Ilkiimcli Coinit.
Uit de Pers
N». 219 1930
türiird twee en dertigste Jaargang.
11 oensdag VS September
De troonrede.
Provinciaal nieuws
ft
Aan de uitlatingen der bladen over de
troonrede ontleenen wij het volgende:
Het Hbld. (lib.) noemt onder het'hoofd
„Een ledige doos", de troonrede „niet onver
deeld gunstig".
De financieele paragraaf is een duidelijke
aanwijzing, dat de beheerder der schatkist
zich rekenschap geeft van den werkelijken
toestand.
Wijs beleid!
Helaas heeft echter minister De Geer zoo
dikwijls reeds gemeld: nu is het uit met de
meevallers, zoo dikwijls is hij gelogenstraft,
dat zijn woord, meenen wij, niet den indruk
zal maken, dien het in de gegeven omstan
digheden behoorde te maken.
Dat is mede te danken aan de omstandig
heid, dat van de „versobering van 's rijks
dienst door reorganisaties" waarvan de
•troonrede getuigd, dat zij zal worden voort
gezet, naar buiten veel minder is gebleken al
thans, dan men het recht had te verwachten.
De regeering onderschat, vreezen wij, de psy
chologische beteekenis van een dergelijke ver
sobering.
Inmiddels, wij vreezen, dat de minister van
financiën, het lot van Cassandra wier som
bere voorspellingen geen geloof vonden, niet
•lang meer zal behoeven te deelen. Het ziet er
inderdaad naar uit, dat de maandelijksche
rijksmiddelenstaten, hem weldra spreken
de wijze in het gelijk zullen stellen.
Bezuiniging wenscht het Hbld. niet ten
aanzien van de overbrugging der groote ri
vieren. „De belemmering van het zich snel
ontwikkelend verkeer in de rivierovergangen
gelegen is al te lang geduld. De zuinigheid
te dien aanzien bedriegt de wijsheid".
Ten aanzien van het voornamen tot herzie
ning van de lageronderwijswet zegt het blad
o.m.: „Indien de minister de kosten van het
lager onderwijs slechts met enkele procenten
zou kunnen verminderen door aan noode-
looze uitgaven een einde te m..ken, die de
wet thans mogelijk maakt, zou men hem
daarvoor reeds dankbaar moeten zijn. In de
hoop, dat deze eerste stap door andere zal
worden gevolgd".
In verband met de te regelen rechtposities
van handelsagenten, militairen en arbeiders
vraagt het blad:
„Waar blijft de waarborg van de rechts
positie van den staatsburger tegenover de
overheid? Het jongste staaltje van „radio
recht" dat wij Zaterdag 1.1. bespraken, is de
zooveelste aanwijzing, dat er in dat opzicht
te onzent heel wat ontbreekt".
„De „koloniale" paragraaf is verreweg de
langste, heet het dan verder. Van iets dat
ook maar lijkt op „groote krachtsinspanning
en wijs beleid" ten aanzien van Suriname
zoekt men in deze troonrede tevergeefs eenig
spoor. De regeering bepaalt er zich toe, de
koningin plechtig te laten uitspreken, dat de
prijzen van koffie en suiker laag zijn. Alsof
wij dat niet wisten! Men verneemt niet, of er
verder iets wordt voorbereid1 of overwogen,
dat den toestand van dit gewest eenigermate
zou kunnen verbeteren. Het ware te gemak
kelijk om daarover in schampere bewoordin
gen te spreken, dan dat wij voor de verlei
ding daartoe zullen bezwijken.
Ook ten aanzien van Cura?ao dezelfde so
berheid in dit staatsstuk. Iets over de ver
houding tot de naburige koloniën en mogend
heden ware in de huidige politieke constella
tie hier geen weelde geweest. Meer wordt er
over Oost-Indië gezegd, maar nieuw is hier
feitelijk alleen de mededeeling, dat een ont-
werp-ordonnantie gereed ligt tot principieels
beperking der poenale sanctie.
