llkffiMiHh! Courait.
Brieven nlt Berlijn.
ftadio-hoekje
FEUILLETON.
Hun beider weg.
FVovincBaal nieuws
HoHdird twee en dertigste Jaargang.
Maandag 7 Juli
Mo. 157
1930.
Dinsdag 8 Juli.
Hilversum, 1875 Af. Uitsluitend A. V. R
O-uitzending). 8.01—9.45 Gramofoonplaten.
10—10.15 Morgenwijding. 10.30—12.—
Concert door de Gron. Orkestvereniging.
12.15—2.— Concert door A. V. R. O.-Kwin-
tet. 2.—3.— Gramofoonpl. 3.—3.30 Knip
cursus door Mevr. de Leeuwvan Rees. 3.30
—4.—Concert Greet Wortman, piano. Mi-
Rrha Fokine zang. 4.-5.— Concert door de
.Gaston Raskin-Band in het Cariton-Hotel te
Amsterdam. 5.—5.30 J. Conradi: ^Muziek
langs mathematischen weg gecomponeerd
5 3Q—6.15 Concert door het Omroeporkest.
6.— Tijdsein. Daarna: Vervolg concert, 6.1o
—6.30 Voordracht door Nono. 6.30—7 15
Vervolg concert. 7.157.45 Radio-V oiks
Universiteit Muziekcursus. 8.Tijdsein en
Gramofoonplaten. 8.15 Concert door het Con
certgebouw-orkest onder auspiciën van de A.
V. R. O. Louis Zimmerman, viool. 9.25 „Hu-
welijksgetuige". Vlaamsch blijspel in 1 bedr.
bewerkt door Dom de Gruijter. Daarna: Ver
volg Concert. 11.— Aansluiting Cabaret
„La Gaité" te Amsterdam.
Huizen, 298 M. (Na 6 uur 1071 AU
8.159.30 Concert. 11.30—12.K. R- O.
Godsdienstig halfuurtje. 12.—12.15 IC R. O.
Gramofoonpl 12.15—1.15 K. R. O.
door het K. R. O Trio. 1.15—2.K. R. O.
Gramofoonpl. 2.-3.— K. R. O. Vrouwen-
uurtje. 5.-6.— K. R. O. Gramofoonplaten.
6 01—6.15 K. R. O. Pater E. J. M. van
Voorst tot Voorst S. j.: „Karaktervorming in
Competitieverbond". 6.156.30 K.R.O. Gra
mofoonpl. 6.30—6.40 K. R. O. Koersen. 6.40
7 K. R. O. Gramofoonpl. 7.7.30 K R.
O. Cursus Kerklatijn. 7.30-8.— K. R. O.
Dr. R. Post: „De Herleving van het Katholi
cisme in Nederland". 8.N. C. R. V. Uitz.
van de Groote Feestvergadering van den
■Bond van Chr. Politie-Ambtenaren te Den
Haag. Sprekers: Z.Exc. den Min. van Justitie
imr. dr. J. Donner, iij.J. A. de Wilde, mr. J.
A. N. Patijn, burgemeester van Den Haag, J.
•Kooistra, W. de Jong. Declamatie door W.
Siebesma. „Patrimoniums Harmonie" en mej.
Jeanne Vonk, piano. In de pauze gramofoon
platen.
Daventry, 1554.4 AA. 10.35 Morgenwijding.
111.05 Lezing. 12.20 Toespraak door Z.M.
den Koning van Engeland. 12.50 Orgelspel
door E. O'Henry. 1 20 Orkestconcert. 2.20
Televisie. 2.25—2.50 Gramofoonpl. 4.20 Trio-
concert. 4.50 Concert. Orkest en orgel. 5.35
Kinderuurtje. 6.35 Weerbericht en nieuwsber.
i7.Piano-recital door E. Isaacs. 7.207.40
Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Concert. Instrum.
Kwintet. H. Thorps, tenor. F. Richardson,
bas. 9.20 Nieuwsberichten. 9.45 Lezing.
•10.05 Piano-recital door Marcelle Meyer.
10.5012.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris"1725 Ai. 12.50
£.20 Gramofoonpl. 4.05 Orkestconcert
'soli. 8.20 Concert. Orkest en solisten.
