Landbouw en Veeteelt. ASPIRIN Zcnnesfralen aan het strand Segur, no, 1300. DE AVONTUREN 'VAK ËE'N VERKEERSAGENT JE. cenig op de wereld SNUITTORREN, ALS VIJANDEN VAN HET NAALDHOUT. PiftDvincSaal nieuws MMW.ii- zijn buitengewoon krachtig, en veroorza ken licht hoofdpijn. Dan neemt U natuur lijk Aspirin-Tabletten. Let op oranje band en Bayerkruis. Prijs 75 ets. dachte diens zwager op het hoofd sloeg. Ver dachte werd kwaad, omdat Scheltus hem een pot bier weigerde. Eisch 30 boete of 30 dagen. Uitspraak 25 boete of 25 dagen. DIEFSTAL VAN VERSCHILLENDE ft BEDRAGEN. Een niet verschenen Alkmaarsche huis moeder, mej. R. M. K., had zich in den loop van het voorjaar schuldig gemaakt aan dief stal van verschillende bedragen ten nadeele van eenige wachtende bezoeksters van de kinderkliniek, op listige wijze wist zij zich respectievelijk 10, 2 en 10 toe te eige nen. Méér was haar bij dagvaarding niet ten laste gelegd, hoewel meerdere feiten vast stonden. Gerequireerd werd 3 maanden gev.' Vonnis: 2 maanden gev. voorwaardelijk met 3 proefjaren. ZAAKBESCHADIGING. De heer Geert P., wonende te den Helder, niet present, had in den nacht van 24 op 25 Mei aldaar een paneel getrapt uit dc voor deur van den melkslijter Gerrit La Grange. Deze achtbare burger was reeds in zoete rust gezonken, waaruit hij op niet bepaald aange name wijze werd gewekt. De schade bedroeg 34 aan den timmerman, plus schilderwerk. Deze schade werd niet vergoed en de bena deelde wenschte een civiele actie in te stellen. De officier requireerde 20 biete of 20 da gen. Uitspraak conform en toewijzing der civiele vordering ten bedrage van 34. EENVOUDIGE BELEEDIGING. De 27-jarige mej. Trijntje V., huisvrouw van Herman W., wonende te Hoorn, ver scheen in de positie van verdachte, aan wie tenlaste was gelegd beleediging van mej. Liesbeth Smit, huisvr. van D. ten Haven, die zij op 17 Mei zou hebben toegevoegd de woorden: Jij bent 'n leelijke, smerige tod. Dit mysterieuze woord was aan officier noch politierechter bekend. De beleedigde bleek de beteekenis ook niet te kennen, doch zij vond het een verschrikkelijke beleediging. Wat de oorzaak van het conflict was, kwam voor ons niet duidelijk naar voren. De heer D. Speer, gevangenbewaarder, die toevallig de debat ten bijwoonde, had voor vuile tod hooren schelden. Gehoord werden nog 2 getuigen a decharge, ten eerste mej Veld, moeder van verdachte, door wier verklaring onze weten schap omtrent de oorzaak der ruzie werd op- gefrischt, want het ging over het maken van een achterpoort, ten tweede mej. wed. de Flart had alléén gehoord: Ik ben géén tod! De officier had beter gevonden, dat die vuile wasch maar in Hoorn was gebleven en requi reerde 15 boete of 15 dagen. Uitspraak: f 5 boete of 5 dagen. AUTODIEVEN. De Vacantie-Kamer der Amsterdamsche rechtbank heeft vonnis gewezen inzake den diefstal van twee auto's op 26 Oct. en 13 Nov. 1.1. te Amsterdam gepleegd. Tegen den dader, een 39-jarigen man, gedetineerd, was geëischt zes maanden voorw. gevangenis straf met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank veroordeelde den verdachte tot acht maanden gevangenisstraf met aftrek van ongeveer vijf maanden preventief. Den man, die voor schuldheling in verband met deze zelfde affaire terecht had gestaan en tegen wien zeven maanden geëischt was, veroordeelde de rechtbank tot twaalf maan den gevangenisstraf. Ja, het zijn niet alleen rupsen, die het op de naaldboomen gemunt hebben; ook zijn er kevers, die daarin groote verwoestingen kun nen aanrichten, 't Is ook alweer het