llkffiMiHh! Courait. Brieven nlt Berlijn. ftadio-hoekje FEUILLETON. Hun beider weg. FVovincBaal nieuws HoHdird twee en dertigste Jaargang. Maandag 7 Juli Mo. 157 1930. Dinsdag 8 Juli. Hilversum, 1875 Af. Uitsluitend A. V. R O-uitzending). 8.01—9.45 Gramofoonplaten. 10—10.15 Morgenwijding. 10.30—12.— Concert door de Gron. Orkestvereniging. 12.15—2.— Concert door A. V. R. O.-Kwin- tet. 2.—3.— Gramofoonpl. 3.—3.30 Knip cursus door Mevr. de Leeuwvan Rees. 3.30 —4.—Concert Greet Wortman, piano. Mi- Rrha Fokine zang. 4.-5.— Concert door de .Gaston Raskin-Band in het Cariton-Hotel te Amsterdam. 5.—5.30 J. Conradi: ^Muziek langs mathematischen weg gecomponeerd 5 3Q—6.15 Concert door het Omroeporkest. 6.— Tijdsein. Daarna: Vervolg concert, 6.1o —6.30 Voordracht door Nono. 6.30—7 15 Vervolg concert. 7.157.45 Radio-V oiks Universiteit Muziekcursus. 8.Tijdsein en Gramofoonplaten. 8.15 Concert door het Con certgebouw-orkest onder auspiciën van de A. V. R. O. Louis Zimmerman, viool. 9.25 „Hu- welijksgetuige". Vlaamsch blijspel in 1 bedr. bewerkt door Dom de Gruijter. Daarna: Ver volg Concert. 11.— Aansluiting Cabaret „La Gaité" te Amsterdam. Huizen, 298 M. (Na 6 uur 1071 AU 8.159.30 Concert. 11.30—12.K. R- O. Godsdienstig halfuurtje. 12.—12.15 IC R. O. Gramofoonpl 12.15—1.15 K. R. O. door het K. R. O Trio. 1.15—2.K. R. O. Gramofoonpl. 2.-3.— K. R. O. Vrouwen- uurtje. 5.-6.— K. R. O. Gramofoonplaten. 6 01—6.15 K. R. O. Pater E. J. M. van Voorst tot Voorst S. j.: „Karaktervorming in Competitieverbond". 6.156.30 K.R.O. Gra mofoonpl. 6.30—6.40 K. R. O. Koersen. 6.40 7 K. R. O. Gramofoonpl. 7.7.30 K R. O. Cursus Kerklatijn. 7.30-8.— K. R. O. Dr. R. Post: „De Herleving van het Katholi cisme in Nederland". 8.N. C. R. V. Uitz. van de Groote Feestvergadering van den ■Bond van Chr. Politie-Ambtenaren te Den Haag. Sprekers: Z.Exc. den Min. van Justitie imr. dr. J. Donner, iij.J. A. de Wilde, mr. J. A. N. Patijn, burgemeester van Den Haag, J. •Kooistra, W. de Jong. Declamatie door W. Siebesma. „Patrimoniums Harmonie" en mej. Jeanne Vonk, piano. In de pauze gramofoon platen. Daventry, 1554.4 AA. 10.35 Morgenwijding. 111.05 Lezing. 12.20 Toespraak door Z.M. den Koning van Engeland. 12.50 Orgelspel door E. O'Henry. 1 20 Orkestconcert. 2.20 Televisie. 2.25—2.50 Gramofoonpl. 4.20 Trio- concert. 4.50 Concert. Orkest en orgel. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Weerbericht en nieuwsber. i7.Piano-recital door E. Isaacs. 7.207.40 Lezing. 7.45 Lezing. 8.05 Concert. Instrum. Kwintet. H. Thorps, tenor. F. Richardson, bas. 9.20 Nieuwsberichten. 9.45 Lezing. •10.05 Piano-recital door Marcelle Meyer. 10.5012.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris"1725 Ai. 12.50 £.20 Gramofoonpl. 4.05 Orkestconcert 'soli. 8.20 Concert. Orkest en solisten. Brussel, 508.5 Ai. 5.20 Dansmuziek 6.50 Gramofoonpl. 8.35 Concert. Orkest en so listen. 8.35 (338.2 M.) Concert georgani seerd' door de SAROV. Langenberg, 473 Ai. 7.257.50 Gramo- jfoonplaten. 7.50—8.50 Orkestconcert. 10.35 111.35 Gramofoonplaten. 12.30 Gramofoonpl >1.252.50 Orkestconcert. 5.506.50 Mili taire muziek, dansen en volksliederen. 8.30 Concert. Orkest en sopraan. Kalundborg, 1153 Ai. 12.20—2.20 Orkest concert. 3.50—5.50 Concert. Orkest en voor lezing. 8.20—9.45 Concert. Orkest en vocale solisten. 9.4510.15 Cello-recital door K. iBjamhof. 10.3511.20 Orkestconcert. 11.20 1.20 Dansmuziek. Zeesen, 1635 Ai. 6.107.20 Lezingen ;7.207.50 Gramofoonpl. 