DAGBLAD YQDR ALKMAAR EN OMSTREKEN. EEN VERRASSENDE DAG IN HET DUITSCHE RIJK. Buitenland DE DEKKINGSVOQRSTELLLEN IN DEN RIJKSDAG. DE EUROPEESCHE STATENBOND. De burgerlijke beweging in Britsch-lndië. lo. 165 WOENSDAG 16 JULI 1930 132e Jaargang. De Rijkspresident niet naar de bevrijdingsfeesten, Zijn brief en de gevolgen daarvan. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELEEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37060. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 2 bladen. DAGELIIKSCH OVERZICHT. Gistermiddag is een groot deel van het Duitsche rijk in rep en roer geweest, doordat rijkspresident von Hindenburg een schrijven aan den Pruisischen minister-president heeft gericht met een verrasenden inhoud. In dat schrijven verklaarde de president niet meer en niet minder, dan dat hij niet zou deelnemen aan de vrijheidsfeesten in Coblenz op 22 Juli a.s. Indertijd had von Hindenburg een uitnoo- diging aangenomen, in de veronderstelling, da iedereen aan die feesten kan deelnemen, dus ook de Stahlhelm en de Frontsoldaten, wier verbod om optochten te organiseeren hij in strijd met de wet achtte, zoodat hij ver wachtte, dat dit verbod zou worden opge heven in Rijnland en Westfalen. Daar dit echter niet het geval is geweest, kunnen deze bonden niet aan de feesten deel nemen. Deze ongelijke behandeling is voor den rijkspresident onduldbaar en daarom schreef hij o.m. het volgende in zijn boven- genoemden brief: „Ik kon het met mijn grondwettigen plicht tot onpartijdigheid niet overeenbrengen aan bevrijdingsfeesten deel te nemen, waarvan een deel der staatsburgers door een, volgens mijn opvatting, 'niet gerechtvaardigd verbod uitgesloten is. Tot mijn leedwezen heb ik daarom moeten besluiten mijn toezegging tot deelneming terug te nemenom dezelfde reden heb ik ook mijn voorgenomen bezoek aan Trier, Aken en Wiesbaden afgezegd en zoolang uitge steld als de vermelde toestand gehandhaafd blijft". De reis van den rijkspresident naar Mainz zal volgens het voorgenomen plan plaats .vinden. In den avond van 20 Juli zal de riikspre- 6ident rechtstreeks naar Berlijn terugkeeren. Nog verneemt het W. B. dat de Stahlhelm voldoende waarborgen gegeven heelt zich te onthouden van elk soort militaire handeling. De Pruisische regeering is bijtijds ervan op de hoogte gebracht, dat het bezoek van den rijkspresident achterwege zou blijven, ingeval het verbod van de Stahlhelm niet voor dien tijd zou zijn opgeheven. Ook Coblenz krijgt bericht. Nadat rijkspresident von Hindenburg bo venstaand schrijven aan den Pruisischen minister-president had gezonden, heelt hij aan den eersten burgemeester van Coblenz het volgende telegram gezonden: „Tot mijn diep leedwezen, moet ik om rede nen, welke uiteengezet zijn in mijn heden ge publiceerd schrijven aan den ministerpresi dent van Pruisen, voorloopig afzien van mijn voorgenomen bezoek aan Uw stad. Ik hoop echter, dat de redenen, die mij tot dezen maat regel dwingen, spoedig zullen zijn verdwe nen, zoodat ik daarna dan mijn bezoek kan brengen." Tegelijkertijd is een telegram van den rijkspresident van denzelfden inhoud bij het „Oberpresidium" ontvangen. Een antwoord van president Braun aan von Hindenburg. Het schrijven van von Hindenburg heeft groote opwinding veroorzaakt en al dadelijk heeft de Pruisische minister-president Braun een antwoord samengesteld en dat aan von Hindenburg toegezonden. Het luidt als volgt: Hoog geëerde Heer Rijkspresident! Uit uw schrijven van 15 juli 1930 moet ik tot mijn leedwezen opmaken, dat U uw deel neming aan de Rijnlandsche Bevrijdingsfees ten in het Pruisische gebied thans van de we- dertoelating der in de Rijnlandprovincies en Westfalen ontbonden troepen van den Stahl helm en de Frontsoldaten afhankelijk