Staats- boschbedrijf, dat de aandacht vraagt voor een drietal kleine torren, niet uit belangstel ling voor dit gedierte, maar om een handje mee te helpen tot vernietiging er van in het voordeel der aanplantingen. Twee er van behooren tot de snuitkevers, een familie, die uit meestal kleine schild- vleugelige insecten bestaat. Zulke snuit kevers zijn kenbaar aan een hoornachtigen, vooruitstek-enden snuit, die twee knodsvormi- ge sprieten draagt. Hun eieren worden ge legd in allerhanclc plantendeelen, want de larven missen oogen en pooten en moeten daarom leven te midden van het voedsel, dat zij behoeven. Het aantal soorten snuittorren, dat men kent, bedraagt eenige duizenden en daarvan leven er ook verscheidene in ons vaderland, en hoe gaarne we ook gastvrijheid verlee- nen op onzen geboortegrond aan derge lijke kevers doen we dat slechts in zeer be scheiden getal, omdat het onvriendelijke gas ten zijn. Laat ons slechts denken aan den Appel- bloesemkcver en aan den Korenworm, maar inzonderheid voor heden aan de Dennen- snuitkevers. Niet als larven, maar als vol1 v/assen kevers richten deze dieren de groot ste schade aan in de dennenboomen. Met zijn snuit boort de Dennensnuitkever door de schors van de jonge dennenboompjes tot in het hout. Verlies van hars is het gevolg en de aangetaste boompjes kwijnen of sterven. We willen eerst dé Groote dennensnuittor (Hylabius abietès) bezien en wel door een sterk vergrootglas. Het diertje toch is maar 14 m.M. lang. Het is langzaam in zijn be wegingen en ge ziet, dat zijn schenen aan de binnenzijde in dorens uitloopen. Hiermede kan het zich stevig aan de takken vasthech ten, en wanneer ge het op den vinger neemt, doet het zelfs min of meer pijn, wanneer men het los wd maken. Waar is het diertje nu be land? Zie, daar ligt hef op den grond. Dat middeltje passen bijna alle snuitkevers toe, wanneer ze bespeuren, dat ze bespied worden. Ze trekken dan sprieten er. pooten ie zaaien tegen het lichaam ,n;:i zich ongemerkt legen den grond te laten vallen. De bruiloftstijd van de Snuitkevers valt in Mei of Juni. Dan komen ze uit hun schuil hoeken te voorschijn, om spoedig van hun vleugels gebruik te maken. In groote scharen vliegen ze dan heen en weer, en als de paring heeft plaats gehad, dan wordt er naar een geschikte plaats uitgezien voor het leggen van de eieren. De groote Dennen- snüittor doet zulks op zonnige plekken onder de schors von stompen, die bij het vellen in den grond zijn gebleven. Wil men dus zoo weinig mogelijk van deze plaaggeesten in zijn aanplantingen geboren zien worden, dan is het goed in het vroege voorjaar de stompen uit den grond te halen of van stompen en van de boveneinden der wortels zooveel mogelijk de schors weg te nemen. Dan kunnen de pootlooze larven zich daar niet ontwikkelen, want zulks moet ge schieden onder de schors, waar ze breede gangen maken met kronkelbuigingen, die ge heel met houtknaagsel worden gevuld. Aan het einde van zoo'n gang gaan ze in een ovale uitholling in den poptoestand over. Gewoonlijk komen daaruit in het volgend jaar in de lente de kevers te voorschijn, soms reeds in 't najaar. Zijn van de Groote Dennensnuittor, met haar donkerbruine en geelroode vlekken, dus de larven door het graven hunner gangen nadeelig voor de achtergebleven stompen, de torren doen veel schade aan de jonge den nen, daar zij hiervan de schors afknagen. In secten verzamelen en stompen uitroeien mo gen dan ook niet worden vergeten. De Kleine Dennensnuittor (Pisodes nota- tus) gelijkt veel op de grootere soort, doch ze is