DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Hoe een vreemdeling Alkmaar ziet f ïVo. 192 ZATËKDAG 16 AUGUSTUS 1930 132e Jaargang. Onze stad blijkt heel wat merkwaardige gebouwen te hebben. Vreemdelingen kunnen zich na een rondrit daarvan gaan overtuigen. Dagelijksch overzicht. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalvs Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door bet gebeele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37000. Telef. 3, redactie 33. Yl i Directeur: C. KRAS. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. Het is bekend, dat Uilenspiegel altijd neer slachtig was als het mooi weer was. Hij had een vooruitzienden geest en bedacht dan hoe het zonnetje op den duur niet zou blijven schijnen en men een regen- en stormperiode toch niet zou kunnen ontloopen. Maar als het regende was Uilenspiegel buitengewoon in zijn schik in het vooruitzicht, dat die regen eindelijk wel eens een eind zou nemen en de mooie dagen niet lang meer op zich zouden laten wachten. Helaas zijn pensiongasten geen Uilenspie gels en in den zomer van het jaar 1930, nu tienduizenden Hollanders en vreemdelingen in pensions en hotels te samen gepakt dag in dag uit naar de grauwe luchten turen in de hoop, dat er toch eindelijk wel eens een stukje blauw ter grootte van een soldatenbroek zal verschijnen, is het geen wonder, dat van alle badplaatsen gemeld wordt, dat er een zekere depressie is en dat de bezoekers hun vacantie- tijd niet heelemaal doorbrengen zooals zij dat gehoopt hadden. Zij zijn vol verwachting naar de zee ge trokken, maar zij hebben zoet in plaats van zout water gevonden. Tentenkampen zijn verregend en uit elkaar ewaaid en menige pensionhoudster heeft .jaar gasten onverwachts zien vertrekken om dat zij nog liever den halven prijs aan schade vergoeding betaalden dan nog langer met de traaitioneele breiende juffrouw en een familie met zes ondeugende kinderen in een klein salonnetje te moeten kienen of pandverbeuren. Maar toch, iets van den ouden Uilenspiegel schuilt in iederen pension- en hotelgast en er zijn er velen, die eiken morgen weer op den barometer tikken en familie en vrienden op wekken, den moed maar niet op te geven om dat de mooie zomerdagen toch vroeg of laat nog wel eens te voorschijn zullen komen. Met parapluies en regenjassen gewapend begeven deze optimisten zich eiken morgen op weg om een deel van het vastgestelde pro gramma af te werker- En daartoe behoort natuurlijk op Vrijdag morgen een bezoek aan de Alkmaarsche kaas markt. Hoe dreigend de lucht er ook uitziet, hoe ook het anders zoo kleurige beeld door grauwe Wolkengevaarten en striemende re genbuien bedorven wordt, als om elf uur des morgens de beroemde ridders met gevelde lansen op den torentrans langs elkaar stormen en de hoornblazer zijn bazuin in de richting van zijn kin heft, staan honderden belangstel lenden van dat wonder te genieten omdat men nu eenmaal niet in Rome geweest is als men den Paus niet gezien heeft en omdat men nooit zou durven bekennen naar Alkmaar te zijn getrokken zonder de kaasdragers en den hoornblazer bewonderd te hebben. Alkmaar is doordat duizenden enthousiaste bezoekers elk jaar weer in binnen- en buiten land den roem van zijn pittoreske kaasmarkt verkondigen, langzamerhand een nummer op het reisprogramma geworden en wanneer er voor belangrijke gezelschappen en particulie ren een rondreis door Holland in elkaar gezet wordt, dan is de Vrijdag bestemd voor een bezoek aan de Alkmaarsche Kaasmarkt, waarna de middag voor een expeditie naar de Zuiderzee-werken gereserveerd wordt. Door het steeds drukkere vreemdelingen- bezoek en het groote stadsbeeld, dat ons vre dig provincieplaatsje daardoor op Vrijdag biedt, is men terecht op de gedachte gekomen, ook hier eens het voorbeeld van zoovele an dere gemeenten te volgen en de bezoekers in de gelegenheid te stellen de merkwaardighe den per autocar langs te rijden