DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Uit het Parlement Buitenland Ho. 231 HOEH§D.46 1 OCTOBER 19 3 O 132e Jaargang. Dagslijksoh overzicht. DE WILD Carlshutte-, Surdiac-m Godin- Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalrs Zon- en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.53. Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groots letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37050. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAS. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. Den Haag, 30 September 1930. De Tweede Kamer heeft hedenmiddag slechts enkele oogenblikken vergaderd tot regeling van werkzaamheden. Er zijn nog een paar wetsontwerpen gevoegd f bij die welke in de afdeelingen zullen worden on derzocht alvorens zij op 14 October in open bare vergadering bijeenkomt. Tevens heeft de voorzitter medegedeeld, dat benoemd rijn tot voorzitter van de commissie voor privaat- en strafrecht de heer mr. Th. Heems kerk (A.-R.), tot idem van de commissie voor de staatsuitgaven de heer Van Vuuren (R.K.), en tot idem van de commissie voor waterstaatsaangelegenheden de heer Bon- gaerts (R.K.) Meer dan vijf minuten ware voor dat alles «iet noodig geweest, doch de heer Wijnkoop (Comm.) achtte het oogenblik gunstig om een verklaring af te leggen, die de aanwezigen nogal humoristisch hebben opgenomen Zij kwam hier op neder, dat de partij, welke hem in de Kamer heeft gebracht, ontbonden is. In plaats van nu te verklaren, dat hij zich ge noopt gevoelde zijn mandaat neder te leggen deelde hij mede zich bij de communistische partij van den heer De Visser te hebben aan gesloten en dus namens haar in de Kamer te zullen zitten. Hij achtte deze verklaring noo dig tegenover de Nederlandsche arbeiders klasse. Dat de partij, waarbij hij zich heeft aangesloten er vrede mede heeft, dat hij haar nu ook in de Kamer vertegenwoordigen zal, deelde hij niet mede. De Kamer heeft op die verklaring het zwijgen bewaard. In de prac- tijk zal die overgang trouwens ook niet van veel invloed zijn. Op 14 October komt de Kamer voor ge- ruimen tijd bijeen met de behandeling der Rijksbegrooting als slot. EEN BELANGRIJKE BIJEENKOMST VOOR HET BRITSCHE RIJK. Het recht van afscheiding; rechisonafhankelijkheid en vrijhandel. De zoogenaamde rijksconferentie de bijeenkomst van vertegenwoordigers der Britsche dominions die vandaag aan vangt, zal dezen keer een zeer bijzonder ka rakter dragen, voornamelijk doordat aan de orde komt de kwestie over het recht van af scheiding. Om de verschillende besprekingen niet door de publieke meening te laten be ïnvloeden, zullen de zittingen met gesloten deuren plaats hebben. Gister zijn de te Londen verblijvende pre miers en delegatieleiders ter conferentie bij eengekomen voor een particuliere gedachten- wisseling ten aanzien van de conferentie. De voornaamste gedelegeerden zijn des avonds door de regeering in Lancaster House ont vangen, waar later een receptie, waar dui zend genoodigden waren, gehouden werd. De Britsche rijksconferenties zijn al oud Toch zullen velen zich niet veel meer van vroegere bijeenkomsten herinneren. Hetgeen logisch is, want al te veel belangwekkends werd er tot nu toe nooit behandeld. Toen in 1877 Koningin Victoria, de Koningin, die een geheel tijdperk karakteriseerde, oen thans voor goed verdwenen tijdperk, een regeerings- jubileum vierde, waren tal van ministers van de koloniale gebieden te Londen aanwezig Men vond dat teen een goede gelegenheid om eens van gedachten te wisselen en ziet, de rijksconferenties hadden het levens licht aanschouwd. In de vorige Imperiale Conferentie is men er vrijwel in geslaagd de politieke verstand houding tusschen Groot-Bntannië en de do minions vast te stellen. Het Britsche rijk is een merkwaardige politieke eenheid, die na genoeg toevallig is gegroeid tot haar huidige samenstelling. Toen de eerste rijksconferen tie na den oorlog bijeenkwam, was haar taak vooral na te gaan, hoe de politieke verhou