DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Hoe een vreemdeling Alkmaar ziet
f
ïVo. 192
ZATËKDAG 16 AUGUSTUS 1930
132e Jaargang.
Onze stad blijkt heel wat merkwaardige
gebouwen te hebben.
Vreemdelingen kunnen zich na een rondrit
daarvan gaan overtuigen.
Dagelijksch overzicht.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalvs Zon- en
Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door bet gebeele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37000. Telef. 3, redactie 33.
Yl i
Directeur: C. KRAS.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
Het is bekend, dat Uilenspiegel altijd neer
slachtig was als het mooi weer was. Hij had
een vooruitzienden geest en bedacht dan hoe
het zonnetje op den duur niet zou blijven
schijnen en men een regen- en stormperiode
toch niet zou kunnen ontloopen. Maar als het
regende was Uilenspiegel buitengewoon in
zijn schik in het vooruitzicht, dat die regen
eindelijk wel eens een eind zou nemen en de
mooie dagen niet lang meer op zich zouden
laten wachten.
Helaas zijn pensiongasten geen Uilenspie
gels en in den zomer van het jaar 1930, nu
tienduizenden Hollanders en vreemdelingen
in pensions en hotels te samen gepakt dag in
dag uit naar de grauwe luchten turen in de
hoop, dat er toch eindelijk wel eens een stukje
blauw ter grootte van een soldatenbroek zal
verschijnen, is het geen wonder, dat van alle
badplaatsen gemeld wordt, dat er een zekere
depressie is en dat de bezoekers hun vacantie-
tijd niet heelemaal doorbrengen zooals zij dat
gehoopt hadden.
Zij zijn vol verwachting naar de zee ge
trokken, maar zij hebben zoet in plaats van
zout water gevonden.
Tentenkampen zijn verregend en uit elkaar
ewaaid en menige pensionhoudster heeft
.jaar gasten onverwachts zien vertrekken om
dat zij nog liever den halven prijs aan schade
vergoeding betaalden dan nog langer met de
traaitioneele breiende juffrouw en een familie
met zes ondeugende kinderen in een klein
salonnetje te moeten kienen of pandverbeuren.
Maar toch, iets van den ouden Uilenspiegel
schuilt in iederen pension- en hotelgast en er
zijn er velen, die eiken morgen weer op den
barometer tikken en familie en vrienden op
wekken, den moed maar niet op te geven om
dat de mooie zomerdagen toch vroeg of laat
nog wel eens te voorschijn zullen komen.
Met parapluies en regenjassen gewapend
begeven deze optimisten zich eiken morgen op
weg om een deel van het vastgestelde pro
gramma af te werker-
En daartoe behoort natuurlijk op Vrijdag
morgen een bezoek aan de Alkmaarsche kaas
markt. Hoe dreigend de lucht er ook uitziet,
hoe ook het anders zoo kleurige beeld door
grauwe Wolkengevaarten en striemende re
genbuien bedorven wordt, als om elf uur des
morgens de beroemde ridders met gevelde
lansen op den torentrans langs elkaar stormen
en de hoornblazer zijn bazuin in de richting
van zijn kin heft, staan honderden belangstel
lenden van dat wonder te genieten omdat men
nu eenmaal niet in Rome geweest is als men
den Paus niet gezien heeft en omdat men
nooit zou durven bekennen naar Alkmaar te
zijn getrokken zonder de kaasdragers en den
hoornblazer bewonderd te hebben.
Alkmaar is doordat duizenden enthousiaste
bezoekers elk jaar weer in binnen- en buiten
land den roem van zijn pittoreske kaasmarkt
verkondigen, langzamerhand een nummer op
het reisprogramma geworden en wanneer er
voor belangrijke gezelschappen en particulie
ren een rondreis door Holland in elkaar gezet
wordt, dan is de Vrijdag bestemd voor een
bezoek aan de Alkmaarsche Kaasmarkt,
waarna de middag voor een expeditie naar de
Zuiderzee-werken gereserveerd wordt.
