit het volksleven ontstaan en hebben recht op steun. Daarbij is gelet op geestesstroomingen en niet op po litiek en spr. zou onbillijk geweest zijn zoo hij b.v. aan de V.A.R.A. niet meer, aan A.V. R.0. wat minder had gegeven dan waarover ze te voren beschikten. Spr. verzekert er ern stig naar gestreefd te hebben recht te doen onder samenwerking der betrokken licha men, op gemeenschappelijk gebied met toege- kende zelfstandigheid op het gebied der geestelijke stroomingen. Het algemeene pro gramma is het bewijs van den ernst van dit streven. Van monopolies mag men niet spre ken, van verkregen rechten evenmin. Spr. is overtuigd als eerlijk man de wet te hebben uitgevoerd en heeft een goede ver wachting van de toekomst. Ten slotte de vragen van den heer Boon beantwoordend geeft spr. op de eerste vraag een bevestigend antwoord. De tweede vraag is vaag maar spr. is geneigd tot een ontken nend antwoord. De derde en vierde vraag beantwoordde de min. ontkennend. Wat de vijfde vraag betreft, spreekt het vanzelf, dat de politiek geweerd moet worden uit een al gemeenen omroep. De zesde vraag kan niet beantwoord worden, de zevende wordt met „ja" beantwoord. Vraag 8, kan, nu niet beantwoord worden. Voer vraag moet d« minister advies inwinnen van den Radioraad. De voorzitter verdaagt hierop om 6 uur de vergadering tot heden. Dagelijksoh overzicht. De actie, die door Gandhi op touw gezet, is, en die bedoeld was, om als 't ware het Engelsche regime omver te werpen, neemt voortdurend scherpere vormen aan. Waren in 't begin slechts betoogingen en het demonstratief zoutwinnen de eenige vor men van actie, den laatsten tijd komen dage lijks botsingen voor, die dooden en gewonden met zich meebrengen. Dat komt natuurlijk ook, omdat de Engelsche regeering haar maatregelen krachtiger genomen heeft, dan aanvankelijk wellicht in haar bedoeling lag. De strijd duurt dus nog steeds voort, en het einde is nog lang niet te zien. En even min kan men voorspellen, of de volgelingen van Gandhi op den duur succes zullen heb ben. Voorloopig mogen wij dat wel betwijfe len, vooral ook, omdat de Hindoes geheel alleen staan. Zij hebben indertijd verschillen de pogingen gedaan, om de Mohammedanen op hun hand te krijgen, echter zonder suc ces. Een conferentie van Mohammedaansche leiders heeft eenigen tijd geleden onvoor waardelijk te kennen gegeven, dat de Mo hammedaansche bevolking zich niet bij de beweging van Gandhi zou aansluiten. Afgescheiden van de actie van den rebel- 'schen hadji Joezamgzai aan de andere zijde van de Indische grens, heeft de geheele Mo hammedaansche bevolking zich aan het pa rool van haar geestelijke leiders gehouden en de Hindoes aan zichzelf overgelaten. Nu het conflict tusschen de Hindoes en de Britscbe regeering steeds ernstiger wordt, blijkt er onder de Mohammedaansche leiders de neiging te bestaan, zich vaster om de Brit- sche regeering te scharen. De invloedrijke nizam van Hyderabad heeft n.1. tot zijn volk een manifest gericht, waarin hij o.m. het vol gende zegt: Gelijk iedereen, die het eerlijk met Indië meent, heeft de gang der jongste gebeurte nissen groote smart en bezorgdheid bij mij gewekt. De zaken hebben thans 'n zoodanig stadium bereikt, dat ik in mijn plicht tekort zou schieten, niet slechts tegenover mijn staat, doch tegenover Indië en het rijk, in dien ik langer het stilzwijgen bewaarde, meer in het bizonder omdat men mij heeft te ver staan gegeven dat mijn geloofsgenooten naar leiding van mij uitzien op een tijdstip, dat een crisis in het bestuur