Oe opening der Kamerzitting, Buitenland oen' De koninklijke stoet dit jaar weer zoo luisterrijk als vóór den oor log. Onder de telkenjare terugkeerende groote belangstelling van een kijk- en bewonder- graag publiek, heeft heden in het middaguur veder de plechtigheid plaats gehad van de opening, door onze koningen, van het nieuwe parlementaire zittingjaar 1930—1931. Voor belangstelling was er dit jaar te meer reden, nu tijdig vooraf bekend was ge worden in de eerste plaats dat de koningin moeder thans ook in de koninklijke staatsie koets zou plaats nemen met de koningin, den prins en prinses Juliana en ten tweede dat, in afwijking van hetgeen sedert den mobili satietijd gebruik wasgeworden, n.1. om slechts met een kleinen stoet van het konink ,]ijk paleis naar de vergaderzaal te rijden, öit jaar, voor het eerst na 16 jaren, die stoet uitgebreidheid zou verkrijgen en zou juitrijden nagenoeg in den luister van vóór 1914. De reserve „nagenoeg" moest in zoo ver gebezigd worden, omdat er tóch nog iets aan den stoet zou moeten blijven ontbreken tin dien zin dat de zes rijtuigen meer, welke ditmaal de stoet zou tellen, vroeger alle ge trokken werden door vier paarden en thans door twee, hetgeen echter heden niet zoo fheel veel afbreuk deed aan den briljanten 'aanblik welken de koninklijke cortege van ciaag aanbood in vergelijking met de laatste zestien jaar toen de stoet slechts twee rijtui gen telde (van den opperceremoniemeester en de koninklijke staatsiekoets met de koninklij ke familie). Het was al in de vroege morgenuren een gezellige drukte in de stad. Uit vele particu liere woningen, vooral uit die, gelegen langs den weg dien de stoet zou volgen, was de va öerlandsche vlag ontplooid. En, der gewoon te getrouw, was de trek van het publiek aller eerst naar de plekken waar verwacht kon worden, dat het mooiste te zien was: de om geving van het koninklijk paleis, van waai de stoet zou afrijden en het Binnenhof met zijn Ridderzaal, waar de aankomst van de genoodigde dames en heeren tot de plechtig heid, eerstgenoemden in mooie toiletten, laatstbedoelde in schitterende ambtscos- tuums. of leger- en zeemacht uniformen, voor duizenden aantrekkelijkheid blijft be houden. Zij die bij het paleis stonden, achter de politie-afzetting. konden de koninklijke fami- iie reeds hartelijk begroeten toen deze per auto van het Huis ten Bosch, waar zij ver blijft, eenigen tijd vóór 1 uur naar het ko- rinkliik paleis in het Noordeinde kwam rij den. En voorts konden die honderden daar ter plaatse zich verlustigen in den aanblik van de aankomst der eerewacht van de gre nadiers, welke zich met de koninklijke mili taire kapel, onder leiding van kapitein Wal- ther Boer, en met het regimentsvaandel, ter weerszijde van het paleis opstelde, om straks der koninklijke familie de militaire eerbewij zen te verstrekken. Verder werden de kijklustige honderden i aangenaam bezig gehouden door de aan komst vóór het paleis, tegen het uur van ver trek van den stoet, van de detachementen Cavalerie, aangewezen om den stoet te ope nen en te sluiten, de leden van het Militaire Huis der koningin, alles te paard, en wien ir hun verscheidenheid van uniformen, direct achter het koninklijke staatsierijtuig 'n plaats in den stoet is aangewezen, terwijl ten slotte het aanrijden van de gala-koetsen en vooral de prachtige, voor de koninklijke familie be stemde gouden koets, de menigte schadeloos stelde voor het lange, maar geduldige wach ten op het klokje van éénen, het officieele uur van