LANDBOUW en VEETEELT. HE V AFEW Vf;«KI I RSAftET,11- w •if De heer Ten Hoorn winkeldief bij „de Tijdgeest" had de geïncrimineerde woorden gehoord. Als getuige in het voordeel van (verdachte werd nog gehoord de heer Gerrit Gaijard, landbouwer. Gevorderd werd 8 boete, subs. 8 dagen 'hechtenis. Vonnis 4 boete of 4 dagen hechtenis. NIET VOLDAAN AAN EEN AMBTELIJK BEVEL. De niet-verschenen verdachte, de heer Jan de J. te Alkmaar, thans in militairen dienst, had op 16 Juli op het Verdronkenoord niet voldaan aan de lastgeving van den agent van politie Jonker, die belast was met de rij wiel belasting-controle en den verdachte sommeerde af te stappen. Eisch en vonnis f 15 boete of 15 dagen hechtenis. MISHANDELING TE SCHOORL GEPLEEGD. De verdachte uit een der vorige zaken: mishandeling van den landbouwer Pancras, de heer Joh. K., een 27-jarig landbouwer uit Harenkarspel, stond thans opnieuw terecht en wel ter zake mishandeling van den ge tuige Andreas Doodeman uit Harenkarspel, dien hij te Schoorl in den nacht van 9 op 10 Juli eenige slagen had toegebracht. Ver dachte beweerde nogal hardhandig als scheidsrechter in een ruzi? te hebben willen optreden. Het was niet zijn bedoeling om mishandeling te plegen. Hij is reeds meer malen veroordeeld wegens mishandeling en vernieling. De officier hield een philippica tegen de opgeschoten jeugd van Harenkarspel, die zich bij nacht en ontij misdraagt en vor derde tegen den heer Jóh. Kr. 100 boete oi 60 dagen hechtenis. Vonnis 25 boete of 25 dagen hechtenis ter waarschuwing. MISHANDELING TE WIERINGEN. De Zuiderzeewerker Petrus L., afkomstig ait Kaatsheuvel en op 21 Juni werkzaam te Wieringen en wel aan Den Oever, stond te recht wegens mishandeling, van den uit voerder Duikers op genoemden datum, wien hij een krachtige slag op den wang toe bracht, bovendien dreigde hij den heer Dui kers. met een schop. De mishandelde ontdek te later een wondje aan zijn hand, doch hij wist niet of zulks kwam door een slag met deze schop. Eisch tegen verdachte die meermalen wegens mishandeling veroordeeld is, 35 boete of 35 dagen hechtenis, welke requisitoir nader werd gewijzigd en gebracht op 25 boete oi 25 dagen hechtenis. Vonnis 15 boete of 15 dagen hechtenis. MISHANDELING VAN EEN KIP. De 48-jarige huishoudster Antje D. te Heiloo stond terecht als verdacht op 9 Juli een kip letsel te hebben toegebracht, door dit pluimveegedierte in een zak gestoken op te hangen aan het kippenhok en het dier zon der het eenige lavenis of voedsel te verstrek ken, in de brandend heete zon op te hangen. Volgens de juffrouw had deze behandeling ten doel de kip broedschheid af te leeren. Het was absoluut haar bedoeling niet de kip te mishandelen. Als ze broedsch zijn eten ze toch ook niet, doceerde verdachte en in de zon had zij de kip niet gehangen. Als deskundige werd gehoord de heer P. Koelewijn, brigadier-titulair der Rijksveld- wacht op Bakkum, gem. Castricum. Deze verklaarde dat de door verdachte ge volgde, maar niet afdoende methode in N.- Holland nog al eens wordt toegepast. Hij zou echter zoo geen proces-verbaal opge maakt, doch de juffrouw hebben gewaar schuwd. De juffrouw werd als voorbeeld ge steld voor andere onverstandige kippenhou ders en tegen haar gevorderd' 8 boete of 8 dagen hechtenis. Uitspraak: Vrijspraak wegens gebrek aan het vereischte bewijs. ERNSTIGE MISHANDELING. De 21-jarige landbouwer Pieter Zw. uit Ursem, ontstemd omdat een persoon, ge naamd' Klaas Schuurman, veehouder, wonende te Spanbroek, hem in den Pinksternacht van 9 op 10 Juli minachtend aanzag, gaf hem een trap tegen een gevoelige plaats aan het on derlijf, waardoor Klaas