LANDBOUW en VEETEELT.
HE
V AFEW Vf;«KI I RSAftET,11-
w
•if
De heer Ten Hoorn winkeldief bij „de
Tijdgeest" had de geïncrimineerde woorden
gehoord. Als getuige in het voordeel van
(verdachte werd nog gehoord de heer Gerrit
Gaijard, landbouwer.
Gevorderd werd 8 boete, subs. 8 dagen
'hechtenis.
Vonnis 4 boete of 4 dagen hechtenis.
NIET VOLDAAN AAN EEN AMBTELIJK
BEVEL.
De niet-verschenen verdachte, de heer Jan
de J. te Alkmaar, thans in militairen dienst,
had op 16 Juli op het Verdronkenoord niet
voldaan aan de lastgeving van den agent
van politie Jonker, die belast was met de rij
wiel belasting-controle en den verdachte
sommeerde af te stappen.
Eisch en vonnis f 15 boete of 15 dagen
hechtenis.
MISHANDELING TE SCHOORL
GEPLEEGD.
De verdachte uit een der vorige zaken:
mishandeling van den landbouwer Pancras,
de heer Joh. K., een 27-jarig landbouwer uit
Harenkarspel, stond thans opnieuw terecht
en wel ter zake mishandeling van den ge
tuige Andreas Doodeman uit Harenkarspel,
dien hij te Schoorl in den nacht van 9 op
10 Juli eenige slagen had toegebracht. Ver
dachte beweerde nogal hardhandig als
scheidsrechter in een ruzi? te hebben willen
optreden. Het was niet zijn bedoeling om
mishandeling te plegen. Hij is reeds meer
malen veroordeeld wegens mishandeling en
vernieling. De officier hield een philippica
tegen de opgeschoten jeugd van Harenkarspel,
die zich bij nacht en ontij misdraagt en vor
derde tegen den heer Jóh. Kr. 100 boete oi
60 dagen hechtenis. Vonnis 25 boete of 25
dagen hechtenis ter waarschuwing.
MISHANDELING TE WIERINGEN.
De Zuiderzeewerker Petrus L., afkomstig
ait Kaatsheuvel en op 21 Juni werkzaam te
Wieringen en wel aan Den Oever, stond te
recht wegens mishandeling, van den uit
voerder Duikers op genoemden datum, wien
hij een krachtige slag op den wang toe
bracht, bovendien dreigde hij den heer Dui
kers. met een schop. De mishandelde ontdek
te later een wondje aan zijn hand, doch hij
wist niet of zulks kwam door een slag met
deze schop.
Eisch tegen verdachte die meermalen wegens
mishandeling veroordeeld is, 35 boete of 35
dagen hechtenis, welke requisitoir nader
werd gewijzigd en gebracht op 25 boete oi
25 dagen hechtenis.
Vonnis 15 boete of 15 dagen hechtenis.
MISHANDELING VAN EEN KIP.
De 48-jarige huishoudster Antje D. te
Heiloo stond terecht als verdacht op 9 Juli
een kip letsel te hebben toegebracht, door
dit pluimveegedierte in een zak gestoken op
te hangen aan het kippenhok en het dier zon
der het eenige lavenis of voedsel te verstrek
ken, in de brandend heete zon op te hangen.
Volgens de juffrouw had deze behandeling
ten doel de kip broedschheid af te leeren. Het
was absoluut haar bedoeling niet de kip te
mishandelen. Als ze broedsch zijn eten ze
toch ook niet, doceerde verdachte en in de
zon had zij de kip niet gehangen.
Als deskundige werd gehoord de heer P.
Koelewijn, brigadier-titulair der Rijksveld-
wacht op Bakkum, gem. Castricum.
Deze verklaarde dat de door verdachte ge
volgde, maar niet afdoende methode in N.-
Holland nog al eens wordt toegepast. Hij
zou echter zoo geen proces-verbaal opge
maakt, doch de juffrouw hebben gewaar
schuwd. De juffrouw werd als voorbeeld ge
steld voor andere onverstandige kippenhou
ders en tegen haar gevorderd' 8 boete of
8 dagen hechtenis.
Uitspraak: Vrijspraak wegens gebrek aan
het vereischte bewijs.
ERNSTIGE MISHANDELING.
