flltiuistht Courant. Landbouw on Veeteelt. FEUILLETON. HuUird twee en dertigste Jaargang. Donderdag- 31 Juli Radio-hoekje Londensch aanteekenboek. Hun beider weg. DE KAASFABRIEK „HOOGKARSPEL" TE HOOGKARSPEL No. 178 1930 Vrijdag 1 Augustus. Hilversum, 1875 AI. 8.V. A. R. A. Or- f elconcert. 9.V. A. R. A. Gramofoonpl. 0.V. P. R. O. Morgenwijding. 10.15 V. A. R- A. Voorlezing door *M. Beversluis. 10.30 V. A. R. A. Voordracht en viool- en pianoconcert. Voor de zieken. 11.30 V. A. R. A. Gramofoonpl. 12.Sluiting V. A. R. A. 12.152.A- V. R. O. Concert door het omroeporkest. 2.2.30 A. V. R. O. Gramo foonpl. 2.30—3.— A. V. R. O. Vioolconcert door B. Verhoeff. E. Veen aan den vleugel. 3.-4.A. V. R. O. Concert door het A. V. R O.-kwintet. 4.V. A. R. A. Kookpraatje. 4.45 V. A. R. A. Vader Mulder vertelt. 5.30 5.45 Verzorging zender. 5.45 V. A. R. A. Concert door het V. A. R. A.-orkest. Oude IWeensche muziek. 6.05 V. A. R. A. Actueel allerlei v. h. N. V. V. 6.20 V. A. R. A. Ver volg concert door het V. A. R. A.-orkest. 8. Sluiten. 8.V. P. R. O. Persber. 8.05 V. P. R. O. Concert. G. v. Renesse, piano. 8.45 V. P. R. O. Lezing door Me]. Knappert: Eisenach. 9.20 V. P. R. O. Concert. A. Mos sel, sopraan. J Rosier, alt. G. van Renesse, piano. 10.10 V. P. R O. Declamatie. 10.30 V. P. R. O. Gramofoonplaten. Circa 11.— V. A. R. A. met gramofoonplaten. 12.V. A. IR. A. Sluiting. Huizen, 298 At. (Na 6 uur 1071 At.) [(Uitsluitend K. R. O.) 8.159.30 Gramo foonpl. 11.3012.Ziekenuurtje. 12.15 II 15 Concert door het I<. R. O.-sextet. 1.15 2.Gramofoonpl. 2.2.30 Causerie door Cor Hermus. 3.30—5.Gramofoonplaten. 5.6.Gramofoonpl. 6.Reispraatje over België. 6.107.15 Gramofopnpl. 7.157.45 Causerie over „La dernière Nuit de Don Juan". 7.458.Gramofoonpl. 8.-9 Concert door de muziek van het 5e reg. inf. te Amersfoort. 9.9.20 Vervolg causerie. 9.2011.Vervolg militair concert. Daarna gramofoonplaten Daventry, 1554.4 At. 10.35 Morgenwijding. 12 20 Concert. C. Hampton, viool. N. Fran- khn, piano. 12.50 Orgelspel door E. H Thiman. K. Hartley, alt. 1.50—2.50 Gramo foonplaten. 4.20 Orkestconcert. 5.35 Kinder- uuri/.. 6.20 Lezing. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Lezing. 7.Piano-recital door F. Daw- son. 7.207.40 Lezing. 7.50 „Obsession" Hoorspel van D. Glasby 9.20 Nieuwsberich ten. 9.45 Lezing. 10.„Diversions". .11.05 12.20 Dansmuziek. Parijs, 1725 At. 12.50—2.20 Gramofoonpl. 4.05 Orkestconcert en soli. 7.40 Gramofoon platen. 9.05 „Hoffmann's Vertellingen" van Offenbach. Orkest en solisten. 10.20 Concert Orkest en cello. Langenberg, 473 At. 7.25—7.50 Gramo foonplaten. 7.508.50 Orkestconcert. 10.35 12.15 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl. 1.252.50 Orkestconcert. 5.506.50 Solis tenconcert. 8.20 Orkestconcert. Intermezzo: Zwitsersche jodelliedjes. Dubbel-kwartet. Na afloop tot 12.20 Dansmuziek. (Gramofoon platen). Kalundborg, 1153 At. 12.20~2.20 Orkest concert. 3.505.50 Coneeit. Orkest en piano. 8.209.20 Orkestconcert. 9.20—10.20 Lie deren en voordracht. 10 40—11.30 Orkestcon cert. Brussel, 508.5 At. 3.20 Concert uit de Kur- zaal te Oostende. Orkest en violist. 5.20 Trio- concert. 6.50 Gramofoonplaten. 8.35 Gramo foonplaten. 8.50 Concert. 