T ranspireerende ■ifJV - Panische Brieven. Schaakrubriek Damimbriek oksels en voeten m Londensch aanteekenboek. l»E IV O r l H E VAS UI VER lil I It A G E V T ,11> m behandele men met Purolpoeder. Dit is het meest afdoende middel daarvoor. Het kost 45 en 60 ct. per bus en is evenals Purol, verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten. Een aardig voorbeeld hiervan levert het Nederlandsche verkeers-probleem. Iedere gemeente tracht dit op zijn eigen 'houtje te regelen, plaatst waarschu wingsborden en gekleurde lampen van eigen vinding en rekent er maar op, dat „de man van buiten" ze onderscheiden !en begrijpen zal. Dit nu is iets, dat vroeger mogelijk was, maar door den tijd overwonnen werd. Vroeger toch was het rij verkeer iets plaatselijks. De trei- 'nen brachten hoogstens voetgangers aan. Maar met de ontwikkeling van de 1 auto-sport is het anders geworden. En [de toeristen die in enkele uren tijds een Itwintig a dertigtal gemeenten kruist, fkan onmogelijk op do hoogte zijn van al de plaatselijke verkeers-voorschriften. '"Ziehier een der plaatsen- waar Jantje de Men heeft nu in Amsterdam overal te nauwe schoentjes wringen, dikke oranjestreepen, stoplijnen met aanwijzingen omtrent rechts- en links- afslaan, op het asfalt geverfd en voor den voetganger, die dat alles rustig be-s kijkt, is het overduidelijk. Maar de auto mobilist die sneller gaat en die wel wat anders te doen heeft dan naar den grond te zien om daar de opschriften te lezen, zal nogal eens tegen de voorschriften zondigen. Het gevolg is allicht een aan rijding met al dan niet do-del ijken af loop. Wien treft dan de schuld? De be stuurder van een auto kijkt voor zich uit, om op voetgangers, trams en wiel rijders te letten. Hij kan niet in de lucht zien naar de gekleurde signaal- lichten van de tram, noch naar de oranje-letters op liet asfalt. In ieder ge ;val kan hij dat alles niet tegelijk doen, vooal wanneer hij, als vreemdeling, niet weet waar hij aanwijzingen en waar schuwingen te zoeken heeft. En dan die dwaze kleine stopborden, thans op vele kruispunten opgesteld! De roode kleur steekt niet af bij den bonten achtergrond der reclame-borden aan de winkelhuizen en als men niet weet waar een stopbord staat, vindt men het niet. Om opgemerkt te worden zouden deze borden tweemaal zoo groot en veel feller beschilderd moeten zijn. En na het val len van den avond dienden er lampen aan te hangen. Trouwens heel het insti tuut der verkeersagentan is in onze stad verouderd. Die manneties met hun don kerblauwe uniformen waren heel dien stig voor vrachtkarren en voetgangers, zij zijn het niet in het snelverkeer. Ver leden jaar, tijdens de feestelijke licht week, had men er enkelen in witte jas sen gestoken en dat was een machtig mooie verbetering. Want een witte jas is als een witte raaf, men ziet ze niet dage lijks en het ligt dus voor de hand dat ze in het oog valt. De meeste Amsterdam mers kleeden zich stemmiger. Waarom heeft men uit de proef geen leerling ge trokken? Met het licht van de lichtweek zijn ze verdwenen. Neen, met de snelheid van dit snelle moderne leven kan de Overheid geen gelijken tred houden. De oude dame komt op een sukkeldrafje achteraan en een Musolini, die dit alles met één pen- nestreek op het peil des tijds brengt, be ziet Amsterdam niet. Kom eens in Na pels, waar de verkeersagent in zijn licht bruine uniform een sieraad