llkiiiMigsliG Coorait.
DE VERLOREN INJECTIENAALD.
GEMEENTERAAD VAN ALKMAAR.
Radio-hoekje
FEUILLETON.
Honderd iwee en dertigste Jaargang.
Vrijdag 26 September
Jfo. 227 1930.
Zaterdag 27 September.
Hilversum, 1875 Ai. (Uitsluitend V.A.R.A..
uitzending). 8.Orgelspel door Joh. Jong,
afgew. door gramofoonplaten. 9.— Gramo
foonplaten. 10.Morgenwijding (V.P.R.O.)
10.15 Voordracht door Cees Bakker. 10.30
Ziekenuurtje. 11.30 Gramofoonpl. 12.— Po-
Jitieber. 12.15 Concert V. A. R.. A.-Septet.
.1.45 V.A.R.A.-liedjes voor V.A.R.A.-kinderen.
2.45 Paedagogisch concert. Leiding: Piet
;Tiggers. Medew. van het V.A.R.A.-Orkest.
4.15 D. van Kreveld: „Voor onze amateur-
fotografen". 4.45 Landré: „Ons huis een
(Tehuis". 5.30 Bestuursmededeelingen door
den V.A.R.A.-voorzitter. 5.45 Kinderuurtje.
6.45 Uurtje voor de Visschers op Zee, v:
zorgd door den Centr. Bond van Transport
arbeiders. 7.45 Politieber. 8.Concert door
het V.A.R.A.-Orkest. 9.— Mr. J. H. Schultz
yan Haegen„De financiëele positie van red
ders en hunfie gezinnen". 9.20 Bij de pomp.
Teun de Klepperman. 9.30 Cabaret-program
ma. V.A.R.A.-Orkest, Kees Pruis, Julius Ha-
fenaar, marimba. Marinus Komst, trompet.
1.30 Gramofoonpl.
Huizen, 298 Ai. (Na 6 uur 1071 Ai.)
[(Uitsluitend K. R. O.) 8.9.15 Concert.
H.3012.Godsdienstig halfuurtje. 12.01
—1.30 Concert. K. R. O.-Trio. 1.302.30
Gramofoonpl. 2.30—3— Vragenhalfuurtje.
3—4.15 Kinderuurtje. 5.-6.Gramo
foonpl. 6.01—6.15 S. P. J. Borsten: „Sport-
allerlei". 6.15—6.40 Gramofoonpl. 6.40—
6.55 Ir. A- M. Touw: „De 3 October Fees
ten 6.55—7.15 Journal. Weekoverzicht door
Paul de Waart. 7.15—7.45 W. A. Boogaerdt
„Electromotoren": 7.458.— Gramofoonpl.
8.0111.Concert door het K.R.O.-Salon
Orkest. W. Beke, bariton. F. Boshart, piano.
11-12.Gramofoonplaten.
Davertiry, 1554.4 Ai. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 1.202.20 Orkestconcert. 3.20
Orkestconcert. 5.05 Orgelspel door R. New.
5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuwsber. 7.
Sportber. 7.05 Koorzang. 7.20 Lezing. 7.40
Lezing. 7.50 Dansmuziek. 8.20 Concert. Or
kest. J. Coxon, sopraan. Pouishnoff, piano.
V. HelyHutchinson, piano. F. Titterton,
tenor. 10.Nieuwsber. 10.15 Lezing. 10.30
Beursber. 10.4012.20 Dansmuziek.
Parijs „Radio-Paris", 1725 Ai. 12.50—
2.20 Gramofoonpl. 4.05 Dansmuziek. 905
So'isten-concert. 9.50 „1'Education manquée".
Opera-coraique in 1 bedrijf van Chabrier.
Langenberg, 473 A1. 7.25—7.50 Gramo
foonpl. 7.50—8.50 Orkestconcert. 10.35
1105 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl.
I.25—2.50 Orkestconcert. 5.50—6.50 Con
cert. Mandoline-orkest en Mannenkoor. 8 20
Vroolijke avond. 12.20—1.20 Gramofoonpl.
(Dansmuziek).