waardoor den gasten veel tijd en moeite bespaard kan wor den. Gistermorgen, nadat de hoornblazer zijn solo ten beste had gegeven, stonden enkele autobussen van onzen stadsdienst, waarop chauffeurs van de bussen AlkmaarHaar lem hadden plaats genomen, gereed om be langstellenden voor het luttele bedrag van 50 cent anderhalf uur lang? onze merkwaardige gebouwen te rijden en wij hebben gaarne van de gelegenheid gebruik gemaakt een dergelij- ken tocht mee te maken. Het is interessant om als vreemdeling eens door de eigen woonplaats te rijden en eens een indruk te krijgen van de wijze waarop onze gasten worden ingelicht en hoe deze op een en ander reageeren. We waren dus vreemdeling en we hoopten het tot het einde van den tocht te kunnen blij ven, maar de jeugdige explicateur, die dit on dankbare werkje belangeloos ten dienste van het vreemdelingenverkeer op zich had geno men, bleek al spoedig tot de ontdekking geko men, dat er een Alkmaarsche criticus in de bus zat en het is te begrijpen, dat hij zich met het vooruitzicht op een courantenartikel niet heelemaal op zijn gemak gevoelde. Weldra bleek de pers ook nog vertegen woordigd door een verslaggeefster van de redactie van de Prov. Groninger Courant, die in Schoorl logeerde en het doet ons genoegen hier dadelijk te kunnen constateeren, dat van dezen proeftocht zoowel in Groningen als in Alkmaar een gunstig verslag zal worden ge geven. Nadat de vriendelijke explicateur, die heel bescheiden verzocht heeft hier zijn naam te willen verzwijgen, tot zijn groote verluchting geconstateerd had, dat er geen Engelschen en Amerikanen in de bus zaten, werd net vertrek- sein gegeven en gevoelden wij ons allen vreemdelingen, die in anderhalf uur tijds de merkwaardigheden van de stad der victorie gingen bekijken. Voorzichtig laveerde onze groote bus .tus- schen allerlei rijdende en loopende versperrin gen naar de Nieuwe Sloot, waar de chauffeur een seintje kreeg voor het Diaconiehuis te stoppen en ons verteld werd, dat dit het voor malige Hof van Sonoy was, een prachtig bouwwerk uit de vijftiende eeuw waarvan de achthoekige toren met zandsteenen hoekblok- ken een kunststukje van architectuur is. Helaas hebben wij alleen het hekwerk en de binnenplaats kunnen bewonderen, daar het dichte autobusdak verhinderde, dat de passagiers hooger dan drie of vier meter boven den grond konden kijken. We geloofden dus wel, dat het torentje heel mooi was en na een laatst vaarwel toe gezwaaid te hebben aan een vriendelijke oud» juffrouw, die haar handen door de spijlen van het hek stak om naar ons te kunnen wui ven, reden we weer door en kwamen we via de Sint Laurensstraat in de Langestraat, die zooals we met belangstelling hebben vernomen de drukste en mooiste «traat van onze stad mag genoemjd worden. Het is op Vrijdagmorgen werkelijk een heel mooie straat en we kwamen zooveel auto's en vrachtwagens tegen, dat de chauf feur alle moeite had zijn bakbeest door de openingen in het verkeer te sturen zonder ongelukken te veroorzaken. Tot ons genoegen kunnen wij hier meedee- len, dat Alkmaar een bijzonder mooi stad huis heeft, tenminste voor zoover wij het heb ben kunnen bewonderen, dat is zoowat tot even boven het poortje, dat in het midden van de steenen statietrap gebouwd is. Gelukkig was ook daar nog eenig beeld houwwerk te zien en onze vriendelijke gelei der heeft ons uitgelegd, dat de beide zij raampjes naar motieven ontleend aan de adertjes van een vischblaas of was het een ander orgaan uit het visschenlichaam? bewerkt zijn en dat het steenen topstukje boven het middenpoortje een kransje van gebeeldhouwde eikels draagt. Helaas was er van het stadhuis verder niets te bespeuren, maar wij hebben allemaal beloofd eens naar boven te zullen kijken als we er wandelend nog eens voorbij zouden komen. Van het politiebureau werd medegedeeld, dat het eigenlijk tot het Stadhuis behoorde, maar helaas door de politie in beslag was genomen. Het