Alkmearsche Courant.
Radio-hoekje
FEUILLETON.
De betalende logé.
Darnes £L
Kinder
Meeding
Eerst
kijken
V bij.
HwMri twee h dertigste Jaargang.
Vrjjdag 2Q Juni
Provinciaal nieuws
LHoeden
II*. 143
1930
Zaterdag 21 Juni.
Hilversum, 298 M. (Na 1 uur 1071 M.)
10.—10.15 Morgenwijding. 12.—2.— Con
cert. A. V. R. O.-Kwintet. 2.—2.30 Mode
praatje door mevr. de Leeuw—van Rees. 2.30
3.30 Aansl. van het Tuschinski-Theater te
Amsterdam. 3.30—4.30 Gramofoonpl. 4.30—
5.— Sportpraatje door H. Hollander. 5.—
6.30 Concert door het Omroeporkest. Het
Solo-kwartet „Apollo". 6.15—6.30 Inter
mezzo: H. Robbers bespreekt „Siegfried" van
Rich Wagner. 6.30S.Aansluiting van
den Stadsschouwburg te Amsterdam. Uitz.
van de 1ste acte van de Op. „Siegfried'' van
Rich. Wagner.
8.— V. A. R. A.-Varia. 8.05 V. A. R. A.
Rondgang over de „Zevenmijls" tentoonstel
ling te Enschede. 8.45 V. A. R'. A. Publieke
receptie van de V. A. R. A. Medew. vau de
geheele V. A. R. A.-staf 10.— ca. Persbe
richten.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K- R. O.)
8.159.30 Gramofoonpl. 11.30—12.—
Godsdienstig halfuurtje. 12.01—12.15 Poli-
tieber. 12.152.15 Concert door het K. R. O.-
orkest. 2.153.15 Kinderuurtje. 4.40—5.
K. R- O.-Zwemles. 5.6.Gramofoonpl.
6.016.15 Praatje over toerisme in België.
6 156.30 S. P. J. Borsten: Hoe wordt
(waterpolo gespeeld? 6.306.55 Gramofoon
platen. 6.557.15 Journal, weekoverzicht
door Paul de Waart. 7.15—7.45 F. M. Ge-
scher: „De beschaving der Maleiers". 7.45
8 Politieber. 8.019.30 Concert. K. R. O.
Salon-orkest. 9.30 Nieuwsberichten. 9.40
11.Radio-Revue „Leve de Klankfilm" van
j. Cats Jr. Roosje Köhiter. Piet Kohier en J.
Kohier. Het K. R. O.-Salon Orkest. 11.—
12.Gramofoonplaten. 12.Sluiting.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
11.0511.20 Lezing. 1.202.20 Orkestcon
cert. 2.50 Concert. M. Wilkinson, sopraan
Victor Olof Sextet. 5.05 Orgelspel door R.
New. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuwsber.
7.Sportberichten. 7.05 Het Brosa Strijk
kwartet. 7.20 Literaire prijsvraag. 7.50
Piano-recital door Vera Towsey. 8.05 Con
cert. Het Halle-orkest. 9.20 Nieuwsberichten.
9.45 „Behind the Screen". Detective verhaal
10.—Dansmuziek. 11.-12.20 Dansmuziek.
Parits Radio-Paris1725 M. 12.50—
2.20 Gramofoonpl. 4.05 Kinderuurtje. 4.50
Dansmuziek. 9.05 Solistenconcert.
Langenberg, 473 M. 7.25—7.50 Gramo
foonplaten. 7.508.50 Orkestconecrt. 10.35
11.35 Gramofoonplaten. 12.30 Gramofoon
platen. 1.252.50 Concert. Orkest en tenor.
5.506.50 Concert door Mandoline-orkest.
9.20 Vrooiijke avond. Daarna tot 1.20
Dansmuziek.
Kalundborg, 1153 M. 1.051.35 Gramo
foonpl. 3.20 Kinderuurtje. 3.505.50 Orkest
concert en voorlezing. 8.209.20 Orkest
concert. 9.5010.20 Guitaar-duetten. 10.35
11.20 Orkestconcert.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Gramofoonpl. 6.50
Gramofoonpl. 8.35 Concert.
