mm mm wéwë n f W pjrf f VOORKOMT TANDBEDERF en poetst 's morgens en 's-avonds met N8VA TANDPASTA -75 ets per >/i tube, <Z5clsp;'A tube. 18. /JËÉ iÉti Indië in ons midden. HOOG EN LAAG WATER TE IN ZOMERTIJD. BERGEN AAN ZEE Juni. EGMOND AAN ZEE Juli. !»r.4V«STUHi;\ VAN EEN VERKEERSAGENT JE. noodzakelijk middel tot snelvervoer. En arom dienen wij ons, in dezen tijd, die nu imaal op snelheid ingesteld is, aan de wet- 1 van het snelverkeer te onderwerpen, hoe^ aangenaam dit vaak ook is. Wij zegenen n kleermaker, die ons nog juist bijtijds ons geperst reiscostuum thuis bezorgt; en den k, die ons met een warmen schotel redt uit verlegenheid, door onverwachte eet-gasten rokkend. Ook de bestel-auto's behooren tot reddingsbrigade des dagelijkschen levens. 1 daarom past het ons niet te mopperen ivendien is het dom om zich te verzetten zen de ontwikkeling van den tijd. Doch laat ons, na deze algemeene beschou- ngen, tot zakelijke punten terugkeeren. Waar gij de voeten zet, Daar wassen leliën en geuren, ng 'Joost van den Vondel. Neen, zegt de verkeerspolitie. Dat mag in in Vondel's tijd zoo geweest zijn, nu is t anders. Waar gij de voeten zet daar den wielrijders en auto's. Dus, terwille van v eigen veiligheid: opgepast! De Parijsche overheid heeft eenlgen tijd deden aan voetgangers verboden zonder >odzaak op den rijweg te loopen of te staan, et wel: „zonder noodzaak". De straat mag leen gekruist worden op daarvoor aange- ezen plaatsen en het moet altijd geschieden rechte lijn, dus langs den kortsten weg. Iets dergelijks wordt thans ook in Amster- am ingevoerd. Met ropde verf is hier en aar op het asphalt aangegeven: „hier over- eken" b.v. tegenover den hoofdingang an het Vondelpark op de Stadhouderskade - en op deze wijze wil men trachten ook den jetganger onder het verkeersreglement te rengen. Het is misschien niet prettig, maar et is alleszins Wllijk, want tenslotte is ook e voetganger een verkeersfactor. En hij eeft, door zijn gedachteloos optreden reeds lenig ongeluk aan anderen veroorzaakt. Behalve de vaste oversteek-plaatsen wor- en thans nieuwe vluchtheuvels aangebracht, veral waar het maar eenigszins mogelijk is, :n einde den wandelaar, die de straat kru'- >n moet, steunpunten te geven. Hij behoeft an van trottoir tot eersten vluchtheuvel (echts rekening te houden met het verkeer ap links. Tusschen eersten en tweeden luchtheuvel heeft hij1 slechts rekening te ouden met de trams; tusschen tweeden luchtheuvel en trottoir slechts met het ver eer dat van rechts komt. Door telkens even e wachten en zijn kans te rechter tijd waar nemen, komt hij veilig over de straat. De 'andelaar, die van goeden wille is en een •einig oordeelkundig te werk gaat kan op ;eze wijze even rustig en veilig door de oofdstad wandelen als door de lanen van en wandelpark. De meeste voetgangers voe- en zich echter nog koning van de straat en nopen maar raak, met souvereine onverschil- igheid voor het doodsgevaar, waaraan zij ichzelf en vooral anderen blootstellen Vlet reglementeeren is hiertegen echter moei- ijk te waken. Men kan niet iederen