r Ifuidjeuk. Geneeskundige blieven. Onze Koloniën^ Rechtszaken Binnenland Ingezonden stukken ,;euk jeukende huiduitslag en eczema, Blj /riuroipoedei de jeuk spoedig bedaren, zal mei bovendien opdrogend en genezend. Dif 1 fin ct oer bus en is evenals Purol, glriffU bij Apoll.._ en Drogisten. -rr^de uitgevers ten slotte besloten 'h -ie voorkeur aan te geven in hot ge- er „een nieuwe werken te publiceeren. 7^e beperken zich tot de uitgave van de irken van oude schrijvers. v ne staatsuitgeverijen verkeeren wel in n eenigszins beteren toestand, maar k de leiders van die bedrijven weten °,oit met zekerheid, wat den volgenden dag &ls Soed en overeenkomstig de vvenschen van de regeering zal be- cchouwd worden. Het is reeds herhaal delijk voorgekomen, dat boeken, die door de censuur waren goedgekeurd en door de rijksuitgeverij te Moskou uitge geven, plotseling in beslag werden ge nomen. Daarom zijn ook de leiders der officieele uitgeverijen huiverig voor het koopen van nieuwe manuscripten. Je kunt immers nooit te voorzichtig zijn. Alleen de schrijvers, die een bewijs over leveren, dat zij zich stipt hebben gehou den aan de allerlaatste voorwaarden van de „sociale bestelling'" en die bo vendien een bescherming onder de re geerders bezitten, kunnen een uitgever vinden. Onder dergelijke omstandigheden is vooral van hem, die geen lid van de het leven van den Russischen schrijver, communistische partij is, een ware hel. Hij verkeert in voortdurenden angst, dat zijn verhaal of roman als „verdacht" zal gekwalificeerd worden, dat hij de ge heime bedoelingen van de „sociale be stelling" niet geheel begrepen heeft, dat zijn onderwerp reeds als ongewenscht, misschien zelfs als contra-revolution- nair wordt beschouwd. Alle schrijvers, die gevoel van eigen waarde hebben en zich niet naar de wil lekeur van de wispelturige heerschers willen schikken, zien zich daarom ge dwongen af te zien van verder schrijven. Tot deze groep behooren zelfs zulke mannen als Wsewolod Iwanovv en Prisj- win, die nog kort geleden door de bols- jewiki als „sovjet-schrijvers" werden er kend. Prisjwin werd een paar jaar ge leden door niemand minder dan Maxim Gorky zeer warm aanbevolen. Nu zijn alle redacties en uitgeverijen voor hem gesloten. Zulke schrijvers vinden nu een karig bestaan in het corrigeeren van de manuscripten van de ongeletterde com munistische „auteurs". Wat in zulk een manuscript staat, gaat hun natuurlijk niet aan. Zij moeten er voor zorgen, dat de „scheppingen" der mannen, die het vertrouwen van c tegenwoordige re geerders genieten maar op een zeer ge- s lannen voet met de Russische gram matica en spelling verkeeren, van fouten gezuiverd worden en eenigszins leesbaar worden. Er zijn veel beroemde Russi sche schrijvers, die zich nu mri dat on dankbare werk bezig houden en blij zijn, dat zij op deze wijze in hun onderhoud kannen voorzien. Nu en dan begint de sovjet-pers een hetze tegen een bepaalden schrijver. Er gaat dan geen dag voorbij zonder dat de bladen den ongelukkige door den mod der halen. Heeft de man een „bescher mer" onder de machtigen van het land, dan wordt de hetze gestaakt. Zoo is ge beurd met de schrijvers Zamjatin en filjnjak, die een tijd lang door alle sovjet-bladen werden uitgescholden voor alles wat slecht en leelijk was. Na een bezoek aan een der machtigen werd (ie hetze plotseling gestaakt. Heeft zoo iemand echter geen beschermer, dan is zijn leven een hel en blijft hem alleen over zelfmoord te plegen of naar een afgelegen plek te vluchten en er het leven van een gewonen werkman of keuterboer te leiden. Het gebeurt vaak, dat schrijvers be schuldigd worden van plagiaat, zonder dat er eenige aanleiding tot zulk een beschuldiging bestaat. De aanklager geeft zich dan zelfs niet de moeite het gerucht te controleeren, na te gaan in hoeverre de beschuldiging