Alkmaarsciic Courant. De aanslag op de Derde Gemeenteschool. Honderd twee en dertigste Jaargang, Ponderdag 26 Juni •hoekje Een protestvergadering. FEUILLETON. Hun beider weg. Da wtas alles; maar in Jo haar hart \u- Ho. 148 1930> Vrijdag 27 Juni. Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) /O.—10.15 Morgenwijding. 12.—2.— Con cert A. V. R. O.-Kwintet. 2.05—2.45 Uitz. voor scholen. H. v. Dijl: Eetbare vogelnestjes. 2.45—3.30 Gramofoonplaten. 3.30^-4.— Willem Hunsche: „Zinrijke Onzin of Het Le ven in de Lachspiegel" van Uiltje. -4.30--5.30 Gramofoonplaten. 5.30—6.45 Concert door het Orkest van het Rembrandt-Theater te Am sterdam. 6.30 Koersen. 6.45—7.— Gramo foonplaten. 7.-8.— Opening Radio-Volks universiteit door Dr. J. Th. de Visser. 8.— Tijdsein, gramofoonpl. 8.15 Concert door het Concertgebouw Orkest onder auspiciën van de A. V. R. O. Solist: Frédéric Lamond, piano. Daarna: Persber. en aansluiting van het Cabaret „La Gaité" te Amsterdam. 12. Sluiting. Huizen, 1875 M. 10.30—11.— Zieken- dienst. 11.3012.— Godsdienstig halfuurtje. K. R. O. 12.01—12.15 K. R. O. Politieber. 12.152.K. R. O. Gramofoonpl. 4.5. Gramofoonpl. N. C. R. V. 5.-6.30 N. C. R. V. Concert door het Amsterd. Vocaal Kwar- let (Mevr. W. Cantévan Amerongen. Mej. N. Hugues. R. S. Tol en J. Stroomenbergh). 6.30-7.K. R. O. Gramofoonplaten. 7. 7.30 K. R. O. H. Baron v. Lamsweerde: „De Film". 7.30 V. P. R. O. Persber. 7.45 V. P. R. O. Politieberichten. 7.50 V. P. R. O. Prof. Dr. H. T. de Graaf: Onderlinge verhouding en samenwerking. 8.20 V. P. R. O. Concert. 8.55 V. P. R. O. Dr. H. de Vos: Elementen eener Vrijz. Prot. wereldbeschouwing. 0.35 V. P. R. O. Concert. 10.0' V. P. R. O. Decla matie door Jan Molenaar. 10.25 V. P. R. O. Concert. P^ventr^ 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Concert. Ruth Aranjo en Demse Durbes, 2 violen. 12.50 Orgelconcert door L. H. Warner. V. Leslie, zangeres. 1 50 Gramofoonplaten. 2.50 Uitz. voor scholen. 3.20 Lezing. 3.50 Concert door het Sybil Eaton Kwartet. 4.35 Orkestconcert. 4.35 5.35 Eventueel verslag van het Lawn Tennis Tournooi te Wimbledon. 5.35 Knideruurtje. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Ver slag van de Test Match Engeland Australië. 7.Piano-recital door V. Lang- rish. 7.20—7.40 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Concert. Het Gershom Parkington Kwimet. 8.35 Koorconcert. Engelsche Kerkmuziek 9.20 Nieuwsberichten. 9.45 Lezing. 10.— Piano-recital door Myra Hess. 10.30 Derde bedrijf van de Opera „Rigoletto" van Verdi. 10.55 Dansmuziek. 11.35—12.20 Dansmu ziek. Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.50— 2.20 Gramofoonpl. 4.05 Orkestconcert en soli. 9.05 Concert. Piano, viool, cello en orkest. 9.50 Fragmenten uit „Le Roi d'Ys" van Lalo. Koor, orkest en solisten. Langenberg, 473 M. 7.25—7.50 Gramo foonplaten. 7.50—8.50 Orkestconcert. 10.35 11.35 Gramofoonplaten. 12.30 Gramofoon platen. 1.252.50 Concert. Orkest en cello. 5 50—6.20 Orkestconcert. 8.20—9.20 Orkest concert. 9.20'0 40 Concert. Mannenkoor en solisten. Daarna tot 12.20 Orkestconcert. Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Orkest concert. 3.20—5.20 Orkestconcert en voorle zing. 5.20—6.50 Kinderuurtje. 8.2010 20 Yslandsche avond. Orkestconcert en tooneel. 10.5011.20 Zang en piano. 11.2512.50 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Kamermuziek. 6.55 Gramofoonpl. 8.35 Gramofoonplaten. 8 50 Concert door het Militair Orkest. Zeesen, 1635 M. 6.107.20 Lezingen 7.20 —7.50 Gramofoonpl. 9.50—12.20 Lezingen 12.20—1.15 Gramofoonplaten. 1.152.20 Berichten. 2.203 20 Gramofoonplaten. 3.20 —4.50 Lezingen. 