Oe opening der Kamerzitting,
Buitenland
oen'
De koninklijke stoet dit jaar weer
zoo luisterrijk als vóór den oor
log.
Onder de telkenjare terugkeerende groote
belangstelling van een kijk- en bewonder-
graag publiek, heeft heden in het middaguur
veder de plechtigheid plaats gehad van de
opening, door onze koningen, van het nieuwe
parlementaire zittingjaar 1930—1931.
Voor belangstelling was er dit jaar te
meer reden, nu tijdig vooraf bekend was ge
worden in de eerste plaats dat de koningin
moeder thans ook in de koninklijke staatsie
koets zou plaats nemen met de koningin, den
prins en prinses Juliana en ten tweede dat,
in afwijking van hetgeen sedert den mobili
satietijd gebruik wasgeworden, n.1. om
slechts met een kleinen stoet van het konink
,]ijk paleis naar de vergaderzaal te rijden,
öit jaar, voor het eerst na 16 jaren, die
stoet uitgebreidheid zou verkrijgen en zou
juitrijden nagenoeg in den luister van vóór
1914. De reserve „nagenoeg" moest in zoo
ver gebezigd worden, omdat er tóch nog iets
aan den stoet zou moeten blijven ontbreken
tin dien zin dat de zes rijtuigen meer, welke
ditmaal de stoet zou tellen, vroeger alle ge
trokken werden door vier paarden en thans
door twee, hetgeen echter heden niet zoo
fheel veel afbreuk deed aan den briljanten
'aanblik welken de koninklijke cortege van
ciaag aanbood in vergelijking met de laatste
zestien jaar toen de stoet slechts twee rijtui
gen telde (van den opperceremoniemeester en
de koninklijke staatsiekoets met de koninklij
ke familie).
Het was al in de vroege morgenuren een
gezellige drukte in de stad. Uit vele particu
liere woningen, vooral uit die, gelegen langs
den weg dien de stoet zou volgen, was de va
öerlandsche vlag ontplooid. En, der gewoon
te getrouw, was de trek van het publiek aller
eerst naar de plekken waar verwacht kon
worden, dat het mooiste te zien was: de om
geving van het koninklijk paleis, van waai
de stoet zou afrijden en het Binnenhof met
zijn Ridderzaal, waar de aankomst van de
genoodigde dames en heeren tot de plechtig
heid, eerstgenoemden in mooie toiletten,
laatstbedoelde in schitterende ambtscos-
tuums. of leger- en zeemacht uniformen,
voor duizenden aantrekkelijkheid blijft be
houden.
Zij die bij het paleis stonden, achter de
politie-afzetting. konden de koninklijke fami-
iie reeds hartelijk begroeten toen deze per
auto van het Huis ten Bosch, waar zij ver
blijft, eenigen tijd vóór 1 uur naar het ko-
rinkliik paleis in het Noordeinde kwam rij
den. En voorts konden die honderden daar
ter plaatse zich verlustigen in den aanblik
van de aankomst der eerewacht van de gre
nadiers, welke zich met de koninklijke mili
taire kapel, onder leiding van kapitein Wal-
ther Boer, en met het regimentsvaandel, ter
weerszijde van het paleis opstelde, om straks
der koninklijke familie de militaire eerbewij
zen te verstrekken.
Verder werden de kijklustige honderden
i aangenaam bezig gehouden door de aan
komst vóór het paleis, tegen het uur van ver
trek van den stoet, van de detachementen
Cavalerie, aangewezen om den stoet te ope
nen en te sluiten, de leden van het Militaire
Huis der koningin, alles te paard, en wien
ir hun verscheidenheid van uniformen, direct
achter het koninklijke staatsierijtuig 'n plaats
in den stoet is aangewezen, terwijl ten slotte
het aanrijden van de gala-koetsen en vooral
de prachtige, voor de koninklijke familie be
stemde gouden koets, de menigte schadeloos
stelde voor het lange, maar geduldige wach
ten op het klokje van éénen, het officieele uur
van vertrek der koningin naar de grafelijke
Eindelijk brak dit aan en vormde de stoet
zich als volgt:
Aan het hoofd ging een detachement van
72 ruiters, onder bevel van een ritmeester,
waarbij de standaard van het regiment en
het vrijwillige muziekorps der huzaren, da*
gezellige muziek ten gehoore bracht.