wande- aar, die tegen de wetten van den weg zon- ligt, bekeuren en men kan het alleen doen üs hij schuld heeft aan een ernstig ongeval. Dan is het echter reeds te laat en in den regel s de sdhuldige al in de menigte, die na het ingeval toesnelt, verloren geraakt. Voorloo- iig is de leus van de verkeerspolitie: „opvoe- ien en waarschuwen". En dan maar hopen, fat de voetgangers geleidelijk door schade en schande en door de stem van hun geweten ot inkeer zullen komen. De intensiviteit van iet verkeer zal wel tot gevolg hebben, dat de vandelaars zich moeten schikken naar de omstandigheden, willen zij niet zelfmoord olegen. Ik herinner mij een plaatje uit Punch". Een heer staat met één voet tegen den trottoirband en vraagt aan een agent: „Kunt u mij ook zeggen hoe ik naar het Victoria-Ziekenhuis kan komen?" En de agent antwoordt: „Blijft u nog éven zoo ïtaan, en u wordt er per ziekenauto heen ge bracht!" Zoo erg is het bij ons nog niet, maar het kan komen..In het laatste kwartaal van het vorige jaar werden te Londen 407 menschen in het verkeer gedood en 14.111 min of meer ernstig gewond. Die cijfers zijn voor Am sterdam in hetzelfde tijdperk: 11 en 1842. Maar het is toch meer dan genoeg. Rijwielen en tram hadden tezamen aan 1237, perso nen-auto's aan 1096 gevallen schuld. De slachtoffers behooren echter voor een groot deel onder de categorieën der schuldigen. Dat de voetganger dus beschermd moet worden ligt voor de hand. Maar men kan hem niet'beschermen door het snelverkeer te stuiten en de trekschuit weer in gebruik ie nemen. Men kan hem pas behoorlijk beschut ten door hem in alle opzichten wat men noemt weg-wijs te maken en hem te leeren zich bij de eischen van het moderne stadsver keer aan te passen. Hieraan wordt door de verkeerspolitie met ernst en aandacht ge werkt. Amsterdam, Juni '30. EMERGO. Schaakrubriek Deze partij, een Aljechine-verdediging, tverd gespeeld van Dec. '26 tot Sept. '28 als correspondentiepartij. Schwarz (wit). F. Herzog (zwart), il. e4 Pf6 2. e5 Pd5 3. c4 Pb6 4. c5 Pd5 Dit strijdt met alle 'U'ondtheorie: het paard heeft hier 4 maal gespeeld. Doch zwart speelt met op zet zoo. Onbestreden laat hij wit 't centrum, met de bedoeling 't straks aan te tasten. Inderdaad is met deze opening meermalen aangetoond, dat wil geen voordeel behalen kan, *t geen niet weg neemt dat wit zijn stukken beter ont wikkelen kan dan zwart. 5 Pc3 e6 6. Lc4 Lc4. De zwartspeler noemt deze zet interessant om het pionoffer waarmee hij meermalen successen ge boekt heeft 6. 7. 8. 9. Lf4 9. 10. 11. Ld3 Pc3 Anders wint wit zijn pion terug. B.v. 7Lcó 7. Pdó edó 8. Ld5. cic3 Leo Dg4 Kf8. Na 80—0 wint wit met Lh6 de kwaliteit. En na 8volgt li4 en hó; de zwarte koningsv.eugel wordt vernield. Met de bedoeliug over de open d-lijn den noodigen druk op de zwartestelling uit te oefenen. dó 0—00 Pd7 Zwart gaat nu natuur lijk een aanval beginnen op d9 witte rochadestel- ling. Schwarz zelf vond 10. Tdl (dus zonder lange rochade 't best. Le7 (L12 en 12. Ph3 is slecht voor zwart. co (dreigt Tg3) hó Daó Da4 bó f6 Pf6 Kf7 b4 Dd7 Deze zet dekt indirect veld g7 22. Dg6f Kg8 beter dan Kf8 waarop zou kunnen volgen: 23. Lf6 Lf6 24. Tf6 gf6 25. Df6 Kg8 26. Td3 Th7 27. Tg3 Tg7 De zwarte stelling niet rooskleurig 12. 