Kalundborg, 1153 Ai. 12.351.05 Gramo
foonplaten. 3.20 Kinderuurtje. 3.50—5.50 Or
kestconcert. Pianospel. 8.20—9.20 Dansmu
ziek. 10.0510.35 Liederen-voordracht door
Dames-Trio. 10.3511.05 Balalaika-concert
II.0512.35 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 Ai. 5.20 Gramofoonpl. 6.50
Gramofoonpl. 8.35 Kunstfeest vanuit Brus
sel.
Zeesen, 1635 Ai. 6.05—7.20 Lezingen. 7.20
7.50 Gramofoonpl. 10.502.20 Berichten
en lezingen. 2.202.50 Gramofoonpl. 2.50
4.50 Lezingen. 4.505.50 Concert. 5.50
8.20 Lezingen. 8.20 Vroolijke avond. Daarna
tot 12.50 Dansmuziek.
Vervolg vergadering van Donderdag
25 September.
Wijziging der formatie van het
politiepersoneel.
Zooals bekend wenschen B. en W. wij
ziging der formatie van het politieper
soneel waardoor het corps met een in
specteur zal worden uitgebreid.
De desbetreffende bijlage no. 97 plaat
sten wij reeds vroeger.
De heer Westerhof vond de aan
stelling niet noodig en wees hierbij op
verschillende gemeenten met meer in
woners dan Alkmaar, waar men slechts
één of twee inspecteurs heeft (Velsen,
Kerkerade, Gouda, Venlo bijv.) al zijn er
i>ok gemeenten waar meerdere zijn. Spr.
Achtte de bijlage niet sterk gefundeerd.
De m'nder vrije tijd kan een gevolg
zijn van minder gunstige indeeling van
het werk. Spr. meende, dat in Alkmaar
voldoende politie aanwezig is, als men
de werkzaamheden goed indeelt.
Een paar jaar geleden is hier een hoofd
inspecteur afgeschaft, onder het motief dat
{én inspecteur voldoende is. Later kwam er
log een adjunct-inspecteur en al is nu de
titel anders, men heeft toch nog twee in-
ipecteurs. Om tegemoet te komen aan een
verzoek van den commissaris om hooger sa
laris wegens méér werk, zijn de periodieke
/erhooginen vervroegd en daarom was
§u naar spreker meende geen aanstel-
ng van een nieuwen inspecteur noo-
sig. Het korps is niet of niet noemens
waard uitgebreid sinds het vertrek van den
joofdinspecteur. Er bestaat nog steeds een
facature hoofd-agent, en, vroeg spr., is het
u de manier om de vacature te laten be-
taan en een adjunct-inspecteur er bij te be
noemen! Dat leek spr. toch niet wenschelijk,
kant ten aanzien van politiediensten achtte
spr. de ouderen toch wèl zoo geschikt als de
jongeren.
Voor uitgaven voor politie is zooveel te be
talen, dat dit neerkomt op 6 iper inwoner.
Dit vond spr. al een zóó hoog bedrag, dat
hij de aanstelling van nog een inspecteur
overbodig achtte. We hebben hier een kalme
stad, en bij juiste indeeling van het werk
kan de politie in haar tegenwoordige forma
tie het werk zeker wel af.
Spr. concludeerde, dat de raad de bijlage
niet behoort aan te nemen.
Den heer K 1 a v e r is gebleken, dat in
algemeenen zin gezegd kan worden dat het
politiekorps voor een stad als Alkmaar nie'
groot is, en als de burgemeester als hoofd
der politie uitbreiding noodig acht door uit
breiding van het kader, wil spr. zich daar
tegen niet verzetten.
Van ALICE CAMPBELL.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door J. E. DE B. K,
17)
„Van Roger?"
De jonge vrouw keek als verwezen.
„Een kabelbericht bedoel je, toch geen
telegram."
„Neen een telegram uit Cherbourg.
Hij zegt dat hij morgen hier komt."
Met een sprong stond Lady Clifford
overeind.
„Roger morgen hier komen?" riep ze
Op scherpen toon, haar oogen strak op
het gezicht van haar schoonzuster ge
richt. „Maar dat is onmogelijk, dat
moet je mis hebben".