8.35 (338.2 M). Concert georganiseerd door de S- A. R. O. V. RADIOZENDERS. Het bestuur van de V. A. R. A. heeft, naar „Het Volk" meldt, de regeering verzocht, zelf een nieuwen zender voor de 298 M. met bij- behoorenden hulpzender te gaan bouwen en de bestaande zenders, die der Phohi incluis, te naasten. En mocht dit onmogelijk zijn, dan de zenders aan de vier groote omroepvereni gingen gemeenschappelijk te brengen. Van onzen Londenschen correspondent. Vliegterreinen boven de daken. Juli, 1930. De musschen hebben haar dakgoot. En fndien de meest voortvarende leden van den Londenschen Graafraadschap hun zin heb ben doorgezet, zullen de Londenaars binnen niet te langen tijd iets gelijksoortigs hebben. Dat wil zegen zij zullen uit de lucht kunnen neerstrijken op de daken van de stad. En waarom niet? Het is natuurlijk maar een kwestie van tijd. En zij die na ons komen zul len verbaasd zijn over de primitieve opvat tingen van de menschen van heden, die hun luchtreizen eindigden op vliegvelden. Zoo sprak een dier „luchtbewuste'' leden van het Londensch bestuur: „De Londenaars moeten onmiddellijk leeren inzien dat zakenmannen en -vrouwen spoedig uit de lucht zullen ko men vallen op bovengrondsche landings plankieren in het hart van de stad. Zij zul len reizen in eigen vliegtuigen, waarvan de vleugels netjes opgevouwen kunnen worden als die van een onzelievenheersbeestje. De plankiers zullen omgeven zijn met rijen ga rages, waarin de samengevouwen toestellen keurig zullen passen". Dit zijn de woorden der vliegtoekomst. Ze geven uitdrukking aan een noodzakelijke be hoefte en deze week krijgen ze reeds realisti- schen zin; want vertegenwoordigers van den Graafschapsraad en ambtenaren van het mi nisterie voor Luchtvaart gaan onderhandelen over de kwestie van de voorziening van Lon den met „luchtgarages". Men heeft uitge maakt dat er geen sprake van kan zijn de parken van de stad voor landingsgebied voor vliegtuigen te bestemmen. De parken er zijn er 130 in Londen zijn voor de men schen in het algemeen en voor de kinderen in het bijzonder. Daar is Regents Park, waar men op mooie Zaterdagmiddagen zeker 50.000 menschen kan tellen, die genieten van de ruimte en de genoeglijke bewegingsvrijheid. Wat zou er yan die vreugde worden indien men een deel van Regents Park ging bestemmen voor ylieggrond? Deskundigen verklaren dat het betrekkelijk eenvoudig zou zijn de stad van een aantal groote podia voor aankomst en vertrek van Vrij naar het Engelsch H. ATONSEN 31) XX. Het was zes uur, toen Dick van het station /aar huis wandelde. De zon ging onder en de damp, die over de vallei hing, was gloeiena rood gekleurd. Morgen zou Audrey in Schotland zijn. Morgen zou zijn aanval op Londen beginnen. Morgen zou hij zich met de anderen gaan meten die hun best deden een boterham uit de groote stad te halen. Hij huiverde bij de gedachte hoe ge ring zijn kansen waren. Maar Audrey had hem lief. Hij zou werken voor haar! Zij had hem tot haar ridder verkozen. Ze had heru onder al de mannen, die ze ontmoet had, uit verkoren en hem haar hart in bewaring ge geven. Met zulk een aansporing moest hij toch wel in staat zijn om een baantje te vin den, dat hij1 zou kunnen bekleeden in al die duizenden kantoren en magazijnen, banken en fabrieken. Het was vast en zeker, dat er in Londen nog wel plaats zou wezen voor ééntje meer, die bereid was de handen uit de mouwen te steken en zijn best te doen. Toen hij van het landgoed op het dorpsplein kwam, keek hij naar de klok van den toren. Het eten zou op zijn over een uur klaar zijn. Hij draaide zich om en ging den heuvel op. Hij wilde een pijp rookcn met Frank. Hij had hem niet gezien sedert hij' van vacantie terug was. Wat kon het toch raar loopen! Daar had je nu twee jonge mannen in hetzelfde dorp de een ging met vacantie en kwam terug met éen nieuwen kijk op het leven, nieuwe hoop, .nieuwe