Alkmaarsciic Courant.
De aanslag op de Derde Gemeenteschool.
Honderd twee en dertigste Jaargang,
Ponderdag 26 Juni
•hoekje
Een protestvergadering.
FEUILLETON.
Hun beider weg.
Da wtas alles; maar in Jo haar hart \u-
Ho. 148 1930>
Vrijdag 27 Juni.
Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.)
/O.—10.15 Morgenwijding. 12.—2.— Con
cert A. V. R. O.-Kwintet. 2.05—2.45 Uitz.
voor scholen. H. v. Dijl: Eetbare vogelnestjes.
2.45—3.30 Gramofoonplaten. 3.30^-4.—
Willem Hunsche: „Zinrijke Onzin of Het Le
ven in de Lachspiegel" van Uiltje. -4.30--5.30
Gramofoonplaten. 5.30—6.45 Concert door
het Orkest van het Rembrandt-Theater te Am
sterdam. 6.30 Koersen. 6.45—7.— Gramo
foonplaten. 7.-8.— Opening Radio-Volks
universiteit door Dr. J. Th. de Visser. 8.—
Tijdsein, gramofoonpl. 8.15 Concert door het
Concertgebouw Orkest onder auspiciën van
de A. V. R. O. Solist: Frédéric Lamond,
piano. Daarna: Persber. en aansluiting van
het Cabaret „La Gaité" te Amsterdam. 12.
Sluiting.
Huizen, 1875 M. 10.30—11.— Zieken-
dienst. 11.3012.— Godsdienstig halfuurtje.
K. R. O. 12.01—12.15 K. R. O. Politieber.
12.152.K. R. O. Gramofoonpl. 4.5.
Gramofoonpl. N. C. R. V. 5.-6.30 N. C. R.
V. Concert door het Amsterd. Vocaal Kwar-
let (Mevr. W. Cantévan Amerongen. Mej.
N. Hugues. R. S. Tol en J. Stroomenbergh).
6.30-7.K. R. O. Gramofoonplaten. 7.
7.30 K. R. O. H. Baron v. Lamsweerde: „De
Film". 7.30 V. P. R. O. Persber. 7.45 V. P.
R. O. Politieberichten. 7.50 V. P. R. O. Prof.
Dr. H. T. de Graaf: Onderlinge verhouding
en samenwerking. 8.20 V. P. R. O. Concert.
8.55 V. P. R. O. Dr. H. de Vos: Elementen
eener Vrijz. Prot. wereldbeschouwing. 0.35
V. P. R. O. Concert. 10.0' V. P. R. O. Decla
matie door Jan Molenaar. 10.25 V. P. R. O.
Concert.
P^ventr^ 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 12.20 Concert. Ruth Aranjo en
Demse Durbes, 2 violen. 12.50 Orgelconcert
door L. H. Warner. V. Leslie, zangeres. 1 50
Gramofoonplaten. 2.50 Uitz. voor scholen.
3.20 Lezing. 3.50 Concert door het Sybil
Eaton Kwartet. 4.35 Orkestconcert. 4.35
5.35 Eventueel verslag van het Lawn Tennis
Tournooi te Wimbledon. 5.35 Knideruurtje.
6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Ver
slag van de Test Match Engeland
Australië. 7.Piano-recital door V. Lang-
rish. 7.20—7.40 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05
Concert. Het Gershom Parkington Kwimet.
8.35 Koorconcert. Engelsche Kerkmuziek
9.20 Nieuwsberichten. 9.45 Lezing. 10.—
Piano-recital door Myra Hess. 10.30 Derde
bedrijf van de Opera „Rigoletto" van Verdi.
10.55 Dansmuziek. 11.35—12.20 Dansmu
ziek.
Parijs „Radio-Paris", 1725 M. 12.50—
2.20 Gramofoonpl. 4.05 Orkestconcert en soli.
9.05 Concert. Piano, viool, cello en orkest.
9.50 Fragmenten uit „Le Roi d'Ys" van Lalo.
Koor, orkest en solisten.
Langenberg, 473 M. 7.25—7.50 Gramo
foonplaten. 7.50—8.50 Orkestconcert. 10.35
11.35 Gramofoonplaten. 12.30 Gramofoon
platen. 1.252.50 Concert. Orkest en cello.
5 50—6.20 Orkestconcert. 8.20—9.20 Orkest
concert. 9.20'0 40 Concert. Mannenkoor
en solisten. Daarna tot 12.20 Orkestconcert.
