flltiuistht Courant.
Landbouw on Veeteelt.
FEUILLETON.
HuUird twee en dertigste Jaargang.
Donderdag- 31 Juli
Radio-hoekje
Londensch aanteekenboek.
Hun beider weg.
DE KAASFABRIEK „HOOGKARSPEL"
TE HOOGKARSPEL
No. 178
1930
Vrijdag 1 Augustus.
Hilversum, 1875 AI. 8.V. A. R. A. Or-
f elconcert. 9.V. A. R. A. Gramofoonpl.
0.V. P. R. O. Morgenwijding. 10.15 V.
A. R- A. Voorlezing door *M. Beversluis.
10.30 V. A. R. A. Voordracht en viool- en
pianoconcert. Voor de zieken. 11.30 V. A. R.
A. Gramofoonpl. 12.Sluiting V. A. R. A.
12.152.A- V. R. O. Concert door het
omroeporkest. 2.2.30 A. V. R. O. Gramo
foonpl. 2.30—3.— A. V. R. O. Vioolconcert
door B. Verhoeff. E. Veen aan den vleugel.
3.-4.A. V. R. O. Concert door het A. V.
R O.-kwintet. 4.V. A. R. A. Kookpraatje.
4.45 V. A. R. A. Vader Mulder vertelt. 5.30
5.45 Verzorging zender. 5.45 V. A. R. A.
Concert door het V. A. R. A.-orkest. Oude
IWeensche muziek. 6.05 V. A. R. A. Actueel
allerlei v. h. N. V. V. 6.20 V. A. R. A. Ver
volg concert door het V. A. R. A.-orkest. 8.
Sluiten. 8.V. P. R. O. Persber. 8.05 V. P.
R. O. Concert. G. v. Renesse, piano. 8.45 V.
P. R. O. Lezing door Me]. Knappert:
Eisenach. 9.20 V. P. R. O. Concert. A. Mos
sel, sopraan. J Rosier, alt. G. van Renesse,
piano. 10.10 V. P. R O. Declamatie. 10.30
V. P. R. O. Gramofoonplaten. Circa 11.—
V. A. R. A. met gramofoonplaten. 12.V. A.
IR. A. Sluiting.
Huizen, 298 At. (Na 6 uur 1071 At.)
[(Uitsluitend K. R. O.) 8.159.30 Gramo
foonpl. 11.3012.Ziekenuurtje. 12.15
II 15 Concert door het I<. R. O.-sextet. 1.15
2.Gramofoonpl. 2.2.30 Causerie door
Cor Hermus. 3.30—5.Gramofoonplaten.
5.6.Gramofoonpl. 6.Reispraatje over
België. 6.107.15 Gramofopnpl. 7.157.45
Causerie over „La dernière Nuit de Don
Juan". 7.458.Gramofoonpl. 8.-9
Concert door de muziek van het 5e reg. inf.
te Amersfoort. 9.9.20 Vervolg causerie.
9.2011.Vervolg militair concert. Daarna
gramofoonplaten
Daventry, 1554.4 At. 10.35 Morgenwijding.
12 20 Concert. C. Hampton, viool. N. Fran-
khn, piano. 12.50 Orgelspel door E. H
Thiman. K. Hartley, alt. 1.50—2.50 Gramo
foonplaten. 4.20 Orkestconcert. 5.35 Kinder-
uuri/.. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten.
6.50 Lezing. 7.Piano-recital door F. Daw-
son. 7.207.40 Lezing. 7.50 „Obsession"
Hoorspel van D. Glasby 9.20 Nieuwsberich
ten. 9.45 Lezing. 10.„Diversions". .11.05
12.20 Dansmuziek.
Parijs, 1725 At. 12.50—2.20 Gramofoonpl.
4.05 Orkestconcert en soli. 7.40 Gramofoon
platen. 9.05 „Hoffmann's Vertellingen" van
Offenbach. Orkest en solisten. 10.20 Concert
Orkest en cello.
Langenberg, 473 At. 7.25—7.50 Gramo
foonplaten. 7.508.50 Orkestconcert. 10.35
12.15 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl.
1.252.50 Orkestconcert. 5.506.50 Solis
tenconcert. 8.20 Orkestconcert. Intermezzo:
Zwitsersche jodelliedjes. Dubbel-kwartet. Na
afloop tot 12.20 Dansmuziek. (Gramofoon
platen).