13. 13. 14. 15. 16. 17. 19. 20. 21. h4 Th3 De'i Lbl, De3 Lgó ef6 Pe2 Tf3 Dd3 23. Pf4 23. 24. Tc3 25. Tel 26. TCe3 27. Tb3 28. Lc2 29. Pd3 30. Pcó! 30. 31. Pd3 32. ab3 32. 33. Lf6 34. Lc3! 35. bc3 36. Peó 36. 37. Pd7 38. Kbl 39. b4! 40. Pcó 28. Lg6 ziet er uit. Nu faalt 23 Lf6 Lf6 24. Tf6 op Th6 bc3 Tb8 Tb6 Dbó Dc4 Lf8 Da6 Noodzakelijk want er dreigt Peó Zwart kan wegens mat op g7 het paard niet nemen. Daó Tb3 alles is keurig gedekt. Ld7 Th6 Dc3 Tg6 Zoo ziet men 't fijne van den 34en zet. Tg2 't Kost immer een stuk. La3 Kfl Na Tf2 wint 30. Lg6. Tf2 Lb4 Er dreigde Te6 en Lg6 41. cb4 Tf4 42. Te6! Tb4f 43. Ka2 Tg4 44. KbZ aó 45. Lb3 Th4 46. Ldó Td4 47. Lb3 Tb4 48. Kc3 gó 49. Tb6f Zwart geeft op. Er kan nog volgen 49Ke7. 50. Tb4 ab4 51. KM. en zwart weerhoudt met L. en P. de pionnen, verorbert ze en wint dan 't eindspel. Een door beiden goed gespeelde partij. Oplossing probleem 291. 1. Dg2 Tdó 2. Pd4 mat. 1. Kbó 2. Pd4 mat. 1-Kdó 2. Pgó mat enz. Oplossing probleem 292. 1. Dd4 clDf 2. Pel mat. 1. clP 2. Db2 mat. 1-Pcó 2.. Db4 mat. Oplossing eindspel no. 369. 1. Lc2 (dreigt 2. Lfó mat). 1Tf3 2. Lb3 (dreigt 2. Ldó mat) 2Tfó 3. La4 (driegt 2. Ld7 mat) 3. f6 4. Te7 mat. Probleem 293. (C. G. Gavrilow). d fg h abc Tweezet. Eindspel no. 365. Sackmann. a b c d e f Wit speelt en wint. Dami*ubt*iek Aan de Dammers I In de vorige rubriek gaven wij ter op lossing probleem 1126 (van C. Th. Hui- zer). Nieuwe speelwijze. Stand. Zw. 7 sch. op: 8, 9, 15, 20, 21, 27, 31 en twee dammen od 12 en 35- W. 5 sch. op: 19, 23, 28, 32, 34 en twee dammen op 29 en 38. Oplossing. 1. 28—22 1. 27 18 of 35 13 2. 32—28 2. 35 13 of 27 18 3. 34—30 3. 13 35 4. 38—33 4. 35 32 (horizon taal) 5. 28 17 5. 12 naar 26 en horizontaal naar 30. 6. 23 34 en wint op tempo. Uit de partij. De volgende stand is gespeeld door den heer Kleute. Zw. 8 sch. op: 4, 6, 9, 11, 13, 18, 26, 36. W. 9 sch. op: 15, 22, 27, 28, 33, 38, 39, 40, 47. Het spel verliep als volgt: Zwart aan zet: 11. 2631 2. 38—32! 2. 11—17? 3. 22:11 3. 6:17 4. 40—34 4. 31 22 5. 34—29 5. 9—14 6. 39—34 (28—23 kan niet wegens 36—41) 6. 13—19 (op 14—19 speelt wit 3430, zw. 49 gedw. en wit 1510). 7. 34—30 7. 4— 9 8. 47—41 8. 36:47 9. 29—24 9. 47:20 10. 15: 4 10. 22:33 11. 4 6! Aardig is het volgende stukje uit het Damspel. W, WA JM.\iÊ\,M. SR Zw. 8 sch. op: 2, 7, 8, 12,17, 22, 23. W. 8 sch. op: 16, 21, 26, 28, 32, 38, 42, 43. Zwart heeft blijkbaar als laatsten zet 18—22 gespeeld. Wit volgt met 18—11 (zw. 7 21?) 32 21 (zw. 22 33). 38 7 (zw. 2 11) en 21 3. Ter oplossing voor deze week: Probleem 1127 van P. Sonier (Fr.) HH Zw. 13 sch. op: 6, 8/13, 16/19, 21, 25. W. 13 sch. op: 24, 26, 27, 28, 31/34, 39, 41, 42, 46, 49. Wit doet een fraaien damslag. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Het Asphalt van Boeton en de waardeering op de Beurs. Ten Zuiden van Zuidoost Celebes ligt het eiland Boeton, dat met nog een aantal an dere eilanden o.a. Moena, benevens een ge deelte van het zuidoostelijke schiereiland van Celebes het sultanaat Boeton vormt. Zoover de heugenis strekt, is het nooit belangrijk ge weest en er werd nooit veel omtrent het eilanden-sultanaat vernomen, tenzij het be scherming behoefde tegen de veroverings- en roofzucht van naburige inlandsche rijken als Ternate, Gowa, Boni, een bescherming die oudtijds de O.I.C. wel heeft verleend en later, afdoende, het N.I. gouvernement. Men kan zich niet licht een armer volk op een armer bodem voorstellen dan Boeton vertoont. Er zijn tal van omstandigheden werkzaam geweest om de armoede nog aan te scherpen. Het spreekt van zelf, dat ons bestuur in een dergelijke streek wel toeziet of er eenige wending is te geven, waardoor ver betering kan komen in het sloom en armelijk bestaan van de bevolking. Het bestuur heeft er dan ook jaren geleden de eerste voor waarde vervuld voor een verbetering door namelijk de orde te verzekeren en wille keurige handelingen van inlandschen adel te voorkomen. Op die wijze werd de mogelijkheid ge vestigd dat de bevolking niet slechts zou ter hand nemen wat noodzakelijk is voor eigen voeding, doch daarenboven zou arbeiden tot eenige verhooging van den levensstandaard. Maar met dat laatste vlotte het geenszins, want het volk van Boeton ziet geen heil in bizondere inspanning. Het verdraagt zijn karig bestaan met gelatenheid en gemak. Uit dien troosteloozen toestand vloeit voort, dat Boeton ook in het verkeer met de eilanden van onzen archipel, ja zelfs met na burige handelscentra zeer naburig is Makassar een verkeer heeft van weinig be- teekenis. Wat moeten vaartuigen er halen? Aan een slappen uitvoer schaart 2ich natuur lijk een slappe invoer en men mist bij Boeton dan ook, zoodra er een schip komt van de Kon. Paketv. M., die tijdelijke drukte en op gewektheid, die elders het gewone en aardige verschijnsel zijn. Scheepsgelegenheid is er overigens genoeg, want langs Boeton gaat meer dan één lijn van de K. P. M. en de vaart van Boeton naar Makassar neemt niet meer dan een half et maal. Maar ziet, daar deed zich plotseling een omstandigheid voor, waaruit dadelijk de mo gelijkheid vloeide van een verheffing in de waarde en beteekenis van het doodsche Boe ton. Die omstandigheid was de waarneming van een grooten rijkdom aan asphalt. Het is de dienst van het Mijnwezen in Indië geweest, die op Boeton geruimen tijd onderzoekingen heeft gedaan en daarvan eenige jaren geleden mededeelingen in het licht heeft gegeven, zoodat ieder nu kan weten primo dat er asphalt in verschillende vormen in groote hoeveelheden aanwezig is, secundo dat het gehalte aan bitumen overal op Boeton, d w.z. overal waar men de be kend geworden terreinen heeft onderzocht, voldoende of rijkelijk is. Zoo is dan de ervaring van de jongste jaren, dat Boeton van een zeer armoedig eiland zonder eenige gedaantewisseling is geworden een rijk eiland, rijk omdat de delf stof daar er eene is van gebruikswaarde in onze wereld met modern en snel verkeer. Er is tot dusverre geen gebrek op de wereld geweest aan asphalt, want er