was veel te mooi voor de po litie en er bestaan, naar wij vernamen, dan ook plannen onze stedelijke ordebewaarders er uit te zetten. Het is ons niet bekend of er iets van deze onvriendelijke voornemens is doorgedrongen tot den hoofdagent, die voor het bureau een beetje grimmig naar onze autobus stond te kijken, maar een oogenblik later deed een in specteur even het deurtje van de bus ojoen, met de mededeeling, dat wij daar niet moch ten stilstaan, zoodat we het stadhuis maar gelaten hebben voor wat het was en even later bij de Openbare Leeszaal kwamen waarvan ons verzekerd werd, dat het een bijzonder mooien gevel heeft, maar waarvan we alleen de gebeeldhouwde deuren konden bewonderen. Op den terugweg naar het Station zouden we geen van allen vergeten ook hier eens naar boven te kijken Na op de Mient eerst vooruit en daarna weer achteruit te hebben gemanoeuvreerd, kregen we gelegenheid de Alkmaarsche vischmarkt te bewonderen om daarna in de Langestraat terug te keeren, waar de chauf feur juist zijn remmen aanzette toen een po litieagent het deurtje opendeed met de mede deeling, dat wij daar in geen geval mochten stoppen. De chauffeur deed nog moeite den actieven ordebewaker uit te leggen, dat hij op hoog bevel een bus met vreemdelingen bestuurde, maar de agent verklaarde gezien te hebben, dat de inspecteur reeds tot doorrijden ge maand had en dus salueerden agent en chauffeur elkaar heel deftig en zijn we maar rechtstreeks naar de Sint Laurenskerk gere den, waar we uitgestapt zijn, waar onze jeugdige geleider ons op boeiende wijze van de restauratie vertelde, waar we ons ver wonderd hebben over het feit, dat eenige totaal vermolmde balken eeuwenlang de zwaarste vrachten hebben gedragen en waar het orgel van Van Campen ieders bewonde ring heeft getrokken. De koster, die zich ditmaal voor zijn ex plicatie slechts tot de koperen graf„steen" van de familie Paling en Foreest te bepalen had, liet het gezelschap nog even de con sistoriekamer zien en bleek uiterst billijk lil de berekening van de toegangsprijzen waar na we hoogst voldaan weer in onze bus zijn geklommen op weg naar de volgende merk waardigheid die het standbeeld van Mevr. Bosboom-Toussaint, of zooals de Alkmaar- ders familiair zeggen „Truitje" bleek te zijn Het is mogelijk, dat deze Alkmaarsche schrijfster in vroeger jaren veel lauweren geoogst heeft, maar het tegenwoordige ge slacht vindt haar werken blijkbaar min of meer uit den tijd en er werd in de bus ver teld, dat zij niet minder dan twintig bladzij den noodig had om te beschrijven, dat er een hek opengedaan werd en daarna weer twin tig bladzijden om te vertellen, dat het hek weer dicht ging. Wij als vreemdelingen gevoelden ons daarom niet bijster tot deze Alkmaarsche schrijfster aangetrokken en om ons in een wat betere stemming te brengen werd daarom naar het Stadsziekenhuis gereden, dat algemeen bewonderd werd maar waar mee toch niemand op dit moment nader ken nis wilde maken, zoodat we weer naar de stadsgrachten terugkeerden en bij de Hei- looërbrug gestopt hebben om onzen vriende lijken geleider te laten uitleggen waarom de straten die op de oude poorten uitkomen niet recht loopen maar allemaal een zoogenaam de knik hebben gekregen. Er valt ook voor een Alkmaarder werke lijk nog wel iets te leeren in een dergelijk: touringcar en als we deze reis niet hadden meegemaakt zouden we er waarschijnlijk nooit achter gekomen zijn, dat het Victorie beeld een arm heeft, die anatomisch verkeerd ingezet is. Het beeld schijnt ook de hand ver keerd te houden en het is ons nu volkomen duidelijk waarom de oude man, die elk jaar op 8 October een krans aan dat beeld moet deponeeren, zoo gelukkig kijkt als hij van zijn laddertje afklimt en de krans werkelijk aan de hand van Vrouwe Victoria is blijven hangen. De stadsgrachten hebben onze onverdeelde bewondering getrokken en we waren het er allemaal over eens, dat Alkmaar buitenge- won veel