planiu®; m de andere er ge vliegmachines te voorzien. Daar is b.v. de overkapping van het nieuwe machtig groote Waterloo-station aan den Zuidelijken rivier kant, tegenover het centrum van de stad aan de Noordzijde. Het leggen van een vloer over die overkapping levert geen technische moeilijkheden op. Er zijn gansche hectaren in de stad, waar huizen van gelijke hoogte muur aan muur staan. En dan is er de Theems bij Westminster of Blackfriars, die gemakkelijk met een plankier kan worden overdekt. In al deze gevallen behoeft de Londenaar geen licht en lucht te ontberen om de vliegende bevolking gelegenheid te geven op te stijgen of neer te strijken in het hartje van de stad. Het besef is levendig dat men zoo spoedig mogelijk moet voorzien in de behoeften, die de ontwikkeling van het particuliere lucht verkeer met steeds in perfectie en handig manoeuvreervermogen toenemende toestellen begint te scheppen. Vandaar dat de zaak nu in behandeling is gekomen bij het Londensch Graafschapsbestuur. En over een paar weken, wanneer de kwestie terdege is over wogen, zal men wel hooren hoe ze zal wor den aangepakt. In de verbeelding ziet men Londen reeds wel voorzien van vliegterrei nen, gelegd over de toppen der huizen. Radio in Engeland. Het dezer dagen bekendgemaakte jaarrap port van de British Broadcasting Corpora tion toont aan dat de radio-zaken in Enge land bloeien. Verleden jaar meende men in dat rapport te mogen vaststellen dat het aantal luistervinken in het land wel niet meer zou toenemen, althans niet noemens waardig, aangezien 't „verzadigingspunt" scheen te zijn bereikt. Het jongste rapport toont aan dat deze zienswijze of voorspelling niet juist was. Er zijn in den loop van 1929 een paar honderdduizend' nieuwe klanten ge komen en op het oogenblik zijn er meer dan 30.000.000 menschen in Engeland, die gere geld hun tien shilling per jaar betalen voor het voorrecht naar de programma's van de B. B. C. te kunnen luisteren. En nu verwacht men dat hun aantal nog aanmerkelijk zal toenemen. Het genoemde cijfer beteekent dat meer dan een derde deel van de woning in Groot-Brittannië voorzien zijn van ontvang toestellen. Men kan gerust voorspellen dat in een niet te verre toekomst elke woning zal zijn aangesloten bij de radio, zooals thans elke woning is aangesloten bij de waterlei bleven, waarschijnlijk nog hetzelfde, zonder iets nieuws bereikt te hebben, zonder een mijlpaard verder te zijn gekomen. Zou hij in staat zijn, om de groote verandering te be grijpen? Was het aan Dick's uiterlijk ook te merken, dat hij innerlijk zich zoo heel anders gevoelde? Daar stond de tent, met de vouwstoel er voor. Turnbull's boek lag er onderste boven open op en zijn pijp er naast. Frank! Hallo Frank! riep Dick, maar er kwam geen antwoord. Hij zal op de „links" zijn met Jo, dacht Dick. Hij bleef een oogenblik staan nadenken en ging toen op de tent toe. Ik zal hem een regeltje schrijven en vra gen of hij na het eten bij me komt. Hij ging in de vouwstoel zitten, scheur de de achterhelft van een enveloppe, narn het boek om er onder te leggen bij het schrijven en krabbelde: Ouwe jongen. Kom je wat kletsen en rooken na tafel? Ik heb nieuws voor je, groot nieuws. Dick. Hij vouwde het briefje dicht en legde het tusschen het boek, op de plaats waar Turnbull was gebleven. Neen, dat is niet goed, zei hij bij zichzelf. Hij mocht het eens niet zien. wachtIk zal het onder de foto in de tent vaststeken. Hij glimlachte zoo zou Frank het vast en zeker vinden. Hij trok het zeil doek, dat den ingang afsloot, opzij