4.50—5.50 Concert. 5.50— 8.20 Lezingen. 8.20 Trio-concert. Viool, viola en cello. 9.— Lezing. 9.25 Orkestconcert. Daarna tot 12.50 Dansmuziek. 'De gisteravond door de afdeelingen van den Bond van Ned. Onderwijzers en Volks onderwijs bijeengeroepen openbare protest vergadering in de groote zaal van de Har monie was goed bezocht, al moet worden er kend, dat er zeker hier ter stede nog heel wat méér voorstanders van de openbare school zijn. Onder de aanwezigen bevonden zich, be halve verschillende leden van het onderwij zend personeel, alle leden van de socialisti sche raadsfractie, alsmede het raadslid mej Carels en de vier verleden najaar afgetreden soc.-dem. leden van den raad. De heer J. J. T. K o o y, voorzitter van de Alkmaarsche afdeeling van den B. v. N. O., sprak het Openingswoord. Het is een zeer bijzondere zaak, die ons ge noopt heeft u bijeen te roepen op dezen zo meravond, op een tijd die voor vergaderen allerminst geschikt is, aldus begon spr. Het gaat om actie te voeren tegen de voor stellen van B. en W. inzake onderwijskwes ties die morgen in den gemeenteraad aan de orde zullen komen. En daarom verheug ik er mij over, dat er zoovelen zijn opgekomen. Onze oproepen om een beweging op touw te zetten in de weinige dagen, die nog restten, zijn wel gesteund geworden door een groot deel der Alkmaarsche burgerij. Wie zijn oor te luisteren heeft gelegd, weet, dat wat wij ondernamen aller goedkeuring weg droeg. Wij hadden ook niet anders verwacht, omdat het hier ging om een school die be kend staat als een goede school, waar vele 'Alkmaarders hun eerste opleiding ontvingen, en als die zou verdwijnen, zou dit voor velen een zware slag zijn. Spr. bracht dank aan de Alkm. Crt., voor den steun, dien zij aan de actie had ver leend. Het gaat om het voortbestaan der school, want dit is het wat ten grondslag ligt aan de voorstellen van B. en W. Als aan die school zal worden begonnen met een derde klas, is het onmogelijk dat er ooit weer een eerste klasse zal komen, want niemand zal zijn kinderen sturen naar een school, die onttakeld wordt, en andere kinderen zullen haar nog verlaten, omdat jongere broertjes en zusjes niet meer als leerlingen worden aangenomen. Daarom beweren wij, dat de 3e gemeenteschool ten doode is opgeschre- ven. Het motief van B. en W. is bezuiniging, dat weten we nu al drie jaren lang. Men be zuinigt steeds en nog is het eind niet te zien. Moet men in zijn gezin bezuinigen, dan komt er toch ééns een eind aan. In Alkmaar niet alzoo. In weerwil van het misschien goede financieele beheer bezuinigt men steeds meer, maar dan alleen op het lager onderwijs. In een gezin bezuinigt men niet op het voedsel, maar dat doet ons gemeentebestuur wel, als het de uitgaven voor het lager onderwijs steeds weer besnoeit. Dit geschiedt niet op het hooger of het middelbaar onderwijs, uit sluitend op het lager. Spr. merkte op, dat er Dinsdag bij het schoolfeest van Volksonderwijs door de on derwijzers en geleiders iets gevoeld is wat hen met zorg vervulde: de toekomst van het onderwijs. De donkere lucht was het sym bool van wat het onderwijs dreigt. Gelukkig heeft een frissche wind Dinsdag de onweers wolk weggejaagd. Welnu, laat ook morgen in de raadszaal een frissche wind waaien, die alle donkere wolken voor ons lager on derwijs doet verdwijnen. Spr. hoopte, dat bij het naar huis gaan al len overtuigd zullen zijn van het nut der actie voor het behoud der derde gemeente school. Rede van den heer Thijssen. Hierna gaf spr. het woord aan den heer T h e o J. T h ij s s e n, lid van het hoofd bestuur van den Bond van Ned. Onderwij zers. Deze begon met