zeer pijnlijk werd ge troffen. Het feit werd gepleegd te Alkmaar op de Koorstraat nabij het Parkeerterrein. Op initiatief van den politierechter verzoen den de heeren zich zoo n beetje. Gerequireerd werd 20 boete of 20 dagen hechtenis. Vonnis conform eisch. NIET AFGESTAPT OP AMBTELIJK BEVEL. De te Helder wonende, niet verschenen ver dachte Theodorus K. stapte niet af van zijn rijwiel, toen hem zulks op Zaterdag 21 Juli door den agent van politie Thiesen was ge last, welk feit was gepleegd in de Spoor straat, die voor wielrijders is verboden. Volgens een schrijven van verdachte is hij zeer rheumatisch en valt het hem moeilijk van zijn rijwiel af te stappen. De officier was van meening, dat dit beroep niet opging en vorderde 15 boete of 15 dagen hechtenis. Vonnis 10 bode of 10 dagen hechtenis. WEDERSPANNIGHEID TEGEN RIJKSPOLITIE. De verdachte Zuiderzeewerker M. J. C. S niet verschenen, had zich te Wieringen tame lijk ernstig verzet tegen een tweetal rijks veldwachters, die hem aanhielden wegens dronkenschap. Eisch en vonnis 25 boete of 25 dagen hechtenis. NIET VERSCHENEN TER TERECHTZITTING. De heer Cornelis Z., gedagvaard te ver schijnen, ter terechtzitting te Alkmaar, ook nu niet verschenen, was alstoen niet aan wezig, omdat hij van den patroon geen toe stemming kon verkrijgen. Eisch 5 boete of 5 dagen hechtenis Vonnis conform. VERDUISTERING IN DIENST BETREKKING. De 20-iarige bakkersknecht Arie M d «- tijds werkzaam in dienst van een broodbak ker, Cornelisstraat te Schagen, stond te-echt ter zake verschillende verduisteringen, ge pleegd geduende het jaar 1930, zulks door onderscheidene bedragen, die hij moest ont vangen van de klanten, achter te houden en zich wederrechtelijk toe te eigenen. Het jonge mensch leidde een tamelijk los zinnig leven en rookte ontelbare sigaretten, wat den bakker aaqleidjpg gaf hein eens extra te controleeren met bovengemeld gevolg. He- verduisterde bedrag bedroeg volgens bereke ning van den patroon pl.m. 100. Volgens de meening van verdachte was het totaal der verduisteringen 6065. Behalve den patroon werden als getuige gehoord eenige dames uit Schagen die aan verdachte geiden hadden betaald, wel ke door hem niet waren verantwoord. De verdediger, mr. Seegcrs, bleek niet aanwezi, te zijn. Eisch 3 maanden gevangenisstra: doch voorwaardelijk met 3 proefjaren. Vonnis overeenkomstig het requisitoir Verdachte wordt onder toezicht van het genootschap tot zed. verbetering te A'kmaar gesteld. Daarna sluitng. 'f ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ALKMAAR. Meervoudige Strafkamer. Zitting van Dinsdag 16 September. MISHANDELING GEPLEEGD IN 1928. Deze bejaarde strafzaak, reeds vroeger be' handeld, betreffende een mishandeling in 1928 op zijn schoonzuster gepleegd door Hermanus de Gr. te Castricum, prijkte heden nogmaals op de zittingsrol. Als bijzonder heid kan worden toegevoegd, dat de echtge- noote van verdachte, destijds gehoord als ge tuige a decharge, veroordeeld werd ter zake meineed. De mishandelde vrouw is inmiddels met haar gezin naar Limmen vertrokken. Zij werd hevig mishandeld door haar ver woed familielid en bekwam zelfs een lichte hersenschudding, zoodat algeheele genezing 5 weken uitbleef. De verdachte was heden niet verschenen Hij was zijn schoonzuster destijds gevolgd tot in de keuken, waar hij haar aanviel. pen familiekwestie was ook hier weer de oorzaak van het conflict. Gevorderd werd 25 boete subs.