llkiiiMigsliG Coorait. DE VERLOREN INJECTIENAALD. GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR. Radio-hoekje FEUILLETON. Honderd iwee en dertigste Jaargang. Vrijdag 26 September Jfo. 227 1930. Zaterdag 27 September. Hilversum, 1875 Ai. (Uitsluitend V.A.R.A.. uitzending). 8.Orgelspel door Joh. Jong, afgew. door gramofoonplaten. 9.— Gramo foonplaten. 10.Morgenwijding (V.P.R.O.) 10.15 Voordracht door Cees Bakker. 10.30 Ziekenuurtje. 11.30 Gramofoonpl. 12.— Po- Jitieber. 12.15 Concert V. A. R.. A.-Septet. .1.45 V.A.R.A.-liedjes voor V.A.R.A.-kinderen. 2.45 Paedagogisch concert. Leiding: Piet ;Tiggers. Medew. van het V.A.R.A.-Orkest. 4.15 D. van Kreveld: „Voor onze amateur- fotografen". 4.45 Landré: „Ons huis een (Tehuis". 5.30 Bestuursmededeelingen door den V.A.R.A.-voorzitter. 5.45 Kinderuurtje. 6.45 Uurtje voor de Visschers op Zee, v: zorgd door den Centr. Bond van Transport arbeiders. 7.45 Politieber. 8.Concert door het V.A.R.A.-Orkest. 9.— Mr. J. H. Schultz yan Haegen„De financiëele positie van red ders en hunfie gezinnen". 9.20 Bij de pomp. Teun de Klepperman. 9.30 Cabaret-program ma. V.A.R.A.-Orkest, Kees Pruis, Julius Ha- fenaar, marimba. Marinus Komst, trompet. 1.30 Gramofoonpl. Huizen, 298 Ai. (Na 6 uur 1071 Ai.) [(Uitsluitend K. R. O.) 8.9.15 Concert. H.3012.Godsdienstig halfuurtje. 12.01 —1.30 Concert. K. R. O.-Trio. 1.302.30 Gramofoonpl. 2.30—3— Vragenhalfuurtje. 3—4.15 Kinderuurtje. 5.-6.Gramo foonpl. 6.01—6.15 S. P. J. Borsten: „Sport- allerlei". 6.15—6.40 Gramofoonpl. 6.40— 6.55 Ir. A- M. Touw: „De 3 October Fees ten 6.55—7.15 Journal. Weekoverzicht door Paul de Waart. 7.15—7.45 W. A. Boogaerdt „Electromotoren": 7.458.— Gramofoonpl. 8.0111.Concert door het K.R.O.-Salon Orkest. W. Beke, bariton. F. Boshart, piano. 11-12.Gramofoonplaten. Davertiry, 1554.4 Ai. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 1.202.20 Orkestconcert. 3.20 Orkestconcert. 5.05 Orgelspel door R. New. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuwsber. 7. Sportber. 7.05 Koorzang. 7.20 Lezing. 7.40 Lezing. 7.50 Dansmuziek. 8.20 Concert. Or kest. J. Coxon, sopraan. Pouishnoff, piano. V. HelyHutchinson, piano. F. Titterton, tenor. 10.Nieuwsber. 10.15 Lezing. 10.30 Beursber. 10.4012.20 Dansmuziek. Parijs „Radio-Paris", 1725 Ai. 12.50— 2.20 Gramofoonpl. 4.05 Dansmuziek. 905 So'isten-concert. 9.50 „1'Education manquée". Opera-coraique in 1 bedrijf van Chabrier. Langenberg, 473 A1. 7.25—7.50 Gramo foonpl. 7.50—8.50 Orkestconcert. 10.35 1105 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl. I.25—2.50 Orkestconcert. 5.50—6.50 Con cert. Mandoline-orkest en Mannenkoor. 8 20 Vroolijke avond. 12.20—1.20 Gramofoonpl. (Dansmuziek). Kalundborg, 1153 Ai. 12.351.05 Gramo foonplaten. 3.20 Kinderuurtje. 3.50—5.50 Or kestconcert. Pianospel. 8.20—9.20 Dansmu ziek. 10.0510.35 Liederen-voordracht door Dames-Trio. 10.3511.05 Balalaika-concert II.0512.35 Dansmuziek. Brussel, 508.5 Ai. 5.20 Gramofoonpl. 6.50 Gramofoonpl. 8.35 Kunstfeest vanuit Brus sel. Zeesen, 1635 Ai. 6.05—7.20 Lezingen. 7.20 7.50 Gramofoonpl. 10.502.20 Berichten en lezingen. 2.202.50 Gramofoonpl. 2.50 4.50 Lezingen. 4.505.50 Concert. 5.50 8.20 Lezingen. 