vertrek der koningin naar de grafelijke Eindelijk brak dit aan en vormde de stoet zich als volgt: Aan het hoofd ging een detachement van 72 ruiters, onder bevel van een ritmeester, waarbij de standaard van het regiment en het vrijwillige muziekorps der huzaren, da* gezellige muziek ten gehoore bracht. De regimentscommandant en zijn adju dant reden met het detachement mede. Achter dit openingsdetachement volgden onmiddellijk een rijknecht-majoor en twee lijknechts te paard in hun gala-livrei. Dan sloten zich daarachter aan de gala koetsen. Nadat al deze rijtuigen achtereenvolgens waren weggereden kwam het groote mo ment. Daar reed het met acht paarden be spannen koninklijke staatsierijtuig, de gou den koets voor. En op dat oogenblik stak de militair die bij een der vleugels van het pa- jleis stond, zijn stok, waaraan een oranje vlaggetje was bevestigd op, het sein, doorge^ geven op dezelfde wijze aan vele andere to. aan het Malieveld opgestelde militairen, dat de koningin het paleis verliet en dus het eer ste der minuutschoten uit de in het Malie veld opgestelde artillerie-batterij moest wor den afgegeven. En inderdaad zeer kort na dat eerste sein daverde het eerste kanonschot door de lucht, presenteerde de eerewacht het geweer en speelde de koninklijke militaire kapel zacht en plechtig het Wilhelmus oude toonzetting ,En onder de daverende toejuichingen, wat het geluid van het geschut overstemd/, be stegen de koningin, de koningin-moeder, de prins en prinses Juliana de gouden koets. De prins en prinses Juliana zaten tegen over de koningin en de koning-moeder. Naast elk der acht paarden ging een koet sier en aan elke zijde van de koets liepen vier lakeien. Alle vorstelijke personen droegen het lint van het grootkruis van den Nederlandschen Leeuw. Toen het koninklijk rijtuig zich in ging stelde, plaatsten zich de chef van het Militaire Huis der koningin, gep. vice-admi- raai F. Bauduin, te paard, ter rechterzijde en de gouverneur der koninklijke residentie, luitenant-generaal Insinger, commandant van het veldleger, ter linkerzijde van de staatsiekoets en reden, een weinig achter het portier, mede. Achter de staatsiekoets reden te paard, £wee aan twee, de adjudanten in buitengewo nen dienst. En achter dezen ruiterstoet sloot een deta- ïhement van 72 ruiters den algemeenen stoet. Onder de voortdurende allerwege toe juichingen van de groote menigte reed de stoet door naar het Binnenhof. De weg dien nain v/as Mgezet door militairen. Bij aankomst aan de Gravelijke zalen, we ker peristijle als gewoonlijk overhuifd was met het breede roodfluweelen baldakijn met gouden franjes, voor de koningin en de ove rige leden der koninkl. familie was ter Harer begroeting aanwezig een eerewacht, geworven uit de afdeeling van het korps mariniers te Rotterdam, met het vaandel. Het muziekkorps van de Koninklijke Marine zette ook hier het oude Wilhelmus in en onder de tonen van dit olkslied besteeg de koningin, gevolgd door koningin-moeder, de prins en prinses, terwijl de vaandeldrager zijn vaar.del diep deed nij gen, de naar den ingang der Ridderzaal lei dende treden. Boven aan het einde dier treden werd de koningin, alvorens de zaal te betreden, be groet door hare Adjudanten in buitengewonen dienst der Zeemacht. Daarna betraden de Vorstelijke personen, gevolgd door alle dames en heeren der hof houding, die in den stoet hadden medegere den, de zaal, waar H.M. werd ontvangen door de gemengde commissie uit Eerste en Tweede Kamc- aangewezen tot in- en uitge leide