eenigen grond heeft. En niet de verspreider van derge lijke geruchten wordt ter verantwoor ding geroepen, maar de schrijver. Hij moet dan bewijzen dat de beschuldiging ongegrond was. Hij moet zich vaak tegen de onzinnigste beschuldigingen, tegen de ongerijmdste verdachtmakerijen ver dedigen. En daarbij mag hij den aanval ler, ia den regel 'n communist, niet al te hardhandig aanpakken. les dergelijks is den schrijver Sjolochow overkomen, wiens roman „De stille Don" een vol komen verdiende vermaardheid geniet. Het is 'dus geen wonder, dat de Rus sische literatuur den laatsten tijd een crisis doormaakt, dat de productie met den dag daalt en dat het aantal min of meer belangrijke ..erken onder hetgccrt uitgegeven wordt zeer gering is. De Russische schrijvers gaan onder een zeer zwaar kruis gebukt. Hun kruis is wellicht nog zwaarder dan dat van de overige bevolking. Dr. BCRIS RAPTSCHINSKY. we CCXII. Mandragora. Alruin. In de geneesmiddelleer en -geschiedenis is de mandragora wel het merkwaardigste voor beeld hoe de werkelijke eigenschappen van een bepaalde artsenij in den loop der tijden ®et mystiek en bijgeloof vermengd worden. 't is met deze plant in zoodanige mate het *eval, dat eeuwen lang men eigenlijk alleen an de wonderdadige werking der plant aan- allr i heeft geschonken en dat eerst in den p patsten tijd pogingen zijn in het werk gesteld om haar waren aard, beteekenis en 'genschappen aan het licht te brengen. grondslag van die overheerschende W hebben wij waarschijnlijk te zoeken n eigenaardigen vorm van den mandra gora-wortel. Deze is in kleur en grondvorm eenigszins te vergelijken met den rammenas- wortel. Maar aan het bovenste dikke gedeelte gaan al dadelijk twee vertakkingen uit, waar door een vorm ontstaat, die veel doet denken aan den menschelijken romp met schouders en armen. Die armen zijn dan weer vertakt en er is meer fantasie noodig om in deze ver takkingen hand en vingers te onderkennen. Meer naar onder splitst zich de romp in twee deelen en hier is de overeenkomst met de van den romp uitgaande beerien weer bijzonder groot. Van dezen wortel gaat geen lange stengel uit maar slechts een kort gedrongen deel, dat even hoven de aardoppervlakte in vlak uitgespreide bladeren overgaat Zo-- doende vertoont het geheel inderdaad ve overeenkomst met een menschelijk figuu waarvan dat korte deel, het hoofd getooid ia met een krans van bladeren en vruchten. Do plant groeit om de Middellandsche zee heen, zij behoort tot de familie der nachtschaden (Solancheeën) en ljjkt het meest op het bilzen- 'kruid. De bladen zijn groot, eivormig, meest gaafrandig en als de andere solaneeën be haard, de bloem is vijfdeelig en de vrucht is een bes. Een zwaardere soort heeft groen witte, een lichtere soort paarsachtige bloe men. De meest wonderlijke verhalen waren over de mandragora in omloop De plant was moeilijk te verkrijgen. Zij zou vluchten zoo dra een mensch in de nabijheid kwam. De deugden der plant waren zoo vele en zoo groot, dat zij den onrëinen mensch vermeed. Alleen bevochtiging met urine van een vrouw zou in staat zijn, haar op de plaats te hou den. Men moest de aarde om de plant heen dan zoover weggraven, dat zij bijna los lag. dan een touw er aan vastmaken en dit beves tigen aan den halsband van een hond. De hond werd door een stuk vleesch weggelokt en trok dan de plant uit den grond, met het gevolg, dat het dier onmiddellijk stierf. De plant zou bij dit losrukken een zoo vreese- lij'ke gil geven, dat ieder, die dezen gil hoorde meteen stierf. Daarom stopte hij, die de plant verkrijgen wilde, zich de ooren dicht. En op afbeeldingen ziet men den graver op een hoorn blazen, met de bedoeling door dat ge toeter het schreeuwen van de plant te over- heerschen. De plant zou het best groeien onder een galg, waaraan een onschuldige opgehangen