8.20 Vroolijke avond. Daarna tot 12.50 Dansmuziek. Vervolg vergadering van Donderdag 25 September. Wijziging der formatie van het politiepersoneel. Zooals bekend wenschen B. en W. wij ziging der formatie van het politieper soneel waardoor het corps met een in specteur zal worden uitgebreid. De desbetreffende bijlage no. 97 plaat sten wij reeds vroeger. De heer Westerhof vond de aan stelling niet noodig en wees hierbij op verschillende gemeenten met meer in woners dan Alkmaar, waar men slechts één of twee inspecteurs heeft (Velsen, Kerkerade, Gouda, Venlo bijv.) al zijn er i>ok gemeenten waar meerdere zijn. Spr. Achtte de bijlage niet sterk gefundeerd. De m'nder vrije tijd kan een gevolg zijn van minder gunstige indeeling van het werk. Spr. meende, dat in Alkmaar voldoende politie aanwezig is, als men de werkzaamheden goed indeelt. Een paar jaar geleden is hier een hoofd inspecteur afgeschaft, onder het motief dat {én inspecteur voldoende is. Later kwam er log een adjunct-inspecteur en al is nu de titel anders, men heeft toch nog twee in- ipecteurs. Om tegemoet te komen aan een verzoek van den commissaris om hooger sa laris wegens méér werk, zijn de periodieke /erhooginen vervroegd en daarom was §u naar spreker meende geen aanstel- ng van een nieuwen inspecteur noo- sig. Het korps is niet of niet noemens waard uitgebreid sinds het vertrek van den joofdinspecteur. Er bestaat nog steeds een facature hoofd-agent, en, vroeg spr., is het u de manier om de vacature te laten be- taan en een adjunct-inspecteur er bij te be noemen! Dat leek spr. toch niet wenschelijk, kant ten aanzien van politiediensten achtte spr. de ouderen toch wèl zoo geschikt als de jongeren. Voor uitgaven voor politie is zooveel te be talen, dat dit neerkomt op 6 iper inwoner. Dit vond spr. al een zóó hoog bedrag, dat hij de aanstelling van nog een inspecteur overbodig achtte. We hebben hier een kalme stad, en bij juiste indeeling van het werk kan de politie in haar tegenwoordige forma tie het werk zeker wel af. Spr. concludeerde, dat de raad de bijlage niet behoort aan te nemen. Den heer K 1 a v e r is gebleken, dat in algemeenen zin gezegd kan worden dat het politiekorps voor een stad als Alkmaar nie' groot is, en als de burgemeester als hoofd der politie uitbreiding noodig acht door uit breiding van het kader, wil spr. zich daar tegen niet verzetten. Van ALICE CAMPBELL. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door J. E. DE B. K, 17) „Van Roger?" De jonge vrouw keek als verwezen. „Een kabelbericht bedoel je, toch geen telegram." „Neen een telegram uit Cherbourg. Hij zegt dat hij morgen hier komt." Met een sprong stond Lady Clifford overeind. „Roger morgen hier komen?" riep ze Op scherpen toon, haar oogen strak op het gezicht van haar schoonzuster ge richt. „Maar dat is onmogelijk, dat moet je mis hebben". Haar sigaret viel uit den houder op den grond, waar ze een gat in het kleed gebrand zou hebben als Esther hem niet had opgeraapt. „Ja, dat zegt hij." I „Laat mij het telegram zien." Driftig trok zij het papier uit de han den der oudere vrouw en las het met ge fronst voorhoofd, terwijl zij haar roode onderlip tusschen de tanden klemde. Miss Clifford zag er verlegen en verrast uit en Esther liep stil naar den anderen kant van de kamer om de kristallen kandelaars op den schoorsteenmantel te bezichtigen. Ta maar ijc begrijp niet, hoe hij zoo De heer Vogelaar wees op Bussum, waar 4 inspecteurs zijn bij een