en de avondzon scheen juist de tent binnen. Dick gaf een schreeuw. Op den grond, naast het veldbed, lag een vormlooze hoop een gedaante met onnatuurlijke verbogen arm. Er naast lag een doosje en over den grond verspreid eenige witte tabletjes. In Turnbull's andere hand was het kiekje, geheel verkneukeld. Iu een ding. De gedachte aan de verantwoorde lijkheid, die op de leveranciers van radio- vermaak en -leerling rust, is wat verbijste rend. Welk een machtig middel heeft men hier in de hand om een natie te „bewerken" Welk een macht ten goede kan radio zijn in de handen van hen, die het vermogen, het inzicht en de geestdrift hebben er het beslt gemeene nationale opvoedingsmiddel van te maken! En welk een macht ten kwade kan het zijn in de handen van hen, die haar wil len gebruiken voor bevordering van eigen sectarische theorieën van staat en godsdienst, die een natie in fragmenten uiteen doen val len in plaats van haar samen te binden. Engeland is gelukkig met zijn radio. De drie millioen luistervinken, op wier naam de vergunning staat, hebben in de meeste gevallen van drie tot vijf medeluiste raars in gezinsleden, zoodat men wel kan aannemen dat een twaalf millioen menschen in dit land geregeld luistert naar hetgeen de luidspreker vertelt in woorden, in muziek, in zang. De voorzieners der tractatie, de B. B. C., zijn voortreffelijk voor hun taak berekend. Zij zijn er in geslaagd, zonder altijd zielloos „neutraal" te zijn, aan de bevolking in radio het grootst mogelijke gemeene geestelijk goed te geven. Vaak is het van het hoogste gehalte. Nooit is 'het zoodanig dat een luiste raar het om beginselen van godsdienst of politiek onverdragelijk moet vinden. De B. B. C. houdt terecht en logisch rekening met het gemak, waarmede een ieder de transmissie ican stopzetten, indien ze niet in den smaak valt. De B. B. C. weet ook dat de Brit een flinke dosis wijsgeerige verdraagzaamheid in zijn geestelijke samenstelling heeft. En met deze feiten voor oogen maakt men en ver schaft men programma's, die zeker vooi drie kwart het zuiverst ceemnt maken voor natio nale menschelijke saamhoorigheid en in het algemeen een opvoedende waarde hebben, die de belofte inhoudt dat de massa snel een hoogeren graad van beschaving zal hebben bereikt dan zij ooit haar deel heeft kunnen noemen. Dat m o e t het gevolg zijn. Hoe kan het anderswanneer de beste geesten van de wereld als het ware in onze huiskamers komen en gemeenzaam met ons komen praten over we tenschap, kunst en letterkunde! De onsterfe lijke muzikale genieën zijn in hun heerlijke harmonieën gemeengoed geworden voor allen. De ledigheid van zooveel marktgeschreeuw om ons heen, de waardeloosheid van veel, dat om propagandistische, commercieele, politieke en andere redenen door belangengroepen als onschatbaar en belangrijk wordt voorgesteld, moet wel sterk in het besef gaan postvatten wanneer men het kan stellen tegenover de hooge geestelijke waarden die wij allen door de radio kunnen leeren kennen, tegenover Bach en Beethoven, tegenover het onsterfelijk werk der beste dichters, tegenover de verkla ringen en uiteenzettingen van onze beste den kers. Het land, dat er in is geslaagd dit toovermiddel van de radio zoodanig te gebrui ken dat het zijn volk opstuwt tot een hooger peil van beschaving, is wel gelukkig. Er is zooveel in kunst, in staatswetenschap, in mu ziek, in het gansche uitgestrekte gebied van wetenschap en in den door de eeuwen heen vergaarden schat van kennis, dat boven partij of geloof uitgaat of er_geheel buiten staat, dat