Wij zouden bij deze passage wel iets meer
hebben willen hooren, waaruit bleek, wat de
regeering voornemens is te doen om ae vrees
te beschamen van degenen, die door het be
leid in Indië gevoerd, het Nederlandsche ge
zag niet steeds voldoende gewaarborgd ach
ten. Ook wat over de ontwikkeling der politie
ke verhoudingen wordt gezegd, is niet ge
schikt, om de rechtmatige belangstelling van
het Nederlandsche volk in deze zaak te bevre
digen".
De Tijd (r.k.) ziet het sympathieke in
de Troonrede hierin, dat zij de nuchtere
feiten onder de oogen brengt, de betrek
kelijke machteloosheid van den staat
om economische wereldvraagstukken p
te lossen volmondig erkent en derhalve
geen onvervulbare verwachtingen wekt.
Vele lieve wenschen, die geld kosten,
zullen onvervuld blijven. A
In het algemeen achten wij het stana-
punt juist, dat men op de belastingver
laging, die in de nieuwe financieele ver
houding tusschen het Rijk en de Ge
meenten het volgend jaar neg zal door
werken, niet kan terugkomen, en nieu
we uitgaven, die het financieel even
wicht zouden verstoren, moeten gorden
vermeden, mits de -rqorzichtis'heid n
oontaarde in een zuinigheid, die de wijs
heid bedriegt, of in onbillijkheid, die h
rechtsgevoel kwetst.
Vooruitziende staatkunde zal ui-g?a-
ven voor de economisch-technologiscne
vorming van jonge ondernemers ®n v°°r
de opleiding van geschoolde arbeider
op de begrooting kunnen brengen, om
dat de besteding van dè,t geld zal zijn
een even voorzichtige als vruchtbare be
legging voor het nageslacht.
Eenzelfde vraag geldt voor de salan-
eering der onderwijzers. Nu de Minister
van Financiën ierecht de salariskwestie
heeft losgemaakt van de opbrengst der
rijksmiddelen, kunnen de ongunstige
verwachtingen geen reden zijn, om den
minister van onderwijs te weerhouden
van een objectief onderzoek naar de
vraag, of de arbeid, dien de leerkrach
ten der lagere scholen leveren, al of niet
behoorlijk wordt betaald. Mocht na een
onderzoek het antwoord op deze vraag
ontkennend luiden, dan rust allereerst
op minister Terpstra den plicht de Ré-
?ne®ri*g te overtuigen, dat het geld voor
n behoorlijke salarieering in ieder geval
moet gevonden worden.
De ÏL R. Ct. (lib.) constateert dat het
alles „berusting" is, wat de klok slaat.
De eenige conclusie, waartoe de Troon-
rede komt, is, dat naar „voortgezette
versobering van 's Rijks dienst door re
organisatie" moet worden gestreefd, en
at het „plicht" is, „buitengewone beper-
king te betrachten ten opzichte van
maatregelen, welke offers van 's Rijks
schatkist, vergen. Met de conclusie gaan
Wij in het algemeen accoord, al zouden
wij haar met enkele reserven hebben ge
formuleerd. Er zijn maatregelen, die in
de naaste toekomst onvermijdelijk zul
len blijken te zijn, en er zou wellicht
veel voor pleiten, in tijden van steeds
ernstiger dreigende werkloosheid som
mige van die maatregelen te bespoedi
gen. We denken b.v. aan den bouw van
vaste bruggen over onze groote rivieren,
waarvan verderop in Troonrede wordt
verteld, dat er „blijvende aandacht" aan
wordt besteed. Zoo is er meer, ook in de
gemeenten. Zou het geen betere werk
loosheidsvoorziening kunnen zijn, in
dien daarvoor niet slechts aandacht,
maar offers uit de schatkist in vooruit
zicht werden gesteld, zoodra mogelijk,
in plaats van steunverleningen met de
demoraliseerende gevolgen, die daaraan
verbonden zijn?
Eene tweede opmerking moet ons uit
de pen. Moge de regeering niet alleen
oog hebben voor den nood der schatkist.