De regimentscommandant en zijn adju
dant reden met het detachement mede.
Achter dit openingsdetachement volgden
onmiddellijk een rijknecht-majoor en twee
lijknechts te paard in hun gala-livrei.
Dan sloten zich daarachter aan de gala
koetsen.
Nadat al deze rijtuigen achtereenvolgens
waren weggereden kwam het groote mo
ment. Daar reed het met acht paarden be
spannen koninklijke staatsierijtuig, de gou
den koets voor. En op dat oogenblik stak de
militair die bij een der vleugels van het pa-
jleis stond, zijn stok, waaraan een oranje
vlaggetje was bevestigd op, het sein, doorge^
geven op dezelfde wijze aan vele andere to.
aan het Malieveld opgestelde militairen, dat
de koningin het paleis verliet en dus het eer
ste der minuutschoten uit de in het Malie
veld opgestelde artillerie-batterij moest wor
den afgegeven.
En inderdaad zeer kort na dat eerste sein
daverde het eerste kanonschot door de lucht,
presenteerde de eerewacht het geweer en
speelde de koninklijke militaire kapel zacht
en plechtig het Wilhelmus oude toonzetting
,En onder de daverende toejuichingen, wat
het geluid van het geschut overstemd/, be
stegen de koningin, de koningin-moeder, de
prins en prinses Juliana de gouden koets.
De prins en prinses Juliana zaten tegen
over de koningin en de koning-moeder.
Naast elk der acht paarden ging een koet
sier en aan elke zijde van de koets liepen
vier lakeien.
Alle vorstelijke personen droegen het lint
van het grootkruis van den Nederlandschen
Leeuw.
Toen het koninklijk rijtuig zich in
ging stelde, plaatsten zich de chef van het
Militaire Huis der koningin, gep. vice-admi-
raai F. Bauduin, te paard, ter rechterzijde
en de gouverneur der koninklijke residentie,
luitenant-generaal Insinger, commandant
van het veldleger, ter linkerzijde van de
staatsiekoets en reden, een weinig achter het
portier, mede.
Achter de staatsiekoets reden te paard,
£wee aan twee, de adjudanten in buitengewo
nen dienst.
En achter dezen ruiterstoet sloot een deta-
ïhement van 72 ruiters den algemeenen
stoet. Onder de voortdurende allerwege toe
juichingen van de groote menigte reed de
stoet door naar het Binnenhof. De weg dien
nain v/as Mgezet door militairen.
Bij aankomst aan de Gravelijke zalen,
we ker peristijle als gewoonlijk overhuifd was
met het breede roodfluweelen baldakijn met
gouden franjes, voor de koningin en de ove
rige leden der koninkl. familie was ter Harer
begroeting aanwezig een eerewacht, geworven
uit de afdeeling van het korps mariniers te
Rotterdam, met het vaandel. Het muziekkorps
van de Koninklijke Marine zette ook hier het
oude Wilhelmus in en onder de tonen van dit
olkslied besteeg de koningin, gevolgd door
koningin-moeder, de prins en prinses, terwijl
de vaandeldrager zijn vaar.del diep deed nij
gen, de naar den ingang der Ridderzaal lei
dende treden.
Boven aan het einde dier treden werd de
koningin, alvorens de zaal te betreden, be
groet door hare Adjudanten in buitengewonen
dienst der Zeemacht.
Daarna betraden de Vorstelijke personen,
gevolgd door alle dames en heeren der hof
houding, die in den stoet hadden medegere
den, de zaal, waar H.M. werd ontvangen
door de gemengde commissie uit Eerste en
Tweede Kamc- aangewezen tot in- en uitge
leide der vorstin.
En zoo begaven Hare Majesteit, gevolgd
door de koningin-moeder, den prins en de
prinses en het hooge'gezelschap hofdignuita
rissen zich naar de gereedstaande vier zetels
op den troon, waar de leden van het uitge
breide gevolg de hen in het officieele pro
gramma aangewezen plaatsen achter en ter
zijde van de koninklijke zetels innamen.