der vorstin. En zoo begaven Hare Majesteit, gevolgd door de koningin-moeder, den prins en de prinses en het hooge'gezelschap hofdignuita rissen zich naar de gereedstaande vier zetels op den troon, waar de leden van het uitge breide gevolg de hen in het officieele pro gramma aangewezen plaatsen achter en ter zijde van de koninklijke zetels innamen. Vervolgens nam onze koningin het woord tot het uitspreken van de Troonrede, welke op de voorpagina van onze courant gepubli ceerd is. Nadat de plechtigheid was geëindigd te ruim half twee werd met hetzelfde eerbetoon door de eerewacht der mariniers de terug tocht naar het paleis in het Noordeinde in omgekeerde volgorde ondernomen,, en wer den de vorstelijke personen bij het wegrijden van het Binnenhof, evenals trouwens bij de aankomst, geestdriftig toegejuicht door de honderden en honderden, die op straat in drie of vier dubbele rijen achter de politic- troepen geschaard stonden en door de on telbare kijklustigen, die een bevoorrecht plaatsje hadden gekregen achter de vensters van de regeeringsgebouwen (Eerste en Tweede Kamer, ministeries, Raad van State). Naar traditie hadden de leden van het corps diplomatique met hun dames, die de plechtige opening in de zaal hadden bijge woond, zich bij het passeeren van den stoet opgesteld nabij de middelste poort van het Binnenhof, om daar, met diepe buigingen, de Koninklijke Familie een groet te brengen. Ten paleize teruggekeerd, werd de konink lijke Familie met dezelfde militaire honneurs ontvangen als bij het vertrek naar de Grafe lijke Zalen. De vaandelgroet. Behalve dat de Koninklijke Statiekoets dit jaar nog meer dan andere jaren duizenden naar Den Haag had doen komen, droegen er ook andere omstandigheden ditmaal toe bij om op dezen Staten-Generaaldag een extra- druk bezoek aan de residentie te verzekeren. Immers voor den middag stond' een vaan delgroet op het program, ten 3 uur te bren gen aan de Koninklijke Familie op het Huis ter Bosch, aan welke huldebetooging niet minder dan 13500 personen deelnamen als vertegenwoordigers van 414 vereenigingen en bonden uit het gansche land. En onder deze vereenigingen stonden 41 zang- en 21 niu ziekvereenigingen Ook deze huldebetooging bracht duizenden en duizenden op de been. Tot slot van den dag volgt hedenavond op het Plein 1813 een groote militaire taptoe. De plechtige opening der Staten- Generaal. De heer mr. W. L. Baron de Vos van Steen- wijk, die het voorzitterschap bekleedde, open de nadat de leden der Staten-Generaal zich in de Ridderzaal op het Binnenhof vereenigd hadden, des namiddags te half één uur de vergadering en deed den griffier van de Eer ste Kamer voorlezen een Koninklijk Besluit van 6 September 1930 no. 4, houdende zijn benoeming tot voorzitter van de Eerste Ka mer gedurende de zitting, welke heden zou aanvangen. De voorzitter benoemde een commissie, die H.M. in het gebouw zou ontvangen en uitlei den. Deze commissie bestond uit de Eerste Ka merleden Fock, Van Citters, De Gijseiaar, Van Sasse van IJsselt en Kranenburg en uit de Tweede Kamerleden Van Vuuren, Rutgers van Rozenburg, Bongaerts, Ridder van Rap- part, Asnènt, mevr. BakkerNort, Van Dijk, Sloteimaker de Bruine, Van Kempen en ir. Van der Bilt. De ministers, hoofden van ministerieele departementen en de leden van den Raad van State, vereenigden zich te één uur mede in de Ridderzaal. Hare Majesteit de Koningin, vergezeld van Hare Majesteit de Koningin-Moeder, van Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der Nederlanden en