Kalundborg, 1153 At. 12.20~2.20 Orkest
concert. 3.505.50 Coneeit. Orkest en piano.
8.209.20 Orkestconcert. 9.20—10.20 Lie
deren en voordracht. 10 40—11.30 Orkestcon
cert.
Brussel, 508.5 At. 3.20 Concert uit de Kur-
zaal te Oostende. Orkest en violist. 5.20 Trio-
concert. 6.50 Gramofoonplaten. 8.35 Gramo
foonplaten. 8.50 Concert. 8.35 (338.2 M).
Concert georganiseerd door de S- A. R. O. V.
RADIOZENDERS.
Het bestuur van de V. A. R. A. heeft, naar
„Het Volk" meldt, de regeering verzocht, zelf
een nieuwen zender voor de 298 M. met bij-
behoorenden hulpzender te gaan bouwen en
de bestaande zenders, die der Phohi incluis,
te naasten. En mocht dit onmogelijk zijn, dan
de zenders aan de vier groote omroepvereni
gingen gemeenschappelijk te brengen.
Van onzen Londenschen correspondent.
Vliegterreinen boven de daken.
Juli, 1930.
De musschen hebben haar dakgoot. En
fndien de meest voortvarende leden van den
Londenschen Graafraadschap hun zin heb
ben doorgezet, zullen de Londenaars binnen
niet te langen tijd iets gelijksoortigs hebben.
Dat wil zegen zij zullen uit de lucht kunnen
neerstrijken op de daken van de stad. En
waarom niet? Het is natuurlijk maar een
kwestie van tijd. En zij die na ons komen zul
len verbaasd zijn over de primitieve opvat
tingen van de menschen van heden, die hun
luchtreizen eindigden op vliegvelden. Zoo
sprak een dier „luchtbewuste'' leden van het
Londensch bestuur: „De Londenaars moeten
onmiddellijk leeren inzien dat zakenmannen
en -vrouwen spoedig uit de lucht zullen ko
men vallen op bovengrondsche landings
plankieren in het hart van de stad. Zij zul
len reizen in eigen vliegtuigen, waarvan de
vleugels netjes opgevouwen kunnen worden
als die van een onzelievenheersbeestje. De
plankiers zullen omgeven zijn met rijen ga
rages, waarin de samengevouwen toestellen
keurig zullen passen".
Dit zijn de woorden der vliegtoekomst. Ze
geven uitdrukking aan een noodzakelijke be
hoefte en deze week krijgen ze reeds realisti-
schen zin; want vertegenwoordigers van den
Graafschapsraad en ambtenaren van het mi
nisterie voor Luchtvaart gaan onderhandelen
over de kwestie van de voorziening van Lon
den met „luchtgarages". Men heeft uitge
maakt dat er geen sprake van kan zijn de
parken van de stad voor landingsgebied voor
vliegtuigen te bestemmen. De parken er
zijn er 130 in Londen zijn voor de men
schen in het algemeen en voor de kinderen
in het bijzonder.
Daar is Regents Park, waar men op mooie
Zaterdagmiddagen zeker 50.000 menschen
kan tellen, die genieten van de ruimte en de
genoeglijke bewegingsvrijheid. Wat zou er
yan die vreugde worden indien men een deel
van Regents Park ging bestemmen voor
ylieggrond?
Deskundigen verklaren dat het betrekkelijk
eenvoudig zou zijn de stad van een aantal
groote podia voor aankomst en vertrek van
Vrij naar het Engelsch H. ATONSEN
31)
XX.
Het was zes uur, toen Dick van het station
/aar huis wandelde. De zon ging onder en
de damp, die over de vallei hing, was
gloeiena rood gekleurd. Morgen zou Audrey
in Schotland zijn. Morgen zou zijn aanval
op Londen beginnen. Morgen zou hij zich
met de anderen gaan meten die hun best
deden een boterham uit de groote stad te
halen. Hij huiverde bij de gedachte hoe ge
ring zijn kansen waren. Maar Audrey had
hem lief. Hij zou werken voor haar! Zij had
hem tot haar ridder verkozen. Ze had heru
onder al de mannen, die ze ontmoet had, uit
verkoren en hem haar hart in bewaring ge
geven. Met zulk een aansporing moest hij
toch wel in staat zijn om een baantje te vin
den, dat hij1 zou kunnen bekleeden in al die
duizenden kantoren en magazijnen, banken
en fabrieken. Het was vast en zeker, dat er
in Londen nog wel plaats zou wezen voor
ééntje meer, die bereid was de handen uit
de mouwen te steken en zijn best te doen.