Vervolgens nam onze koningin het woord
tot het uitspreken van de Troonrede, welke
op de voorpagina van onze courant gepubli
ceerd is.
Nadat de plechtigheid was geëindigd te
ruim half twee werd met hetzelfde eerbetoon
door de eerewacht der mariniers de terug
tocht naar het paleis in het Noordeinde in
omgekeerde volgorde ondernomen,, en wer
den de vorstelijke personen bij het wegrijden
van het Binnenhof, evenals trouwens bij de
aankomst, geestdriftig toegejuicht door de
honderden en honderden, die op straat in
drie of vier dubbele rijen achter de politic-
troepen geschaard stonden en door de on
telbare kijklustigen, die een bevoorrecht
plaatsje hadden gekregen achter de vensters
van de regeeringsgebouwen (Eerste en
Tweede Kamer, ministeries, Raad van State).
Naar traditie hadden de leden van het
corps diplomatique met hun dames, die de
plechtige opening in de zaal hadden bijge
woond, zich bij het passeeren van den stoet
opgesteld nabij de middelste poort van het
Binnenhof, om daar, met diepe buigingen, de
Koninklijke Familie een groet te brengen.
Ten paleize teruggekeerd, werd de konink
lijke Familie met dezelfde militaire honneurs
ontvangen als bij het vertrek naar de Grafe
lijke Zalen.
De vaandelgroet.
Behalve dat de Koninklijke Statiekoets dit
jaar nog meer dan andere jaren duizenden
naar Den Haag had doen komen, droegen er
ook andere omstandigheden ditmaal toe bij
om op dezen Staten-Generaaldag een extra-
druk bezoek aan de residentie te verzekeren.
Immers voor den middag stond' een vaan
delgroet op het program, ten 3 uur te bren
gen aan de Koninklijke Familie op het Huis
ter Bosch, aan welke huldebetooging niet
minder dan 13500 personen deelnamen als
vertegenwoordigers van 414 vereenigingen
en bonden uit het gansche land. En onder
deze vereenigingen stonden 41 zang- en 21
niu ziekvereenigingen
Ook deze huldebetooging bracht duizenden
en duizenden op de been.
Tot slot van den dag volgt hedenavond
op het Plein 1813 een groote militaire
taptoe.
De plechtige opening der Staten-
Generaal.
De heer mr. W. L. Baron de Vos van Steen-
wijk, die het voorzitterschap bekleedde, open
de nadat de leden der Staten-Generaal zich
in de Ridderzaal op het Binnenhof vereenigd
hadden, des namiddags te half één uur de
vergadering en deed den griffier van de Eer
ste Kamer voorlezen een Koninklijk Besluit
van 6 September 1930 no. 4, houdende zijn
benoeming tot voorzitter van de Eerste Ka
mer gedurende de zitting, welke heden zou
aanvangen.
De voorzitter benoemde een commissie, die
H.M. in het gebouw zou ontvangen en uitlei
den.
Deze commissie bestond uit de Eerste Ka
merleden Fock, Van Citters, De Gijseiaar,
Van Sasse van IJsselt en Kranenburg en uit
de Tweede Kamerleden Van Vuuren, Rutgers
van Rozenburg, Bongaerts, Ridder van Rap-
part, Asnènt, mevr. BakkerNort, Van Dijk,
Sloteimaker de Bruine, Van Kempen en ir. Van
der Bilt.
De ministers, hoofden van ministerieele
departementen en de leden van den Raad van
State, vereenigden zich te één uur mede in
de Ridderzaal.
Hare Majesteit de Koningin, vergezeld
van Hare Majesteit de Koningin-Moeder, van
Zijne Koninklijke Hoogheid den Prins der
Nederlanden en van Hare Koninklijke Hoog
heid Prinses Juliana, kort daarna in de Rid
derzaal aangekomen, werd door de commis
sie in de vergadering binnengeleid, nam
plaat op den boon en hield, terwijl H.M. de
Koningin-Moeder rechts, Zijne Koninklijke
Hoogheid de Prins der Nederlanden en Hare
Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana der
Nederlanden, links van H.M. de Koningin
hadden plaatsgenomen, de troonrede uit.