Door het steeds drukkere vreemdelingen-
bezoek en het groote stadsbeeld, dat ons vre
dig provincieplaatsje daardoor op Vrijdag
biedt, is men terecht op de gedachte gekomen,
ook hier eens het voorbeeld van zoovele an
dere gemeenten te volgen en de bezoekers in
de gelegenheid te stellen de merkwaardighe
den per autocar langs te rijden waardoor den
gasten veel tijd en moeite bespaard kan wor
den.
Gistermorgen, nadat de hoornblazer zijn
solo ten beste had gegeven, stonden enkele
autobussen van onzen stadsdienst, waarop
chauffeurs van de bussen AlkmaarHaar
lem hadden plaats genomen, gereed om be
langstellenden voor het luttele bedrag van 50
cent anderhalf uur lang? onze merkwaardige
gebouwen te rijden en wij hebben gaarne van
de gelegenheid gebruik gemaakt een dergelij-
ken tocht mee te maken.
Het is interessant om als vreemdeling eens
door de eigen woonplaats te rijden en eens
een indruk te krijgen van de wijze waarop
onze gasten worden ingelicht en hoe deze op
een en ander reageeren.
We waren dus vreemdeling en we hoopten
het tot het einde van den tocht te kunnen blij
ven, maar de jeugdige explicateur, die dit on
dankbare werkje belangeloos ten dienste van
het vreemdelingenverkeer op zich had geno
men, bleek al spoedig tot de ontdekking geko
men, dat er een Alkmaarsche criticus in de
bus zat en het is te begrijpen, dat hij zich met
het vooruitzicht op een courantenartikel niet
heelemaal op zijn gemak gevoelde.
Weldra bleek de pers ook nog vertegen
woordigd door een verslaggeefster van de
redactie van de Prov. Groninger Courant, die
in Schoorl logeerde en het doet ons genoegen
hier dadelijk te kunnen constateeren, dat van
dezen proeftocht zoowel in Groningen als in
Alkmaar een gunstig verslag zal worden ge
geven.
Nadat de vriendelijke explicateur, die heel
bescheiden verzocht heeft hier zijn naam te
willen verzwijgen, tot zijn groote verluchting
geconstateerd had, dat er geen Engelschen en
Amerikanen in de bus zaten, werd net vertrek-
sein gegeven en gevoelden wij ons allen
vreemdelingen, die in anderhalf uur
tijds de merkwaardigheden van de stad der
victorie gingen bekijken.
Voorzichtig laveerde onze groote bus .tus-
schen allerlei rijdende en loopende versperrin
gen naar de Nieuwe Sloot, waar de chauffeur
een seintje kreeg voor het Diaconiehuis te
stoppen en ons verteld werd, dat dit het voor
malige Hof van Sonoy was, een prachtig
bouwwerk uit de vijftiende eeuw waarvan de
achthoekige toren met zandsteenen hoekblok-
ken een kunststukje van architectuur is.
Helaas hebben wij alleen het hekwerk en
de binnenplaats kunnen bewonderen, daar
het dichte autobusdak verhinderde, dat de
passagiers hooger dan drie of vier meter
boven den grond konden kijken.
We geloofden dus wel, dat het torentje
heel mooi was en na een laatst vaarwel toe
gezwaaid te hebben aan een vriendelijke oud»
juffrouw, die haar handen door de spijlen
van het hek stak om naar ons te kunnen wui
ven, reden we weer door en kwamen we via
de Sint Laurensstraat in de Langestraat,
die zooals we met belangstelling hebben
vernomen de drukste en mooiste «traat van
onze stad mag genoemjd worden.
Het is op Vrijdagmorgen werkelijk een
heel mooie straat en we kwamen zooveel
auto's en vrachtwagens tegen, dat de chauf
feur alle moeite had zijn bakbeest door de
openingen in het verkeer te sturen zonder
ongelukken te veroorzaken.