Zeesen, 1635 M. 6.10—12.20 Lezingen.
12.20—1.10 Concert. Knapen- en Blazers
Koor. 1.102.20 Berichten. 2.203.20 Gra
mofoonpl. 3.204.20 Lezingen. 4.205.50
Concert. 5.508.20 Lezingen. 8.20 Concert.
9.20 Vrooiijke avond. Daarna: Dansmuziek.
FEESTELIJKE OPENING VAN HET
CENTRAAL WATERGEMAAL TE
BERGEN.
Een belangrijke dag voor de Inge
landen van den Oudburgerpolder,
den Zuurvenspolder, den Zuider en
Midden-Reker-polder en den Noor
der Reker- en Mangel-polder
Gistermiddag werd te Bergen het Centrale
watergemaal voor bovengenoemde vier pol
ders, waarvoor Ir. Bos te Sneek de complete
bemalingsinstallatie leverde, in gebruik ge
steld. Het gemaal bestaat uit twee vijzels
van 1.40 en 1.50 M. middellijn, ieder door
een aparte drijfstroom electromoter van resp.
25 en 30 P.K. aangedreven, met electrische
laagspanningstoestdlen. De totale uitgaven
voor deze bemaling, bestaande uit grondaan
koop voor nieuwe wateringen, stichtingskos-
ten van het gemaal, duikers en schuiven,
hoogspanningskosten en grondwerken, be
droegen 45.752. Het centrale gemaal moet
dienst doen voor een bemaling van 800 H.A.
Het gemaal is zoodanig aangelegd, dat het
Naar het Engelsch
van
K. CAMERON WARD.
«4)
„O, Will! Dat gezicht daar in het
bosch! Dat moet hij zijn geweest! Ja:
hij was het! Ik heb er eigenlijk nooit meer
aan gedacht, dan nu op het oogenblik!"
Ze vertelde hem van het doodsbleeke, ver
wilderde gelaat, dat zij tusschen het kreupel
hout had zien doorgluren
Will overlegde eenige minuten:
„Ik geloof niet, dat je het hoeft te zeggen,
Mary. Het lijkt mij beter, dat je maar wacht,
wat Warwick zegt, als hij er tenminste
eenig licht op kan werpen. Bovendien: ie
wéét ook niets; je vermoedt het maar. Zie
maar, dat je zoo gauw mogelijk van dat on
dervragen afkomt en kwel er je niet verder
mee!"
Later was Will Armstrong blij, dat hij
dien raad had gegeven.
Het was Dinsdagavond. Eerst dien och
tend was hij teruggekeerd van het sterfbed
van zijn vriend en onmiddellijk kreeg hij nu
te hooren, dat er bij hem aan huis ook zoo
veel gebeurd was, gedurende zijn afwezig
heid. Geen wonder, dat Will somber keek en
dat zijn gedachten dan ook van allesbehalve
opwekkenden aard waren, terwijl hij zien
naar den afgelegen gedeelte van het goed be
gaf en den kortsten weg daarheen "an1 door
een jongen aanplant
water tot op 2.50 M. beneden A.P. wegge-
malen kan worden. De watering, volgens ge
meenschappelijke rekening aangelegd, heeft
een lengte van 2873 M., waarvan 320 M.
jiieuw gegraven is. De bodembreedte in den
Zuurvenspolder bedraagt 3 M., bij een diepte
van 1.85 M. onder N.A.P. met taluds van
1 ®P J de overige wateringen met een
bodembreedte van 4 M. en 2 M. onder N.A.
P-, waarvan een gedeelte bij het gemaal op
2.30 min N.A.P. en taluds van 1 op 1. Met
het graafwerk werd een aanvang gemaakt,
nadat het gemaal geheel voltooid was, wat
het voordeel opleverde, dat het grondwerk
in den droge kon geschieden. De officieele
opening van dit door electriciteit gedreven
gemaal geschiedde door den voorzitter van
den Oudburger Polder, den heer J. van
Reenen.