Brussel, 508.5 Ai. 5.20 Dansmuziek 6.50
Gramofoonpl. 8.35 Concert. Orkest en so
listen. 8.35 (338.2 M.) Concert georgani
seerd' door de SAROV.
Langenberg, 473 Ai. 7.257.50 Gramo-
jfoonplaten. 7.50—8.50 Orkestconcert. 10.35
111.35 Gramofoonplaten. 12.30 Gramofoonpl
>1.252.50 Orkestconcert. 5.506.50 Mili
taire muziek, dansen en volksliederen. 8.30
Concert. Orkest en sopraan.
Kalundborg, 1153 Ai. 12.20—2.20 Orkest
concert. 3.50—5.50 Concert. Orkest en voor
lezing. 8.20—9.45 Concert. Orkest en vocale
solisten. 9.4510.15 Cello-recital door K.
iBjamhof. 10.3511.20 Orkestconcert. 11.20
1.20 Dansmuziek.
Zeesen, 1635 Ai. 6.107.20 Lezingen
;7.207.50 Gramofoonpl. 10.50 Berichten
>12.201.15 Gramofoonpl. 1.152.20 Be
richten. 12.201.15 Gramofoonpl. 1.15
2.20 Berichten. 2.203.20 Gramofoonplaten
3.204.50 Lezingen. 4.505.50 Concert
5.50—8.20 Lezingen. 8.20 Concert. Cello en
piano. 8.35 Lezing. 9.20 Concert. Orkest en
Zangeres.
KOERSEN EN ALGEMEENHEID.
beurskoersentoch geweerd.
Wij lezen in het Hbld.:
Naar wij vernemen heeft het Persbureau
•Vaz Dias Zaterdagochtend het volgende te
legram ontvangen van den secretaris der
Radio-commissie:
De Algemeene Programmacommissie
en
heeft haar besluit tot met-toelating van
beurskoersen in het algemeene programma
gehandhaafd
(w. g.) Weber.
Later ontving het persbureau een brief,
om dit telegram te bevestigen en te motivee-
ren..
De conclusie in ons ochtendblad, zoo gaat
het blad Hbl. voort, blijkt dus voorbarig te
zijn geweest, maar dat is de schuld van de
commissie, die, als zij zoo bang is, dat
koersen de algemeenheid zullen schaden
had moeten voorkomen, dat zij Vrijdagavond
in het algemeene programma, dat de IC R. O.
verzorgde, werden uitgezonden.
De algemeenheid is volgens de opvattin
gen van de commissie gisteravond, als
gevolg van de te late afzending van het tele
gram, dus leelijk in het gedrang gekomen.
Van noodlottige gevolgen hebben wij echter
nog niets vernomen.
Een paar dagen geleden zijn eenige dui
zenden buitenlandsche ingenieurs uit 48 sta
ten en alle werelddeelen, die bijna twee weken
lang gaste van deze groote stad geweest
waren om de tweede „Weltkraftconferenz" bij
te wonen, op excursie door Duitschland ver
trokken. Ze willen fabrieken en mijnen zien,
maar ook schoonheid van stad en land. Een
groep gaat naar Oost-Pruisen en zal ver
stomd staan over den rijkdom der natuur in
die verlate, van het moederland wreed afge
sneden dreven. Een andere naar Opper-
Silezië, één weer naar het Ruhrgebied en het
in deze dagen als danlc voor zijn bevrijding
feestende Rijnland. Maar ook Beieren, Wür-
temberg, Saksen en Baden zullen bezocht
worden.
Welnu ik weet, wat daar overal te ge
nieten valt en kan men de gezichten der ver
wonderde en ten slotte geestdriftige buiten
landers voorstellen.
Als ze, om het bij enkele voorbeelden van
heerlijk-geconserveerd stedeschoon te laten,
Rothenburg zullen zien en Dinkelbühl en
Hildesheim, en niet eens zullen vermoeden,
dat ook Soest in Westfalen en Hannover,
Hameln en andere oude stadjes in het dal
aan den Weser, het veel te weinig bekende,
meer dan de moeite waard zijn.
Ja, Duitschland is een groot en een prach
tig land.
