Alkmaarschg Courant.
DE NOOD IN DEN TUINBOUW.
iMikcxdo^ amxmde£ Speccc&xM
DE VERLOREN INJECTIENAALD.
FEUILLETON.
Honderd twee en dertigste Jaargang.
Vrijdag 3 October
Radio-hoekje
Spoedige hulp noodzakelijk tevens maatregelen voor de toekomst noodig.
Geen prettig oordeel over de regeering.
Ho. 233 1930.
Zaterdag 4 October.
Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.)
(Uitsluitend V. A. R. A.-uitzending). 8.—
Orgelconcert door Joh. Jong. 9.Gramo
foonplaten 10.Morgenwijding (V.P.R.O.)
10.15 Voordracht 10.30 Ziekenuurtje. 11.30
Gramofoonplaten. 12.15 Concert door het
V.A.R.A.-Septet. 1.45 V. A. R. A.-liedjes voor
V.A.R.A.-kinderen. 2.45 Paedagogisch con
cert o. 1. v. P. Tiggers. Het V. A. R. A-
Orkest 4.15 Gramofoonpl. 4.30 Duitsche les.
5.Lezing over „Ons huis een Tehuis". 5.45
Lezing over Speeltuinwerk. 6.25 Kinderuur
tje. 7.25 Voor de amateur-fotografen. 8.Bij
de Pomp. Teun de Klepperman. 8.15 Concert.
V. A. R. A.-Orkest. Arb. Zangkoor „De
Stem", Utrecht. M. Heymans, sopraan. J. v.
Kempen, tenor. J. Dekker, bas. Dr. J. Wage
naar, piano. 11.— Persberichten. 11.15
12.Gramofoonplaten.
Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.)
8.9.15 Gramofoonplaten. 11.3012.
Godsdienstig halfuurtje. 12.1.30 Concert
door het K. R. O.-sextet. 1.30—2.30 Gramo
foonplaten. 2.30—3.— Vraaghalfuurtje voor
kinderen. 3.4.15 Kinderuurtje. 5.-6.—
Gramofoonpl. 6.—6.15 Praatje over worste
len. 6.156.55 Gramofoonplaten. 6.55—7.15
Journalistiek weekoverzicht. 7.157.45 Le
zing over het Rijksmuseum. 8.—11.— Popu
lair concert door het Salon-orkest onder lei
ding van M. v. 't Woud. H. Mulder, zanger.
9 30 Nieuwsberichten. 11.Gramofoonpl.
Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding.
11.05 Lezing. 1.20—2.20 Orkestconcert. 3.45
Berichten. 3.50 Concert. Militair orkest. H.
Blake, sopraan. S. Gardner, bariton. 5.05
Orgelspel door R. New. 5.35 Kinderuurtje.
6.35 Nieuwsberichten. 7.— Sportberichten.
7.05 Orgelspel door E. D'Evry. 7.20 Lezing.
7.40 Lezing. 7.50 Zang. S. Riley, bas. The
Wireless Singers. 8.05 Lezing. 8.20 Concert
E. Stevenson, sopraan. C. Gauld, bariton. A.
Bonucci, cello. Orkest. 10.— Berichten. 10.15
Vervolg concert. 11.05 Berichten. 11.15—
12.20 Dansmuziek.
Parijs ,Jtadio Paris", 1725 M 12.50
2.20 Gramofoonpl. 4.05 Dansmuziek. 9.05
Declamatie en solistenconcert.
Langenberg, 473 M. 7.208.20 Gramo
foonplaten. 10.3511.05 Gramofoonpl.
12.30 Gramofoonpl. 1.252.50 Orkestcon
cert. 4.255.10 Gramofoonpl. 8 20 Vroolijke
avond. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. 12.20
1.20 Gramofoonplaten. (Dansmuziek).
Kalundborg, 1153 M. 11.3512.05 Gra
mofoonplaten. 3.20 Kinderuurtje. 3.505.50
Concert. Orkest en viool. 8.209.35 Concert.
Orkest en zangeres. 10.1511.05 Solisten
concert. 11.05—12.35 Dansmuziek.
Brussel, 508.5 M. 5.20 Gramofoonpl. 6.50
Giamofoonplaten. 8.35 Concert.