Ook nijverheid, handel en landbouw ver-
keeren in omstandigheden, waarin
maatregelen, welke offers van hen ver
gen, in de naaste toekomst behooren te
worden vermeden. Daaromtrent had
wellicht de Troonrede ook wel eens een
woordje kunnen zeggen, om er wat van
den geur aan te geven, dien dit staats
stuk nu ten eenenmale ontbeert.
Het „Vad." (lib.) merkt op, dat, met ver
mijding van ook maar de minste jacht
naar populariteit, precies wordt gezegd,
waar het op staat en besluit:
Resumeerende brengen wij aan de re
geering hulde, dat zij niet geschroomd
heeft met de waarheid voor den dag te
komen al zijn onaangename waarheden
zelden welkom, de Geer moet zich nu
maar voorbereiden op den bijnaam van
„Colijn in het kwadraat".
En wat het wetgevende deel van de
troonrede betreft is er zeker de béschei-
denheid in acht genomen, die een extra
parlementair kabinet past, maar het is
juist onze grief, dat wij geen parlemen
tair ministerie hebben, dat zijne begin
selen zoo krachtig mogelijk in de Neder
landsche natie kan uitdagen. Van be
ginselstrijd wordt een volk altijd beter.
De Res.-bode (r. k.):
De algemeene indruk van deze troon
rede is niet bemoedigend, en we vreezen
er een verscherping van voor den poli-
tieken strijd. Met haar ernstig financieel
pessimisme, heeft bijv. de regeering de
oppositie tegen de vlootplannen al be
staat er natuurlijk tusschen deze twee
zaken geen verband niet weinig ver
sterkt.
Daarnaast vindt de verklaring door de
regeering in de Tweede Kamer afgelegd,
dat zij voor alles wil steunen op de be
ginselen, welke leven bij de rechterzijde,
in deze troonrede weinig steun.
Wij vreezen, dat wanneer de volks
vertegenwoordiging straks uitgenoodigd
wordt om voor 't standpunt der regee
ring mede de verantwoordelijkheid te
dragen, botsingen onvermijdelijk zijn.
De „Standaard" (a.-r.) acht het pessi
misme gewettigd, al moet zij constatee-
ren, dat op bepaalde maatregelen in ver-
Land met de huidige crisis niet wordt
gewezen in de Troonrede.
Zij bepaalt zich tot het aanduiden van
de gewone levenswijsheid, die met be
trekking tot de economische crisis den
nadruk legt op yroote krachtsinspan
ning en wijs beleid, welke met Gods hulp
zullen moeten voeren naar betere tijden,
en die met het oog op de schatkist ge
waagt van voortgezette versobering van
's Rijks dienst en buitengewone beper
king in het nemen van maatregelen
welke offers van 's Rijks schatkist ver
gen.
Indien er niet zoovelen waren, die, zoo
-gauw zij het gebied van den Staat betre
den, aan deze gewone levenswijshei i
absoluut gespeend zijn, zou het mis
schien overbodig kunnen schijnen er op
te wijzen. Thans is dit waarlijk niet het
geval.
Het is dus goed gezien, dat thans in de
Troonrede van geldkostende maatrege
len behalve dan het cursus-ontwerp,
dat wijziging ondergaat niet gerept
wordt.
Zij is uiterst sober. Misschien te sober,
aangezien eenig ontwerp, dat van de
kleur en het karakter van het kabinet
zou kunnen spreken, noode gemist
wordt.
Een „troonrede van de Geer", zoo be
titelt de r. k. „Volkskrant' 'het gisteren
voorgelezen staatsstuk. Het blad be
spreekt in het bijzonder de sociale pa
ragraaf, welke het zeer onbevredigend
vindt en concludeert dan:
De troonrede wekt riet de gedachte,
dat de ministers werkloos blijven en
dat men de Kamers wegens gebrek aan
bezigheid naar huis zal sturen, maar
men krijgt toch ook niet den indruk, dat
forsch zal worden aangepakt daar waar
dit het eerst en het hardst noodig is.