Tot ons genoegen kunnen wij hier meedee-
len, dat Alkmaar een bijzonder mooi stad
huis heeft, tenminste voor zoover wij het heb
ben kunnen bewonderen, dat is zoowat tot
even boven het poortje, dat in het midden
van de steenen statietrap gebouwd is.
Gelukkig was ook daar nog eenig beeld
houwwerk te zien en onze vriendelijke gelei
der heeft ons uitgelegd, dat de beide zij
raampjes naar motieven ontleend aan de
adertjes van een vischblaas of was het
een ander orgaan uit het visschenlichaam?
bewerkt zijn en dat het steenen topstukje
boven het middenpoortje een kransje van
gebeeldhouwde eikels draagt.
Helaas was er van het stadhuis verder
niets te bespeuren, maar wij hebben allemaal
beloofd eens naar boven te zullen kijken als
we er wandelend nog eens voorbij zouden
komen.
Van het politiebureau werd medegedeeld,
dat het eigenlijk tot het Stadhuis behoorde,
maar helaas door de politie in beslag was
genomen. Het was veel te mooi voor de po
litie en er bestaan, naar wij vernamen, dan
ook plannen onze stedelijke ordebewaarders
er uit te zetten.
Het is ons niet bekend of er iets van deze
onvriendelijke voornemens is doorgedrongen
tot den hoofdagent, die voor het bureau een
beetje grimmig naar onze autobus stond te
kijken, maar een oogenblik later deed een in
specteur even het deurtje van de bus ojoen,
met de mededeeling, dat wij daar niet moch
ten stilstaan, zoodat we het stadhuis maar
gelaten hebben voor wat het was en even
later bij de Openbare Leeszaal kwamen
waarvan ons verzekerd werd, dat het een
bijzonder mooien gevel heeft, maar waarvan
we alleen de gebeeldhouwde deuren konden
bewonderen.
Op den terugweg naar het Station zouden
we geen van allen vergeten ook hier eens
naar boven te kijken
Na op de Mient eerst vooruit en daarna
weer achteruit te hebben gemanoeuvreerd,
kregen we gelegenheid de Alkmaarsche
vischmarkt te bewonderen om daarna in de
Langestraat terug te keeren, waar de chauf
feur juist zijn remmen aanzette toen een po
litieagent het deurtje opendeed met de mede
deeling, dat wij daar in geen geval mochten
stoppen.
De chauffeur deed nog moeite den actieven
ordebewaker uit te leggen, dat hij op hoog
bevel een bus met vreemdelingen bestuurde,
maar de agent verklaarde gezien te hebben,
dat de inspecteur reeds tot doorrijden ge
maand had en dus salueerden agent en
chauffeur elkaar heel deftig en zijn we maar
rechtstreeks naar de Sint Laurenskerk gere
den, waar we uitgestapt zijn, waar onze
jeugdige geleider ons op boeiende wijze van
de restauratie vertelde, waar we ons ver
wonderd hebben over het feit, dat eenige
totaal vermolmde balken eeuwenlang de
zwaarste vrachten hebben gedragen en waar
het orgel van Van Campen ieders bewonde
ring heeft getrokken.
De koster, die zich ditmaal voor zijn ex
plicatie slechts tot de koperen graf„steen"
van de familie Paling en Foreest te bepalen
had, liet het gezelschap nog even de con
sistoriekamer zien en bleek uiterst billijk lil
de berekening van de toegangsprijzen waar
na we hoogst voldaan weer in onze bus zijn
geklommen op weg naar de volgende merk
waardigheid die het standbeeld van Mevr.