Kalundborg, 1153 M. 12.20—2.20 Orkest
concert. 3.20—5.20 Orkestconcert en voorle
zing. 5.20—6.50 Kinderuurtje. 8.2010 20
Yslandsche avond. Orkestconcert en tooneel.
10.5011.20 Zang en piano. 11.2512.50
Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Kamermuziek. 6.55
Gramofoonpl. 8.35 Gramofoonplaten. 8 50
Concert door het Militair Orkest.
Zeesen, 1635 M. 6.107.20 Lezingen 7.20
—7.50 Gramofoonpl. 9.50—12.20 Lezingen
12.20—1.15 Gramofoonplaten. 1.152.20
Berichten. 2.203 20 Gramofoonplaten. 3.20
—4.50 Lezingen. 4.50—5.50 Concert. 5.50—
8.20 Lezingen. 8.20 Trio-concert. Viool, viola
en cello. 9.— Lezing. 9.25 Orkestconcert.
Daarna tot 12.50 Dansmuziek.
'De gisteravond door de afdeelingen van
den Bond van Ned. Onderwijzers en Volks
onderwijs bijeengeroepen openbare protest
vergadering in de groote zaal van de Har
monie was goed bezocht, al moet worden er
kend, dat er zeker hier ter stede nog heel wat
méér voorstanders van de openbare school
zijn.
Onder de aanwezigen bevonden zich, be
halve verschillende leden van het onderwij
zend personeel, alle leden van de socialisti
sche raadsfractie, alsmede het raadslid mej
Carels en de vier verleden najaar afgetreden
soc.-dem. leden van den raad.
De heer J. J. T. K o o y, voorzitter van
de Alkmaarsche afdeeling van den B. v. N.
O., sprak het
Openingswoord.
Het is een zeer bijzondere zaak, die ons ge
noopt heeft u bijeen te roepen op dezen zo
meravond, op een tijd die voor vergaderen
allerminst geschikt is, aldus begon spr.
Het gaat om actie te voeren tegen de voor
stellen van B. en W. inzake onderwijskwes
ties die morgen in den gemeenteraad aan de
orde zullen komen. En daarom verheug ik er
mij over, dat er zoovelen zijn opgekomen.
Onze oproepen om een beweging op touw
te zetten in de weinige dagen, die nog
restten, zijn wel gesteund geworden door een
groot deel der Alkmaarsche burgerij. Wie
zijn oor te luisteren heeft gelegd, weet, dat
wat wij ondernamen aller goedkeuring weg
droeg. Wij hadden ook niet anders verwacht,
omdat het hier ging om een school die be
kend staat als een goede school, waar vele
'Alkmaarders hun eerste opleiding ontvingen,
en als die zou verdwijnen, zou dit voor velen
een zware slag zijn.
Spr. bracht dank aan de Alkm. Crt., voor
den steun, dien zij aan de actie had ver
leend.
Het gaat om het voortbestaan der school,
want dit is het wat ten grondslag ligt aan
de voorstellen van B. en W. Als aan die
school zal worden begonnen met een derde
klas, is het onmogelijk dat er ooit weer een
eerste klasse zal komen, want niemand zal
zijn kinderen sturen naar een school, die
onttakeld wordt, en andere kinderen zullen
haar nog verlaten, omdat jongere broertjes
en zusjes niet meer als leerlingen worden
aangenomen. Daarom beweren wij, dat de
3e gemeenteschool ten doode is opgeschre-
ven.
Het motief van B. en W. is bezuiniging,
dat weten we nu al drie jaren lang. Men be
zuinigt steeds en nog is het eind niet te zien.
Moet men in zijn gezin bezuinigen, dan komt
er toch ééns een eind aan. In Alkmaar niet
alzoo. In weerwil van het misschien goede
financieele beheer bezuinigt men steeds meer,
maar dan alleen op het lager onderwijs. In
een gezin bezuinigt men niet op het voedsel,
maar dat doet ons gemeentebestuur wel, als
het de uitgaven voor het lager onderwijs
steeds weer besnoeit. Dit geschiedt niet op
het hooger of het middelbaar onderwijs, uit
sluitend op het lager.