was. De verhalen over de plant zijn reeds zeer oud. In een codex uit het begin der zesde eeuw vinden wij een afbeelding van Dioscu- rides, die een mandragorawortel laat teeke nen, welke hem door de godin der ontdekkin gen, Heuresis, wordt voorgehouden. Er wer den mannelijke en vrouwelijke alruinen on derscheiden. De mannelijke zijn van een bree- deren bladerenkrans voorzien. Op de oude afbeeldingen kon de teekenaar gemakkelijk het verschil nog duidelijker doen uitkomen. Volgens Dioscurides heeft de mannelijke plant, ook Morion genoemd, breede, groote, witte en gladde bladeren, de vruchten zijn dubbel zoo groot als van de vrouwelijke, saf fraangeel en ietwat scherp-welriekend. De bladen van de vrouwelijke plant daarentegen zijn klein en smal en hebben een leelijke, scherpe geur. De steeds op den voorgrond tredende eigen schap der plant is de slaapverwekkende y/er- king. Deze wordt reeds gevonden in een over oud Egyptisch opschrift over de vernietiging van het menschdom door de goden. Op bevel van den oppersten god werd een groote hoe veelheid mandragora verzameld. De wortels werden gemalen en met bier vermengd, zoo dat het vocht er uitzag als menschenbloed. De met de vernietiging van het menschenge- slacht belaste godin dronk van dezen drank, viel daarop in een diepen slaap, zoodat zij geen mensch meer herkennen kon. Op deze wijze werd de menschheid gered. Volgens een ander verhaal was omstreeks 200 jaar voor Christus de Carthaagsche veld heer Marhabal in strijd met Afrikaansche volksstammen. Hij nam schijnbaar de vlucht, maar liet in zijn legerplaats groote hoeveel heden wijn achter, waarin mandragora ge mengd was. Zijn list gelukte. De vijand, die zich aan den wijn te goed deed, viel in een diepen slaap en kon door den terugkeerenden veldheer gemakkelijk overmeesterd worden. Ook in de Decamerone vinden wij een ver haal, waarin de alruin een belangrijke rol speelt. Prof. Haberling, aan wiens geschrift wij veel van deze gegeven ontkenen, geeft een aanhaling uit de „Faust" van Goethe, waar in van de alruin en den zwarten hond ge sproken wordt. Wie van de mandragora-ge schiedenis niet op de hoogte is, zal ae betee kenis daarvan allicht ontgaan. In Romeo en Julia komt een tirade voor, waarin Julia spreekt van het „gekrijsch" der Alruinen, die men uitgraaft en bij wier kreet de mensch buiten zinnen raakt". Verder laat Shakespea- re Süffolk in Hendrik IV zeggen: „Als vloe ken dooden kon gelijk 't gesteun van de al ruinen, dan zou ik bittere woorden vinden die 't merg doorboren". Cleopatra vraagt mandragora te drinken, opdat zij zoolang slapen moge als haar Antonius van huis is. En Jago dreigt Othello, dat noch wijn, noch mandragora, noch alle slaapverwekkende sappen der 'natuur hein den zoeten slaap van voorheen zullen teruggeven. Eigenaardig is het, dat de artsen tot in d£ middeleeuwen voornamelijk suggestieve kracht aan de mandragora poogden te ont- leenen. Zoo schreven zij voor, de vrucht on der het hoofdkussen te leggen of er een soort pleister van te maken en deze op 't voorhoofd en op de slapen te leggen. Nog later ging men er toe over, meer en meer de tooverwer- kin gvan de alruin te huldigen. De wortel werd geheel naar den menschelijken vorm gemodelleerd, zelfs van kleeren voorzien en deze alruin-mannetjes en -vrouwtjes werden dan duur verkocht wegens hun vele geheime krachten. Zij konden kinderzegen in huis brengen, het voorradige geld vermeerderen enz. Geen wonder dat er spoedig bedrog in het spel kwam. Men sneed dergelijke figuren uit beetwortels en poogde deze aan den man te brengen. Mandragora was ook een der bestanddee- len, waarmee men in de middeleeuwen spon sen drenkte, welke, voor den neus gehouden, bij operaties gevoelloosheid zouden veroor zaken, een voorlooper dus van de thans ge bruikelijke narcose-methode. La den laatsten tijd