Ilkiimcli Coinit. Uit de Pers N». 219 1930 türiird twee en dertigste Jaargang. 11 oensdag VS September De troonrede. Provinciaal nieuws ft Aan de uitlatingen der bladen over de troonrede ontleenen wij het volgende: Het Hbld. (lib.) noemt onder het'hoofd „Een ledige doos", de troonrede „niet onver deeld gunstig". De financieele paragraaf is een duidelijke aanwijzing, dat de beheerder der schatkist zich rekenschap geeft van den werkelijken toestand. Wijs beleid! Helaas heeft echter minister De Geer zoo dikwijls reeds gemeld: nu is het uit met de meevallers, zoo dikwijls is hij gelogenstraft, dat zijn woord, meenen wij, niet den indruk zal maken, dien het in de gegeven omstan digheden behoorde te maken. Dat is mede te danken aan de omstandig heid, dat van de „versobering van 's rijks dienst door reorganisaties" waarvan de •troonrede getuigd, dat zij zal worden voort gezet, naar buiten veel minder is gebleken al thans, dan men het recht had te verwachten. De regeering onderschat, vreezen wij, de psy chologische beteekenis van een dergelijke ver sobering. Inmiddels, wij vreezen, dat de minister van financiën, het lot van Cassandra wier som bere voorspellingen geen geloof vonden, niet •lang meer zal behoeven te deelen. Het ziet er inderdaad naar uit, dat de maandelijksche rijksmiddelenstaten, hem weldra spreken de wijze in het gelijk zullen stellen. Bezuiniging wenscht het Hbld. niet ten aanzien van de overbrugging der groote ri vieren. „De belemmering van het zich snel ontwikkelend verkeer in de rivierovergangen gelegen is al te lang geduld. De zuinigheid te dien aanzien bedriegt de wijsheid". Ten aanzien van het voornamen tot herzie ning van de lageronderwijswet zegt het blad o.m.: „Indien de minister de kosten van het lager onderwijs slechts met enkele procenten zou kunnen verminderen door aan noode- looze uitgaven een einde te m..ken, die de wet thans mogelijk maakt, zou men hem daarvoor reeds dankbaar moeten zijn. In de hoop, dat deze eerste stap door andere zal worden gevolgd". In verband met de te regelen rechtposities van handelsagenten, militairen en arbeiders vraagt het blad: „Waar blijft de waarborg van de rechts positie van den staatsburger tegenover de overheid? Het jongste staaltje van „radio recht" dat wij Zaterdag 1.1. bespraken, is de zooveelste aanwijzing, dat er in dat opzicht te onzent heel wat ontbreekt". „De „koloniale" paragraaf is verreweg de langste, heet het dan verder. Van iets dat ook maar lijkt op „groote krachtsinspanning en wijs beleid" ten aanzien van Suriname zoekt men in deze troonrede tevergeefs eenig spoor. De regeering bepaalt er zich toe, de koningin plechtig te laten uitspreken, dat de prijzen van koffie en suiker laag zijn. Alsof wij dat niet wisten! Men verneemt niet, of er verder iets wordt voorbereid1 of overwogen, dat den toestand van dit gewest eenigermate zou kunnen verbeteren. Het ware te gemak kelijk om daarover in schampere bewoordin gen te spreken, dan dat wij voor de verlei ding daartoe zullen bezwijken. Ook ten aanzien van Cura?ao dezelfde so berheid in dit staatsstuk. Iets over de ver houding tot de naburige koloniën en mogend heden ware in de huidige politieke constella tie hier geen weelde geweest. Meer wordt er over Oost-Indië gezegd, maar nieuw is hier feitelijk alleen de mededeeling, dat een ont- werp-ordonnantie gereed ligt tot principieels beperking der poenale sanctie. Wij zouden bij deze passage wel iets meer hebben willen hooren, waaruit bleek, wat de regeering voornemens is te doen om ae vrees te beschamen van degenen, die door het be leid in Indië gevoerd, het Nederlandsche ge zag niet steeds voldoende gewaarborgd ach ten. Ook wat over de ontwikkeling der politie ke verhoudingen wordt gezegd, is niet ge schikt, om de rechtmatige belangstelling van het Nederlandsche volk in deze zaak te bevre digen". De Tijd (r.k.) ziet het