De 21-jarige landbouwer Pieter Zw. uit
Ursem, ontstemd omdat een persoon, ge
naamd' Klaas Schuurman, veehouder, wonende
te Spanbroek, hem in den Pinksternacht van
9 op 10 Juli minachtend aanzag, gaf hem een
trap tegen een gevoelige plaats aan het on
derlijf, waardoor Klaas zeer pijnlijk werd ge
troffen. Het feit werd gepleegd te Alkmaar
op de Koorstraat nabij het Parkeerterrein.
Op initiatief van den politierechter verzoen
den de heeren zich zoo n beetje.
Gerequireerd werd 20 boete of 20 dagen
hechtenis.
Vonnis conform eisch.
NIET AFGESTAPT OP AMBTELIJK
BEVEL.
De te Helder wonende, niet verschenen ver
dachte Theodorus K. stapte niet af van zijn
rijwiel, toen hem zulks op Zaterdag 21 Juli
door den agent van politie Thiesen was ge
last, welk feit was gepleegd in de Spoor
straat, die voor wielrijders is verboden.
Volgens een schrijven van verdachte is hij
zeer rheumatisch en valt het hem moeilijk
van zijn rijwiel af te stappen. De officier was
van meening, dat dit beroep niet opging en
vorderde 15 boete of 15 dagen hechtenis.
Vonnis 10 bode of 10 dagen hechtenis.
WEDERSPANNIGHEID TEGEN
RIJKSPOLITIE.
De verdachte Zuiderzeewerker M. J. C. S
niet verschenen, had zich te Wieringen tame
lijk ernstig verzet tegen een tweetal rijks
veldwachters, die hem aanhielden wegens
dronkenschap.
Eisch en vonnis 25 boete of 25 dagen
hechtenis.
NIET VERSCHENEN TER
TERECHTZITTING.
De heer Cornelis Z., gedagvaard te ver
schijnen, ter terechtzitting te Alkmaar, ook
nu niet verschenen, was alstoen niet aan
wezig, omdat hij van den patroon geen toe
stemming kon verkrijgen.
Eisch 5 boete of 5 dagen hechtenis
Vonnis conform.
VERDUISTERING IN DIENST
BETREKKING.
De 20-iarige bakkersknecht Arie M d «-
tijds werkzaam in dienst van een broodbak
ker, Cornelisstraat te Schagen, stond te-echt
ter zake verschillende verduisteringen, ge
pleegd geduende het jaar 1930, zulks door
onderscheidene bedragen, die hij moest ont
vangen van de klanten, achter te houden en
zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Het jonge mensch leidde een tamelijk los
zinnig leven en rookte ontelbare sigaretten,
wat den bakker aaqleidjpg gaf hein eens extra
te controleeren met bovengemeld gevolg. He-
verduisterde bedrag bedroeg volgens bereke
ning van den patroon pl.m. 100. Volgens
de meening van verdachte was het totaal der
verduisteringen 6065.
Behalve den patroon werden als getuige
gehoord eenige dames uit Schagen
die aan verdachte geiden hadden betaald, wel
ke door hem niet waren verantwoord. De
verdediger, mr. Seegcrs, bleek niet aanwezi,
te zijn. Eisch 3 maanden gevangenisstra:
doch voorwaardelijk met 3 proefjaren. Vonnis
overeenkomstig het requisitoir Verdachte
wordt onder toezicht van het genootschap tot
zed. verbetering te A'kmaar gesteld.
Daarna sluitng.
'f
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK
TE ALKMAAR.
Meervoudige Strafkamer.
Zitting van Dinsdag 16 September.
MISHANDELING GEPLEEGD IN 1928.
Deze bejaarde strafzaak, reeds vroeger be'
handeld, betreffende een mishandeling in
1928 op zijn schoonzuster gepleegd door
Hermanus de Gr. te Castricum, prijkte heden
nogmaals op de zittingsrol. Als bijzonder
heid kan worden toegevoegd, dat de echtge-
noote van verdachte, destijds gehoord als ge
tuige a decharge, veroordeeld werd ter zake
meineed.
De mishandelde vrouw is inmiddels met
haar gezin naar Limmen vertrokken.
Zij werd hevig mishandeld door haar ver
woed familielid en bekwam zelfs een lichte
hersenschudding, zoodat algeheele genezing
5 weken uitbleef.
De verdachte was heden niet verschenen
Hij was zijn schoonzuster destijds gevolgd
tot in de keuken, waar hij haar aanviel. pen
familiekwestie was ook hier weer de oorzaak
van het conflict. Gevorderd werd 25 boete
subs.- 25 dagen hechtenis.