zjjn wetenschappelijke proeven genomen om de werking van man dragora te bepalen. Dat het een bijzonderen invloed op het zenuwstelsel hebben moet, verwondert niet, omdat gebleken is, dat de voornaamste bestanddeelen zijnhyoscine, hyocyamine en atropine. Dit verklaart zoo wel de slaapverwekkende als de zenuwprik- kelende werking. Zoo blijft ten slotte, ont daan van alle mystiek, bijgeloof en bedrog, de alruin beteekenis houden, welke door nog verder onderzoek zonder twijfel het mensch dom ten goede kan komen. H. A.S. DE VLOOTVOOGD GAAT HEEN. De vice-admiraal A. ten Broecke Hoekstra zal in Januari van het volgend jaar den dienst verlaten, en zich naar Europa begeven, meldt het „Bat. Nbld.". Omtrent zijn opvolger is nog niets bekend. Eenigen tijd geleden werd de naam van vice- admiraal mr. J. C. Jager in dit verband ge noemd. Thans is het wel zoo goed als zeker dat deze den dienst zal verlaten. Het „Bat. Nbl." meldt nader: Wij vernemen dat met vrij groote zekerheid kan worden voorspeld dat de kapitein ter zee J. F. Osten den vlootvoogd zal opvolgen. De heer Osten is hier geen onbekende. Hij kwam in 1926 met de Flores naar Indië, is commandant van de Sumatra geweest en voor de officiëele instelling- van deze functie dienst doende eskadercommandant. Verleden jaar Aug. is hij naar Holland teruggekeerd. De schout-bij-nacht C. C. Kayser, de com mandant van de „Java", zal binnenkort den dienst verlaten om zich aan wetenscha-ppelij- ken arbeid te wijden. POGING TOT DIEFSTAL MET BRAAK. In den namiddag van 21 Juni 1.1. verliet de 68-jarige weduwe A. de Vries haar woning aan de Roemer Visscherlaan te Muiderberg, na de voor- en achterdeur gesloten te hebben. Toen zij te half zeven in haar woning terug keerde, bleek er ingebroken te zijn. Men was vermoedelijk door de hor in de kelderope ning, nadat in het gaas een gat gemaakt was, naar binnen gekomen en vervolgens had men de deur eener gesloten kast en de voorkamer opengebroken én de lade van een bureautje in de bijkeuken opengetrokken. Maar de wedu we vermiste niets. De 300, die zij in huis had, waren door de dieven niet gevonden. Wegens deze inbraak hebben zich voor de Vacantiekamer der Amsterdrmsche Recht bank te verantwoorden gehad: een 31-jarige bouwvakarbeider, wien poging tot diefstal met braak wordt ten laste gelegd en een 49- jarige koopman, verdacht van medeplichtig- hekf aan het misdrijf. Hij zou op den uitkijk hebben gestaan. De eerste verdachte was door een buurman van de wed. De Vries bij het huis gearres teerd. De man rukte zich los, doch werd latei- met den 40-jarigen koopman door den ge meenteveldwachter aangehouden. Beide verdachten ontkenden. De eerste verdachte zei thuis ruzie te heb ben gehad. Daarom was hij naar Muiderberg gegaan, teneinde daar zijn tijd in het bosch en aan het strand door te brengen. In het huis van de wed. De Vries is hij echter niet geweest. De tweede verdachte beweerde zich bij de woning der weduwe alleen te hebben opge houden om te zien of hij! bloemen ken koopen. Het getuigenverhoor was den verdachten niet gunstig. De weduwe De Vries, die tot de getuigen behoorde, verklaarde dat de tweede verdachte drie a vier weken tevoren bij haar was geweest om bloemen ie koopen. Zij ver trouwde het zaakje echter niet en antwoord de: „ga maar naar den dominee toe." 