Na het uitspreken van deze rede verliet de
koninklijke familie weer de Ridderzaal, uitge
leide gedaan door de commissie.
De voorzitter sloot, nadat de commissie in
de zaal was teruggekeerd, de vereenigde ver
gadering.
KINDERZANGHULDE AAN DE
KONINGIN.
Maandagmiddag heeft de Haagsche school
jeugd, op aanstichting van den Haagschen
scholenraad de koningin in verband met haar
vijftigsten verjaardag een zanghulde bereid.
Omstreeks half vier kwamen de ongeveer
18.000 kinderen, boven het vierde leerjaar,
van de openbare en bijzondere scholen op het
Malieveld bijeen, waarna in drie groepen
naar het Huis ten Bosch werd opgemar
cheerd.
Binnen dé hekken werd buiten de school
kinderen en hun geleiders slechts toegang
verleend aan enkele genoodigden onder wie
wen minister Terpstra en burgemeester Pa-
tijn opmerkten, benevens tal van leden van
onderscheide onderwijsinspecties.
Vlak voor het bordes vormde een aantal
oudere meisjes met oranje bloemen getooid de
woorden: Hulde aan onze koningin.
Een geweldig en langdurig gejuich steeg
op toen de Koninklijke Familie naar buiten
trad. Een viertal meisjes bood aan de konin
gin en aan de prinses een ruiker fraaie rozen
aan.
Spoedig daarop klonken uit de duizenden
kelen het Wilhelmus, waarna, onder leiding
van Arnold Spoel, diens nieuwste compositie
„Vrouwe van Nederland" op voortreffelijke
wijze werd uitgevoerd.
Luide hoera's voor de koningin weerklon
ken hierop en het gewuif der kinderen met
oranje en Nederlandsche vlaggetjes bood een
imposant beeld.
Nog werd uitgevoerd; „Wij willen Hol
land houen" en met een hernieuwd hoera was
de zanghulde, waarvoor de koningin aan
Arnold Spoel haar grootsten dank betuigde,
ten einde.
Onder de muziek der koninklijke militaire
kapel defileerden daarop alle schoolkinderen
langs de Koninklijke Familie, die vriendelijk
teruggroette.
De afmarsch langs den Bezuidenhout-
schenweg en door het bosch naar het Malie
veld werd door een groote menigte belang
stellenden gadegeslagen.
STAKING GEËINDIGD.
De 65 bouwvakarbeiders, die werken aan
den bouw van het nieuwe diaconessenzieken-
huis te Arnhem, zijn na een staking van
ongeveer 214 week gistermorgen weer aan
het werk gegaan. Voor 40 werklieden is het
loon met 3 ets. per uur verhoogd, voor de
overigen blijven de oude voorwaarden gel-
OVER BOORD GESLAGEN EN VA'
VERDRONKEN.
Van de gisteravond te IJmuiden binnenge
komen torpedoboot G. IX is gistermiddag op
de Noordzee de korporaal-telegrafist Broers,
woonachtig in Den Helder, over boord gesla
gen en verdronken. B. was ongeveer 45 jaar
oud en gehuwd.
EEN HAGENAAR DOOR FASCISTEN
MISHANDELD?
Sluwe pogingen tot oplichting?
Dezer dagen bevatte het „Volk" een ver
haal over de mishandeling van een Neder
lander door fascisten in Italië.
De Nederlandsche matroos G. v. d. Lely
uit de residentie, stewart bij van Nievelt
Goudriaan en Co., zat te Livorno in een kap
perszaak een „Haagsche Post" te lezen,
waarin een caricatuur van Mussolini was op
genomen. De kapper zag dat en waarschuw
de 't plaatselijk bureau van de fascisten. De
zen lieten hem arresteeren, afranselen en in
de gevangenis stoppen, waarin hij vijf weken
heeft gezeten. Hij werd tenslotte in vrijheid
gesteld door bemiddeling van een agent der
firma Ruys en Co. en den Nederlandschen
consul te Rome. Dank zij de hulp van 't Bel
gische Matteottifonds zou hij tenslotte naar
ons land zijn teruggekeerd.