ding was tusschen de dominions en Engeland en tusschen de dominions onderling. In de laatste bijeenkomst is men zoo ver gekomen, dat de politieke betrekkingen tus schen de samenstellende deelen van het Rijk vrij nauwkeurig werden vastgesteld. In ae nieuwe rijksconferentie zal de vraag nu voor al zijn: Wat zullen wij nu met dit Britsche rijk aanvangen? Die vraag zal wel vooral in economischen zin worden besproken. Niet alle politieke vraagstukken zijn ech- ter opgelost. Men schrijft aan generaal Hert zog b.v. het voornemen toe het recht van af scheiding ter tafel te brengen. Hij zou willen zien vastgesteld, dat een dominion te allen tijde vrij is uit het Britsche rijk te treden. Practisch bestaat dit recht al. Indien een dominion den familieband met Groot-Brit- tannië zou willen verbreken, dan zou Groot- Brittannië daar niets tegen kunnen doen Men kan echter gerust bij voorbaat aannemen, dat geen der dominions, ook Zuid-Afrika niet, van dit recht gebruik zal maken. Met afschei ding zou niets worden gewonnen. En de posi tie van een dominion tegenover Engeland is thans zoo, dat de politieke band geen reëele verplichtingen stelt en geen werkelijke opof feringen eisebt. Daarentegen zou afschei ding gemakkelijk tot verlies zoowel in han del als in het gewicht van politieke posi tie kunnen leiden. Behalve dit theoretisch recht van afschei ding is er nog de kwestie van de rechtspraak. In den Privy Council (Staatsraad) heeft het Britsche rijk zijn hoogste rechtscollege, waarvoor in de laatste instantie rechtszaken van de burgers in het gansche Rijk kunnen worden behandeld. Dit Privy Council is een zuiver Engelsch lichaam; en Ierland heeft nief zoo lang geleden doen weten dat beslis singen van zijn eigen hoogste beroepshof niet door den Privy Council ongedaan kunnen worden gemaakt. Ierland eischt dus volledige rechtsor.afhankelijLheid. Er is reden te geloo- ven dat de andere dominions een gelijksoor tige opvatting zijn toegedaan; en deze kwestie zal een punt van bespreking vormen in deze rijksconferentie. Een derde kwestie waarschijnlijk mis schien de meest belangrijke is de economi sche, waarover zeker heel wat zal worden ge sproken door voor- en tegenstanders van vrij handel. Bij voorbaat moet worden vastgesteld dat alle partijen in Engeland van meening zijn dat inderdaad ;n economische samenwerking tusschen de verschillende deelen van het Rijk een middel moet worden gezocht om de han delsellende, althans gedeeltelijk, te doen ver dwijnen. Er is alleen verschil van meening (en het is een buitengewoon fel verschil) over de wijze waarop cic samenwerking moet geschie den. Indien men de kwestie eenigszins klaar wil zien, doet men het best de propaganda van de „Rijksvrijhandelaren" en de „Ver- eenigde Rijkspartijers" (die een soort tol-unie voor het Britsche Rijk willen) geheel buiten bespreking te laten. Deze twee „partijen" van rijkshandelsimperialisten, die aanvankelijk zoo eensgezind optrokken naar het doel, zijn nu hopeloos verdeeld. Bovendien zijn alle competente beoordeelaars 't er over eens, dat Beaverbrook en Rothermere een even roman tische als onreëele rijkshandelspolitiek propa- geeren. Een feit is, dat geen dominion bereid is Britsche goederen in concurrentie met de voortbrengselen van zijn eigen industrie vrij toe te laten. De fiscale politiek van alle domi nions, en die van Australië in de hoogste mate, is gebaseerd op het verlangen invoer van goederen die zij zelf kunnen maken, uit te sluiten. De deerniswaardige toestand, waarin Australië thans economisch verkeert, toont aan dat zulk 'n politiek niet zulk 'n voor treffelijk middel tegen de pressie en werkloos heid is als de Engelsche protectionisten, die Engeland hetzelfde willen laten doen, geloo- ven. De dominions zijn alleen bereid, ten be hoeve van Engelsche fabrikanten, de invoer rechten op zekere producten, die de dominions niet of nog niet vervaardigen, te verlagen m.a.w. aan die fabrikanten voorkeurrechten te verleenen. Maar zij willen dat alleen