het wel buitengewoon dwars moet worden geacht indien men zooals bij u voor radiotransmissie juist die zaken schijnt te wil-- len uitpikken die verdeelen in plaats van sa menbinden. Ook Engeland heeft zijn politiéke partijen en zijn verschillende kerken en reli- gieuse sekten. Maar ze zijn er geen beletsel voor een radio-omroep, die voor een ieder van onschatbare waarde is. 1 Augustus zal het 40 jaren zijn geleden, dat de kaasfabriek „Hoogkarspel" te Hoog- karspel in werking werd gesteld. Er zijn meer fabrieken, welke zoo'n tijdvak achter den rug hebben, maar deze fabriek neemt een bijzondere plaats in, zij heeft een verleden, dat haar recht geeft op vermelding in de ge schiedenis der fabriekmatige zuivelbereiding, in het bijzonder van die in Noord-Holland. Er is een tijd geweest, dat een verblijf aan deze fabriek gedurende eenige weken behoor de bij de vorming van toekomstige leidende personen op zuivelgebied. Men moest te Hoogkarspel zijn geweest, niet alleen, omdat men daar de gelegenheid had zich practisch te bekwamen in het maken van een goede Edammerkaas, doch vooral ook, omdat men enkel verschrikkelijk oogenblik prentten deze bijzonderheden zich met fotografi sche scherpte in Dick's hersens. Daarna bukte hij zich en schoof zijn amen onder 't lichaam. Turnbull was loodzwaar en zijn armen en hoofd hingen er slap bij, toen hij het op het veldbed legde. Frank! Frank! Luister toch, ouwe jongen! Dick sidderde. Al dien tijd, dat hij daar buiten zijn briefje had zitten schrijven, elkaar gelegen. De witte tabletten had had het lijk van zijn vriend daar stil in den den aanval van zijn kwaal ditmaal niet meer kunnen overwinnen. Dick ver liet de tent en haastte zich naar het huisje der oude vrouw, die voor Turn bull kookte. Ze kwam aan de deur, zoo van de waschtobbe, met de armen vol zeepsop. Roep Jimmy! zei Dick gejaagd. Stuur hem dadelijk naar den dokter. Mijnheer Turnbull is in een aanval ge bleven. De vrouw werd doodsbleek van schrik. Goeie hemel, mijnheer't is toch niet waar? Die arme man! Jimmy! Jim my! gilde ze naar binnen. Loop eens hard naar den dokter en vraag of hij meekomt. Gauw wat hard loopen hoor! Dick ging naar de tent terug en bleef daar met ontbloot hoofd staan, zich af vragend wat hij verder doen kon. Binnen vijf minuten stond er een groep nieuws gierige dorpelingen voor de tent te fluis teren. Daarop vernam hij het brommen en snorren van een kleine auto, die tegen den heuvel opklom. Even later baande de dokter zich een weg door de menschen heen en beval hen op een af stand te blijven. Hij ging de tent binnen en keek slechts ey.en naar, h.et Jijk. daar in aanraking kwam met den man, die met een helderen blik voorzichtig en practisch in zijn oordeel, de vragen, die zich in dien tijd voordeden aanpakte en zoo dikwijls tot een goede oplossing wist te brengen, met den heer D. Brander Tzn. die gedurende de jaren 1890 tot 1918 als leider van het bedrijf werk zaam was, en van zijn mede-aandeelhouders en melkleveranciers het volste vertrouwen genoot. Persoonl k heb ik, toen ik mijn stu die van de praktijk der kaasbereiding daar maakte, ervaren, hoe de gesprekken met Brander het inzicht in de problemen van het vak verruimden, hoe hij de kwesties weten schappelijk stelde en hoe hij het onder de leiding van den ervaren kaasmaker Klaas Mereboer te verrichten practische werk inte ressanter wist te maken En zoo zal bet velen zijn gegaan, die in die jaren de fabriek te Hoogkarspel hebber bezocht en ongetwijfeld een invloed ten goede ondervonden hebben De lijst