Men ziet, in één woord, minister De
Geer te veel en de andere ministers,
in 't bijzonder die van Arbeid en van
Landbouw, die ook een aanzienlijk stuk
economische zaken vertegenwoordigt,
te weinig.
„Het oude, rampzalige spel uit de el
lendige Colijn-perióde gaat weer begin
nen", constateert „het Volk" (soc.-dem.).
Een misleidend spel. Want wij zijn
waarlijk niet vergeten, hoe de uitkomst
over de schatkistjaren, toen de vreese-
lijkste tekorten voorspeld werden, ge
weest is, dat integendeel overschotten
van honderden millioenen gekweekt
werden. In plaats van den met grafstem
aangekondigden schatkistnood bleek
men in het geld te zwemmen. Maar de
bezuinigingen, die zoo diepe wonden in
het volksleven geslagen hadden, bleven
niettemin gehandhaafd en men wendde
de weergalooze overschotten aan om de
belastingen, vooral van de rijken, te
verlagen
Zoo is deze troonrede 'n brutale uitda
ging. Zij teekent scherp hét reactionnair
karakter dezer extra-parlementaire
rechtsche regeering. Zij beduidt een her
leving van de Colijn-periodé. Zij diént
de strijdende arbeidersklasse paraat te
vinden tot krachtig verweer.
„Onbeduidend", dat is de indruk wel
ken de „Tel." (neutr.) kreeg. Het blad
denkt met heimwee terug aan de tijden,
toen een Thorbecke, een Kappeijne, een
Kuyper de leidsels van het staatsbewind
in handen hadden. Somber besluit het
blad, dat natuurlijk ook een paragraaf
over de radio mist:
Zoo gaan wij dan 't nieuwe parlemen
taire jaar tegemoet. Niet met de hoop,
die aan een krachtige Troonrede te ont
leenen ware geweest. Niet met den
troost, dat in Regeeringskringen de
oogen opengaan voor de gevaren en ont-
rechtingen van een tot in 't verdwaasde
verpolitiekt partijsysteem. Doch slechts
in het vertrouwen, dat de gezonde zin
van het Nederlandsche volk eens den
tijd zal doen terug keeren, waarin regee-
ren mogelijk, en een troonpraatje weer
een Troonrede zal kunnen zijn.
Uit den somberen toon spreekt, zoo
meent de „Ned." (ch. hist.) 't vooruit
ziend beleid, dat het kenmerk is
van den wijzen bestuurder. Niette
min is de redactie teleurgesteld.
Dat de Troonrede geen woord be
vat over ie uitbreiding van het
landbouwonderwijs en het nijverheids
onderwijs dat zelfs de dringend-noo-
|dige verbetering der ouderdomszorg
niet wordt genoemd het is alles zon
der twijfel het gevolg van den dreigen
den financieelen nood. Maar deze we
tenschap vermag de teleurstelling niet
terug te dringen.
WINKEL.
Vergadering van den Raad der gemeente
Winkel op Dinsdag 16 September 1630. Te
genwoordig alle leden.
Mededeelingen. De leening van 50.000
voor schoolbouw te Winkel en te Lutjewin
kel is geplaatst bij de Hollandsche Sociëteit
van Levensverzekering te Amsterdam, tegen
een rente van 4 3/4 pCf., koers 100.
Het automatisch begraaftoestel, waarvoor
bij raadsbesluit van 20 December 1629 een
crediet van 200 werd verleend, is thans
aangeschaft.
Tusschen Rijk en Gemeente is een contract
gesloten voor de verhuring van het Post- en
Telegraafkantoor voor de jaren 1932 tot en
met 1936 tegen een huurprijs van 700 per
jaar.
Voor het handwerkonderwijs zijn 2 naai
machines hersteld bij de Gez. Lange te Win
kel.
Ingekomen stukken. Een bericht van den
heer H. Hofman te Barsingerhorn, dat de be
noeming door hem en zijn echtgenoote tot
vader en moeder in het Tehuis voor Ouden
van Dagen wordt aangenomen; 8 Augustus
hebben zij hun functie aanvaard.