doen, indien de dominioi.s van Engeland nieuwe in- voervoordeelen krijgen. Daarentegen zijn er tal van belangrijke details in den reeds bestaanden handel tus schen de deelen van het Britsche Rijk te rege len en te verbeteren, waardoor onderlinge handel gemakkelijker zou gaan en daarom als van zelf zou toenemen. Er ligt een wijd gebied voor economische exploitatie open ook zonder ontwrichting van de bestaande economische structuur door ta rieven. Men kan er wel zoo goed als zeker van zijn, dat de Rijksconferentie zulke moge lijkheden in de eerste plaat* zal onderzoeken. Dat kan daarom worden verwacht omdat de huidige Britsche regeering volstrekt gekant is tegen paniekacniige veranderingen in het bestaande fiscale stelsel. Die regeering is er eerder op uit door overreding en voorbeeld de handelsbelemmeringen in het Britsche Rijk op te ruimen. De houding van den minister voor handel Graham te Genève heeft aange toond welke inzichten bij de Britsche regee ring overheerschen. Een andere kwestie is natuurlijk of zij in staat zal zijn, tegen de hevige propagandisti sche protectie-stormen in, voort te gaan op dien weg, die leidt naar internationaal over leg en samenwerking op economisch gebied. UIT DE VERGADERING VAN DEN VOLKENBONDSRAAD. Redevoering van Briand. De Fransche minister van buitenlandsche zaken, Briand, heeft gistermiddag tot ieders verrassing ten tweeden male een groote rede voering gehouden. In deze redevoering zeide Briand o.m. het volgende: De stelling van Frankrijk in de ontwape ningskwestie is tot dusverre door den prac tischen kant bepaald geworden. Ik neem de verantwoording voor mijn vaderland op mij en kan derhalve de beslissende problemen niet op zuiver theoretische basis stellen Wanneer in 1924 het protocol van Geneve zou zijn aangenomen, zou thans geen enkele regeering de ontwapening vertragen. Sinds dien is de totale toestand veranderd. Ieder land heeft zich in bescherming moeten stel len tegen nieuwe verrassingen. Bovendien heeft men gepoogd door andere maatregelen algemeene betrekkingen te scheppen, door verdragen, arbitrage-overeenkomsten en ten slotte door het Kellogg-pact Voor den oorlog was het leger van Frank rijk 881,000 man sterk bii een driejarigen diensttijd. Thans heeft Frankrijk bij een diensttijd van een jaar nog slechts 557.000 man te verwachten. Frankrijk heeft dus, al dus Briand, verminderd met 45 pCt. Dit wordt hier slechts geconstateerd om recht vaardig te zijn voor de zaak van Frankrijk. Intusschen echter zijn groote veranderin gen geschied, en hebben woorden van haat en dood algemeen de aandacht getrokken. Moet men werkelijk geen rekening houden met deze feiten? Mag men thans de regeerin gen weigeren veiligheidsmaatregelen te ne men? Onder de huidige veiligheidsvoorwaarden moeten en mogen de volkeren niet ontwape nen, anders wordt een nieuwe crisis voorbe reid. In Europa heerscht op het oogenblik nieuwe verontrusting. Een groot vraagtee- ken is thans in Europa ontstaan. Morgen eerst zal men de verdere ontwikkeling kun nen zien. Vast staat, dat een verdere ontwa pening niet meer mag plaats vinden. Er bestaan nog zekere misverstanden tus schen Frankrijk en de bevriende nabuurlan den. Men zal echter in een broederlijken geest trachten om ondanks alle moeilijkheden deze misverstanden uit den weg te ruimen, ten einde tot een overeenkomst met vriend en nabuur te komen. Frankrijk zal zijn tot dusverre ingenomen standpunt ook verder handhaven. Rede van minister Cnrtins. Na Briand nam onmiddellijk de Duitsche minister van buitenlandsche zaken, dr. Cur- tius, het woord. Allereerst wees hij er op, dat Duitschland bij de stemming over het Ontwapeningsbesluit blanco gestemd heeft, teneinde aannemen van dit besluit mogelijk te maken. Vervolgens zette Curtius nogmaals het Duitsche standpunt inzake de ontwapening uiteen. Hij herinnerde er aan, dat in 1928 besloten werd tot het bijeenroepen der alge meene ontwapeningsconferentie. De Duit sche regeering wil daaraan vasthouden en de