- 25 dagen hechtenis. HOOGER BEROEP AANRIJDING TE ANNA PAULOWNA. De 64-jarige heer Hubertus R., loodgieter te Noordwijk bevond zich op 30 Mei 1929 met zijn vierwielig motorrijtuig te Anna Pau- lowna op den Zuidermolenweg en was door den slingerenden gang van dit door hem be stuurd voertuig oorzaak dat de veiligheid van het verkeer in gevaar werd gebracht en een aanrijding volgde met een ander motor rijtuig, namelijk een vischwagentje, door den koopman J. de Smit bestuurd en dat zich rechts van den weg bevond. Verdachte werd te dier zake veroordeeld door den kanton rechter te Den Helder en kwam van dit von nis in hoogêr beroep met mr. Volkers uit Am sterdam als raadsman en verdediger. Hij erkende thans dat het zijn schuld was dat de aanrijding plaats had, doch het feit zelf was een gevolg van den uiterst slechten weg, vol kuilen en hobbels. Van een 4-tal getuigen die gehoord moes ten worden was alleen de heer de Smit, de meest belanghebbende, aanwezig. De overi gen waren door een misverstand niet gedag vaard. Overigens leverde dit zaakje niets be langrijks op. Het slingeren van de auto des heeren R. had niet tot oorzaak dronken schap van den bestuurder, wat als een gun stige omstandigheid kon worden aange merkt. Volgens verklaring van den heer De Smit had de appellant tegen 't vonnis zich destijds niet beklaagd over den treurigen toestand van den weg, doch toegegeven dat zijn auto gebreken vertoonde, onder meer een niet al te betrouwbare stuurinrichting die twijfel achtig was gerepareerd. Hij bleef thans ech ter hardnekkig zweeren bij den onberijdbaren weg. Eerst na de aanrijding bleek de auto voor verderen dienst onbruikbaar te zijn ge worden. De heer De Smit diende voorts een civiele vordering ten bedrage van 50, hoewel de toegebrachte schade veel grooter en wel 131 bedroeg. De rest hoopte de vischventer per deurwaarder te innen. Achteraf bleek echter, uit de mededeeling van den verdedi ger dat het bedrag van 50 reeds was toe gewezen, doch dat de verdachte indien de rechtbank in diens geest vonnis wees, bereid was 131 uit te keeren. Dus werd de vorde ring ingetrokken in het belang van den be nadeelde zelve. Op grond van het onvolledige getuigen verhoor verzocht de officier aanhouding, na der bepaald tot de zitting van 28 Oct. a.s. POGING TOT DIEFSTAL. DOODEN VAN 2 KIPPEN EN WEDER SPANNIGHEID. De niet verschenen verd., H. B. uit Bergen had zich te verantwoorden wegens poging tot diefstal van twee kippen, die hij bereids had doodgeslagen om zijn voornemen te ver gemakkelijken. Een en ander speelde zich af in het ganzenveld te Schoorl. Hij werd daar- duchtig toetakelden. De oorzaak van die vijandschap kwam niet voldoende naar vo ren doch het was hier vermoedelijk wel weer „cherchez la femme". De heer Smit vluchtte het café uit, wat niet onverstandig genoemd kon worden, aangezien het hem daar wel wat te warm werd. Een tweetal ooggetuigen van de vechtpartij trad mèt den hoofdper soon Smit heden als getuigen op. De heer officier, onder aanvoering van verschillende bewijsmiddelen, achtte tegc" alle verdachten het wettig en overtuigen bij op heeterdaad betrapt door den onbezol digd rijksveldwachter H. de Sukkel, die hem te dier zake wenschte aan te houden. De op heeterdaad betrapte kippendief maakte toen een handbeweging of hij een schietwerktuig uit zijn zak wilde halen om de Sukkel neer te schieten. Dit gebeurde echter niet, doch de veldwachter geraakte met den heer B., 'n gevaarlijk persoontje, geducht aan het vechten, waarbij B. de meest ge- meene gevechtstrucs in toepassing bracht. Ten slotte wist de Sukkel toch baas te blij ven en B. te overmeesteren. De geuite be dreigingen vermochten niet hem zijn ambts plicht te doen verzuimen. De officier drukte zijn spijt uit over de afwezigheid van verdachte, waar toch zijn belang meebracht zijn persoonlijke