van Hare Koninklijke Hoog heid Prinses Juliana, kort daarna in de Rid derzaal aangekomen, werd door de commis sie in de vergadering binnengeleid, nam plaat op den boon en hield, terwijl H.M. de Koningin-Moeder rechts, Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana der Nederlanden, links van H.M. de Koningin hadden plaatsgenomen, de troonrede uit. Na het uitspreken van deze rede verliet de koninklijke familie weer de Ridderzaal, uitge leide gedaan door de commissie. De voorzitter sloot, nadat de commissie in de zaal was teruggekeerd, de vereenigde ver gadering. KINDERZANGHULDE AAN DE KONINGIN. Maandagmiddag heeft de Haagsche school jeugd, op aanstichting van den Haagschen scholenraad de koningin in verband met haar vijftigsten verjaardag een zanghulde bereid. Omstreeks half vier kwamen de ongeveer 18.000 kinderen, boven het vierde leerjaar, van de openbare en bijzondere scholen op het Malieveld bijeen, waarna in drie groepen naar het Huis ten Bosch werd opgemar cheerd. Binnen dé hekken werd buiten de school kinderen en hun geleiders slechts toegang verleend aan enkele genoodigden onder wie wen minister Terpstra en burgemeester Pa- tijn opmerkten, benevens tal van leden van onderscheide onderwijsinspecties. Vlak voor het bordes vormde een aantal oudere meisjes met oranje bloemen getooid de woorden: Hulde aan onze koningin. Een geweldig en langdurig gejuich steeg op toen de Koninklijke Familie naar buiten trad. Een viertal meisjes bood aan de konin gin en aan de prinses een ruiker fraaie rozen aan. Spoedig daarop klonken uit de duizenden kelen het Wilhelmus, waarna, onder leiding van Arnold Spoel, diens nieuwste compositie „Vrouwe van Nederland" op voortreffelijke wijze werd uitgevoerd. Luide hoera's voor de koningin weerklon ken hierop en het gewuif der kinderen met oranje en Nederlandsche vlaggetjes bood een imposant beeld. Nog werd uitgevoerd; „Wij willen Hol land houen" en met een hernieuwd hoera was de zanghulde, waarvoor de koningin aan Arnold Spoel haar grootsten dank betuigde, ten einde. Onder de muziek der koninklijke militaire kapel defileerden daarop alle schoolkinderen langs de Koninklijke Familie, die vriendelijk teruggroette. De afmarsch langs den Bezuidenhout- schenweg en door het bosch naar het Malie veld werd door een groote menigte belang stellenden gadegeslagen. STAKING GEËINDIGD. De 65 bouwvakarbeiders, die werken aan den bouw van het nieuwe diaconessenzieken- huis te Arnhem, zijn na een staking van ongeveer 214 week gistermorgen weer aan het werk gegaan. Voor 40 werklieden is het loon met 3 ets. per uur verhoogd, voor de overigen blijven de oude voorwaarden gel- OVER BOORD GESLAGEN EN VA' VERDRONKEN. Van de gisteravond te IJmuiden binnenge komen torpedoboot G. IX is gistermiddag op de Noordzee de korporaal-telegrafist Broers, woonachtig in Den Helder, over boord gesla gen en verdronken. B. was ongeveer 45 jaar oud en gehuwd. EEN HAGENAAR DOOR FASCISTEN MISHANDELD? Sluwe pogingen tot oplichting? Dezer dagen bevatte het „Volk" een ver haal over de mishandeling van een Neder lander door fascisten in Italië. De Nederlandsche matroos G. v. d. Lely uit de residentie, stewart bij van Nievelt Goudriaan en Co., zat te Livorno in een kap perszaak een „Haagsche Post" te lezen, waarin een caricatuur van Mussolini was op genomen. De kapper zag dat en waarschuw de 't plaatselijk bureau van de fascisten. De zen lieten hem arresteeren, afranselen en in de gevangenis stoppen, waarin hij vijf weken heeft gezeten. Hij werd