'Het O. M., mr. De Blécourt, achtte het ten laste gelegde bewezen. Er worden verschil lende groote inbraken verwacht, omdat ver schillende heeren inbrekers op vrije voeten komen, en de recherche wordt met het oog daarop met automatische wapens toegerust. De tweede verdachte is een bekend inbre ker; de eerste verdachte heeft niet zoo'n lang strafregister, doch deze man, die in kringen van inbrekers verkeert, had een zeldzame veine, telkens moest men hem wegens gebrek aan bewijs op vrije voeten stellen. Spreker eischte tegen den eersten verd. vier jaren en tegen den tweeden verdachte drie jaren gevangenisstraf. Verdedigers waren mrs. Schorlesheim en Muller Massis. Zij pleitten nietigheid der dagvaarding en bij1 schuldigverklaring een clemente straf. Mr. Muller Massis was bovendien van meening dat het bewijs tegen zijn cliënt niet was geleverd. Hij concludeerde daarom in de eerste plaats tot vrijspraak. De rechtbank zal op 2 September a.s. von nis wijzen. (Buiten verantwoordelijkheid van de Re dactie. De opname in deze rubriek, bewijst geenszins dat de redactie ermede instemt). Mijnheer de Redacteur! Mag ik naar aanleiding van uw bericht over een lijkkoets van Alkm. fabrikaat een kleine opmerking hierover maken in uw veel gelezen blad, bij voorbaat mijn dank. Dat U een alhier gevestigde firma eenige gratis reclame verstrekt, is voor die firma prachtig. Waar U echter schrijft dat dank zij die firma Alkmaar, in zekeren zin, het mono polie bezit van die fabrikatie, is niet geheel en al juist, omdat hieruit blijkt dat zulks allèèn door genoemde frma zoo is gewor- den. Ik kan u echter mededeelen dat door de firma wed. J. Asjes en Zn. reeds in 1916 een dergelijke wagen is geleverd, ook met beeldhouwwerk van den heer Bom; en de wagen welke U thans gezien heelt dus niets anders is dan een duplicaaLvan(,den wagen door de fa. Asjes, geleverd aan de Prol Begr. ondern. te Gouda. De fa. Asjes bezat toen geen model ot foto van zoo'n wagen en deze is toch tot groot genoegen tot stand gekomen. Dat de wagen van de door U genoemde firma een prachtig stuk werk is, weet ik, om dat ik dezen wagen ook gezien heb, doel: een der wagenmakers en een smid welke des tijds bij de firma Asjes in dienst waren, werken thans bij de door U genoemde firma en juist deze vaklieden hebben toen in 1910, ook den wagen bij de fa. Asjes gemaakt. Haast in elke gemeente van ons land rij den lijkwagens der firma Asjes, het maken van lijkwagens is dus wel een Alkmaarsch monopolie, doch de grootste eer komt echter toe aan wijlen den heer J. Asjes Ez. Met dank voor de plaatsing, B. (Wij zijn natuurlijk gaarne bereid ook oen heer Asjes alle eer te geven, die hem blijkens bovenstaand stukje toekomt. -5«WK* Red Alkm Cft Mijnheer de Redacteur! Gisteren per auto komende van Kamper duin heeft het mij gefrappeerd, dat men er nog niet toe overgaat om dat vijvertje, liggen de "juist vlak ba den ingang van Groet, voor een deel te dempen. Het is daar uiterst ge vaarlijk. Zit daar misschien iets achter van „eigendomsrecht" of zoo iets? Ik kan mij anders niet voorstellen, dat men zoo'n uiterst gevaarlijk punt bestendigt. OORTGIJSEN. Koedijk, 18 Augustus 1930. Geachte Redactie. Gaarne verzoek ik plaatsing van het vol gende: In de vergadering van de Tuinbouwver- eeniging „Ete West" te Koedijk bracht de heer burgemeester voor directe iiuip de Boerenleenbank naar voren als een orgaan in het belang van land- en tuinbouw- (Alk. Courant 18 Aug. '30). De oprichters der Boerenleenbanken waren van dat belang dan ook heilig overtuigd en in den beginne was er voor menschen zonder eigen middelen weinig bezwaar om een voor schot te krijgen. Tegenwoordig echter moeten de borgen zoo solide zijn, dat er voor men schen in den zelfden toestand als voor 25 jaar terug geen schijn van 'kans is op een voor schot. Vele tuinders willen dan ook geen lid worden van onze banken, want zeggen ze, het is nog gemakkelijker bij particuliere ban ken geld te Verkrijgen. Gedurende de 25 jaar van haar bestaan heeft onze bank, en natuurlijk ook de meeste andere banken, benevens de Centrale, een flinke reserve gekweekt. Die reserve is bijeen gebracht doordat de leden, die alle met land- of tuinbouw te maken hebben, gebruik van hun Boerenbanken hebben gemaakt. Nu zou het een mooi gebaar van de Boerenlemban- ken zijn, wanneer die reserve's dienstbaar