Een mededeeling van den minister van
binnenl. zaken en landbouw dat voor water
voorziening van den Groetpolder geen rijks
bijdrage is te verwachten.
B. en W. stelden voor deze stukken voor
kennisgeving aan te nemen.
Aldus werd besloten.
Eenige verslagen werden ter inzage voor de
leden gelegd.
Op verzoek van den heer Van Wijk werd
het verslag der gascommissie voorgelezen en
als gevolg daarvan vroeg de heer Van Wijk
of alvorens de assurantiepremie voor de me
ters te verhoogen ook opgave is gevraagd bij
de firma Knegt en Zonen.
De voorzitter antwoordde ontkennend. De
commissie zag de billijkheid daarvan zooda
nig in, dat tot verhooging is overgegaan.
De heer Van Wijk zou prijsstelten op een
bijeenkomst voor het verstrekken van techni
sche voorlichting.
De voorzitter was voornemens in die rich
ting met het P.E.N. te onderhandelen.
De heer Over vroeg of er nog niet aan de
schoeiing in Lutjewinkel moet worden begon
nen.
De voorzitter zeide, daarover in comité me
dedeeling te zullen doen.
De heer Kamp vroeg of er al plannen be
staan voor het teeren van wegen.
De voorzitter zeide, dat nu door B. en W.
enkele bewerkte wegen zullen worden beke
ken en dan een plan zal worden ontworpen,
waarbij B. en W. zich door een bevoegde zul
len laten voorlichten.
De heer Dekker bracht de wenschelijkheid
van een bad- en zweminrichting naar voren.
De voorzitter zeide, dat het adres daar
voor niet in rust is, doch het is nog niet ge
lukt, de geschikte plaats te vinden. De aan
dacht blijft er op gevestigd.
De heer Brugman vroeg of er al eens iets
gehoord is van herziening der classificatie
voor de onderwijzers.
De voorzitter antwoordde ontkennend.
Daarna werd de vergadering gesloten.
Verzoeken om subsidie, enz. Ingekomen
was een verzoek om subsidie voor 1931 van:
de Schager Handeldrijvende en Industriee-
le Middenstandsvereen, de r.k. ver. Moeder-
schapszorg te Heerlen, den Legwedstrijd te
Beemster, de Vereeniging ter bevordering
van het Vakonderwijs in Westfriesland, de
Commissie voor de malariabestrijding in
Noordholland, de Noordhollandsche Veree
niging „Het Witte Kruis", de afd. Winkel
van het Genootschap kinderherstelling- en
vacantiekoloaién. de zycma»tiekvere«jjgjtpg
„Sparta", de gemengde zangvereeniging
„West-Frisla", de vereeniging tot drankbe
strijding en Winkel's Harmonie.
Ook was ingekomen een verzoek van N.
Leijen, om verhooging van loon.
B. en W. stelden voor al deze verzoeken
bij de begrooting te behandelen.
Aldus besloten.
Bijdrage Handelsonderwijs te Alkmaar.
Door het gemeentebestuur te Alkmaar is be
richt dat toelating tot de Handelsschool is
gevraagd door den heer G. H. Kistemaker te
Winkel, voor zijn zoon J. Kistemaker.
Volgens de bestaande regeling wordt de
toelating afhankelijk gesteld van het verlee-
nen van een bijdrage door de gemeente. Deze
bijdrage is voor het cursusjaar 1930—1931
bepaald op 80.99.
De bijdrage is niet wettelijk verplicht en
het zou derhalve mogelijk zijn den betrokken
vader een overeenkomst voor te stellen waar
bij hij zich verplicht, die bijdrage terug te
storten. Waar echter voor andere onderwijs
instellingen een bijdrage verplicht gesteld is,
en meermalen zelfs belangrijk hooger is, dan
de hier bedoelde, komt het B. en W. billijk
voor, deze kosten niet te verhalen, doch hier,
door een onverplichte bijdrage te verleenen,
het bezoeken van de Handelsschool mogelijk
te maken. Zij stelden mitsdien voor deze kos
ten voor gemeenterekening te nemen.
Aldus besloten.