Haar sigaret viel uit den houder op
den grond, waar ze een gat in het kleed
gebrand zou hebben als Esther hem niet
had opgeraapt.
„Ja, dat zegt hij."
I „Laat mij het telegram zien."
Driftig trok zij het papier uit de han
den der oudere vrouw en las het met ge
fronst voorhoofd, terwijl zij haar roode
onderlip tusschen de tanden klemde.
Miss Clifford zag er verlegen en verrast
uit en Esther liep stil naar den anderen
kant van de kamer om de kristallen
kandelaars op den schoorsteenmantel te
bezichtigen.
Ta maar ijc begrijp niet, hoe hij zoo
De heer Vogelaar wees op Bussum,
waar 4 inspecteurs zijn bij een veel minder
talrijke bevolking.
Wat het salaris van den commissaris be
treft, zei spr., dat bij de bepaling daarvan
de dienstjaren elders in rekening zijn ge
bracht, evenals met andere gemeente-ambte
naren. Als de burgmeester nu meent 't korps
zoo klein mogelijk te knnnen houden door be-
benoeming van nog een adjunct-inspecteur,
kan spr. zich daarmee vereenigen, als het
maar niet gaat ten koste van de bevorderings
kansen der agenten.
De heer S i e t s m a kon het argument
van den heer Klaver niet aanvaarden, omdat
er wel eens een burgemeester kan komen die
liet deftig vindt een groot aantal inspecteurs
te hebben.
Spr. kon zich wel vereenigen met de
argumenten van den heer Westerhof en
kon dan ook niet met de bijlage mee
gaan.
De voorzitter vond het altijd
eenigszins gevaarlijk alleen te letten op
de aantallen inspecteurs in andere ge
meenten. Men moet in oogenschouw
houden het aantal ondergeschikten en
de meening van den heer Westerhof, dat
het kader kleiner zal kunnen zijn als het
aantal ondergeschikten kleiner is, is ook
niet juist. Spr. geloofde, dat bij een klein
politiekorps het kader stevig moet zijn.
Vergelijkt men andere gemeenten met Alk
maar, dan blijkt dat wij hier een gunstig
fiuuur maken. Van de gemeenten, die onge
veer met Alkmaar gelijk staan, is alleen
Den Helder lager. Wij hebben hier 35 man
bij de politie en b.v. Gouda met slechts 500
inwoners méér heeft er 43; Zutfen met 6000
inwoners minder heeft 2 man méér; Middel
ourg met ruim de helft van de inwoners
van Alkmaar heeft nog een zoowat even
sterk politiekorps als wij.
Aan het adres van den heer Vogelaar zei
spr., dat het niet de bedoeling is om .door
de benoeming van een adjunct-inspecteur de
vacature van hoofdagent onvervuld te laten.
Integendeel, spr. zou de bevoegdheid willen
behouden om in die vacature weer te voor
zien.
Ten aanzien van de kosten zei spr., dat de
heer Westerhof zeer overdrijft, omdat deze
daarbij de 'verlichting ook rekende ad
44000, en de brandweer, enz.; totaal
78000 had de heer W. te veel gerekend als
politiekosten. Deze bedragen in werkelijk
heid ongeveer 100.000. Een staatje van de
kosten in andere gemeenten is wel over te
leggen, maar spr. achtte dit niet noodig, om
dat die kosten toch in hoofdzaak bestaan uit
de salarissen. In plaatsen waar het korps
veel spoediger terugkomt dan wij dach
ten, en zonder ons iet; te melden."
„Wel, ik denk dat hij daar ginds klaar
is met zijn werk en dat hij ons wilde ver
rassen".
De jongste van de twee vrouwen gaf het
telegram terug en draaide zich licht schou
derophalend om.
„Ik vind, dat hij had kunnen schrijven dat
hij van plan was te komen", zeide zij op iet
wat geërgerden toon. „Waarom willen de
menschen je toch altijd overrompelen?"
„In alle geval", zeide miss Clifford vrien
delijk, „maakt het niets geen onderscheid.