Toen hij van het landgoed op het dorpsplein
kwam, keek hij naar de klok van den toren.
Het eten zou op zijn over een uur klaar zijn.
Hij draaide zich om en ging den heuvel op.
Hij wilde een pijp rookcn met Frank. Hij had
hem niet gezien sedert hij' van vacantie terug
was.
Wat kon het toch raar loopen! Daar had
je nu twee jonge mannen in hetzelfde dorp
de een ging met vacantie en kwam terug met
éen nieuwen kijk op het leven, nieuwe hoop,
.nieuwe planiu®; m de andere er ge
vliegmachines te voorzien. Daar is b.v. de
overkapping van het nieuwe machtig groote
Waterloo-station aan den Zuidelijken rivier
kant, tegenover het centrum van de stad
aan de Noordzijde. Het leggen van een vloer
over die overkapping levert geen technische
moeilijkheden op. Er zijn gansche hectaren
in de stad, waar huizen van gelijke hoogte
muur aan muur staan. En dan is er de
Theems bij Westminster of Blackfriars, die
gemakkelijk met een plankier kan worden
overdekt. In al deze gevallen behoeft de
Londenaar geen licht en lucht te ontberen
om de vliegende bevolking gelegenheid
te geven op te stijgen of neer te strijken in
het hartje van de stad.
Het besef is levendig dat men zoo spoedig
mogelijk moet voorzien in de behoeften, die
de ontwikkeling van het particuliere lucht
verkeer met steeds in perfectie en handig
manoeuvreervermogen toenemende toestellen
begint te scheppen. Vandaar dat de zaak nu
in behandeling is gekomen bij het Londensch
Graafschapsbestuur. En over een paar
weken, wanneer de kwestie terdege is over
wogen, zal men wel hooren hoe ze zal wor
den aangepakt. In de verbeelding ziet men
Londen reeds wel voorzien van vliegterrei
nen, gelegd over de toppen der huizen.
Radio in Engeland.
Het dezer dagen bekendgemaakte jaarrap
port van de British Broadcasting Corpora
tion toont aan dat de radio-zaken in Enge
land bloeien. Verleden jaar meende men in
dat rapport te mogen vaststellen dat het
aantal luistervinken in het land wel niet
meer zou toenemen, althans niet noemens
waardig, aangezien 't „verzadigingspunt"
scheen te zijn bereikt. Het jongste rapport
toont aan dat deze zienswijze of voorspelling
niet juist was. Er zijn in den loop van 1929
een paar honderdduizend' nieuwe klanten ge
komen en op het oogenblik zijn er meer dan
30.000.000 menschen in Engeland, die gere
geld hun tien shilling per jaar betalen voor
het voorrecht naar de programma's van de
B. B. C. te kunnen luisteren. En nu verwacht
men dat hun aantal nog aanmerkelijk zal
toenemen. Het genoemde cijfer beteekent dat
meer dan een derde deel van de woning in
Groot-Brittannië voorzien zijn van ontvang
toestellen. Men kan gerust voorspellen dat in
een niet te verre toekomst elke woning zal
zijn aangesloten bij de radio, zooals thans
elke woning is aangesloten bij de waterlei
bleven, waarschijnlijk nog hetzelfde, zonder
iets nieuws bereikt te hebben, zonder een
mijlpaard verder te zijn gekomen. Zou hij in
staat zijn, om de groote verandering te be
grijpen? Was het aan Dick's uiterlijk ook te
merken, dat hij innerlijk zich zoo heel anders
gevoelde?
Daar stond de tent, met de vouwstoel
er voor. Turnbull's boek lag er onderste
boven open op en zijn pijp er naast.
Frank! Hallo Frank! riep Dick,
maar er kwam geen antwoord.
Hij zal op de „links" zijn met Jo,
dacht Dick. Hij bleef een oogenblik staan
nadenken en ging toen op de tent toe.
Ik zal hem een regeltje schrijven en vra
gen of hij na het eten bij me komt.
Hij ging in de vouwstoel zitten, scheur
de de achterhelft van een enveloppe,
narn het boek om er onder te leggen bij
het schrijven en krabbelde:
Ouwe jongen.