10.50 Berichten >12.201.15 Gramofoonpl. 1.152.20 Be richten. 12.201.15 Gramofoonpl. 1.15 2.20 Berichten. 2.203.20 Gramofoonplaten 3.204.50 Lezingen. 4.505.50 Concert 5.50—8.20 Lezingen. 8.20 Concert. Cello en piano. 8.35 Lezing. 9.20 Concert. Orkest en Zangeres. KOERSEN EN ALGEMEENHEID. beurskoersentoch geweerd. Wij lezen in het Hbld.: Naar wij vernemen heeft het Persbureau •Vaz Dias Zaterdagochtend het volgende te legram ontvangen van den secretaris der Radio-commissie: De Algemeene Programmacommissie en heeft haar besluit tot met-toelating van beurskoersen in het algemeene programma gehandhaafd (w. g.) Weber. Later ontving het persbureau een brief, om dit telegram te bevestigen en te motivee- ren.. De conclusie in ons ochtendblad, zoo gaat het blad Hbl. voort, blijkt dus voorbarig te zijn geweest, maar dat is de schuld van de commissie, die, als zij zoo bang is, dat koersen de algemeenheid zullen schaden had moeten voorkomen, dat zij Vrijdagavond in het algemeene programma, dat de IC R. O. verzorgde, werden uitgezonden. De algemeenheid is volgens de opvattin gen van de commissie gisteravond, als gevolg van de te late afzending van het tele gram, dus leelijk in het gedrang gekomen. Van noodlottige gevolgen hebben wij echter nog niets vernomen. Een paar dagen geleden zijn eenige dui zenden buitenlandsche ingenieurs uit 48 sta ten en alle werelddeelen, die bijna twee weken lang gaste van deze groote stad geweest waren om de tweede „Weltkraftconferenz" bij te wonen, op excursie door Duitschland ver trokken. Ze willen fabrieken en mijnen zien, maar ook schoonheid van stad en land. Een groep gaat naar Oost-Pruisen en zal ver stomd staan over den rijkdom der natuur in die verlate, van het moederland wreed afge sneden dreven. Een andere naar Opper- Silezië, één weer naar het Ruhrgebied en het in deze dagen als danlc voor zijn bevrijding feestende Rijnland. Maar ook Beieren, Wür- temberg, Saksen en Baden zullen bezocht worden. Welnu ik weet, wat daar overal te ge nieten valt en kan men de gezichten der ver wonderde en ten slotte geestdriftige buiten landers voorstellen. Als ze, om het bij enkele voorbeelden van heerlijk-geconserveerd stedeschoon te laten, Rothenburg zullen zien en Dinkelbühl en Hildesheim, en niet eens zullen vermoeden, dat ook Soest in Westfalen en Hannover, Hameln en andere oude stadjes in het dal aan den Weser, het veel te weinig bekende, meer dan de moeite waard zijn. Ja, Duitschland is een groot en een prach tig land. We komen nu in de weken der vacantie- reizen en zullen wellicht als we liever afwisseling buiten de grenzen dan in het eigen land wenschen ook het zoo nabij gelegen Duitsche Rijk in onze reisplannen betrekken. Ook dan, als onze gezondheid niet 100 in orde is en de arts Nauheira of Oehn'hausen, Pyrmont of Wiesbaden, Kreuz- nach of Wildungen voorgeschreven heeft. Ik ken ongeveer elk hoekje van Duitschland en zou, als ik mijn incognito wilde opheffen, beter dan vele reisbureaux in staat zijn den lezer met raad te dienen. Maar ik wil er mij in het algemeen toe beperken te zeggen: ja, komt naar Duitschland. Ter afwisseling! Niet eiken zomer. Want ik stel er prijs op, ook hier de dappere mannen te ondersteunen, die u trachten te overtuigen, dat u het eigen Nederland niet kent en de eigen badplaatsen in de eerste plaats steunen moet. Maar ter afwisseling En dan ook, omdat zoo'n paar weken in een vieemd land' toch altijd weer een ander ding