T ranspireerende
■ifJV
-
Panische Brieven.
Schaakrubriek
Damimbriek
oksels en voeten
m
Londensch aanteekenboek.
l»E IV O r l H E VAS UI VER lil I It A G E V T ,11>
m
behandele men met Purolpoeder. Dit is het
meest afdoende middel daarvoor. Het kost
45 en 60 ct. per bus en is evenals Purol,
verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten.
Een aardig voorbeeld hiervan levert
het Nederlandsche verkeers-probleem.
Iedere gemeente tracht dit op zijn eigen
'houtje te regelen, plaatst waarschu
wingsborden en gekleurde lampen van
eigen vinding en rekent er maar op, dat
„de man van buiten" ze onderscheiden
!en begrijpen zal. Dit nu is iets, dat
vroeger mogelijk was, maar door den
tijd overwonnen werd. Vroeger toch was
het rij verkeer iets plaatselijks. De trei-
'nen brachten hoogstens voetgangers
aan. Maar met de ontwikkeling van de
1 auto-sport is het anders geworden. En
[de toeristen die in enkele uren tijds een
Itwintig a dertigtal gemeenten kruist,
fkan onmogelijk op do hoogte zijn van al
de plaatselijke verkeers-voorschriften.
'"Ziehier een der plaatsen- waar Jantje de
Men heeft nu in Amsterdam overal
te nauwe schoentjes wringen,
dikke oranjestreepen, stoplijnen met
aanwijzingen omtrent rechts- en links-
afslaan, op het asfalt geverfd en voor
den voetganger, die dat alles rustig be-s
kijkt, is het overduidelijk. Maar de auto
mobilist die sneller gaat en die wel wat
anders te doen heeft dan naar den grond
te zien om daar de opschriften te lezen,
zal nogal eens tegen de voorschriften
zondigen. Het gevolg is allicht een aan
rijding met al dan niet do-del ijken af
loop. Wien treft dan de schuld? De be
stuurder van een auto kijkt voor zich
uit, om op voetgangers, trams en wiel
rijders te letten. Hij kan niet in de
lucht zien naar de gekleurde signaal-
lichten van de tram, noch naar de
oranje-letters op liet asfalt. In ieder ge
;val kan hij dat alles niet tegelijk doen,
vooal wanneer hij, als vreemdeling, niet
weet waar hij aanwijzingen en waar
schuwingen te zoeken heeft.
En dan die dwaze kleine stopborden,
thans op vele kruispunten opgesteld! De
roode kleur steekt niet af bij den bonten
achtergrond der reclame-borden aan de
winkelhuizen en als men niet weet waar
een stopbord staat, vindt men het niet.
Om opgemerkt te worden zouden deze
borden tweemaal zoo groot en veel feller
beschilderd moeten zijn. En na het val
len van den avond dienden er lampen
aan te hangen. Trouwens heel het insti
tuut der verkeersagentan is in onze stad
verouderd. Die manneties met hun don
kerblauwe uniformen waren heel dien
stig voor vrachtkarren en voetgangers,
zij zijn het niet in het snelverkeer. Ver
leden jaar, tijdens de feestelijke licht
week, had men er enkelen in witte jas
sen gestoken en dat was een machtig
mooie verbetering. Want een witte jas is
als een witte raaf, men ziet ze niet dage
lijks en het ligt dus voor de hand dat ze
in het oog valt. De meeste Amsterdam
mers kleeden zich stemmiger. Waarom
heeft men uit de proef geen leerling ge
trokken? Met het licht van de lichtweek
zijn ze verdwenen.
Neen, met de snelheid van dit snelle
moderne leven kan de Overheid geen
gelijken tred houden. De oude dame
komt op een sukkeldrafje achteraan en
een Musolini, die dit alles met één pen-
nestreek op het peil des tijds brengt, be
ziet Amsterdam niet. Kom eens in Na
pels, waar de verkeersagent in zijn licht
bruine uniform een sieraad van de plei
nen is. Of in Milaan 'waar hij in een
smetteloos wit pak, als een Indische
planter, den stroom van het gerij splitst!
Men kan deze heeren niet over het hoofd
zien, al zou men het nog zoo graag wil
len. Maar bij ons? Wij laten alles blauw
blauw, donker tegen donker. Kwestie
van klimaat? Dwaasheid, ook een witte
jas kan warm zijn. Kwestie van ambte
lijke traagheid.