te zeggen, dat een deel van den avond besteed zal worden aan wat hij „klein gemier" noemde, omdat het noodig zal zijn met cijfers aan te geven de organi- «atie der onderwijszaak. In een goed bestuur- t de gemeente zou dit niet noodig zijn, want daar zouden de voorstellen alvorens in den raad te komen voldoende zijn besproken en met cijfers toegelicht, zoodat het publiek vol doende met alles op de hoogte was. Als B. en W. een juist inzicht hadden ge had in de beteekenis van de grootte eener schoolklasse, zou automatisch een voorstel als het onderhavige achterwege zijn gebleven. In de toelichting tot het voorstel staat een zinnetje, om te betoogen hoeveel verschil het zou maken of een klasse bestaat uit 36 of 40 leerlingen. Zoo'n betoog zou spr. niet kunnen .Vrij naar het Engelsch - H. ATONSEN I De verweerde deur in den ouden, rood steenen muur rondom den tuin van het predi kantshuis werd haastig geopend. Een meisje kwam er door heen, sloeg de deur met een smak achter zich dicht, keek op haar pols horloge, uitte een lichten kreet en liep op een drafje de laan tusschen de vervallen huisjes door. Ze had geen hoed op het bruine, kort ge knipte haar, dat om haar ooren woei Gelaat en handen waren door de zon gebruind. Ofschoon minstens twintig, holde ze als een kwajongen, vloog door het tuinhek aan het einde der laan het korenveld in en volgde het smalle voetpad tusschen de halmen door. Voor haar uit, aan de andere zijde van de heg in de verte, was de hoofdweg, die naar het station voerde. Dwars door de korenvel den liep nog wel een korter weggetje, maar ook daarlangs was he station nog wel twee mijlen ver en kon ze den trein onmogelijK halen. Wat vervelend, dat ze nu toch zoo laat was! Ze versnelde haar draf, maar ovei de heg heen zag ze den stalhouder van het dorp al boven op den bok van zijn ramme lende vigelante. Het rijtuig was beladen met een massa bagage en door het openstaande portiersraampje klonken de tonen eener mandoline. Het meisje wuifde met haar zak doek en riep zoo hard ze maar kon: Hé. Barnes! Ho! Stool Stop! H O o o. De oude man schrok op, keek om, zag het meisje en begon te grinneken van pret, terwijl hij zijn magere vosmerrie inhield. Morgen, juffrouw 'donk zijn lijzige stem. Ja hoor ik heb 'm hier! Het rijtuig hield stil, het meisje kroop door de heg, de mandoline zweeg en een vroolijke stem vroeg luid: Wat is er aan de hand, Barnes? Moet die ouwe knol van jou soms wat haver heb ben, eer hij verder kan loopen? Bedaard nou, Dick! Ik ben 't! Haar rok bleef haken aan een meidoorn stuk. Een stroohoed, een gezicht en een boord en een das werden door het portier zichtbaar en er klonk een schreeuw, die het oude paard zoo deed schrikken, dat het den koetsier bijna van den bok trok. Toe! Sta dan stil! riep Dick. Remmen man! Het portier vloog open en een paar lange beenen kwamen er uit. Het meisje, bijna totaal buiten adem, werkte zich los uit de doornen en werd een oogenblik later vastge drukt tegen een ruige jas, die naar tabak rook. Mooi zoo, kind! riep Dick. Ik dacht wel, dat je ergens in de buurt zou zijn! Ik kon niet meer op tijd aan het station zijn, en daarom ben ik dwars door het veld gegaan, om je ergens op te pikken. O, Dick, wat ben ik blij, dat ik je weer zie! Van t' zelfde! zei Dick. Kom er in, Jo. Laten we maar weer in dien rammelkast klimmen, dan zal ik je alles vertellen. Hij hielp zijn zuster in het rijtuig en op kijkend naar Barnes, vroeg hij grijnslachend: Denk je, dat je rossinant ons beiden zou kun nen trekken? leveren. Als er 30 leerlingen zijn en er komt één bij, zal spr. geneigd zijn te zeggen, dat het nog wel