veel minder talrijke bevolking. Wat het salaris van den commissaris be treft, zei spr., dat bij de bepaling daarvan de dienstjaren elders in rekening zijn ge bracht, evenals met andere gemeente-ambte naren. Als de burgmeester nu meent 't korps zoo klein mogelijk te knnnen houden door be- benoeming van nog een adjunct-inspecteur, kan spr. zich daarmee vereenigen, als het maar niet gaat ten koste van de bevorderings kansen der agenten. De heer S i e t s m a kon het argument van den heer Klaver niet aanvaarden, omdat er wel eens een burgemeester kan komen die liet deftig vindt een groot aantal inspecteurs te hebben. Spr. kon zich wel vereenigen met de argumenten van den heer Westerhof en kon dan ook niet met de bijlage mee gaan. De voorzitter vond het altijd eenigszins gevaarlijk alleen te letten op de aantallen inspecteurs in andere ge meenten. Men moet in oogenschouw houden het aantal ondergeschikten en de meening van den heer Westerhof, dat het kader kleiner zal kunnen zijn als het aantal ondergeschikten kleiner is, is ook niet juist. Spr. geloofde, dat bij een klein politiekorps het kader stevig moet zijn. Vergelijkt men andere gemeenten met Alk maar, dan blijkt dat wij hier een gunstig fiuuur maken. Van de gemeenten, die onge veer met Alkmaar gelijk staan, is alleen Den Helder lager. Wij hebben hier 35 man bij de politie en b.v. Gouda met slechts 500 inwoners méér heeft er 43; Zutfen met 6000 inwoners minder heeft 2 man méér; Middel ourg met ruim de helft van de inwoners van Alkmaar heeft nog een zoowat even sterk politiekorps als wij. Aan het adres van den heer Vogelaar zei spr., dat het niet de bedoeling is om .door de benoeming van een adjunct-inspecteur de vacature van hoofdagent onvervuld te laten. Integendeel, spr. zou de bevoegdheid willen behouden om in die vacature weer te voor zien. Ten aanzien van de kosten zei spr., dat de heer Westerhof zeer overdrijft, omdat deze daarbij de 'verlichting ook rekende ad 44000, en de brandweer, enz.; totaal 78000 had de heer W. te veel gerekend als politiekosten. Deze bedragen in werkelijk heid ongeveer 100.000. Een staatje van de kosten in andere gemeenten is wel over te leggen, maar spr. achtte dit niet noodig, om dat die kosten toch in hoofdzaak bestaan uit de salarissen. In plaatsen waar het korps veel spoediger terugkomt dan wij dach ten, en zonder ons iet; te melden." „Wel, ik denk dat hij daar ginds klaar is met zijn werk en dat hij ons wilde ver rassen". De jongste van de twee vrouwen gaf het telegram terug en draaide zich licht schou derophalend om. „Ik vind, dat hij had kunnen schrijven dat hij van plan was te komen", zeide zij op iet wat geërgerden toon. „Waarom willen de menschen je toch altijd overrompelen?" „In alle geval", zeide miss Clifford vrien delijk, „maakt het niets geen onderscheid. Het schijnt mij het antwoord te zijn op een gebed. Het is of iemand hem gewaarschuwd heeft, dat zijn vader ziek is." „Hoe kan iemand hem gewaarschuwd heb ben?" zeide de ander geïrriteerd. „Het is iets dat niemand kon voorzien." „Ik weet niet hoe het komt, maar ik had er een soort voorgevoel van, zooals ik zooeven aan de zuster vertelde. En als ik weg was geweest, dan was ik teruggekeerd, voelende zooals ik deed." Met zorg deed lady Clifford een nieuwen sigaret in den houder en stak haar aan. „Ik