Bosboom-Toussaint, of zooals de Alkmaar-
ders familiair zeggen „Truitje" bleek te zijn
Het is mogelijk, dat deze Alkmaarsche
schrijfster in vroeger jaren veel lauweren
geoogst heeft, maar het tegenwoordige ge
slacht vindt haar werken blijkbaar min of
meer uit den tijd en er werd in de bus ver
teld, dat zij niet minder dan twintig bladzij
den noodig had om te beschrijven, dat er een
hek opengedaan werd en daarna weer twin
tig bladzijden om te vertellen, dat het hek
weer dicht ging.
Wij als vreemdelingen gevoelden ons
daarom niet bijster tot deze Alkmaarsche
schrijfster aangetrokken en om ons in een
wat betere stemming te brengen werd
daarom naar het Stadsziekenhuis gereden,
dat algemeen bewonderd werd maar waar
mee toch niemand op dit moment nader ken
nis wilde maken, zoodat we weer naar de
stadsgrachten terugkeerden en bij de Hei-
looërbrug gestopt hebben om onzen vriende
lijken geleider te laten uitleggen waarom de
straten die op de oude poorten uitkomen niet
recht loopen maar allemaal een zoogenaam
de knik hebben gekregen.
Er valt ook voor een Alkmaarder werke
lijk nog wel iets te leeren in een dergelijk:
touringcar en als we deze reis niet hadden
meegemaakt zouden we er waarschijnlijk
nooit achter gekomen zijn, dat het Victorie
beeld een arm heeft, die anatomisch verkeerd
ingezet is. Het beeld schijnt ook de hand ver
keerd te houden en het is ons nu volkomen
duidelijk waarom de oude man, die elk jaar
op 8 October een krans aan dat beeld moet
deponeeren, zoo gelukkig kijkt als hij van
zijn laddertje afklimt en de krans werkelijk
aan de hand van Vrouwe Victoria is blijven
hangen.
De stadsgrachten hebben onze onverdeelde
bewondering getrokken en we waren het er
allemaal over eens, dat Alkmaar buitenge-
won veel zorg aan zijn plantsoenen besteedt
Wie op een dergelijken rondrit anderhalf
uur lang door verschillende wijken en stra
ten rijdt, komt onwillekeurig tot de overtui
ging, dat Alkmaar een stad van reusachtige
afmetingen is.
Vooral als hij zoo heen en weer gereden
wordt, dat hij ieder oogenblik op hetzelfde
punt uitkomt zonder er veel van te bemerken.
Dat lukte werkelijk heel aardig, behalve toen
de bus een half uur na de bezichtiging van
„Truitje" opnieuw voorbij het borstbeeld
kwam en een van de argelooze passagiers de
opmerking maakte, dat daar precies zoo'n
standbeeld stond als we ook aan den anderen
kant van de stad gezien hadden. Dan zwijg
je als Alkmaarder maar en je legt aan een
vriendelijke reisgenoote uit, dat een stad met
een intellectueele bevolking trotsch is op een
bekende litteraire figuur als mevrouw Bos
boom en dat we nooit genoeg monumenten
kunnen plaatsen om haar -naar verdienste te
huldigen.
Dat het verrolde accijnstorentje, waarvan
we ongeveer twee meter van het onderstuk
te zien kregen, de groote belangstelling van
het gezelschap had en we algemeen vol be
wondering waren voor den ondernemings
geest van onzen directeur van Gemeentewer
ken is vanzelfsprekend en ook dat we gehui
verd hebben bij de gedachte aan het groot
aantal misdadigers, dat de trappen van ons
mooie Paleis van Justitie heeft beklommen.
Alkmaar is zoo groot en heeft zoovele
merkwaardige gebouwen, dat ons verslag te
lang zou worden om dat alles te beschrijven
en we sluiten dus met de mededeeling, dat we
-via den Hout, die door een der dames hard
nekkig de Haarlemmerhout genoemd werd,
bij den Muziektuin 'belandden, waar we zijn
uitgestapt om den tuin te bekijken om daarna
tot de minder aangename ontdekking te
komen, dat de rondrit hier als geëindigd be
schouwd werd.