We komen nu in de weken der vacantie-
reizen en zullen wellicht als we liever
afwisseling buiten de grenzen dan in het
eigen land wenschen ook het zoo nabij
gelegen Duitsche Rijk in onze reisplannen
betrekken. Ook dan, als onze gezondheid niet
100 in orde is en de arts Nauheira of
Oehn'hausen, Pyrmont of Wiesbaden, Kreuz-
nach of Wildungen voorgeschreven heeft. Ik
ken ongeveer elk hoekje van Duitschland en
zou, als ik mijn incognito wilde opheffen,
beter dan vele reisbureaux in staat zijn den
lezer met raad te dienen. Maar ik wil er mij
in het algemeen toe beperken te zeggen: ja,
komt naar Duitschland. Ter afwisseling!
Niet eiken zomer. Want ik stel er prijs op,
ook hier de dappere mannen te ondersteunen,
die u trachten te overtuigen, dat u het eigen
Nederland niet kent en de eigen badplaatsen
in de eerste plaats steunen moet. Maar ter
afwisseling En dan ook, omdat zoo'n paar
weken in een vieemd land' toch altijd weer
een ander ding beteekenen. Volkomen vreem
de omgeving, een andere taal, andere type's
van menschen, een ander klimaat.
Vraagt u me, welke Duitsche badplaats
den diepsten indruk op me gemaakt heeft,
dan moet ik na lang nadenken: Pyrmont!
antwoorden.
Ja, Pyrmont.
U moet me goed begrijpen. Bad Pyrmont
is een Duitsche badplaats als honderd an
dere. Dit land-is zoo gezegend met genees
krachtige bronnen en de natuur heeft zoo ver
kwistend meegeholpen om al dien „Sprudel"
naar de oppervlakte te brengen in bergstre
ken, die ook zonder zulke attracties een klein
Paradijs zouden zijn, dat men nauwelijks
met goed geweten bepaalde namen kan neer
schrijven zonder het gevoel te hebben onbil
lijk te zijn jegens tientallen andere.
Wie een zwak heeft en aan alle compli
caties daarvan lijdt, zal den weg naar Pyr
mont waarschijnlijk zelf al gevonden heb
ben.
Ik heb Pyrmont met een sterk hart en ge
zonde ledematen gezien. Als belangstellend
reiziger. En heb daarbij vastgesteld, dat dit
stadje het ideaal is van de Duitsche bad
plaats. Ik ken geen concurrenten met heer
lijker omgeving, ik ken geen „Kuuroord"
(een vertaling om te haten!) dat met zijn
parken ook maar in de verste verte naast
Purmont kan genoemd worden. En ik meen
daarom, dat men als gezond maar overwerkt
mensch daarheen moet gaan. Omdat Pur
mont stijl heeft, omdat het een aesthetisch
Vrij naar het Engelsch - H. ATONSEN
1°)
Weet je bijgeval, hoeveel zijn jaarlijksch
inkomen is? vroeg ze.
Ik heb er niet het minste idee van, ant
woordde Dick.
Precies vier en twintig honderd gulden,
zei Joyce.
Wat? Dick schoot in een lach. Maar meid,
hoe heb jij je dan ooit kunnen voorstellen, dat
hij mij naar Oxford kon sturen van zoo'n beetje
in het jaar! Ik had zelf drieduizend gulden in
komen voor mijn studie)
Daar weet ik niet van, antwoordde Joyce,
Maar ik weet wel, dat ik met twee honderd
pond in het jaar moet rondkomen, voor ons
drieën en het dienstmeisje. Ik vind dat een
heele prestatie, en ik ben er trots op, dat ik
het 'm lever! Jij met al je sportvrienden doet
me dat niet na, dat zeg ik jel Maar nu jouw ta
bakskwestie! Wat zegt mijnheer Richard Ard-
ley-Manners daarop?
Dick dacht een oogenblik na.
Hoor eens hier, Jo, zei hij. Ik zal vandaag
het groote werk van den ouden heer nog eens
moeten onderbreken en hem een paar geldelij
ke voorstellen doen. En als ik dan bij hem van
daan kom, zal ik je alles terugbetalen. Wat zeg
je daarvan, hè?
Als het lukt is het schitterend! Maar ik
geloof niet, dat vader meer kan doen.
Dick lachte. Kom, hij houdt er wel een ge
heim kistje op na eraens achter die oude boe»
ken, denk ik. Maak je maar niet ongerust,
Komt wel terecht!
Maar toch, toen Joyce naar huis terugkeerde,
bleef Dick met zijn pen achter het oor en ge
fronst voorhoofd zitten kijken naar het katje,
dat zich schoon zat te likken.