tenslotte in vrijheid gesteld door bemiddeling van een agent der firma Ruys en Co. en den Nederlandschen consul te Rome. Dank zij de hulp van 't Bel gische Matteottifonds zou hij tenslotte naar ons land zijn teruggekeerd. Tot zoover in het kort het verhaal. Naar aanleiding van dit bericht ontving de ,,'s-Hertogenbossche Courant" een brief van een Oostenrijksch-Nederlandsche familie te Baden' bij Weenen, welks inhoud alleszins reden geeft om aan de juistheid van het bo venstaande verhaal zeer ernstig te twijfelen. Deze heer v. d. Lely aldus ontleent het blad aan dit schrijven kennen wij van een anderen kant. Hij was reeds op 8 Juni bij ons in Baden. Toen was het voorval reeds gebeurd en had hij dus reeds Italië verlaten doch eerst einde Augustus arriveert hij „via Zwit serland, Luxemburg en België" te Brussel om van daar naar den Haag terug te keeren. Er ligt dus nogal een aardige vacantie tus- schen! De brief vervolgt: Hij gaf zich uit als Hol lander, vertelde de geschiedenis van de booze fascisten, waarbij hij echter zich voorgaf niet als matroos, maar als eerste machinist en niet in dienst van de firma van Nievelt Gou driaan en Co., maar in dien van Ruys en Co. beweerde te zijn. Verder was hem de geschie denis in de kapperszaak met de caricatuur van Mussolini niet in Livorno maar in Triest overkomen. Hij vertelde, dat hem door den Nederland schen consul te Rome een som gelds was ge zonden en dat deze zijn bevrijding uit de ge vangenis had bewerkt, doch dat hem door de fascisten alle geld weer was afgenomen, om dat hij een zakmes met te lang lemmet bij zich had gehad. Zoo had hij zich onder on noemelijke moeilijkheden, ontberingen en ge varen tot Baden bij Weenen gesleept en smeekte ons hem te helpen, opdat hij naar huis zou kunnen telefoneeren, om zijn familie in te lichten. Wij namen hem gastvrij op, schonken hem, omdat hij een Nederlander was, geloof. Uit den brief blijkt dan verder, dat deze familie den man, die in lompen was gehuld, nieuwe kleeren en 5 shilling gaf en hem bo vendien 10 dagen lang onderdak en voeding schonk. Hij zei ons, dat zijn broeder met zijn fami lie per auto zou komen om hem te halen, heeft ons alle mogelijke dankbaarheid be loofd en is dan eindelijkspoorloos ver dwenen. Niet alleen deze familie, doch ook de kloos terzusters van het Roode Kruis te Baden heb ben bezoek van dit heerschap gehad. Hij is ook haar gast geweest, wijl de zusters een armen Hollander dankbaarheid wilden be wijzen, omdat na den oorlog de Hollanders zooveel goeds voor de Oostenrijkers gedaan hebben. Niet uit den brief, doch van andere zijde vernam het blad nog, dat de man door be middeling van de zusters in een best hotel drie kamers liet huren, omdat hij zijn vrouw en familie verwachtte. Daar is allemaal na tuurlijk niets van terecht gekomen. Nederlanders in den vreemde opge- past! Naar aanleiding van dit verhaal schrijft de Haagsche Sportcorrespondent van de „N. R. Crt." aan zijn blad het volgende: Als ik beide mededeelingen goed begrijp, zou v. d. L. 8 Juni van dit jaar bij de Ween- sche familie zijn geweest en zou hij in Augus tus van dit jaar in ons land zijn terugge keerd. „Er ligt dus nogal een aardige vacan tie tusschen!" merkt de misleide familie in haar brief aan de ,,'s-Hertogenbossche Cou rant" op. Dat is inderdaad het geval. Er ligt niet een vacantie tusschen van na genoeg drie maanden, doch er ligt op zijn minst een vacantie tusschen van één jaar plus drie maanden. Luister maar. U moet dan weten, dat ik mij in het begin van