geloof dat de dokter gelijk heeft en dat we veel te veel drukte maken over de ziekte van Charles", zeide zij kortaf. „Tot nu toe is er nog niets onrustbarends geweest." „Ja, je hebt groot gelijk", zeide miss Clif ford eenvoudig. „En ik ben heel blij dat je dat uitspreekt, mijn beste. Je weet dat jij veel zenuwachtiger bent geweest dan ik." „Ja, dat komt door mijn manier van de dingen op te nemen. Ik kan niet anders", zuchtte de Framjaise op vriendelijken toon. „Ik vrees altijd bet ergste. Ik denk, dat het nu grooter is, zal dus ook het totaal aan uitga ven hooger zijn. Spr. gaf toe, dat hij misschien een inspec teur meer vraagt dan men hier of daar elders heeft, maar daar staat tegenover dat hij anders meer agenten zou vragen. Intus- schen stelde spr. vast, dat de raad de beslis sing heeft. Maar toch zou spr. meenen, dat het wel iets zal zeggen, als hij betoogt dat de inspecteurs te zwaar belast zijn. De heer Westerhof gaf zijn misreke ning ten aanzien van de kosten toe. Eigen aardig vond spr. het betoog van den voorzit ter, dat de aanvraag van een inspecteur ge schiedde omdat een poging tot uitbreiding van het korps gefaald had. Spr. wees op de beide vacatures (agent en hoofdagent), waarvoor de voorzitter (althans voor hoofd agent) vervulling wenscht zonder opgave van den tijd. De openlijke verklaring van een burgemeester, dat uitbreiding misschien niet noodig zou zijn als hier maar een gar nizoen was, vond spr. vreemd en voor een goed woordvoerder zonderling. Spr. geloofde dan ook, dat de voorzitter het niet zóó be doeld heeft. Spr. bleef volhouden, dat er een zekere verhouding moet zijn tusschen het aantal in specteurs en ondergeschikten. Het bedrag dat voor politie wordt uitgege ven is in elk geval nog zeer hoog, eenige jaren geleden was het 75000. Spr. geloofde dat de burgemeester in zijn argumentatie zwak was geweest en meende, dat uitbreiding van het politiekorps niet noodig is. Het argument van te veel werk voor de inspecteurs achtte spr. te ondervan gen door een betere indeeling van den ar beid, waarbij ook op den commissaris is te rekenen. Mèt dezen meegeteld, hebben wij hier toch reeds een kader van vijf man, uit breiding moet volgens spr. onnoodig worden geacht. Spr. wees er nog op, dat de voorzitter had ontzeild het argument van spr., dat destijds de hoofdinspecteursrang was afgeschaft om dat men die kon missen. De voorzitter vond het betoog van den heer Westerhof grootendeels een herha ling van hetgeen deze reeds had gezegd. Zijn argument over niet noodige uitbrel ding, als er een garnizoen zou zijn, hield spr. volimmers het zou op een gegeven mo ment noodig kunnen zijn, een troep dronken menschen te verdrijven, waarvoor meerdere hulp noodig was. In vele andere plaatsen heeft men marechaussee; hier moet men alles met eigen politie opknappen. Er is op het oogenblik slechts één vacatu re, en dan nog in dien zin, dat de raad heeft goedgevonden het korps met één agent uit te breiden. Als de adjunct-inspecteur wordt toe gestaan zal spr. daar direct geen gebruik van maken. Een door vertrek ontstane vaca ture zal spoedig vervuld worden. Zeer juist is, dat een of twee agenten schrijverswerk verrichten. Het voorstel van B. en W. werd hierop aangenomen met de stemmen der soc.-dem. en vrijz.