Het schijnt mij het antwoord te zijn op een
gebed. Het is of iemand hem gewaarschuwd
heeft, dat zijn vader ziek is."
„Hoe kan iemand hem gewaarschuwd heb
ben?" zeide de ander geïrriteerd. „Het is
iets dat niemand kon voorzien."
„Ik weet niet hoe het komt, maar ik had er
een soort voorgevoel van, zooals ik zooeven
aan de zuster vertelde. En als ik weg was
geweest, dan was ik teruggekeerd, voelende
zooals ik deed."
Met zorg deed lady Clifford een nieuwen
sigaret in den houder en stak haar aan.
„Ik geloof dat de dokter gelijk heeft en dat
we veel te veel drukte maken over de ziekte
van Charles", zeide zij kortaf. „Tot nu toe
is er nog niets onrustbarends geweest."
„Ja, je hebt groot gelijk", zeide miss Clif
ford eenvoudig. „En ik ben heel blij dat je
dat uitspreekt, mijn beste. Je weet dat jij veel
zenuwachtiger bent geweest dan ik."
„Ja, dat komt door mijn manier van de
dingen op te nemen. Ik kan niet anders",
zuchtte de Framjaise op vriendelijken toon.
„Ik vrees altijd bet ergste. Ik denk, dat het nu
grooter is, zal dus ook het totaal aan uitga
ven hooger zijn.
Spr. gaf toe, dat hij misschien een inspec
teur meer vraagt dan men hier of daar
elders heeft, maar daar staat tegenover dat
hij anders meer agenten zou vragen. Intus-
schen stelde spr. vast, dat de raad de beslis
sing heeft. Maar toch zou spr. meenen, dat
het wel iets zal zeggen, als hij betoogt dat
de inspecteurs te zwaar belast zijn.
De heer Westerhof gaf zijn misreke
ning ten aanzien van de kosten toe. Eigen
aardig vond spr. het betoog van den voorzit
ter, dat de aanvraag van een inspecteur ge
schiedde omdat een poging tot uitbreiding
van het korps gefaald had. Spr. wees op de
beide vacatures (agent en hoofdagent),
waarvoor de voorzitter (althans voor hoofd
agent) vervulling wenscht zonder opgave
van den tijd. De openlijke verklaring van
een burgemeester, dat uitbreiding misschien
niet noodig zou zijn als hier maar een gar
nizoen was, vond spr. vreemd en voor een
goed woordvoerder zonderling. Spr. geloofde
dan ook, dat de voorzitter het niet zóó be
doeld heeft.
Spr. bleef volhouden, dat er een zekere
verhouding moet zijn tusschen het aantal in
specteurs en ondergeschikten.
Het bedrag dat voor politie wordt uitgege
ven is in elk geval nog zeer hoog, eenige
jaren geleden was het 75000.
Spr. geloofde dat de burgemeester in zijn
argumentatie zwak was geweest en meende,
dat uitbreiding van het politiekorps niet
noodig is. Het argument van te veel werk
voor de inspecteurs achtte spr. te ondervan
gen door een betere indeeling van den ar
beid, waarbij ook op den commissaris is te
rekenen. Mèt dezen meegeteld, hebben wij
hier toch reeds een kader van vijf man, uit
breiding moet volgens spr. onnoodig worden
geacht.
Spr. wees er nog op, dat de voorzitter had
ontzeild het argument van spr., dat destijds
de hoofdinspecteursrang was afgeschaft om
dat men die kon missen.
De voorzitter vond het betoog van
den heer Westerhof grootendeels een herha
ling van hetgeen deze reeds had gezegd.
Zijn argument over niet noodige uitbrel
ding, als er een garnizoen zou zijn, hield
spr. volimmers het zou op een gegeven mo
ment noodig kunnen zijn, een troep dronken
menschen te verdrijven, waarvoor meerdere
hulp noodig was. In vele andere plaatsen
heeft men marechaussee; hier moet men alles
met eigen politie opknappen.
Er is op het oogenblik slechts één vacatu
re, en dan nog in dien zin, dat de raad heeft
goedgevonden het korps met één agent uit te
breiden. Als de adjunct-inspecteur wordt toe
gestaan zal spr. daar direct geen gebruik
van maken. Een door vertrek ontstane vaca
ture zal spoedig vervuld worden.