minder fraai gevlekt en heeft slechts een lengte van 8 m.M. Stellig is zij nog gevaar lijker, omdat de larven leven in gangen tus schen schors en hout en aan het ondereinde van de stammen der jonge dennen en zich daarin ook verpoppen in een ovale holte, die gewoonlijk „wieg" genoemd wordt. Zij stelt zich dius niet met stompen tevreden. Wanneer men tusschen de jonge dennen geel gewordene bespeurt, dan kan men er vrijwel op aan, met door larven van kleine dennensnuittorren aangetaste boompjes te doen te hebben. Hoe gaarne men ze ook zou willen behouden, men handelt verstandig, door ze uit te rukken en aan de vlammen prijs te geven, daar ze toch gewoonlijk ster ven en verazmelplaatsen zijn van dergelijke kleine vernielers van het naaldhout. Zijn alzoo de Snuittorren gevreesde vijan den van het naaldhout en ook wel van loof- boomen, erger nog moeten als zoodanig de IJpenspintkever, de Dennenscheerder en an dere schorskevers genoemd' worden. Hierover evenwel in een volgend nummer. J. DAALDER Dz. HEILOO. Volkshuisvesting. De Vereeniging „Volkshuisvesting Heiloo" hield Maandagavond haar jaarvergadering in „De Rustendé Jager". De voorzitter ds. D. Eilerts de Haan opende op de gebruikelijke wijze. Van den burgemees ter was bericht van verhindering ontvangen Van den heer K. Veldkamp dat hij zijn benoe ming als bestuurslid aanvaardt. Het jaarverslag gaf geen reden tot opmer king en werd goedgekeurd. De heer G. Vrijburg Pz. bracht het finan- ciëel verslag uit. De rekening werd conform vastgesteld, dc balans gaf aan een waarde van 29533.2214 aan huizen, de afschrijving op gebouwen 1245.35, het verliessa'.do was 504.23, het totaal der balans was 30992.5614. De voorzitter zeide dat 3/4 van het verlies- saido door het Rijk wordt gedragen en 1/4 door de gemeente. 'Spr. stelde voor de noodige stappen te -doen om het verlies te dekken. Al dus besloten. Rente a 4 pet. werd uitgekeerd. De bestuursverkiezing had tot resultaat dat de heer J. Krom als bestuurslid en Jhr. N. van Foreest als commissaris werd herko zen. Rapport onderzoek nieuwe woningbouw. De voorzitter deelde mede, dat het vorig jaar door den heer W. van de Vall een voorstel was ingediend om te onderzoeken of woning bouw via de vereeniging mogelijk was. Wel nu, het rapport is er en het resultaat is niet schitterend. De Regeering eischt, dat wordt aangetoond, dat het particulier initiatief in gebreke is om in de woningnood te voorzien en voorts moet door de vereen, gebouwd worden kleine woningen van 190 M2. opper vlakte, welke zeer eenvoudig zijn ingeircht, met twee slaapkamers die mogen kosten 2400 en 400 voor den grond, totaal 2800. Dan wordt gezegd dat het Rijk en de Gemeente niet mec-r bijdragen in het tekort en dat de huur van dergelijke huizen de 4.50 per week niet te boven mag gaan. Op deze voorwaarde is het Rijk bereid om voorschot te verleenen aflosbaar in 1930 jaarl. rente 414 pCt Het bestuur heeft verder geen poging gedaan en stelt voor om voorloopig af te wachten. De heer Holtes merkte op, dat een particu lier toch niet goedkooper kan bouwen dan een vereeniging. De heer Wilbrink vroeg of er behoefte was aau woningen. De voorzitter merkte op, dat het bestuur niets van een tekort aan huizen gebleken was, en men kan toch niet bouwen voor vreem delingen. Voorts was grond aankoop voor een te bouwen huis voor 400 uitgesloten, zoodat het practisch onmogelijk is. Besloten werd af te wachten. Van de minister van Arbeid, Handel en Nijverheid was een uitvoerige missive ontvan gen, waarin de mogelijkheid werd' uiteengezet, dat