DAGBLAD VQDR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Buitenland
Binnenland
No. 158
132e Jaargang.
Dagelgksch overzicht»
De burgerlijke beweging
Britsch-lndië.
in
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIENV
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. COSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37060. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
DL11DAG 8 JllLl 1930
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 2 bladen.
SIR ARTHUR CONAN DOYLE. f
Een zeer begaafd, maar merkwaardig figuur
heengegaan.
Uit Londen komt het bericht, dat de be
roemde Engelsche schrijver Sir Arthur Co
nan Doyle aldaar overleden is.
Arthur Conan Doyle! Wie kent dezen
schrijver niet van naam? Wie heeft zijn
Sherlock-Holmes-verhalen niet gelezen, de
detective-romans, die hem zoo bekend, neen,
beroemd gemaakt hebben?!
Arthur Conan Doyle werd in Mei 1859 te
Edinburg geboren en is dus ruim 71 jaar
geworden. Hij studeerde in de stad zijner
geboorte in de medicijnen en oefende de ge
neeskundige practijk naderhand uit te South-
sea. Later deed hij een reis met een walvisch-
vaarder naar het Noorden en een naar de
.Westkust van Afrika.
Dat Afrika zou hem nog eens onder zijn
inwoners mogen tellen. Gedurende den Boe
renoorlog toch was hij arts in een veldhos
pitaal.
Toch zou Arthur Conan Doyle niet zoo be
roemd geworden zijn, als hij zich niet met de
literatuur had bezig gehouden. In het begin
yan zijn literaire loopbaan had hij weinig
succes, maar toen kwamen de Sherlock-Hol-
mes verhalen, en de auteur werd in een klap
.wereld-bekend! Hij heeft later eens verteld,
aldus lezen wij in het Hbld., dat hij den de
tective maar een heel gewonen naam had wil
len geven en „Holmes"- daartoe geschikt had
gevonden. De naam „Sherlock" kwam hem
in de gedachten, omdat hij als cricketer eens
jegen een goeden speler van dien naam had
gespeeld en zijn elftal het zijne de baas was
gebleven. De combinatie van die twee namen
bleek het te doen.
De lezers waren zoo verzot op Sherlock
Holmes, dat Conan Doyle, die deze figuur
ten slotte had laten sterven om er een eind
aan te maken, den detective weer uit den
dood moest doen opstaan.
Conan Doyle heeft behalve de serie die
hem beroemd maakte ook nog historische ro
mans (The White Company, Sir Nigel) ge
schreven. En een geschiedenis van den Brit-
schen veldtocht in Frankrijk en Vlaanderen
(1915—'20). Hij deed dit op grond van
eigen ervaringen aan het front. In zijn
woonplaats Crowborough in Succex had hij
een vrijwilligerscorps opgericht, waarover hij
vier jaar lang aan het front het bevel voer
de. In den oorlog verloor hij zijn eenigen
zoon en dit verlies heeft waarschijnlijk wel
invloed gehad op de toewijding, die hij het
spiritisme heeft betoond. Zijn boeken van de
laatste jaren zooals „A New Revelation",
„The Vital Message, „The wanderings of a
spiritualist", „The Land of Mist" (een ro
man) en zijn „History of Spiritualism" had
den steeds betrekking op het spiritisme.
Conan Doyle deed proefnemingen in aller
lei landen, o.a. in Amerika met het medium
„Marjori (mevrouw dr. Crandon). Naar
zijn eigen verklaring heeft hij tal van ma
terialisaties van geesten, o.a. die van zijn
zoon en zijn moeder, gezien en gephotogra-
feerd. In 1925 benoemde het Internationaal
Spiritistisch Congres te Parijs hem tot eere
voorzitter. In een museum, door hem ge
sticht, gaf hij een overzicht van de ontwikke
ling van het spiritisme. Daarin zijn ook pho-
to's van geesten, was-afdrukken van handen
van geesten, brieven van gestorven personen
een door Oscar Wilde aan hem gerichte
brief b.v. tentoongesteld.
Ons land heeft Arthur Conan Doyle twee
maal binnen zijn grenzen gehad, de eerste
maal als aanvoerder van een Engelsch
cricket-elftal en de tweede keer als een kun
stenaar, die hier voordrachten hield op uit-
noodiging van het genootschap „Nederland-
Engeland".
De ongeregeldheden te Pesjawar.