van de plei nen is. Of in Milaan 'waar hij in een smetteloos wit pak, als een Indische planter, den stroom van het gerij splitst! Men kan deze heeren niet over het hoofd zien, al zou men het nog zoo graag wil len. Maar bij ons? Wij laten alles blauw blauw, donker tegen donker. Kwestie van klimaat? Dwaasheid, ook een witte jas kan warm zijn. Kwestie van ambte lijke traagheid. O, Amsterdamsche Stedeemaagd! Wij zien u zoo gaarne in onze verbeelding als een teedere en aanvallige jonkvrouw, sterk, gezond, en met heldere blauwe kijkers onder het intelligente voorhoofd. Als een Juno-gestalte, forsch en ge spierd, rijzig en vorstelijk, met den blik van Pallas Athene. Of, mijnentwege, met korte rokjes, roze zijden kousen, een jlaag uitgesneden japonnetje-zonder- t mouwen, bruin-gebrande poezele armen, een niet zeer snugger maar toch leuk 'gezichtje ouder de dartele krullen van j,een „permanent wave". Het doet er niet •precies toe hoe gs er uit ziet, en iéder ^Amsterdammer schept zich uw aan- 'schijn naar eigen ideaal. Maar hetzij statig en voornaam of dartel en tenger, wij zien u maagdelijk jeudig, voortva rend en sterk. Helaas, soms verschijnt gij ons, als in een nachtmerrie, een maagdekijn zéér oud van dagen, met een grijze pijpkrul- len-pruik en een stalen bril op den van chrpnische verkoudheid rood-gezwollen neus, een bril met beslagen glazen voor de waterige oogen. Ge steunt u op een stokske, en beweegt moeizaam uwe rheumatische leden. Uw gebogen rug is ternauwernood sterk genoeg om de drie kruisen te dragen, uw attributen zijn: versleten sloffen en roestige breipennen. Gij hebt geen oog voor den tijd waarin ge leeft en verliest i in gepeinzen over „den goeden ouden tijd" toen gij zelf nog jeugdig waart. Dat is lang, heel laug geleden. Ne endeze Stede-maagd, dit spinsel van een pessimistisch en zwartgallig brein, zij past niet in onze stad. De men- schen van 1930 zijn jong tot op hoogen leeftijd. Mannen van zeventig rijden op de fiets, tennissen of zwemmen; vrou wen van zestig zweven over den dans vloer. En onze Stede-maagd doet niet onder voor haar burgerij. Zij zal weldra zen verjongingskuur ondergaan. Dit moet en zal gebeuren; Wij willen het '.enminsie hopen. EMERGO. Anupterdgijj, Sep.teujber 1930, VACANTIE-GEBEURTENISSEN. Degenen, die goedschiks of kwaadschiks de Augustusmaand in Parijs gebleven waren, 's morgens bij het opstaan een grijze lucht zagen en dan uitgingen met een paraplu in de hand en soms zelfs met een overjas aan, konden zich niet onthouden van een beetje leedvermaak, als ze dachten aan die arme, arme vacantiegangers, die zich nu wel dag-in dag-uit smoorlijk zouden zitten te vervelen in hun hotels, pensions of villa's op een min of meer dure badplaats, waar ze verstoken bleven van al de afleiding, die Parijs dan toch maar biedt in het doet er niet toe welken tijd van het jaar, en het doet er niet toe bij wat voor weer. En inderdaad, vóór de Augustusmaand nog uit was, begonnen er aan de Parijsche stations reeds tal van ongeduldige en wan hopende vacantie-gangers terug te komen. En' verscheiden winkels, waar een bordje was uitgehangen met de mededeeling, dat de zaak tot 1'5 September of zelfs tot 1 October ge sloten zou zijn, werden al weer geopend door eigenaars, wien teleurstel liiu; en knorrigheid op het gezicht te lezen stond. En ziedaar opeens, bijna zonder eeni- gen overgang, en zonder dat