Spr. merkte op, dat er Dinsdag bij het
schoolfeest van Volksonderwijs door de on
derwijzers en geleiders iets gevoeld is wat
hen met zorg vervulde: de toekomst van het
onderwijs. De donkere lucht was het sym
bool van wat het onderwijs dreigt. Gelukkig
heeft een frissche wind Dinsdag de onweers
wolk weggejaagd. Welnu, laat ook morgen
in de raadszaal een frissche wind waaien,
die alle donkere wolken voor ons lager on
derwijs doet verdwijnen.
Spr. hoopte, dat bij het naar huis gaan al
len overtuigd zullen zijn van het nut der
actie voor het behoud der derde gemeente
school.
Rede van den heer Thijssen.
Hierna gaf spr. het woord aan den heer
T h e o J. T h ij s s e n, lid van het hoofd
bestuur van den Bond van Ned. Onderwij
zers.
Deze begon met te zeggen, dat een deel
van den avond besteed zal worden aan wat
hij „klein gemier" noemde, omdat het noodig
zal zijn met cijfers aan te geven de organi-
«atie der onderwijszaak. In een goed bestuur-
t de gemeente zou dit niet noodig zijn, want
daar zouden de voorstellen alvorens in den
raad te komen voldoende zijn besproken en
met cijfers toegelicht, zoodat het publiek vol
doende met alles op de hoogte was.
Als B. en W. een juist inzicht hadden ge
had in de beteekenis van de grootte
eener schoolklasse, zou automatisch een
voorstel als het onderhavige achterwege zijn
gebleven.
In de toelichting tot het voorstel staat een
zinnetje, om te betoogen hoeveel verschil het
zou maken of een klasse bestaat uit 36 of 40
leerlingen. Zoo'n betoog zou spr. niet kunnen
.Vrij naar het Engelsch - H. ATONSEN
I
De verweerde deur in den ouden, rood
steenen muur rondom den tuin van het predi
kantshuis werd haastig geopend. Een meisje
kwam er door heen, sloeg de deur met een
smak achter zich dicht, keek op haar pols
horloge, uitte een lichten kreet en liep op een
drafje de laan tusschen de vervallen huisjes
door.
Ze had geen hoed op het bruine, kort ge
knipte haar, dat om haar ooren woei Gelaat
en handen waren door de zon gebruind.
Ofschoon minstens twintig, holde ze als een
kwajongen, vloog door het tuinhek aan het
einde der laan het korenveld in en volgde het
smalle voetpad tusschen de halmen door.
Voor haar uit, aan de andere zijde van de
heg in de verte, was de hoofdweg, die naar
het station voerde. Dwars door de korenvel
den liep nog wel een korter weggetje, maar
ook daarlangs was he station nog wel twee
mijlen ver en kon ze den trein onmogelijK
halen. Wat vervelend, dat ze nu toch zoo
laat was! Ze versnelde haar draf, maar ovei
de heg heen zag ze den stalhouder van het
dorp al boven op den bok van zijn ramme
lende vigelante. Het rijtuig was beladen met
een massa bagage en door het openstaande
portiersraampje klonken de tonen eener
mandoline. Het meisje wuifde met haar zak
doek en riep zoo hard ze maar kon:
Hé. Barnes! Ho! Stool Stop! H O o o.
De oude man schrok op, keek om, zag het
meisje en begon te grinneken van pret, terwijl
hij zijn magere vosmerrie inhield.
Morgen, juffrouw 'donk zijn lijzige
stem. Ja hoor ik heb 'm hier!
Het rijtuig hield stil, het meisje kroop door
de heg, de mandoline zweeg en een vroolijke
stem vroeg luid:
Wat is er aan de hand, Barnes? Moet
die ouwe knol van jou soms wat haver heb
ben, eer hij verder kan loopen?
Bedaard nou, Dick! Ik ben 't!
Haar rok bleef haken aan een meidoorn
stuk.
Een stroohoed, een gezicht en een boord en
een das werden door het portier zichtbaar en
er klonk een schreeuw, die het oude paard
zoo deed schrikken, dat het den koetsier bijna
van den bok trok.
Toe! Sta dan stil! riep Dick. Remmen
man!
Het portier vloog open en een paar lange
beenen kwamen er uit. Het meisje, bijna
totaal buiten adem, werkte zich los uit de
doornen en werd een oogenblik later vastge
drukt tegen een ruige jas, die naar tabak
rook.
Mooi zoo, kind! riep Dick. Ik dacht
wel, dat je ergens in de buurt zou zijn!