De heer Kamp wenschte een poging te doen
om bijdragen voor onderwijsinstellingen te
laten vervallen.
Ontheffingen schoolgeld werd verleend
aan K. Kwantes te Winkel, H. Landman te
Wieringerwaard, F. Louwsma te Berkhout,
P. Nap te Barsingerhorn en Wed. A. Moeijes
te Winkel.
B. en W. stelden voor de gevraagde onthef
fingen te verleenen.
Aldus besloten.
Voorloopige vaststelling gemeenterekening
1929. Het advies der commissie uitgebracht
door den heer K. Over strekte tot voorloopige
vaststelling gewone dienst in ontvangst op
92052.58, in uitgaaf op 90999.09M, batig
saldo 1053.48V2; kapitaal dienst in ont
vangst 13407.07, in uitgaaf 13709.19, na-
deelig saldo 302.12.
Goedkeuring rekening algemeen Burgerlijk
Armbestuur 1929: Het advies der commissie,
uitgebracht door den heer K. Over strekte tot
goedkeuring in ontvangst op 12360.71, in
uitgaaf op 10721.26, batig saldo 1639.45.
Goedkeuring rekening gasfabriek 1929. Het
advies der commissie, uitgebracht door den
heer K. Over strekte tot goedkeuring, gewone
dienst in ontvangst op 62956.19, in uitgaaf
op 61799.3214, batig saldo 1.156.8614, ka
pitaal dienst in ontvangst op 21449.76, in
uitgaaf op 21449.76, saldo nihil.
Overeenkomstig de voorstellen werd beslo
ten en de commissie bedankt voor haar be
moeiingen.
Aanbieding begrootingen: aangeboden
werd 1. de begrooting der gemeente over
1931, 2. de begrooting van het Algemeen
Burgerlijk Armbestuur 1931, 3. de begrooting
der gemeenschappelijke Gasfabriek voor
1931.
Tot leden der commissie van onderzoek
werden aangewezen de leden van den Raad,
niet behoorende tot het college van B. en W.
Aldus werd besloten.
Suppletoire begrooting 1930. B. en W.
stelden voor in de begrooting 1930 enkele
wijzigingen aan te brengen, tot een uitgaaf
van 374.50.
Werd goedgekeurd.
De heer Van Wijk vroeg hoe het komt, dat
het gasverbruik voor dë straatverlichting in
Winkel nog eens zooveel kost als voor Nieu
we Niedorp en of bij de komst van electrisch
licht met gasverlichting wordt opgehouden.
Spreker klaagde over de verlichting bij de
Zuivelfabriek. De lantaarn die er is, brandt
nooit.
De voorzitter deelde mede, dat zal worden
nagegaan hoeveel het verbruik per lantaarn
is.
Het afschaffen van gas bij de komst van
electriciteit is een punt van behandeling bij
B. en W.
Als één lantaarn het niet doet, kan nog
niet gesproken worden van verstoken zijn van
verlichting.
De heer Kamp merkte op, dat er in Nieuwe
Niedorp meer lantaarns zijn.
De heer Honing zeide gehoord te hebben
dat er inwoners zijn die bezwaren opperen
t egen de huisaansluiting voor het electrisch
licht, zoolang het .vastrecht niet bekend is.
De voorzitter zeide, dat dit hun goed recht
•is.
OUDE NIEDORP.
De kermis te Zijdewind in deze gemeente
werd ook dit jaar wederom ingezet met een
optocht. Voorafgegaan door het muziekkorps
„St. Martinus", waarvan de leden allen de
uniformpet van het korps droegen, trok de
optocht door Zijdewind en het Veld naar het
plein van de pastorie van 't Veld, waar de
deelnemers en deelneemsters door de jury ge
monsterd werden.
Zeer veel belangstelling trok vooral een
geïmproviseerde woonwagen met een heelen
troep z.g. zigeuners, bestaande uit zigeuner
mannen en -vrouwen en haveloos gekleede
kinderen, waarbij zelfs een zigeunerdreumes
van 1 jaar niet ontbrak. Bedelend en harmo
nicaspelend trok de troep in den optocht mee,
zoodoende ook onderweg de rol van zigeuner-
troepje uitstekend vervullend.