sympathieke in de Troonrede hierin, dat zij de nuchtere feiten onder de oogen brengt, de betrek kelijke machteloosheid van den staat om economische wereldvraagstukken p te lossen volmondig erkent en derhalve geen onvervulbare verwachtingen wekt. Vele lieve wenschen, die geld kosten, zullen onvervuld blijven. A In het algemeen achten wij het stana- punt juist, dat men op de belastingver laging, die in de nieuwe financieele ver houding tusschen het Rijk en de Ge meenten het volgend jaar neg zal door werken, niet kan terugkomen, en nieu we uitgaven, die het financieel even wicht zouden verstoren, moeten gorden vermeden, mits de -rqorzichtis'heid n oontaarde in een zuinigheid, die de wijs heid bedriegt, of in onbillijkheid, die h rechtsgevoel kwetst. Vooruitziende staatkunde zal ui-g?a- ven voor de economisch-technologiscne vorming van jonge ondernemers ®n v°°r de opleiding van geschoolde arbeider op de begrooting kunnen brengen, om dat de besteding van dè,t geld zal zijn een even voorzichtige als vruchtbare be legging voor het nageslacht. Eenzelfde vraag geldt voor de salan- eering der onderwijzers. Nu de Minister van Financiën ierecht de salariskwestie heeft losgemaakt van de opbrengst der rijksmiddelen, kunnen de ongunstige verwachtingen geen reden zijn, om den minister van onderwijs te weerhouden van een objectief onderzoek naar de vraag, of de arbeid, dien de leerkrach ten der lagere scholen leveren, al of niet behoorlijk wordt betaald. Mocht na een onderzoek het antwoord op deze vraag ontkennend luiden, dan rust allereerst op minister Terpstra den plicht de Ré- ?ne®ri*g te overtuigen, dat het geld voor n behoorlijke salarieering in ieder geval moet gevonden worden. De ÏL R. Ct. (lib.) constateert dat het alles „berusting" is, wat de klok slaat. De eenige conclusie, waartoe de Troon- rede komt, is, dat naar „voortgezette versobering van 's Rijks dienst door re organisatie" moet worden gestreefd, en at het „plicht" is, „buitengewone beper- king te betrachten ten opzichte van maatregelen, welke offers van 's Rijks schatkist, vergen. Met de conclusie gaan Wij in het algemeen accoord, al zouden wij haar met enkele reserven hebben ge formuleerd. Er zijn maatregelen, die in de naaste toekomst onvermijdelijk zul len blijken te zijn, en er zou wellicht veel voor pleiten, in tijden van steeds ernstiger dreigende werkloosheid som mige van die maatregelen te bespoedi gen. We denken b.v. aan den bouw van vaste bruggen over onze groote rivieren, waarvan verderop in Troonrede wordt verteld, dat er „blijvende aandacht" aan wordt besteed. Zoo is er meer, ook in de gemeenten. Zou het geen betere werk loosheidsvoorziening kunnen zijn, in dien daarvoor niet slechts aandacht, maar offers uit de schatkist in vooruit zicht werden gesteld, zoodra mogelijk, in plaats van steunverleningen met de demoraliseerende gevolgen, die daaraan verbonden zijn? Eene tweede opmerking moet ons uit de pen. Moge de regeering niet alleen oog hebben voor den nood der schatkist. Ook nijverheid, handel en landbouw ver- keeren in omstandigheden, waarin maatregelen, welke offers van hen ver gen, in de naaste toekomst behooren te worden vermeden. Daaromtrent had wellicht de Troonrede ook wel eens een woordje kunnen zeggen, om er wat van den geur aan te geven, dien dit staats stuk nu ten eenenmale ontbeert. Het „Vad." (lib.) merkt op, dat, met ver mijding van ook maar de minste jacht naar populariteit, precies wordt gezegd, waar het op staat en besluit: Resumeerende brengen wij aan de re geering hulde, dat zij niet geschroomd heeft met de waarheid voor den dag te komen al zijn onaangename waarheden zelden welkom, de Geer moet zich nu maar voorbereiden op den bijnaam van „Colijn in het kwadraat". En wat het wetgevende deel van de troonrede betreft is er zeker de béschei- denheid in acht genomen, die een extra parlementair kabinet past, maar het is juist onze grief, dat wij geen parlemen tair ministerie hebben, dat zijne begin selen zoo krachtig mogelijk in de Neder landsche natie kan uitdagen. Van be ginselstrijd wordt een volk altijd beter. De Res.