-dem. tegen. Herziening uitbreidingsplan der gemeente. B. en W. stellen den Raad voor: I. Het plan van uitbreiding der gemeente (le gedeelte), vastgesteld bij Raadsbesluit van 30 December 1919, nr.. 14, gewijzigd bij Raadsbesluiten van 2 Mei 1923, nr. 15, 25 Augustus 1927, nr. 19 en 26 Juli 1028, nr. 8, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten onderscheidenlijk bij hunne besluiten van 10 Maart 1920 nr. 185, 3 October 1923 nr. 132, 9 Mei 1923 nr. 3 en 26 September 1928 nr. 78, voor zooveel betreft een gedeelte gelegen ten Zuiden van den Nieuw'andersingel en den Baansingel in te trekken en te vervan gen door het uitbreidingsplan Lyceum-k\\ir- tier dat in ontwerp ter inzage heeft gele gen met daarbij behoorende kaarten, grond- teekeningen, toelichtende beschrijving en staat van eigenaren van in het plan begre pen gronden; II. Burgemeester en Wethouders ten aan zien van het uitbreidingsplan Lyceum-kwar tier de bevoegdheid te verleenen, als bedoeld in het vierde lid van artikel 11 onder a, b en d. van het Woningbesluit. Goedgekeurd. Ontheffing art. 28 bouw- en woningverordening. B. en W. stellen den Raad voor te beslui ten: ontheffing te verleenen van het verbod in de eerste alinea van art. 28 der bouw- en woningverordening ten aanzien van: a. het bouwen volgens overgelegde teeke- ning, van een trekkas op een terrein in dén Eendrachtspolder, kadastraal bekend in sectie E. nr. 554, door F. H. Geels, alhier; b. het bouwen volgens overgelegde teekening van een warenhuis op een terrein in den Eendrachtspolder, kadastraal bekend in sectie E nr. 551, door C. Bierman, alhier, een en ander onder voorwaarde, dat, wan neer te eeniger tijd in de omgeving van het te stichten gebouw een woonwijk mocht verrij zen, deze ontheffing niet meer van kracht zal zijn. Aangenomen. Verkoop van grond aan de Palingstraat. De heer H. Vos alhier, heeft gevraagd voor zich of zijne lastgevers te mogen koopen een aan deze gemeente in eigendom toebenoorend perceel bouwterrein, gelegen aan de Paling straat, kadastraal bekend gemeente Alk maar, sectie F, nr. 2727 gedeeltelijk, ter grootte van ongeveer 781 M2., voor den prijs van 10 per M2. Noch wij, zeggen B. en W., noch de com missie van bijstand voor het grondbedrijf hebben tegen dezen verkoop bezwaar, in ver band waarmede wij U voorstellen het desbe treffend besluit te nemen. Goedgekeurd. Verkoop van grond aan de Fontein Verschuirstraat. Van den heer H. Vos alhier, ontvingen B. en W. een verzoek om aan hem of zijn last gevers te verkoopen een aan de Fontein Verschuirstraat gelegen perceel bouwterrein, kadastraal bekend gemeente Alkmaar, sectie F, nr. 2727 gedeeltelijk, ter grootte van on geveer 416 M2., voor den prijs van 10 per M2. Daar noch B. en W., noch de commissie van bijstand voor het grondbedrijf, tegen dezen verkoop bezwaar hebben, stellen B. en W. den Raad voor het desbetreffend besluit te nemen. Aldus besloten. Ruil van strookjes grond bij den Friescheweg met het Rijk. Onder volgnummer 168 der gemeentebe- grooting voor 1930 is een bedrag van 830 geraamd voor den aanleg van een trottoir langs de Noord-Westzijde van den Friesche weg, van de brugwachterswoning af tot het transformatorgebouwtje van het electriciteits- bedrijf. Opdat het trottoir over de geheele lengte voldoende breed zal zijn, is 't gewenscht, dat de gemeente den eigendom verkrijgt van een strook