ontwapeningsconferentie in 1931 bijeen roepen. Zonder ontwapening bestaat er geen vei ligheid. Dat beteekent echter niet, dat Duitschland stelling neemt tegen het veilig heidsprobleem. Het Duitsche standpunt is volstrekt positief. Men mag op het oogenblik niet over het hoofd zien, dat een groote golf van veront rusting niet alleen over Europa, doch over de geheele wereld gaat. Allereerst moeten daar om de regeering in eigen huis orde schep- pen en de sociale en economische oorzaken van de onrust uit den weg ruimen. Vervol gens echter bestaat er een gemeenschappe lijke verplichting van alle mogendheden om mede te werken aan het overwinnen der in ternationale oorzaken van de onrust. Niet op den weg van niet-nakoming der verdra gen kan men deze onrust bestrijden. Nadrukkelijk moet ik vaststellen, aldus Curtius, dat de voornaamste oorzaak van deze onrust, waaraan Briand in zijn rede zoo vaak gerefereerd heeft, in het feit ligt, dat op het oogenblik nog geen ernstige wil bestaat tot ontwapening. De verklaringen van Dr. Curtius werden met krachtigen bijval ontvangen. Ten slotte sprak nog graaf Apponyi, die inlossing der ontwapeningsbelofte vroeg. De Memel-kwestie voorloopig bijgelegd. De Volkenbondsraad heeft gistermiddag het meest urgente deel van de Memelkwestie behandeld. De Duitsche minister van buitenlandsche zaken, dr. Curtius, die als vertegenwoordi ger van de Duitsche rijksregeering deze kwestie aan den V.B.-raad voorlegde, deelde mede, dat hij bij zijn besprekingen met den Litauschen minister van buitenlandsche za ken tot overeenstemming is gekomen. De Ontwapeningskwestie. De Duitsche rijksminister van buitenland sche zaken, dr. Curtius, heeft in de plenaire zitting van den Volkenbond medegedeeld, dat de Duitsche delegatie zich bij de behan deling van het rapport inzake de verminde ring der bewapening van stemming zal ont houden. De Canadeesche vertegenwoordiger wees erop, dat de ontwapeningswerkzaamheden thans na niet minder dan tien jaren, nog steeds zonder resultaat zijn geweest. De Volkenbond zal zich deswege moeten ver antwoorden voor het forum der wereldopi nie; de toestand is ondragelijk geworden. De dooden van den wereldoorlog eischen van de regeeringen, dat zij eindelijk tot ontwape ning overgaan. Spreker stelde den eisch, dat de internationale ontwapeningsconferentie zal worden bijeengeroepen. De voorzitter deelde mede, dat ook de Oostenrijksche regeering zich van stemming zal onthouden. DE ENGELSCH-DUITSCHE BETREKKINGEN. Een vriendschappelijke atmosfeer geschapen, maar de normale ver houdingen nog lang niet terug gekeerd. De Engelsche minister Henderson heeft een afscheidsnoenmaal gegeven ter eere van den Duitschen ambassadeur Sthamer, die uit Londen vertrekt- Onder de genoodigden be vonden zich MacDonald, Snowden en Austen Chamberlain. Henderson gewaagde vol lof van de wijze waarop Sthamer zijn taak had vervuld. Antwoordend op den dronk op zijn ge zondheid, door Henderson ingesteld, zeide Sthamer dat er nog veel geduldige en voor zichtige arbeid voor noodig is om weer tot normale Engelsch-Duitsche betrekkingen te komen, maar er is een vriendschappelijke at mosfeer geschapen en spr. zak de toekomst met hoop tegemoet. Groot-Brittannië kon er verzekerd van zijn dat de politiek van geduld en verzoening van Stresemann ongewijzigd door de Duitsche regeering zal worden voortgezet en dat deze zal bijdragen tot de pacificatie van Europa, alsmede tot verdere verbetering van de En gelsch-Duitsche betrekkingen. Met groote voldoening had men te Genève ;ezien, dat beide landen werden geleid door etzelfde beginsel ten aanzien van het pro bleem der ontwapening en als twee naties in overeenstemming met elkaar handelen inzake dit groote probleem, dan ben ik er zeker van, aldus Sthamer, dat wat te dien aanzien mo gelijk is het ook zal zijn voor anderen. Ten slotte uitte Sthamer de hoop, dat de dag zal komen waarop een werkelijke en hechte vriendschap zal bestaan tusschen „onze beide groote naties". LAAT over de Boterstraat. Telef. 