HOOGER BEROEP AANRIJDING
TE ANNA PAULOWNA.
De 64-jarige heer Hubertus R., loodgieter
te Noordwijk bevond zich op 30 Mei 1929
met zijn vierwielig motorrijtuig te Anna Pau-
lowna op den Zuidermolenweg en was door
den slingerenden gang van dit door hem be
stuurd voertuig oorzaak dat de veiligheid
van het verkeer in gevaar werd gebracht en
een aanrijding volgde met een ander motor
rijtuig, namelijk een vischwagentje, door den
koopman J. de Smit bestuurd en dat zich
rechts van den weg bevond. Verdachte werd
te dier zake veroordeeld door den kanton
rechter te Den Helder en kwam van dit von
nis in hoogêr beroep met mr. Volkers uit Am
sterdam als raadsman en verdediger.
Hij erkende thans dat het zijn schuld was
dat de aanrijding plaats had, doch het feit
zelf was een gevolg van den uiterst slechten
weg, vol kuilen en hobbels.
Van een 4-tal getuigen die gehoord moes
ten worden was alleen de heer de Smit, de
meest belanghebbende, aanwezig. De overi
gen waren door een misverstand niet gedag
vaard. Overigens leverde dit zaakje niets be
langrijks op. Het slingeren van de auto des
heeren R. had niet tot oorzaak dronken
schap van den bestuurder, wat als een gun
stige omstandigheid kon worden aange
merkt.
Volgens verklaring van den heer De Smit
had de appellant tegen 't vonnis zich destijds
niet beklaagd over den treurigen toestand
van den weg, doch toegegeven dat zijn auto
gebreken vertoonde, onder meer een niet al
te betrouwbare stuurinrichting die twijfel
achtig was gerepareerd. Hij bleef thans ech
ter hardnekkig zweeren bij den onberijdbaren
weg. Eerst na de aanrijding bleek de auto
voor verderen dienst onbruikbaar te zijn ge
worden.
De heer De Smit diende voorts een civiele
vordering ten bedrage van 50, hoewel de
toegebrachte schade veel grooter en wel
131 bedroeg. De rest hoopte de vischventer
per deurwaarder te innen. Achteraf bleek
echter, uit de mededeeling van den verdedi
ger dat het bedrag van 50 reeds was toe
gewezen, doch dat de verdachte indien de
rechtbank in diens geest vonnis wees, bereid
was 131 uit te keeren. Dus werd de vorde
ring ingetrokken in het belang van den be
nadeelde zelve.
Op grond van het onvolledige getuigen
verhoor verzocht de officier aanhouding, na
der bepaald tot de zitting van 28 Oct. a.s.
POGING TOT DIEFSTAL. DOODEN
VAN 2 KIPPEN EN WEDER
SPANNIGHEID.
De niet verschenen verd., H. B. uit Bergen
had zich te verantwoorden wegens poging
tot diefstal van twee kippen, die hij bereids
had doodgeslagen om zijn voornemen te ver
gemakkelijken. Een en ander speelde zich af
in het ganzenveld te Schoorl. Hij werd daar-
duchtig toetakelden. De oorzaak van die
vijandschap kwam niet voldoende naar vo
ren doch het was hier vermoedelijk wel weer
„cherchez la femme". De heer Smit vluchtte
het café uit, wat niet onverstandig genoemd
kon worden, aangezien het hem daar wel
wat te warm werd. Een tweetal ooggetuigen
van de vechtpartij trad mèt den hoofdper
soon Smit heden als getuigen op.
De heer officier, onder aanvoering van
verschillende bewijsmiddelen, achtte tegc"
alle verdachten het wettig en overtuigen
bij op heeterdaad betrapt door den onbezol
digd rijksveldwachter H. de Sukkel, die hem
te dier zake wenschte aan te houden.
De op heeterdaad betrapte kippendief
maakte toen een handbeweging of hij een
schietwerktuig uit zijn zak wilde halen om de
Sukkel neer te schieten. Dit gebeurde echter
niet, doch de veldwachter geraakte met den
heer B., 'n gevaarlijk persoontje, geducht
aan het vechten, waarbij B. de meest ge-
meene gevechtstrucs in toepassing bracht.