'n Aardigen indruk maakte ook de op een
vrachtauto aangebrachte theetuin, waarin een
drietal jongedames genoegelijk zaten te thee'
drinken, ondanks het minder mooie weer.
Een volbloed Indiaan, drie dames te paard
In verschillende Noordhollandsche kleeder
drachten uit de „oude doos", eenige versierde
fietsen en een meisje, dat 'n fladderende vlin
der voorstelde, zorgden tevens voor 'n aardig
effect in den. optocht. Een aardig idee had een
meisje gehad, dat op haar versierde fiets een
windmolen meevoerde met het opschrift „Pro
paganda voor het behoud van den Holland-
schen molen".
Om ongeveer 1 uur reikte de voorzitter van
de jury, de burgemeester, met een toespraak
de prijzen uit in het café „Ligthart te Zijde
wind.
De eerste prijs werd toegekend aan de z.g.
zigeunertroep met het hoogste aantal punten
nf 59. De 2e prijs verkreeg „De theetuin" met
52 punten; de 3e priji de Indiaan met 43K
punt; de 4e prijs een versierde fiets met 38
punten, de 5e prijs „Zeeuwsche Schoone mej
37 punten; de 6e prijs „Drie meisjes tg
paard" met 36 punten en de 7e prijs „Propa
ganda voor behoud van den Holl. molerr
met 35 punten. Een troostprijs werd toege
kend aan „Vlinder" en aan een versierde fiets.
De prijzen bestonden uit geld waarvoor de
prijswinnaars en winnaressen zich een ca
deautje naar believen konden koopen.
's Middags werd een wedstrijd gehouden in
het spekhappen voor meisjes. Hieraan werd
deelgenomen door 24 meisjes.
De le prijs werd gewonnen door Neeltje
van der Fluit; de 2e door Truus van der Eng;
de 3e door Aafje Dekker Pd.; de 4e d. Corn
van der Eng, de 5e pr. door Anna van der
Fluit en de 6e prijs door Aagje Bakker Jd.
De jaarlijksche schietwedstrijd, welke op de
gebruikelijke wijze op kermis-Maandag bij
Pepping werd gehouden, gaf den volgenden
uitslag: le klasse: J. de Wit 94 p., P. Brink
91 p.Casper Stroet 88 punten en J. de Boei
86 punten.
2e klasse: G. Veldman Cz. 84 punten; H.
Tamis 83 punten; M. v. Baar 81 punten en
Th. Schiebroek 80 punten.
UITGEEST.
Woonhuis afgebrand
Hedennacht is door onbekende oorzaak het
woonhuis afgebrand van den heer K. Tromp
aan den Middelweg. Te middernacht sloegen
de vlammen plotseling uit het pand en daar
er een sterke wind was, stond het huis wel
dra in lichte laaie. De brandweer werd direct
gealarmeerd en was heel spoedig ter plaatse.
Onder leiding van den brandweercomman
dant Peperkamp werden 2 slangen op de
waterleiding gezet en water gegeven. Daar
het een op zich zelf staand woonhuis is, was
voor uitbreiding van den brand direct geen
vrees.
Het woonhuis is totaal afgebrand, alleen
de muren zijn gedeeltelijk blijven staan. Een
op eenige meters afstand gelegen woning
liep eenige waterschade op. De bewoners wa
ren niet thuis. Van den inboedel kon niets
worden gered. Verzekering dekt de schade.
URSEM.
Maandagavond vergaderde de Bijzonden
Vrijwillige Landstorm, afdeeling Ursem, ten
huize van den heer J. Mulder, café de
„Landbouw". Aanwezig 14 leden.