de huurders van woningen der vereeni ging, eigenaar kunnen worden, ongeveer op dezelfde voorwaarden waarop crecuet wordt gegeven bij de Landarbeiderswet. Echter moet het gaan met wederzijdsche overeen stemming en tegen een prijs door drie arbiters vastgesteld. De voorzitter meende dat de huizen der Vereeniging middenstandswoningen zijn, en in de dure tijd gebouwd, zocdat men wel niet zal slagen, omdat de bedoeling is goedkoope arbeiderswoningen. Bij de daarop gevoerde discussie bleek nie mand te weten wi het nadeelig saldo zou moeten dragen als men, zooals hier, 'n dure bouw had en men nu tegen de tegenwoordige waarde zou taxeeren en aan de huurder eige naar werd tegen een verlaagde taxatie. Uit de verdere discussie bleek, dat men bij het Rijk geen flauw benul heeft van de moeilijkheden van die circulaires en voorschriften. Hoe men in de steden, waar men grond heeft gekocht met rijksvoorschot en tegen hoogen prijs goed koope woningen zal moeten bouwen met een grondwaarde van 400, was ieder eep raad sel. Besloten werd om eei. afwachtende hou ding aan te nemen tot er zich een geval voor doet. De rondvraag leverde weinig op, waarna sluiting volgde. OUDE NIEDORP. Door de Coöperatieve Boerenleenbank te 't Veld alhier werd over het eerste halfjaar aan spaargelden ontvangen 61230.93, aan spaargelden terugbetaald 75143,63, aan voorschotten terug ontvangen 42075,84, aan voorschotten verstrekt 19225, in depo sito uitgezet 75000 en van de deposito- gelden terug ontvangen 55000. HOORN. Door het springen van den achterband zijner auto reed de heer F. R. uit Wognum op het Groote Noord zekeren A. S. aan, af komstig uit Amsterdam. De getroffene liep een schouderkneuzing en een wond aan den bovenarm op, doch kon zijn reis vervolgen. De min. van Waterstaat heeft den heer J. A. P. A. Schermer van de Technische Hoogeschool te Delft benoemd tot buitenge woon opzichter bij den Waterstaat om te werk te worden gesteld bij de verbetering van den Neder-Rijn bij Huissen en Arnhem. De afd. Volksonderwijs alhier zal bij voldoende deelname een cursus openen voor opleiding tot onderwijzeres bij het Voorberei dend Onderwijs. De Koster der Ned. Herv. kerk had het on geluk van het 7 M. hooge dak te vallen. Met bloedende hoofdwonden en inwendig ge kneusd werd hij opgenomen. Dr. Scheeren verleende de eerste geneeskundige hulp. WINKEL. Uit de 42 sollicitanten voor de vacature voor vader en moeder in het Tehuis voor Ouden van Dagen alhier, is een dubbeltal op gemaakt, bestaande uit het echtpaar H. Hof man te Barsingerhorn en D. Veen te Zwaag BROEK OP LANGENDIJK. Het is van algemeene bekendheid, dat het de laatste jaren s'echt gegaan is in het tuin bouwbedrijf. Al moge de crisis niet zoo hevig zijn als in den akkerbouw, de financiëele uit komsten zijn van dien aard geweest, dat de werkers in de tuinbouwbedrijven geen droog brood hebben verdiend, 't Is nu 7 jaar geleden, dat de provincie Noord-Holland voor ongeveer 500.000 garantie verleende aan de Coöperatieve Boerenleenbanken, die dat be drag uitleenden aan tuinders, wien het niet meer mogelijk was faun bedrijf staande te hou den zonder hulp van buiten. Het is ons be kend, hoe toen slechts een klein deel geholpen is geworden, omdat het grootste deel uit val- sche schaamte of een misplaatst gevoel van eigenwaarde geen provinciaal crediet aan vroeg en bleef doortobben. Uit het feit, dat na 7 jaar nog een groot deel van genoemde cre- dieten onafgelost zijn gebleven en de afge loste voor een groot deel met kunst en vlieg werk zijn afbetaald, althans niet