maakt. Ik acht dit des te bedroevender, daar daar door een wanklank gehoord wordt bij de Be vrijdingsfeesten. Ten einde, Mijnheer de Rijkspresident, aan uw wensch tot wedertoelating van den Stahl helm in de provincies van Rijnland en West falen tegemoet te komen, heeft de Pruisische minister van binnenlandsche zaken met mijn goedvinden het Bondsbestuur van den Stahl helm ten aanzien van het schrijven van 14 Juli 1930 de wedertoelating der in deze pro vincies ontbonden groepen dezer vereeniging in het uitzicht gesteld. In dat schrijven, waat- aan ook gij, mijnheer de rijkspresident, refe reert, heeft de Pruisische minister van bin nenlandsche zaken uiteengezet, dat hij tegen een nieuwe vorming der ontbonden troepen van den Stahlhelm in de provincies Rijnland en Westfalen geen bezwaren zou inbrengen, wanneer de leiding van den Stahlhelm garan tie voor een toekomstige, de bestaande wet ten niet overtredende bevestiging, zou geven. Voor 'n dergelijken eisch bestond aanleiding, daar aan den ernst der garanties van den Stahlhelm op grond van zijn houding tot nu, toe, gerechtvaardigde twijfel mocht worden gekoesterd, die slechts door bizondere belof ten der verantwoordelijke Bondsbestuurders zou kunnen worden ter zijde gesteld. Een antwoord van den Stahlhelm op het schrij ven van den Pruisischen minister van bin nenlandsche zaken is nog niet binnengeko men. Uw opvatting, mijnheer de rijkspresident, dat de ontbinding van den Stahlhelm in Rijnland en Westfalen in strijd zou zijn met de letter der wet van 22 Maart 1921 (Rijks staatsblad pag. 235) kan ik niet deelen. In tegendeel moet ik vaststellen, dat de wettig bevoegde overheid, Pruisen en het Duitsche Rijk, eensgezind het verbod hebben uitge vaardigd op grond van onweerlegbaar feiten materiaal. Ik ben nog steeds bereid de hernieuwde or ganisatie van den Stahlhelm toe te staan in dien ik in staat zou zijn de inzake den Stahl helm gegeven beloften te aanvaarden en al dus de wettigheid van de toekomstige hou ding van den Stahlhelm als gewaarborgd zou kunnen beschouwen. Dit zou mogelijk zijn, indien de Stahlhelm de vereischte ver klaring betreffende den geldigen wetstoestand zou afleggen en daarmede de hinderpaal uit den weg zou ruimen, welke de deelneming aan de Bevrijdingsfeesten in den weg staan, Ik hoop, dat het gelukken zal de bezwaren, die bestaan inzake uw reis door het Rijnland nog op te heffen en dat het de bevolking ver gund moge zijn U bij de Bevrijdingsfeesten te kunnen begroeten. w.g. Braun". Consternatie in den rijksdag. Ook in den rijksdag heeft het schrijven van von Hindenburg groote consternatie verwekt. Alle andere vraagstukken, tot zelfs de kwestie der dekkingsvoorstellen, zijn hierdoor op den achtergrond geraakt. Voor de meeste le den was de brief een absolute verrassing. In een zitting van de Duitsch-Nationale Rijksdagfractie werd van het schrijven onder levendigen bijval kennis genomen In toonaan gevende sociaal-democratische kringen ziet men in dit schrijven een bron van een con flict en is men van meening, dat het een be wuste poging is om de Pruisische regeerings- coalitie in moeilijkheden te brengen. Het Centrum laat voorshands een beoordeeling omtrent de gevolgen van dit schrijven achter wege. In den Rijksdag was ook aanwezig de leider van het Centrum in Pruisen, de afge vaardigde Hess. Het Pruisische kabinet heeft onmiddellijk na de publicatie van het schrij ven van Von Hindenburg een ministerraad bijeengeroepen. Berlijnsche persstemmen naar aanleiding van Von Hinden- burg's brief. In een gedeelte der Berlijnsche avondbla den wordt het schrijven van den Rijkspresi dent, Von Hindenburg, aan den Pruisischen minister-president, Braun, gecommentari eerd. De Deutsche Tageszeitung schrijft: „Het is teekenend voor