O, Amsterdamsche Stedeemaagd! Wij
zien u zoo gaarne in onze verbeelding
als een teedere en aanvallige jonkvrouw,
sterk, gezond, en met heldere blauwe
kijkers onder het intelligente voorhoofd.
Als een Juno-gestalte, forsch en ge
spierd, rijzig en vorstelijk, met den blik
van Pallas Athene. Of, mijnentwege, met
korte rokjes, roze zijden kousen, een
jlaag uitgesneden japonnetje-zonder-
t mouwen, bruin-gebrande poezele armen,
een niet zeer snugger maar toch leuk
'gezichtje ouder de dartele krullen van
j,een „permanent wave". Het doet er niet
•precies toe hoe gs er uit ziet, en iéder
^Amsterdammer schept zich uw aan-
'schijn naar eigen ideaal. Maar hetzij
statig en voornaam of dartel en tenger,
wij zien u maagdelijk jeudig, voortva
rend en sterk.
Helaas, soms verschijnt gij ons, als in
een nachtmerrie, een maagdekijn zéér
oud van dagen, met een grijze pijpkrul-
len-pruik en een stalen bril op den van
chrpnische verkoudheid rood-gezwollen
neus, een bril met beslagen glazen voor
de waterige oogen. Ge steunt u op een
stokske, en beweegt moeizaam uwe
rheumatische leden. Uw gebogen rug is
ternauwernood sterk genoeg om de drie
kruisen te dragen, uw attributen zijn:
versleten sloffen en roestige breipennen.
Gij hebt geen oog voor den tijd waarin
ge leeft en verliest i in gepeinzen over
„den goeden ouden tijd" toen gij zelf
nog jeugdig waart. Dat is lang, heel laug
geleden.
Ne endeze Stede-maagd, dit spinsel
van een pessimistisch en zwartgallig
brein, zij past niet in onze stad. De men-
schen van 1930 zijn jong tot op hoogen
leeftijd. Mannen van zeventig rijden op
de fiets, tennissen of zwemmen; vrou
wen van zestig zweven over den dans
vloer. En onze Stede-maagd doet niet
onder voor haar burgerij. Zij zal weldra
zen verjongingskuur ondergaan. Dit
moet en zal gebeuren; Wij willen het
'.enminsie hopen.
EMERGO.
Anupterdgijj, Sep.teujber 1930,
VACANTIE-GEBEURTENISSEN.
Degenen, die goedschiks of kwaadschiks
de Augustusmaand in Parijs gebleven waren,
's morgens bij het opstaan een grijze lucht
zagen en dan uitgingen met een paraplu in
de hand en soms zelfs met een overjas aan,
konden zich niet onthouden van een beetje
leedvermaak, als ze dachten aan die arme,
arme vacantiegangers, die zich nu wel dag-in
dag-uit smoorlijk zouden zitten te vervelen
in hun hotels, pensions of villa's op een min
of meer dure badplaats, waar ze verstoken
bleven van al de afleiding, die Parijs dan
toch maar biedt in het doet er niet toe welken
tijd van het jaar, en het doet er niet toe bij
wat voor weer.
En inderdaad, vóór de Augustusmaand
nog uit was, begonnen er aan de Parijsche
stations reeds tal van ongeduldige en wan
hopende vacantie-gangers terug te komen.
En' verscheiden winkels, waar een bordje was
uitgehangen met de mededeeling, dat de zaak
tot 1'5 September of zelfs tot 1 October ge
sloten zou zijn, werden al weer geopend door
eigenaars, wien teleurstel liiu; en knorrigheid
op het gezicht te lezen stond.
En ziedaar opeens, bijna zonder eeni-
gen overgang, en zonder dat iemand het ver
wacht had, straalt er een schitterende zon
over de Ville Lumière, en zet die in een vol-
zomersche, warme, gloeiende illuminatie.
Dit plotselinge warmte (34 gr. in de scha
duw) heeft een leven en beweging van belang
gebracht in den reusadhtigen mierenhoop
het wemelt van menschen in de straten, op
de caféterrassen, in de stads-plantsoenen en
-tuinen, in de bosschen, en overal waar maar
hoop is eenige koelte te vinden.