Kom je wat kletsen en rooken na tafel?
Ik heb nieuws voor je, groot nieuws.
Dick.
Hij vouwde het briefje dicht en legde
het tusschen het boek, op de plaats waar
Turnbull was gebleven.
Neen, dat is niet goed, zei hij bij
zichzelf. Hij mocht het eens niet zien.
wachtIk zal het onder de foto in de
tent vaststeken.
Hij glimlachte zoo zou Frank het
vast en zeker vinden. Hij trok het zeil
doek, dat den ingang afsloot, opzij en de
avondzon scheen juist de tent binnen.
Dick gaf een schreeuw. Op den grond,
naast het veldbed, lag een vormlooze
hoop een gedaante met onnatuurlijke
verbogen arm. Er naast lag een doosje en
over den grond verspreid eenige witte
tabletjes. In Turnbull's andere hand was
het kiekje, geheel verkneukeld. Iu een
ding. De gedachte aan de verantwoorde
lijkheid, die op de leveranciers van radio-
vermaak en -leerling rust, is wat verbijste
rend. Welk een machtig middel heeft men
hier in de hand om een natie te „bewerken"
Welk een macht ten goede kan radio zijn in
de handen van hen, die het vermogen, het
inzicht en de geestdrift hebben er het beslt
gemeene nationale opvoedingsmiddel van te
maken! En welk een macht ten kwade kan
het zijn in de handen van hen, die haar wil
len gebruiken voor bevordering van eigen
sectarische theorieën van staat en godsdienst,
die een natie in fragmenten uiteen doen val
len in plaats van haar samen te binden.
Engeland is gelukkig met zijn radio.
De drie millioen luistervinken, op wier
naam de vergunning staat, hebben in de
meeste gevallen van drie tot vijf medeluiste
raars in gezinsleden, zoodat men wel kan
aannemen dat een twaalf millioen menschen
in dit land geregeld luistert naar hetgeen de
luidspreker vertelt in woorden, in muziek, in
zang. De voorzieners der tractatie, de B. B.
C., zijn voortreffelijk voor hun taak berekend.
Zij zijn er in geslaagd, zonder altijd zielloos
„neutraal" te zijn, aan de bevolking in radio
het grootst mogelijke gemeene geestelijk
goed te geven. Vaak is het van het hoogste
gehalte. Nooit is 'het zoodanig dat een luiste
raar het om beginselen van godsdienst of
politiek onverdragelijk moet vinden. De B. B.
C. houdt terecht en logisch rekening met het
gemak, waarmede een ieder de transmissie
ican stopzetten, indien ze niet in den smaak
valt. De B. B. C. weet ook dat de Brit een
flinke dosis wijsgeerige verdraagzaamheid in
zijn geestelijke samenstelling heeft. En met
deze feiten voor oogen maakt men en ver
schaft men programma's, die zeker vooi drie
kwart het zuiverst ceemnt maken voor natio
nale menschelijke saamhoorigheid en in het
algemeen een opvoedende waarde hebben,
die de belofte inhoudt dat de massa snel een
hoogeren graad van beschaving zal hebben
bereikt dan zij ooit haar deel heeft kunnen
noemen.
Dat m o e t het gevolg zijn. Hoe kan het
anderswanneer de beste geesten van de wereld
als het ware in onze huiskamers komen en
gemeenzaam met ons komen praten over we
tenschap, kunst en letterkunde! De onsterfe
lijke muzikale genieën zijn in hun heerlijke
harmonieën gemeengoed geworden voor allen.
De ledigheid van zooveel marktgeschreeuw
om ons heen, de waardeloosheid van veel, dat
om propagandistische, commercieele, politieke
en andere redenen door belangengroepen als
onschatbaar en belangrijk wordt voorgesteld,
moet wel sterk in het besef gaan postvatten
wanneer men het kan stellen tegenover de
hooge geestelijke waarden die wij allen door
de radio kunnen leeren kennen, tegenover
Bach en Beethoven, tegenover het onsterfelijk
werk der beste dichters, tegenover de verkla
ringen en uiteenzettingen van onze beste den
kers. Het land, dat er in is geslaagd dit
toovermiddel van de radio zoodanig te gebrui
ken dat het zijn volk opstuwt tot een hooger
peil van beschaving, is wel gelukkig. Er is
zooveel in kunst, in staatswetenschap, in mu
ziek, in het gansche uitgestrekte gebied van
wetenschap en in den door de eeuwen heen
vergaarden schat van kennis, dat boven partij
of geloof uitgaat of er_geheel buiten staat, dat
het wel buitengewoon dwars moet worden
geacht indien men zooals bij u voor
radiotransmissie juist die zaken schijnt te wil--
len uitpikken die verdeelen in plaats van sa
menbinden. Ook Engeland heeft zijn politiéke
partijen en zijn verschillende kerken en reli-
gieuse sekten. Maar ze zijn er geen beletsel
voor een radio-omroep, die voor een ieder van
onschatbare waarde is.