Aanwezig waren de besturen van de vier
genoemde polders, burgemeester en wethou
ders en de secretaris van de gemeente Ber
gen, Jhr. Ir. van Panhuys, dir. van het Rijks
bureau voor ontwatering te 's-Gravenhage,
baron Taets van Amerongen, Ir. Bos van
Sneek, Ir. de Priester van de Prov. Water
staat, de aannemer van de grondwerken, de
heer J. J. de Groot te Heiloo, de aannemer
van het betonwerk, de heer Den Das te
Schoorl en de leden van de Commissie van
het Electriciteitsbedrijf der gemeente Bergen.
De openingsrede.
De heer J. van Reenen gaf een uiteen
zetting over de totstandkoming van dit ge
maal. Hij herinnerde eraan, hoe in een ver
gadering van stemgerechtigde ingelanden
van den Oudburgerpolder op 1 Juli 1927
voor het eerst de wenschelijkheid uitgespro
ken werd om in den wind-watermolen een
hulpaandrijving te maken door gebruik
making van electrische energie gedurende de
periode van windstilte. In die vergadering
wees de voorzitter den ingelanden op het
groote voordeel, dat combinatie van eenige
polders in de bemaling zou opleveren. Uit
een door den voorzitter gemaakt project met
raming van kosten bleek de samenvoeging
van de polders mogelijk, waarop 20 Decem
ber 1927 de besturen van de nolders biieen
kwamen. In die vergadering werd besloten
tot het aangaan van een onderlinge overeen
komst om voor gemeenschappelijke rekening
in den Noorder-Reker-polder een centraal ge
maal te stichten en de noodige verbinding te
maken, om het polderwater van de vier
molens af, naar het te stichten Centrale ge
maal te voeren; de kosten te dragen in even
redigheid van het aantal H.A. De voorzitter
verkreeg machtiging om voor rekening van
de vier polders opmetingen te verrichten,
waarmede 23 December '27 een aanvang
werd gemaakt. Dit werk werd verricht door
den heer Bern. Min, toen het vroor, dat her
kraakte. Na de opmetingen en de ingekomen
oifertes werd een begrooting van een en an
der opgemaakt. De Hoofdingenieur-direc
teur van de Prov. Waterstaat vereenigde zich
met de door spr. vervaardigde teekeningen
en gegevens.
Op 25 Mei '2!8 had de tweede gecombi
neerde bestuursvergadering der vier polder:
plaats, in welke vergadering de werken op
40.000 werden geraamd, hetgeen tenge
volge zou hebben, dat de lasten met 4.64
per H.A. zouden moeten worden verhoogd.
13 Juni '28 kwamen de stemgerechtigden
van de polders bijeen, die met groote meer
derheid van stemmen de plannen bekrachtig
den, zoodat tot combinatie werd besloten. In
een vergadering op 10 Sept. '28 van de be
sturen der gecombineerde polders werd met
'groote meerderheid van stemmen besloten de
offerte van Ir. Bos te Sneek met twee electro-
motoren, dus een dubbele installatie met
riem-aandrijving te aanvaarden. In verband
met dit besluit werd in een vergadering van
27 Dec. '28 besloten de leening met 4000
te verhoogen tegen een rente van ten hoogste
5 af te lossen in 22 jaar. Eveneens werd
Amsterdam,
Nieuwendijk 225/229.
Utrecht,
Oude Gracht 151.
De droefheid van Dicks weduwe had hem
vreemd aangedaan; hij had den overledene
haast benijd: Hij toch zou nooit betreurd
worden door vrouw en kind. Alleen Mary zou
rouw dragen over hem, en zelfs bij haar zou
hij nu numero twee zijn Geen wonder,
dat hij zoo al heel weinig acht sloeg op zijn
omgeving en dat hij dus niet eens gezien
had het in elkaar gedoken figuurtje, dat op
den grond zat en waar hij dan ook bijna over
gevallen was In het eerst dacht hij, dat het
een kind was en had hij haar al willen op
pakken, om haar te vertroosten, want Will
kon geen kinderleed zien; maar, toen het be
traande gezichtje ineens naar hem opge
heven werd, zag hij, dat het Clover Holroyde
was.