beteekenen. Volkomen vreem de omgeving, een andere taal, andere type's van menschen, een ander klimaat. Vraagt u me, welke Duitsche badplaats den diepsten indruk op me gemaakt heeft, dan moet ik na lang nadenken: Pyrmont! antwoorden. Ja, Pyrmont. U moet me goed begrijpen. Bad Pyrmont is een Duitsche badplaats als honderd an dere. Dit land-is zoo gezegend met genees krachtige bronnen en de natuur heeft zoo ver kwistend meegeholpen om al dien „Sprudel" naar de oppervlakte te brengen in bergstre ken, die ook zonder zulke attracties een klein Paradijs zouden zijn, dat men nauwelijks met goed geweten bepaalde namen kan neer schrijven zonder het gevoel te hebben onbil lijk te zijn jegens tientallen andere. Wie een zwak heeft en aan alle compli caties daarvan lijdt, zal den weg naar Pyr mont waarschijnlijk zelf al gevonden heb ben. Ik heb Pyrmont met een sterk hart en ge zonde ledematen gezien. Als belangstellend reiziger. En heb daarbij vastgesteld, dat dit stadje het ideaal is van de Duitsche bad plaats. Ik ken geen concurrenten met heer lijker omgeving, ik ken geen „Kuuroord" (een vertaling om te haten!) dat met zijn parken ook maar in de verste verte naast Purmont kan genoemd worden. En ik meen daarom, dat men als gezond maar overwerkt mensch daarheen moet gaan. Omdat Pur mont stijl heeft, omdat het een aesthetisch Vrij naar het Engelsch - H. ATONSEN 1°) Weet je bijgeval, hoeveel zijn jaarlijksch inkomen is? vroeg ze. Ik heb er niet het minste idee van, ant woordde Dick. Precies vier en twintig honderd gulden, zei Joyce. Wat? Dick schoot in een lach. Maar meid, hoe heb jij je dan ooit kunnen voorstellen, dat hij mij naar Oxford kon sturen van zoo'n beetje in het jaar! Ik had zelf drieduizend gulden in komen voor mijn studie) Daar weet ik niet van, antwoordde Joyce, Maar ik weet wel, dat ik met twee honderd pond in het jaar moet rondkomen, voor ons drieën en het dienstmeisje. Ik vind dat een heele prestatie, en ik ben er trots op, dat ik het 'm lever! Jij met al je sportvrienden doet me dat niet na, dat zeg ik jel Maar nu jouw ta bakskwestie! Wat zegt mijnheer Richard Ard- ley-Manners daarop? Dick dacht een oogenblik na. Hoor eens hier, Jo, zei hij. Ik zal vandaag het groote werk van den ouden heer nog eens moeten onderbreken en hem een paar geldelij ke voorstellen doen. En als ik dan bij hem van daan kom, zal ik je alles terugbetalen. Wat zeg je daarvan, hè? Als het lukt is het schitterend! Maar ik geloof niet, dat vader meer kan doen. Dick lachte. Kom, hij houdt er wel een ge heim kistje op na eraens achter die oude boe» ken, denk ik. Maak je maar niet ongerust, Komt wel terecht! Maar toch, toen Joyce naar huis terugkeerde, bleef Dick met zijn pen achter het oor en ge fronst voorhoofd zitten kijken naar het katje, dat zich schoon zat te likken. Laat eens kijken! mompelde hij, eenige cijfers op den rug van een oude enveloppe krabbelend, die hij na eenig nadenken bi elkaar optelde. Hm! Ruw geschat bedroeg mijn schuld daar nog een dikke twee honderd gulden. Hoe zal ik die moeten betalen, als vader niet meer dan vier en twintighonderd in het jaar heeft. Hm! Het kan niet! Te gek om los te loopen! Hi; stond op en streek peinzend door zijn haren. Zou ik gaan? Ja, of nee? vroeg hij zich aarzelend af. Het is ernstig genoeg! Maar het zal toch wel het beste zijn dadelijk te gaan, dan heb ik zekerheid. Met de handen in de zak liep hij haastig naar de dubbele glazen deur. In de eetkamer vond