Op de boulevards ziet men op de café-ter
rassen tal van heeren ongegeneerd in hun
hemdsmouwen zitten. En op Montparnasse,
waar het altijd iets ongegeneerder toegaat
dan elders, loopen verscheiden heeren en
dames, oudere zoowel als jongere, in strand
pyjama's rond en enkelen zelfs brutaal-weg
in badpakjes!
En heel de menigte van café-houders, van
ambulante of vaste ijs- en limonade-verkoo-
pers, van straatventers met papieren waaiers,
die hun voornaamste verdiensten van 't jaar
in de zomer-maanden moeten maken en die
reeds den moed opgegeven hadden en niet
anders dachten of ze zouden hun handeltje
ditmaal met een „tekort" moeten sluiten die
worden nu plotseling belegerd door een tal
rijke, drukke cliëntele, die graag een be
hoorlijken prijs betalen wil voor een verkoe
lenden dronk, een beetje frischheid, een beetje
lucht.
Om niet te spreken van de zwem-inrichtin
gen, die den iheelen zomer zoowat verlaten
bleven liggen, en nu zóó bestormd worden,
dat verscheiden ervan liefhebbers hebben
moeten wegsturen bij gebrek aan plaats!
Amusant is het aanzien van sommige
stadsplantsoentjes, waar op de beschaduwde
plekjes zóóveel menschen samengepropt zit
ten en staan zelfs, dat men het idee krijgt, dat
daar een openlucht-meeting gehouden wordt,
maar dan een, waar geen politieke kwesties
besproken worden, doch eerder keuken-kwes
ties, waaronder vooral die der kunst om
frissche, verkoelende dranken te bereiden op
zoo goedkoop mogelijke manier.
Maar wat wonderlijk is terwijl in alle
andere stads-plantsoenen, stads-parken en
stads-tuinen het wemelt en krioelt van groote
menschen en ook van kleine kinderen, die on
danks de warmte hard aan 't werk zijn bij de
zandloopen, daar opzettelijk voor hen gede
poneerd is het plantsoen van het Paleis
Royai, dat toch in een van de dichtstbevolkte
wijken van Parijs ligt, geenszins uit zijn ge
wone rust gewekt, maar schijnt zelfs nog ver
ia tener en ingeslapener dan ooit.
Eigenaardig is het lot geweest van dat
plantsoentje, van dat paleis, van die gebou
wen in eenvoudigen, strengen stijl en van de
arcaden, -die er rondom langs staan.
Er was een tijd, dat dag en nacht het er
steeds vol bezoekers was, uit de aller-élegant-
ste kringen van Parijs.
Er was een tijd, dat er op de plaats van
al die vreemde, eigenaardige winkeltjes van
nu, waar men zelden of nooit iemand in noch
uit ziet gaan, de meest luxueuse winkelzaken
van Parijs gevestigd waren, en restaurants,
café's, dansgelegenheden, die een wereldbe
roemdheid hadden, en waarvan de prijzen en
de „menus" nog heel wat erger fantastisch
waren dan de tegenwoordige.
Op de restrospectieve tentoonstelling ter
,eere vaip het drie-eeuWfeest van het Paleis-
Royal, die op het oogenblik gehouden wordt
in het Pavillon Marson van het Louvre-
museum, zijn een massa documenten, gra
vures, prenten, tezamen gebracht, en zelfs
„menus" (ter grootte van een kranten-blad',
en dicht beschreven daarbij!) die getuigen
van al de pracht en praal, die er vroeger
heerschte in dat plantsoen en in het Pafeis
Royal, en van zijn geschiedenis vol afwisse
ling en wisselvalligheden, gedurende de drie
eeuwen van zijn bestaan.
Vele van die documenten roepen voor uw
geest werkelijk een aangrijpend-levendig
beeld op van die vroegere tijden. Schilderijen
van goede meesters vertellen u er van de
drama's, feesten en oproerigheden, die zich
afgespeeld hebben in het paleis zelf of langs
zijn arcaden; talrijke bibelots geven u een in
druk van den smaak en de liefhebberijen der
bezoekers in verschillende tijdperken; en
vooral een menigte platen en prenten zijn er,
die kijkjes geven op het leven in het paleis en
daarbuiten in zijn vele établissementen (het
eene al vroolijker dan het andere) onder de
arcaden.