Ten slotte wist de Sukkel toch baas te blij
ven en B. te overmeesteren. De geuite be
dreigingen vermochten niet hem zijn ambts
plicht te doen verzuimen.
De officier drukte zijn spijt uit over de
afwezigheid van verdachte, waar toch zijn
belang meebracht zijn persoonlijke verschij
ning ter terechtzitting en Z.Ed. requireerde
tegen B. ter zake poging tot diefstal, het
dooden der kippen en de wederspannigheid 8
maanden gevangenisstraf.
Bedoelde B. is dezelfde persoon, die inder
tijd den chef-veldwachter Verkerk te Bergen
door een revolverschot verwondde.
MISHANDELING IN VEREENIGING.
In deze zaak moesten verschijnen 5 ver
dachten Jb. S., Corn. K., H. K., C. M. en
D. B., doch niemand hunner was versche
nen. Hun was bij dagvaarding ten laste ge
legd dat zij in den Zondagavond van 1 Juli
te Enkhuizen den 24-jarigen schilder Hotze
Smit, die zich in het café van Koopen be
vond, gezamenlijk hadden aangevallen en
geslagen. De heer K. deelde de eerste watje
kou uit, waarop de 4 andere aanvallers
volgden en den schilder, die niet veel van
beteekenis tegen 5 kerels kon uitrichten,
bewijs aanwezig en vorSerde tegen iede
30 boete of 30 dagen hechtenis.
VERDUISTERING VAN EEN OVERJAS
UIT DE HARMONIE.
Aan den niet verschenen verdachte, den
heer Hendrik H., reiziger, wonende te Ve.
zen, werd ten laste gelegd, dat hij een over
jas, eigendom van den heer C. Haakman te
Alkmaar, op 22 Dec. uit de dancing van de
„Harmonie" aldaar had meegenomen en zich
dit kleedingstuk wederrechtelijk zou heb
ben toegeëigend.
Deze zaak werd bereids behandeld door
den politierechter, doch door dezen rechter
verwezen naar de meervoudige strafkamer
De heer Haakman werd door den heer C. de
Lange, ondernemer der „Harmonie" volledig
schadeloos gesteld. De verdachte ontkende
indertijd het oogmerk der wederrechtelijke
toeëigening. Hij had bedoelde jas uit de
garderobe ontvangen en het kleedingstuk
verder in zijn auto mee naar zijn pension
Velzen genomen.
Getuige Peperkamp was niet aanwezig
Hem zou daarom wel eens 'n strafvervolging
kunnen dreigen.
De heer officier was van meening, dat ver
dachte een eventueel misverstand gemakkelijk
had kunnen herstellen, nu hij dit verzuimde,
achtte Z.Ed. het strafbare oogmerk aanwezig
en requireerde dus ter zake verduistering
30 boete sub 30 dagen.
Vervolgens werd het onderzoek geschorst
en de stukken zullen gesteld worden in han
den van den rechter-commissaris, dus is een
herhaalde behandeling nog weer te wachten
VERDUISTERING VAN EEN PAKJE
MET SNOEPERIJEN.
De 45-jarige juffrouw Klaasje L., huis
vrouw Jan K-, voorheen te Helder, Doggers
vaart 43 en thans te Oterleek aan den Mo
lenweg woonachtig, stond terecht als ver
dacht van wederrechtelijke toeëigenen van
een pakje lekkernijen, als daar zijn taartjes
allerhande en bonbons, dat door den loopjon
gen Joh. Heijerman, in dienst bij banketbak
ker Corn. Vis aldaar, aan de autobus was be
zorgd, terwijl bedoelde delicatessen feitelijk
bestemd waren J. Brouwer te Callantsoog.
Verdachte nam het pakje van den bezorger
aan en deed het voorkomen of het voor haar
was bestemd en deze vrijpostigheid was de
oorzaak va nhaar verschijning op de ver-
dachtenbank te Alkmaar.
Hoewel zij thans ontkende het pakje van
Heijerman te hebben overgenomen, herkende
de loopjongen haar pertinent. Verdachte had
zelf ook een pakje met lekkernijen, geleverd
door een een anderen banketbakker, in ont
vangst genomen. Het verduisterd pakje be
vatte 20 gebakjes, allerhande en bonbons. De
heer Brouwer had deze bestelling schriftelijk
gedaan bij banketbakker Vis.