iemand het ver wacht had, straalt er een schitterende zon over de Ville Lumière, en zet die in een vol- zomersche, warme, gloeiende illuminatie. Dit plotselinge warmte (34 gr. in de scha duw) heeft een leven en beweging van belang gebracht in den reusadhtigen mierenhoop het wemelt van menschen in de straten, op de caféterrassen, in de stads-plantsoenen en -tuinen, in de bosschen, en overal waar maar hoop is eenige koelte te vinden. Op de boulevards ziet men op de café-ter rassen tal van heeren ongegeneerd in hun hemdsmouwen zitten. En op Montparnasse, waar het altijd iets ongegeneerder toegaat dan elders, loopen verscheiden heeren en dames, oudere zoowel als jongere, in strand pyjama's rond en enkelen zelfs brutaal-weg in badpakjes! En heel de menigte van café-houders, van ambulante of vaste ijs- en limonade-verkoo- pers, van straatventers met papieren waaiers, die hun voornaamste verdiensten van 't jaar in de zomer-maanden moeten maken en die reeds den moed opgegeven hadden en niet anders dachten of ze zouden hun handeltje ditmaal met een „tekort" moeten sluiten die worden nu plotseling belegerd door een tal rijke, drukke cliëntele, die graag een be hoorlijken prijs betalen wil voor een verkoe lenden dronk, een beetje frischheid, een beetje lucht. Om niet te spreken van de zwem-inrichtin gen, die den iheelen zomer zoowat verlaten bleven liggen, en nu zóó bestormd worden, dat verscheiden ervan liefhebbers hebben moeten wegsturen bij gebrek aan plaats! Amusant is het aanzien van sommige stadsplantsoentjes, waar op de beschaduwde plekjes zóóveel menschen samengepropt zit ten en staan zelfs, dat men het idee krijgt, dat daar een openlucht-meeting gehouden wordt, maar dan een, waar geen politieke kwesties besproken worden, doch eerder keuken-kwes ties, waaronder vooral die der kunst om frissche, verkoelende dranken te bereiden op zoo goedkoop mogelijke manier. Maar wat wonderlijk is terwijl in alle andere stads-plantsoenen, stads-parken en stads-tuinen het wemelt en krioelt van groote menschen en ook van kleine kinderen, die on danks de warmte hard aan 't werk zijn bij de zandloopen, daar opzettelijk voor hen gede poneerd is het plantsoen van het Paleis Royai, dat toch in een van de dichtstbevolkte wijken van Parijs ligt, geenszins uit zijn ge wone rust gewekt, maar schijnt zelfs nog ver ia tener en ingeslapener dan ooit. Eigenaardig is het lot geweest van dat plantsoentje, van dat paleis, van die gebou wen in eenvoudigen, strengen stijl en van de arcaden, -die er rondom langs staan. Er was een tijd, dat dag en nacht het er steeds vol bezoekers was, uit de aller-élegant- ste kringen van Parijs. Er was een tijd, dat er op de plaats van al die vreemde, eigenaardige winkeltjes van nu, waar men zelden of nooit iemand in noch uit ziet gaan, de meest luxueuse winkelzaken van Parijs gevestigd waren, en restaurants, café's, dansgelegenheden, die een wereldbe roemdheid hadden, en waarvan de prijzen en de „menus" nog heel wat erger fantastisch waren dan de tegenwoordige. Op de restrospectieve tentoonstelling ter ,eere vaip het drie-eeuWfeest van het Paleis- Royal, die op het oogenblik gehouden wordt in het Pavillon Marson van het Louvre- museum, zijn een massa documenten, gra vures, prenten, tezamen gebracht, en zelfs „menus" (ter grootte van een kranten-blad', en dicht beschreven daarbij!) die getuigen van al de pracht en