Juli 1929 naar Zwitserland begaf, om voor de „N. R. Crt." verslag te geven van de wereldkampioenschappen wielrennen, die te Ziirich zouden wordeir verreden. Ik was een paar dagen eerder dan strikt noodig was op reis gegaan, omdat ik wist, dat eenige. dagen te voren te Bazel een wie lerwedstrijd werd gehouden, Waaraan eenige ernstige candidaten voor den titel van we reldkampioen zouden deelnemen en ik van dien wedstrijd gaarne getuige wenschte te zijn. Op den wedstrijddag stond ik te Bazel in het rennerskwartier met Kaufmann en Moes kops te praten, toen zich plotseling „een landgenoot" kwam presenteeren. Hij stelde zich voor als van der Lely, tweede machinist bij een groote Rotterdamsche stoomvaarton dernemingen, woonachtig in den Haag en hij was niet alleen gelukkig twee landgenooten te ontmoeten, doch vond het nog veel pretti ger, dat wij (Moeskops en ik) ook stadgenoo- ten van hem waren. Nu ben ik hetgeen resultaat is van on dervinding ten opzichte van plotseling voor het licht duikelende landgenooten in den vreemde, altijd aan den voorzichtigen kant en ik was dan ook in dit geval erg ge reserveerd. Van der Lely kwam toen met zijn pas op de proppen en dit document stond ten name van G. van der Lely, die in den Haag woon achtig was. Belangstellend informeerde de man naar de wedstrijden, hoe laat deze geëindigd wa ren, waar wij gelogeerd waren, enzoovoort en toen kwam het beroemde verhaal van de caricatuur van Mussolini, het pak slaag, de gevangenis en de rest op de proppen. Zonder een cent op zak had hij half Italië doorge zworven, was nu gelukkig hier in Bazel aan gekomen en was thans, goddank!, op weg naar huis. Wat hij achter den rug had was in één woord verschrikkelijk. Ik vroeg hem: is u niet naar den Neder landschen consul gegaan? Ik ben er direct heen gegaan, maar die con sul is een Italiaan en heeft mij op ergerlijke wijze behandeld. Maar hem krijg ik nog wel, daar kan hij op rekenen, als ik maar eenmaal in Holland terug ben. Er is toch ook nog een Nederlandsche ge zant in Italië, merkte ik op. Die maakte juist een rondreis en ik moest Italië zoo spoedig mogelijk verlaten, luidde het antwoord. U komt uit Italië naar Bazel, maar Genua lag voor u veel dichter bij en daar komen bovendien toch schepen van uw maatschap pij aan. Jawel, zei v. d. L., zoo nu en dan kemt er een schip, maar er was er juist een vertrok ken naar Bilbao in Spanje. Enfin, het onderhoud brak af, want de wedstrijden begonnen, doch na afloop stond hij weer in het rennerskwartier. Ik had inmiddels al gezegd: „denk er om, wij zullen er bij dit sinjeur niet invliegen", en toen hij daar stond, zei ik tot hemU is nu reeds eenige dagen op Zwitsersch grond gebied en u moet op de een of andere wijze aan wat geld zijn gekomen voor uw onder houd, waarom heeft u niet onmiddellijk een expresse brief naar uw maatschappij en uw familie geschreven. Als die u een simpele 25 hadden gezonden, had u thuis kunnen komen. Onze maatschappij geeft geen voorschot, luidde het antwoord. En aangaande de fa milie bewaarde hij het stilzwijgen. Als Hagenaar kende ik eenige familie's Van^der Lely bij name en ik vroeg Is u familie van den rijwiel fabrikant? Neen! zei v. d. L. Is u familie van den boterhandelaar Neen! luidde het antwoord. Tot welke familie hij wel behoorde, deelde hij niet mede. Ik heb hem rondweg te kennen gegeven, dat ik zijn verhaal zeer onwaarschijnlijk vond, temeer daar hij zich in den loop van het gesprek had laten ontvallen, dat hij nog een ander Nederlandsch journalist