Tot Clovers eer diene gezegd, dat zij in
waarheid verschrikte, want op het zachte
gras had zij zijn voetstappen niet vernomen
en ze had het er ook allerminst op toegelegd,
om iemand van Ladywood te ontmoeten. Ze
twijfelde er niet aan, of Mary had hem op
dat oogenblik wel verteld van die scène tus-
sdhen haar en Warwick. Ze sloeg dus een
ontstelden en smeekenden blik naar hem op
en boog toen haar hoofdje weer op de armen.
Will legd haar de hand op den schouder
en zei bemoedigend:
„Kom, Clover, vertel mij nu eens, wat er aan
scheelt? Misschien kan ik je helpen."
Hij ging naast haar zitten op het gras en
wachtte, tot zij zich in zóó verre hersteld
zou hebben, om te spreken, Allereerst kwam
zij toen met de vraag te voorschijn:
„Zal Mr Warwick sterven, of wordt hij
beter?"
„Er bestaat nu wel kans, dat hij beter
wordt. Was het over hèm, dat je ie zoo ver
besloten de overeenkomst voor 22 jaar aan
te gaan. Later bleek, dat Ir. Bos zich geheel
vereenigde met de door spr. opgemaakte
plannen; besloten werd den kokmolen van
den Noorder-Reker en Mangelpolder te
sloopen en het gemaal ten Noorden van dien
molen te bouwen.
Op 30 Jan. 1930 had na goedkeuring van
de overeenkomst door Ged. Staten de open
bare aanbesteding plaats van de grond- en
betonwerken; het grondwerk werd gegund
aan den heer J. J. de Groot te Heiloo voor
7075 en het betonwerk aan den heer P.
den Das te Schoorl voor 970. Zooals bo
ven aangestipt vorderde de stichting van het
gemaal met de bijkomende werken een be
drag van 45.752; met een weemoedigen blik
zoo vervolgde spr., kijk ik naar de drie nog
bestaande windwatermolens, die zeker wel
drie eeuwen achtereen hun werk hebben ver
richt, maar waarmede de ingelanden niet
meer tevreden zijn. Spr. hoopte dat zij met
het gestichte nieuwe centrale gemaal wel te
vreden zouden zijn en sprak hierna een
woord van waardeering en dank jegens al
len, die hun medewerking hebben verleend
voor de totstandkoming van deze combinatie.
In de eerste plaats bracht hij dank aan den
Provincialen waterstaat wegens verhindering
van den Hoofd-ingenieur-directeur, vertegen
woordigd door ir. de Priester; dank bracht
hij ook aan Ged. Staten, die getoond hebben
sympathie te gevoelen voor het streven naar
broederlijke samenwerking.
Ook richtte spr. een woord van dank tot
Mr. Scheltema, griffier van de Staten van
Groningen voor diens deskundige voorlich
ting; dank bracht hij ook aan Jhr. ir. van
Panhuys, directeur van het Rijksbureau voor
ontwatering te 's-Gravenhage, die met zijn
groote kennis van waterschapsbelangen spr.
steeds behulpzaam was geweest. Ons be
stuur, zoo zeide spr. heeft ook tenzeerste
op prijs gesteld, dat de gemeente Bergen bij
de aanvraag voor electrische energie voor
het gemal gemeend heeft, dat het te stichten
gebouw tevens dienstbaar gemaakt kon wor
den als schakel in het electrische net der ge
meente en uit dien hoofde 4000 heeft bij
gedragen in den aanleg voor de hoogspan-
ningsinrichtir.g. Spr. stelde het zeer op prijs
het voltallige college van B. en W. en de le
den van de commissie van bijstand voor het
electriciteitsbedrijf aanwezig te zien. Dank
bracht hij ook aan den heer van Niftrik, ar
chitect van het hoogheemraadschap van de
uitwaterende sluizen van Noord-Kennemer-
land en West-Friesland, die voor het graven
van de wateringen belangrijke adviezen heeft
gegeven. Namens het bestuur bracht spr.
voorts een woord van warmen dank aan
baron Taets van Amerongen voor het vele
belangloos uitgevoerde type-werk. Een
woord van welkom bracht hij voorts notaris
van Riet, die zijn bemiddeling voor de geld-
leening verleende. Hierna huldigde spr den
secretaris den heer J. C. Leijen, voor ae door
hem geleverde verhandelingen der gecombi
neerde vergaderingen.