Ik kon niet meer op tijd aan het station
zijn, en daarom ben ik dwars door het veld
gegaan, om je ergens op te pikken. O, Dick,
wat ben ik blij, dat ik je weer zie!
Van t' zelfde! zei Dick. Kom er in, Jo.
Laten we maar weer in dien rammelkast
klimmen, dan zal ik je alles vertellen.
Hij hielp zijn zuster in het rijtuig en op
kijkend naar Barnes, vroeg hij grijnslachend:
Denk je, dat je rossinant ons beiden zou kun
nen trekken?
leveren.
Als er 30 leerlingen zijn en er komt één
bij, zal spr. geneigd zijn te zeggen, dat het
nog wel goed zal gaan met het onderwijs,
enz. Eén zoo'n leerling zal het 'em niet doen.
Zoo zou men kunnen doorgaan tot in het
oneindige. Maar zoo ligt het probleem niet,
het is de vraag van een groote of een be
hoorlijk bezette kiasse. Overal zien we, in
allerlei landen, dat de wettelijk toelaatbare
aantallen leerlingen steedis kleiner worden
gesteld, dat de klassen steeds kleiner wor
den. In de internationale onderwijzerswereld
is aangenomen als het beste, dat een klasse
zal bestaan uit 24 tot 30 leerlingen, de eerste
klasse zoo mogelijk nog iets kleiner.
Als een onderwijzer het schriftelijk werk
der leerlingen moet corrigeeren, maakt hel
wel verschil of er 30 of 50 zijn. Echter is dat
niet het zwaarste punt, maar wel de lust
waarmee men aan het werk blijft. Na het
dertigste schrift zal de lust van den onder
wijzer geringer worden, het volgende tiental
van de eensluidende opgaven zal hij met
veel minder lust nalezen. Aan de eerste dertig
is voldoende te zien, welke vruchten de les
heeft gehad. Bovendien is de beste correctie
in de klas, als de leerlingen er zelf bij zijn,
maar dit is onmogelijk als er zoo veel leerlin
gen zijn.
Na de correctie besprak de heer Thijssen
het geven van „beurten" aan de leerlingen.
Bij een groote klasse zal het meermalen voor
komen, dat een leerling zich beklaagt geen
„beurt" te hebben gehad, zijn les „tevergeefs
te hebben geleerd". Ook daarom is het dus
gewenscht een kleinere klas te hebben.
Het hoofdelijk onderricht en het geven van
persoonlijke wenken zal in den knel komen
bij een groote klasse. De onderwijzer kan
niet voldoende nagaan of zijn wenken en
lessen zijn begrepen en opgevolgd.
Verschillende ondeugden in de klasse
babbelen e. d. kunnen niet voldoende
worden bestreden, de aanleiding ertoe kan
niet worden nagegaan, er moet heil worden
gezocht in algemeene maatregelen, die in-
tusschen weer onrechtvaardigheid kunnen
wekken. Noodig is, dat de onderwijzer al zijn
leerlingen kent, al hun omstandigheden weet
en met al hun eigenaardigheden op de hoog
te is. En dit alles nu is slechts mogelijk als
de klasse niet te groot is. Spr. had dit als jong
onderwijzer zelf ondervonden in Amsterdam,
dat toen nog zoo iets als „Alkmaarsch"
was. (Gelach).
Uit eigen ervaring toonde spr. aan. dat
het niet mogelijk is in een groote klasse goed
onderwijs te geven en toch alle kinderen in
•het oog te houden en de orde te bewaren
Een kleine klasse kan „menschelijker'' worden
gehanteerd. Dit is speciaal het geval bij een
eerste klasse en dit schijnt men in Alkmaar
niet te beseffen. Men schijnt niet te begrijpen
hoeveel indruk het maakt hoe de juffrouw de
jonge kinderen ontvangt in de voor hen zoo
nieuwe omgeving. Voor een eerste klasse is
het zoo noodig, dat zij niet te groot is om
dat 'het er voor de kinderen zoo zeer op aan
komt, dat de geest, die er heerscht, een pret
tige is. Is de klasse te groot, dan kweekt men
een zure schoolmeesteres in plaats van een
goede onderwijzeres.
Dank zij het streven naar kleinere klassen is
de geest in de school heel anders geworden
in de laatste halve eeuw.