Zeer juist is, dat een of twee agenten
schrijverswerk verrichten.
Het voorstel van B. en W. werd hierop
aangenomen met de stemmen der soc.-dem.
en vrijz.-dem. tegen.
Herziening uitbreidingsplan der gemeente.
B. en W. stellen den Raad voor:
I. Het plan van uitbreiding der gemeente
(le gedeelte), vastgesteld bij Raadsbesluit
van 30 December 1919, nr.. 14, gewijzigd bij
Raadsbesluiten van 2 Mei 1923, nr. 15, 25
Augustus 1927, nr. 19 en 26 Juli 1028, nr.
8, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten
onderscheidenlijk bij hunne besluiten van 10
Maart 1920 nr. 185, 3 October 1923 nr.
132, 9 Mei 1923 nr. 3 en 26 September
1928 nr. 78,
voor zooveel betreft een gedeelte gelegen
ten Zuiden van den Nieuw'andersingel en
den Baansingel in te trekken en te vervan
gen door het uitbreidingsplan Lyceum-k\\ir-
tier dat in ontwerp ter inzage heeft gele
gen met daarbij behoorende kaarten, grond-
teekeningen, toelichtende beschrijving en
staat van eigenaren van in het plan begre
pen gronden;
II. Burgemeester en Wethouders ten aan
zien van het uitbreidingsplan Lyceum-kwar
tier de bevoegdheid te verleenen, als bedoeld
in het vierde lid van artikel 11 onder a, b en
d. van het Woningbesluit.
Goedgekeurd.
Ontheffing art. 28 bouw- en
woningverordening.
B. en W. stellen den Raad voor te beslui
ten:
ontheffing te verleenen van het verbod in
de eerste alinea van art. 28 der bouw- en
woningverordening ten aanzien van:
a. het bouwen volgens overgelegde teeke-
ning, van een trekkas op een terrein in
dén Eendrachtspolder, kadastraal bekend
in sectie E. nr. 554, door F. H. Geels,
alhier;
b. het bouwen volgens overgelegde teekening
van een warenhuis op een terrein in den
Eendrachtspolder, kadastraal bekend in
sectie E nr. 551, door C. Bierman, alhier,
een en ander onder voorwaarde, dat, wan
neer te eeniger tijd in de omgeving van het te
stichten gebouw een woonwijk mocht verrij
zen, deze ontheffing niet meer van kracht zal
zijn.
Aangenomen.
Verkoop van grond aan de Palingstraat.
De heer H. Vos alhier, heeft gevraagd voor
zich of zijne lastgevers te mogen koopen een
aan deze gemeente in eigendom toebenoorend
perceel bouwterrein, gelegen aan de Paling
straat, kadastraal bekend gemeente Alk
maar, sectie F, nr. 2727 gedeeltelijk, ter
grootte van ongeveer 781 M2., voor den prijs
van 10 per M2.
Noch wij, zeggen B. en W., noch de com
missie van bijstand voor het grondbedrijf
hebben tegen dezen verkoop bezwaar, in ver
band waarmede wij U voorstellen het desbe
treffend besluit te nemen.
Goedgekeurd.
Verkoop van grond aan de
Fontein Verschuirstraat.
Van den heer H. Vos alhier, ontvingen B.
en W. een verzoek om aan hem of zijn last
gevers te verkoopen een aan de Fontein
Verschuirstraat gelegen perceel bouwterrein,
kadastraal bekend gemeente Alkmaar, sectie
F, nr. 2727 gedeeltelijk, ter grootte van on
geveer 416 M2., voor den prijs van 10 per
M2.
Daar noch B. en W., noch de commissie
van bijstand voor het grondbedrijf, tegen
dezen verkoop bezwaar hebben, stellen B. en
W. den Raad voor het desbetreffend besluit te
nemen.
Aldus besloten.
Ruil van strookjes grond bij den
Friescheweg met het Rijk.