praal, die er vroeger heerschte in dat plantsoen en in het Pafeis Royal, en van zijn geschiedenis vol afwisse ling en wisselvalligheden, gedurende de drie eeuwen van zijn bestaan. Vele van die documenten roepen voor uw geest werkelijk een aangrijpend-levendig beeld op van die vroegere tijden. Schilderijen van goede meesters vertellen u er van de drama's, feesten en oproerigheden, die zich afgespeeld hebben in het paleis zelf of langs zijn arcaden; talrijke bibelots geven u een in druk van den smaak en de liefhebberijen der bezoekers in verschillende tijdperken; en vooral een menigte platen en prenten zijn er, die kijkjes geven op het leven in het paleis en daarbuiten in zijn vele établissementen (het eene al vroolijker dan het andere) onder de arcaden. Uit verschillende documenten blijkt, dat dat gebouwencomplex en dat plantsoen, waar zooveel dichte, vroolijke feestende menigten zich kwamen vermaken, waar zooveel gezang weerklonken heeft, maar waar ook felle op standige redevoeringen en oproer-kreten scholden pas de laatste 50'jaar de gunst van het publiek verloren heeft, en hoe lan- £er hee meer veronachtzaamd werd, zóó dat vlak bij de centje een van - Parijs is, en er nu win keltjes gevestigd zijn, die zoo'n eigenaardige waar verhandelen (één ervan bij voorbeeld verkoopt niets dan ridderorden uit alle streken van de wereld) dat ze door hef karak ter zelf van die waar, maar slechts een ?eer beperkt aantal cliënten kunnen interesseeren. Na een bezoek aan die 'retrospectieve ten toonstelling van het Paleis Poyal wilde het toeval, dat we ons aan het station Saint- Lagare bevonden. Het wa$ tegen drie my ip den namiddag een uur, waarop het ge woonlijk vrij kalm is aan dat station, daar het publiek van de Parijsche omstreken, dat op bepaalde uren 's morgens en 's avonds het station en de perrons vult, dan nog aan het werk is in Parijs. Maar nu was er op dat anders zoo kalme middag-uur een enorme menigte in het sta tion, en speciaal op één van de perrons heel veel jonge meisjes en vrouwen, verschei den met boeketten in de hand, en nog een den met bouquetten in de hand, en nog een leeftijden, en van allerlei maatschappelijken stand, allemaal met een gezicht in feeststem ming als in afwachting van een buitenge woon en bijzonder heugelijk sohouwspel. Daar komt een trein binnenstoomen. Ge juich, geschreeuw, gebrul! Maar is dat de verwachte trein wel? hij komt aan op het perron aan den over kant! Ja, het is toch de verwachte trein de stations-beambten hebben zich vergist, of opzettelijk misschien verkeerde inlich tingen gegeven? En zonder er acht op te slaan, dat de trein nog niet eens stilstaat, zonder zich te storen aan de waarschuwende kreten van het stations-personeel, springt de menigte eenvoudig de rails op, en steekt die over, om zoo gauw mogelijk aan den over kant te zijn. En opnieuw weergalmt het van vreugde kreten, van brullend gejuich een duizend tal kelen schreeuwen enthousiast hun bewon dering uit. Fotografen rennen heen en weer, duwen alles op zij wat hun in den weg staat, worden op hun beurt verduwd1 en verdrongen; film apparaten worden in haast opgesteld, waar maar even een mogelijkheid daarvoor open komt. Eindelijk is de verwachte held uit den trein naar buiten gekomen. 