Tot zoover in het kort het verhaal.
Naar aanleiding van dit bericht ontving
de ,,'s-Hertogenbossche Courant" een brief
van een Oostenrijksch-Nederlandsche familie
te Baden' bij Weenen, welks inhoud alleszins
reden geeft om aan de juistheid van het bo
venstaande verhaal zeer ernstig te twijfelen.
Deze heer v. d. Lely aldus ontleent het
blad aan dit schrijven kennen wij van een
anderen kant. Hij was reeds op 8 Juni bij ons
in Baden.
Toen was het voorval reeds gebeurd en
had hij dus reeds Italië verlaten doch
eerst einde Augustus arriveert hij „via Zwit
serland, Luxemburg en België" te Brussel
om van daar naar den Haag terug te keeren.
Er ligt dus nogal een aardige vacantie tus-
schen!
De brief vervolgt: Hij gaf zich uit als Hol
lander, vertelde de geschiedenis van de booze
fascisten, waarbij hij echter zich voorgaf niet
als matroos, maar als eerste machinist en
niet in dienst van de firma van Nievelt Gou
driaan en Co., maar in dien van Ruys en Co.
beweerde te zijn. Verder was hem de geschie
denis in de kapperszaak met de caricatuur
van Mussolini niet in Livorno maar in Triest
overkomen.
Hij vertelde, dat hem door den Nederland
schen consul te Rome een som gelds was ge
zonden en dat deze zijn bevrijding uit de ge
vangenis had bewerkt, doch dat hem door de
fascisten alle geld weer was afgenomen, om
dat hij een zakmes met te lang lemmet bij
zich had gehad. Zoo had hij zich onder on
noemelijke moeilijkheden, ontberingen en ge
varen tot Baden bij Weenen gesleept en
smeekte ons hem te helpen, opdat hij naar
huis zou kunnen telefoneeren, om zijn familie
in te lichten. Wij namen hem gastvrij op,
schonken hem, omdat hij een Nederlander
was, geloof.
Uit den brief blijkt dan verder, dat deze
familie den man, die in lompen was gehuld,
nieuwe kleeren en 5 shilling gaf en hem bo
vendien 10 dagen lang onderdak en voeding
schonk.
Hij zei ons, dat zijn broeder met zijn fami
lie per auto zou komen om hem te halen,
heeft ons alle mogelijke dankbaarheid be
loofd en is dan eindelijkspoorloos ver
dwenen.
Niet alleen deze familie, doch ook de kloos
terzusters van het Roode Kruis te Baden heb
ben bezoek van dit heerschap gehad. Hij is
ook haar gast geweest, wijl de zusters een
armen Hollander dankbaarheid wilden be
wijzen, omdat na den oorlog de Hollanders
zooveel goeds voor de Oostenrijkers gedaan
hebben.
Niet uit den brief, doch van andere zijde
vernam het blad nog, dat de man door be
middeling van de zusters in een best hotel
drie kamers liet huren, omdat hij zijn vrouw
en familie verwachtte. Daar is allemaal na
tuurlijk niets van terecht gekomen.
Nederlanders in den vreemde opge-
past!
Naar aanleiding van dit verhaal schrijft
de Haagsche Sportcorrespondent van de „N.
R. Crt." aan zijn blad het volgende:
Als ik beide mededeelingen goed begrijp,
zou v. d. L. 8 Juni van dit jaar bij de Ween-
sche familie zijn geweest en zou hij in Augus
tus van dit jaar in ons land zijn terugge
keerd. „Er ligt dus nogal een aardige vacan
tie tusschen!" merkt de misleide familie in
haar brief aan de ,,'s-Hertogenbossche Cou
rant" op. Dat is inderdaad het geval.
Er ligt niet een vacantie tusschen van na
genoeg drie maanden, doch er ligt op zijn
minst een vacantie tusschen van één jaar
plus drie maanden. Luister maar.