De bus reed zonder zijn passagiers weg
en een twintigtal dames en heeren, die natuur
lijk bij het station of de Bergerbussen moes
ten zijn, kregen onwillekeurig het gevoel,
dat ze als Klein Duimpje met zijn broertjes en
zusjes mee naar het bosch waren genomen
met de bedoeling om ze daar neer te zetten
en te vergeten.
Van stadsautobussen, en diensl^^igeii
was natuurlijk niemand op de hoogte en na
dat algemeen geïnformeerd was aan welken
kant nu eigenlijk de stad was en hoelang het
zou duren om daar weer naar toe te kunnen
loopen, begaven verschillende groepjes van
het gezelschap zich moedig op weg in de
hoop nog bussen en treintjes te kunnen halen
en pension of hotel te bereiken voor de laatste
restjes van de fundi van tafel verdwenen
zouden zijn.
We hebben onze ervaringen op dezen tocht
opzettelijk wat uitvoerig beschreven om hier
ten slotte de voordeelen en nadeelen van een
dergelijken stadstouringdienst eens in het
licht te kunnen stellen.
Onze indruk is, dat iets dergelijks hier in
de vacantiemaanden zeker levensvatbaarheid
zal kunnen hebben, mits men met verschillen
de hier gemaakte opmerkingen rekening zal
willen houden.
Allereerst zijn de stadsautobussen, zoolang
ze van boven gesloten zijn, niet geschikt om
als touringcar te kunnen dienen. Het is niet
voldoende den vreemdelingen te vertellen,
dat we een mooi stadhuis hebben en er heen
te rijden zonder dat ze er meer dan een paar
steenen leeuwtjes van te zien 'krijgen. Dit be
zwaar geldt voor alle Alkmaarsche gebou
wen, die meer dan drie of vier meter hoog
zijn en bovendien dient vastgesteld te wor
den, dat een gezelschap vreemdelingen, die
speciaal rondrijden om Alkmaar te bekijken,
eenigen tijd, zij het hoogstens vijf minuten,
gelegenheid moet hebben om door de raam
pjes te gluren zonder dat de chauffeur te
hooren krijgt, dat hij1 zoo spoedig mogelijk
weer dient te vertrekken.
Verder lijkt het ons gewenscht, dat in het
kerkgebouw de explicatie door den koster
wordt overgenomen, waar deze toch ock
entree heft en natuurlijk beter dan iederen
anderen geleider met alle bezienswaardig
heden en de geschiedenis daarvan op de
hoogte zal wezen.
De voornaamste fout, die bij de thans ge
nomen proef is gebleken, schuilt o.i. evenwel
in de 'bepaling dat het eindpunt van de rit
de Muziektuin zal zijn. Vreemdelingen, die
bij de Kaasmarkt zijn ingestapt, wenschen na
den rondrit op het punt van uitgang terug te
keeren en wanneer onze touringcar daarna
nog even haar Bergerhout en Station zou
willen rijden, zullen er heel wat minder teleur
gestelde gezichten te zien zijn als wij thans
bij het hek van den muziektuin konden aan
schouwen.
Men mafce de rondritten van niet te langen
duur in een uur tijds kan Alkmaar vol
doende worden bekeken vermijde zooveel
mogelijk het heen en weer rijden en telkens
terugkeeren op punten waar men reeds eer
der geweest is en zorge voor goed geïnstru
eerde chauffeurs, die tegelijkertijd als gids
kunnen dienen.
Niet altijd' is er een Alkmaarder aanwezig,
die dit werk belangeloos op zich wil nemen
en niet altijd zal een dergelijke explicateur
zoo goed op de hoogte van alle bijzonderhe
den van stad en gebouwen zijn als onze
vriendelijke geleider.