Het rapport der commissie, die een onder
zoek instelde naar de ongeregeldheden te
Pesjawar in April j.1. is gisteren gepubli
ceerd. Het onderschrijft volkomen de maar
regelen door de civiele en militaire autori
teiten genomen om de onlusten te onderdruk
ken, waarbij van de vuurwapens gebruik
verd gemaakt.
De Mohammedanen en de
„round table" conferentie.
De bestuursraad van de conferentie van
Mohammedanen van heel Indië heeft met
groote meerderheid een motie aangenomen
om deelneming aan de „round table' confe
rentie aan te bevelen hoewel men het rapport-
Simon onaannemelijk achtte voor de Indische
Mohammedanen daar het niet de noodige
waarborgen voor hen bevatte en bovendien
als reacfionnair werd beschouwd.
Rede onderkoning verwacht.
Woensdag zal de onderkoning in de
Slotzitting van de wetgevende vergadering te
Simla een verklaring afleggen over den hui-
digen toestand. Den volgenden dag zal er
een debat worden gehouden over een crediet
van 631.270 ropijen (ruim 568.000 gulden)
voor de kosten van de Indische delegatie
naar de Londensche conferentie.
De correspondent van de „Times" te Simla
verwacht, dat er met grof geschut zal wor
den geschoten op het plan van de conferentie
en op het rapport-Simon. Hij heeft tot dus
ver, buiten de Europeesche groep van leden
der wetgevende vergadering, nog geen goed
woord over het rapport gehoord. Aan den
anderen kant dient men, zoo voegt hij er bij,
te bedenken dat het tegen de verkiezingen
loopt, zoodat tal van redevoeringen speciaal
voor de kiezers bestemd zijn.
iden geslaagde wetgevende
vergadering.
De wetgevende raad van Bombay, die te
Poona bij zeer warm weer bijeen is, deed al
zijn zaken van gister op normale wijze af in
weerwil van pogingen om de tegenwoordig
heid der ministers te verhinderen.
Vijftig personen te Calcutta
gearresteerd.
De examens in de rechten aan de universb
teit te Calcutta zijn een dag uitgesteld
wegens het posten door mannelijke en vrou
welijke vrijwilligers. Gisteren werden meer
dan vijftig personen gearresteerd in verband
met een inval in de bureaux van het comité
van het provinciaal congres.
Overtreding der boschwet in Berar.
Zondag zijn 8000 vrijwilligers, vormende
de eerste groep die de boschwet gaat over
treden, naar Poesad vertrokken. De vrijwil
ligers, aan wie door de bevolking uitgeleide
werd gedaan, waren volledig toegerust; zij
hadden bijlen bij zich, maar ook ziekenauto's,
geneesmiddelen en een bevoegd geneesheer.
Huldebetooging voor Gandhi,
botsing met de politie.
Eveneens trok een groote optocht naar de
gevangenis van Yeravda om hulde te brengen
aan Gandhi, nu hij twee volle maanden in de
gevangenis heeft gezeten. De stoet werd te
gengehouden door de politie. E>e betoogers
hurkten op den weg neer van des avonds tot
één uur vanmorgen. De politie deelde den
leiders mede, dat zij een onwettige bijeen
komst vormden, doch de menigte wierp de
politie met steenen en bloempotten, waar
door verscheidene politiemannen werden ge
wond. Ten slotte chargeerde de politie met
latbhi's (lange bamboestokken).
Tien personen waaronder een brigadier van
politie werden in het ziekenhuis opgenomen
De demonstraties te Poona.
De demonstraties te Poona, waaraan on
geveer 15000 personen deelnamen, werden
door de politie zonder incidenten uiteen ge
dreven. Wegens bet posten voor de ministe-
rieele gebouwen en voor de gebouwen van
de wetgevende vergadering werden 25 per
sonen gearresteerd. De commissie der wet
gevende vergadering te Simla tot regeling
van de betrekkingen tusschen Hindies en
Mohammedanen moest haar besprekingen
vopr onbepaalden tijd verdagen, daar wegens
het wegblijven der Hindoes besprekingen niet
mogelijk waren.
NA DE ONTRUIMING VAN HET
RIJNLAND.
De relletjes in het ontruimde
gebied.
Omtrent het bezoek van den Franschen
ambassadeur te Berlijn bij den Duitschen
rijksminister van buitenlandsche zaken in
verband met de relletjes in het ontruimde
Rijnland tegen de voormalige separatisten,
wijzen de Fransche bladen er op, dat er geen
nota-wisseling heeft plaats gehad, doch dat
de gezant slechts mondeling het leedwezen
der Fransche regeering heeft meegedeeld.