1 Augustus zal het 40 jaren zijn geleden,
dat de kaasfabriek „Hoogkarspel" te Hoog-
karspel in werking werd gesteld. Er zijn
meer fabrieken, welke zoo'n tijdvak achter
den rug hebben, maar deze fabriek neemt een
bijzondere plaats in, zij heeft een verleden,
dat haar recht geeft op vermelding in de ge
schiedenis der fabriekmatige zuivelbereiding,
in het bijzonder van die in Noord-Holland.
Er is een tijd geweest, dat een verblijf aan
deze fabriek gedurende eenige weken behoor
de bij de vorming van toekomstige leidende
personen op zuivelgebied. Men moest te
Hoogkarspel zijn geweest, niet alleen, omdat
men daar de gelegenheid had zich practisch
te bekwamen in het maken van een goede
Edammerkaas, doch vooral ook, omdat men
enkel verschrikkelijk oogenblik prentten
deze bijzonderheden zich met fotografi
sche scherpte in Dick's hersens. Daarna
bukte hij zich en schoof zijn amen onder
't lichaam. Turnbull was loodzwaar en
zijn armen en hoofd hingen er slap bij,
toen hij het op het veldbed legde.
Frank! Frank! Luister toch, ouwe
jongen!
Dick sidderde. Al dien tijd, dat hij daar
buiten zijn briefje had zitten schrijven,
elkaar gelegen. De witte tabletten had
had het lijk van zijn vriend daar stil in
den den aanval van zijn kwaal ditmaal
niet meer kunnen overwinnen. Dick ver
liet de tent en haastte zich naar het
huisje der oude vrouw, die voor Turn
bull kookte. Ze kwam aan de deur, zoo
van de waschtobbe, met de armen vol
zeepsop.
Roep Jimmy! zei Dick gejaagd.
Stuur hem dadelijk naar den dokter.
Mijnheer Turnbull is in een aanval ge
bleven.
De vrouw werd doodsbleek van schrik.
Goeie hemel, mijnheer't is toch
niet waar? Die arme man! Jimmy! Jim
my! gilde ze naar binnen. Loop eens
hard naar den dokter en vraag of hij
meekomt. Gauw wat hard loopen
hoor!
Dick ging naar de tent terug en bleef
daar met ontbloot hoofd staan, zich af
vragend wat hij verder doen kon. Binnen
vijf minuten stond er een groep nieuws
gierige dorpelingen voor de tent te fluis
teren. Daarop vernam hij het brommen
en snorren van een kleine auto, die
tegen den heuvel opklom. Even later
baande de dokter zich een weg door de
menschen heen en beval hen op een af
stand te blijven. Hij ging de tent binnen
en keek slechts ey.en naar, h.et Jijk.
daar in aanraking kwam met den man, die
met een helderen blik voorzichtig en practisch
in zijn oordeel, de vragen, die zich in dien
tijd voordeden aanpakte en zoo dikwijls tot
een goede oplossing wist te brengen, met den
heer D. Brander Tzn. die gedurende de jaren
1890 tot 1918 als leider van het bedrijf werk
zaam was, en van zijn mede-aandeelhouders
en melkleveranciers het volste vertrouwen
genoot. Persoonl k heb ik, toen ik mijn stu
die van de praktijk der kaasbereiding daar
maakte, ervaren, hoe de gesprekken met
Brander het inzicht in de problemen van het
vak verruimden, hoe hij de kwesties weten
schappelijk stelde en hoe hij het onder de
leiding van den ervaren kaasmaker Klaas
Mereboer te verrichten practische werk inte
ressanter wist te maken En zoo zal bet velen
zijn gegaan, die in die jaren de fabriek te
Hoogkarspel hebber bezocht en ongetwijfeld
een invloed ten goede ondervonden hebben
De lijst telt een 45-tal namen, onder welke
vele van buitenlanders, uit Noorwegen. Zwe
den. Denemarken. Duitschland, Turkije en
Mexico. Onder hen zie ik de namen van Joh.