zijn verschei dene vindplaatsen elders b.v. Trinidad, waar het gesteente is ontgonnen en de exploitatie in vollen gang is. Bovendien is een van de producten van aardolie eveneens asphalt en in Zuid- en Oost-Azië leveren zoowel de Stan dard Oil als de Koninklijke asphalt voor wegbedekking. Asphalt uit aardolie ver kregen en asphalt als gesteente verschillen natuurlijk eenigszins en beide soorten kunnen bij het gebruik op elkaar iets vóór hebben, zoodat een gebruiker (gemeenten, provincies enz.) kan kiezen of een voorkeur hebben. Dat alles doet niets af aan het feit, dat Boeton kan meedoen in de levering van asphalt en daarmee plots ten bron van inkomsten heeft. Het vermogen mede voort te brengen voor een groote markt, is voor zoo'n eiland een geluk, want 't krijgt daardoor een plaats in groot verkeer en een bedrijf brengt er een ongekend vertier: Boeton zou door zijn as phalt uit den slaap des doods gewekt wor den tot een opgewekt leven. Dit te eer, omdat het voor de winning, het vervoer en den af scheep zeer gunstig is gelegen. Hoog water Laag water Datum v.m. n.m. v.m. n.m og 6.00 6.32 2.28 2.53 30 6.51 7.'20 3.19 3.42 Juli. 1 7 41 8.11 4.09 4.31 2 S.36 9.10 5.01 5.25 3 9.39 10.09 5.55 6.24 4 10.42 11.13 6.54 7.25 Juni.. Hoog water Laag wafei* Datum v.m. n.m. v.m. n.m. 29 5.57 6.29 2 16 2.41 30 6.48 7.17 3.07 3.3C 1 7.38 8.08 3 57 4.19 2 8.33 9.07 4.49 5.13 3 9.36 10.06 5.43 6.12 4 10.39 11.10 6.42 7.13 Het was een toeval, dat een ondernemend1 man inzicht kreeg in de waarde van de op Boeton gevonden delfstof. Een ondernemer van havenwerken, te Makassar eenige jaren geleden werkzaam, kreeg daar monsters in handen van asphalt op Boeton en liet die on derzoeken. De uitkomst was, dat het gehalte zeer mooi is en de ondernemer verstond zich met het Mijnwezen omtrent een eenvoudigen vorm van winning. Hij verwierf een overeen komst van aanneming en zou derhalve zijn .gewonnen product leveren aan het gouverne ment, dat vervolgens datzelfde product weer aan hem verkocht, opdat hij het kon aan bieden aan de verbruikers (gemeenten enz.). Die overeenkomst van aanneming nu werdl door den ondernemer ingebracht in een naam- looze vennootschap, de bekende Boeton- Maatschappij. Dat ging wel niet zoo fluks als hier wordt verteld, doch de vennootschap kwam er en wekte onmiddellijk groote ver wachtingen. Het gevolg bleef niet uit: de aandeelen liepen hoog op en stonden een jaar geleden op 375 pCt. Enkele maanden geleden trad een daling in en heden noteerden de aan deden 60—70 pCt. Is er in dien tijd iets veranderd in het Boeton-gesteente? Is de belofte aan dek materiaal voor wegen verminderd? Neen; en niettemin is de waardeering op de Effecten beurs op hevige wijze verminderd. Men voelt, dat hierin een maatschappelijke fout schuilt en dat die fout slachtoffers maakt: het is de speculatie, die vele aandeelhouders verliezen bezorgt. Erger nog is het gevolg, wanneer het vertrouwen van het kapitaal zoo danig wordt geschokt, dat het jonge bedrijf moet worden gestaakt en de bodemrijkdom van het overigens zoo arme Boeton onge bruikt blijft