Een gemeentebestuur, dat zijn taak vol
doende begrijpt, zal streven naar kleine
klassen, totdat een behoorlijk aantal leerlin
gen is bereikt. In Alkmaar is dit nog niet
zoo. Ondanks de weigering op het stadhuis
van mededeelingen over de bezetting der
klassen waren toch voldoende gegevens
dienaangaande verkregen en het bleek, dat er
nog zijn van 42 leerlingen.. Het streven moet
zijn het aantal naar beneden te voeren.
Onlogisch noemde spr. het van den burge
meester dat hij verleden jaar had gezegd
„Wat willen jullie toch? Toen er meer leerlin
gen kwamen, heb ik gezorgd voor meer scho
len, nu er minder kinderen zijn, kunnen er dus
ook minder onderwijzers zijn".
Spr. wilde in zoo'n geval de klassen kleiner
maken en noemde als voorbeeld Oostenrijk,
waar men na den oorlog, toen er groote ga
pingen in de klassen waren gekomen, geen
onderwijzers aan den dijk zette, maar de klas
sen kleiner maakte. Ook in Duitschland deed
men dit, in het besef, dat het in het belang
van de ontwikkeling van een volk is als er niet
te veel kinderen in eén klasse zitten. In Saksen
heeft men geen enkele school met meer dan 30
leerlingen per klasse, het gemiddelde is er
ruim 28.
Verleden jaar heeft de burgemeester van
Alkmaar gezegd, dat hij zou zorgen dat hier
ter stede de boventallige onderwijzers zoo
spoedig mogelijk zouden verdwijnen. Spr.
noemde dit een gevaarlijke uitlating, boven
dien practisch niet uit te voeren, omdat er
De oude man wiegde het hoofd heen en
weer, liet een rij gebroken gele tanden zien
en grinnikte. Dick steeg in en sloeg het por
tier dicht. Hij ging op z'n dooie gemak zit
ten, legde zijn beenen op de zitting tegenover
hem en stak zijn arm. door dien van het
meisje.
En begon hij op plechtigen toon.
En, juffrouw Joyce Ardley-Manners, bent u
er zich wel van bewust, dat u zooeven aan
een groot gevaar ontsnapt bent?
Joyce keek hem het groote oogen aan.
Is het erg tragisch?
Nou, hoe zou je het anders noemen, als
je me nu eens niet getroffen had? Je hebt
me nog geen enkele vacantie niet afgehaald,
en nu bij de gewichtige gelegenheid, dat
ik voor goed terugkom nu lukt het je
slechts na een wanhopige worsteling met een
meidoorn. Maar je ziet er overigens uitste
kend en flink verbrand uit, Jo. Heb je je nog
al geamuseerd?
Joyce haalde de schouders op.
Het komt er minder op aan, wat ik ge
daan heb. Jij komt nu thuis en dat maakt
den toestand zoo heelemaal anders. Och,
Dick, ik heb de dagen op mijn kalender aan
gestreept en ik heb den heelen morgen, na
dat ik het telegram ontvangen had, dat je
met dezen trein kwam, als een dolle heen en
weer gerend.
Dick drukte haar arm tegen zich aan. Ze
was toch een fijne meid! Hij drukte zijn hoofd
met een zekere verlegenheid van haar, omdat
hij iets wou zeggen, dat heel diep uit zijn
hart kwam. En dan kijken broers en zusters
elkaar gewoonlijk niet aan.
Jo, zei hij, je bent'n 'n fijne
meid.
vaak moeilijkheden komen over de plaats van
een school met als gevolg overbevolking van
een andere, enz. Maar bovendien geldt het
door het rijk aangegeven aantal slechts de
algemeene gevallen voor normale klassen.
Spr. stelde vast, dal de autonomie der ge
meenten toestaat dat er meer onderwijzers
worden aangesteld dan het rijk aangeeft.
Spr zou willen streven naar verlaging
van de door het rijk vastgestelde aantallen
leerlingen per onderwijzer. In het laatste 10-
tal jaren zijn die aanmerkelijk verhoogd.