zorg aan zijn plantsoenen besteedt Wie op een dergelijken rondrit anderhalf uur lang door verschillende wijken en stra ten rijdt, komt onwillekeurig tot de overtui ging, dat Alkmaar een stad van reusachtige afmetingen is. Vooral als hij zoo heen en weer gereden wordt, dat hij ieder oogenblik op hetzelfde punt uitkomt zonder er veel van te bemerken. Dat lukte werkelijk heel aardig, behalve toen de bus een half uur na de bezichtiging van „Truitje" opnieuw voorbij het borstbeeld kwam en een van de argelooze passagiers de opmerking maakte, dat daar precies zoo'n standbeeld stond als we ook aan den anderen kant van de stad gezien hadden. Dan zwijg je als Alkmaarder maar en je legt aan een vriendelijke reisgenoote uit, dat een stad met een intellectueele bevolking trotsch is op een bekende litteraire figuur als mevrouw Bos boom en dat we nooit genoeg monumenten kunnen plaatsen om haar -naar verdienste te huldigen. Dat het verrolde accijnstorentje, waarvan we ongeveer twee meter van het onderstuk te zien kregen, de groote belangstelling van het gezelschap had en we algemeen vol be wondering waren voor den ondernemings geest van onzen directeur van Gemeentewer ken is vanzelfsprekend en ook dat we gehui verd hebben bij de gedachte aan het groot aantal misdadigers, dat de trappen van ons mooie Paleis van Justitie heeft beklommen. Alkmaar is zoo groot en heeft zoovele merkwaardige gebouwen, dat ons verslag te lang zou worden om dat alles te beschrijven en we sluiten dus met de mededeeling, dat we -via den Hout, die door een der dames hard nekkig de Haarlemmerhout genoemd werd, bij den Muziektuin 'belandden, waar we zijn uitgestapt om den tuin te bekijken om daarna tot de minder aangename ontdekking te komen, dat de rondrit hier als geëindigd be schouwd werd. De bus reed zonder zijn passagiers weg en een twintigtal dames en heeren, die natuur lijk bij het station of de Bergerbussen moes ten zijn, kregen onwillekeurig het gevoel, dat ze als Klein Duimpje met zijn broertjes en zusjes mee naar het bosch waren genomen met de bedoeling om ze daar neer te zetten en te vergeten. Van stadsautobussen, en diensl^^igeii was natuurlijk niemand op de hoogte en na dat algemeen geïnformeerd was aan welken kant nu eigenlijk de stad was en hoelang het zou duren om daar weer naar toe te kunnen loopen, begaven verschillende groepjes van het gezelschap zich moedig op weg in de hoop nog bussen en treintjes te kunnen halen en pension of hotel te bereiken voor de laatste restjes van de fundi van tafel verdwenen zouden zijn. We hebben onze ervaringen op dezen tocht opzettelijk wat uitvoerig beschreven om hier ten slotte de voordeelen en nadeelen van een dergelijken stadstouringdienst eens in het licht te kunnen stellen. Onze indruk is, dat iets dergelijks hier in de vacantiemaanden zeker levensvatbaarheid zal kunnen hebben, mits men met verschillen de hier gemaakte opmerkingen rekening zal willen houden. Allereerst zijn de stadsautobussen, zoolang ze van boven gesloten zijn, niet geschikt om als touringcar te kunnen dienen. Het is niet voldoende den vreemdelingen te vertellen, dat we een mooi stadhuis hebben en er heen te rijden zonder dat ze er meer dan een paar steenen leeuwtjes van te zien 'krijgen. Dit be zwaar geldt voor alle Alkmaarsche gebou wen, die meer dan drie of vier meter hoog zijn en bovendien dient vastgesteld te wor den, dat een gezelschap vreemdelingen, die speciaal rondrijden om Alkmaar te bekijken, eenigen tijd, zij het hoogstens vijf minuten, gelegenheid moet hebben om door de raam pjes te gluren zonder dat de chauffeur te hooren krijgt, dat hij1 zoo spoedig mogelijk weer dient te vertrekken. Verder lijkt het ons gewenscht, dat in het kerkgebouw de explicatie door den koster wordt overgenomen, waar deze toch ock entree heft en natuurlijk beter dan iederen anderen geleider met alle bezienswaardig heden en de geschiedenis daarvan op de hoogte zal wezen. De