grond, ter grootte van ongeveer 42.20 M2., welke deel uitmaakt van het aan den Staat toebehoorende kadastrale perceel ge meente Alkmaar, sectie C., nr. 846. Hierom trent hebben B. en W. zich met den minister van waterstaat in verbinding gesteld, die zich bereid heeft verklaard te bevorderen, dat het Rijk bedoelde strook grond aan de gemeente in eigendom overdraagt, mits de gemeente een aan de achterzijde van het eerdergenoem de kadastrale perceel grenzende strook 5rond, welke deel uitmaakt van het vroegere aagpad langs de Oude Hoornschevaart, van dezelfde grootte, afstaat aan het Rijk, de ge meente zorg draagt voor de verplaatsing van de erfafscheidingen en voorts de bedingen, vermeld in het bij de stukken gevoegde ont- werp-ruilovereenkomst, in acht neemt. De kosten van het verplaatsen der hekken worden op 250 geraamd. Daar B. en W. tegen de gestelde voor waarden geen bezwaar hebben, geven zij den Raad in overweging bovenbedoelde overeenkomst met het Rijk aan te gaan. Goedgekeurd. Beschikbaarstelling van gelden uit de gemeentekas voor de St. Adelbertusschool. Den 24sten Juli j.1. ontvingen B. en W. van den Raad om bericht en raad drie adressen d.d. 5, 7, en 7 Juli t.v. van het bestuur der Vereeniging „St. Joseph" alhier, houdende het verzoek gelden uit de gemeentekas te willen verstrekken voor: a. de aanschaffing van 80 stoelen ten be hoeve van de beide klassen der St. Adel bertusschool aan den Nieuwlandersingel, waaraan onderwijs wordt gegeven vol- fens Dalton-stelsel; et aanbrengen van een linoleum-vloer- bedekking in de lokalen, waarin de onder a genoemde klassen zijn gehuisvest; c. het aanbrengen van een linoleum-vloer- bedekking in drie bovenlokalen van de St Aloysiusschool aan de Koornlaan. Het bestuur heeft de beide laatstvermelde aanvragen ingetrokken. Omtrent het onder a vermelde verzoek thans dienende van bericht en raad, deelen B. en W. mede, dat blijkens het ter in zage liggende rapport van den Directeur der gemeentewerken d.d. heden de aanwezige stoelen inderdaad, gelijk het bestuur aan geeft, zich in zoodanigen toestand bevinden, dat ze niet meer door herstel in bruikbaren staat kunnen worden gebracht. Aangezien overigens de aanvrage voldoet aan de in artikel 73 der L. O. wet 1920 ge stélde eischen (in verband met het Kon. be sluit van 14 December 1925 behoeft in dit geval geen waarborgsom te worden gestort) moet alt verzoek op grond van artikel 75 dier wet worden ingewilligd. B. en W. stellen den Raad vóór het des betreffend besluit te nemen. Aldus besloten. Een half uur schorsing. Om half 4 werd de openbare zitting ge schorst. Om 4 uur heropende de voorzitter de vergadering en stelde aan de orde Vaststelling verordening regelende het bebouwen van gronden, voorkomende op de uitbreidingsplannen der gemeente. De desbetreffende bijlage No. 79 werd reeds vroeger in onze courant gepubliceerd. Op deze bijlage was het volgende amende ment van het raadslid A. Bakker ingekomen: I In art. 2 het onder A genoemde geheel te laten vervallen. Artikel 4. Te lezen onder A: „Voor zoover bestemd voor open bebouwing, alleenstaande huizen of villa's of gebouwen ten behoeve van de veehouderij en van den Land-, tuin- of bosch- bouw". Te lezen onder B: „Voor zcover bestemd voor half open bebouwing, hetzij een be bouwing als bedoeld sub a, hetzij