Het centrale gemaal zoo vervolgde spr.
is tot onze groote tevredenheid uitge
voerd door ingenieur Bos te Sneek. Het was
spr. aangenaam den heer Bos en den bouw
kundige Saathof en de heeren Eriks en Zoon,
uitvoerders van het beton-, metsel- en tim
merwerk aanwezig te zien. Voor de wijze,
waarop de heeren J. J. de Groot en de heer
Den Das hun werk hadden uitgevoerd, had
het bestuur ook allen lof. Voorts huldigde
spr. zijn medebestuursleden, en de besturen
van de vier polders. Moge in de toekomst blij
ken, dat het bestuit tot samenvoeging uit een
waterstaatkundig en uit een economisch oog
punt beschouwd tot heil strekke van de inge
landen van" de vier gecombineerde polders.
(Applaus.)
De heer P. Besse voerde hierna namens
de besturen van ae vier polders op verzoek
van den waarnemend voorzitter, den heer
Swaan het woord.
Spr. zeide, dat men het maar zoo-zoo had
gevonden dat de heer Van Reenen het denk
beeld had afgewezen, om hem een blijk van
waardeering te geven voor het vele werk,
door hem in dezen verricht. De strijd tegen
water en wind was dit was spr. bekend
den heer Van Reenen steeds een lust ge
weest, en met voldoening constateerde spr.,
dat de heer Van Reenen ook ditmaal zege
vierend uit dien strijd te voorschijn was ge
komen. Spr. bracht hem namens de besturen
hartelijk dank. Om de herinnering aan dat
werk voor het nageslacht te bewaren, hadden
de besturen gemeend, een marmeren gedenk
plaat in het gemaal te moeten aanbrengen.
Daardoor wordt vastgelegd dat de heer Van
Reenen de spil van het werk is geweest. Spr.
verzocht hierop burgemeester Van Reenen de
drietig maakte?"
„Neen, niet bepaald. Voor mijn part gaat
hij dood! 't Is heel wat anders, waarover ik
zoo ellendig ben."
„Kan je mij niet zeggen, wat het is, Clo
ver? En wat je hier op dit oogenblik zoo heel
alleen doet?"
„Ik ben mij hier komen verstoppen", fluis
terde zij, „want ik moet wegloopen, maar ik
weet niet waarheen. En ik heb geen geld. Ik
dacht, dat ik hier den heelen nacht misschien
zou kunnen blijven, maar ik ben nü al bang".
„Ik zal je zoo dadelijk thuis brengen.
Maar waarom ben je eigenlijk zoo bang?"
Ze keek hem onderzoekende aan.
„Weet je dat niet? Heeft Mary het je dan
niet verteld? Heb je niet iets vermoed?"
„Ik weet niet, waarover je spreekt. Ik ben
vanochtend pas thuisgekomen en ik heb
Mary haast niet gezien. Zij is vervuld van
haar eigen leed, dat arme kindMaar vertel
mij nu eens even, wat je zoo van streek ge
maakt heeft?"
Een oogenblik dacht Clover er aan, om de
verongelijkte te spelen; maar nu besloot zij
toch maar, de waarheid te zeggen. Het was
een lange geschiedenis, maar met de grootste
zelfbeheersching hoorde Will Armstrong ze
aan. Na afloop vroeg hij:
„Voel je je dus zedelijk verantwoordelijk
voor den aanslag op Warwicks leven en voor
den zelfmoord van Daft Davy?"
„Vader zegt althans, dat dit zoo is. Hij
noemde mij een moordenaresse. O, hij was
zoo hard en wreed! Als ik had geweten, hoe
hij het zou opvatten, dan had ik het hem
nooit verteld; maar, toen hij in huis kwam,
nadat hij gevonden had je weet wel
wat en zij huiverde, „sloeg de schrik
plaat te onthullen. In gouden letters vermeldt
de plaat het volgende:
„Ontwerper en stichter van deze
bemaling is de heer Jacob van
Reenen; te zijner eer is deze steen
onthuld op T8 Juni 1930".