Overigens brengen wij gaarne hulde aan
hen, die het initiatief tot dergelijke rondritten
hebben genomen. Het denkbeeld zelf verdient
alle waardeering en wij gevoelen daarnaast
veel voor het plan tochtjes per watertaxi te
organiseeren, waarbij onze gasten via het
kanaal door onze schilderachtige grachten
kunnen varen en Alkmaar eens kunnen zien
van een kant, die veel te lang onopgemerkt
is gebleven.
Touringcars en watertaxi's, zij passen in
het beeld van een onzer mooiste oud-Hol-
landsche steden en zij zullen er zeker toe bij
dragen, dat Alkmaar voortaan niet alleen
meer om zijn Kaasmarkt, maar ook om zijn
stedenschoon en zijn merkwaardige gebou
wen geroemd wordt.
MONARCHISTISCHE ACTIES IN
EUROPEESCHE LANDEN.
o
Ook in Rusland is het woelig.
o
Een interessant rapport over de Russische
toestanden.
o
Gisteren hebben we getracht te schetsen,
hoe de toestand t.o.v. de monarchie in Oos
tenrijk is. Thans is het de beurt aan Rusland.
Het klinkt werkelijk vreemd: Rusland en
monarchie. Die twee woorden komen niet bij
elkaar. Waar het eene is, moet het andere
wijken.
Maar toch, als men even bedenkt, wat Rus
land was en is, dan vindt men het wellicht
zoo vreemd niet, dat in Rusland ook een mo
narchistische idee gebleven is.
Waarom ook niet?
Rusland is een eigenaardig land. De ont
wikkeling der bevolking staat ver achter bij
dc West-Europeesche staten. Een zeer groot
percentage kan nog steeds niet lezen en
schrijven en moet zich dus een denkbeeld
van alle groote gebeurtenissen vormen „van
hooren zeggen".
Men weet, dat Rusland vroeger een monar
chistisch rijk was. De tsaar regeerde over alle
Bussen. Hij was niet alleen wereldlijk, maar
ook kerkelijk vorst. En inderdaad, de regee
ring van den tsaar zij moge dan al niet
volmaakt geweest zijn toch heeft ze Rus
land eenigen bloei gebracht. De algemeene
toestand was heusch niet bepaald slecht te
noemen.
Totdat de oorlog uitbrak. En de Russen
door de Duitsche legers teruggedreven wer
den. Toen brak de opstand uit en de tsaar
met zijn familie verdween van het tooneel.
De geheele regeering werd omvergeworpen.
Men kreeg soldatenraden, men kreeg
tenslotte een communistische staat.
En Rusland wordt thans geregeerd vol
gens communistische denkbeelden. Dat wil
natuurlijk heelemaal niet zeggen, dat er geen
enkele Rus meer is, die de monarchie vergeten
is. Verre van dat. Er zijn nog teveel officieren
van het tsarenleger, nog teveel ambtenaren,
die onder den tsaar gediend hebben om de
monarchistische idee te laten verdwijnen. En
zij, die door de huidige regeering ten val zijn
gebracht, hopen nog steeds op herstel van
het oude rijk met zijn ouden regeeringsvorm.
Hetgeen zeer verklaarbaar is. Immers, is
het tegenovergestelde geval zou het net zoo
zijn.
Wil men feiten? „De Tijd" weet er iets in
teressants over mee te deelen. Volgens dat
blad zou het niet moeilijk zijn, om een goed
leger te organiseeren uit Russische vluchte
lingen, daar men de beschikking heeft over
oud-officieren en andere gegradueerden uit
het tsaristische leger. En het blad weet zelfs
te vertellen, dat daaraan gewerkt wordt. Een
oud-opperbevelhebber, die op het oogenblik
nog in het verre Oosten vertoeft, zou reeds
gekozen zijn. De grootste moeilijkheid is
echteraan geld te komen. Immers, de re-
publikeinsch gezinde Russen voelen weinig
voor het plan, om een monarchistisch bewind
terug te krijgen. Zij meenen, dat er geen aan
leiding is om een dergelijken stap op dit
oogenblik te doen.