De heer politierechter trachtte na het ge
tuigenverhoor op gemoedelijke wijze de ver
dachte er toe te brengen de waarheid te ver
tellen, doch zijn pogingen leden hopeloos
schipbreuk. Verdachte bleef volhouden niets
van een ander pakje te weten. Er is nóg
iemand, die haar met één doosje uit de bus
zag komen. Deze getuige schijnt in de in
structie niet gehoord te zijn. Verzwarend
voor verdachte waren echter de verklaringen
van den bus-chauffeur Zwaan, inmiddels nog
gearriveerd, die gezien had, dat verdachte
met den loopjongen van Vis had gesproken.
Zij had, toeri zij1 uitstapte, twee pakjes bij
zich. Ook herkende de chauffeur beslist den
loopjongen, die met verdachte in gesprek was.
Zekere juffrouw Makelaar, niet aanwezig
door ziekte, heeft verklaard duidelijk gezien
te hebben, dat verdachte het aan Brouwer
geadresseerde pakje in de hand had geno
men.
Ondanks dat haar op dit alles werd ge
wezen, bleef de vrouw ontkennen.
De heer officier vond het niet noodzakelijk
de overigens zeer belangrijke getuige mej.
Makelaar nog t? hooren en was van meening,
dat het bewijs ook zonder haar wel was te
construeeren. De officier releveerde voorts
méér uitvoerig het gebeurde met de pakjes
bij de autobus en requireerde, het wettig en
overtuigend bewijs geleverd achtende, tegen
mej. L. f35 boete of 35 dagen hechtenis.
Verdediger, mr. Groot, stelde er prijs op,
dat mej. Makelaar, momenteel ongesteld, als
nog werd gehoord' en verzocht ook een her
opende instructie en schorsing der behande
ling. Ook het politieonderzoek achtte pleiter
onvolledig. Na over een en ander te hebben
geraadkamerd, deelde de rechtbank als haar
beslissing mede, dat de verdere behandeling
der zaak zal plaats hebben op Dinsdag 28
October. Men hoopt, dat mej. Makelaar dan
weer hersteld za' rijn.
MISDRIJF ART. 247 WETBOEK VAN
STRAFRECHT.
Met gesloten deuren stond terecht de
62-jarige hardhoorige inwoner van den
Burg op Texel Jan R., aan wien was ten
laste gelegd het plegen van strafbare
handelingen met een minderjarig meis
je gedurende den loop van 1929.
In deze zedenzaak opponeerde mr.
Schenkeveld als raadsman en verdedi-
geer.
De officier, hoewel niet gesticht door
het gedrag van verdachte, gaf blijk mede
te willen werken tot diens moreele op
hefing en requireerde 8 maanden voor
waardelijk met 3 proefjaren en nader op
te leggen bijz. voorwaarden.
De verdediger, in herinnering bren
gende de kernspreuk: „Tout savoir c'est
tout pardonner", refereerde zich gaarne
aan dit requisitoir-met uitzondering van
de strafmaat, die hij verminderd
wenschte te zien.
Uitspraak volgende week.
OPLICHTING DOOR MIDDEL VAN DE
PHOTOGRAPHIE-KUNST.
De 43-jarige Bernardus Joh. Adrianus
Sch., van beroep loodzetter, geboren te
Haarlem, zonder vaste woonplaats en
thans gedetineerd te Roermond, werd
voorgeleid door een tweetal koninklijke
marechaussees, in vol ornaat en bleek
te zijn wat men vroeger noemde: ,,'n
chevalier d'industrie". Deze verdachte
had zich althans te Helder schuldig ge
maakt aan verschillende oplichterijen,
zich bij onderscheidene ingezetenen
voordoende als fotograaf en bij voorbaat
gelden ontvangende voor bestellingen
die nimmer werden uitgevoerd, onder
meer bij Cornelia Gorter, huisvrouw Du
Frie, die in 't laatst van Februari een
bezoek kreeg van verdachte, welke haar
een stalenboek toonde van verschillende
foto's op voorwerpen, in cassu 'n siga
rettenkoker, waarop een familiegroepje
zou prijken en waarvoor ze reeds voor
uit 5.40 betaalde, benevens een portret
van haar man en kinderen ter overna
me. Sch. gaf zulks goedmoedig toe. Hij
was beslist voornemens de bestellingen
uit te voeren en had reeds verschillende
foto's afgeleverd, doch eerst den laatsten
tijd was hij buiten staat de firma in
Berlijn, waarvoor hij werkte, te voldoen.