Laat eens kijken! mompelde hij, eenige
cijfers op den rug van een oude enveloppe
krabbelend, die hij na eenig nadenken bi
elkaar optelde.
Hm! Ruw geschat bedroeg mijn schuld daar
nog een dikke twee honderd gulden. Hoe zal ik
die moeten betalen, als vader niet meer dan
vier en twintighonderd in het jaar heeft. Hm!
Het kan niet! Te gek om los te loopen! Hi;
stond op en streek peinzend door zijn haren.
Zou ik gaan? Ja, of nee? vroeg hij zich
aarzelend af. Het is ernstig genoeg! Maar het
zal toch wel het beste zijn dadelijk te gaan, dan
heb ik zekerheid.
Met de handen in de zak liep hij haastig naar
de dubbele glazen deur. In de eetkamer vond
hij Joyce met een glas melk en een dun boter
hammetje op een blad.
Voor wie is dat? vroeg hij.
Niet voor jou, zei ze. Ik wou het juist
naar vader brengen.
Wacht even! Geef het hier! zei Dick, het
blad van haar afnemend en de gang ingaande.
Op zijn kloppen kreeg hij geen antwoord. Hij
klopte nogmaals en ging naar binnen. Met den
penhouder in zijn mond stond zijn vader voor
zijn boekenkast ®et een zwaren foliant in de
handen. Toen Dick binnenkwam keek hij op,
alsof hij wilde vragen waarom hij gestoord
werd. Toen hij het blad zag, nam hij den pen
houder uit zijn mond en begon te glimlachen.
■mm Daitir ie wel beste jongenwel bedenkt
werkende badplaats is, omdat natuur en
geniale tuinbouw, architectuur en beheer een
geheel geschapen hebben, dat van indruk
wekkende volmaaktheid mag genoemd wor
den.
En dan: wie Duitschlands „antieke steden"
nooit gezien heeft, weet niet, wat het leven
hem tot nu toe onthouden heeft.
We hebben in Nederland tal van oude
gevels, mooie doorkijkjes, antieke hoekjes.
Maar we hebben toch, voor zoover ik mij
herinneren kan, niets, wat met DinkelsBühl,
Hildesheim en Rothenburg vergeleken kan
worden. Omf Neureberg en andere steden
nog even buiten beschouwing te laten en ons
tot de volkome zuiver-bewaarde of grooten-
deels door moderne bouwwerken niet bedor
ven voorbeelden te beperken.
Voor Nederlandsche reizigers ligt Hil
desheim, even zuidelijk van Hannover en
kruispunt van spoorlijnen naar alle richtin
gen, veel makkelijker bereikbaar dan Rothen
burg of Dinkelsbühl. Beide laatstgenoemden
geven wellicht een nog meer volkomen illusie
van middeleeuwsche stad. Hildesheim heeft
in de oude stad „slechts" ongeveer 30 pet.
antieke huizen. Maar die zijn dan ook voor
het meerendeel van een architectonische
schoonheid, die voor de beide Duitsche
iuweelen niet behoeft onder te doen. En er
bestaat in Noord-Duitschland geen kerk, die
met de St. Michael in Hildesheim vergeleken
kan worden.
Als ik een raad mag geven dan is het deze:
reist dezen zomer eens naar Soest, naar Hil
desheim, naar het Weserberglana, waar de
sprookjes van Grimm ontstaan zijn, baron
von Mündhhausen in het, keurig bewaard ge
bleven, tuinhuisje te Bodenweraer zijn phan-
tastische avonturen ten beste gegeven heeft
en nog honderden plekken aan overleverin
gen als den rattenvanger van Hameln her
inneren. Ik weet zeker, dat de lezer er straks
geen berouw van hebben zal!
Dat dal van den Wezer, dat voor Neder
landers zoo gemakkelijk te bereiken is, be
hoort overigens tot de prachtigste deelen van
het aan natuurschoon zoo rijke Duitschland.
En een boottocht op den Wezer van Hameln,
van waaruit de reis stroomopwaarts begint,
over Bodenwerder, Polle, Holzminden,
Carls'hafen, Bursfelde en tal van van andere
stadjes en dorpjes naar Hannoversch Mün-
chen is zeker niet minder afwisselend en be
langwekkend als het eeuwige Rijnreisje,
waarvan de bereisde Nederlander nu wel
langzamerhand genoeg zal gekregen hebben.