De Echo de Paris constateert met verba
zing,, dat met uitzondering van de Voor
waarts alle Duitsche bladen op het stand
punt blijven staan, dat de incidenten tegen
de separatisten een aangelegenheid van zui
ver binnenlandsche politiek zijn.
DE EUROPEESCHE FEDERATIEVE
STATEN-BOND.
Het Italiaansch antwoord op
het memorandum Briand.
Het ministerie van buitenlandsche zaken
heeft den tekst gepubliceerd van het Italiaan-
sche antwoord op het memorandum van
Briand.
Dit antwoord is in twee gedeelten opge
steld. In het eerste gedeelte neemt Italië ken
nis van de gedane voorstellen, waarbij het
constateert, dat het er om gaat een systeem
van samenwerking te bespreken, dat geba
seerd is op het respecteeren van de absolute
soevereiniteit en politieke onafhankelijkheid
van alle staten. De fascistische regeering wil
hieraan een uitgebreide interpretatie geven
met de bedoeling vast te leggen, dat de rech
ter. der kleine staten worden gewaarborgd en
dat ook het laatste onderscheid, dat nog zou
kunnen bestaan tusschen overwinnaars en
overwonnenen moet verdwijnen. Vervolgens
stelt Italië dan voor ook Sowjet-Rusland en
Turkije uit te noodigen.
In het tweede gedeelte van het antwoord
gaat de Italiaansche regeering de verhou
ding na tusschen de Federale Unie en de
buiten Europa gelegen landen en den Vol
kenbond. De Italiaansche regeering spreekt
zich uit tegen een project, dat de strekking
zou hebben om in een Federale Europeesche
Unie een reproductie te geven van den Vol
kenbond met een algemeene vergadering en
een raad, waarin enkele staten zitting heb
ben. Alle staten, de grootsten zoowel als de
kleinsten, moeten een gelijk deel hebben in de
functionneering van de Unie en moeten een
permanente plaats bekleeden in den Raad.
Duitsche kabinetszitting over
het memorandum van Briand.
Het Rijkskabinet heeft tot in de late avond
uren een zitting gehouden, waarin het zich
bezig hield met het Duitsche antwoord op
het memorandum van Briand.
DE BESPREKING VAN HET VLOOT-
VERDRAG IN DEN AMERIKAAN-
SCHEN SENAAT.
58 Senatoren, d.w.z. negen meer dan het
vereischte quorum hebben gisteren deelgeno
men aan de zitting van den Senaat ter be
spreking van het vlootverdrag van Londen,
welks ratificatie door president Hoover in
een speciale boodschap verzocht was. In zij
ne verklaring zeide Hoover o.a. het volgende:
Het is in de eerste plaats noodzakelijk het
vlootverdrag te ratificeeren om de foutieve ge
ruchten en interpretaties, die verspreid zijn
tegen te gaan. Wanneer wij thans niet kun
nen komen tot een beperking en vermindering
der vlootbewapening, zullen wij achteruit
gaan, in plaats van verder voort te schrijden
op den weg van den vrede. Wij verwachten
natuurlijk tegenstand van den kant van die
groej>en, die een groote militaire kracht voor
het Amerikaansche volk voorstaan. Wij zul
len denzelfden tegenstand te overwinnen heb
ben, als geboden werd in Groot-Brittannië en
Japan, maar ik ben ervan overtuigd, dat de
meerderheid van het Amerikaansche volk
zich zal verzetten tegen de meening van de
groepen, die vijandig staan tegenover het
verdrag. Het eenig alternatief, aldus Hoover,
dat overblijft, is over te gaan tot vlootaan-
bouw, met al de daaraan verbonden onzeker
heid, haat en rancune, welke tenslotte tot
rampen leiden. Het is dwaasheid te denken,
dat wij, oendat wij hét rijkste volk zijn, alle
andere landen kunnen overtreffen. De andere
volkeren zullen alle mogelijke offers brengen
om hun verdedigingsmiddelen op peil te hou
den met de onze en wij zullen in dat geval
niet anders doen dan al hun haat en rancune
te voegen bij den militairen last, die wij hun
zouden opleggen. Wij behoeven slechts onder
oogen te zien, hoe de toestand was in 1914
om een voldoende bewijs te vinden voor de
nutteloosheid van bewapeningswedloop.