hij Joyce met een glas melk en een dun boter hammetje op een blad. Voor wie is dat? vroeg hij. Niet voor jou, zei ze. Ik wou het juist naar vader brengen. Wacht even! Geef het hier! zei Dick, het blad van haar afnemend en de gang ingaande. Op zijn kloppen kreeg hij geen antwoord. Hij klopte nogmaals en ging naar binnen. Met den penhouder in zijn mond stond zijn vader voor zijn boekenkast ®et een zwaren foliant in de handen. Toen Dick binnenkwam keek hij op, alsof hij wilde vragen waarom hij gestoord werd. Toen hij het blad zag, nam hij den pen houder uit zijn mond en begon te glimlachen. ■mm Daitir ie wel beste jongenwel bedenkt werkende badplaats is, omdat natuur en geniale tuinbouw, architectuur en beheer een geheel geschapen hebben, dat van indruk wekkende volmaaktheid mag genoemd wor den. En dan: wie Duitschlands „antieke steden" nooit gezien heeft, weet niet, wat het leven hem tot nu toe onthouden heeft. We hebben in Nederland tal van oude gevels, mooie doorkijkjes, antieke hoekjes. Maar we hebben toch, voor zoover ik mij herinneren kan, niets, wat met DinkelsBühl, Hildesheim en Rothenburg vergeleken kan worden. Omf Neureberg en andere steden nog even buiten beschouwing te laten en ons tot de volkome zuiver-bewaarde of grooten- deels door moderne bouwwerken niet bedor ven voorbeelden te beperken. Voor Nederlandsche reizigers ligt Hil desheim, even zuidelijk van Hannover en kruispunt van spoorlijnen naar alle richtin gen, veel makkelijker bereikbaar dan Rothen burg of Dinkelsbühl. Beide laatstgenoemden geven wellicht een nog meer volkomen illusie van middeleeuwsche stad. Hildesheim heeft in de oude stad „slechts" ongeveer 30 pet. antieke huizen. Maar die zijn dan ook voor het meerendeel van een architectonische schoonheid, die voor de beide Duitsche iuweelen niet behoeft onder te doen. En er bestaat in Noord-Duitschland geen kerk, die met de St. Michael in Hildesheim vergeleken kan worden. Als ik een raad mag geven dan is het deze: reist dezen zomer eens naar Soest, naar Hil desheim, naar het Weserberglana, waar de sprookjes van Grimm ontstaan zijn, baron von Mündhhausen in het, keurig bewaard ge bleven, tuinhuisje te Bodenweraer zijn phan- tastische avonturen ten beste gegeven heeft en nog honderden plekken aan overleverin gen als den rattenvanger van Hameln her inneren. Ik weet zeker, dat de lezer er straks geen berouw van hebben zal! Dat dal van den Wezer, dat voor Neder landers zoo gemakkelijk te bereiken is, be hoort overigens tot de prachtigste deelen van het aan natuurschoon zoo rijke Duitschland. En een boottocht op den Wezer van Hameln, van waaruit de reis stroomopwaarts begint, over Bodenwerder, Polle, Holzminden, Carls'hafen, Bursfelde en tal van van andere stadjes en dorpjes naar Hannoversch Mün- chen is zeker niet minder afwisselend en be langwekkend als het eeuwige Rijnreisje, waarvan de bereisde Nederlander nu wel langzamerhand genoeg zal gekregen hebben. Ik zou willen aanbevelen, via Minden Naar Hameln te reizen, daar de boot tot Münden te nemen, en dan nog het korte treinreisje naar Cassel er aan te wagen, al was het alleen maar om daar de zeldzaam fraaie collectie schilderijen te bewonderen, waaronder wat niet ieder lezer weten zal niet minder dan 21 Rembrandts te vinden zijn! Men zal ook in het land van den Wezer de ondervinding opdoen, dat in Duitsche lan den een beminnelijk slag meschen te vinden is. En men zal overbekende Duitsch centra van