goed zal gaan met het onderwijs, enz. Eén zoo'n leerling zal het 'em niet doen. Zoo zou men kunnen doorgaan tot in het oneindige. Maar zoo ligt het probleem niet, het is de vraag van een groote of een be hoorlijk bezette kiasse. Overal zien we, in allerlei landen, dat de wettelijk toelaatbare aantallen leerlingen steedis kleiner worden gesteld, dat de klassen steeds kleiner wor den. In de internationale onderwijzerswereld is aangenomen als het beste, dat een klasse zal bestaan uit 24 tot 30 leerlingen, de eerste klasse zoo mogelijk nog iets kleiner. Als een onderwijzer het schriftelijk werk der leerlingen moet corrigeeren, maakt hel wel verschil of er 30 of 50 zijn. Echter is dat niet het zwaarste punt, maar wel de lust waarmee men aan het werk blijft. Na het dertigste schrift zal de lust van den onder wijzer geringer worden, het volgende tiental van de eensluidende opgaven zal hij met veel minder lust nalezen. Aan de eerste dertig is voldoende te zien, welke vruchten de les heeft gehad. Bovendien is de beste correctie in de klas, als de leerlingen er zelf bij zijn, maar dit is onmogelijk als er zoo veel leerlin gen zijn. Na de correctie besprak de heer Thijssen het geven van „beurten" aan de leerlingen. Bij een groote klasse zal het meermalen voor komen, dat een leerling zich beklaagt geen „beurt" te hebben gehad, zijn les „tevergeefs te hebben geleerd". Ook daarom is het dus gewenscht een kleinere klas te hebben. Het hoofdelijk onderricht en het geven van persoonlijke wenken zal in den knel komen bij een groote klasse. De onderwijzer kan niet voldoende nagaan of zijn wenken en lessen zijn begrepen en opgevolgd. Verschillende ondeugden in de klasse babbelen e. d. kunnen niet voldoende worden bestreden, de aanleiding ertoe kan niet worden nagegaan, er moet heil worden gezocht in algemeene maatregelen, die in- tusschen weer onrechtvaardigheid kunnen wekken. Noodig is, dat de onderwijzer al zijn leerlingen kent, al hun omstandigheden weet en met al hun eigenaardigheden op de hoog te is. En dit alles nu is slechts mogelijk als de klasse niet te groot is. Spr. had dit als jong onderwijzer zelf ondervonden in Amsterdam, dat toen nog zoo iets als „Alkmaarsch" was. (Gelach). Uit eigen ervaring toonde spr. aan. dat het niet mogelijk is in een groote klasse goed onderwijs te geven en toch alle kinderen in •het oog te houden en de orde te bewaren Een kleine klasse kan „menschelijker'' worden gehanteerd. Dit is speciaal het geval bij een eerste klasse en dit schijnt men in Alkmaar niet te beseffen. Men schijnt niet te begrijpen hoeveel indruk het maakt hoe de juffrouw de jonge kinderen ontvangt in de voor hen zoo nieuwe omgeving. Voor een eerste klasse is het zoo noodig, dat zij niet te groot is om dat 'het er voor de kinderen zoo zeer op aan komt, dat de geest, die er heerscht, een pret tige is. Is de klasse te groot, dan kweekt men een zure schoolmeesteres in plaats van een goede onderwijzeres. Dank zij het streven naar kleinere klassen is de geest in de school heel anders geworden in de laatste halve eeuw. Een gemeentebestuur, dat zijn taak vol doende begrijpt, zal streven naar kleine klassen, totdat een behoorlijk aantal leerlin gen is bereikt. In Alkmaar is dit nog niet zoo. Ondanks de weigering op het stadhuis van mededeelingen over de bezetting der klassen waren toch voldoende gegevens dienaangaande verkregen en het bleek, dat er nog zijn van 42 leerlingen.. Het streven moet zijn het aantal naar beneden te voeren. Onlogisch noemde spr. het van den burge meester dat hij verleden jaar had gezegd „Wat willen jullie toch? Toen er meer leerlin gen