Geen enkel criticus heeft nog aangetoond,
dat wij met onze militaire en luchtmachten en
met de maritieme macht, gelijk deze in het
verdrag staat omschreven, benevens met alle
hulpbronnen van het land onze verdediging
niet zouden kunnen verzekeren. Het vlootver
drag beteekent een groote stap naar de ont
wapening en naar den wereldvrede.
HET COCAINE-DRAMA TE BRUSSEL
De dood der cabaretdanseres
madeleine Cariaux.
Voor de 19e kamer der Brusselsche correc-
tionneele rechtbank is gedurende twee dagen
een dier groote stadsdrama's behandeld,
welke zich in een duitere, halfmondaine sfeer
voltrekken en naast sensatie steeds een ge
prikkelde nieuwsgierigheid wekken.
Men herinnert zich dat een goede maand
geleden een jonge vrouw, madelaine Cariaux,
danseuse in nachtgelegenheden, dood werd
f wonden in de garconnière van mr. Roger
annoy, een drie en dertig-jarige Brussel
sche advocaat, bekend type in de uitgaande
wereld. De dood werd toegeschreven aan het
overmatig gebruik van cocaïne, die haar met
misdadige doeleinden door Lannoy zou zijn
toegediend.
Zes beklaagden hadden zich voor de recht
bank te verantwoorden: Roger Lannov, Hil-
degarde Hartwich, mannequin van beroep,
en nog vier personen, allen beschuldigd van
het in bezit hebben en het verhandelen van
verdoovende middelen.
De debatten gedurende de behandeling
van het proces hebben het zedelooze leven
van de hoofdbeklaagden, die tot de categorie
van nachtclubsbezoekers, drinkers en spelers
behoorden, blootgelegd. Madelaine Cariaux
was aanvankelijk de minnares van Robert
Lannóy, daarna had zij plaats gemaakt voor
Hildegarde Hartwich en had zij zich „ver
loofd" met den kunstschilder Marcel Stob-
baerts, een bekende figuur in het Brusselsche
kunstleven. De vrienden- en vriendinnenkring
van Lannoy maakte zich schuldig aan het
gebruik van verdoovende middelen, die uit
allerlei mysterieuze kanalen werden toege
voerd. Een poel van verderf en zonde, waar
in het troepje langzaam ten onder ging. Lan
noy bracht eerst madeleine Cariaux, daarna
Hildegarde Hartwick er toe cocaïne te ge
bruiken; hij diende het haar op alle moge
lijke manieren toe, vermengde het in whiskey.
Madeleine Cariaux, die zich onweerstaan
baar tot Lannoy aangetrokken voelde, kon
hem niet loslaten, ook niet toen zij met Stob-
baerts in het huwelijk zou treden. Haar
plaats was echter door Hildegarde Hartwick
ingenomen Wat er precies gebeurd is,
weet men niet, doch in April j.1. op een mid
dag omstreeks vijf uur werd madeleine
Cariaux dood gevonden ten huize van Rabetf
Lannoy, die verzekert dat zij met opzet tij
dens zijn afwezigheid een groote dosts
cocaïne heeft genomen om een einde aan haar
leven te maken, terwijl er echter teekenen
zijn, die er op wijzen dat Lannoy haar de
dosis heeft toegediend, hetzij omdat hij zelf
was beneveld en niet meer wist wat hij deed,
hetzij om zich van haar te bevrijden.
Robert Lannoy werd wegens het in bezit
hebben van cocaïne en het verspreiden ervan
tot een gevangenisstraf van een jaar veroor
deeld. en wegens dood door schuld (het onbe
heerd laten staan van een flacon, welks in
houd. naar hem bekend was, gevaarlijk was)
tot drie maanden gevangenis. Hildegarde
Hartwich kreeg drie maanden.
De vier handelaren in verdoovende midde
len werden tot een jaar gevangenisstraf ver
oordeeld.
NA DEN BOLIVIAANSCHEN OPSTAND.
De Duitschers in een netelige
positie.
Het „Berl. Tageblatt" meldt uit La Paz dat
de positie der in Bolivia wonende Duitschers
tengevolge van de volkswoede tegen generaal
Kund't netelig geworden is. De leden der
Duitsche kolonie begaven zich naar het mi
nisterie en verzochten om bescherming van
hun particuliere woningen en hun zakenge-
bouwen daar zij bang zijn voor plunderingen.