verschij ning ter terechtzitting en Z.Ed. requireerde tegen B. ter zake poging tot diefstal, het dooden der kippen en de wederspannigheid 8 maanden gevangenisstraf. Bedoelde B. is dezelfde persoon, die inder tijd den chef-veldwachter Verkerk te Bergen door een revolverschot verwondde. MISHANDELING IN VEREENIGING. In deze zaak moesten verschijnen 5 ver dachten Jb. S., Corn. K., H. K., C. M. en D. B., doch niemand hunner was versche nen. Hun was bij dagvaarding ten laste ge legd dat zij in den Zondagavond van 1 Juli te Enkhuizen den 24-jarigen schilder Hotze Smit, die zich in het café van Koopen be vond, gezamenlijk hadden aangevallen en geslagen. De heer K. deelde de eerste watje kou uit, waarop de 4 andere aanvallers volgden en den schilder, die niet veel van beteekenis tegen 5 kerels kon uitrichten, bewijs aanwezig en vorSerde tegen iede 30 boete of 30 dagen hechtenis. VERDUISTERING VAN EEN OVERJAS UIT DE HARMONIE. Aan den niet verschenen verdachte, den heer Hendrik H., reiziger, wonende te Ve. zen, werd ten laste gelegd, dat hij een over jas, eigendom van den heer C. Haakman te Alkmaar, op 22 Dec. uit de dancing van de „Harmonie" aldaar had meegenomen en zich dit kleedingstuk wederrechtelijk zou heb ben toegeëigend. Deze zaak werd bereids behandeld door den politierechter, doch door dezen rechter verwezen naar de meervoudige strafkamer De heer Haakman werd door den heer C. de Lange, ondernemer der „Harmonie" volledig schadeloos gesteld. De verdachte ontkende indertijd het oogmerk der wederrechtelijke toeëigening. Hij had bedoelde jas uit de garderobe ontvangen en het kleedingstuk verder in zijn auto mee naar zijn pension Velzen genomen. Getuige Peperkamp was niet aanwezig Hem zou daarom wel eens 'n strafvervolging kunnen dreigen. De heer officier was van meening, dat ver dachte een eventueel misverstand gemakkelijk had kunnen herstellen, nu hij dit verzuimde, achtte Z.Ed. het strafbare oogmerk aanwezig en requireerde dus ter zake verduistering 30 boete sub 30 dagen. Vervolgens werd het onderzoek geschorst en de stukken zullen gesteld worden in han den van den rechter-commissaris, dus is een herhaalde behandeling nog weer te wachten VERDUISTERING VAN EEN PAKJE MET SNOEPERIJEN. De 45-jarige juffrouw Klaasje L., huis vrouw Jan K-, voorheen te Helder, Doggers vaart 43 en thans te Oterleek aan den Mo lenweg woonachtig, stond terecht als ver dacht van wederrechtelijke toeëigenen van een pakje lekkernijen, als daar zijn taartjes allerhande en bonbons, dat door den loopjon gen Joh. Heijerman, in dienst bij banketbak ker Corn. Vis aldaar, aan de autobus was be zorgd, terwijl bedoelde delicatessen feitelijk bestemd waren J. Brouwer te Callantsoog. Verdachte nam het pakje van den bezorger aan en deed het voorkomen of het voor haar was bestemd en deze vrijpostigheid was de oorzaak va nhaar verschijning op de ver- dachtenbank te Alkmaar. Hoewel zij thans ontkende het pakje van Heijerman te hebben overgenomen, herkende de loopjongen haar pertinent. Verdachte had zelf ook een pakje met lekkernijen, geleverd door een een anderen banketbakker, in ont vangst genomen. Het verduisterd pakje be vatte 20 gebakjes, allerhande en bonbons. De heer Brouwer had deze bestelling schriftelijk gedaan bij banketbakker Vis. De heer politierechter trachtte na het ge tuigenverhoor op gemoedelijke wijze de ver dachte er toe te brengen de waarheid te ver tellen, doch zijn pogingen leden hopeloos schipbreuk. Verdachte bleef volhouden niets van een ander pakje te weten. Er is nóg iemand, die haar met één doosje uit de bus zag komen. Deze getuige schijnt in de in structie niet gehoord