van Indië voor de deur staat. Op dit oogenblik dient de poging van allen, in het bizonder van hen die in po sities van verantwoordelijkheid en vertrou wen zijn geplaatst, gericht te zijn ap het vin den van een oplossing van de Indische moei lijkheden in een regeeringsvorm voor de toe komst, die den steun van alle verstandige mannen van alle geloof en politieke overtui ging zal afdwingen als het best berekend voor de verzekering van den duurzamen vrede en welvaart van het land in het alge meen. De nizam breekt vervolgens pen lans voor de te Londen bijeengeroepen „Ronde Tafel conferentie en besluit als volgt: Laat ieder een zich verzetten tegen de poging tot het vernielen van de grondslagen van de orde, en zich stoutmoedig scharen aan de zijde van het gevestigd gezag. Voor de Hindoes is dit manifest wel een leelijke tegenvaller en zii zullen het dus ook in de toekomst zonder de Mohammedanen moeten doen. Buitenland Nieuwe bloedige botsingen. Te Bombay is het gisteren tot nieuwe ern stige botsingen gekomen. De onlusten begon nen toen een politiebeambte in het Modamme- daansche kwartier door een menigte gemoles teerd werd en zijn toevl- .chf moest zoeken in een politieposthuis, dat daarop met steenen bekogeld werd. Het vuur werd daarna op dé menigte geopend. Toen het publiek daarop poogde het gebouw in brand te steken liet de politie militairen aanrukken. Deze troepen die met auto's arriveerden werden met een hagelbui van steenen ontvangen. De menigte, die uit Mohammedanen bestond en was aan gegroeid tot vier a vijfduizend personen, be goot de auto's met petroleum en stak ze in brand. De toestand der politieposthuizen was voor de aankomst der troepen buitengewoon critiek geworden, daar de telefoonverbindin- fen kort tevoren doorgesneden waren. Over et algemeen is de toestand zeer ernstig te achten. In de geheele stad wordt door de mi litairen gepatrouilleerd. Het aantal dooden en gewonden staat nog niet vast. Ook te Rangoon is het gisteren opnieuw tot botsingen gekomen. De politie greep echter ■mt ejtfrgiéjt is sa maakte hierbij herhaalde- lijk van de vuurwapenen gebruik. In de zie kenhuizen zijn in totaal 740 personen opge nomen, die tijdens de onlusten van de laatste dagen gewond werden. Ook in Rangoon kan de orde slechts met moeite worden gehand haafd. Dag en nacht wordt door politie en militairen patrouille geloopen. Al het werk in de stad is stopgezet. Met uitzondering van enkele trams, staat het geheele openbare ver keer stil. De botsingen te Dacca. Naar uit Calcutta gemeld wordt, zijn bij de botsingen te Dacca gisteren 14 personen ge dood en 60 gewond Alle verkeer is in de stad stopgezet, er wordt niet gewerkt. Ver- sterke politietroepen loopen patrouille en zor gen voor handhaving der orde. De berichten in de Engelsche ochtendbla den bevestigen, dat de onlusten in de ver schillende Indische steden hun hoogtepunt nog lang niet hebben bereikt. Het meest cri tiek acht men den toestand te Bombay. Vol gens de laatste berichten zijn vier personen gedood en 69 met ernstige schotwonden in de ziekenhuizen ter verpleging opgenomen. De stad is in koortsachtige opwinding. Men houdt rekening met de ernstigste gebeurte nissen. Te Lucknow ontstonden gisteravond even eens vechtpartijen tusschen Indiërs en poli tie, waarbij vier personen gedood en velen gewond werden. Gisteravond laat werd de staat van beleg afgekondigd. In den loop van den dag werden veertien gewonde politiemannen in het ziekenhuis opgenomen. Het aantal slachtoffers van de onlusten t\ Dacca