Het ministerie eischte een verklaring van
hen, dat de DuitsChe bevolking zich niet zou
mengen in Boliviaansche aangelegenheden.
Deze verklaring werd verstrekt.
De woning van generaal Kundt is door de
volksmenigte geplunderd1. Kundt vertoeft nog
steeds in het Duitsche gezantschap Men
neemt aan dat hem zal worden toegestaan
het land te verlaten.
DE REIS VAN HINDENBURG NAAR
HET RIJNLAND.
Acht Frankrijk deze ongewenscht?
Volgens de „Echo de Paris" heeft Briand
door den Franschen ambassadeur te Berlijn
een démarche bij president von Hindenburg
late|i doen om dezen te verzoeken zijn reis
naar het Rijnland nog wat uit te stellen. Hij
haalt het voorbeeld van 1870 aan toen noch
MacMahon noch Thiers een reis naar de
door de Duitsche troepen ontruimde gebie
den maakten.
Hindenburg zou hebben geantwoord dat
door de bezetting van 1870 een rechtstreeksch
gevolg van de overwinning der wapenen
was, terwijl de jongste bezetting rechtstreeks
voortsproot uit een politieke daad van den
wapenstilstand.
GROOTE OVERSTROOMINGEN IN
HET NOORDEN VAN JAPAN.
Tal van dooden; duizenden
dakloos.
Volgens een telegram uit Tokio hebben
groote overstroomingen in de provincie Ja-
magata, ongeveer 2'50 K.M. ten Noorden
van Tokio, groote verwoestingen aangericht.
Het aantal dooden bedraagt 27. Duizenden
personen zijn dakloos. De rivieren zijn 5 M.
gewassen. De schade wordt op ruim een mil-
lioen gulden geraamd. De spoorweg is door
een aardverschuiving versperd. Bruggen en
wegen werden verwoest. De oogst is vernield.
ZWAAR WEER IN HET ZUIDEN VAN
FRANKRIJK.
De vlieghaven van Lyon geteisterd.
'Het zware onweer heeft in Zuid-Frankrijk
enorme schade aangericht. Te Lyon maakte
een wervelwind in nauwelijks tien minuten
de vlieghaven tot een ruïne. Verscheidene
hangars stortten in. Zes vliegtuigen werden
zv.raar beschadigd.
EEN LONDENSCH POSTBEAMBTE
BEROOFD.
In de Londensche City werd gisteren een
brievenbesteller een postzak met aangetee-
kende brieven ter waarde van 1000 ont
roofd. De dieven wachtten hem in een auto
mobiel op en rukten hem den zak van den
rug. Zij wisten ongehinderd te ontkomen.
Een achtervolging, die door een aantal bur
gers op touw werd gezet, bleef zonder resul
taat.
DE VESUVIUS WERKT WEER.
Een langdurige lava-uitbarsting.
Maandagavond om 18.45 uur had een uit
barsting van vloeibare lava uit de Vesuvius
plaats, vergezeld van hevige explosies.
Spoedig ontstond daarop aan de beneden
Westzijde van den krater een opening, waar
uit lava stroomde, 's Avonds om 9 uur
duurde de uitbarsting nog voort. De lava is
in den N. W. sector van den krater ge
stroomd en heeft alle kleine openingen ge
vuld.
BLOEDIGE STRIJD IN AMERIKA
TUSSCHEN BLANKEN EN NEGERS.
Zes vechtersbazen gedood.
Zes personen verloren Zondagavond het
leven, als gevolg van een vinnig gevecht tus
schen blanken en negers te Emelle (Alabama).
Het gevecht begon tusschen een neger en
een blanke. Twee andere negers mengden
zich in den strijd, een hunner sloeg den
blanke met een flesch op het hoofd. Een oom
van den blanke kwam hem te hulp doch werd
door een neger met vier schoten in den rua
gedood.
De drie negers namen vervolgens de wijk
in een huis van een vriend, dat weldra door
een verwoede menigte blanken werd om
singeld.
Er ontstond een revolvergevecht, waarbij
nog een blanke en een neger werden gedood.
De blanken bestormden het huis en staken
het in brand. Onder de puinhoopen vond men
later twee lijken van negers, die in de vlam
men waren omgekomen.
Gistermorgen vond men het lijk van den
neger, die den blanke met een flesch had ge
slagen, opgehangen aan een boom. Hij was
het slachtoffer geworden van de wraak der
menigte.