verkeer kennende verstomd staan over de schoonheid van een streek, die door Nederlanders tot nu toe veel te weinig be reisd is. De Wezer is daar smal en in den zomer zoo ondiep, dat men niet begrijpt, hoe de kapi teins der raderbooten hun weg vinden kun nen zonder op elke honderd meter aan den grond te raken. Zelfs als men hoort, dat deze schepen, die toch honderden passagiers mee nemen en op Zondagen gevaarlijk vol bezet plegen te zijn, nog niet één meter diepgang hebben, kan men toch niet vatten, dat het mogelijk is, ze op den Boven-Wezer veilig omhoog te loodsen. Maar ze komen er, dat is hoofdzaak, en de reis is afwisselend en avon tuurlijk tevens. Nog nimmer heb ik een zoo volmaakt samenleven van rivier en bevol king gezien. Daar kan de Rijn, die al te breed en statig is, eenvoudig niet aan tippen. De sterke en snelle stroom van den Wezer is geen beletsel voor het jonge volk om in zijn golven te baden en met een onverschrokken heid, die men huiverend gadeslaat, de stoom- booten na te zwemmen zich aan de wanden omhoog te trekken, op het roer te klauteren om zich een uur en langer stroomopwaarts te laten meesleepen en zelfs het levensge vaarlijke waagstuk uit te voeren, op den smallen rand der raderkasten te klimmen en zich op snikheete dagen door deze waterval len te laten afkoelen. Metgeen enkel ander Duitschland is het dal van den Wezer tusschen Münden en Hameln te vergelijken. Het heeft ziijn eigen schoonheid. En wil men er Arolsen, Waldeck en omgeving aan vastknoopen, dan zal men ontdekken, waar om onze Koningin Emma met heel haar hart aan haar geboorteland gehecht gebleven is! ROLAND. hoor! Niet te danken, vader, zei Dick. Maar ik wou u vragen, of u een oogenblikje tijd voor m- had? De oude heer stak zorgvuldig een vinger tus schen de bladen van het boek en sloot hot dan. Wel zeker, Richard, antwoordde hij. Wat is er? Nee, daar niet neerzetten. Liever hier bij me. Dick was naar de lessenaar gegaan en stond juist op het punt het blad daarop neer te zet ten. Op verzoek van zijn vader nam hij het weer op en zette het op een tafeltje vlak bij hem. Goed zoo, zei de oude heer tevreden. Dank je wel. Dick voelde zich niet erg op zijn gemak. Hij wist niet, hoe te beginnen. Het gaathet is over een geldkwes tiestotterde hij. De oude heer nam een slokje melk. Dick wil de dat hij maar niet gekomen was. Maar vlak daarop was hij nijdig op zichzelf. Het was im mers onzin om zich nog altijd een kleinen jon gen te voelen in de tegenwoordigheid van zijn vader! Hij plukte eens aan zijn das en begon: Wat ik vragen wou, is dit: hoe kom ik aan een beetje geld? Bent u van plan mij nog een tijdje de toelage te geven, die ik in Oxford van u kreeg? Jo heeft er met me over gesproken en ik Jo? mompelde de oude heer, Jo? O, je bedoelt je zuster zeker? Ja? En nu vond ik het beter er zelf maar eens met u over te komen praten. Er heerschte een drukkend zwijgen in het vertrek, terwijl de predikant zijn glas leeg dronk ep zijn lippen met een vingerdoekje af- W ARMENHUIZEN. Raads vergadering. Vergadering van den Raad der gemeente Warmenhuizen op Vrijdag 4 Juli 1930. Aan wezig waren alle leden behalve de heer Nan- nes. Een schrijven van den heer Donia hield in, dat zijn schrijven betreffend de kwestie van vergoeding voor het in orde brengen van zijn lichtleiding volgens zijn idee niet se rieus was behandeld en hij gaf daarin een uiting van protest. Tevens deelde hij daarin mede, dat hij op zijn verzoek