'Hij wordt omstuwd, aangegrepen, opgeheven, voortgestuwd. Hij kijkt een beetje angstig verbaasd, maar hij glimlacht. Hij begrijpt maar half, wat er met hem gebeurt, waar al die menschen hem heenscheuren willen en duizend kelen juichen, brullen: Leve Maurice! Leve Maurice! Leve Chevalier! Want het is Maurice Ohevalier, de beroemde danser, zanger en film-artiesr, die voor een paar maanden uit Hollywood naar Parijs, zijn geboortestad, is terugge komen T M. DE ROVAN'NO. TWEEZET 302. Df4 mat. Df3 mat, Pc5 mat. De2 mat. EINDSPEL 382. Lfi r La6 en wint, want La6 moet weg, daar b7 en c8 onbereikbaar voor hem zijn. OPLOSSING EINDSPEL 383, 1. Ld7f Ka3 2. Lc6 Remise, want de witte K houdt den zwar ten op de a-lijn en de witte L verovert iedere pion, die op de diagonaal a8hl komt. EINDSPEL 384. 1. 2. 3. OPLOSSING Peó Ke5 2. Kd3 2. fe5 2. f5 2. OPOSS1NG Lc8 Lg4 Lf3 1 Ét x J§ iü m d e f g Deze stand ontstond in een partij uit Ham burg. Wit Golmayo (Spanje) en Makarczyk (Polen). Wit had gespeeld 18. Lg3—e5. Er volgt nu 18Lh3! 19. gh3?? Le5 en zwart kan niet nemen wegens Pf3f en wint. Wit had eigenlijk geen verdediging meer, b.v. 19. f4, dan volgt Tf4ü, waarna wit slecht nemen kan. Of 19Dbó 20. Khl Le5 21. De5 Df2 22. De2 Lg2f 23. Kh2 Pf3. De volgende partij is gespeeld in 't Ham burger tournooi in de 3e ronde. Wit: G. Stahlberg (Zweden). Zwart; Dr. AljeChine (Frankrijk)- Indisch. d4 c4 Pc3 Db3 Pfó eó Lb4 Hier speelt men ook 4. Db2, waarop eventueel kan volgen: 4d5 5. ed5 ed5 6. Lg5 Pbd7 7. e3 có 8. Ld3 Pf8 9. Pe2 Pgó 10. Pg3 h6 11. Lf6 Df6 12. 23. 24. Ta7 m"0 Ph5 Dg5 13. Pg7 Kf8 14. Ff5 Lf5 15 Lf5 Ph4! 16. g4 Pg2 17. Kfl. 4. c5 5. dc5 Pc6 6. Pf3 Pe4 7. Ld2 Pc5! 8. Dc2 f5 9. a3 Lc3 10. Lc3 0—0 11. b4 Pe4 12. e3 bó 13. Ld3 Pc3 14. Dc3 Lb7 15. 0-0 Pe7 16. Le2 om afruil en dubbel-pion te voor komen, 16. De8 17. Tfdl Tad8 18. a4 f4 19. a5 fe3 20. De3 Pf5 21. Dc3 d6 22. abó abó 23. Pel? Beter Ta7 om na Td7 met c5 en na Tf7 met Pg5 te ver volgen. e5! Nu helpt deze zet niet meer. De T moet straks toch terug en is dus tempo-verlies. Pd4 Td7 Er dreigde 26Pe2 27. De2 Lf3 met kwaliteit winst. Tf7 Beter Lfl. Nu krijgt zwart an dere aanvalskansen. Tf4 Er dreigde 29. Pe2 en 30. e4! Dh5 Dreigt 29. se4. Dg5 Dreigt Tf3! Dekt wel, maar te vergeefsch. h6! Om de Dame te dekken bij het verzetten van Tf4. helpt ook niet er volgt toch Tf3ü En wit geeft op. Im mers na 32. Tf3 De3 33. Te3 volgt Tfl mat, of 32. Dg5 Tf2, enz. De uitslag van het Luiksche tournooi is: 1. Dr. Tartakower, 8U punt, le prijs; 2. Sultan Khan, 6% punt; 3, 4 en 5. Ahues, Nimzowitsch, Colle, elk SW punt; 6, 7. Rubinstein en Weenink, elk 5 punten; 8. Marshall, 414 punt; 9 en 10. Soultanbeieff en Pléci, ieder 4 punten. Aan de Dammers. In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem no. 1136 (aujqur Huizer). Stand. Zw. 10 sch. op: 7, 8, 9, 10, 17, 20, 25, 26, 30 38 W. 10 sch. op: 29, 31, 34, 36, 37, 39, 41, 44,47,48. Oplossing. 1. 47-42 2. 31—27 - 3. 48—42 4. 36—31 5. 37—32 6. 39—33 7. 33 :44! Combinatie. De volgende mooie slagwending is aangebracht door den heer Huizer, den Haag, in den volgenden stand. 25. De3 26. Ta2 26. 27. f3? 27. 28. Ld3 28. A 29. Lfl 30. Tf2 30. 31. Khl 31. 1. 38 47 2. 47 24 3. 24:47 4. 47:36 5. 26:28 6. 36:40 De volgende combinatie is heer P. Kleute Jr.. den Haag. van den Zw. 12 sch. op: 6, 8 9, 10, 11, 14, 20, 23, 24, 25, 29, 30. W. 12 sch. op: 17, 31, 33, 37, 38, 39, 42, 43, 44, 47, 49, 50. Wit speelt: 1. 37—32 1. 11 22 2. 31—27 9 22 31 3. 42—37 3. 31 42 4. 39—34 4. 30 :37 5. 