De heer van Reenen, zoo vervolgde de
heer Besse is ook in polderzaken een man
van groote beteekenis gebleken. Lang leve
JacoJ van Reenen (langdurig applaus).
De heer J. van Reenen dankte ten zeerste
voor deze hulde, doch merkte op, dat niet
hij, maar Ir. Bos de ontwerper is van 't be
malingsgebouw. Ik zal, zoo zeide spr., mis
schien niet lang meer voorzitter kunnen zijn.
Wanneer de Staten de reglementsherziening
hebben aangenomen, dan moeten degenen,
die 70 jaar zijn eruit, en dat is goed ook. Ik
ben blij, zoolang te hebben mogen leven, dat
ik dit kon meemaken.
Jhr. van Panhuys sprak hierna een woord
van dank voor de hem gegeven gelegenheid
de plechtigheid te hebben kunnen bijwonen.
Mijn functie, van directeur van het Rijksbu
reau voor Ontwatering, zoo vervolgde spr.,
brengt mij overal in Nederland, en niet altijd
heeft de samenwerking zoo'n gunstig ver
loop als hier.
Noord-Holland heeft geleerd zich zelf te
helpen. Het weet, dat eendracht macht
maakt. De vier polders waren op samenwer
king aangewezen, omdat de windbemaling
niet meer voldeed en waar een groote com
binatie met windbemaling uitgesloten was
te achten, daar eischte de ontwikkeling van
land- en tuinbouw, dat men tot een krachtbe
maling overging, waarbij men niet meer af
hankelijk was van den wind. Wanneer straks
de Zuiderzee zal zijn afgesloten, en Scher
merboezem zoet water bevat, dan heeft dit
ook het voordeel dat men in droge tijden
water kan inlaten. Uit de rede van den voor
zitter heeft men kunnen vernemen, dat tus
schen een plan en de uitvoering ervan nog
een groote weg moet worden afgelegd. Er is
zelfs verschil in den waterstand, die de
grond van een bepaalde boerderij behoeft en
daarom zal men gevoelen, dat het heel wat
beteekent, om een dergelijk groot gebied on
der een contract te vangen. Met het feit, dat
dit gelukte wenschte de spr. de besturen van
harte geluk. Van harte sloot hij zich aan bij
den wensch, dat het gestichte zal strekken
tot zegen van land- en tuinbouw in deze
streek.
Ir. Bos was het een behoefte hartelijk
dank te zeggen voor het hem geschonken ver
trouwen. Een langen weg had men moeten
afleggen, maar dezé^weg was toch altijd
aangenaam en soepel geweest. Over details
werd niet altijd volkomen eenstemmig ge
dacht, doch over de hoofdzaak dacht men
wel eenstemmig.
Ook spr. sloot zich aan bij den wensch,
dat de combinatie en de bemaling tot zege
moge zijn van de gebruikers van de lande
rijen. Hij huldigde den heer van Reenen als
den enthousiasten initiatief-nemer en ver
klaarde van meening te zijn, dat er op de
plaat niets teveel staat, aangezien in werke
lijkheid de heer van Reenen de stichter en
ontwerper is van de bemaling. Het mooie
van dit werk is het leven en de techniek; en
het ontwerp en de stichting geschiedde reeds
op gezag van den heer van Reenen voor spr.
zelfs moeite deed met dit werk belast te wor
den.
De heer van Reenen kon niet anders ver
klaren, dan dat 't door den hr. Bos geleverde
werk goed was. Spr. en zijn mede bestuurs
leden waren over dit werk tenvolle tevreden.
Ir. de Priester bracht dank voor de ver
leende medewerking, die hij mocht ondervin
den bij het uitvoeren van de provinciale ver
ordening; het toezicht, dat spr. moet uitoefe
nen, was elders wel eens moeilijker, dan hier
het geval was; spr. stelde in het licht, dat de
Prov. verordening, die dit toezicht eischt, in
1919 in het leven was geroepen, omdat het
verband tusschen de watervoorziening en de
voedselvoorziening in die jaren duidelijk in
het licht was getreden; men moet het in de
artikelen 4 en 5 van de Prov. verordening
vastgelegde niet zien als bemoeizucht, maar
als een soort van voorlichting, die zeer be
perkt kan blijven, waar de zorg voor de ont
watering in goede handen is, zooals dat bij
den voorzitter van den Oudburgerpolder is
gebleken. Ook namens zijn chef bracht spr.
den heer van Reenen dank voor hetgeen hij
vóór de gecombineerde bemaling heeft gc
daan.