had ont moet, te weten jhr. mr. de Marees van Swin- deren, die, naar mij bekend was, in dien tijd in Roemenië verblijf hield. Mede op grond van de strakke tanigheid en de gebronsde verweerdheid, welke het ge laat van v. d. L. vertoonde (het gelaat van menschen, die veel en lang hebben geloopen in landen met veel zonneschijn) kreeg ik toen den indruk, dat v. d. L. reeds maanden had rondgezworven en dat hij wel degelijk in Roemenië, Hongarije en Oostenrijk was ge weest, in ieder geval, dat hij een zeer groot cperatieterrein achter den rug had. De man, die geen hak meer onder zijn af gesjouwde schoenen had, had honger en het eenige, wat hij van ons los heeft gekregen waren een paar Zwits'ersche francs, zoodat hij dien dag dus weer eten had. Het belangrijkste van dit relaas, dat ter waarschuwing aan landgenooten, die den vreemde bereizen wordt gegeven, was het antwoord van v.d. L. op mijn vraag: hoe wist u, dat u hier op de wielerbaan, kilometers buiten Bazel, Hollanders zoudt vinden? „Ik had de courant nagekeken en ik had den naam van Moeskops op de affiches zien staan". Juist! Dit is de dagelijksche bezigheid van zwervers als v. d. L. Zij pluizen de couranten na, om na te gaan of er landgenooten zijn aangekomen en zij beloeren de aanplakbil jetten in de stad. Zangers, musici, tooneelspeelers, kunste naars kunnen zij niet gemakkelijk naderen, maar vooral den sportman in den vreemde weten zij spoedig te vinden. Zij weten uit de bladen waar en wanneer hij traint, wanneer de wedstrijden plaats hebben en zij weten ook, dat zij den sport man gemakkelijk kunnen bereiken. En krij gen zij den sportman niet te pakken, dan hebben zij toch doorgaans succes onder de supporters, die hem vergezellen. Deze v. d. L. trof het te Bazel dus slecht. IN BESLAG NEMEN VAN PACIFISTISCHE STROOIBILJETTEN. X Het Tweede Kamerlid Albarda heeft aan de ministers van justitie en van binnenland- sche zaken en landbouw de volgende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat op 1 Sep tember te 's-Gravenhage de politie een strooi biljet van pacifistischen inhoud, uitgegeven door de stichting „Nationale Vredesactie", in beslag heeft genomen en dat tegen versprei ders van dit strooibiljet, leden van de afd. Den Haag van de Vereeniging „Jongeren Vredes-actie", procesverbaal is opgemaakt? 2. Was, zooals schijnt te zijn medegedeeld, de beweegreden voor deze inbeslagneming de vrees, dat de verspreiding van het biljet oneenigheid kon teweegbrengen, en dat a« veiligheid der verspreiders gevaar kon loo- penzoo neen, wat was dan de beweegreden 3. Is er van eenige oneenigheid, ordever storing of gevaar voor de personen der ver spreiders iets gebleken? 4. Indien bezorgdheid voor de veiligheid der verspreiders de beweegreden tot de inbe slagneming der biljetten was, waarom is dan tegen de verspreiders proces-verbaal op gemaakt 5. Zijn de ministers van oordeel, dat de in houd van het strooibiljet eenigen grond kon opleveren voor inbeslagneming en voor pro ces-verbaal tegen de verspreiders; zoo ja, wil len de ministers dan mededeelen, welke zin sneden naar hun meening het optreden der politie rechtvaardigen? 