Uit verschillende documenten blijkt, dat
dat gebouwencomplex en dat plantsoen, waar
zooveel dichte, vroolijke feestende menigten
zich kwamen vermaken, waar zooveel gezang
weerklonken heeft, maar waar ook felle op
standige redevoeringen en oproer-kreten
scholden pas de laatste 50'jaar de gunst
van het publiek verloren heeft, en hoe lan-
£er hee meer veronachtzaamd werd, zóó dat
vlak bij de
centje een van
- Parijs is, en er nu win
keltjes gevestigd zijn, die zoo'n eigenaardige
waar verhandelen (één ervan bij voorbeeld
verkoopt niets dan ridderorden uit alle
streken van de wereld) dat ze door hef karak
ter zelf van die waar, maar slechts een ?eer
beperkt aantal cliënten kunnen interesseeren.
Na een bezoek aan die 'retrospectieve ten
toonstelling van het Paleis Poyal wilde het
toeval, dat we ons aan het station Saint-
Lagare bevonden. Het wa$ tegen drie my ip
den namiddag een uur, waarop het ge
woonlijk vrij kalm is aan dat station, daar
het publiek van de Parijsche omstreken, dat
op bepaalde uren 's morgens en 's avonds
het station en de perrons vult, dan nog aan
het werk is in Parijs.
Maar nu was er op dat anders zoo kalme
middag-uur een enorme menigte in het sta
tion, en speciaal op één van de perrons
heel veel jonge meisjes en vrouwen, verschei
den met boeketten in de hand, en nog een
den met bouquetten in de hand, en nog een
leeftijden, en van allerlei maatschappelijken
stand, allemaal met een gezicht in feeststem
ming als in afwachting van een buitenge
woon en bijzonder heugelijk sohouwspel.
Daar komt een trein binnenstoomen. Ge
juich, geschreeuw, gebrul!
Maar is dat de verwachte trein wel?
hij komt aan op het perron aan den over
kant! Ja, het is toch de verwachte trein
de stations-beambten hebben zich vergist,
of opzettelijk misschien verkeerde inlich
tingen gegeven? En zonder er acht op te
slaan, dat de trein nog niet eens stilstaat,
zonder zich te storen aan de waarschuwende
kreten van het stations-personeel, springt de
menigte eenvoudig de rails op, en steekt die
over, om zoo gauw mogelijk aan den over
kant te zijn.
En opnieuw weergalmt het van vreugde
kreten, van brullend gejuich een duizend
tal kelen schreeuwen enthousiast hun bewon
dering uit.
Fotografen rennen heen en weer, duwen
alles op zij wat hun in den weg staat, worden
op hun beurt verduwd1 en verdrongen; film
apparaten worden in haast opgesteld, waar
maar even een mogelijkheid daarvoor open
komt.
Eindelijk is de verwachte held uit den trein
naar buiten gekomen. 'Hij wordt omstuwd,
aangegrepen, opgeheven, voortgestuwd. Hij
kijkt een beetje angstig verbaasd, maar hij
glimlacht. Hij begrijpt maar half, wat er met
hem gebeurt, waar al die menschen hem
heenscheuren willen en duizend kelen
juichen, brullen:
Leve Maurice! Leve Maurice! Leve
Chevalier! Want het is Maurice Ohevalier,
de beroemde danser, zanger en film-artiesr,
die voor een paar maanden uit Hollywood
naar Parijs, zijn geboortestad, is terugge
komen
T M. DE ROVAN'NO.
TWEEZET 302.
Df4 mat.
Df3 mat,
Pc5 mat.
De2 mat.
EINDSPEL 382.
Lfi r
La6
en wint, want La6 moet weg,
daar b7 en c8 onbereikbaar
voor hem zijn.
OPLOSSING EINDSPEL 383,
1. Ld7f Ka3 2. Lc6
Remise, want de witte K houdt den zwar
ten op de a-lijn en de witte L verovert iedere
pion, die op de diagonaal a8hl komt.
EINDSPEL 384.
1.
2.
3.
OPLOSSING
Peó Ke5 2.
Kd3 2.
fe5 2.
f5 2.
OPOSS1NG
Lc8
Lg4
Lf3
1
Ét x
J§ iü
m
d e f g
Deze stand ontstond in een partij uit Ham
burg. Wit Golmayo (Spanje) en Makarczyk
(Polen).
Wit had gespeeld 18. Lg3—e5.
Er volgt nu 18Lh3! 19. gh3??