Het ontvangen geld had hij gebezigd
voor noodzakelijk levensonderhoud.
In de stukken had Sch. eenigszins an
ders verklaard, wat minder onschuldig,
zooals hem werd voorgelezen.
Voorts had verdachte een handelsre
latie aangeknoopt ten nadeele van mej.
Trijntje Schendelaar, echtgenoote van
den heer J. P. Vlaming, 'n huisgezin
met 5 kinderen, dat voor 3 op een
speld zou prijken. Mej. Vlaming betaal
de 2.50 vooruit en wacht nog steeds
op de mooie speld, die 15 Maart al zou
zijn afgeleverd.
Mej. Jannetje Hoep, de huisvrouw van
den heer Jan Kleunen, had begin Maart
voor een dergelijk doel vruchteloos ge
offerd 1.50 voor een hangertje, dat ge
sierd zou worden met het conterfeitset
van den heer Kleunen voornoemd.
De officier toonde weinig waardeering
voor den goeden trouw van Sch. Hij be
schikte over een omvangrijk strafregis
ter, voornamelijk vermogensdelicten,
oplichting, valschheid in geschrifte etc.
Het bleek dat hij het met de eerlijkheid
niet nauw nam. Op grond van al dat be
zwarende requireerde de officier 4 maan
den gevangenisstraf.
Mr. A. Prins, toegevoegd verdediger,
maakte eenige opmerkingen met betrek
king tot de data der gepleegde oplich
tingen. De monsterboeken waren in be
slag genomen en pleiter was van mee
ning, dat dit materiaal ter zitting aan
wezig had moeten zijn. Verd. moet nog
voor onderscheidene feiten ter oplich
ting terecht staan en in verband daar
mede verzocht pleiter met het opleg
gen van een eventueel e onvoorwaarde
lijke straf rekening te houden.
Ten slotte meende pleiter het nog te
willen wagen om den verdachte, die ab
soluut aan lager wal is, voor te dragen
voor een voorwaardelijke straf, vooral
omdat het toch niet betrof ernstige ver
mogensdelicten. Indien deze misdadiger
uit de gevangenis komt, zal de maat
schappij niet teegen hem beveiligd zijn.
Misschien is zulks wel het geval wan
neer hij voorwaardelijk wordt veroor
deeld.
De verdachte vestigde nog de aandacht
op zijn zwak hart, dat hem belet, .han
denarbeid van eenige beteekenis te ver
richten.
De uitspraak werd in alle zaken be
paald op a.s. Dinsdag.
Daarna sluiting der zitting.
MISHANDELING VAN EEN POLITIE.
AGENT.
Een behanger had in den avond van 9 n«
1.1. op den Nieuwendijk te Amsterdam rulfi
gehad met een anderen man, naar aanleiding
waarvan beide personen in het politieposthui*
Droogbak gehoord werden.
De behanger weigerde bij die gelegenheid
zijn naam te zeggen, omdat hij, naar zijn
zeggen, alleen als getuige verschenen was
Hem werd hierop gelast zich te verwijderen
en toen hij daaraan geen gehoor wilde geven
kwam het tot handtastelijkheden, waarbij een
agent van politie een verwonding aan het ooz
opliep en de behanger met een gummistok
een dusdanigen slag op het hoofd kreeg, dat
de gummistok brak, hij-zelf bewusteloos' viel
en gedurende weken in het Wilhelminagast.
huis verpleegd is moeten worden.
Een vervolging werd ingesteld zoowel
tegen den politie-agent als tegen den behan-
ger. Op 25 April veroordeelde de vierds
kamer der Amsterdamsche rechtbank den be
hanger tot twee maanden gevangenisstraf
wegens mishandeling van een ambtenaar in
de rechtmatige uitoefening zijner bediening
(Het O. M. had vier maanden gevorderd)
Daarentegen ontsloeg de rechtbank den
agent, tegen wien het O. M. 40 boete of 20
dagen hechtenis had geëischt, van alle rechts-
vervolging, op grond dat de mishandeling
van den behanger wel is waar bewezen if
doch niet strafbaar, aangezien de agent uit
noodweer en in hevige gemoedsbeweging g>.
handeld heeft.
De veroordeelde behanger kwam mij het
Amsterdamsche gerechtshof in hooger be-
roep.