de partij-po litieke verblinding van de in Pruisen heer- schende sociaal-democratie, dat de vertegen woordiger van Thuringen, minister-president Braun, niet voor een dergelijke ernstige pro vocatie van den Rijkspresident is terugge deinsd". DA Zis van meening, dat niets be hoeft te worden toegevoegd aan den duide- lijken, manlijken en karaktervollen brief van den Rijkspresident. Het blad eischt de onmid dellijke telegrafische convocatie van den Pruisischen Landdag ten einde stelling te ne men tegen de onmogelijke houding der Prui sische regeering. DeNachtausgabe wijst er op, dat de Rijkspresident ook afziet van een bezoek aan Wiesbaden, waar het Stahlhelmverbod niet geldt. Daarom zou de brief een opheffing beteekenen der betrekkingen tusschen den Rijkspresident en de Pruisische regeering. De democraten ontevreden. De Democratische Rijksdagfractie deelt mede: Het schrijven van den Rijkspresident aan den min.-president van Pruisen, Braun, heeft in de fractiezitting der Democratische Partij ernstige bezwaren doen rijzen. Rijksminister Dietrich werd ter vergade ring ontboden en begaf zich na de zitting di rect naar den Rijkskanselier, ten einde dezen om opheldering te verzoeken. De fractie heeft een interpellatie in voorbereiding. De afgevaardigden Koch en Meyer hebben opdracht nog tijdens de plenaire zitting per soonlijk met den Rijkskanselier te confereeren, waartoe dr. Brüning zich bereid heeft ver klaard. Rijkskanselier Bruning in den Rijksdag, In de zitting van den Rijksdag van gisteren nam Rijkskanselier Dr, Bruning het eerst het woord bij de debatten over de dekkingsvoor stellen. Hij constateerde, dat het in verband met den algemeenen politieken toestand en de wekenlange onderhandelingen niet noodig is, over deze aangelegenheid veel te zeggen. Het volk eischt de beslissing en geen ougave van redenen. Op het land rust een gevoel van onzekerheid, dat voor de ontwikkeling van het bedrijfsleven remmend werkt. Helaas is het een feit, aldus Dr. Bruning, dat de motieven der Rijksregeering voor haar urgente maatregelen niet overal worden begrepen. Onze economische toestand heeft zich ontwikkeld op een wijze, zooals wij de laatste drie decennia niet hebben beleefd. Wij staan voor een prijsrevolutie van internationalen aard, die niet alleen de Duitsche regeering zal dwingen zich bij de staatsbegroo- ting met de uiterste nauwgezetheid van haar taak te kwijten. Een groot aantal producten wordt reeds be neden vooroorlogsche prijzen verkocht. Steeds meer wordt het duidelijk, dat wij niet met een conjunctuur depressie van voorbijgaanden aard hebben te doen, maar met een geheele wijziging in de structuur van den wereldhandel. Om de zen reden staat iedere rijksregeering voor ont zaglijk moeilijke problemen. Wanneer in deze momenten een rijksregeering er van zou afzien alle noodzakelijke maatregelen direct uit te voeren, dan zou zij haar plicht tegenover de ge schiedenis en het Duitsche volk smadelijk ver zaken. Daarom moeten wij den moed hebben voor de saneering der financiën en de sociale verzekering nieuwe offers der partijen te ver langen. Als wij allen onze plicht doen, is er geen reden om tot onbeperkt pessimisme te vervallen. Voor de bizondere structuur van het Duitsche bedrijfsleven beteekent de prijsdaling geen helling, maar het begin van een opwaart- sche helling. De bedoeling van de uitvoering van al deze maatregelen, aldus de Rijkskanselier, ook van die door de regeering voorgestelde verdere her vormingen, is evenwel dat allereerst het deficit vafi de Rijksbegrooting wordt gedekt. Daar voor zijn geen andere mogelijkheden dan die door de regeering zijn voorgesteld. Het doel der regeeringspolitiek is een politiek op langen termijn volgens een omlijnd plan uit te voeren. Alle