Ik zou willen aanbevelen, via Minden
Naar Hameln te reizen, daar de boot tot
Münden te nemen, en dan nog het korte
treinreisje naar Cassel er aan te wagen, al
was het alleen maar om daar de zeldzaam
fraaie collectie schilderijen te bewonderen,
waaronder wat niet ieder lezer weten zal
niet minder dan 21 Rembrandts te vinden
zijn!
Men zal ook in het land van den Wezer
de ondervinding opdoen, dat in Duitsche lan
den een beminnelijk slag meschen te vinden
is. En men zal overbekende Duitsch centra
van verkeer kennende verstomd staan
over de schoonheid van een streek, die door
Nederlanders tot nu toe veel te weinig be
reisd is.
De Wezer is daar smal en in den zomer zoo
ondiep, dat men niet begrijpt, hoe de kapi
teins der raderbooten hun weg vinden kun
nen zonder op elke honderd meter aan den
grond te raken. Zelfs als men hoort, dat deze
schepen, die toch honderden passagiers mee
nemen en op Zondagen gevaarlijk vol bezet
plegen te zijn, nog niet één meter diepgang
hebben, kan men toch niet vatten, dat het
mogelijk is, ze op den Boven-Wezer veilig
omhoog te loodsen. Maar ze komen er, dat is
hoofdzaak, en de reis is afwisselend en avon
tuurlijk tevens. Nog nimmer heb ik een zoo
volmaakt samenleven van rivier en bevol
king gezien. Daar kan de Rijn, die al te
breed en statig is, eenvoudig niet aan tippen.
De sterke en snelle stroom van den Wezer is
geen beletsel voor het jonge volk om in zijn
golven te baden en met een onverschrokken
heid, die men huiverend gadeslaat, de stoom-
booten na te zwemmen zich aan de wanden
omhoog te trekken, op het roer te klauteren
om zich een uur en langer stroomopwaarts
te laten meesleepen en zelfs het levensge
vaarlijke waagstuk uit te voeren, op den
smallen rand der raderkasten te klimmen en
zich op snikheete dagen door deze waterval
len te laten afkoelen.
Metgeen enkel ander Duitschland is het
dal van den Wezer tusschen Münden en
Hameln te vergelijken.
Het heeft ziijn eigen schoonheid. En wil
men er Arolsen, Waldeck en omgeving aan
vastknoopen, dan zal men ontdekken, waar
om onze Koningin Emma met heel haar hart
aan haar geboorteland gehecht gebleven is!
ROLAND.
hoor!
Niet te danken, vader, zei Dick. Maar ik
wou u vragen, of u een oogenblikje tijd voor
m- had?
De oude heer stak zorgvuldig een vinger tus
schen de bladen van het boek en sloot hot dan.
Wel zeker, Richard, antwoordde hij. Wat
is er? Nee, daar niet neerzetten. Liever hier
bij me.
Dick was naar de lessenaar gegaan en stond
juist op het punt het blad daarop neer te zet
ten. Op verzoek van zijn vader nam hij het
weer op en zette het op een tafeltje vlak bij
hem.
Goed zoo, zei de oude heer tevreden.
Dank je wel.
Dick voelde zich niet erg op zijn gemak. Hij
wist niet, hoe te beginnen.
Het gaathet is over een geldkwes
tiestotterde hij.
De oude heer nam een slokje melk. Dick wil
de dat hij maar niet gekomen was. Maar vlak
daarop was hij nijdig op zichzelf. Het was im
mers onzin om zich nog altijd een kleinen jon
gen te voelen in de tegenwoordigheid van zijn
vader! Hij plukte eens aan zijn das en begon:
Wat ik vragen wou, is dit: hoe kom ik aan
een beetje geld? Bent u van plan mij nog een
tijdje de toelage te geven, die ik in Oxford van
u kreeg? Jo heeft er met me over gesproken
en ik
Jo? mompelde de oude heer, Jo? O, je
bedoelt je zuster zeker? Ja?
En nu vond ik het beter er zelf maar eens
met u over te komen praten.
Er heerschte een drukkend zwijgen in het
vertrek, terwijl de predikant zijn glas leeg
dronk ep zijn lippen met een vingerdoekje af-
W ARMENHUIZEN.