werden gemaakt om de land- en tuinbouw, waar noodig, te steunen met rentelooze voor schotten. Meestal zijn er geen duizenden, doch slechts honderden noodig. Na deze, vooral voor den tuinbouw slechte bedrijfs- uitkomsten, komen er weer tijden dat het tuinbouwbedrijf loonend gaat worden; er zijn meer slechte perioden gevolgd door goede, en dan zullen de meeste voorschotten weer terugbetaald worden. Blijft er wat achterwege, welnu, is dat geld, dat toch feite lijk van de leden is, slecht besteed? Wat heeft een Boerenleenbank aan een reserve, indien deze niet mag aangewend worden ip het be lang van hare leden land- en tuinbouwers, als zijnde ook door hun zelve gekweekt uit de winsten? Indien de statuten tegenwoordig zich er tegen verklaren, dan wondt het noodig tijd dat de verschillende Boerenleenbanken de Centrale overtuiging, dat hierin verandering moet komen. Ook de Centrale is er voor de leden! Met dank voor plaatsing. Hoogachtend, 1 r K. DE JONG. VRACHTAUTO GESTOLEN. Voor enkele dagen werd uit een garage aan de Pieter Ghijsenlaan te Zaandam een pas nieuwe vrachtauto gestolen. Deze werd den volgenden dag teruggevonden op een zijweg in den Amsterdamschen polder. Thans is het de politie gelukt ook den ver- moedelijken dader op te Sporen, de 21-jarige J. Hensen, die bij zijn ouders inwoont in een wonschuit aan de Pieter Gijsenlaan. Hij is hedennacht aangehouden en in arrest ge steld. STAKING BIJ EEN KABELLEGGING. Tusschen Amsterdam en Hoorn is de aan nemer de heer Ouwehand een telegraafkabel te leggen. Het werk is pas begonnen en tot dicht bij de Hembrug genaderd. Toen bekend werd bij de ploeg Amsterdamsche werklie den, dat zij zouden worden vervangen door Zaandammers wanneer die gemeente zou zijn bereikt, hebben zij 75 in getal het werk neergelegd. AAN DE GEVOLGEN OVERLEDEN. Men zal zich herinneren, dat Vrijdag avond op den Haarlemmerweg een stilstaan de auto werd aangereden door een anderen wagen. De passagier, die in dezen rijdenden auto zat, een bollenhandelaar uit Engeland, werd toen gewond naar een der gasthuizen vervoerd. Gister is hij aan de gevolgen over leden. LAATSTE WORMERVEERSCHE MOLEN AFGEBRAND. Gistermiddag, kwart voor één, is de laatste Wormerveersch^ molen, genaamd „het Vool", eigendom van de Handel-Mij. Bloemendaal en Laan en gelegen aan den Zaandijksche- weg, in een half uur tijds in vlammen opge gaan. In een oogwenk brandde de geheele molen als een laaiende fakkel. De Wormer- veersche vrijwillige brandweer, bijgestaai) door een autospuit uit Wormer, bestreed he vuur onder commando van den heer J. Vonk met groote kracht, zoodat men het gera-amté wist staande te houden. De brandweer wis» instorten van den molen te voorkomen. Aan beide zijden stond een lange file auto'; te wachten tot het verkeer ëp dezen eenigei^ verbindingsweg met de andere Zaan&che ge meenten hersteld zou zijn. Het doorgaand ver keer voor wielrijders en voetgangers onder vond geen vertraging. Honderden menschen stonden den ondergang van „het Vool" gada te slaan. De molen deed alleen no-g dienst als opslagplaats. Hoe groot de schade is, kon, volgens de Tel., nog niet worden opgegeven. Omtrent den brand in de molen te Wormer, veer wordt nog nader gemeld: Om 1 uur brak de brand uit de molen ,,'t Vool", staande aan den Zaandijkerweg te Wormerveer en toebehoorende aan de N,V.