De gevechten tusschen negers en blanken
duren nog voort. De politie zoekt den moor
denaar van den oom.
DE INVALLEN DER KOERDEN.
Koerdische opstandelingen ge*
bcmbardeerd.
Aan de Perzisch-Koerdische grens hebben
Turksche vliegtuigen Koerdische opstande
lingen gebombardeerd. Door het bergland
schap was het moeilijk het resultaat te beoor-
deelen. Het aantal opstandelingen wordt op
10.000 geschat. Verscheidene nomaden stam
men, die in den regel op Perzisch gebied
rondtrekken hebben zich bij hen aangesloten.
Drie Turksche vliegtuigen werden bij den
laatsten aanval naar beneden geschoten. Het
gerucht, dat de Turken bij vervolging van
opstandelingen de Perzische grens zou heb
ben overschreden wordt van Turksche zijde
tegengesproken.
Een nota aan Perzië.
Naar de „Times" uit Konstantinopel ver
neemt heeft Turkije een scherpe nota aan de
Perzische regeering overhandigd, waarin
wordt aangedrongen op de onmiddellijke
doorviering van energieke maatregelen om te
voorkomen, dat Koerdische stammen de Turk
sche grens overschrijden.
Zooals men weet, hebben in de nabijheid
yan de Ararat verbitterde gevechten tusschen
Turksche soldaten en Koerden plaats gehad.
DE INVOER VAN RUSSISCH HOUT IN
AMERIKA.
In verband met de protesten van impor
teurs en handelaren tegen de beslissing, dat
Russisch hout niet in de Vereen. Staten mag
worden ingevoerd, weren van de zijde van
het ministerie van financiën nadere inlich
tingen ingewonnen. Belanghebbenden zijn van
meening, dat dit hout niet verkregen is door
gedwongen arbeid.
Het ministerie heeft meegedeeld1, dat het
binnenkort een nieuwe beslissing zal nemen.
Daar een groot aantal scheepsladingen
hout onder weg is naar de Vereen. Staten
wordt de definitieve beslissing met spanning
tegemoet gezien.
IN DE BADINRICHTING VERDRONKEN,
In de badinrichting in den Dinkel te Dene
kamp is gistermorgen de 26-jarige F., woon
achtig te Den Haag, verdronken. F. was be
zig om onder leiding van den badmeester te
leeren zwemmen in het ondiepe gedeelte van
het bad, toen de badmeester even werd weg
geroepen om met iemand af te rekenen. Hij
verzocht den heer F. een oogenblik te blijven
staan. Wat in de korte afwezigheid van den
badmeester nu is voorgevallen, kon niet goed
worden nagegaan. Waarschijnlijk is echter,
dat F. plotseling een hartverlamming gekre
gen heeft, aangezien men, toen men er na
een half uur in slaagde zijn lijk op te vis-
schen, constateerde, dat zich hoegenaamd
geen water bevond in de maag. Den bad
meester treft dan ook niet de minste schuld-
BRANDALARM VOOR HET RIJKS
MUSEUM.
Een kwajongensstreek
Een telefonische melding aan het hoofd
bureau brandweer: „U spreekt men den di
recteur van het Rijksmuseum; er is brand in
het gebouw" had gister tot gevolg, dat in al
le kazernes der brandweer de alarmklok luid
de. Weldra waren dan o.ok tal van brand
weervoertuigen op weg naar het museum. In
minder dan geen tijd wemelde het van de be
kende roode voertuigen bij het gebouw.
In het museum wist men echter van niets;
ook de directeur niet. Het was een onhebbe
lijke kwajongen geweest, die deze gevaarlijke
grap had uitgehaald, gevaarlijk, omdat men
nooit weten kan, of misschien op een ander
punt van de stad niet werkelijk de hulp van
de brandweer noodig zou kunnen zijn en zij
door zulk een streek later verschijnen zou,
dan wanneer de nu noodeloos uitgerukte
voertuigen ter beschikking waren geweest
EEN BESCHONKEN MAN
OVERREDEN.
Te Kwadendamme, gemeente Hoedeken»,
kerke, is in den afgeloopen nacht het lijk ge
vonden van den 43-jarigen P. R. uit Schone,
die zich waarschijnlijk onder den invloed
van sterken drank op den openbaren weg had
te slapen gelegd en vermoedelijk door een
vrachtauto is overreden.
Het slachtoffer was ongehuwd