Onder volgnummer 168 der gemeentebe-
grooting voor 1930 is een bedrag van 830
geraamd voor den aanleg van een trottoir
langs de Noord-Westzijde van den Friesche
weg, van de brugwachterswoning af tot het
transformatorgebouwtje van het electriciteits-
bedrijf.
Opdat het trottoir over de geheele lengte
voldoende breed zal zijn, is 't gewenscht, dat
de gemeente den eigendom verkrijgt van een
strook grond, ter grootte van ongeveer 42.20
M2., welke deel uitmaakt van het aan den
Staat toebehoorende kadastrale perceel ge
meente Alkmaar, sectie C., nr. 846. Hierom
trent hebben B. en W. zich met den minister
van waterstaat in verbinding gesteld, die zich
bereid heeft verklaard te bevorderen, dat het
Rijk bedoelde strook grond aan de gemeente
in eigendom overdraagt, mits de gemeente
een aan de achterzijde van het eerdergenoem
de kadastrale perceel grenzende strook
5rond, welke deel uitmaakt van het vroegere
aagpad langs de Oude Hoornschevaart, van
dezelfde grootte, afstaat aan het Rijk, de ge
meente zorg draagt voor de verplaatsing van
de erfafscheidingen en voorts de bedingen,
vermeld in het bij de stukken gevoegde ont-
werp-ruilovereenkomst, in acht neemt.
De kosten van het verplaatsen der hekken
worden op 250 geraamd.
Daar B. en W. tegen de gestelde voor
waarden geen bezwaar hebben, geven zij
den Raad in overweging bovenbedoelde
overeenkomst met het Rijk aan te gaan.
Goedgekeurd.
Beschikbaarstelling van gelden uit de
gemeentekas voor de St. Adelbertusschool.
Den 24sten Juli j.1. ontvingen B. en W. van
den Raad om bericht en raad drie adressen
d.d. 5, 7, en 7 Juli t.v. van het bestuur der
Vereeniging „St. Joseph" alhier, houdende
het verzoek gelden uit de gemeentekas te
willen verstrekken voor:
a. de aanschaffing van 80 stoelen ten be
hoeve van de beide klassen der St. Adel
bertusschool aan den Nieuwlandersingel,
waaraan onderwijs wordt gegeven vol-
fens Dalton-stelsel;
et aanbrengen van een linoleum-vloer-
bedekking in de lokalen, waarin de onder
a genoemde klassen zijn gehuisvest;
c. het aanbrengen van een linoleum-vloer-
bedekking in drie bovenlokalen van de St
Aloysiusschool aan de Koornlaan.
Het bestuur heeft de beide laatstvermelde
aanvragen ingetrokken.
Omtrent het onder a vermelde verzoek
thans dienende van bericht en raad, deelen
B. en W. mede, dat blijkens het ter in
zage liggende rapport van den Directeur der
gemeentewerken d.d. heden de aanwezige
stoelen inderdaad, gelijk het bestuur aan
geeft, zich in zoodanigen toestand bevinden,
dat ze niet meer door herstel in bruikbaren
staat kunnen worden gebracht.
Aangezien overigens de aanvrage voldoet
aan de in artikel 73 der L. O. wet 1920 ge
stélde eischen (in verband met het Kon. be
sluit van 14 December 1925 behoeft in dit
geval geen waarborgsom te worden gestort)
moet alt verzoek op grond van artikel 75
dier wet worden ingewilligd.
B. en W. stellen den Raad vóór het des
betreffend besluit te nemen.
Aldus besloten.
Een half uur schorsing.
Om half 4 werd de openbare zitting ge
schorst. Om 4 uur heropende de voorzitter
de vergadering en stelde aan de orde
Vaststelling verordening regelende het
bebouwen van gronden, voorkomende op de
uitbreidingsplannen der gemeente.
De desbetreffende bijlage No. 79 werd
reeds vroeger in onze courant gepubliceerd.
Op deze bijlage was het volgende amende
ment van het raadslid A. Bakker ingekomen:
I In art. 2 het onder A genoemde geheel te
laten vervallen.
Artikel 4.