U moet dan weten, dat ik mij in het begin
van Juli 1929 naar Zwitserland begaf, om
voor de „N. R. Crt." verslag te geven van
de wereldkampioenschappen wielrennen, die
te Ziirich zouden wordeir verreden.
Ik was een paar dagen eerder dan strikt
noodig was op reis gegaan, omdat ik wist,
dat eenige. dagen te voren te Bazel een wie
lerwedstrijd werd gehouden, Waaraan eenige
ernstige candidaten voor den titel van we
reldkampioen zouden deelnemen en ik van
dien wedstrijd gaarne getuige wenschte te
zijn.
Op den wedstrijddag stond ik te Bazel in
het rennerskwartier met Kaufmann en Moes
kops te praten, toen zich plotseling „een
landgenoot" kwam presenteeren. Hij stelde
zich voor als van der Lely, tweede machinist
bij een groote Rotterdamsche stoomvaarton
dernemingen, woonachtig in den Haag en hij
was niet alleen gelukkig twee landgenooten
te ontmoeten, doch vond het nog veel pretti
ger, dat wij (Moeskops en ik) ook stadgenoo-
ten van hem waren.
Nu ben ik hetgeen resultaat is van on
dervinding ten opzichte van plotseling
voor het licht duikelende landgenooten in
den vreemde, altijd aan den voorzichtigen
kant en ik was dan ook in dit geval erg ge
reserveerd.
Van der Lely kwam toen met zijn pas op
de proppen en dit document stond ten name
van G. van der Lely, die in den Haag woon
achtig was.
Belangstellend informeerde de man naar
de wedstrijden, hoe laat deze geëindigd wa
ren, waar wij gelogeerd waren, enzoovoort
en toen kwam het beroemde verhaal van de
caricatuur van Mussolini, het pak slaag, de
gevangenis en de rest op de proppen. Zonder
een cent op zak had hij half Italië doorge
zworven, was nu gelukkig hier in Bazel aan
gekomen en was thans, goddank!, op weg
naar huis.
Wat hij achter den rug had was in één
woord verschrikkelijk.
Ik vroeg hem: is u niet naar den Neder
landschen consul gegaan?
Ik ben er direct heen gegaan, maar die con
sul is een Italiaan en heeft mij op ergerlijke
wijze behandeld. Maar hem krijg ik nog wel,
daar kan hij op rekenen, als ik maar eenmaal
in Holland terug ben.
Er is toch ook nog een Nederlandsche ge
zant in Italië, merkte ik op.
Die maakte juist een rondreis en ik moest
Italië zoo spoedig mogelijk verlaten, luidde
het antwoord.
U komt uit Italië naar Bazel, maar Genua
lag voor u veel dichter bij en daar komen
bovendien toch schepen van uw maatschap
pij aan.
Jawel, zei v. d. L., zoo nu en dan kemt er
een schip, maar er was er juist een vertrok
ken naar Bilbao in Spanje.
Enfin, het onderhoud brak af, want de
wedstrijden begonnen, doch na afloop stond
hij weer in het rennerskwartier.
Ik had inmiddels al gezegd: „denk er om,
wij zullen er bij dit sinjeur niet invliegen",
en toen hij daar stond, zei ik tot hemU is
nu reeds eenige dagen op Zwitsersch grond
gebied en u moet op de een of andere wijze
aan wat geld zijn gekomen voor uw onder
houd, waarom heeft u niet onmiddellijk een
expresse brief naar uw maatschappij en uw
familie geschreven. Als die u een simpele
25 hadden gezonden, had u thuis kunnen
komen.
Onze maatschappij geeft geen voorschot,
luidde het antwoord. En aangaande de fa
milie bewaarde hij het stilzwijgen.
Als Hagenaar kende ik eenige familie's
Van^der Lely bij name en ik vroeg Is
u familie van den rijwiel fabrikant?
Neen! zei v. d. L.
Is u familie van den boterhandelaar
Neen! luidde het antwoord.
Tot welke familie hij wel behoorde, deelde
hij niet mede.
Ik heb hem rondweg te kennen gegeven,
dat ik zijn verhaal zeer onwaarschijnlijk
vond, temeer daar hij zich in den loop van
het gesprek had laten ontvallen, dat hij nog
een ander Nederlandsch journalist had ont
moet, te weten jhr. mr. de Marees van Swin-
deren, die, naar mij bekend was, in dien
tijd in Roemenië verblijf hield.