-bode (r. k.): De algemeene indruk van deze troon rede is niet bemoedigend, en we vreezen er een verscherping van voor den poli- tieken strijd. Met haar ernstig financieel pessimisme, heeft bijv. de regeering de oppositie tegen de vlootplannen al be staat er natuurlijk tusschen deze twee zaken geen verband niet weinig ver sterkt. Daarnaast vindt de verklaring door de regeering in de Tweede Kamer afgelegd, dat zij voor alles wil steunen op de be ginselen, welke leven bij de rechterzijde, in deze troonrede weinig steun. Wij vreezen, dat wanneer de volks vertegenwoordiging straks uitgenoodigd wordt om voor 't standpunt der regee ring mede de verantwoordelijkheid te dragen, botsingen onvermijdelijk zijn. De „Standaard" (a.-r.) acht het pessi misme gewettigd, al moet zij constatee- ren, dat op bepaalde maatregelen in ver- Land met de huidige crisis niet wordt gewezen in de Troonrede. Zij bepaalt zich tot het aanduiden van de gewone levenswijsheid, die met be trekking tot de economische crisis den nadruk legt op yroote krachtsinspan ning en wijs beleid, welke met Gods hulp zullen moeten voeren naar betere tijden, en die met het oog op de schatkist ge waagt van voortgezette versobering van 's Rijks dienst en buitengewone beper king in het nemen van maatregelen welke offers van 's Rijks schatkist ver gen. Indien er niet zoovelen waren, die, zoo -gauw zij het gebied van den Staat betre den, aan deze gewone levenswijshei i absoluut gespeend zijn, zou het mis schien overbodig kunnen schijnen er op te wijzen. Thans is dit waarlijk niet het geval. Het is dus goed gezien, dat thans in de Troonrede van geldkostende maatrege len behalve dan het cursus-ontwerp, dat wijziging ondergaat niet gerept wordt. Zij is uiterst sober. Misschien te sober, aangezien eenig ontwerp, dat van de kleur en het karakter van het kabinet zou kunnen spreken, noode gemist wordt. Een „troonrede van de Geer", zoo be titelt de r. k. „Volkskrant' 'het gisteren voorgelezen staatsstuk. Het blad be spreekt in het bijzonder de sociale pa ragraaf, welke het zeer onbevredigend vindt en concludeert dan: De troonrede wekt riet de gedachte, dat de ministers werkloos blijven en dat men de Kamers wegens gebrek aan bezigheid naar huis zal sturen, maar men krijgt toch ook niet den indruk, dat forsch zal worden aangepakt daar waar dit het eerst en het hardst noodig is. Men ziet, in één woord, minister De Geer te veel en de andere ministers, in 't bijzonder die van Arbeid en van Landbouw, die ook een aanzienlijk stuk economische zaken vertegenwoordigt, te weinig. „Het oude, rampzalige spel uit de el lendige Colijn-perióde gaat weer begin nen", constateert „het Volk" (soc.-dem.). Een misleidend spel. Want wij zijn waarlijk niet vergeten, hoe de uitkomst over de schatkistjaren, toen de vreese- lijkste tekorten voorspeld werden, ge weest is, dat integendeel overschotten van honderden millioenen gekweekt werden. In plaats van den met grafstem aangekondigden schatkistnood bleek men in het geld te zwemmen. Maar de bezuinigingen, die zoo diepe wonden in het volksleven geslagen hadden, bleven niettemin gehandhaafd en men wendde de weergalooze overschotten aan om de belastingen, vooral van de rijken, te verlagen Zoo is deze troonrede 'n brutale uitda ging. Zij teekent scherp hét reactionnair karakter dezer extra-parlementaire rechtsche regeering. Zij beduidt een her leving van de Colijn-periodé. Zij diént de strijdende arbeidersklasse paraat te vinden tot krachtig verweer. „Onbeduidend", dat is de indruk wel ken de „Tel." (neutr.) kreeg. Het blad denkt met heimwee terug aan de tijden, toen een Thorbecke, een Kappeijne, een Kuyper