Te lezen onder A: „Voor zoover bestemd
voor open bebouwing, alleenstaande huizen
of villa's of gebouwen ten behoeve van de
veehouderij en van den Land-, tuin- of bosch-
bouw".
Te lezen onder B: „Voor zcover bestemd
voor half open bebouwing, hetzij een be
bouwing als bedoeld sub a, hetzij blokken;
welke uit niet meer dan drie aaneengesloten
huizen mogen bestaan".
Te lezen onder C: Het onder D genoemde.
Artikel 7.
Te lezen: „Aan weerszijden van elk ge
bouw, zal uit de erfafsceiding gemeten on
bebouwd moeten blijven:
Bij open bebouwing, als bedoeld in artikel
4 onder A een ruimte van ten minste 15 meter;
bij half open bebouwing een ruimte van
ten minste 5 Meter.
Toelichting.
Het komt mij wenschelijk voor, om bij het
ontwerp bebouwingsverordening eenige ver
anderingen voor te stellen, welke m. i. noo
dig zijn, om deze verordening beter aan zijn
doel te doen beantwoorden.
Het doel der verordening, zal toch zeker
zijn, de mogelijkheid te scheppen, om som
mige gedeelten der stad, door beperking der
bebouwingsvoorschriften, een mooier aan
zien te geven. Dit nu wordt bij deze ontwerp
verordening niet bereikt.
Ten eerste kan het onder A genoemde in
artikel 2 vervallen, om reden er bij de vol
gende alinea's een minimumgrens gesteld
wordt, en geen maximum, zoodat verspreide
bebouwing mogelijk is, zonder ze speciaal
in de verordening op te nemen.
Ten tweede lijkt mij eene open bebouwing,
waarbij wordt toegestaan drie aaneengesloten
huizen, met dan een ruimte aan weerskanten
van 4 meter tusschen dergelijke blokken geen
open bebouwing, doch hoogstens een haif
open bebouwing, en
ten derde kan een bebouwing van blokken
van zes aaneengesloten huizen met tusschen-
ruimten van 3 meter aan wëerskanten, geen
half open bebouwing genoemd worden en
zeker niet kunnen dienen tot verfraaiing van
sommige stadsgedeelten.
Reden waarom ondergeteëkende voorstelt
het ontwerp bebouwingsverordening in
door hem aangegeven richting te wijzigen.
De heer Bakker geloofde niet dat de ver*
ordening, zooals zij er ligt, kan meewerken
aan verfraaiing der stad. Open of verspreide
bebouwing kan ook met de bestaande voor
schriften worden verkregen. Spr.'s groote be
zwaar is, dat de half-open bebouwing mag
zijn het bouwen van blokken van zes wonin
gen met drie meter ruimte aan weerskanten.
Duidelijk is, dat elke bouwer dan zes wonin
gen aaneen zal plaatsen, dan een ruimte van
zes Meter en dan weer zoo'n blok. Dat is geen
halfopen bebouwing, maar naar spr.'s opvat
ting aaneengesloten bouw. Daarom wilde spr.
bloten van niet meer dan drie woningen en
yeftjkoM t&vuwto**- keitMtis
het beste zal zijn den dokter te vragen of wij
Charles de komst van Roger mogen mede-
deelen."
„Is de dokter bij hem?"
„Ik zal eens kijken".
Zij ging naar de deur aan het andere eind
van de kamer en haar geopend hebbende,
sprak zij zacht met iemand in het vertrek.
Even daarna stak de verpleegster haar hoofd
door de opening naar binnen. Zij was een
hoekige, veertigjarige vrouw, met vriendelij
ken glimlach, springerig haar van peper en
zout kleur en haar neus was een beetje rood.
„Wilt u den dokter spreken, lady Clifford?"
Er was in haar stem een opdringerige
klank en ze maakte een sissend geluid alsof
haar valsch gebit niet goed paste.
„Ja, is hij daar?"
De verpleegster verdween en in haar plaats
verscheen dr. Sartorius, die in de kamer
kwam en de deur achter zich sloot. Een klei
ne flikkering in zijn oogen verried, dat hij
Esther's tegenwoordigheid opmerkte. Hij
boog het hoofd en luisterde aandachtig naar
wat de Frangaise hem mededeelde. Al spre
kende keek zij hem strak aan, maar zijn zwa
re gelaatstrekken bleven impassief.