Zeesen, 1635 M. 6.057.20 Lezingen.
7.20—7.50 Gramofoonplaten. 10.5012.20
Berichten. 12.201.15 Gramofoonplaten.
1.152.20 Berichten. 2.202.50 Gramofoon
platen. 2.504.50 Lezingen. 4.50—5.50 Con
cert. 5.50—8.20 Lezingen. 8.20 Orkestcon
cert. 8.50 Lezing. 9.20 Concert. Orkest en so
listen. Daarna tot 12.50 Dansmuziek.
EEN VERBODEN RADIOLEZING.
Tóch uitzending.
De „Radio-Gids" van deze week, het or
gaan van de' V.A.R.A. meldt, dat de rede
van mr. Schultz van Haegen, welke onlangs
verboden werd door de Alg. Progr. Commis-
sie thans zal gehouden worden op 15 Octo-
Der.
Voor dien dag moet deze lezing gecensu
reerd worden door de Radio Controle-Com
missie. Zal de eene commissie goedvinden,
wat de andere verbood?
HET „VLAGINCIDENT" AAN DEN
ASTERWEG.
De kwestie in een nieuw stadium.
De kwestie van de school aan den Aster-
weg het „vlagincident" is thans in een
nieuw stadium gekomen zegt het Hbld.
Het blad verneemt thans het volgendeDe
vader van het meisje, de heer P. A. Koning,
beeft zich juridischen bijstand verzekerd van
mr. J. de Vrieze, advocaat en procureur te
Amsterdam. De hter De Vrieze heeft gister
avond een schrijven aan het hoofd der school
gezonden, waarin o.m. werd medegedeeld,
dat het meisje zich Donderdag 2 October
1930 des morgens om 9 uur met de fiets met
Van ALICE CAMPBELL.
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch
door J. E. DE B. K.
23)
Ze was geheel onvoorbereid op de bijna
heftige wijze waarop de andere haar toe
voegde: „Zoo, denkt u dat dus ook, dus hij
gaat goed vooruit?"
Het was bijna een beschuldiging.
„Ja zeker, er is geen reden voor ongerust
heid."
Het blanke voorhoofd fronste zich, de hand
omklemde haar arm vaster.
„Dus u denkt niet, dat voor een man op
zijn leeftijd en met zijn gezondheid typhus
iets is om bang voor te zijn. U zoudt niet be
vreesd voor hem zijn?"
Angstig keek Esther naar het bed.
„Lady Clifford, laten wij daarover hier
niet praten. We weten niet of hij slaapt."
Met veel tact kreeg zij haar metgezellin
naar de deur. Lady Clifford ging zonder
dralen, maar bij de deur gekomen zeide zij
onnoodig duidelijk: „Ja, ja, u hebt gelijk,
maar ziet u, ik was zoo bang dat hij niet
sterk genoeg was om zulk een zware ziekte te
doorstaan. Ik geloof dat u mijn zenuwach
tigheid niet begrijpt".
Geërgerd sloot Esther de deur. Hoe mal
van lady Clifford, precies nadat zij gewaar
schuwd was. Had de oude man het gehoord?
het A. V. R O.-vlaggetje aan de school zou
vervoegen, teneinde aldaar te worden toege
laten. Indien dit geweigerd werd, zou een
actie worden ingesteld, voor de materieele en
moreele schade, welke wordt toegebracht.
Gistermorgen kwam het meisje, dat op 2
Februari 1931 dertien jaar wordt, dus nog
leerplichtig is, bij de school met haar fiets en
vlaggetje. Wederom werd de toegang gewei
gerd.
Mr. de Vrieze zal thans een klacht indie
nen bij den wethouder van Onderwijs en zoo
noodig óf het hoofd der school óf de ge
meente Amsterdam in rechten dagvaarden
Het „Volk" schrijft:
Men kan het nu eenmaal niet iedereen naar
den zin maken. Aan deze oude wijsheid moes
ten wij denken, toen wij kennis namen van
het gebeurde op de school aan den Asterweg,
waar het hoofd één zijner leerlingen den
toegang tot de onder zijn leiding staande on
derwijs-inrichting weigert, omdat zij op haar
fiets een A. V. R. O.-vlaggetje voert. De va
der van het meisje staat op het standpunt,
dat het hoofd hiermede niets te maken heeft en
eischt, dat zijn kind met de fiets en de vlag
van zijn keuze ter schole gaat. Het hoofd wil
echter van een demonstratie ten gunste van
een bepaalde richting of beweging niet we
ren en daar beide heeren blijkbaar harde
Loofden hebben, is nu een „conflict" ont
staan, dat, wanneer men het met eenig ge
voel voor humor beziet, eerder komisch dan
tragisch zal worden opgevat.