voornaamste fout, die bij de thans ge nomen proef is gebleken, schuilt o.i. evenwel in de 'bepaling dat het eindpunt van de rit de Muziektuin zal zijn. Vreemdelingen, die bij de Kaasmarkt zijn ingestapt, wenschen na den rondrit op het punt van uitgang terug te keeren en wanneer onze touringcar daarna nog even haar Bergerhout en Station zou willen rijden, zullen er heel wat minder teleur gestelde gezichten te zien zijn als wij thans bij het hek van den muziektuin konden aan schouwen. Men mafce de rondritten van niet te langen duur in een uur tijds kan Alkmaar vol doende worden bekeken vermijde zooveel mogelijk het heen en weer rijden en telkens terugkeeren op punten waar men reeds eer der geweest is en zorge voor goed geïnstru eerde chauffeurs, die tegelijkertijd als gids kunnen dienen. Niet altijd' is er een Alkmaarder aanwezig, die dit werk belangeloos op zich wil nemen en niet altijd zal een dergelijke explicateur zoo goed op de hoogte van alle bijzonderhe den van stad en gebouwen zijn als onze vriendelijke geleider. Overigens brengen wij gaarne hulde aan hen, die het initiatief tot dergelijke rondritten hebben genomen. Het denkbeeld zelf verdient alle waardeering en wij gevoelen daarnaast veel voor het plan tochtjes per watertaxi te organiseeren, waarbij onze gasten via het kanaal door onze schilderachtige grachten kunnen varen en Alkmaar eens kunnen zien van een kant, die veel te lang onopgemerkt is gebleven. Touringcars en watertaxi's, zij passen in het beeld van een onzer mooiste oud-Hol- landsche steden en zij zullen er zeker toe bij dragen, dat Alkmaar voortaan niet alleen meer om zijn Kaasmarkt, maar ook om zijn stedenschoon en zijn merkwaardige gebou wen geroemd wordt. MONARCHISTISCHE ACTIES IN EUROPEESCHE LANDEN. o Ook in Rusland is het woelig. o Een interessant rapport over de Russische toestanden. o Gisteren hebben we getracht te schetsen, hoe de toestand t.o.v. de monarchie in Oos tenrijk is. Thans is het de beurt aan Rusland. Het klinkt werkelijk vreemd: Rusland en monarchie. Die twee woorden komen niet bij elkaar. Waar het eene is, moet het andere wijken. Maar toch, als men even bedenkt, wat Rus land was en is, dan vindt men het wellicht zoo vreemd niet, dat in Rusland ook een mo narchistische idee gebleven is. Waarom ook niet? Rusland is een eigenaardig land. De ont wikkeling der bevolking staat ver achter bij dc West-Europeesche staten. Een zeer groot percentage kan nog steeds niet lezen en schrijven en moet zich dus een denkbeeld van alle groote gebeurtenissen vormen „van hooren zeggen". Men weet, dat Rusland vroeger een monar chistisch rijk was. De tsaar regeerde over alle Bussen. Hij was niet alleen wereldlijk, maar ook kerkelijk vorst. En inderdaad, de regee ring van den tsaar zij moge dan al niet volmaakt geweest zijn toch heeft ze Rus land eenigen bloei gebracht. De algemeene toestand was heusch niet bepaald slecht te noemen. Totdat de oorlog uitbrak. En de Russen door de Duitsche legers teruggedreven wer den. Toen brak de opstand uit en de tsaar met zijn familie verdween van het tooneel. De geheele regeering werd omvergeworpen. Men kreeg soldatenraden, men kreeg tenslotte een communistische staat. En Rusland wordt thans geregeerd vol gens communistische denkbeelden. Dat wil natuurlijk heelemaal niet zeggen, dat er geen enkele Rus meer is, die de monarchie vergeten is. Verre van dat. Er zijn nog teveel officieren van het tsarenleger, nog teveel ambtenaren, die onder den tsaar gediend hebben om de monarchistische idee te laten verdwijnen. En zij, die door de huidige regeering ten val zijn gebracht, hopen nog steeds op herstel van het oude rijk met zijn ouden regeeringsvorm. Hetgeen zeer verklaarbaar is. Immers, is het tegenovergestelde geval zou het net zoo zijn. Wil men feiten? „De Tijd" weet er iets in teressants over mee te deelen. Volgens dat blad zou het niet moeilijk zijn, om een goed leger te organiseeren uit