Het
vonnis, uocu wijzigue ue Kwaimcaue in: mis
handeling tegen een ambtenaar gedurende
de rechtmatige uitoefening zijner bediening,
t Hof, uitspraak doende, bevestigde het
s, doch wijzigde de kwalificatie in: mis-
HET BESTAAN ONZER TUINDERS
BEDREIGD.
Men verzoekt ons overname van het vol-
ende artikeltje uit het weekblad „Handel en
uinbouw".
In de Staatscourant is de vorige week over
den uitvoer van uien de volgende ministe-
riëele beschikking verschenen:
De minister van staat, minister van binnen-
landsche zaken en landbouw heeft goedge
vonden: vast te stellen als merk, uitsluitend
bestemd om door of vanwege den daartoe ge
rechtigde op de verpakking van ten utivoer
bestemde uien overeenkomstig de te dien aan
zien geldende bepalingen te worden aange
bracht:
het merk van de krachtens art. 11 dier wet
ten aanzien van den uitvoer van uien bevoegd
verklaarde instelling, voorzien van de woor
den; „Rijksuitvoerkeuring uien" in een kring
tusschen twee concentrische cirkels, waarbin
nen het woord „Holland", een en ander ge
drukt over laatstgenoemd merk.
Hierop heeft ook betrekking een artikel „De
verplichte controle op de uien" in „De Tuin
derij" van 29 Augustus. De zinsnede, waar
mede dat artikel aanvangt, is reeds nadere
beschouwing waard. Er wordt n.1. gezegd:
„De verplichte controle op de uien zal onzen
handel in dit product wijzigen". Heeft het
niet iets weg van een wetsbepaling 'van groo
ter stelligheid en met zoo mogelijk nog min
der voorbehoud dan de ministerieele beschik
king, die wij hierboven afdrukten? Het is niet
enkel de strafheid dezer verklaring, maat
ook de toelichting, die er op gegeven wordt,
welke in onze herinnering terugroept de
meest verfoeide rechteloosheid van het regime
tijdens de crisisjaren. Er was destijds reden
voor de landoverheid, om de vrijheid eenigs
zins aan banden te leggen, omdat de omstan
digheden er toen heel licht toe geleid zouden
hebben, dat zonder het ingrijpen door de re-
f eering, een toestand van anarchie en wille-
eur zou zijn ontstaan, die voor de oeconomt-
sche verhouding in het binnenland en voor
de politieke verhouding tot het buitenland
ernstig gevaar opgeleverd zou hebben. Op de
beknotting van vrijheid voor handel en bedrijf
is zeer verschillend gereageerd. Sommigen
hebben zich lijdelijk neergelegd bij hetgeen in
hun ook niet te veranderen was; anderen heb
ben zich morrend en onder voortdurend ver
zet gekromd onder wat zij noemden vrijheids-
berooving; nog een ander deel van ons volk
zag de kans, om die vrijheidsbeperking dienst
baar te maken aan de bereiking van hun spe
ciale en duistere oogmerken. Deze laatsten
gelukkig vormden zij een geringe minderheid
hadden natuurlijk den bestaanden toestand
gaarne bestendigd gezien, maar overigens
werd de terugkeer van de vrijheid met blijd
schap begroet. Dat beteekent dus, dat de men-
schen zich in het algemeen moeilijk kunnen
voegen in een keurslijf van bemoeiingen en
voorschriften van bovenaf. Producenten en
handelaars, om niet te spreken van andere
vrije beroepen, zijn door de plaats, die zij in
het maatschappelijk bestek innemen, bijzonder
prat op hun vrijheid en dulden dan ook niet,
dat zij tegen zichzelf in bescherming worden
genomen.
De veilingsplicht voor tuinbouwers, die na
173. Gewapend met zwaard, moker, stuk hout en tooverstaf
wierpen zij zich op de spin, die links en rechts sloeg en menige
gevoelige mep uitdeelde. Maar ook de anderen gaven geen
kamp. Vooral Keesie weerde zich manhaftig en dat stak de an
deren een hart onder de riem.
174. Het scheen, dat de spin de overwinning zou behalen.
Want de professor was al half en half buiten gevecht gesteld,
terwijl een der kabouters door de klauwen van het dier werd
vastgehouden. Toen kwam de slotenmaker met zijn toover-
ring, doch de spin pakte ook den ring beet. „Wat zullen w»
nou doen", riep de kabouter, de warhoop nabij.
I