Raads vergadering.
Vergadering van den Raad der gemeente
Warmenhuizen op Vrijdag 4 Juli 1930. Aan
wezig waren alle leden behalve de heer Nan-
nes.
Een schrijven van den heer Donia hield in,
dat zijn schrijven betreffend de kwestie van
vergoeding voor het in orde brengen van
zijn lichtleiding volgens zijn idee niet se
rieus was behandeld en hij gaf daarin een
uiting van protest. Tevens deelde hij daarin
mede, dat hij op zijn verzoek om verminde
ring van huishuur nog eens terug hoopte te
komen.
Uit de nu gehouden besprekingen door de
heeren Molenaar en Slot bleek, dat toen dit
was behandeld, men van dit punt was afge
stapt en toen meer de aandacht was ge
schonken aan de gevraagde vermindering
van de huur van de woning. De heer Mole
naar bleef bij zijn meening dat hij hei billijk
vond dat de aanleg in ambtswoningen door
de gemeente wordt bekostigd.
De heer Slot was het daarmee eens en
meende dat het onbillijk was dat de één
boven den ander werd bevoorrecht.
Wethouder de Groot zeide dat de heer
Donia reeds vier lichtpunten gratis had ge
kregen en hij zou wel eens willen weten wie
dan wel bevoorrecht werd.
Daarop antwoordde weth. Swan dat des
tijds den heer Rijs wel de aanleg in zijn
woning door de gemeente vergoed is gewor
den en dat dit de reden was van het schrij
ven van den heer Donia.
Wethouder de Groot bleef er sterk tegen
en deelde mede dat destijds de aanleg In
de woning van den heer Rijs was gedaan en
betaald zonder dat de raad daarin was ge
kend en het toen niet goed was gegaan.
De voorzitter meende ook, dat, als men
den één het gaf, anderen het ook moeten heb
ben.
Op voorstel van den heer Slot zal worden
onderzocht wat de kosten zouden zijn als
voor de andere gemeentewoningen door de ge
meente de aanleg zou worden betaald.
Mededeelingen
De ministers van Fin. van Binn. Zaken
deelen mede, dat aan de hand eener voorloo-
pige berekening de uitkeering per inwoner
wordt geraamd op 4,9757.
Volgens weth. de Groot had dit ook wel
5 kunnen wezen.
Daar volgens mededeeling van het bestuur
van het „Witte Kruis" gebleken is, dat deze
vereeniging, gezien het bedrag der verleende
bijdrage ad 1500, niet meer in staat is pa
tiënten uit te zenden naar een sanatorium,
stelden B. en W. voor de subsidie met 600
te verhoogen.
Volgens de besprekingen bleek het dat er
nog 3 patiënten stonden te wachten om uit
gezonden te worden en dit dan niet zou kun
nen geschieden wegens de vele aanvragen en
de kosten. Ook dat het vorig jaar inplaats
van 1500, maar 800 was bijgedragen
door de gemeente omreden dit toen voldoende
was voor dat jaar.
Dan was het ook niet onmogelijk dat de
provincie de helft van de verhoogde subsidie
zou bijdragen en deze dan voor de gemeente
op 300 zou komen te staan.
Nadat wethouder de Groot en de raads
leden Slot en Molenaar aan hun instemming
uiting hadden gegeven, werd het voorstel
zonder stemming aangenomen.
Voorgesteld werd overeenkomstig het ver
zoek van Ged. Staten, den termijn van aflos
sing van de geldleening ten behoeve van den
aan- en verbouw van bijz. scholen van 40 tot
25 jaren terug te brengen.
De heer Slot was hier tegen om Ged. Staten
daarin gelijk te geven en meende dat voor
dezen aanbouw een termijn van 40 jaar niet
te lang is. Omdat dit hoofdzakelijk nieuw
bouw is, stelde de voorzitter voor nogmaals
te trachten dit te houden op 40 jaar.
Voorgesteld werd een besluit te nemen tot
het doen van af- en overschrijving op de be
grooting 1929 tot een totaal bedrag van
7496 en op den dienst 1930 tot een totaal
bedrag van 600. Verder werd voorgesteld
de suppletoire begrooting 1929 vast te stel
len op 1.856,26 in ontvangst en uitgaat,
alsmede een suppletoire begrooting voor den
kapitaaldienst, groot 26.320.