6. Indien de ministers van oordeel zijn, dat de politie in het hierbedoelde geval ten on rechte is opgetreden, willen zij dan maatre gelen nemen om zooveel mogelijk te voorko men, dat de politie pacifistische en politieke meeningsuitingen bemoeilijkt? BLOEDIGE VERKIEZINGSSTRIJD IN IRAK. Negentien dooden. Tijdens de verkiezingen in Sulaimaniea in Irak werden 19 personen gedood. De op winding der bevolking was voornamelijk te gen de Engelsche beambten gericht die in de kazernes moesten vluchten. HET PAN-EUROPA-PLAN. Een commissie zal benoemd worden. Volgens een telegram van de Daily Tele- graph uit Geneve zijn Henderson en Briand het gisteren eens geworden over een voorstel, dat aan het slot van de debatten over het Pan-Europa-plan van Briand aan de verga dering van den Volkenbond zal worden voor gelegd. Volgens dit voorstel zullen de 21 Europeesche staten de vrijheid hebben eer commissie te benoemen die de kwestie var de Europeesche samenwerking zal onderzoe ken, en die aan de Volkenbondsvergadering het volgend jaar een rapport zal uitbrengen NIEUWE ARRESTATIES IN POLEN. In verband met de demonstraties in Polen op Zondag zijn Maandag in verscheidene steden bij leden van de Zentrolew huiszoe kingen verricht en hebben arrestaties plaats gehad. In Warschau werden acht personen gear resteerd, bij wie revolvers en patronen wer den gevonden. In Thorn werden 25 socialis ten en te Kolmar werden 6 vooraanstaande leden van de Zentrolew gearresteerd. DE RAAD VAN DEN VOLKENBOND. De middagzitting. In de middagzitting van de Volkenbonds- assemblée was gisteren allereerst aan de orde de rede van den eersten gedelegeerde van Litauen, Zaunis, die zich uitsprak teij gunste van een Pan-Europa, en zich tegen tolmuren verklaarde. Ten slotte besprak Zaunis de moeielijkheden, welke bestaan tus< sch.en Litauen en Polen. Rede van graaf Apponyi. Als tweede spreker voerde ae leider der Hongaarsche delegatie, Graaf Apponyi, het woord. Deze constateert ten aanzien van de Pan-Europa-kwestie, dat vele staten hun in stemming hebben medegedeeld met een Pan< Europa, evenwel met reserves. De Hongaar sche gedelegeerde vreest, dat het voorgeno men nieuwe orgaan een verzwakking zal kunnen brengen van het prestige van den Volkenbond. Apponyi wees met nadruk op de dringende nodzaak het Minderhedenvraagstuk op te lossen en stelde opnieuw den nadrukkelijken eisch, dat de overwinnende staten hun bewa pening beperken, aangezien deze in strijd met de vredesverdragen verplichtingen heb ben aangegaan. Graaf Apponyi eindigde zijn rede, met er op te wijzen, dat ook het belangrijke Ooste lijke probleem eindelijk krachtig moet wor den aangepakt. De Michelis aan hef woord. In het verdere verloop van de middagzit ting deelde de Italiaansche gedelegeerde De Michelis mede, dat de Italiaansche regee ring besloten heeft het verdrag betreffende het Douanebestand te ratificeeren. Overigens besprak de Italiaansche gedelegeerde de wenschelijkheid van een rationale bedrijfsor ganisatie. j Persconferentie van Grahatn. De Britsche Minister van Handel, Gra- ham, ontving Maandagavond de vertegen woordigers van de Internationale Pers, waarbij hij zich op tamelijk voorzichtige, ge reserveerde wijze uitliet over eenige actuefle economische problemen. Hij bevestigde dat de'Britsche regeering de Handelsconventie van 24 Maart 1930 die de voorloopige stabiliseering van de Euro peesche douanetarieven en handelsverdra gen beoogt, zou ratificeeren en wel zonder de toestemming van de parlementen te ver zoeken, niet vereischt is. De minister sprak de hoop uit, dat nog aan het einde van dit jaar of ten laatste in den aanvang van 1931 onderhandelingen zullen kunnen worden gehouden over tarie- ve en economische vraagstukken, wplke een progressieve verlaging der douane-tarieven en een terzijde stelling van de Internationale

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 7