blokken; welke uit niet meer dan drie aaneengesloten huizen mogen bestaan". Te lezen onder C: Het onder D genoemde. Artikel 7. Te lezen: „Aan weerszijden van elk ge bouw, zal uit de erfafsceiding gemeten on bebouwd moeten blijven: Bij open bebouwing, als bedoeld in artikel 4 onder A een ruimte van ten minste 15 meter; bij half open bebouwing een ruimte van ten minste 5 Meter. Toelichting. Het komt mij wenschelijk voor, om bij het ontwerp bebouwingsverordening eenige ver anderingen voor te stellen, welke m. i. noo dig zijn, om deze verordening beter aan zijn doel te doen beantwoorden. Het doel der verordening, zal toch zeker zijn, de mogelijkheid te scheppen, om som mige gedeelten der stad, door beperking der bebouwingsvoorschriften, een mooier aan zien te geven. Dit nu wordt bij deze ontwerp verordening niet bereikt. Ten eerste kan het onder A genoemde in artikel 2 vervallen, om reden er bij de vol gende alinea's een minimumgrens gesteld wordt, en geen maximum, zoodat verspreide bebouwing mogelijk is, zonder ze speciaal in de verordening op te nemen. Ten tweede lijkt mij eene open bebouwing, waarbij wordt toegestaan drie aaneengesloten huizen, met dan een ruimte aan weerskanten van 4 meter tusschen dergelijke blokken geen open bebouwing, doch hoogstens een haif open bebouwing, en ten derde kan een bebouwing van blokken van zes aaneengesloten huizen met tusschen- ruimten van 3 meter aan wëerskanten, geen half open bebouwing genoemd worden en zeker niet kunnen dienen tot verfraaiing van sommige stadsgedeelten. Reden waarom ondergeteëkende voorstelt het ontwerp bebouwingsverordening in door hem aangegeven richting te wijzigen. De heer Bakker geloofde niet dat de ver* ordening, zooals zij er ligt, kan meewerken aan verfraaiing der stad. Open of verspreide bebouwing kan ook met de bestaande voor schriften worden verkregen. Spr.'s groote be zwaar is, dat de half-open bebouwing mag zijn het bouwen van blokken van zes wonin gen met drie meter ruimte aan weerskanten. Duidelijk is, dat elke bouwer dan zes wonin gen aaneen zal plaatsen, dan een ruimte van zes Meter en dan weer zoo'n blok. Dat is geen halfopen bebouwing, maar naar spr.'s opvat ting aaneengesloten bouw. Daarom wilde spr. bloten van niet meer dan drie woningen en yeftjkoM t&vuwto**- keitMtis het beste zal zijn den dokter te vragen of wij Charles de komst van Roger mogen mede- deelen." „Is de dokter bij hem?" „Ik zal eens kijken". Zij ging naar de deur aan het andere eind van de kamer en haar geopend hebbende, sprak zij zacht met iemand in het vertrek. Even daarna stak de verpleegster haar hoofd door de opening naar binnen. Zij was een hoekige, veertigjarige vrouw, met vriendelij ken glimlach, springerig haar van peper en zout kleur en haar neus was een beetje rood. „Wilt u den dokter spreken, lady Clifford?" Er was in haar stem een opdringerige klank en ze maakte een sissend geluid alsof haar valsch gebit niet goed paste. „Ja, is hij daar?" De verpleegster verdween en in haar plaats verscheen dr. Sartorius, die in de kamer kwam en de deur achter zich sloot. Een klei ne flikkering in zijn oogen verried, dat hij Esther's tegenwoordigheid opmerkte. Hij boog het hoofd en luisterde aandachtig naar wat de Frangaise hem mededeelde. Al spre kende keek zij hem strak aan, maar zijn zwa re gelaatstrekken bleven