kwamen, heb ik gezorgd voor meer scho len, nu er minder kinderen zijn, kunnen er dus ook minder onderwijzers zijn". Spr. wilde in zoo'n geval de klassen kleiner maken en noemde als voorbeeld Oostenrijk, waar men na den oorlog, toen er groote ga pingen in de klassen waren gekomen, geen onderwijzers aan den dijk zette, maar de klas sen kleiner maakte. Ook in Duitschland deed men dit, in het besef, dat het in het belang van de ontwikkeling van een volk is als er niet te veel kinderen in eén klasse zitten. In Saksen heeft men geen enkele school met meer dan 30 leerlingen per klasse, het gemiddelde is er ruim 28. Verleden jaar heeft de burgemeester van Alkmaar gezegd, dat hij zou zorgen dat hier ter stede de boventallige onderwijzers zoo spoedig mogelijk zouden verdwijnen. Spr. noemde dit een gevaarlijke uitlating, boven dien practisch niet uit te voeren, omdat er De oude man wiegde het hoofd heen en weer, liet een rij gebroken gele tanden zien en grinnikte. Dick steeg in en sloeg het por tier dicht. Hij ging op z'n dooie gemak zit ten, legde zijn beenen op de zitting tegenover hem en stak zijn arm. door dien van het meisje. En begon hij op plechtigen toon. En, juffrouw Joyce Ardley-Manners, bent u er zich wel van bewust, dat u zooeven aan een groot gevaar ontsnapt bent? Joyce keek hem het groote oogen aan. Is het erg tragisch? Nou, hoe zou je het anders noemen, als je me nu eens niet getroffen had? Je hebt me nog geen enkele vacantie niet afgehaald, en nu bij de gewichtige gelegenheid, dat ik voor goed terugkom nu lukt het je slechts na een wanhopige worsteling met een meidoorn. Maar je ziet er overigens uitste kend en flink verbrand uit, Jo. Heb je je nog al geamuseerd? Joyce haalde de schouders op. Het komt er minder op aan, wat ik ge daan heb. Jij komt nu thuis en dat maakt den toestand zoo heelemaal anders. Och, Dick, ik heb de dagen op mijn kalender aan gestreept en ik heb den heelen morgen, na dat ik het telegram ontvangen had, dat je met dezen trein kwam, als een dolle heen en weer gerend. Dick drukte haar arm tegen zich aan. Ze was toch een fijne meid! Hij drukte zijn hoofd met een zekere verlegenheid van haar, omdat hij iets wou zeggen, dat heel diep uit zijn hart kwam. En dan kijken broers en zusters elkaar gewoonlijk niet aan. Jo, zei hij, je bent'n 'n fijne meid. vaak moeilijkheden komen over de plaats van een school met als gevolg overbevolking van een andere, enz. Maar bovendien geldt het door het rijk aangegeven aantal slechts de algemeene gevallen voor normale klassen. Spr. stelde vast, dal de autonomie der ge meenten toestaat dat er meer onderwijzers worden aangesteld dan het rijk aangeeft. Spr zou willen streven naar verlaging van de door het rijk vastgestelde aantallen leerlingen per onderwijzer. In het laatste 10- tal jaren zijn die aanmerkelijk verhoogd. In Alkmaar zijn voer de school aan den Koningsweg 20 leerlingen aangegeven, maar het gemeentebestuur wil die niet aannemen, ornaat het daar geen ec.ste klasse wil. In to taal werden voor de verschillende openbare scholen hier ter stede aangegeven 283 leer lingen, wat voor negen eerste klassen gemid deld 31 per klasse zou worden. Dit aantal noemde spr. al gre ot genoeg voor één onder wijzeres, die haar werk met lust en ijver wil doen. Maar neen, B en W. willen slechts acht eerste klassen en maken dus klassen van 36 leerlingen. Dit gaat lijnrecht in tegen de heerschende strooming, die leidt naar kleine klassen en daarmee is het optreden van B. en W. al veroordeeld In Alkmaar past men nog een mooi middel tje toe, aan de hand gedaan door het verdee- len der scholen in eind- en