Mede op grond van de strakke tanigheid
en de gebronsde verweerdheid, welke het ge
laat van v. d. L. vertoonde (het gelaat van
menschen, die veel en lang hebben geloopen
in landen met veel zonneschijn) kreeg ik toen
den indruk, dat v. d. L. reeds maanden had
rondgezworven en dat hij wel degelijk in
Roemenië, Hongarije en Oostenrijk was ge
weest, in ieder geval, dat hij een zeer groot
cperatieterrein achter den rug had.
De man, die geen hak meer onder zijn af
gesjouwde schoenen had, had honger en het
eenige, wat hij van ons los heeft gekregen
waren een paar Zwits'ersche francs, zoodat
hij dien dag dus weer eten had.
Het belangrijkste van dit relaas, dat ter
waarschuwing aan landgenooten, die den
vreemde bereizen wordt gegeven, was het
antwoord van v.d. L. op mijn vraag: hoe wist
u, dat u hier op de wielerbaan, kilometers
buiten Bazel, Hollanders zoudt vinden?
„Ik had de courant nagekeken en ik had
den naam van Moeskops op de affiches zien
staan".
Juist! Dit is de dagelijksche bezigheid van
zwervers als v. d. L. Zij pluizen de couranten
na, om na te gaan of er landgenooten zijn
aangekomen en zij beloeren de aanplakbil
jetten in de stad.
Zangers, musici, tooneelspeelers, kunste
naars kunnen zij niet gemakkelijk naderen,
maar vooral den sportman in den vreemde
weten zij spoedig te vinden.
Zij weten uit de bladen waar en wanneer
hij traint, wanneer de wedstrijden plaats
hebben en zij weten ook, dat zij den sport
man gemakkelijk kunnen bereiken. En krij
gen zij den sportman niet te pakken, dan
hebben zij toch doorgaans succes onder de
supporters, die hem vergezellen. Deze v. d.
L. trof het te Bazel dus slecht.
IN BESLAG NEMEN VAN
PACIFISTISCHE STROOIBILJETTEN. X
Het Tweede Kamerlid Albarda heeft aan
de ministers van justitie en van binnenland-
sche zaken en landbouw de volgende vragen
gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat op 1 Sep
tember te 's-Gravenhage de politie een strooi
biljet van pacifistischen inhoud, uitgegeven
door de stichting „Nationale Vredesactie", in
beslag heeft genomen en dat tegen versprei
ders van dit strooibiljet, leden van de afd.
Den Haag van de Vereeniging „Jongeren
Vredes-actie", procesverbaal is opgemaakt?
2. Was, zooals schijnt te zijn medegedeeld,
de beweegreden voor deze inbeslagneming
de vrees, dat de verspreiding van het biljet
oneenigheid kon teweegbrengen, en dat a«
veiligheid der verspreiders gevaar kon loo-
penzoo neen, wat was dan de beweegreden
3. Is er van eenige oneenigheid, ordever
storing of gevaar voor de personen der ver
spreiders iets gebleken?
4. Indien bezorgdheid voor de veiligheid
der verspreiders de beweegreden tot de inbe
slagneming der biljetten was, waarom is
dan tegen de verspreiders proces-verbaal op
gemaakt
5. Zijn de ministers van oordeel, dat de in
houd van het strooibiljet eenigen grond kon
opleveren voor inbeslagneming en voor pro
ces-verbaal tegen de verspreiders; zoo ja, wil
len de ministers dan mededeelen, welke zin
sneden naar hun meening het optreden der
politie rechtvaardigen?
6. Indien de ministers van oordeel zijn, dat
de politie in het hierbedoelde geval ten on
rechte is opgetreden, willen zij dan maatre
gelen nemen om zooveel mogelijk te voorko
men, dat de politie pacifistische en politieke
meeningsuitingen bemoeilijkt?
BLOEDIGE VERKIEZINGSSTRIJD
IN IRAK.
Negentien dooden.