43—39 5. 42 :33 6. 39 30 6. 25 :34 7. 47-42 7. 37 48 8. 49—43 8. 48 :39 d. 44: 2! Zw. 9 sch. op: 17, 22/25, 28, 30, 32, 37. W. 10 sch. op :11, 16, 26, 34, 39, 40. 44, 47, 48, 49. Wit speelt: 1. 9 3. 4. 5. 6. 7. 39—33 47-42 42 :31 31-27 26 :30 49—44 48 39 X wint. 1. 30 of 28 50 2. 28 of 30 39 of 17 6 3. 1" 6 of 28 of 30 3p 4. 32 21 of 22 31 5. 25:45 6. 3943 gedw. Ter oplossing voor deze week: Piobleem 1137 van C. Th. Huizer, den Haag. Zw. 10 sch. op: 2, 4, 6, 8, 9,10, 11,13,17, 18 en dam op 14. W. 12 sch. op: 22, 24, 26/30, 32, 33, 38, 43, 48. In onze volgende rubriek geven wij de oplossing. Van onzen Londenschen Correspondent Hitte-négligé's. De natuur, in haar oude barmhartig heid voor journalisten, heeft zich op nieuw over dit gilde ontfermd door voor een prima hittegolf te zorgen juist op het oogenblik dat geen zeeslangen-bij mijlen de schaarschte aan nieuws kon den vergoeden. Hitte is een zeldzame uitzondering in Londen. De krant leeft al van dé uitzonderingen'. Hoe moet ze dan wel gedijen bij de zeldzame uitzon deringen, zooals zulk een „heat wave". Die golf heeft eenvoudig den toestand gered. En nu, zoo juist tegen het einde van de week, is gebleken dat donder en bliksem en hagelslag tegen de kracht van de hittegolf gewoonweg 't onderspit moeten delven, juichen als het ware de kranten-„bills" in de straten dat wij te doen hebben met een „storm proof heat wave". De borden van Fleet Street, die zorgen voor „stories" en voor plaatjes, hebben zich half letterlijk in deze hitte golf geworpen; half letterlijk, want zelfs aan do golfjes van de Serpentine of aan de branding var de kust kan men een zekere hitte niet ontzeggen. Dat bleek dezer dagen uit een der Jhitte- plaatjes, waarin men een openlucht zwembad zag, met honderden menschen in badkleerenzittend aan den kant omdat net water te warm was. De straten van Londen hebben opnieuw be wezen dat vrouwen zich met de meeste vrijmoedigheid (tegengesteld aan de mannen) van haar voor de omstandig heden overtollige kleeren ontdoen. Dat is altijd zoo geweest. Dat zal wel altijd zoo blijven. Het eene en het andere ligt in do aarden der beestjes. Maar het is toch wel wat onthutsend thans op zijn weg door Londen alsmaar juffrouwen in badpakken tegen te komen, die op weg zijn naar Hyde Park. waar Londens Lido ligt, of naar de baden van Ham- mersmith, waar de actrices en revue- girls zoo graag komen. De krantenmannen, met hun oogen scherp als die van haviken, hebben wel dames ontdekt, die in haar nachtjurken te bed lagen op het dak, maar geen mannen, die op dezelfde wijze verlich ting zochten voor den hittenood. Het ge- w 155. De slotenmaker, op alles bedacht, had zijn electrische lantaarn bij zich. En met deze lantaarn verlichtte hij eerst de kamer van het huisje van de heks, waar de uilde betoover- de professor als steeds de wacht hield op het hoekje van de tafel. „Goed volk", zei de uil, „kom maar binnen". En de slo tenmaker ging hel eerst door het venster. Nou jij, zeide de uil .tot dep agent, „(ed.er op zijn hjsiift", 156. Daar stonden ze weer in de kamer en de uil was nieuws gierig wat er nu zou gebeuren. „Heeft U den tooverring bij U", vroeg hij fluisterend. „Dat wil zeggen, ik heb een ring ge maakt, die er veel op lijkt", antwoordde de andere. En tot def agent zeide hij: „nu mondje dicht, maar de oogen goed opeo'#

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6