liggen. Zeer zeker mochten er verwachtingen worden gekoesterd van een goed bedrijf, dat de uitnemende grondstof van het eiland zou beschikbaar stellen voor wie het behoeven. Echter kon men even goed als de ondernemers zelf weten, dat er een lange periode van proefnemingen moet voorafgaan aan de ge regelde leveringen. Want niet op alle wegen is hetzelfde asphalt bruikbaar. De verschillen in soort moeten vooraf worden vastgesteld en de ondernemer op Boeton beschikt over een aantal terreinen, die ook niet hetzelfde asphalt opleveren. Men begrijpt dat er tal van proeven noodig zijn zoowel op het eiland als in de steden en op de buitenwegen van Java en ver buiten Java, waarvan de uit komsten zorgvuldig moeten worden aange- teekend. Op die wijze verkrijgt men een stre- kenkaart, aangevende welk asphalt er voldoet en tegelijk een overzicht van de vindplaatsen op Boeton van bepaalde asphaltsoorten. Die arbeid wachtte de Boeton-Mij. en hij zou haar lang in beslag nemen. Het is duide lijk dat die periode, de leertijd zou men kun nen zeggen, er niet eene kan zijn van winsten geen enkele leertijd is er een van dadelijke winst. Daarom was het een fout, dat de aandee len al tijdens dien leertijd, die nog lang niet is afgeloopen, werden opgedreven door de speculatie, waarover wij nu verder maar niet zullen spreken. Maar wanneer daaruit zou volgen een stil stand' in het bedrijf, een gebrek aan werk kapitaal, een ernstig verlies aan vertrouwen in Boeton op de geldmarkt, dan is het in de eerste plaats het ongelukkige eiland en ver volgens heel Indië, dat van die fout de ge volgen draagt. Een goed gegeven, dat wordt verknoeid door de speculatie. Er zijn er, die voelen voor een gouverae- ments-ontginning en inderdaad zou het N-I. gouvernement de ontginning wel kunnen ter 35. Toen het verkeersagentje het verhaal van den koning had gehoord, was hij kwaad, zeer kwaad op de heks. „Koning", zei hij, „dien ring moeten we zien te krijgen en ik geef de achtervolging van de heks niet eerder óp voor ik haar heb „Zou fe dat willen, meneer Keesie", vroeg de koning. „Zeker, meneer majesteit, een verkeersagent als ik, staat voor niks,_ maar als ik mijn arm oplicht, staat alles voor mij, tram, auto's, fietsers, wagens". „Ik zou U er altijd dankbaar voor zijn", verzekerde de ko ning. „Dat heeft niet noodig, U heeft me goed behandeld en daar om ben ik dankbaar. U moet maar denken, wie goed doet. goed ontmoet". „Ik zal U twee dappere mannen meegeven", zeide de koning weer. „Ze kunnen U helpen". gummend ho, k°mDÉ ?ct f6" kleinen staf. van *wart isakt l l ef.aan,den knop een diamant was ge- uitschoot T r°?. gch!t.terde cn naar a"e kanten stralen staf Daarm" 'u £r zeidc. ko?Ing „hier is ook een toover- die zteh onh!„KU° Z?n' reD ',e ontmoet' hebt menschen. de menschen a. "f" U n0U heb 'e met de° t<a{ Dank U wel <1° ra, ®in' en an 7eel i* roeteen wie ie zijn." klaarde het v ?ar *al 'k een i°«d Struik van maken", ver- k a erkeersaÊen0?. „En nu vooruit. Met frfsschea moed begonnen verlicht het wqrk", T

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6