opleidingsscholen met resp. zeven- of 6-jarige opleiding. Spr. voor zich zou liever voor zijn kinderen de zevenjarige opleiding voor de H.B.S. of een andere school hebben dan de zesjarige, want de Alkmaarsche zevenjarige scholen leiden evenzeer als de andere op voor verdere studie. Voor de opleidingsscholen waren 64 leerlin gen aangegeven en nu willen B. en \V. nog 32 ouders overhalen hunne kinderen voor zoo'n school te bestemmen, dus tegen den eerst uitgesproken uitdrukkelijken wil dier ouders in. De eerste klassen zuilen daardoor in die scholen 36 leerlingen krijgen, wat voor een school die in zes jaren wil opleiden, veel teveel is. Spr. constateerde, dat hier ter stede de animo voor de opleidingsscholen vermindert, de aangifte ervoor is geringer dan verleden jaar, terwijl voor de zoogenaamde eindscho- Ien eenige leerlingen meer werden aangege ven. En nu willen B. en W. 32 van deze kin deren naar de opleidingsscholen doen gaan, tegen het verlangen der ouders. In de toelichting tot het voorstel van B. en B. (van de onderwijs-commissie, die verleden jaar voor de opheffing van de eerste klasse der 3e Gemeenteschool was, maar nu er te gen), vond spr. een eigenaardigen zin, n.1., dat de verordening verbiedt meer dan 40 leer lingen in één klasse te zetten. En desondanks zijn er hier nog eenige klassen met 42 leer lingen, merkte spr. op. Maar, zeggen B. en W., dat aangegeven maximum is slechts richtsnoer en beteekent dat de leerlingen zooveel mogelijk over ver schillende scholen moeten worden verdeeld om dat aantal te bereiken. Men zou indien men minder dan 40 leerlingen wilde dat cijfer moeten verla gen. Spr. merkte op, dat, om niet boven 40 leer lingen te komen, met minder moet worden be gonnen, omdat juist de middenklassen eener school de meeste leerlingen hebben vanwege de zittenblijvers. De derde gemeenteschool is de eenige open bare school in het noordelijk deel van Alk maar. Verleden jaar waren er 14 leerlingen voor aangegeven, maar een eerste klas werd niet gevormd, waardoor de school 'n gewel dige klap kreeg. En thans hebben 20 ouders hunne kinderen voor diezelfde school aan gegeven, wat voor een voorzichtig stadsbe stuur aanleiding zou moeten zijn de school te herstellen. Maar in tegenstelling hiermee willen B. en W. ook nu weer geen eerste klas se en dit zal tot gevolg hebben, dat kinderen, voor wie principieel de openbare school werd verlangd, naar de christelijke school in die zelfde buurt zullen worden gezonden, om dat de ouders er tegen op zien kleintjes langs drukke straten naar veel verder gelegen scho len te laten gaan. De groei van de christe lijke school kan toegejuicht worden, mits hij het gevolg is van normale leerlingen-toe- name, maar hij mag niet een maatregel van het stadsbestuur tot oorzaak hebben. Het gevolg van de aanneming der voorstel len van B. en W. zal zijn, dat de ouders de volgende jaren hunne kinderen niet meer voor de school aan den Koningsweg aange ven, omdat de school naar hunne meening bezig is te verdwijnen, waarmee het noorde lijk deel van Alkmaar wordt beroofd van zijn openbare school. Dit zal op den duur geen stand kunnen houden. Na verloop van een paar jaren zal de behoefte aan een school in die buurt onafwijsbaar blijken en dan zal men opnieuw er een moeten inrichten en belde iets van blijdschap. Ze begreep hem. En gedurende eenigen tijd bestond hun heele gesprek hierin, dat ze ieder aan hun kant uit het portierraampje staarden. Het was een dier wondere oogenblikken, die de mensch doorleeft op de vreemdste en onmogelijkste plaatsen, waarop het leven schijnt stil te staan, om te luisteren naar wat