uit over schotten, gekweekt van de exploitatiewinst, kan wel blijken, hoe ongunstig de economische toestanden van de tuinders zijn geweest. Zij, die „achterland" hadden, eigen land en be drijfsgebouwen, hebben zich wel door den on gunst der tijden heengeslagen, doch „de min dere man" onder de tuinders heeft het zwaar te verantwoorden gehad. Nu is een groot deel van deze tuinbouw streek, die zich voortdurend in omvang uit breidt, getroffen geworden door hagelslag en overvloedigen waterval op 12 Juni 1.1. En het zijn weer in het bijzonder de kleine tuinders, die de meeste schade geleden hebben, althans het zwaarst voelen het nadeel, dat natuur krachten aan hun producten hebben berok kend. Zwaar was het leven van deze men- schen reeds en hoe zwaar drukken thans de zorgen in veler huisgezinnen. We zijn nu, na den hagelslag, weer 5 weken verder en juist tijdens die 5 weken hadden d'e nu gedupeerden gehoopt, de opbrengst te kunnen beuren van aardappelen en groenten, die verhageld zijn. Edoch in plaats van te ontvangen, hebben zij nog moeten uitgeven uitgeven, terwijl ze niets bezaten. Goede vrienden of kennissen zullen zich allicht over hen hebben ontfermd, om het zoodoende mogelijk te maken, plant goed te koopen. Nederland staat bekend als milddadig en de liefdadigheid is zelfs spreek woordelijk geworden. Doch liefdadigheid, die te lang uitblijft, werkt veel ellende in de hand en spoedige hulp is dubbele hulp. Het wil ons zoo voorkomen, dat op het oogenblik de gedu peerde tuinders niet bijzonder kunnen roemen, noch op de milddadigheid, noch op de liefda digheid, ook niet op de spoedige hulp, die dubbele hulp bet-ekent. Er is een regelings commissie die tracht gelden bijeen te zamelen en die zich het eerst tot de gemeenten zelf wendt, waar de schade is geleden. Provincie en Rijk zeggen, dat de gemeenlen moeten vóórgaan en dat zij dan wel zullen volgen. Dat schijnt zoo de officiëele weg te zijn, en wat in dergelijke gevallen niet officiéél zou zijn, is uit den booze. Of de getroffenen in nog zulke moeilijke omstandigheden zitten, daar trekt 't officiëele Nederland zich niets van aan. Het moet officiëel gaan. En dan is Nederland en Noord-Holland gered, al wordt er dan in de tuinbouwstreek groote ellende geleden. Als er watersnood is in Maas en Waal, als in het Oosten van ons land catastrophes worden aangericht, als in Rusland ellende heerscht of in Zuid-Frankrijk overstroomin gen de landen teisteren, worden steunbewe gingen op touw gezet. Ja, het betreft dan een grooter aantal slachtoffers, doch hier zijn ook honderden tuinders gedupeerd. De schade is op rond 60.000 geschat, maar het is een publiek geheim, dat ze veel en veel grooter is. Misplaatst gevoel van eigen waarde en een valsch schaamtegevoel hebben velen weerhouden de aangerichte schade op te geven en zoo zal de nood in een groot aantal gezinnen hoog gestegen zijn. Onze werkers, die dag in, dag uit, van den vroe gen morgen tot den laten avond in het zweet huns aanschijns hun brood trachten te ver dienen, zitten nu in groote verlegenheid en het is te bejammeren, dat hier niet onmiddel lijk hulp wordt verleend, ten einde velen voor ellende en gebrek te vrijwaren. Waar in den raad van Koedijk onomwonden is verklaard, dat in die gemeente niet 10.000, maar minstens tien maal 10.000 bedraagt, ware er alle aanleiding, om alsnog ge legenheid te geven de schade op te geven, nu deze beter te overzien is. Te meer is dit het geval, als we mogen aannemen, dat ook in andere gemeenten veel meer schade is aan gericht dan bij de