werkzaamheden zouden tevergeefs zijn, wanneer het parlement thans niet de verant woordelijkheid zou willen dragen, zijn plicht te vervullen. De Rijksregeering is er vast van overtuigd dat de Rijksdag, alle moeilijkheden ten spijt, zijn medewerking zal verleenen. Er is voor den Rijksdag een belangrijk oogenblik aangebroken. Democratie en parlement zullen door den moed, de verantwoordelijkheid ook voor onpopulaire maatregelen te dragen, het best worden ge diend. Mocht de Rijksdag deze verantwoorde lijkheid niet op zich nemen, dan zal de rijks regeering in het belang der democratie van alle constitutionneele middelen ter dekking van het deficit op de Rijksbegrooting gebruik ma ken. De Rijksdagdebatten een unr geschorst. Na de rede van den Rijkskanselier stelde de Centrumafgevaardigde Esser voor niet over te gaan tot de algemeene debatten over de dek kingsvoorstellen, maar slechts over de eerste paragraphen te debatteeren met spreektijden van een kwartier en dan direct de beslissing over deze paragraphen te nemen. Door de sociaal-democraten werd hierna een voorstel ingediend, de zitting voor den tijd van een uur te schorsen, opdat de fractie allereerst haar meening zou kunnen bepalen tot het voor stel van afgevaardigde Esser. Dit schorsingsvoorstel werd met de stemmen der regeeringspartijen aangenomen. Communistische motie van wantrouwen. De Communistische Rijksdagfractie zal bij de behandeling van de dekkingsvoorstellen een motie van wantrouwen indienen tegen het Rijkskabinet. Het Duitsche antwoord op memorandum van Briand. het De Duitsche Rijksregeering heeft gisteren door tusschenkomst van den Duitschen am bassadeur te-Parijs haar antwoord op het memorandum van Briand inzake de Euro- peesche Federatie overhandigd. In het antwoord, staat o.a.: De Duitsche Regeering heeft met genoegen geconstateerd, dat de Fransche regeering het Europeesche probleem in zijn bizonderheden ter overwe ging heeft voorgelegd. Geen land kan het gebrek aan structuur sterker ontwikkelen en geen land heeft bij de opheffing van dit ge brek grooter belang dan Duitschland. Daar om is de Duitsche regeering bereid aan de oplossing van het probleem mede te werken Allereerst dient geconstateerd welke onder- wernen der internationale betrekkingen voor een overeenkomstig Europeesche regeling in aanmerking komen. Een Europeeech program moet materieel en democratisch en zoo elas tisch mogelijk geformuleerd worden. Ook de uitsluiting van landen in Europa, welke geen deel uit maken van den Volkenbond, zooals Sovjet Rusland en Turkije, dienen in een zoodanig verband te worden opgenomen. De Duitsche regeering is het geheel met de Fransche eens, dat de noodtoestand van Europa in hooge mate afgeteekend wordt door de huidige politieke constellatie van ons continent. Daarom kunnen wanneer men de bestaande moeilijkheden geheel en al ter zijde wil stellen, deze politieke oorzaken n;et worden voorbijgegaan. Daaromtrent heeft de Duitsche regeering, als richting waarin de oplossing van deze politieke problemen moet worden gezocht, als bekend te onder stellen: „Alle pogingen tot verbetering van den politieken toestand in Europa zal afhan gen van de basis volgens welke de volle ge lijkberechtiging, de gelijke veiligheid voor allen en een vreedzame uiwisseling van na tuurlijke levensbehoeften der volkeren wor den toegepast. Waar bestaande verhoudingen strijdig zijn met deze grondslagen, zullen werkzame middelen ter verandering hiervan moeten worden aangewend. Het zou, aldus het antwoordmemorandum, geen vooruitzich ten geven, indien men een nieuw Europa op een fundament zou bouwen, dat niet voor ont wikkeling zou vatbaar zijn. Op zuiver econo misch gebied kunnen ongetwijfeld mogelijk heden in het belang van den Europeeschen vooruitgang