de leidsels van het staatsbewind in handen hadden. Somber besluit het blad, dat natuurlijk ook een paragraaf over de radio mist: Zoo gaan wij dan 't nieuwe parlemen taire jaar tegemoet. Niet met de hoop, die aan een krachtige Troonrede te ont leenen ware geweest. Niet met den troost, dat in Regeeringskringen de oogen opengaan voor de gevaren en ont- rechtingen van een tot in 't verdwaasde verpolitiekt partijsysteem. Doch slechts in het vertrouwen, dat de gezonde zin van het Nederlandsche volk eens den tijd zal doen terug keeren, waarin regee- ren mogelijk, en een troonpraatje weer een Troonrede zal kunnen zijn. Uit den somberen toon spreekt, zoo meent de „Ned." (ch. hist.) 't vooruit ziend beleid, dat het kenmerk is van den wijzen bestuurder. Niette min is de redactie teleurgesteld. Dat de Troonrede geen woord be vat over ie uitbreiding van het landbouwonderwijs en het nijverheids onderwijs dat zelfs de dringend-noo- |dige verbetering der ouderdomszorg niet wordt genoemd het is alles zon der twijfel het gevolg van den dreigen den financieelen nood. Maar deze we tenschap vermag de teleurstelling niet terug te dringen. WINKEL. Vergadering van den Raad der gemeente Winkel op Dinsdag 16 September 1630. Te genwoordig alle leden. Mededeelingen. De leening van 50.000 voor schoolbouw te Winkel en te Lutjewin kel is geplaatst bij de Hollandsche Sociëteit van Levensverzekering te Amsterdam, tegen een rente van 4 3/4 pCf., koers 100. Het automatisch begraaftoestel, waarvoor bij raadsbesluit van 20 December 1629 een crediet van 200 werd verleend, is thans aangeschaft. Tusschen Rijk en Gemeente is een contract gesloten voor de verhuring van het Post- en Telegraafkantoor voor de jaren 1932 tot en met 1936 tegen een huurprijs van 700 per jaar. Voor het handwerkonderwijs zijn 2 naai machines hersteld bij de Gez. Lange te Win kel. Ingekomen stukken. Een bericht van den heer H. Hofman te Barsingerhorn, dat de be noeming door hem en zijn echtgenoote tot vader en moeder in het Tehuis voor Ouden van Dagen wordt aangenomen; 8 Augustus hebben zij hun functie aanvaard. Een mededeeling van den minister van binnenl. zaken en landbouw dat voor water voorziening van den Groetpolder geen rijks bijdrage is te verwachten. B. en W. stelden voor deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. Aldus werd besloten. Eenige verslagen werden ter inzage voor de leden gelegd. Op verzoek van den heer Van Wijk werd het verslag der gascommissie voorgelezen en als gevolg daarvan vroeg de heer Van Wijk of alvorens de assurantiepremie voor de me ters te verhoogen ook opgave is gevraagd bij de firma Knegt en Zonen. De voorzitter antwoordde ontkennend. De commissie zag de billijkheid daarvan zooda nig in, dat tot verhooging is overgegaan. De heer Van Wijk zou prijsstelten op een bijeenkomst voor het verstrekken van techni sche voorlichting. De voorzitter was voornemens in die rich ting met het P.E.N. te onderhandelen. De heer Over vroeg of er nog niet aan de schoeiing in Lutjewinkel moet worden begon nen. De voorzitter zeide, daarover in comité me dedeeling te zullen doen. De heer Kamp vroeg of er al plannen be staan voor het teeren van wegen. De voorzitter zeide, dat nu door B. en W. enkele bewerkte wegen zullen worden beke ken en dan een plan zal worden ontworpen, waarbij B. en W. zich door een bevoegde zul len laten voorlichten. De heer Dekker bracht de wenschelijkheid van een bad- en zweminrichting naar voren. De voorzitter zeide, dat het adres daar voor niet in rust is, doch het is nog niet ge lukt, de geschikte plaats te vinden. De aan dacht blijft er op gevestigd. De heer Brugman vroeg of er al eens iets gehoord is van herziening der classificatie voor de onderwijzers. De voorzitter antwoordde ontkennend. Daarna werd de vergadering gesloten. Verzoeken om subsidie, enz. Ingekomen was een verzoek om subsidie voor 