34, 3 lijnen. IMPORTEURS DER BEKENDE HAARDEN EN KACHELS. ALLEEN KWALITEITSARTIKELEN EN OOEDKOOP. HET DUITSCHE REGEERINGSPROGRAM. Aan het regeeringsprogram van het kabi- net-Brüning ontleenen wij het navolgende: Het begint met een uitvoerig overzicht van de crisis op economisch gebied, die zich na den wereldoorlog heeft doen gelden. Reeds spoedig bleek, dat de volkeren met hoogere prijzen zouden hebben rekening te houden Het had den schijn, of Duitschland de uit den oorlogs- en den inflatietijd voortkomen de moeilijkheden met succes het hoofd zou bieden door een enormen kapitaalstoevoer uit het buitenland die zelfs in de milliarden liep. Deze periode is thans achter den rug en in de plaats van den kapitaalsinvoer is de kaïpitaaluitvoer getreden, die noodzakelijk was om de eenmaal aangegane verplichtin gen na te komen en de lasten van een verlo- ien oorlog te verlichten. Na gewezen te hebben op den benarden financieelen toestand, die hiervan het gevolg is geweest, zeide spr. dat het nu in de eerste plaats zaak is het geschokte vertrouwen in de Duitsche financiën te herstellen en het eco nomisch leven weer gezond te maken. De ondersteuning der werkloozen is slechts een noodmaatregel, die alleen betrekking heeft op de gevolgen, maar zich niet inlaat met de oorzaken. Niet hoogere belastingen, doch bezuinigingsmaatregelen, verlichting der lasten en herstel van het vertrouwen zij n de grondprincipes, waar men zich nu aan te houden heeft. De besparingen, voortvloeiende uit de sa lariskortingen worden voor het geheele Rijk op 120 millioen rijksmark geschat. Bij de rijksspoorwegen en de rijksbank zullen ook salariskortingen ingevoerd worden, zoodat voor alles een saneering van de rijksspoor wegen te verwachten is. De rijksregeering hoopt dat het beambten- en ambtenaars corps, dat den staat steeds een belangr steun geweest is, ook in deze moeilijke aagen tot een offer voor de algemeene zaak bereid zal zijn. De toestemming van de betrokken rijksde- partementen hiertoe is reeds verkregen Het zwaartepunt van de bezuinigingen is gele gen in de bestuursuitgaven. Het rijksministerie voor de bezette gebie den, het Rijnlandcommissariaat en de verte genwoordiging van het rijk in Beieren wor den opgeheven. Wat de landen en gemeenten betreft, zal een dienovereenkomstige salarisherziening moeten plaats hebben, terwijl bovendien ver eenvoudiging van het bestuursapparaat tot vermindering der locale bestuursuitgaven zal leiden. Komende tot de belastingen deelt de re geering mede, dat deze vereenvoudigd zullen worden. In de plaats b.v. van de tegenwoor dige belastingen voor den landbouw, bv. in komsten-, rijksvermogens- en grondvermo gensbelasting zal in de toekomst een eem beidsbelasting komen voor inkomens tot 8.000 mark. Evenzoo wordt invoering van een soortge lijke belasting overwogen voor de kleine ne ringdoenden. Door deze maatregelen zal het aantal voor inkomstenbelasting in aanmer king komende belastingbetalers aanzienlijk- beperkt worden. Door de verhooging van het betreffend limiet tot 20.000 Mark wordt het aantal vermogens-belastingplichtigen van ruim 1.7 millioen met meer dan de helft ver minderd. Voorts zullen ondernemingen met een omzet van niet meer dan 5000 Mark geen omzetbelasting behoeven te betalen Door deze en nog enkele andere maatregelen van dit genre hoopt de regeering veel te be reiken. Ook op woning- en huisvestingsge bied zullen maatregelen worden genomen. De rijkshuurwet en de huurdersbescher- mingswet zullen per 1 April 1931 definitief buiten werking treden. Door de nieuwe me thode van financiering van den woningbouw zal het voor woningbouw bestemde deel der huishuurbelasting ongeveer 400 millioen mark bedragen. De Duitsche bladen zullen in staat gesteld worden bij bezit van huizen de huishuurbelasting in de plaats van de grondbelasting te verlagen. Al deze verla gingen moeten reeds vóór 1 April 1931 plaats hebben gehad. De regeering wijst er dan op, dat er een definitieve nieuwe regeling