impassief. „O, goed nieuws te hooren zal hem niets geen kwaad doen", zeide hij op kalmen toon. „Gaat u maar naar binnen, hij is klaar wakker." Tot Esther's verwondering stak de Fran- gaise met een gracieuse beweging de hand naar haar schoonzuster uit. „Vertel jij het hem maar, lieve Dido", zeide ze vriendelijk. „Ik weet dat je het graag doet" „Dank je Thérèse." Met een dankbaren glimlach verdween de oude dame in de slaapkamer, door den dok ter gevolgd, en Esther bleef achter met haar werkgeefster. Lady Clifford nam geen noti tie van haar, maar met iets onrustigs en knorrigs streek zij de zware neerhangende lok van haar voorhoofd. „Wat is het warm!" riep ze uit, en naar het raam gaande gooide ze het met een ruk open. ,,'t Is om te stikken. Zoo is het beter." Verscheidene seconden bleef ze stokstijf zoo staan, om de frissche lucht in te ademen, het hoofd wat achterover gebogen. Toen scheen ze wat te ontspanen en alsof nu eerst Esther's tegenwoordigheid tot haar doordrong, wend de ze zich tot haar. „U komt uit New-York, hoor ik", zeide ze, haar scherp opnemende. „Houdt u van New-York?' Esther antwoordde bevestigend, maar lady Clifford sloot haar oogen en luisterde niet. „O, New-York dat is een plaats waar ik nooit ben geweest, 't Moet er zoo mooi zijn. Ik zal er nog wel eens komen wanneer ik Zij voltooide den zin niet, want de knecht kwam binnen om haar voor de lunch te roe pen. Met iets van ongedwongenheid had zij de armen uitgestrekt, ze liet ze weer zinken en zonder Esther aan te zien, verdween ze in haar slaapkamer rechts, om haar haren wat op te kammen of haar mooi neusje te poede ren. De vochtige, frissche bries streek reinigend door de zwaar geparfumeerde kamer en deed de papieren van de schrijftafel waaien. Het bovenste blad zeilde door de lucht en daalde neer op 't haardkleed. Daar Esther vee! van orde hie'd, raapte ze het werktuige lijk op om het op zijn plaats te leggen. Toen zag ze natuurlijk, dat het volgekrabbeld was met hoekige Fransche cijfers en franc- en pond sterling teekens. Ze legde het papier op het vloeiboek onder een pressepapier van amethyst-kleurig kristal en zich omdraaiend zag zij lady Clifford onbewegelijk in de deur opening staan. Achterdochtig zag deze haar aan. „Uw brieven woeien door de kamer", zeide Esther tegen haar. „Wat heb ik toch?" vroeg ze zich zelve af. „Die vrouw maakt, dat ik me van alles in het hoofd haal!" Met een van haar snelle bewegingen nam de mooie Thérèse het geredde blad en scheurde het aan stukken, ,,'t Doet er niet toe", zeide ze onverschillig, de stukken in de papiermand werpend. Weer vielen de korte, stompe vingers, die zoo weinig in overeenstemming waren met de verdere persoonlijkheid, Esther op. „Kom zeide lady Clifford, allervriende lijkst glimlachtend, „laten we gaan déjeu- neeren." En zij ging vooraan de trap af. HOOFDSTUK 9. Den volgenden morgen zat miss Clifford in de auto van haar broeder bij het station, toen er een trein uit Parijs aankwam, nauwlettend alle reizigers, die naar buiten kwamen, aan te kijken. En als Roger nu eens niet kwam! In het volle seizoen waren de treinen zoo hee- lemaal besproken, misschien had hij wel geen slaapwagen kunnen krijgen. Maar gewoon lijk speelde hij toch alles zoo goed klaar. Wordt vervolgd-,.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 9