Wegens de vele betalingen die moeten ge
schieden werd goed gevonden dat de kas-
geldleening verhoogd wordt tot 35000.
Voorgesteld werd vast te stellen eene ver
ordening op de heffing van besmettelijke
ziektegelden, waarin o.a. bepaald wordt, dat
van de ten laste der gemeente komende kos
ten is verschuldigd door belastingplichtigen,
wier belastbaar inkomen bedraagt 1500 of
meer, doch minder dan 2000 25 pCt., van
2000 tot f 3000 50 pCt., van 3000 tot
4000 75 pCt en meer dan 4000 het volle
bedrag.
De kosten van ontsmetting zijn ten hoogste
40.
De heer Slot vond het billijk, dat door die
genen die het beter kunnen betalen hieraan
gedeeltelijk wordt bijgedragen.
De heer Molenaar voelde er niet veel voor
en meende, dat het niet noodig is dat hieraan
nog wordt bijgedragen. Hij meende dat dit
voor enkelen een rem zal zijn om het te
laten doen en was bang, dat het daarom zal
worden ontdoken en het belang van de ge-
meenschap door de gemeente moet betaald
worden.
Het werd daarna zonder stemming aange
nomen met aanteekening dat de heer Mole
naar er tegen is.
Voorgesteld werd aan C. Vlam een half
jaar ontheffing van hondenbelasting te ver-
leenen tot een bedrag van 3, alsmede aan
K. Wildeboer eveneens tot een bedrag van
ƒ3.
Goedgekeurd.
Bij de rondvraag vroeg de heer van Rijn
hoe het staat met de vaste laadplaats van de
gemeente omdat nog steeds in den ouden wal
bij M. Mosch aardappelen worden geladen.
De voorzitter zegde toe hier nog eens op te
zullen letten om na te gaan of het verkeer e«
de straat daar niet onder lijden.
Nadat de heer Molenaar gevraagd ha$
naar de opslagplaats van het vuil, waarvoor
inmiddels een geschikte plaats is gevonden,
werd de vergadering gesloten.
EGMONB AAN ZEE.
Een geoefend zwemster overschalft
haar krachten.
Zaterdagmiddag ongeveer 4 uur bevond
zich een alhier in pension zijnde Duitsche
dame tusschen de 2de en 3de paal aan het
Zuiderstraat, ruim 200 M. in zee.
Volgens den gemeenteveldwachter van
Egmond-Binnen, den heer Kramer en den
jachtopziener, den heer van den Berg, die ter
plaatse van de duinèn uit het strand betra
den, wekte de dame den indruk een uitstekend
zwemster te zijn.
Na eenigen tijd, toen beide heeren zich van
elkaar verwijderd hadden, hoorden zij vree-
selijk gillen. De heer Kramer, die het dichtst
in de buurt was, snelde terug en begaf zich
gekleed te water. Bovengenoemde dame
was toen nog pl.m. 50 M. van het strand
verwijderd.- Wetende dat hij geen ge
schoolde zwemmer was, vooral niet in het
reddend zwemmen, nam hij een in de nabij
heid liggende plank mede en waadde zoo ver
mogelijk de zee in.
Nadat hij den grond onder de voeten ver
loren had, had hij de grootste moeite zichzelf
boven water te houden.
Nietemin slaagde hij er in de plank in de
richting van de drenkelinge te duwen. Deze
kon haar echter niet bemachtigen, zoodat de
redder nogmaals moest trachten de plank in
de richting van de drenkelinge te brengen.
Na heel veel moeite en gevaar voor eigen
leven, bracht de heer Kramer haar behouden
op het droge.
De oorzaak ligt hierin, dat genoemde
dame uitgeput raakte, daar zij haar krachten
had overschat.
Moge het bovenstaande ter waarschuwing
zijn voor velen.
De Egmond-Zeeër Reddingsbrigade staat
met haar toestellen gereed, doch dan behoort
men te blijven in de omgeving van de red-
dingskastjes.
De alphabetische voordracht voor ge
meente-opzichter luidt als volgt: P. Broek te
Alkmaar, J. v. d. Plas te Egmond aan Zee en
J. Rosing te Egmond-Binnen.
EGMOND AAN DEN HOEF.