C. van Weydom Claterbos, Y. J. Swart, W.
Keestra, P. Leenhouts, L. J. M. Koert, .1.
M. E. Snuyf. B. H. Lips enz. uit ons land en
o.a. uit 't buitenland Waldenstrom, Frils,
Christensen, (Zweden); Jensen, Hörlyck.
Dehlholm, von Ellbrecht, (Denemarken);
Storen, Thora Scheel, Benterud, (Noorwe
gen).
De geschiedenis van de zuivelfabriek te
Hoogkarspel is in vele opzichten die van d?
Noordhollandsche fabriekmatige kaasberei
ding. Het spreekt wel van zelf, dat deze fa
briek met den tijd meeging, vaak als baan-
beekster optrad en de andere fabrieken voor
uit was, b.v. met de betaling der melk naar
gehalte, hetgeen na zorgvuldige voorberel
ding 1 Jan. 1895 werd ingevoerd. Men moest
daarbij ook rekening houden met het gehalte
aan vetvrije droge stof, omdat de avondmelfc
geroomd werd. Slechts één fabriek volgde het
voorbeeld, n.1. de kaasfabriek Aurora te Wie-
ringerwaard, waarvan de heer Groneman di
recteur was. Eerst vele jaren later gingen
de andere fabrieken er geleidelijk toe over.
In 1890 kwamen een vijftal veehouders
te Hoogkarspel bijeen ter bespreking van de
wenschelijkheid van de opirchting eener kaas
fabriek, omdat gebrek aan personeel het
kaasmaken op de boerderij meer en meer be
zwaarlijk maakte. Reeds toen overwoog men,
of het een eenvoudige kaasfabriek of een
kaas- en boterfabriek moest worden, welke
laatste nog meer werk van de boerderijen
zou overnemen. Vooral omdat de resultaten
van de bestaande kaasfabrieken in Noord-
Holland gunstig waren en de zaak eenvoudi
ger werd, was de meerderheid voor een kaas
fabriek, die eenmaal per dag de geroomde
avondmei k en de volle morgenmelk zou ont
vangen. De fabriek verwerkte bij de opening
op '1 Aug. 1890 de melk van pl.m. 70 koeien.
In het najaar kwamen er nog 5 veehouders
bij In 1891 werd van deze 10 boeren in totaal
571.912 K.G. melk verwerkt. In het boekjaar
1899—1900 bedroeg deze hoeveelheid
1.097.565 K.G., in 1909—1910 1.121.142
K G. in 1919—1920 slechts 670.165 K.G.:
omdat er veel grasland tot bouwland ge
maakt was, in 1929—1930 1.667.076 K.G,
terwijl in het jaar 1930—1931 vermoedelijk
pl.m. 2.000.000 K.G. van 35 veehouders ver
werkt zal worden. De fabriek kan zich dus
handhaven, hoewel zij gelegen is in de on
middellijke nabijheid van een streek, waar de
tuinbouw zich sterk heeft uitgebreid.
In vroegere dagen kenmerkte zich het
werken in zoo'n eenvoudige Noordholland
sche kaasmakerij door een groote mate van
gemoedelijkheid. Het was 's morgens een
druk oogenblik, wanneer de leveranciers in
de wijde cilindrische bussen (gemakkelijk te
reinigen) direct na het melken de melk brach
ten, behulpzaam waren bij het lossen en we
gen op de schalen met evenaar (voor dien
tijd de betrouwbaarste bepaling der hoeveel
heid), daarna de hun toekomende wei zelf
oppompten en weer verdwenen.
Dan kwam er een rustige sfeer in de fa
briek. Maar als de wrongel in een bak rijp
was en men aan het stoppen toe was, het
geen geschiedde door de wrongel met handen
vol uit de wei te halen en in den vorm vast
aaneen te duwen, dan werd er buiten de fa
briek geroepen en een paar ouderen van da
gen kwamen helpen stoppen. Want dit mocht
niet te lang duren. Zoo iets kon nog geschie
den, zonder met de Arbeidswet in conflict te
komen. Ook was er nog tijd om de koffie te
U hoeft hier niet langer te blijven,
zei hij tot Dick. Hij is dood!