telt een 45-tal namen, onder welke vele van buitenlanders, uit Noorwegen. Zwe den. Denemarken. Duitschland, Turkije en Mexico. Onder hen zie ik de namen van Joh. C. van Weydom Claterbos, Y. J. Swart, W. Keestra, P. Leenhouts, L. J. M. Koert, .1. M. E. Snuyf. B. H. Lips enz. uit ons land en o.a. uit 't buitenland Waldenstrom, Frils, Christensen, (Zweden); Jensen, Hörlyck. Dehlholm, von Ellbrecht, (Denemarken); Storen, Thora Scheel, Benterud, (Noorwe gen). De geschiedenis van de zuivelfabriek te Hoogkarspel is in vele opzichten die van d? Noordhollandsche fabriekmatige kaasberei ding. Het spreekt wel van zelf, dat deze fa briek met den tijd meeging, vaak als baan- beekster optrad en de andere fabrieken voor uit was, b.v. met de betaling der melk naar gehalte, hetgeen na zorgvuldige voorberel ding 1 Jan. 1895 werd ingevoerd. Men moest daarbij ook rekening houden met het gehalte aan vetvrije droge stof, omdat de avondmelfc geroomd werd. Slechts één fabriek volgde het voorbeeld, n.1. de kaasfabriek Aurora te Wie- ringerwaard, waarvan de heer Groneman di recteur was. Eerst vele jaren later gingen de andere fabrieken er geleidelijk toe over. In 1890 kwamen een vijftal veehouders te Hoogkarspel bijeen ter bespreking van de wenschelijkheid van de opirchting eener kaas fabriek, omdat gebrek aan personeel het kaasmaken op de boerderij meer en meer be zwaarlijk maakte. Reeds toen overwoog men, of het een eenvoudige kaasfabriek of een kaas- en boterfabriek moest worden, welke laatste nog meer werk van de boerderijen zou overnemen. Vooral omdat de resultaten van de bestaande kaasfabrieken in Noord- Holland gunstig waren en de zaak eenvoudi ger werd, was de meerderheid voor een kaas fabriek, die eenmaal per dag de geroomde avondmei k en de volle morgenmelk zou ont vangen. De fabriek verwerkte bij de opening op '1 Aug. 1890 de melk van pl.m. 70 koeien. In het najaar kwamen er nog 5 veehouders bij In 1891 werd van deze 10 boeren in totaal 571.912 K.G. melk verwerkt. In het boekjaar 1899—1900 bedroeg deze hoeveelheid 1.097.565 K.G., in 1909—1910 1.121.142 K G. in 1919—1920 slechts 670.165 K.G.: omdat er veel grasland tot bouwland ge maakt was, in 1929—1930 1.667.076 K.G, terwijl in het jaar 1930—1931 vermoedelijk pl.m. 2.000.000 K.G. van 35 veehouders ver werkt zal worden. De fabriek kan zich dus handhaven, hoewel zij gelegen is in de on middellijke nabijheid van een streek, waar de tuinbouw zich sterk heeft uitgebreid. In vroegere dagen kenmerkte zich het werken in zoo'n eenvoudige Noordholland sche kaasmakerij door een groote mate van gemoedelijkheid. Het was 's morgens een druk oogenblik, wanneer de leveranciers in de wijde cilindrische bussen (gemakkelijk te reinigen) direct na het melken de melk brach ten, behulpzaam waren bij het lossen en we gen op de schalen met evenaar (voor dien tijd de betrouwbaarste bepaling der hoeveel heid), daarna de hun toekomende wei zelf oppompten en weer verdwenen. Dan kwam er een rustige sfeer in de fa briek. Maar als de wrongel in een bak rijp was en men aan het stoppen toe was, het geen geschiedde door de wrongel met handen vol uit de wei te halen en in den vorm vast aaneen te duwen, dan werd er buiten de fa briek geroepen en een paar ouderen van da gen kwamen helpen stoppen. Want dit mocht niet te lang duren. Zoo iets kon nog geschie den, zonder met de Arbeidswet in conflict te komen. Ook was er nog tijd om de koffie te U hoeft hier niet langer te blijven, zei hij tot Dick. Hij is dood! Terwijl hij nog sprak, hoorde Dick een heldere stem