Commissie is opgegeven. Moge het bovenstaande aanleiding zijn, dat er een intensieve steunbeweging wordt op touw gezet, opdat die tot gevolg heeft, dat geholpen worde tot een grens, die het men- schelijk bereikbare benadert. Wie mij vijf jaar geleden gekend hebben, weten, dat ik toen een arme drommel was, zonder toekomst en zonder vooruitzichten, die als klerk dienst deed op een advocaten kantoor. Mijn beurs was leeg en ik wan hoopte eraan of die zich ooit zou vullen. Ik bewoonde toen in liet Quartier Latiu een kleine zolderkamer. Mijn eenige bloed verwant was een oude oom, dien ik hoogstens één keer per jaar sprak. Hij ging door voor rijk en had goede zaken gedaan in de katoen Daarenboven was hij vrijgezel. Maar ik ver wachtte niets van hem, want ik wist, dat hij een zonderling was. Ik waé dan ook niet weinig verwonderd, toen ik hem op een goeden avond mijn dak kamer zag binnen komen, waar hij zich in den eenigen leunstoel neerzette. Mijn verbazing kende geen grenzen, toen hij-, zonder inleiding, aldus begon: „Jongen, je kunt me een grooten dienst be wijzen. Ik hoop, dat ik op je mag rekenen?" Ik knikte van ja en hij vervolgde: „Eén van mijn handelsvrienden, aan wien ik veel verschuldigd ben, heeft een dochter, die hij graag wil uithuwelijken. Maar daar bij doen zich twee moeilijkheden voor. Ten eerste is het meisje nu niet bepaald een schoonheid en ten tweede koestert de vader, die heel rijk is, tegenover iederen vrijer eeu [root wantrouwen. Hij is bang, dat zij op en bruidsschat afkomen. Hij is mij daarover komen spreken en ik kom op mijn beurt bij jou. Ik beh je nauwkeurig gevolgd, ik weet dat je een brave kerel bent. Trouw met dat meisje. Dan krijg jé 100.000 francs van mij. Je vrouw brengt zoowat 't dubbele mee en later erft ze alles. Wat zeg je ervan?" Ik zat zoo in de ellende, dat ik geen ande ren uitweg wist en antwoordde dus: „Beste oom, dat is dus afgesproken. Wan neer wilt u ons met elkaar in kennis bren gen?" „Niet zoo haastig. Ik heb je gezegd, dat de dochter van mijn vriend geen schoonheid is, al is zij daarom nog niet afschrikwekkend leelijk. Bovenal bezit zij echter groote hoe danigheden van karakter en geest. Wanneer je haar nu 't eerst zag, zou haar aanblik je misschien beletten, die goede hoedanigheden op te letten. Daarom heb ik er iets anders op bedacht. Je patroon heeft toch immers tele foon?" „Ja, oom." „En ik vermoed, dat hij tusschen 12 en 2 thuis gaat koffiedrinken?" „Ja, oom." „Ziezoo, dan is 't doodeenvoudig om ken nis te maken met je aanstaande vrouw, zon der haar vooraf te ontmoeten. Iederen dag maak je per telefoon een praatje met haar. Na verloop van een maand ben ik overtuigd, dat je verrukt zult zijn van haar verstand, haar vroolijk humeur en van haar werkelijk heel lieve stem". Ik was al heelemaal voor de zaak gewon nen en nam dit buitengewone voorstel dus zonder aarzelen aan. Ik drukte zelfs eenigs- HOOG EN LAAG WATER TE BERGEN AAN ZEE IN ZOMERTIJD, luli. Hoog water Laagwaier 17 S.07 8.31 4.39 4.51 18 S.53 9.16 5.13 5.27 19 9.41 10.05 5.53 6.111 20 10.35 11 04 6.42 7.10 21 11.40 7.44 8.22 22 0.12 0.54 8.57 9.38 23 1.23 2.00 10.09 10.46 24 2.23 2.57 11.13 11.46 25 3.16 3.50 0.10 26 4.08 4.41 0.41 1.04 27 4.57 5.32 1.32 1.56 28 5.49 6.21 2.20 2.47 29 6.37 7.06 3.11 333 30 7.22 7.48 3.58 4.17 31 8.08 8.36 4.43 502 EGMOND AAN ZEE. Juli. Hoog water Laag water 17 8.04 8.28 4.27 4.39 18 8.50 9.13 5.01 5.15 19 9.38 10.02 5.41 5.59 20 10.32 11.01 6.30 658 21 11.37 7.32 8.10 22 0.09 0.51 8.45 926 23 1.20 1.57 9.57 10.34 24 2.20 2.54 11.01 