Terwijl hij nog sprak, hoorde Dick een
heldere stem boven het gemompel der
menschen uit vragen: Wat is er aan
de hand? Wat is er toch?
Mijnheer Turnbullbegon een
der dorpsmenschen.
Het tentdoek werd vlug opgelicht en
daar stond Joyce. De dokter ging snel
tusschen haar en het lijk instaan.
Neem haar mee, zei hij tot Dick.
U hoeft niet bang te zijn, zei ze be
daard. Ik wil hemzien.
Ze kwam vooruit en stond met de hand
tegen haar borst gedrukt te kijken. Dan
knielde ze naast hem neer en kuste het
voorhoofd van den doodede eerste
maal.
Kom mee, Jo, fluisterde Dick. Toe
Jo, kom mee!
Heel langzaam, doodsbleek, kwam
Joyce overeind en liet zich door Dick
meevoeren. Het kon haar niet schelen,
waar ze heenging. Haar hart was ge
broken.
Aan het graf stonden Dick en Joyce,
die van zijn eigen bloemen, die hij 'zoo
lief gehad had, een krans had gevloch
ten. Alle arbeiders, tot den laatsten toe,
al de oude vrouwtjes, leunend op haar
stok, alle buren, mannen zoowel als
vrouwen, kwamen den heuvel af in hun
werkkleeren, om hem de laatste eer te
bewijzen. En toen de laatste schop aarde
op de kist gevallen was, keerden ze te
rug tot hun werk en lieten hem alleen
achter. Dick en zijn zuster bleven bij het
graf staan, totdat de anderen vertrokken
waren. Tot op dat oogenblik had Joyce
geen traan gelaten. Het scheen, dat ze
bet zieh niet kon y,acu's.t&llen, dgt granl£>V~
genieten, die Kee, de vrouw van den kaasma
ker klaar gemaakt had.
De heer Brander was er op gesteld, dat de
melk in de fabriek zorgvuldig werd gezeefd
en had daarvoor een teems laten maken, be
staande uit een zeef met een rond verticaal
zeefvlak, staande in een andere zeef met hoo
ger gelegen horizontaal zeefvlak. Op deze
wijze werd aan het vuil een groote hindernis
in den weg gelegd. Nog altijd is dit systeem
in gebruik gebleven.
Het gebrek aan arbeidskrachten op de
boerderij, dat de kaasfabriek had doen gebo
ren worden, werd nijpender en dwong tot
wijziging van de kaasfabriek in een kaas- en
boterfabriek. Dit geschiedde in 1908. Hetwag
toen nog mogelijk om de avondmelk in
Swartzsche vaten in bassins met uit zichzelf
stroomend nortonwater te koelen. De druk
van het nortonwater nam als overal gaande
weg af en in 1924 werd het nieuwe Friesche
oproomstelsel ingevoerd. Door te zorgen voor
overvloedig koelwater en 'n koeler van ruime
capaciteit kan men de avondmelk tot op onge
veer de temperatuur van het nortonwater
(11 gr. C.) afkoelen en vermeed men de fout,
die menige Z.-H. zuivelfabriek tot haar scha
de heeft begaan.
De kaasfabriek „Hoogkarspel" heeft gere<
geld een goed product gemaakt, dat den
naam der N.-H. Edammerkaas hoog heeft
gehouden. De kaas komt al sinds vele jaren
niet aan de markt, doch gaat naar een vas
ten afnemer.
In de jaren, die aan de totstandkoming
van de Proefzuivelboerderij vooraf gingen,
was de fabriek te Hoogkarspel voor het
Proefstation te Hoorn steeds beschikbaar,
wanneer de medewerking voor proefnemin
gen gewenscht was. De betaling der melk
naar gehalte en het verband tusschen samen
stelling der melk en kaasopbrengst (Kaas-
proeven) vroegen toen o.a. de aandacht. Ook
het onderzoek der melk van de koeien afzon
derlijk en proeven over de gewone en centri
fugale ontrooming der wei. Voor de heeren
Dr. v. d. Zande, Boekhout, Ott, de Vries en
mijn voorganger Keestra was de heer Bram-
der de steeds hulpvaardige medewerker, op
wiens oordeel hooge prijs werd gesteld en die
krachtig heeft medegewerkt aan de totstand
koming der Proefzuivelboerderij.