Tijdens de verkiezingen in Sulaimaniea
in Irak werden 19 personen gedood. De op
winding der bevolking was voornamelijk te
gen de Engelsche beambten gericht die in de
kazernes moesten vluchten.
HET PAN-EUROPA-PLAN.
Een commissie zal benoemd
worden.
Volgens een telegram van de Daily Tele-
graph uit Geneve zijn Henderson en Briand
het gisteren eens geworden over een voorstel,
dat aan het slot van de debatten over het
Pan-Europa-plan van Briand aan de verga
dering van den Volkenbond zal worden voor
gelegd. Volgens dit voorstel zullen de 21
Europeesche staten de vrijheid hebben eer
commissie te benoemen die de kwestie var
de Europeesche samenwerking zal onderzoe
ken, en die aan de Volkenbondsvergadering
het volgend jaar een rapport zal uitbrengen
NIEUWE ARRESTATIES IN POLEN.
In verband met de demonstraties in Polen
op Zondag zijn Maandag in verscheidene
steden bij leden van de Zentrolew huiszoe
kingen verricht en hebben arrestaties plaats
gehad.
In Warschau werden acht personen gear
resteerd, bij wie revolvers en patronen wer
den gevonden. In Thorn werden 25 socialis
ten en te Kolmar werden 6 vooraanstaande
leden van de Zentrolew gearresteerd.
DE RAAD VAN DEN VOLKENBOND.
De middagzitting.
In de middagzitting van de Volkenbonds-
assemblée was gisteren allereerst aan de
orde de rede van den eersten gedelegeerde
van Litauen, Zaunis, die zich uitsprak teij
gunste van een Pan-Europa, en zich tegen
tolmuren verklaarde. Ten slotte besprak
Zaunis de moeielijkheden, welke bestaan tus<
sch.en Litauen en Polen.
Rede van graaf Apponyi.
Als tweede spreker voerde ae leider der
Hongaarsche delegatie, Graaf Apponyi, het
woord. Deze constateert ten aanzien van de
Pan-Europa-kwestie, dat vele staten hun in
stemming hebben medegedeeld met een Pan<
Europa, evenwel met reserves. De Hongaar
sche gedelegeerde vreest, dat het voorgeno
men nieuwe orgaan een verzwakking zal
kunnen brengen van het prestige van den
Volkenbond.
Apponyi wees met nadruk op de dringende
nodzaak het Minderhedenvraagstuk op te
lossen en stelde opnieuw den nadrukkelijken
eisch, dat de overwinnende staten hun bewa
pening beperken, aangezien deze in strijd
met de vredesverdragen verplichtingen heb
ben aangegaan.
Graaf Apponyi eindigde zijn rede, met er
op te wijzen, dat ook het belangrijke Ooste
lijke probleem eindelijk krachtig moet wor
den aangepakt.
De Michelis aan hef woord.
In het verdere verloop van de middagzit
ting deelde de Italiaansche gedelegeerde De
Michelis mede, dat de Italiaansche regee
ring besloten heeft het verdrag betreffende
het Douanebestand te ratificeeren. Overigens
besprak de Italiaansche gedelegeerde de
wenschelijkheid van een rationale bedrijfsor
ganisatie. j
Persconferentie van Grahatn.
De Britsche Minister van Handel, Gra-
ham, ontving Maandagavond de vertegen
woordigers van de Internationale Pers,
waarbij hij zich op tamelijk voorzichtige, ge
reserveerde wijze uitliet over eenige actuefle
economische problemen.
Hij bevestigde dat de'Britsche regeering
de Handelsconventie van 24 Maart 1930 die
de voorloopige stabiliseering van de Euro
peesche douanetarieven en handelsverdra
gen beoogt, zou ratificeeren en wel zonder
de toestemming van de parlementen te ver
zoeken, niet vereischt is.
De minister sprak de hoop uit, dat nog
aan het einde van dit jaar of ten laatste in
den aanvang van 1931 onderhandelingen
zullen kunnen worden gehouden over tarie-
ve en economische vraagstukken, wplke een
progressieve verlaging der douane-tarieven
en een terzijde stelling van de Internationale