| Handels-Mij. „Saender" v.h. Bloemendaal en Laan aldaar. Nadat de brandweer was ge waarschuwd verscheen deze zeer spoedig met een drietal motorspuiten. Met tien stralen werd het vuur aangetast, doch het blus- schingswerk kon slechts bepaald worden tot het buitenste deel van de molen. Om drie uur was men den brand meester. Van de molen bleven slechts muurbrokken staan. Deze bo den groot gevaar voor de omgeving en men zag zich genoodzaakt de muren om te trek ken. De molen was niet meer in gebruik, en diende als pakhuis voor oude materialen. De oorzaak van den brand moet worden gezocht in het overspringen van vonken van een schoorsteen eener naastgelegen woning, de rieten bedekking van de molen vatte onmid dellijk vlam. De schade wordt door verzeke ring gedekt. De molen was in 1680 gebouwd,' oorspronkelijk werd zij gebruikt als rijstpel molen. Dit was de laatste molen in Wormer veer, er gaat dus een stuk van historische en monumentale waarde verloren. BRAND IN HOFJE TE ROTTERDAM. Maandagnacht, omstreeks 12.30 uur, is naar de Tel. meldt, door onbekende oorzaak brand uitgebroken in pand 34 aan het Ru- broekspad, een achter de Rubroekstraat gele gen hofje in Rotterdam. Het vormt met het er naast gelegen perceel een blok van twee oude huisjes tus schen grootere nieuwe woningen. Beide huis jes waren onbewoond. Toen de brand ontdekt werd, sloegen de vlammen reeds fel uit. Spoe dig kwam de slangenwagen opdagen en het duurde niet lang of met vijf stralen op de wa terleiding tastte men onder leiding van hoofd man v. Gunsteren den brand aan. Ook rukte nog een motorreserverwagen uit om voor ver lichting te zorgen. Na een groot half uur had men den brand onder de knie. WATER IN DE MAAS ZAKT SNEL. Uit Roermond werd gister gemeld: De rivier de Maas valt snel. Hier ter plaatse was het peil van het water hedenmor gen 70 c.M. gedaald, zoodat de stuw bij Samfceek waarschijnlijk morgen weer opgezet zal worden. ACHT INBRAKEN TE WOERDEN. Op acht plaatsen is in Woerden in den nacht van 16 op 17 dezer ingebroken. Bijna overal verschafte men zich toegang door het openschuiven van ramen; alleen bij mevr. de wed. F., bij wie een gouden tientje is gestolen, werd de serre opengebroken. De heer H. Oost i dam vermist 30. Bij den postdirecteur is een rijwiel ontvreemd. Het is nog niet bekend wat bij den heer V. is gestolen, daar de familie af wezig is. Bij de overigen wordt niets vermist. Door de politie, die een uitgebreid onder zoek instelt, zijn vingerafdrukken genoiuen. EEN LUIK OP HET HOOFD. X Gisteren heeft de 44-jarige havenarbeider P. A. Luyendijk, uit de De la Reystraat, bif werkzaamheden in ruim I van het bij het Graansilo aan de Maashaven Zuidzijde lig gende s.s. „King James" een vallend luik op het hoofd gekregen. Met een schedelbreuk is. de man naar het ziekenhuis aan den Cool- singel vervoerd, waar hij bij aankomst bleet te zijn overleden. Het luik is gevallen doordat een van de twee arbeiders die het ruim wiiden openleg gen, het luik nog niet vast had, toen de ander het al oplichtte. Hij kon het luik niet houden toen het van den riggel schoot, zoodat het? in het 11 m. diepe ruim viel, op Luyendijk, die daar werkzaamheden verrichtte. HUISELIJKE TWIST. -fl 70-jarige vader beschiet zijn 'dochterij Maandagavond ontstond ten huize van E'.; aan den Napoleonschen weg te Horn (Lim-j burg) oneenigheid tusschen den 70-jarigen- vader en zijn dochter. De 28-jarige dochtefi vluchtte het veldweer, waarop de man uit he» jachtgeweer een tweetal schoten op het meisje: loste zonder haar echter te treffen. Dinsdag-A morgen werd E. gearresteerd en naar Roer-f mond overgebracht. In zijn woning werd eer| jachtgeweer en een revolver van.groot kalibei In beslag genomen. E. zal te$ beschikking» van de justitie worden gesteld. PROEFTOCHT VAN HET STOOMSCHIP TABINTA. Op 18 en 19 Augustus 1931 heeft met gunstig gevolg de proeftocht plaats gehad met het door de Ned. Scheepsbouwmij. Amsterdam voor rekening van de Mij. Nederj land te Amsterdam gebouwd enkelschreef motorvrachtschip „Tabinta". Het schip is- beA stemd voor de snelvrachtdienst op Ned. Imjif van deze maatschappij. Filmster (tot chauffeur, die een overreden voetganger helpt opstaan) Overtuig je eerst of het geen verslaggever is. dje my wil Interviewen 1" (LopdOO j

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5