De voorzitter opende de vergadering met
een hartelijke toespraak, waarin een terug
blik werd geworpen op het afgeloopen tijd
vak en op den prettigen geest, die onder de
leden heerseht en het trouw bezoeken der
schietavonden. Spreker uitte den wensch dal
dezen winter wederom op even prettige wijze
zal worden geschoten en de oefeningen
trouw zullen worden bijgewoond. Gewoonlijk
kwamen 20 schutters op maar met een leden
tal van circa 50 personen moet dit aantal
in de toekomst stijgen. Enkele nieuwe leden
traden toe en een 2-ial afschrijvingen we
gens vertrek hadden plaats. Besloten werd
op 30 September e.k. aan te vangen met het
schieten en wel op Dinsdagavond 7 uur in
de zaal van den heer P. Th. Oudejans. Daar
de schutters zijn ingedeeld in klasse B, C. en
D en er geen Koningschutters zijn, zal op
den plaatselijken wedstrijd ook in deze klas
sen worden uitgekomen. In afwijking van vo
rige jaren werd besloten zooveel prijzen aan
te koopen als er deelnemers zijn zoodat ook
de slechte schutters iets kunnen bemachti
gen. Een beroep op de ingezetenen alsmede
op den gemeenteraad zal worden gedaan,
terwijl de contributie voor de leden ongewij
zigd bleef. De voorzitter zegde een geldelijk
ke bijdrage toe voor het aankoopen van prij
zen. Een commissie werd benoemd voor het
aankoopen der prijzen nl. de heeren 'J.
Schaap Czn., 'J. Mulder en P. v. d. Lee. Tot
secretaris van de afdeeling werd in de
plaats van den heer P. v. d. Lee benoemd de
beer Chr. de Goede. Bij de rondvraag dron
gen enkele leden er op aan de vertooning
van de legerfilm hier te krijgen; wat toege
zegd werd mits de kosten niet te hoog zijn
Daarna sluiting.
TEXEL.
Verdronken
Op een weide, gelegen aan den Waalder-
weg nabij den Burg Texel is Dinsdag een
arbeider, C. Verhoeven genaamd, bij het
graven van een sloot, daarin voorovergeval-
len en verdronken.
Toen men de ongelukkige vond, werd di
rect een geneesheer ontboden, die echter
slechts den dood kon constateeren.
NOORDSCHARWOUDE.
De r.k. kerk, welke voorzien was van drie
wijzerplaten, zal er nog een bij krijgen n.1.
aan de oostzijde. Tevens zullen de wijzerpla
ten van lichtgevende verfstof voorzien wor
den, waardoor het dus mogelijk wordt ook
des avonds den tijd waar te nemen.
VEENHUIZEN.
Doordat er iets aan de claxon van den
auto mankeerde, lette mej. Pool van Hoog
woud, terwijl zij de Veenhuizerbrug afreed,
niet genoeg op het stuur. Het gevolg was,
dat de auto van den weg week en tegen een
paal van het electrisch net botste. De paal
knapte doormidden, terwijl het voorste ge
deelte van den auto vrij ernstig beschadigd
werd. Het vehikel werd later door een auto
van de firma Modder huiswaarts getrokken.
Duidelijk bleek nu het groote gerief van
de telefoonverbinding, welke Veenhuizen be
zit. De heer Rentenaar gaf telefonisch in
Hugówaard kennis van het gebeurde en niet
lang daarna arriveerde een nieuwe paal
zoodat reeds voor den middag alles weer in
orde was.
HOOGKARSPEL.
Benoemd is tot ridder in de orde van
Oranje Nassau de heer D. Brander Tzn.,
oud-burgemeester van Hoogkarspel.
W ARMENHUIZEN. 1
O e b o r e n: Gretbs. d. v. Bertis Barsim
gerhorn en Trijntje Kroon. Theodoru9
Cornelis, z. v. Willem Mosch en Maria Snij1-
ders. Jacoö Pieter. z. v. Dirk Mink en
Maria Margaretha de Groot. Willem, z.
v. Johannes Dekker en Hendrica van Die
pen. Anna Maria, d. v. Theodorus Doffer
en Trijntje Mekken. \ntje. d. v. Jakob
Wester en Ma:ï" .y^pnelia Pie. Johannes
Nioolaas, z. v. Fredericus Slijkerman «n Cor-