het hart te zeggen heeft; en jaren later kan het wezen, dat een geluid of een geur onze zintuigen treft, misschien ergens in een anders wereld deel, en tijd en ruimte doet wegvallen, om ons op dat ééne oogenblik te doen herleven. Het oude paard bleef staan voor de deur van het predikantshuis. Dick was thuis voor goed thuis. Die gedachte voor goed thuis trof hem diep op het oogenblik, dat hij uit het rijtuig stapte en in den helderen zonneschijn voor het huis stond. Deze vier steenen muren zouden zijn wo ning zijn, totdat ja, tot wanneer? De toe komst scheen nog zoover af. Er was nog zoo weinig van te zeggen. Als een blank vel papier lag het leven voor hem. Er stond nog zelfs geen schets op. Hij wendde zich om en gaf Joyce de hand met een glimlachje. Weet je, wat ik zoo juist dacht? zei hij. Dat het wel iets weg heeft van een mijl paal. Om benauwd van te worden. Ik ben benieuwd, wat ik het eerste zal aanpakken? Ja, ik ook, antwoordde Joyce. Het was een heel bijzondere dag voor haar. Bijna heel haar leven, voor zoover ze zich kon herinneren, was ze alleen geweest, met uitzondering van de korte tusschenpoo- zen dat Dick op vacantie kwam, eerst van school, daarna van Oxford. De zorg voor het huishouden was al vroeg op haar schouders gelegd door den dood harer moeder, toen ze daarom zou het streven naar opheffing thans ieder zal dit beamen een verkeerde fi nancieele politiek zijn. Men wil een onderwijzer uitsparen, wat misschien 1800 zou schelen, maar men moet bedenken, dat er slechts weinige leer lingen meer behoeven te vertrekken, of die zelfde school zal toch nog een boventallige leerkracht moeten hebben (in verband met het dan nog overblijvende aantal leerlingen, waarvoor onderwijzers door het rijk worden vergoed). De zesde gemeenteschool had men een paar leerlingen minder kunnen geven en dan had zij nog evenveel onderwijzers van rijks wege vergoed gekregen. Met de Lindenschool en de tweede gemeenteschool was het even zoo. Men had dan geen klassen van omtrent 40 leerlingen behoeven te hebben en dan was tevens bereikt dat de derde gemeenteschool niet zoo gevaarlijk stond. Immers met haar 209 leerlingen loopt zij groot gevaar dat 211 als gemiddelde niet behouden kan blijven, wat een vermindering der rijksuitkeering tot gevolg heeft. Door overleg met menschen uit de onder wijswereld had men verleden jaar reeds kun nen voorkomen, dat de eerste klasse der 3e gemeenteschool werd opgeheven zonder dat het duurder werd voor de gemeente. Desondanks waagt men er thans het be staan der school aan en verjaagt men de kinderen van de school waar zij principieel behooren. Maar zelfs als het gelukt een onderwijzer te besparen en daarmee ook één bij het christelijk onderwijs, is dat middel om een 3 a 4000 te besparen dan noodig voor Alkmaar? Is Alkmaar zoo gesjochten? Neen, zei spr., dat is het niet. Waar voor de leerlingen van het gymnasium 270 per jaar kan worden bijgelegd, mag men om een zoo gering bedrag de openbare school niet afbreken. Mag men niet tegen het streven in de heele beschaafde wereld naar kleiner afbreken, mag men niet tegen het streven En dan is het toch ook zóó, dat de lagere school de grondslag is ook voor het gymna sium. Wordt de lagere schoal minder, dan wordt dus ook het onderwijs op het gymna sium slechter. Onlangs heeft de wethouder van finan ciën, de heer Thomsen, tegen den hoofd redacteur der Alkm. Crt. gezegd, dat d* nieuwe regeling inzake de financieele ver houding tusschen het rijk en de gemeenten tot gevolg zal hebben, dat in Alkmaar onge veer 2 ton aan belastingen minder zal behoe ven te worden opgebracht, en mag men dan nu op