te zijn. Verzwarend voor verdachte waren echter de verklaringen van den bus-chauffeur Zwaan, inmiddels nog gearriveerd, die gezien had, dat verdachte met den loopjongen van Vis had gesproken. Zij had, toeri zij1 uitstapte, twee pakjes bij zich. Ook herkende de chauffeur beslist den loopjongen, die met verdachte in gesprek was. Zekere juffrouw Makelaar, niet aanwezig door ziekte, heeft verklaard duidelijk gezien te hebben, dat verdachte het aan Brouwer geadresseerde pakje in de hand had geno men. Ondanks dat haar op dit alles werd ge wezen, bleef de vrouw ontkennen. De heer officier vond het niet noodzakelijk de overigens zeer belangrijke getuige mej. Makelaar nog t? hooren en was van meening, dat het bewijs ook zonder haar wel was te construeeren. De officier releveerde voorts méér uitvoerig het gebeurde met de pakjes bij de autobus en requireerde, het wettig en overtuigend bewijs geleverd achtende, tegen mej. L. f35 boete of 35 dagen hechtenis. Verdediger, mr. Groot, stelde er prijs op, dat mej. Makelaar, momenteel ongesteld, als nog werd gehoord' en verzocht ook een her opende instructie en schorsing der behande ling. Ook het politieonderzoek achtte pleiter onvolledig. Na over een en ander te hebben geraadkamerd, deelde de rechtbank als haar beslissing mede, dat de verdere behandeling der zaak zal plaats hebben op Dinsdag 28 October. Men hoopt, dat mej. Makelaar dan weer hersteld za' rijn. MISDRIJF ART. 247 WETBOEK VAN STRAFRECHT. Met gesloten deuren stond terecht de 62-jarige hardhoorige inwoner van den Burg op Texel Jan R., aan wien was ten laste gelegd het plegen van strafbare handelingen met een minderjarig meis je gedurende den loop van 1929. In deze zedenzaak opponeerde mr. Schenkeveld als raadsman en verdedi- geer. De officier, hoewel niet gesticht door het gedrag van verdachte, gaf blijk mede te willen werken tot diens moreele op hefing en requireerde 8 maanden voor waardelijk met 3 proefjaren en nader op te leggen bijz. voorwaarden. De verdediger, in herinnering bren gende de kernspreuk: „Tout savoir c'est tout pardonner", refereerde zich gaarne aan dit requisitoir-met uitzondering van de strafmaat, die hij verminderd wenschte te zien. Uitspraak volgende week. OPLICHTING DOOR MIDDEL VAN DE PHOTOGRAPHIE-KUNST. De 43-jarige Bernardus Joh. Adrianus Sch., van beroep loodzetter, geboren te Haarlem, zonder vaste woonplaats en thans gedetineerd te Roermond, werd voorgeleid door een tweetal koninklijke marechaussees, in vol ornaat en bleek te zijn wat men vroeger noemde: ,,'n chevalier d'industrie". Deze verdachte had zich althans te Helder schuldig ge maakt aan verschillende oplichterijen, zich bij onderscheidene ingezetenen voordoende als fotograaf en bij voorbaat gelden ontvangende voor bestellingen die nimmer werden uitgevoerd, onder meer bij Cornelia Gorter, huisvrouw Du Frie, die in 't laatst van Februari een bezoek kreeg van verdachte, welke haar een stalenboek toonde van verschillende foto's op voorwerpen, in cassu 'n siga rettenkoker, waarop een familiegroepje zou prijken en waarvoor ze reeds voor uit 5.40 betaalde, benevens een portret van haar man en kinderen ter overna me. Sch. gaf zulks goedmoedig toe. Hij was beslist voornemens de bestellingen uit te voeren en had reeds verschillende foto's afgeleverd, doch eerst den laatsten tijd was hij buiten staat de firma in Berlijn, waarvoor hij werkte, te voldoen. Het ontvangen geld had hij gebezigd voor noodzakelijk levensonderhoud. In de stukken had Sch. eenigszins an ders verklaard, wat minder onschuldig, zooals hem werd voorgelezen. Voorts had verdachte een handelsre latie aangeknoopt