boven het gemompel der menschen uit vragen: Wat is er aan de hand? Wat is er toch? Mijnheer Turnbullbegon een der dorpsmenschen. Het tentdoek werd vlug opgelicht en daar stond Joyce. De dokter ging snel tusschen haar en het lijk instaan. Neem haar mee, zei hij tot Dick. U hoeft niet bang te zijn, zei ze be daard. Ik wil hemzien. Ze kwam vooruit en stond met de hand tegen haar borst gedrukt te kijken. Dan knielde ze naast hem neer en kuste het voorhoofd van den doodede eerste maal. Kom mee, Jo, fluisterde Dick. Toe Jo, kom mee! Heel langzaam, doodsbleek, kwam Joyce overeind en liet zich door Dick meevoeren. Het kon haar niet schelen, waar ze heenging. Haar hart was ge broken. Aan het graf stonden Dick en Joyce, die van zijn eigen bloemen, die hij 'zoo lief gehad had, een krans had gevloch ten. Alle arbeiders, tot den laatsten toe, al de oude vrouwtjes, leunend op haar stok, alle buren, mannen zoowel als vrouwen, kwamen den heuvel af in hun werkkleeren, om hem de laatste eer te bewijzen. En toen de laatste schop aarde op de kist gevallen was, keerden ze te rug tot hun werk en lieten hem alleen achter. Dick en zijn zuster bleven bij het graf staan, totdat de anderen vertrokken waren. Tot op dat oogenblik had Joyce geen traan gelaten. Het scheen, dat ze bet zieh niet kon y,acu's.t&llen, dgt granl£>V~ genieten, die Kee, de vrouw van den kaasma ker klaar gemaakt had. De heer Brander was er op gesteld, dat de melk in de fabriek zorgvuldig werd gezeefd en had daarvoor een teems laten maken, be staande uit een zeef met een rond verticaal zeefvlak, staande in een andere zeef met hoo ger gelegen horizontaal zeefvlak. Op deze wijze werd aan het vuil een groote hindernis in den weg gelegd. Nog altijd is dit systeem in gebruik gebleven. Het gebrek aan arbeidskrachten op de boerderij, dat de kaasfabriek had doen gebo ren worden, werd nijpender en dwong tot wijziging van de kaasfabriek in een kaas- en boterfabriek. Dit geschiedde in 1908. Hetwag toen nog mogelijk om de avondmelk in Swartzsche vaten in bassins met uit zichzelf stroomend nortonwater te koelen. De druk van het nortonwater nam als overal gaande weg af en in 1924 werd het nieuwe Friesche oproomstelsel ingevoerd. Door te zorgen voor overvloedig koelwater en 'n koeler van ruime capaciteit kan men de avondmelk tot op onge veer de temperatuur van het nortonwater (11 gr. C.) afkoelen en vermeed men de fout, die menige Z.-H. zuivelfabriek tot haar scha de heeft begaan. De kaasfabriek „Hoogkarspel" heeft gere< geld een goed product gemaakt, dat den naam der N.-H. Edammerkaas hoog heeft gehouden. De kaas komt al sinds vele jaren niet aan de markt, doch gaat naar een vas ten afnemer. In de jaren, die aan de totstandkoming van de Proefzuivelboerderij vooraf gingen, was de fabriek te Hoogkarspel voor het Proefstation te Hoorn steeds beschikbaar, wanneer de medewerking voor proefnemin gen gewenscht was. De betaling der melk naar gehalte en het verband tusschen samen stelling der melk en kaasopbrengst (Kaas- proeven) vroegen toen o.a. de aandacht. Ook het onderzoek der melk van de koeien afzon derlijk en proeven over de gewone en centri fugale ontrooming der wei. Voor de heeren Dr. v. d. Zande, Boekhout, Ott, de Vries en mijn voorganger Keestra was de heer Bram- der de steeds hulpvaardige medewerker, op wiens oordeel hooge prijs werd gesteld en die krachtig heeft medegewerkt aan de totstand koming der Proefzuivelboerderij. Ook zijn in de fabriek proeven genomen vanwege den Bond van Zuivelfabrieken ln Noord-Holland o.a. over de