De voorzitter bracht voor het gesproken»
dank en verzocht hierop den burgemeester
van Bergen de bemaling in werking te stel
len.
Alvorens hiertoe over te gaan verklaarde
Mr. H. D. A. van Reenen, dat het Gemeente
bestuur met groote belangstelling gevolgd
had, hetgeen door de polderbesturen in den
Oostelijke hoek van de Gemeente was ge
wrocht.
Voor land- en tuinbouw zijn de tijden
(hans moeilijk; en het verheugt spr. daarom
dat men hier door eendrachtige samenwer
king iets heeft bereikt, dat den ingelanden tot
steun kan zijn bij het overwinnen van de
moeilijkheden. Ook hij hoopte, dat het ge
stichte tot heil zou strekken van de ingelan
den en verzekerde, dat het 't gemeentebe
stuur, dat niet vaak in de gelegenheid is om
zijn belangstelling voor den land- en tujn-
bouw in de gemeente te toonen, een vreugde
was geweest een steentje te hebben mogen
bijdragen om de stichting van dit'centrale
gemaal te bevorderen.
Hierop werd door hem de bemaling in
werking gesteld en waren de aanwezigen in
de gelegenheid te aanschouwen, hoe de beide
vijzels geweldige hoeveelheden water uit de
polders in de Schermersloot stortten.
De genoodigden vereenigden zich hierop
aan een landelijk noenmaal, dat uitstekend'
verzorgd was door mevr. Panhuijs en de
dames van Reenen.
Tijdens dit gezellig samenzijn droeg de
heer P. Besse, op verzoek van den heer !J*
van Reenen een door hem vervaardigd vers
voor waarin hij in een aantal coupletten den
gesloopten molen, die ruim 250 jaar het wel
en wee van de polderbewoners had mede ge
maakt. sprekende invoerde.
De heer Besse oogstte hiermede veel suc
ces omdat in het gedicht ook de weemoed van
den landman naar voren komt bij het verlies
wat hem dierbaar was.
UITGEEST.
Goed afgeloopen
Nadat hij zijn ouders had weggebracht,
die medegingen als geleiders van de school
kinderen, die hun jaarlijksch schoolreis}*
zouden gaan maken, keerde de negenjarigs
L. met paard en wagen weder huiswaarts.
Nabij de Valbrug kon de jongen het paard,
een nog jong en welig dier, niet meer houden
met het gevolg dat de wagen botste tegen een
aldaar stil staanden vrachtauto. Het paard
schoot door het tuig heen en de jongeman
werd van den bok geslingerd. Bewusteloos
bleef hij op den grond liggen. Het bleek, dat
de jongen een wonde aan het hoofd had be
komen. 1
Schoolreisje R.R. School.
Begunstigd met schitterend weer hebben
de leerlingen van de hoogte klassen der R.K.
School hun jaarlijksch schoolreisje gemaakt.
Ditmaal was het naar Koedijk, Bergen aan
Zee, Bergen en weer terug naar Koedijk, en
vandaar naar huis. Te 2 uur waren Donder
dagmorgen de schoolkinderen met hun ge
leiders aan de haven present en nadat allen
aan boord van de boot van Gebrs. Bak wa
ren gegaan, gingen de touwen los en werd
er gevaren naar Koedijk. Het was een ver
rukkelijk tocht. Heerlijk stil weer en volop
zon. Mede was aan boord een jazz-band, wat
de gezelligheid nog meer verhoogde. Van
Koedijk ging het per tram naar Bergen aan
Zee. Aldaar werd door de kinderen heerlijk
genoten van de zee, vooral pootjesbaden,
was wel het meest wat hun aantrok. Na eeni-
gen tijd aldaar verteofd te hebben, ging men
thans naar Bergen, naar den speeltuin. Hier
konden de kinderen naar hartelust met schom
mel, draaimolen, wip., enz. enz. spelen. Doch
thans was een groot gedeelte van den
dag alweer verstreken en moest men ook weer
van hier vertrekken om huiswaarts te gaan.