ten nadeele van mej. Trijntje Schendelaar, echtgenoote van den heer J. P. Vlaming, 'n huisgezin met 5 kinderen, dat voor 3 op een speld zou prijken. Mej. Vlaming betaal de 2.50 vooruit en wacht nog steeds op de mooie speld, die 15 Maart al zou zijn afgeleverd. Mej. Jannetje Hoep, de huisvrouw van den heer Jan Kleunen, had begin Maart voor een dergelijk doel vruchteloos ge offerd 1.50 voor een hangertje, dat ge sierd zou worden met het conterfeitset van den heer Kleunen voornoemd. De officier toonde weinig waardeering voor den goeden trouw van Sch. Hij be schikte over een omvangrijk strafregis ter, voornamelijk vermogensdelicten, oplichting, valschheid in geschrifte etc. Het bleek dat hij het met de eerlijkheid niet nauw nam. Op grond van al dat be zwarende requireerde de officier 4 maan den gevangenisstraf. Mr. A. Prins, toegevoegd verdediger, maakte eenige opmerkingen met betrek king tot de data der gepleegde oplich tingen. De monsterboeken waren in be slag genomen en pleiter was van mee ning, dat dit materiaal ter zitting aan wezig had moeten zijn. Verd. moet nog voor onderscheidene feiten ter oplich ting terecht staan en in verband daar mede verzocht pleiter met het opleg gen van een eventueel e onvoorwaarde lijke straf rekening te houden. Ten slotte meende pleiter het nog te willen wagen om den verdachte, die ab soluut aan lager wal is, voor te dragen voor een voorwaardelijke straf, vooral omdat het toch niet betrof ernstige ver mogensdelicten. Indien deze misdadiger uit de gevangenis komt, zal de maat schappij niet teegen hem beveiligd zijn. Misschien is zulks wel het geval wan neer hij voorwaardelijk wordt veroor deeld. De verdachte vestigde nog de aandacht op zijn zwak hart, dat hem belet, .han denarbeid van eenige beteekenis te ver richten. De uitspraak werd in alle zaken be paald op a.s. Dinsdag. Daarna sluiting der zitting. MISHANDELING VAN EEN POLITIE. AGENT. Een behanger had in den avond van 9 n« 1.1. op den Nieuwendijk te Amsterdam rulfi gehad met een anderen man, naar aanleiding waarvan beide personen in het politieposthui* Droogbak gehoord werden. De behanger weigerde bij die gelegenheid zijn naam te zeggen, omdat hij, naar zijn zeggen, alleen als getuige verschenen was Hem werd hierop gelast zich te verwijderen en toen hij daaraan geen gehoor wilde geven kwam het tot handtastelijkheden, waarbij een agent van politie een verwonding aan het ooz opliep en de behanger met een gummistok een dusdanigen slag op het hoofd kreeg, dat de gummistok brak, hij-zelf bewusteloos' viel en gedurende weken in het Wilhelminagast. huis verpleegd is moeten worden. Een vervolging werd ingesteld zoowel tegen den politie-agent als tegen den behan- ger. Op 25 April veroordeelde de vierds kamer der Amsterdamsche rechtbank den be hanger tot twee maanden gevangenisstraf wegens mishandeling van een ambtenaar in de rechtmatige uitoefening zijner bediening (Het O. M. had vier maanden gevorderd) Daarentegen ontsloeg de rechtbank den agent, tegen wien het O. M. 40 boete of 20 dagen hechtenis had geëischt, van alle rechts- vervolging, op grond dat de mishandeling van den behanger wel is waar bewezen if doch niet strafbaar, aangezien de agent uit noodweer en in hevige gemoedsbeweging g>. handeld heeft. De veroordeelde behanger kwam mij het Amsterdamsche gerechtshof in hooger be- roep. Het vonnis, uocu wijzigue ue Kwaimcaue in: mis handeling tegen een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening zijner bediening, t Hof, uitspraak doende, bevestigde het s, doch wijzigde de kwalificatie in: mis- HET BESTAAN ONZER TUINDERS BEDREIGD. Men verzoekt ons overname