Le5 en zwart kan niet nemen wegens Pf3f
en wint.
Wit had eigenlijk geen verdediging meer,
b.v. 19. f4, dan volgt Tf4ü, waarna wit
slecht nemen kan. Of 19Dbó 20. Khl
Le5 21. De5 Df2 22. De2 Lg2f 23. Kh2 Pf3.
De volgende partij is gespeeld in 't Ham
burger tournooi in de 3e ronde.
Wit: G. Stahlberg (Zweden).
Zwart; Dr. AljeChine (Frankrijk)-
Indisch.
d4
c4
Pc3
Db3
Pfó
eó
Lb4
Hier speelt men ook 4. Db2,
waarop eventueel kan
volgen: 4d5 5. ed5
ed5 6. Lg5 Pbd7 7. e3 có
8. Ld3 Pf8 9. Pe2 Pgó 10.
Pg3 h6 11. Lf6 Df6 12.
23.
24.
Ta7
m"0
Ph5 Dg5 13. Pg7 Kf8 14.
Ff5 Lf5 15 Lf5 Ph4! 16.
g4 Pg2 17. Kfl.
4. c5
5. dc5 Pc6
6. Pf3 Pe4
7. Ld2 Pc5!
8. Dc2 f5
9. a3 Lc3
10. Lc3 0—0
11. b4 Pe4
12. e3 bó
13. Ld3 Pc3
14. Dc3 Lb7
15. 0-0 Pe7
16. Le2 om afruil en dubbel-pion te voor
komen,
16. De8
17. Tfdl Tad8
18. a4 f4
19. a5 fe3
20. De3 Pf5
21. Dc3 d6
22. abó abó
23. Pel? Beter Ta7 om na Td7 met c5 en
na Tf7 met Pg5 te ver
volgen.
e5!
Nu helpt deze zet niet meer. De
T moet straks toch terug
en is dus tempo-verlies.
Pd4
Td7
Er dreigde 26Pe2 27. De2
Lf3 met kwaliteit winst.
Tf7
Beter Lfl. Nu krijgt zwart an
dere aanvalskansen.
Tf4
Er dreigde 29. Pe2 en 30.
e4!
Dh5 Dreigt 29. se4.
Dg5 Dreigt Tf3!
Dekt wel, maar te vergeefsch.
h6! Om de Dame te dekken
bij het verzetten van Tf4.
helpt ook niet er volgt toch
Tf3ü En wit geeft op. Im
mers na 32. Tf3 De3 33.
Te3 volgt Tfl mat, of 32.
Dg5 Tf2, enz.
De uitslag van het Luiksche tournooi is:
1. Dr. Tartakower, 8U punt, le prijs; 2.
Sultan Khan, 6% punt; 3, 4 en 5. Ahues,
Nimzowitsch, Colle, elk SW punt; 6, 7.
Rubinstein en Weenink, elk 5 punten; 8.
Marshall, 414 punt; 9 en 10. Soultanbeieff en
Pléci, ieder 4 punten.
Aan de Dammers.
In onze vorige rubriek gaven wij ter
oplossing probleem no. 1136 (aujqur
Huizer).
Stand.
Zw. 10 sch. op: 7, 8, 9, 10, 17, 20, 25, 26,
30 38
W. 10 sch. op: 29, 31, 34, 36, 37, 39, 41,
44,47,48.
Oplossing.
1. 47-42
2. 31—27
- 3. 48—42
4. 36—31
5. 37—32
6. 39—33
7. 33 :44!
Combinatie.
De volgende mooie slagwending is
aangebracht door den heer Huizer, den
Haag, in den volgenden stand.
25.
De3
26.
Ta2
26.
27.
f3?
27.
28.
Ld3
28.
A
29.
Lfl
30.
Tf2
30.
31.
Khl
31.
1. 38 47
2. 47 24
3. 24:47
4. 47:36
5. 26:28
6. 36:40
De volgende combinatie is
heer P. Kleute Jr.. den Haag.
van
den
Zw. 12 sch. op: 6, 8 9, 10, 11, 14, 20, 23,
24, 25, 29, 30.
W. 12 sch. op: 17, 31, 33, 37, 38, 39, 42,
43, 44, 47, 49, 50.
Wit speelt:
1. 37—32
1.
11 22
2. 31—27
9
22 31
3. 42—37
3.