Russische vluchte lingen, daar men de beschikking heeft over oud-officieren en andere gegradueerden uit het tsaristische leger. En het blad weet zelfs te vertellen, dat daaraan gewerkt wordt. Een oud-opperbevelhebber, die op het oogenblik nog in het verre Oosten vertoeft, zou reeds gekozen zijn. De grootste moeilijkheid is echteraan geld te komen. Immers, de re- publikeinsch gezinde Russen voelen weinig voor het plan, om een monarchistisch bewind terug te krijgen. Zij meenen, dat er geen aan leiding is om een dergelijken stap op dit oogenblik te doen. Het besluit der monarchisten dateert reeds van de Sint Jans-bijeenkomst, op 24 Juni 1.1., in het flat van generaal Miller, den opvol ger van generaal Koetjepof. Vertegenwoor digers van alle monarchistische vereenigin- gen in Europa en Amerika, waaronder de op perste Raad der Russische monarchisten, als mede twee afgevaardigden namens groother tog Cyril van Rusland, waren op die bijeen komst tegenwoordig. Generaal Stogoff, assistent van generaal Miller en het hoofd van de „Witte spionna- ge in het Verre Oosten", las 'n rapport voor omtrent de toestanden aldaar. Dit rapport betoogde, dat reeds sedert verscheidene maanden belangrijke groepen Siberische boe ren in min of meer open opstand tegen de Sovjets leven en zelfs de overhand op het Roode leger krijgen. Wat hun echter ontbrak, was een leider. Duizenden deserteurs van de Roode legers zwerven zoo vervolgt het rapport in de Siberische steppen rond. De sterkte van de groepsgewijs in het Oosten georganiseerde „Witte" legermacht werd op minstens 10.000 man geschat. Zij zijn goed gewapend en aan tucht onderworpen, gelegerd langs den Mantsjoerijschen spoorweg. In verschillende deelen van Mongolië zouden nog 30.000 man nen onder de wapen zijn. En wanneer slechts het benoodigde geld bijeenkomt, zou het geen moeite kosten een troepenmacht van 100.000 af te richten. Generaal Miller heeft generaal Dietrichs, die in Azië een guerilla-oorlog tegen de Sov jets voert, als bevelhebber over het „Boeren leger" aangesteld. Generaal Dietrichs be vindt zich op dit oogenblik in Shanghai en hij zal weldra een legermacht van 30.000 man, o.w. oud-officieren, onder zijn bevelen hebben, gerecruteerd uit de diverse groepen, welke nu over verschillende steden en dorpen in China verspreid zijn. Dietrichs heeft bevel gekregen, zich met de rebellenleiders in ver binding te stellen en zoowel instructeurs als bevelhebbenden officieren te verschaffen. Het plan, om de noodige fondsen te ver krijgen, begint met een algemeene geldinza meling onder alle Russen, die in Frankrijk West-Europa, Engeland en Amerika als vluchtelingen verblijf houden en daar steun zoeken bij hun vermogende vrienden. Men hoopt, op deze wijze verscheidene mWioeiien dollars voor het fonds te krijgen. Volgens „Les Dernières Nouvelles", een te Parijsch verschijnend dagblad, door Russi sche democraten en republikeinen uitgegeven, is de toestand in het Verre Oosten volgens het bovenstaande rapport al te gunstig voor de actie der Wit-Russen afgeschilderd, zoo vertelt het N. v. L. N. Kerensky en Bourtzeff, de bekende revolutionnair, zeiden geen ver trouwen in de plannen van generaal Miller te hebben. In een hoofdartikel in de „Derniè res Nouvelles" wordt zelfs de vrees uitge drukt, dat het „nieuwe monarchistische avon tuur" een werkelijk gevaar voor Rusland is. Want Stalin en zijn regeering zouden het ze ker als een argument gebruiken voor nieuwe propaganda, welke ter versterking van het Sovjet-regime onmiddellijk zou volgen. Men ziet dus, dat er zeker wrijving is in Russische kringen. Maar ook merkt men, dat men het lang niet eens is. Ondanks dat alles lijkt het er toch veel op, dat de Russische mo narchisten een offensief langs de grenzen van Mantsjoerije op touw willen zetten, aan gezien reeds belangrijke fondsen uit over- zeesche lanqk^zijnjoeggegd^. r

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1