van het vol- ende artikeltje uit het weekblad „Handel en uinbouw". In de Staatscourant is de vorige week over den uitvoer van uien de volgende ministe- riëele beschikking verschenen: De minister van staat, minister van binnen- landsche zaken en landbouw heeft goedge vonden: vast te stellen als merk, uitsluitend bestemd om door of vanwege den daartoe ge rechtigde op de verpakking van ten utivoer bestemde uien overeenkomstig de te dien aan zien geldende bepalingen te worden aange bracht: het merk van de krachtens art. 11 dier wet ten aanzien van den uitvoer van uien bevoegd verklaarde instelling, voorzien van de woor den; „Rijksuitvoerkeuring uien" in een kring tusschen twee concentrische cirkels, waarbin nen het woord „Holland", een en ander ge drukt over laatstgenoemd merk. Hierop heeft ook betrekking een artikel „De verplichte controle op de uien" in „De Tuin derij" van 29 Augustus. De zinsnede, waar mede dat artikel aanvangt, is reeds nadere beschouwing waard. Er wordt n.1. gezegd: „De verplichte controle op de uien zal onzen handel in dit product wijzigen". Heeft het niet iets weg van een wetsbepaling 'van groo ter stelligheid en met zoo mogelijk nog min der voorbehoud dan de ministerieele beschik king, die wij hierboven afdrukten? Het is niet enkel de strafheid dezer verklaring, maat ook de toelichting, die er op gegeven wordt, welke in onze herinnering terugroept de meest verfoeide rechteloosheid van het regime tijdens de crisisjaren. Er was destijds reden voor de landoverheid, om de vrijheid eenigs zins aan banden te leggen, omdat de omstan digheden er toen heel licht toe geleid zouden hebben, dat zonder het ingrijpen door de re- f eering, een toestand van anarchie en wille- eur zou zijn ontstaan, die voor de oeconomt- sche verhouding in het binnenland en voor de politieke verhouding tot het buitenland ernstig gevaar opgeleverd zou hebben. Op de beknotting van vrijheid voor handel en bedrijf is zeer verschillend gereageerd. Sommigen hebben zich lijdelijk neergelegd bij hetgeen in hun ook niet te veranderen was; anderen heb ben zich morrend en onder voortdurend ver zet gekromd onder wat zij noemden vrijheids- berooving; nog een ander deel van ons volk zag de kans, om die vrijheidsbeperking dienst baar te maken aan de bereiking van hun spe ciale en duistere oogmerken. Deze laatsten gelukkig vormden zij een geringe minderheid hadden natuurlijk den bestaanden toestand gaarne bestendigd gezien, maar overigens werd de terugkeer van de vrijheid met blijd schap begroet. Dat beteekent dus, dat de men- schen zich in het algemeen moeilijk kunnen voegen in een keurslijf van bemoeiingen en voorschriften van bovenaf. Producenten en handelaars, om niet te spreken van andere vrije beroepen, zijn door de plaats, die zij in het maatschappelijk bestek innemen, bijzonder prat op hun vrijheid en dulden dan ook niet, dat zij tegen zichzelf in bescherming worden genomen. De veilingsplicht voor tuinbouwers, die na 173. Gewapend met zwaard, moker, stuk hout en tooverstaf wierpen zij zich op de spin, die links en rechts sloeg en menige gevoelige mep uitdeelde. Maar ook de anderen gaven geen kamp. Vooral Keesie weerde zich manhaftig en dat stak de an deren een hart onder de riem. 174. Het scheen, dat de spin de overwinning zou behalen. Want de professor was al half en half buiten gevecht gesteld, terwijl een der kabouters door de klauwen van het dier werd vastgehouden. Toen kwam de slotenmaker met zijn toover- ring, doch de spin pakte ook den ring beet. „Wat zullen w» nou doen", riep de kabouter, de warhoop nabij. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6