In Alkmaar zijn voer de school aan den
Koningsweg 20 leerlingen aangegeven, maar
het gemeentebestuur wil die niet aannemen,
ornaat het daar geen ec.ste klasse wil. In to
taal werden voor de verschillende openbare
scholen hier ter stede aangegeven 283 leer
lingen, wat voor negen eerste klassen gemid
deld 31 per klasse zou worden. Dit aantal
noemde spr. al gre ot genoeg voor één onder
wijzeres, die haar werk met lust en ijver wil
doen. Maar neen, B en W. willen slechts acht
eerste klassen en maken dus klassen van 36
leerlingen. Dit gaat lijnrecht in tegen de
heerschende strooming, die leidt naar kleine
klassen en daarmee is het optreden van B. en
W. al veroordeeld
In Alkmaar past men nog een mooi middel
tje toe, aan de hand gedaan door het verdee-
len der scholen in eind- en opleidingsscholen
met resp. zeven- of 6-jarige opleiding. Spr.
voor zich zou liever voor zijn kinderen de
zevenjarige opleiding voor de H.B.S. of een
andere school hebben dan de zesjarige, want
de Alkmaarsche zevenjarige scholen leiden
evenzeer als de andere op voor verdere studie.
Voor de opleidingsscholen waren 64 leerlin
gen aangegeven en nu willen B. en \V. nog
32 ouders overhalen hunne kinderen voor
zoo'n school te bestemmen, dus tegen den
eerst uitgesproken uitdrukkelijken wil dier
ouders in. De eerste klassen zuilen daardoor
in die scholen 36 leerlingen krijgen, wat voor
een school die in zes jaren wil opleiden, veel
teveel is.
Spr. constateerde, dat hier ter stede de
animo voor de opleidingsscholen vermindert,
de aangifte ervoor is geringer dan verleden
jaar, terwijl voor de zoogenaamde eindscho-
Ien eenige leerlingen meer werden aangege
ven. En nu willen B. en W. 32 van deze kin
deren naar de opleidingsscholen doen gaan,
tegen het verlangen der ouders.
In de toelichting tot het voorstel van B. en
B. (van de onderwijs-commissie, die verleden
jaar voor de opheffing van de eerste klasse
der 3e Gemeenteschool was, maar nu er te
gen), vond spr. een eigenaardigen zin, n.1.,
dat de verordening verbiedt meer dan 40 leer
lingen in één klasse te zetten. En desondanks
zijn er hier nog eenige klassen met 42 leer
lingen, merkte spr. op.
Maar, zeggen B. en W., dat aangegeven
maximum is slechts richtsnoer en beteekent
dat de leerlingen zooveel mogelijk over ver
schillende scholen moeten worden verdeeld
om dat aantal te bereiken.
Men zou indien men minder dan 40
leerlingen wilde dat cijfer moeten verla
gen.
Spr. merkte op, dat, om niet boven 40 leer
lingen te komen, met minder moet worden be
gonnen, omdat juist de middenklassen eener
school de meeste leerlingen hebben vanwege
de zittenblijvers.
De derde gemeenteschool is de eenige open
bare school in het noordelijk deel van Alk
maar. Verleden jaar waren er 14 leerlingen
voor aangegeven, maar een eerste klas werd
niet gevormd, waardoor de school 'n gewel
dige klap kreeg. En thans hebben 20 ouders
hunne kinderen voor diezelfde school aan
gegeven, wat voor een voorzichtig stadsbe
stuur aanleiding zou moeten zijn de school te
herstellen. Maar in tegenstelling hiermee
willen B. en W. ook nu weer geen eerste klas
se en dit zal tot gevolg hebben, dat kinderen,
voor wie principieel de openbare school werd
verlangd, naar de christelijke school in die
zelfde buurt zullen worden gezonden, om
dat de ouders er tegen op zien kleintjes langs
drukke straten naar veel verder gelegen scho
len te laten gaan. De groei van de christe
lijke school kan toegejuicht worden, mits
hij het gevolg is van normale leerlingen-toe-
name, maar hij mag niet een maatregel van
het stadsbestuur tot oorzaak hebben.
Het gevolg van de aanneming der voorstel
len van B. en W. zal zijn, dat de ouders de
volgende jaren hunne kinderen niet meer
voor de school aan den Koningsweg aange
ven, omdat de school naar hunne meening
bezig is te verdwijnen, waarmee het noorde
lijk deel van Alkmaar wordt beroofd van
zijn openbare school. Dit zal op den duur
geen stand kunnen houden. Na verloop van
een paar jaren zal de behoefte aan een school
in die buurt onafwijsbaar blijken en dan zal
men opnieuw er een moeten inrichten en
belde iets van blijdschap. Ze begreep hem.