Met een extra tram ging men naar Koedijk,
naar de boot, welk laatste allen om half 8
des avonds zeer voldaan in de haven terug
bracht.
SCHAGEN.
Het onderzoek in de terp Avedorp nabij
Schagen is afgeloopen. Wij vernamen later
dat dit onderzoek minder het zoeken naar
oudheidkundige voorwerpen of oude munter
beoogde, dan wel den bouw en de constructie
om het hart; ging ik zijn studeerkamer bin
nen en vertelde ik hem alles. Hij zei, dat ik
overal schuld aan had; dat hij mij niet wil
de helpen, niet wilde beschermen. Hij heeft
zelfs de politie verteld, dat het mijn auto
sjaal was, die Daft Davy had gebruikt."
Met de handen voor het gelaat begon Clo
ver opnieuw te snikken.
„O, houd toch op!" drong Will. „Ik
kan het niet aanhooren! Vertel mij lie
ver, wat je van plan bent?"
„Ik weet niet. Ze zeggen, dat ik ook
verhoord zal worden en dat ik getuige
nis zal moeten afleggen. O, als je eens
wist, hoezeer ik daarvan verschrikt ben,
Will!" Onwillekeurig had ze hem bij
zijn voornaam genoemd en dit trof hem
eigenaardig. „Als ik leugens vertel, zul
len ze er toch wel achter komen. En als
ik wegloop, weet ik zoowaar niet, waar
ik heen moet, want ik heb geen vriend
ter wereld!"
„Tóch wel. Maar je vader begrijp ik
niet. Men zou denken, dat. hij om zich-
zelfs wille de zaak liever zou hebben stil
gehouden. Hij is tóch a! niet zoo popu
lair."
„Daar geeft hi> niet om. Hij zegt, dat
mijn gedrag te laken is en dat ik er
daarom voor lijden moet. Hij is ook al
zoo boos op mij, omdat Mr. Warwick nu
niet bij ons terug komt en wij konden
zoo goed zijn pensiongeld gebruiken
En dan, omdat ik Mary heb beleedigd,
die nog al zoo gul ij voor de armen van
zijn gemeente. Net of hij daar wat om
geeft! Maar als je eens wist, hoe
bang ik ben voor het verhoor- Wat voor
straf zouden ze mij wel geven, denk je?"
„Zoo ver moet het niet eens komen, dat
je verhoord wordt. Tenzij iemand er op
zinspeelt, zal men er nooit over denken,
om eenig verband te zoeken tusschen
jou en den zelfmoord van Daft Bavy. Ik
zie ook niet in, hoe jij daarvoor te laken
was."
„Ja, maar dat is toch wel zoo. Kijk
eens: ik was heel onaardig tegen hem.
Ik zei, dat, als hij een woord repte van
hetgeen ik tegen hem over Mr. Warwick
gezegd had, ze mij dan óók zouden han
gen. Daarmee wilde ik hem een flinken
schrik eanjagen, zoodat hij vooral zijn
mond zou houden. Maar nu was hij
bang dat ze hem toch zouden dwingen,
alles te vertellen en om dat te ontkomen,
heeft hij zich uit den weg geruimd. Het
was om mij te reddenJa, dat praat
je mij niet uit het hoofd. Ik kende hem
zoo goed, zie je, en ik zal ook nooit den
blik vergeten, waarmee hij wegging, na
dat ik t em zoo beknord had."
Toen Clover merkt, dat Will hierop
niets wist te zeggen, hernam zij:
„Maar nu moet ik naar huis; ik moet
dan maar hebben, wat er bij staat Dat
verdien ik dan ook! Dank je wel, dat ie
naar mij hebt willen luisteren. Het is
mij al een heele verlichting, dat ik er
iemand over heb kunnen spreken en ik
hoef je niet te vragen, om hei ge&ieiin
te houden: ik weet, dat je dit zult doen
E11 nu wil ik je meteen goeden dag zeg
gen. want ik zal je niet meer zien."
„Waarom niet?Waar ga je dan
heen „7
(Wpi dt