Het besluit der monarchisten dateert reeds
van de Sint Jans-bijeenkomst, op 24 Juni 1.1.,
in het flat van generaal Miller, den opvol
ger van generaal Koetjepof. Vertegenwoor
digers van alle monarchistische vereenigin-
gen in Europa en Amerika, waaronder de op
perste Raad der Russische monarchisten, als
mede twee afgevaardigden namens groother
tog Cyril van Rusland, waren op die bijeen
komst tegenwoordig.
Generaal Stogoff, assistent van generaal
Miller en het hoofd van de „Witte spionna-
ge in het Verre Oosten", las 'n rapport voor
omtrent de toestanden aldaar. Dit rapport
betoogde, dat reeds sedert verscheidene
maanden belangrijke groepen Siberische boe
ren in min of meer open opstand tegen de
Sovjets leven en zelfs de overhand op het
Roode leger krijgen. Wat hun echter ontbrak,
was een leider.
Duizenden deserteurs van de Roode legers
zwerven zoo vervolgt het rapport in
de Siberische steppen rond. De sterkte van de
groepsgewijs in het Oosten georganiseerde
„Witte" legermacht werd op minstens 10.000
man geschat. Zij zijn goed gewapend en aan
tucht onderworpen, gelegerd langs den
Mantsjoerijschen spoorweg. In verschillende
deelen van Mongolië zouden nog 30.000 man
nen onder de wapen zijn. En wanneer slechts
het benoodigde geld bijeenkomt, zou het geen
moeite kosten een troepenmacht van 100.000
af te richten.
Generaal Miller heeft generaal Dietrichs,
die in Azië een guerilla-oorlog tegen de Sov
jets voert, als bevelhebber over het „Boeren
leger" aangesteld. Generaal Dietrichs be
vindt zich op dit oogenblik in Shanghai en
hij zal weldra een legermacht van 30.000
man, o.w. oud-officieren, onder zijn bevelen
hebben, gerecruteerd uit de diverse groepen,
welke nu over verschillende steden en dorpen
in China verspreid zijn. Dietrichs heeft bevel
gekregen, zich met de rebellenleiders in ver
binding te stellen en zoowel instructeurs als
bevelhebbenden officieren te verschaffen.
Het plan, om de noodige fondsen te ver
krijgen, begint met een algemeene geldinza
meling onder alle Russen, die in Frankrijk
West-Europa, Engeland en Amerika als
vluchtelingen verblijf houden en daar steun
zoeken bij hun vermogende vrienden. Men
hoopt, op deze wijze verscheidene mWioeiien
dollars voor het fonds te krijgen.
Volgens „Les Dernières Nouvelles", een te
Parijsch verschijnend dagblad, door Russi
sche democraten en republikeinen uitgegeven,
is de toestand in het Verre Oosten volgens
het bovenstaande rapport al te gunstig voor
de actie der Wit-Russen afgeschilderd, zoo
vertelt het N. v. L. N. Kerensky en Bourtzeff,
de bekende revolutionnair, zeiden geen ver
trouwen in de plannen van generaal Miller
te hebben. In een hoofdartikel in de „Derniè
res Nouvelles" wordt zelfs de vrees uitge
drukt, dat het „nieuwe monarchistische avon
tuur" een werkelijk gevaar voor Rusland is.
Want Stalin en zijn regeering zouden het ze
ker als een argument gebruiken voor nieuwe
propaganda, welke ter versterking van het
Sovjet-regime onmiddellijk zou volgen.
Men ziet dus, dat er zeker wrijving is in
Russische kringen. Maar ook merkt men, dat
men het lang niet eens is. Ondanks dat alles
lijkt het er toch veel op, dat de Russische mo
narchisten een offensief langs de grenzen
van Mantsjoerije op touw willen zetten, aan
gezien reeds belangrijke fondsen uit over-
zeesche lanqk^zijnjoeggegd^. r