worden beut. Een engere sa menwerking op dit gebied behoeft niet afhan kelijk te worden gesteld van het scheppen van een grootere veiligheid. Het onderzoek naar den nood van Europa moet uitgaan van de crisis in den landbouw en het tekort aan afzetgebied voor de industrie, en de mid delen en uitwegen moeten zoeken, om de uit wisseling van goederen in de overwegend agrarische en overwegend industrieele gebie den van Europa te vergemakkelijken. In het bizonder dient daarbij het oog te worden ge houden de Europeesche Tarievenpolitiek. Vervolgens worden vragen betreffende de or ganisatie besproken en er met nadruk op ge wezen, dat de Volkenbond door dit Europee sche streven niet mag lijden. Een officieel Duitsch communiqué. Van officieele Duitsche zijde, is gistermid dag het volgende communiqué uitgegeven: „De Duitsche gezant von Hoesch heeft den Franschen minister van buitenlandsche zaken het antwoord der Duitsche regeering op het memorandum der Fransche regeering betref fende een Europeesche aaneensluiting over handigd. Hierbij sloot een uitvoerig onder houd aan over de mogelijkheden en kansen van de vorming eener samenwerking tus schen de Europeesche staten". Het onderhoud tusschen Briand en den Duitschen gezant heeft ongeveer een uur ge duurd. Nadere verklaringen zijn bij deze ge legenheid niet gegeven, aangezien de Duit sche nota het standpunt der regeering reeds uitvoerig uiteenzet. Von Hoesch heeft echter met den Franschen minister van buitenland sche zaken uitvoerig geconfereerd over het geheele prcrblemencomplex en over verschil lende details. Het memorandum van Briand, benevens de 27 antwoorden zullen in een blauwboek worden gepubliceerd en aap alle betrokken regeeringen worden toegezonden. De ontvangst van het Duitsche antwoord te Parijs. Naar wij vernemen zou het gistermiddag door den Duitschen ambassadeur te Parijs overhandigde antwoord op het memorandum van Briand in Fransche diplomatieke krin gen over het geheel geen slechte indruk heb ben gemaakt. In het bizonder is men vol daan over den toon der nota en wordt gecon stateerd, dat zekere daarin vervatte moeilijk heden reeds te voren bekend waren en daar om verwacht konden worden. In het bizonder wordt op dat deel van het antwoord gereageerd, waarin de garantie- en minderheidsvraagstukken worden behandeld. DE MITNRAMP IN SILEZIE. Wederom 5 dooden geborgen. Tot gisteravond 11 uur was men er in ge slaagd opnieuw 5 dooden te bergen. De communisten hebben gisteren door ver spreiding van vlugschriften gepoogd propa ganda te maken, waarin zij echter weinig succes hadden. Pogingen om vergaderingen te houden gelukten hun evenmin, daar gewei gerd werd zalen ter hunner beschikking te stellen. Een millioen Mark voor de ach tergeblevenen. In den aanvang van de Rijksdagzitting van gistermiddag werd bij de debatten over het mijnongeluk te Neurode de volgende beslis sing genomen: De Rijksregeering wordt verzocht, in ver band met de groote mijnramp te Neurode, tot een millioen rijksmark ter beschikking te stel len van het mijnwerkersfonds voor het Ne- der-Silezische mijndistrict bij de inspectie te Breslau, ter ondersteuning van de nagelaten betrekkingen der doodelijk verongelukte mijn werkers en verder ter verbetering van de hy giëne der mijnwerkersbevolking in dat district. Ook de overige voorstellen van de begroo- tings-commissie werden met groote meerder heid van stemmen aangenomen. Nog 39 lijken in de mijnschacht? In den afgeloopen nacht werden door de reddingsbrigades te Hausdorf wederom vijf lijken uit de Kurtschacht geborgen. Gistermiddag werden de lijken van de la ter gevonden slachtoffers in de dorpjes, waar zij hun woonplaats hadden, bijgezet. Men vermoedt, dat er thans nog 39 slacht offers in de mijn bedolven