„O, goed nieuws te hooren zal hem niets
geen kwaad doen", zeide hij op kalmen toon.
„Gaat u maar naar binnen, hij is klaar
wakker."
Tot Esther's verwondering stak de Fran-
gaise met een gracieuse beweging de hand
naar haar schoonzuster uit.
„Vertel jij het hem maar, lieve Dido", zeide
ze vriendelijk. „Ik weet dat je het graag
doet"
„Dank je Thérèse."
Met een dankbaren glimlach verdween de
oude dame in de slaapkamer, door den dok
ter gevolgd, en Esther bleef achter met haar
werkgeefster. Lady Clifford nam geen noti
tie van haar, maar met iets onrustigs en
knorrigs streek zij de zware neerhangende
lok van haar voorhoofd.
„Wat is het warm!" riep ze uit, en naar
het raam gaande gooide ze het met een ruk
open. ,,'t Is om te stikken. Zoo is het beter."
Verscheidene seconden bleef ze stokstijf zoo
staan, om de frissche lucht in te ademen, het
hoofd wat achterover gebogen. Toen scheen
ze wat te ontspanen en alsof nu eerst Esther's
tegenwoordigheid tot haar doordrong, wend
de ze zich tot haar.
„U komt uit New-York, hoor ik", zeide ze,
haar scherp opnemende. „Houdt u van
New-York?'
Esther antwoordde bevestigend, maar lady
Clifford sloot haar oogen en luisterde niet.
„O, New-York dat is een plaats waar ik
nooit ben geweest, 't Moet er zoo mooi zijn.
Ik zal er nog wel eens komen wanneer ik
Zij voltooide den zin niet, want de knecht
kwam binnen om haar voor de lunch te roe
pen. Met iets van ongedwongenheid had zij
de armen uitgestrekt, ze liet ze weer zinken
en zonder Esther aan te zien, verdween ze in
haar slaapkamer rechts, om haar haren wat
op te kammen of haar mooi neusje te poede
ren.
De vochtige, frissche bries streek reinigend
door de zwaar geparfumeerde kamer en
deed de papieren van de schrijftafel waaien.
Het bovenste blad zeilde door de lucht en
daalde neer op 't haardkleed. Daar Esther
vee! van orde hie'd, raapte ze het werktuige
lijk op om het op zijn plaats te leggen. Toen
zag ze natuurlijk, dat het volgekrabbeld was
met hoekige Fransche cijfers en franc- en
pond sterling teekens. Ze legde het papier op
het vloeiboek onder een pressepapier van
amethyst-kleurig kristal en zich omdraaiend
zag zij lady Clifford onbewegelijk in de deur
opening staan. Achterdochtig zag deze haar
aan.
„Uw brieven woeien door de kamer", zeide
Esther tegen haar. „Wat heb ik toch?"
vroeg ze zich zelve af. „Die vrouw maakt,
dat ik me van alles in het hoofd haal!"
Met een van haar snelle bewegingen nam
de mooie Thérèse het geredde blad en
scheurde het aan stukken, ,,'t Doet er niet
toe", zeide ze onverschillig, de stukken in de
papiermand werpend.
Weer vielen de korte, stompe vingers, die
zoo weinig in overeenstemming waren met de
verdere persoonlijkheid, Esther op.
„Kom zeide lady Clifford, allervriende
lijkst glimlachtend, „laten we gaan déjeu-
neeren."
En zij ging vooraan de trap af.
HOOFDSTUK 9.
Den volgenden morgen zat miss Clifford in
de auto van haar broeder bij het station, toen
er een trein uit Parijs aankwam, nauwlettend
alle reizigers, die naar buiten kwamen, aan
te kijken. En als Roger nu eens niet kwam!
In het volle seizoen waren de treinen zoo hee-
lemaal besproken, misschien had hij wel geen
slaapwagen kunnen krijgen. Maar gewoon
lijk speelde hij toch alles zoo goed klaar.
Wordt vervolgd-,.