een wijze zooals B. en W. dat voorstel len een paar duizend gulden bezuinigen? Spr. had bij zijn komst te Alkmaar den in druk gekregen van welvaart en vond het daarom zeer terneerdrukkend, dat hij thans moest optreden cin een paar duizend gulden voor de kinderen te helpen bevechten. En dan wilde spr. nog opmerken, dat het hrir thans gaat over de openbare school, waarvoor men een onderwijzer wil uitsparen, met als gevolg dat ook het bijzonder onder wijs er één minder krijgt. Maar, zei hij, de leerlingen daarvan zijn toch ook kinderen die recht hebben op goed onderwijs; de juf frouw uit de eerste klasse mag toch ook recht laten gelden op een werkkring onder zoo goed mogelijke omstandigheden. Daarosr mag ook voor die scholen gewenscht worden, dat de voorgenomen maatregel van B. en W. niet wordt uitgevoerd. Reeds 50 jaar geleden stelde de wet een maximum van 44 leerlingen, is het dan nu zoo erg als wij vragen het handhaven van de verordening, die hoogstens 40 leerlingen per klasse voorschrijft? Spr. besloot met den wensch uit te spreken, dat de raad het gewraakte voorstel zal af wijzen, waarmee dan gehandeld zal worden in het belang van de jeugd van Alkmaar. (Daverend applaus.) De sluiting. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd: geen gebruik gemaakt. De heer Kooy sprak een woord van dank aan den heer Thijssen voor zijn rede, waarin duidelijk was uitgekomen, dat de raad door het aannemen van het voorstel het onderwijs een zwaren slag zóu toebrengen, die na jaren nog zou zijn te voelen. Spr. was overtuigd, dat deze slag niet noodig is in dezen voor Alkmaar gunstigen tijd. Den aanwezigen raadsleden verzocht spr. hun beste krachten te willen inspannen om een slag als den ge- vreesden te voorkomen. Spr. hield zich over tuigd, dat zij daartoe zullen willen meewer ken en hoopte, dat anderen hen zouden steu nen. Met dank aan de aanwezigen, dat zij een mooien zomeravond hadden willen opofferen om het belang van de jeugd te bespreken, sloot spr de bijeenkomst. nog kinderen waren en te jong om dat onheil volkomen te beseffen. En zoo was ze, alleen met haar vader, die zich nauwelijks van haar bestaan bewust scheen te zijn, opgegroeid met geen ander gezelschap dan de dienst boden, de vogels en de bloemen en een ver dwaald katje, dat ze in huis had genomen; en later met al de droomwezens, die ze vond in de boeken, die ze 's avonds op bed ver slond. Ze aanbad Dick. Hij was in haar oogen een grooter held dan al haar boekenhelden Ze dichtte hem al hun goede en geen enkele hunner slechte eigenschappen toe en gedu rende zijn vacanties sloot zij al haar boeken en kendegeen grooter genot, dan zich aan zijn leiding over te geven. Nu was het ongelooflijke gebeurd en zou hij niet meer weggaan! Hij zou altijd bij haar blijven! Het leven stond in eens op een veel hooger en heerlijker peil. Vandaag was alles zooveel beter dan gisteren. Ze keek toe, terwijl hij den ouden Barnes hielp met het afladen der bagage en ze was erg trotsch op hem, zooals hij daar slank en sterk stond, met zijn breeden rug en den uit stekenden snit van zijn toch reeds oude klee- ren. Dick van zijn kant dacht over de predi kantswoning van een heel ander oogpunt uit. Het was net slechts een soort optrekje, waar je je vacanties kwam doorbrengen, een aar dig oud huis, waar de zwaluwen je 's mor- gens wekten en de kamperfoeliegeuren met ae zonnestralen naar binnen drongen, als je jezelf nog eens omdraaide alvores op t» staan. Het was zijn huis, het uitgangs- en eindpunt van zijn toekomstige loopbaan. Loopbaan?, - 'y (Wordt yeryolgcj^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5