Ook zijn in de fabriek proeven genomen
vanwege den Bond van Zuivelfabrieken ln
Noord-Holland o.a. over de kwestie of een
hoogere nawarmingstemperatuur en een kor
tere bewerking der wrongel zonder schade
voor de hoeveelheid en de kwaliteit der kaas
in plaats van een langdurige bewerking en
een lagere nawarmingstemperatuur kunnen
treden.
De fabriek te Hoogkarspel kan 1 Aug. a.s.
terug zien op een schoon verleden en thans
onder leiding van den heer C. Zeilemaker en
den kaasmaker Dekker nog steeds werkencre
in den geest van haar oud-directeur Brander
de toekomst in vertrouwen tegemoet zien.
Dr. L. T. C. SCHEY.
KENNEMERLAND.
De afgeloopen week gaf een beeld van den
bijzonder rijken oogst van 1930 en nu moge
het waar zijn, dat de prijzen van meerdere
artikelen niet hoog zijn, een raadsel blijft het
boe alle producten nog aan den man komen.
De aanvoer van bessen, kruisbessen en fram
bozen was overweldigend groot.
Hoewel we nog vóór Augustus zijn, de
tijd waarop in andere jaren de boomtn-cam-
pagne aanvangt zijn er in de voorgaande
en deze week al duizenden kisten aangevoerd
en het laat zich aanzien, dat die van stam-
boonen overweldigend groot zal worden.
Voor zoover we hebben gezien zal die van
snijboonen niet zoo groot worden daar de
stokboonen veel van den wind hebben gele
den en moeite zullen hebben om zich zooda
nig te herstellen dat er een goed beschot
komt; echter kan gunstig weer, in het begin
van het seizoen, nog veel terecht brengen.
Er was ook veel bloemkool, dank zij den
grooten aanvoer van elders. Waren op de
laatste veilingen de prijzen abnormaal hoog,
de afgeloopen week gaf lager prijzen te zien
en indien de aanvoer van elders zóó groot
blijft, zullen de prijzen nog wel meer kelde
ren.
Zwarte bessen zijn niet in trek en golden
slechts 0.30—0.40. Roode bessen moet
men onderscheiden in tafelbessen en bessen
voor den inmaak of kleine bessen. Groote
bessen golden 0.801.20, kleine 0.30
was heengegaan en dat ze hem nooit
meer terug zou zien. Maar toen de aar
de dof op de kist neerplofte en de bloe
men van den krans kneusde, sidderde ze,
alsof haar eigen hart geraakt was. Al de
smartelijke gevoelens, die ze in haar
ziel had trachten te smoren van het eer
ste oogenblik af, dat ze hem gezien had,
tot op dat allerlaatste scheidingsmoment
toe, kwamen boven met onweerstaan
baar geweld. Zij kon er niet langer tegen
op. Bevend, met de handen slap langs
het lichaam hangend, stond ze te snik
ken of haar hart breken zou, terwijl
haar lippen vergeefsche pogingen deden
om zijn naam te stamelen. Ze was zich
nauwelijks bewust van haar eigen be
staan, nog minder van haar omgeving.
Ze bemerkte niet dat allen het kerkhof*
verlaten hadden behalve Dick en zijzelf.
Ze voelde niet, dat Dick zijn arm om
haar heen geslagen had en haar onder
steunde. Ze wist niet anders dan dat
Frank dood wasdooddood!
Dick stond te trillen als een blad, toen
hij bemerkte, hoe diep en vreeselijk haar
verdriet was. Het verschrikkelijke van
het geval lag voor hem niet zoozeer
hierin, dat Turnbull gestorven was, als
wel hierin, dat Joyce alleen achterbleef..
Joyce, wier hopelooze liefde haar bijna
in zijn armen deed bezwijmen. Hope
loos! Nog nimmer tevoren had hij de af
schuwelijke beteekenis van dat woord
zoo diep doorvoeld. Hij had durven den
ken, dat de liefde tusschen hem en Au^
drey hopeloos was. Hoe dwaas! Nu leer
de hij een liefde kennen, die niet dood
was, die nooit sterven kon.... een lief
de die, uiteengereten, door zou blijven
bestaan, jarenlang, in wolslagen hope
loosheid! In de liefde is alléén de dood
iets onherstelbaars!
- ^0£dt,verysfes^