1931 van: de Schager Handeldrijvende en Industriee- le Middenstandsvereen, de r.k. ver. Moeder- schapszorg te Heerlen, den Legwedstrijd te Beemster, de Vereeniging ter bevordering van het Vakonderwijs in Westfriesland, de Commissie voor de malariabestrijding in Noordholland, de Noordhollandsche Veree niging „Het Witte Kruis", de afd. Winkel van het Genootschap kinderherstelling- en vacantiekoloaién. de zycma»tiekvere«jjgjtpg „Sparta", de gemengde zangvereeniging „West-Frisla", de vereeniging tot drankbe strijding en Winkel's Harmonie. Ook was ingekomen een verzoek van N. Leijen, om verhooging van loon. B. en W. stelden voor al deze verzoeken bij de begrooting te behandelen. Aldus besloten. Bijdrage Handelsonderwijs te Alkmaar. Door het gemeentebestuur te Alkmaar is be richt dat toelating tot de Handelsschool is gevraagd door den heer G. H. Kistemaker te Winkel, voor zijn zoon J. Kistemaker. Volgens de bestaande regeling wordt de toelating afhankelijk gesteld van het verlee- nen van een bijdrage door de gemeente. Deze bijdrage is voor het cursusjaar 1930—1931 bepaald op 80.99. De bijdrage is niet wettelijk verplicht en het zou derhalve mogelijk zijn den betrokken vader een overeenkomst voor te stellen waar bij hij zich verplicht, die bijdrage terug te storten. Waar echter voor andere onderwijs instellingen een bijdrage verplicht gesteld is, en meermalen zelfs belangrijk hooger is, dan de hier bedoelde, komt het B. en W. billijk voor, deze kosten niet te verhalen, doch hier, door een onverplichte bijdrage te verleenen, het bezoeken van de Handelsschool mogelijk te maken. Zij stelden mitsdien voor deze kos ten voor gemeenterekening te nemen. Aldus besloten. De heer Kamp wenschte een poging te doen om bijdragen voor onderwijsinstellingen te laten vervallen. Ontheffingen schoolgeld werd verleend aan K. Kwantes te Winkel, H. Landman te Wieringerwaard, F. Louwsma te Berkhout, P. Nap te Barsingerhorn en Wed. A. Moeijes te Winkel. B. en W. stelden voor de gevraagde onthef fingen te verleenen. Aldus besloten. Voorloopige vaststelling gemeenterekening 1929. Het advies der commissie uitgebracht door den heer K. Over strekte tot voorloopige vaststelling gewone dienst in ontvangst op 92052.58, in uitgaaf op 90999.09M, batig saldo 1053.48V2; kapitaal dienst in ont vangst 13407.07, in uitgaaf 13709.19, na- deelig saldo 302.12. Goedkeuring rekening algemeen Burgerlijk Armbestuur 1929: Het advies der commissie, uitgebracht door den heer K. Over strekte tot goedkeuring in ontvangst op 12360.71, in uitgaaf op 10721.26, batig saldo 1639.45. Goedkeuring rekening gasfabriek 1929. Het advies der commissie, uitgebracht door den heer K. Over strekte tot goedkeuring, gewone dienst in ontvangst op 62956.19, in uitgaaf op 61799.3214, batig saldo 1.156.8614, ka pitaal dienst in ontvangst op 21449.76, in uitgaaf op 21449.76, saldo nihil. Overeenkomstig de voorstellen werd beslo ten en de commissie bedankt voor haar be moeiingen. Aanbieding begrootingen: aangeboden werd 1. de begrooting der gemeente over 1931, 2. de begrooting van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur 1931, 3. de begrooting der gemeenschappelijke Gasfabriek voor 1931. Tot leden der commissie van onderzoek werden aangewezen de leden van den Raad, niet behoorende tot het college van B. en W. Aldus werd besloten. Suppletoire begrooting 1930. B. en W. stelden voor in de begrooting 1930 enkele wijzigingen aan te brengen, tot een uitgaaf van 374.50. Werd goedgekeurd. De heer Van Wijk vroeg hoe het komt, dat het gasverbruik voor dë straatverlichting in Winkel nog eens zooveel kost als voor Nieu we Niedorp en of bij de komst van electrisch licht met gasverlichting wordt opgehouden. Spreker klaagde over de verlichting bij de Zuivelfabriek. De lantaarn die er is, brandt nooit. De voorzitter deelde mede, dat zal worden nagegaan hoeveel het