om verminde ring van huishuur nog eens terug hoopte te komen. Uit de nu gehouden besprekingen door de heeren Molenaar en Slot bleek, dat toen dit was behandeld, men van dit punt was afge stapt en toen meer de aandacht was ge schonken aan de gevraagde vermindering van de huur van de woning. De heer Mole naar bleef bij zijn meening dat hij hei billijk vond dat de aanleg in ambtswoningen door de gemeente wordt bekostigd. De heer Slot was het daarmee eens en meende dat het onbillijk was dat de één boven den ander werd bevoorrecht. Wethouder de Groot zeide dat de heer Donia reeds vier lichtpunten gratis had ge kregen en hij zou wel eens willen weten wie dan wel bevoorrecht werd. Daarop antwoordde weth. Swan dat des tijds den heer Rijs wel de aanleg in zijn woning door de gemeente vergoed is gewor den en dat dit de reden was van het schrij ven van den heer Donia. Wethouder de Groot bleef er sterk tegen en deelde mede dat destijds de aanleg In de woning van den heer Rijs was gedaan en betaald zonder dat de raad daarin was ge kend en het toen niet goed was gegaan. De voorzitter meende ook, dat, als men den één het gaf, anderen het ook moeten heb ben. Op voorstel van den heer Slot zal worden onderzocht wat de kosten zouden zijn als voor de andere gemeentewoningen door de ge meente de aanleg zou worden betaald. Mededeelingen De ministers van Fin. van Binn. Zaken deelen mede, dat aan de hand eener voorloo- pige berekening de uitkeering per inwoner wordt geraamd op 4,9757. Volgens weth. de Groot had dit ook wel 5 kunnen wezen. Daar volgens mededeeling van het bestuur van het „Witte Kruis" gebleken is, dat deze vereeniging, gezien het bedrag der verleende bijdrage ad 1500, niet meer in staat is pa tiënten uit te zenden naar een sanatorium, stelden B. en W. voor de subsidie met 600 te verhoogen. Volgens de besprekingen bleek het dat er nog 3 patiënten stonden te wachten om uit gezonden te worden en dit dan niet zou kun nen geschieden wegens de vele aanvragen en de kosten. Ook dat het vorig jaar inplaats van 1500, maar 800 was bijgedragen door de gemeente omreden dit toen voldoende was voor dat jaar. Dan was het ook niet onmogelijk dat de provincie de helft van de verhoogde subsidie zou bijdragen en deze dan voor de gemeente op 300 zou komen te staan. Nadat wethouder de Groot en de raads leden Slot en Molenaar aan hun instemming uiting hadden gegeven, werd het voorstel zonder stemming aangenomen. Voorgesteld werd overeenkomstig het ver zoek van Ged. Staten, den termijn van aflos sing van de geldleening ten behoeve van den aan- en verbouw van bijz. scholen van 40 tot 25 jaren terug te brengen. De heer Slot was hier tegen om Ged. Staten daarin gelijk te geven en meende dat voor dezen aanbouw een termijn van 40 jaar niet te lang is. Omdat dit hoofdzakelijk nieuw bouw is, stelde de voorzitter voor nogmaals te trachten dit te houden op 40 jaar. Voorgesteld werd een besluit te nemen tot het doen van af- en overschrijving op de be grooting 1929 tot een totaal bedrag van 7496 en op den dienst 1930 tot een totaal bedrag van 600. Verder werd voorgesteld de suppletoire begrooting 1929 vast te stel len op 1.856,26 in ontvangst en uitgaat, alsmede een suppletoire begrooting voor den kapitaaldienst, groot 26.320. Wegens de vele betalingen die moeten ge schieden werd goed gevonden dat de kas- geldleening verhoogd wordt tot 35000. Voorgesteld werd vast te stellen eene ver ordening op de heffing van