van de financi- eele verhouding tusschen rijk en landen moet komen. Om deze voor te bereiden is het reeds thans noodzakelijk de grondslagen vast te stellen. De gemeenten zullen hef recht verkrijgen tot het heffen van een vrijer toeslag op de inkomstenbelasting. I DE POLITIEKE TOESTAND IN EGYPTE. De liberalen zeggen der regee» ring voorwaardelijk hun steun toe. Een maandagavond te Kaïro gehouden vergadering van de constitutioneele liberale partij nam een motie aan, waarin zij steun toezegt aan het tegenwoordige ministerie zoolang dit geen aanslag doet op de grond beginselen van de grondwet. De vergadering verklaarde, dat het begin van de jongste sociale en economische onlusten lag in het feit, dat de parlementaire meerderheid het land regeerde tegen de beginselen van grond wet en recht. De Wafd vergadert binnenkort om zich bezig te houden met een onderzoek van den toestand, voortvloeiende uit het uitblijven van een antwoord van het kabinet op de petities aan den koning ten gunste van het bijeen roepen van een buitengewone zitting van hef parlement. OOSTENRIJK'S BUITENLANDSCHE POLITIEK BLIJFT ONVERANDERD. De vroegere Oostenrijksche bondskanselier dr. Seipel heeft zich in een interview uitge laten over de huidige regeeringscrisis in Oos tenrijk. Hij verklaarde o.a. dat men, wil men een helder begrip van den tegenwoordigen toestand hebben, niet moet vergeten dat de regeering Schober in het geheel niet door het parlement ten val is gebracht, doch eer der door een zekere ongeschiktheid inzake be langrijke administratieve kwesties. Na het uitbreken van de crisis had men het eerst moeten probeeren met een regeering. waarin alle partijen alsmede de Heimwehrenj zich ter bestrijding van den slechten econo mischen toestand hadden aaneengesloten. Tenslotte wees dr. Seipel er op, dat een verandering in den koers der Oostenrijksche buitenlandsche politiek uitgesloten en onmo gelijk was. HEETHOOFDIGE POLITICI. Ernstige botsingen. Ie Bermsgrün bij Schwarzenberg in het Duitsche Ertsgebergte werden Zondag bij een kloppartij tusschen nat. soc. en commu nisten vier nat.-soc. zwaar en 25 licht ge wond. De communisten voerden hun gewon den terstond weg, zoodat het aantal niet be kend is. Voorts hadden op een dorp bij Saarbrücken botsingen plaats tusschen de beide uiterste radicale partijen, waar politie uit genoemde stad de orde moest komen herstellen. Te Wolmirsleben bij Maagdenburg tracht te een soc.-dem. gemeenteraadslid, Hartung genaamd, door middel van een handgranaat een café, eigendom van den nat.-soc. leider Gerber aldaar, in de lucht te laten vliegen. De aanwezigen verhinderden dit, waarop Hartung een hunner mat een andere handgra naat bewerkte. De dader werd ten slotte ge arresteerd. EEN NOODLIJDENDE STAD. De Pruisische stad Hagen vraagt twee en een kwart millioen mark steun. Het gemeentepersoneel geett maandelijks stenn voor de werkloozen. De burgemeester van Hagen heeft zich ten gevolge van den gemeentelijken financieelen toestand genoodzaakt gezien, een beroep op de Pruisische regeering te doen, daar het niettegenstaande het in gebruik nemen van alle beschikbare belastingbronnen, niet moge lijk is het op de begrooting van '30 bestaande tekort van 3.8 millioen te dekken. Hagen is door de heerschende werkloosheid bijzonder zwaar getroffen. De Pruisische regeering wordt nu verzocht om een subsidie van 2 1/4 millioen M. en om dadelijk een regeerings- commissaris te zenden ter onderzoek van den financieelen en economischen toestand van de stad. De gemeenteambtenaren en het -personeel hebben besloten maandelijks een gedeelte van hun salaris af te staan voor de werkloozen. DE ANTI-FASCISTISCHE AGITATIE Berechting door het speciaal tribunaal. De „Tribuna" meldt, dat de speciale recht bank voor de verdediging van den Italiaan- schen staat in de eerste dagen van October een aantal jongelieden uit Gorizza en Istrië zal berechten, beschuldigd van spionnage en samenzwering. A i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1