verbruik per lantaarn is. Het afschaffen van gas bij de komst van electriciteit is een punt van behandeling bij B. en W. Als één lantaarn het niet doet, kan nog niet gesproken worden van verstoken zijn van verlichting. De heer Kamp merkte op, dat er in Nieuwe Niedorp meer lantaarns zijn. De heer Honing zeide gehoord te hebben dat er inwoners zijn die bezwaren opperen t egen de huisaansluiting voor het electrisch licht, zoolang het .vastrecht niet bekend is. De voorzitter zeide, dat dit hun goed recht •is. OUDE NIEDORP. De kermis te Zijdewind in deze gemeente werd ook dit jaar wederom ingezet met een optocht. Voorafgegaan door het muziekkorps „St. Martinus", waarvan de leden allen de uniformpet van het korps droegen, trok de optocht door Zijdewind en het Veld naar het plein van de pastorie van 't Veld, waar de deelnemers en deelneemsters door de jury ge monsterd werden. Zeer veel belangstelling trok vooral een geïmproviseerde woonwagen met een heelen troep z.g. zigeuners, bestaande uit zigeuner mannen en -vrouwen en haveloos gekleede kinderen, waarbij zelfs een zigeunerdreumes van 1 jaar niet ontbrak. Bedelend en harmo nicaspelend trok de troep in den optocht mee, zoodoende ook onderweg de rol van zigeuner- troepje uitstekend vervullend. 'n Aardigen indruk maakte ook de op een vrachtauto aangebrachte theetuin, waarin een drietal jongedames genoegelijk zaten te thee' drinken, ondanks het minder mooie weer. Een volbloed Indiaan, drie dames te paard In verschillende Noordhollandsche kleeder drachten uit de „oude doos", eenige versierde fietsen en een meisje, dat 'n fladderende vlin der voorstelde, zorgden tevens voor 'n aardig effect in den. optocht. Een aardig idee had een meisje gehad, dat op haar versierde fiets een windmolen meevoerde met het opschrift „Pro paganda voor het behoud van den Holland- schen molen". Om ongeveer 1 uur reikte de voorzitter van de jury, de burgemeester, met een toespraak de prijzen uit in het café „Ligthart te Zijde wind. De eerste prijs werd toegekend aan de z.g. zigeunertroep met het hoogste aantal punten nf 59. De 2e prijs verkreeg „De theetuin" met 52 punten; de 3e priji de Indiaan met 43K punt; de 4e prijs een versierde fiets met 38 punten, de 5e prijs „Zeeuwsche Schoone mej 37 punten; de 6e prijs „Drie meisjes tg paard" met 36 punten en de 7e prijs „Propa ganda voor behoud van den Holl. molerr met 35 punten. Een troostprijs werd toege kend aan „Vlinder" en aan een versierde fiets. De prijzen bestonden uit geld waarvoor de prijswinnaars en winnaressen zich een ca deautje naar believen konden koopen. 's Middags werd een wedstrijd gehouden in het spekhappen voor meisjes. Hieraan werd deelgenomen door 24 meisjes. De le prijs werd gewonnen door Neeltje van der Fluit; de 2e door Truus van der Eng; de 3e door Aafje Dekker Pd.; de 4e d. Corn van der Eng, de 5e pr. door Anna van der Fluit en de 6e prijs door Aagje Bakker Jd. De jaarlijksche schietwedstrijd, welke op de gebruikelijke wijze op kermis-Maandag bij Pepping werd gehouden, gaf den volgenden uitslag: le klasse: J. de Wit 94 p., P. Brink 91 p.Casper Stroet 88 punten en J. de Boei 86 punten. 2e klasse: G. Veldman Cz. 84 punten; H. Tamis 83 punten; M. v. Baar 81 punten en Th. Schiebroek 80 punten. UITGEEST. Woonhuis afgebrand Hedennacht is door onbekende oorzaak het woonhuis afgebrand van den heer K. Tromp aan den Middelweg. Te middernacht sloegen de vlammen plotseling uit het pand en daar er een sterke wind was, stond het huis wel dra in lichte laaie. De brandweer werd direct gealarmeerd en was heel spoedig ter plaatse. Onder leiding van den brandweercomman dant Peperkamp werden 2 slangen op de waterleiding gezet en water gegeven. Daar het een op zich zelf staand woonhuis is, was voor uitbreiding van den brand direct geen vrees. Het woonhuis is totaal afgebrand, alleen de muren zijn gedeeltelijk blijven