besmettelijke ziektegelden, waarin o.a. bepaald wordt, dat van de ten laste der gemeente komende kos ten is verschuldigd door belastingplichtigen, wier belastbaar inkomen bedraagt 1500 of meer, doch minder dan 2000 25 pCt., van 2000 tot f 3000 50 pCt., van 3000 tot 4000 75 pCt en meer dan 4000 het volle bedrag. De kosten van ontsmetting zijn ten hoogste 40. De heer Slot vond het billijk, dat door die genen die het beter kunnen betalen hieraan gedeeltelijk wordt bijgedragen. De heer Molenaar voelde er niet veel voor en meende, dat het niet noodig is dat hieraan nog wordt bijgedragen. Hij meende dat dit voor enkelen een rem zal zijn om het te laten doen en was bang, dat het daarom zal worden ontdoken en het belang van de ge- meenschap door de gemeente moet betaald worden. Het werd daarna zonder stemming aange nomen met aanteekening dat de heer Mole naar er tegen is. Voorgesteld werd aan C. Vlam een half jaar ontheffing van hondenbelasting te ver- leenen tot een bedrag van 3, alsmede aan K. Wildeboer eveneens tot een bedrag van ƒ3. Goedgekeurd. Bij de rondvraag vroeg de heer van Rijn hoe het staat met de vaste laadplaats van de gemeente omdat nog steeds in den ouden wal bij M. Mosch aardappelen worden geladen. De voorzitter zegde toe hier nog eens op te zullen letten om na te gaan of het verkeer e« de straat daar niet onder lijden. Nadat de heer Molenaar gevraagd ha$ naar de opslagplaats van het vuil, waarvoor inmiddels een geschikte plaats is gevonden, werd de vergadering gesloten. EGMONB AAN ZEE. Een geoefend zwemster overschalft haar krachten. Zaterdagmiddag ongeveer 4 uur bevond zich een alhier in pension zijnde Duitsche dame tusschen de 2de en 3de paal aan het Zuiderstraat, ruim 200 M. in zee. Volgens den gemeenteveldwachter van Egmond-Binnen, den heer Kramer en den jachtopziener, den heer van den Berg, die ter plaatse van de duinèn uit het strand betra den, wekte de dame den indruk een uitstekend zwemster te zijn. Na eenigen tijd, toen beide heeren zich van elkaar verwijderd hadden, hoorden zij vree- selijk gillen. De heer Kramer, die het dichtst in de buurt was, snelde terug en begaf zich gekleed te water. Bovengenoemde dame was toen nog pl.m. 50 M. van het strand verwijderd.- Wetende dat hij geen ge schoolde zwemmer was, vooral niet in het reddend zwemmen, nam hij een in de nabij heid liggende plank mede en waadde zoo ver mogelijk de zee in. Nadat hij den grond onder de voeten ver loren had, had hij de grootste moeite zichzelf boven water te houden. Nietemin slaagde hij er in de plank in de richting van de drenkelinge te duwen. Deze kon haar echter niet bemachtigen, zoodat de redder nogmaals moest trachten de plank in de richting van de drenkelinge te brengen. Na heel veel moeite en gevaar voor eigen leven, bracht de heer Kramer haar behouden op het droge. De oorzaak ligt hierin, dat genoemde dame uitgeput raakte, daar zij haar krachten had overschat. Moge het bovenstaande ter waarschuwing zijn voor velen. De Egmond-Zeeër Reddingsbrigade staat met haar toestellen gereed, doch dan behoort men te blijven in de omgeving van de red- dingskastjes. De alphabetische voordracht voor ge meente-opzichter luidt als volgt: P. Broek te Alkmaar, J. v. d. Plas te Egmond aan Zee en J. Rosing te Egmond-Binnen. EGMOND AAN DEN HOEF. Een lastige zwerver Zaterdagmiddag omstreeks 3 uur kw:am een onbekend persoon het café ,,'t Slot op den Hoef" binnen en verzocht een maatje brande wijn. Daar de