kwestie of een hoogere nawarmingstemperatuur en een kor tere bewerking der wrongel zonder schade voor de hoeveelheid en de kwaliteit der kaas in plaats van een langdurige bewerking en een lagere nawarmingstemperatuur kunnen treden. De fabriek te Hoogkarspel kan 1 Aug. a.s. terug zien op een schoon verleden en thans onder leiding van den heer C. Zeilemaker en den kaasmaker Dekker nog steeds werkencre in den geest van haar oud-directeur Brander de toekomst in vertrouwen tegemoet zien. Dr. L. T. C. SCHEY. KENNEMERLAND. De afgeloopen week gaf een beeld van den bijzonder rijken oogst van 1930 en nu moge het waar zijn, dat de prijzen van meerdere artikelen niet hoog zijn, een raadsel blijft het boe alle producten nog aan den man komen. De aanvoer van bessen, kruisbessen en fram bozen was overweldigend groot. Hoewel we nog vóór Augustus zijn, de tijd waarop in andere jaren de boomtn-cam- pagne aanvangt zijn er in de voorgaande en deze week al duizenden kisten aangevoerd en het laat zich aanzien, dat die van stam- boonen overweldigend groot zal worden. Voor zoover we hebben gezien zal die van snijboonen niet zoo groot worden daar de stokboonen veel van den wind hebben gele den en moeite zullen hebben om zich zooda nig te herstellen dat er een goed beschot komt; echter kan gunstig weer, in het begin van het seizoen, nog veel terecht brengen. Er was ook veel bloemkool, dank zij den grooten aanvoer van elders. Waren op de laatste veilingen de prijzen abnormaal hoog, de afgeloopen week gaf lager prijzen te zien en indien de aanvoer van elders zóó groot blijft, zullen de prijzen nog wel meer kelde ren. Zwarte bessen zijn niet in trek en golden slechts 0.30—0.40. Roode bessen moet men onderscheiden in tafelbessen en bessen voor den inmaak of kleine bessen. Groote bessen golden 0.801.20, kleine 0.30 was heengegaan en dat ze hem nooit meer terug zou zien. Maar toen de aar de dof op de kist neerplofte en de bloe men van den krans kneusde, sidderde ze, alsof haar eigen hart geraakt was. Al de smartelijke gevoelens, die ze in haar ziel had trachten te smoren van het eer ste oogenblik af, dat ze hem gezien had, tot op dat allerlaatste scheidingsmoment toe, kwamen boven met onweerstaan baar geweld. Zij kon er niet langer tegen op. Bevend, met de handen slap langs het lichaam hangend, stond ze te snik ken of haar hart breken zou, terwijl haar lippen vergeefsche pogingen deden om zijn naam te stamelen. Ze was zich nauwelijks bewust van haar eigen be staan, nog minder van haar omgeving. Ze bemerkte niet dat allen het kerkhof* verlaten hadden behalve Dick en zijzelf. Ze voelde niet, dat Dick zijn arm om haar heen geslagen had en haar onder steunde. Ze wist niet anders dan dat Frank dood wasdooddood! Dick stond te trillen als een blad, toen hij bemerkte, hoe diep en vreeselijk haar verdriet was. Het verschrikkelijke van het geval lag voor hem niet zoozeer hierin, dat Turnbull gestorven was, als wel hierin, dat Joyce alleen achterbleef.. Joyce, wier hopelooze liefde haar bijna in zijn armen deed bezwijmen. Hope loos! Nog nimmer tevoren had hij de af schuwelijke beteekenis van dat woord zoo diep doorvoeld. Hij had durven den ken, dat de liefde tusschen hem en Au^ drey hopeloos was. Hoe dwaas! Nu leer de hij een liefde kennen, die niet dood was, die nooit sterven kon.... een lief de die, uiteengereten, door zou blijven bestaan, jarenlang, in wolslagen hope loosheid! In de liefde is alléén de dood iets onherstelbaars! - ^0£dt,verysfes^

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5