staan. Een op eenige meters afstand gelegen woning liep eenige waterschade op. De bewoners wa ren niet thuis. Van den inboedel kon niets worden gered. Verzekering dekt de schade. URSEM. Maandagavond vergaderde de Bijzonden Vrijwillige Landstorm, afdeeling Ursem, ten huize van den heer J. Mulder, café de „Landbouw". Aanwezig 14 leden. De voorzitter opende de vergadering met een hartelijke toespraak, waarin een terug blik werd geworpen op het afgeloopen tijd vak en op den prettigen geest, die onder de leden heerseht en het trouw bezoeken der schietavonden. Spreker uitte den wensch dal dezen winter wederom op even prettige wijze zal worden geschoten en de oefeningen trouw zullen worden bijgewoond. Gewoonlijk kwamen 20 schutters op maar met een leden tal van circa 50 personen moet dit aantal in de toekomst stijgen. Enkele nieuwe leden traden toe en een 2-ial afschrijvingen we gens vertrek hadden plaats. Besloten werd op 30 September e.k. aan te vangen met het schieten en wel op Dinsdagavond 7 uur in de zaal van den heer P. Th. Oudejans. Daar de schutters zijn ingedeeld in klasse B, C. en D en er geen Koningschutters zijn, zal op den plaatselijken wedstrijd ook in deze klas sen worden uitgekomen. In afwijking van vo rige jaren werd besloten zooveel prijzen aan te koopen als er deelnemers zijn zoodat ook de slechte schutters iets kunnen bemachti gen. Een beroep op de ingezetenen alsmede op den gemeenteraad zal worden gedaan, terwijl de contributie voor de leden ongewij zigd bleef. De voorzitter zegde een geldelijk ke bijdrage toe voor het aankoopen van prij zen. Een commissie werd benoemd voor het aankoopen der prijzen nl. de heeren 'J. Schaap Czn., 'J. Mulder en P. v. d. Lee. Tot secretaris van de afdeeling werd in de plaats van den heer P. v. d. Lee benoemd de beer Chr. de Goede. Bij de rondvraag dron gen enkele leden er op aan de vertooning van de legerfilm hier te krijgen; wat toege zegd werd mits de kosten niet te hoog zijn Daarna sluiting. TEXEL. Verdronken Op een weide, gelegen aan den Waalder- weg nabij den Burg Texel is Dinsdag een arbeider, C. Verhoeven genaamd, bij het graven van een sloot, daarin voorovergeval- len en verdronken. Toen men de ongelukkige vond, werd di rect een geneesheer ontboden, die echter slechts den dood kon constateeren. NOORDSCHARWOUDE. De r.k. kerk, welke voorzien was van drie wijzerplaten, zal er nog een bij krijgen n.1. aan de oostzijde. Tevens zullen de wijzerpla ten van lichtgevende verfstof voorzien wor den, waardoor het dus mogelijk wordt ook des avonds den tijd waar te nemen. VEENHUIZEN. Doordat er iets aan de claxon van den auto mankeerde, lette mej. Pool van Hoog woud, terwijl zij de Veenhuizerbrug afreed, niet genoeg op het stuur. Het gevolg was, dat de auto van den weg week en tegen een paal van het electrisch net botste. De paal knapte doormidden, terwijl het voorste ge deelte van den auto vrij ernstig beschadigd werd. Het vehikel werd later door een auto van de firma Modder huiswaarts getrokken. Duidelijk bleek nu het groote gerief van de telefoonverbinding, welke Veenhuizen be zit. De heer Rentenaar gaf telefonisch in Hugówaard kennis van het gebeurde en niet lang daarna arriveerde een nieuwe paal zoodat reeds voor den middag alles weer in orde was. HOOGKARSPEL. Benoemd is tot ridder in de orde van Oranje Nassau de heer D. Brander Tzn., oud-burgemeester van Hoogkarspel. W ARMENHUIZEN. 1 O e b o r e n: Gretbs. d. v. Bertis Barsim gerhorn en Trijntje Kroon. Theodoru9 Cornelis, z. v. Willem Mosch en Maria Snij1- ders. Jacoö Pieter. z. v. Dirk Mink en Maria Margaretha de Groot. Willem, z. v. Johannes Dekker en Hendrica van Die pen. Anna Maria, d. v. Theodorus Doffer en Trijntje Mekken. \ntje. d. v. Jakob Wester en Ma:ï" .y^pnelia Pie. Johannes Nioolaas, z. v. Fredericus Slijkerman «n Cor-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 9