is nog grooter gebleken, dan men oor spronkelijk dacht. Ook daar is de toestand zeer critiek. Te Rangoon is het aantal dooden tot 60 gestegen en bedraagt het aantal gewonden meer dan 800. Uit de tallooze bijzonderheden, die gaande weg aan het licht komen kan het bewijs ge reconstrueerd worden, dat Kürten inderdaad op 6 Augustus 1929 te Papendelf Maria Hahn vermoord heeft. Bijzonder bezwarend is de vondst van een schop, die hij gebruikt moet hebben om het lijk van het meisje te begraven. Ook zijn daderschap in het gevaj- Albermnan is gebleken en wel uit de z.g. „moordenaarsbrieven" als uit de aan het licht gekomen bijzonderheden, die de conclusies, waartoe ook de „moordcommissie" indertijd gekomen is, volkomen dekken. Een zijner slachtoffers heeft hij, na een mislukte poging tot geweldpleging, geworgd en vervolgens in de Düssel geworpen. De op 26 Augustus 1929 te Lierenfeld door Zürten met een mes gestoken Heinrich Kornblum heeft Kürten bij de confrontatie niet meer kunnen herkennen, evenmin als mevr. Gartel en Anna Goldhausen, die op denzelfden dag door Kürten werden gestoken. Zij schijnen hem slechts zeer kort te hebben gezien. Daar Kürten ook dingen schijnt te bekennen, die de politie niet bekend zijn, verzoekt deze alle personen, die door Kürten zijn aangevallen of mishandeld, zich zoo spoedig mogelijk be kend te maken. DE ZIEKTE VAN DEN ENGELSCHEN KONING. In verband met de ziekte van den koning wordt nader bekend gemaakt, dat het hier rheumatiek betreft, die waarschijnlijk het gevolg is van een bezoek aan de rennen van New Market, die eenige dagen geleden plaats hadden. Daar er geen reden tot be zorgdheid is, zal er geen ziektebulletin wor den uitgegeven. Deze ongesteldheid houdt geen verband met de zware ziekte van verle den jaar. BIJ BERLIJN KINDEREN ONDER INSTORTENDEN MUUR. Door het instorten van een ongeveer 3G meter langen muur van de school te Lom- nitzsch bij Halle aan de Saaie, zijn, volgens berichten uit de Berlijnsche bladen talrijke schoolkinderen bedolven. 6 kinderen werden met zware verwondingen onder de puinen vandaan gehaald, terwijl 10 kinderen licht verwond werden. TIEN PERSONEN TE OKLAHAMA IN EEN ABATTOIR VERBRAND. Naar uit Oklahama gemeld wordt is in het abattoir een geweldige brand uitgebroken, waarbij tien personen om het leven zijn geko men. Het aantal gewonden is nog niet be kend. Het gebouw brandde tot den grond toe af. BLOEDIGE FAMILIETWIST IN SOFIA. o t Naar Berlijnsche bladen uit Sofia melden, heeft in 't dorp Salali 'n boer, die in onmin leefde met een bloedverwant een handgra naat in diens woning geworpen, waardoor 9 personen zwaar gewond werden. Twee der slachtoffers zijn reeds overleden, terwijl twee kinderen van dan schrik een verstandaver- teMkA ALKMAARSCHE COURANT Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2,50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. de verdeeling van den Radiotijd. JJ® begint met een korte historische uit- 1 htg van de wordingsgeschiedenis van Wetsontwerp op de radio-uitzending en j ,roePorganisaties, waarbij hij er op wees, u fr Keen enkele bepaling in de wet voor- tiiri de verdeeling van den zend- Vragen van den heer Boon. Hooidredacteur: Tj. N. ADEMA. minimum Antwoord van den minister. DE BURGERLIJKE ACTIE IN BRITSCH-INDIE. De Mohammedanen blijven Engeland trouw. Een manifest van den nizam van Hyderabad. De toestand te Bombay critiek. Vechtpartij met de politie. DE DUSSELDORFSCHE MOORDZAAK. Nog meer bij zonderheden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1