zijn. Dee „ronde tafelconferentie. De conservatieve parlementaire commissie voor Indië heeft gisteravond in een in het Lagerhuis gehouden vergadering een motie aangenomen, waarin waardeering voor de groote waarde an het rapport-Simon wordt uitgesproken, alsmede de meening dat, daar de commissie uit vertegenwoordigers van de drie rechtsche partijen bestond, deze partijen ook naar verhouding aan de ronde tafel-con ferentie vertegenwoordigd dienen te zijn. De Gandhi-muts. In het Lagerhuis vroeg gister een Labour- lid den minister voor Indië inlichtingen in zake het verbod van dragen van de z.g. Gandhi-muts. De minister antwoordde, dat voor zoover hem bekend was het dragen van deze muts alleen verboden is geweest tijdens staat van beleg te Sjolapoer. Toestand nog onzeker. In het wekelijksch overzicht der Indische regeering over den toestand in Indië tot 12 Juli wordt gezegd, dat de vijandige beweging in Zuid-Waziristan toeneemt. In de andere deelen van Indië wijzen de jongste teekenen er op, dat over het alge meen de burgerlijke ongehoorzaamheid af neemt, ofschoon in verscheidene steden de van vacantie terugkeerende studenten nieuwe energie ontplooien. Terwijl in Bengalen de burgerlijke onge hoorzaamheid vermindert, is de neiging tof geweld aan het toenemen en zijn er teekenen, dat de terroristische partij weer actiever zal worden. Dertig Hindoes bij een oproer ge wond. Na een wedstrijd, tusschen Hindoes en Mo- hamedanen gespeeld in het dorp Shevapar, ontstond een algemeen oproer onder de Hin does, waarbij 30 hunner werden gewond. EEN NEDERLAAG DER ENGELSCHE REGEERING. Wat moet de regeering nu doen? Het Hoogerhuis heeft de door het Lager huis gewenschte redactie van het wetsont werp op den arbeid in de kolenmijnen met 168 tegen 36 sternen verworpen en den 90- urigen werktijd over 14 dagen in plaats van den 7?T-urigen arbeidsdag aangenomen. De regeering staat thans voor de keus of het Hoogerhuis ter wille te zijn en de mijn werkers tot een 90-urigen arbeidstijd te be wegen, of geheel van de voorstellen af te zien. Daardoor zou zij zich evenwel aan een scher pe critiek in eigen partij bloot geven. DE FINSCHE RIIKSDAG ONTBONDEN. Te middernacht werd gisteren de Finsche Rijksdag, op voorstel van den Staatspresi dent ontbonden. Naar verluidt zullen de nieuwe verkiezin gen plaats hebben volgens de Lappo-kwestie welke later door de nieuwe Rijksdagwet van kracht zal worden. De reden voor de ontbinding van dea Rijksdag is hier in te zoeken, dat de oppo sitie der socialisten voor de door de regee ring voorgestelde, door de Lappo-beweging goedgekeurde Wet op de Bescherming van den Staat, geen bij ae grondwet vereischte meerderheid vond. De leiders der Lappo-beweging Kosola en Hertua zijn te Helsingfors gearriveerd om de gebeurtenissen ter plaatse te kunnen gade slaan. In een proclamatie naar aanleiding van de verjaring van den sfrijd tusschen Rusland en Finland, wendt het bestuur der Lappobewe- ging zich tot de bevolking, waarbij de nood zakelijkheid van de anti-communistenwetten met nadruk wordt aangetoond. VIER PERSONEN IN HONGARIJE DOOR DEN BLIKSEM GEDOOD. In een boerenhofstede in de nabijheid vafl Grosz-Kezkemet is de bliksem ingeslagen in een dorschmachine waaraan 21 personen aan het werk waren. 4 personen werden ge dood, 7 zwaar, de overigen licht gewond. AUTO-ONGELUK BIJ LEIPZIG. Gistermiddag is een auto, waarin twe* personen waren gezeten, in de nabijheid van Beelitz tegen een boom gereden. De inzitten den, de zanger Naumann en mevr. Langhem- rich, beiden te Leipzig woonachtig, werden zeer zwaar gewond. De dame overleed korten tijd na het ongeval. De andere gewonde be vindt zich in hopeloozen toestand in bet ziekenhuis te Beelitz.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1