31 42
4. 39—34
4.
30 :37
5. 43—39
5.
42 :33
6. 39 30
6.
25 :34
7. 47-42
7.
37 48
8. 49—43
8.
48 :39
d. 44: 2!
Zw. 9 sch. op: 17, 22/25, 28, 30, 32, 37.
W. 10 sch. op :11, 16, 26, 34, 39, 40. 44,
47, 48, 49.
Wit speelt:
1.
9
3.
4.
5.
6.
7.
39—33
47-42
42 :31
31-27
26 :30
49—44
48 39
X
wint.
1. 30 of 28 50
2. 28 of 30 39 of 17 6
3. 1" 6 of 28 of 30 3p
4. 32 21 of 22 31
5. 25:45
6. 3943 gedw.
Ter oplossing voor deze week:
Piobleem 1137 van C. Th. Huizer, den
Haag.
Zw. 10 sch. op: 2, 4, 6, 8, 9,10, 11,13,17,
18 en dam op 14.
W. 12 sch. op: 22, 24, 26/30, 32, 33, 38,
43, 48.
In onze volgende rubriek geven wij de
oplossing.
Van onzen Londenschen Correspondent
Hitte-négligé's.
De natuur, in haar oude barmhartig
heid voor journalisten, heeft zich op
nieuw over dit gilde ontfermd door voor
een prima hittegolf te zorgen juist op
het oogenblik dat geen zeeslangen-bij
mijlen de schaarschte aan nieuws kon
den vergoeden. Hitte is een zeldzame
uitzondering in Londen. De krant leeft
al van dé uitzonderingen'. Hoe moet ze
dan wel gedijen bij de zeldzame uitzon
deringen, zooals zulk een „heat wave".
Die golf heeft eenvoudig den toestand
gered. En nu, zoo juist tegen het einde
van de week, is gebleken dat donder en
bliksem en hagelslag tegen de kracht
van de hittegolf gewoonweg 't onderspit
moeten delven, juichen als het ware de
kranten-„bills" in de straten dat wij te
doen hebben met een „storm proof heat
wave". De borden van Fleet Street, die
zorgen voor „stories" en voor plaatjes,
hebben zich half letterlijk in deze hitte
golf geworpen; half letterlijk, want
zelfs aan do golfjes van de Serpentine of
aan de branding var de kust kan men
een zekere hitte niet ontzeggen. Dat
bleek dezer dagen uit een der Jhitte-
plaatjes, waarin men een openlucht
zwembad zag, met honderden menschen
in badkleerenzittend aan den kant
omdat net water te warm was. De
straten van Londen hebben opnieuw be
wezen dat vrouwen zich met de meeste
vrijmoedigheid (tegengesteld aan de
mannen) van haar voor de omstandig
heden overtollige kleeren ontdoen. Dat
is altijd zoo geweest. Dat zal wel altijd
zoo blijven. Het eene en het andere ligt
in do aarden der beestjes. Maar het is
toch wel wat onthutsend thans op zijn
weg door Londen alsmaar juffrouwen
in badpakken tegen te komen, die op
weg zijn naar Hyde Park. waar Londens
Lido ligt, of naar de baden van Ham-
mersmith, waar de actrices en revue-
girls zoo graag komen.
De krantenmannen, met hun oogen
scherp als die van haviken, hebben wel
dames ontdekt, die in haar nachtjurken
te bed lagen op het dak, maar geen
mannen, die op dezelfde wijze verlich
ting zochten voor den hittenood. Het ge-
w
155. De slotenmaker, op alles bedacht, had zijn electrische
lantaarn bij zich. En met deze lantaarn verlichtte hij eerst de
kamer van het huisje van de heks, waar de uilde betoover-
de professor als steeds de wacht hield op het hoekje van de
tafel. „Goed volk", zei de uil, „kom maar binnen". En de slo
tenmaker ging hel eerst door het venster. Nou jij, zeide de uil
.tot dep agent, „(ed.er op zijn hjsiift",
156. Daar stonden ze weer in de kamer en de uil was nieuws
gierig wat er nu zou gebeuren. „Heeft U den tooverring bij
U", vroeg hij fluisterend. „Dat wil zeggen, ik heb een ring ge
maakt, die er veel op lijkt", antwoordde de andere. En tot def
agent zeide hij: „nu mondje dicht, maar de oogen goed opeo'#