En gedurende eenigen tijd bestond hun heele
gesprek hierin, dat ze ieder aan hun kant uit
het portierraampje staarden. Het was een
dier wondere oogenblikken, die de mensch
doorleeft op de vreemdste en onmogelijkste
plaatsen, waarop het leven schijnt stil te
staan, om te luisteren naar wat het hart te
zeggen heeft; en jaren later kan het wezen,
dat een geluid of een geur onze zintuigen
treft, misschien ergens in een anders wereld
deel, en tijd en ruimte doet wegvallen, om
ons op dat ééne oogenblik te doen herleven.
Het oude paard bleef staan voor de deur
van het predikantshuis.
Dick was thuis voor goed thuis.
Die gedachte voor goed thuis trof
hem diep op het oogenblik, dat hij uit het
rijtuig stapte en in den helderen zonneschijn
voor het huis stond.
Deze vier steenen muren zouden zijn wo
ning zijn, totdat ja, tot wanneer? De toe
komst scheen nog zoover af. Er was nog zoo
weinig van te zeggen. Als een blank vel
papier lag het leven voor hem. Er stond nog
zelfs geen schets op. Hij wendde zich om en
gaf Joyce de hand met een glimlachje.
Weet je, wat ik zoo juist dacht? zei
hij. Dat het wel iets weg heeft van een mijl
paal. Om benauwd van te worden. Ik ben
benieuwd, wat ik het eerste zal aanpakken?
Ja, ik ook, antwoordde Joyce.
Het was een heel bijzondere dag voor
haar. Bijna heel haar leven, voor zoover ze
zich kon herinneren, was ze alleen geweest,
met uitzondering van de korte tusschenpoo-
zen dat Dick op vacantie kwam, eerst van
school, daarna van Oxford. De zorg voor het
huishouden was al vroeg op haar schouders
gelegd door den dood harer moeder, toen ze
daarom zou het streven naar opheffing thans
ieder zal dit beamen een verkeerde fi
nancieele politiek zijn.
Men wil een onderwijzer uitsparen, wat
misschien 1800 zou schelen, maar men
moet bedenken, dat er slechts weinige leer
lingen meer behoeven te vertrekken, of die
zelfde school zal toch nog een boventallige
leerkracht moeten hebben (in verband met
het dan nog overblijvende aantal leerlingen,
waarvoor onderwijzers door het rijk worden
vergoed).
De zesde gemeenteschool had men een
paar leerlingen minder kunnen geven en dan
had zij nog evenveel onderwijzers van rijks
wege vergoed gekregen. Met de Lindenschool
en de tweede gemeenteschool was het even
zoo. Men had dan geen klassen van omtrent
40 leerlingen behoeven te hebben en dan was
tevens bereikt dat de derde gemeenteschool
niet zoo gevaarlijk stond. Immers met haar
209 leerlingen loopt zij groot gevaar dat 211
als gemiddelde niet behouden kan blijven,
wat een vermindering der rijksuitkeering tot
gevolg heeft.
Door overleg met menschen uit de onder
wijswereld had men verleden jaar reeds kun
nen voorkomen, dat de eerste klasse der 3e
gemeenteschool werd opgeheven zonder dat
het duurder werd voor de gemeente.
Desondanks waagt men er thans het be
staan der school aan en verjaagt men de
kinderen van de school waar zij principieel
behooren.
Maar zelfs als het gelukt een onderwijzer
te besparen en daarmee ook één bij het
christelijk onderwijs, is dat middel om een
3 a 4000 te besparen dan noodig voor
Alkmaar? Is Alkmaar zoo gesjochten?
Neen, zei spr., dat is het niet. Waar voor de
leerlingen van het gymnasium 270 per
jaar kan worden bijgelegd, mag men om een
zoo gering bedrag de openbare school niet
afbreken. Mag men niet tegen het streven
in de heele beschaafde wereld naar kleiner
afbreken, mag men niet tegen het streven
En dan is het toch ook zóó, dat de lagere
school de grondslag is ook voor het gymna
sium. Wordt de lagere schoal minder, dan
wordt dus ook het onderwijs op het gymna
sium slechter.
Onlangs heeft de wethouder van finan
ciën, de heer Thomsen, tegen den hoofd
redacteur der Alkm. Crt. gezegd, dat d*
nieuwe regeling inzake de financieele ver
houding tusschen het rijk en de gemeenten
tot gevolg zal hebben, dat in Alkmaar onge
veer 2 ton aan belastingen minder zal behoe
ven te worden opgebracht, en mag men dan
nu op een wijze zooals B. en W. dat voorstel
len een paar duizend gulden bezuinigen?