11.34 25 3.13 3.47 11.58 26 4.05 4.3S 0.29 0.52 27 4.54 5.29 1.20 1.44 28 5.46 6.18 2.08 2.35 29 6.34 7.03 2.59 3.21 30 7.19 7.45 3.46 4.05 31 8.05 8.33 4.31 4.50 zins geroerd mijn oom de hand, die er nog bijvoegde: „Je moet Ségur, no. 1300 opbel len. Het meisje is op de hoogte en zal je ant woorden. Vergeet vooral het nummer niet." „Ik zal 't opschrijven. Maar oom, luistert u eens Mijn oom wilde echter geen „maren" hoo ren en vertrok, mij in de grootste verwarring achterlatend. Dien nacht sliep ik slecht. Den volgenden dag kon ik het oogenblik haast niet afwach ten, dat mij patroon zou vertrekken. Zoodra ik alleen was, ging ik naar de telefoon en daarop begon het volgende zonderling ge sprek: „Hallo! Ségur 1300?" „Ja, met wie spreekt ik?" „Ik ben 't". „Wie is ik?" „Wel ik, Lionel, de neef van oom Justin" „Nooit van gehoord." De stem had zoo'n lieven klank, dat ik den moed vond door te gaan. „Ik ken u ook niet Mademoiselle, maar men heeft mij gezegd Ik heb gedacht, dat ik u eens wilde opbellen om kennis te maken. Dat is een manier als een ander". ,,'t Lijkt mij vreemd. Hoe weet u dat ik den tijd heb naar u te luisteren?" „O! daar ben ik zeker van. Ik kan u alleen maar prettige dingen zeggen en een jong meisje heeft altijd wel den tijd daarnaar te luisteren." „U bent complimenteus." „Hoe kan ik anders zijn. Maar nu weet u mijn voornaam. Hoe heet u?" „Albine." „Allerliefst even bekoorlijk als u zelf moet zijn." „Vleier!" „Om de conversatie te vergemakkelijken zal ik u Albine noemen. Vindt u dat goed?" „Wel, komaan! en bent u van plan mi' dikwijls op te bellen?" „Iederen dag." Totdat mijn patroon terugkeerde ging het gesprek op deze wijze voort. Den volgenden dag begon ik opnieuw. Albine wachtte al aan den anderen kant. Zoo ging het veertien dagen voort en iederen dag kwam ik meer onder de bekoring van deze idylle tusschen twee menschen, die elkaar nooit hadden ge zien. Soms dacht ik aan mijn oom's gezegde, dat het jonge meisje niet mooi was, maar dar moest ik altijd twijfelen aan dit uitspraak. Neen, het leek mij onmogelijk, dat die vroo- lijke, zachte, beminnelijke Albine leelijk zou zijn. En eens op een dag riep ik uit: Ik ben een ezel om de toestemming van oom af te wachten. Nu Albine en ik op dezen voet van vriendschap zijn kan ik haar best een rendez- vous vragen. Ik deed de vraag en zij stemde spoedig toe. Half verrukte, half angstig begaf ik mij' naar den tuin van 't Luxembourg voor de fontein der Médecis. Ik had een paar minuten met kloppend zag zij eruit, met een kleurtje van liet harde zag zij eruit, met een kleurtje van het ahrde loopen, of misschien ook van aandoening. Zoo licht en luchtig, zoo harmonisch. Toen wij daar zoo tegenover elkaar ston den, waren wij beiden even verlegen. Zij durfde mij geen hand geven en ik durfde haar niet het eerst aanspreken. Wij stonden langen tijd elkaar zwijgend aan te zien. Ein delijk prevelde ik: 65. „Ik tracht", zei het heertje weer, „een middel te vinden om de tooverkracht van de heks te breken. Ik heb hier een geheime bergplaats, zie je, maar veel kan ik niet doen, want ik ben maar een uil nietwaar." „Het is maar goed, dat je het zelf zegt, niet iedereen wil dat weten. Elk meent zijn uil een valk te zijn", merkte het .verkeersagente op, 66 Het heertje sloot voorzichtig zijn geheime bergplaat» met een steen af, zoodat niemand kon ontdekken, dat hij hier wat verborgen had. „Dat is slim bedacht", zeide de kabouter. ,.J«» zoo'n uil is hij uan tcch niet", zei Keesie weer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6