Een lastige zwerver
Zaterdagmiddag omstreeks 3 uur kw:am
een onbekend persoon het café ,,'t Slot op den
Hoef" binnen en verzocht een maatje brande
wijn. Daar de man echter al niet meer nuch
ter was, weigerde de kastelein hem drank te
schenken, waarop hij een glas water ver
zocht, wat hem werd gegeven. Zijn opmer
kingen waren echter van dien aard, dat men
inmiddels de politie waarschuwde. De rijles-
veldwachter was spoedig ter plaatse en
bracht den onruststoker ter ontnuchtering
naar het arrestantenlokaal.
veegde.
Ja, juist! Juistl Laat eens zien Hoeveel
jaar ben je in Oxford geweest?
Vier, antwoordde Dick.
En als ik het me goed herinner was je toe
lage laat eens kijkenjatwee honderd
vijftig pond per jaar; is het zoo niet?
Ja, zei Dick.
Juisten duizend gedeeld door vier
geeft precies twee honderd en vijftig, is het zoo
niet?
Ja, antwoordde Dick, die er niets van be
greep. Maar wat wilt u
De predikant hief zijn smalle witte hand op.
Mag ik je eens vragen, Richard, of je uit
Oxford gekomen bent met nog iets op zak?
Neen, antwoordde Dick. Ik ben daar aan
verschillende lui nog zoowat twintig pond
schuldig.
Twintig pond? Heusch...»
De predikant hief de handen omhoog met een
wanhopig gebaar.
Twintig pond? Hoe ben je van plan, die te
betalen, Richard?
Wel, antwoordde Richard, als u me die
toelage blijft doorbetalen, dan is het doodge
makkelijk.
Je toelage? Maar beste jongen, ik heb je
nooit een toelage gegeven! Mijn honorarium
bedraagt alles en alles twee honderd pond per
jaar. Ik kan heusch niet zeggen of ik, door
heel zuinig te zijn, je daar nog wat zakgeld van
geven kan. Dat zou ik Joyce eens moeten vra
gen. Dat lieve kind zorgt voor mijn geldzaken.
Dick keek hem stomverwonderd aan.
Maar hoe hoe hebt u me dan naar Ox
ford kunnen sturen?
Qe oude man gipg qaar zijn lessenaar toe eji
UITGEEST.
Zaterdag: heeft het fanfarekorps „Onder
linge Oefening" haar eerste muzikale ronde
in het dorp gedaan. Op verschillende plaat
sen in de straat heeft het eenige nummers
gegeven. Het corps meende dit te moeten
doen als dank aan de ingezetenen voor den
genoten steun bij de gehouden fancy fair.
zette zich neer.
Oh! zei hij. Dat was van de twaalf dui
zend gulden, die je goeie tante Julia heeft na
gelaten. En omdat ik overtuigd was van het
groote gewicht van een algemeene ontwikke
ling, bestemde ik dat om jou naar Oxford te
sturen. Als zij dat niet had nagelaten, zou ik
niet geweten hebben, wat ik doen moest. Maar
nu was haar nalatenschap net genoeg om je
studie te betalen behalve dan die paar hon-*
derd gulden, die je nu nog schuld hebt. We zul
len eens met onze goeie Joyce moeten praten,
wat er aan te doen is.
Dick begon zenuwachtig in zijn handen t«
wrijven.
Nee, nee, vader j.. dat niet. Dat komt wel
terechtdaar zal ik zelf wel voor zorgen.
Laat dat maar aan mij over. Maak u daarover
maar niet bezorgd. Ik wilde alleen maar weten
hoe ik er voor stond, dat was alle6.
De oude heer leunde achterover in zijn stoel
en vouwde de handen samen.
Goed! Goed! En nu verder... wat ben je
van plan te gaan doen, Richard? Ben je soms
van plan mij op te volgen?
Nee, vader, ik heb nog geen besluit ge
maakt. Ik... ik moet nog eens nadenken... Ik
wist tot nog toe niet precies, hoe ik er voor
stond.
Daar heb je gelijk aan, beste jongen.
Neem geen overhaast besluit. Daar is de zaak
te gewichtig voor. Maar ik zou het heerlijk vin
den te weten, dat ik mijn werk aan mijn zoon
kon overgeven.
Dick huiverde. Dank u, vaderi* zal er
over denken...
Hij ging vlug naar de deur en sloot die zachte
jes achter zich
(Wordl veryolgd)**