man echter al niet meer nuch ter was, weigerde de kastelein hem drank te schenken, waarop hij een glas water ver zocht, wat hem werd gegeven. Zijn opmer kingen waren echter van dien aard, dat men inmiddels de politie waarschuwde. De rijles- veldwachter was spoedig ter plaatse en bracht den onruststoker ter ontnuchtering naar het arrestantenlokaal. veegde. Ja, juist! Juistl Laat eens zien Hoeveel jaar ben je in Oxford geweest? Vier, antwoordde Dick. En als ik het me goed herinner was je toe lage laat eens kijkenjatwee honderd vijftig pond per jaar; is het zoo niet? Ja, zei Dick. Juisten duizend gedeeld door vier geeft precies twee honderd en vijftig, is het zoo niet? Ja, antwoordde Dick, die er niets van be greep. Maar wat wilt u De predikant hief zijn smalle witte hand op. Mag ik je eens vragen, Richard, of je uit Oxford gekomen bent met nog iets op zak? Neen, antwoordde Dick. Ik ben daar aan verschillende lui nog zoowat twintig pond schuldig. Twintig pond? Heusch...» De predikant hief de handen omhoog met een wanhopig gebaar. Twintig pond? Hoe ben je van plan, die te betalen, Richard? Wel, antwoordde Richard, als u me die toelage blijft doorbetalen, dan is het doodge makkelijk. Je toelage? Maar beste jongen, ik heb je nooit een toelage gegeven! Mijn honorarium bedraagt alles en alles twee honderd pond per jaar. Ik kan heusch niet zeggen of ik, door heel zuinig te zijn, je daar nog wat zakgeld van geven kan. Dat zou ik Joyce eens moeten vra gen. Dat lieve kind zorgt voor mijn geldzaken. Dick keek hem stomverwonderd aan. Maar hoe hoe hebt u me dan naar Ox ford kunnen sturen? Qe oude man gipg qaar zijn lessenaar toe eji UITGEEST. Zaterdag: heeft het fanfarekorps „Onder linge Oefening" haar eerste muzikale ronde in het dorp gedaan. Op verschillende plaat sen in de straat heeft het eenige nummers gegeven. Het corps meende dit te moeten doen als dank aan de ingezetenen voor den genoten steun bij de gehouden fancy fair. zette zich neer. Oh! zei hij. Dat was van de twaalf dui zend gulden, die je goeie tante Julia heeft na gelaten. En omdat ik overtuigd was van het groote gewicht van een algemeene ontwikke ling, bestemde ik dat om jou naar Oxford te sturen. Als zij dat niet had nagelaten, zou ik niet geweten hebben, wat ik doen moest. Maar nu was haar nalatenschap net genoeg om je studie te betalen behalve dan die paar hon-* derd gulden, die je nu nog schuld hebt. We zul len eens met onze goeie Joyce moeten praten, wat er aan te doen is. Dick begon zenuwachtig in zijn handen t« wrijven. Nee, nee, vader j.. dat niet. Dat komt wel terechtdaar zal ik zelf wel voor zorgen. Laat dat maar aan mij over. Maak u daarover maar niet bezorgd. Ik wilde alleen maar weten hoe ik er voor stond, dat was alle6. De oude heer leunde achterover in zijn stoel en vouwde de handen samen. Goed! Goed! En nu verder... wat ben je van plan te gaan doen, Richard? Ben je soms van plan mij op te volgen? Nee, vader, ik heb nog geen besluit ge maakt. Ik... ik moet nog eens nadenken... Ik wist tot nog toe niet precies, hoe ik er voor stond. Daar heb je gelijk aan, beste jongen. Neem geen overhaast besluit. Daar is de zaak te gewichtig voor. Maar ik zou het heerlijk vin den te weten, dat ik mijn werk aan mijn zoon kon overgeven. Dick huiverde. Dank u, vaderi* zal er over denken... Hij ging vlug naar de deur en sloot die zachte jes achter zich (Wordl veryolgd)**

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5