Spr. had bij zijn komst te Alkmaar den in
druk gekregen van welvaart en vond het
daarom zeer terneerdrukkend, dat hij thans
moest optreden cin een paar duizend gulden
voor de kinderen te helpen bevechten.
En dan wilde spr. nog opmerken, dat het
hrir thans gaat over de openbare school,
waarvoor men een onderwijzer wil uitsparen,
met als gevolg dat ook het bijzonder onder
wijs er één minder krijgt. Maar, zei hij, de
leerlingen daarvan zijn toch ook kinderen
die recht hebben op goed onderwijs; de juf
frouw uit de eerste klasse mag toch ook recht
laten gelden op een werkkring onder zoo
goed mogelijke omstandigheden. Daarosr
mag ook voor die scholen gewenscht worden,
dat de voorgenomen maatregel van B. en W.
niet wordt uitgevoerd.
Reeds 50 jaar geleden stelde de wet een
maximum van 44 leerlingen, is het dan nu
zoo erg als wij vragen het handhaven van
de verordening, die hoogstens 40 leerlingen
per klasse voorschrijft?
Spr. besloot met den wensch uit te spreken,
dat de raad het gewraakte voorstel zal af
wijzen, waarmee dan gehandeld zal worden
in het belang van de jeugd van Alkmaar.
(Daverend applaus.)
De sluiting.
Van de gelegenheid tot het stellen van
vragen werd: geen gebruik gemaakt.
De heer Kooy sprak een woord van dank
aan den heer Thijssen voor zijn rede, waarin
duidelijk was uitgekomen, dat de raad door
het aannemen van het voorstel het onderwijs
een zwaren slag zóu toebrengen, die na jaren
nog zou zijn te voelen. Spr. was overtuigd,
dat deze slag niet noodig is in dezen voor
Alkmaar gunstigen tijd. Den aanwezigen
raadsleden verzocht spr. hun beste krachten
te willen inspannen om een slag als den ge-
vreesden te voorkomen. Spr. hield zich over
tuigd, dat zij daartoe zullen willen meewer
ken en hoopte, dat anderen hen zouden steu
nen.
Met dank aan de aanwezigen, dat zij een
mooien zomeravond hadden willen opofferen
om het belang van de jeugd te bespreken,
sloot spr de bijeenkomst.
nog kinderen waren en te jong om dat onheil
volkomen te beseffen. En zoo was ze, alleen
met haar vader, die zich nauwelijks van haar
bestaan bewust scheen te zijn, opgegroeid
met geen ander gezelschap dan de dienst
boden, de vogels en de bloemen en een ver
dwaald katje, dat ze in huis had genomen;
en later met al de droomwezens, die ze vond
in de boeken, die ze 's avonds op bed ver
slond.
Ze aanbad Dick. Hij was in haar oogen
een grooter held dan al haar boekenhelden
Ze dichtte hem al hun goede en geen enkele
hunner slechte eigenschappen toe en gedu
rende zijn vacanties sloot zij al haar boeken
en kendegeen grooter genot, dan zich aan
zijn leiding over te geven.
Nu was het ongelooflijke gebeurd en zou
hij niet meer weggaan! Hij zou altijd bij
haar blijven! Het leven stond in eens op een
veel hooger en heerlijker peil. Vandaag was
alles zooveel beter dan gisteren.
Ze keek toe, terwijl hij den ouden Barnes
hielp met het afladen der bagage en ze was
erg trotsch op hem, zooals hij daar slank en
sterk stond, met zijn breeden rug en den uit
stekenden snit van zijn toch reeds oude klee-
ren.
Dick van zijn kant dacht over de predi
kantswoning van een heel ander oogpunt uit.
Het was net slechts een soort optrekje, waar
je je vacanties kwam doorbrengen, een aar
dig oud huis, waar de zwaluwen je 's mor-
gens wekten en de kamperfoeliegeuren met
ae zonnestralen naar binnen drongen, als je
jezelf nog eens omdraaide alvores op t»
staan. Het was zijn huis, het uitgangs- en
eindpunt van zijn toekomstige loopbaan.
Loopbaan?, -
'y (Wordt yeryolgcj^