Nu deze kinderachtige prestige-kwestie
echter in de ojjenbaarheid is gebracht, moe
ten wij ons er toch wel een oogenblik ernstig
ernstig mede bezighouden. En dan zouden
wij willen zeggen dat het schoolhoofd in zijn
overigens loffelijken ijver om zijn school bui
ten het gewoel van den wereldschen strijd te
houden, o.i. wel wat ver is gegaan. Wan
neer men vlaggetjes gaat verbieden, dan kan
men ook geen speldjes toelaten en zoo ver
valt men van het één in het ander. Laten wij
de school toch vooral niet duffer maken dan
zij al is. Een beetje leven kan heusch geen
kwaad en een demonstratief vlaggetje van de
één of andere richting zal de sfeer in een
school waarlijk niet schaden. Vooropgesteld
dan, dat er een gezonde, goede, kameraad
schappelijke geest heerscht.
wordt moeten worden ingegrepen. Een norm
dient gesteld te worden.
De daling van de marktprijzen zal intre
den, omdat de reserve van de pachters is uit
geput. Niet enkel hulp van de provincie doch
ook hulp van de staatswetgever is noodig.
Spr. ging accoord met het streven van den
bond van landpachters. De nijvere pachters
mogen niet langer gedupeerd worden door de
grondeigenaren. Ontbinding van de bestaande
huurcontracten en recht op inhuring van het
gepachte gedurende 2 aren tegen een huur
door een pachtcommissie te bepalen, moet er
komen.
De opbrengst aan de veiling van de „Noor-
dermarktbond" was de vorige maand
180000 minder. Aan de hand van cijfers
betoogde spr. dat de toestand voor de tuin
ders zeer ongezond is.
Juist tegenover de eigenaren die onwillig
zijn is de pachtwet noodig. 15.000.000.—
brengen de landpachters aan pacht, rente en
aflossing in dit kleine land op en dit is slechts
mogelijk, omdat ze uitgemergeld worden.
Voor het oogenblikkelijke gebrek kan de
fondsvorming niet helpen. Spr. meent, dat de
vergadering zich achter de eischen van den
bond van landpachters moet stellen.
Spr. voelt voor de sociale wetgeving, doch
oordeelt het noodig, dat het zegeltjes plakken
betaald moet worden door de staat. Noodza
kelijke plicht van den staet is het om de pre
mies die nu de kleine zelfstandigen voor an
deren moeten opbrengen, terwijl zij zelf zon
der eenige zekerheid oud geworden uitge
mergeld in de maatschappij staan, te betalen.
Spr. wil 'n oproep tot de z.g. semie-overheids-
instellingen op de meest soepele wijze van
verpachting in te stellen en meende dat ook
op ontheffing van grondbelasting moest
worden aangedrongen.
De voorzitter was van oordeel, dat het
moeilijk ging, dat allen een zoo ruim gebruik
van het woord maakten en drong er bij de
volgende sprekers op aan om zich te bekorten.
De heer Schoenmaker, Medemblikj
betoogde dat vrijstelling van grondlasten bij
rampen verkregen kan worden. Aan Ged. Sta
te ngaf hij in overwegin er naar te streven,
dat ook Amsterdam en Haarlem in de kosten
van het Hoogheemraadschap mede betalen.
Hij bracht nog verschillende grieven van
het platteland tegen de belastingheffing naar
voren.
De heer L a n g e d ij k, Nieuwe Niedorp,
betoogde dat de tuinders in de put zitten
omdat de grond niet in volle eigendom is van
hen die er op werken.
De heer de H a r t o g, Heer Hugowaard,
was van oordeel, dat de pachtwet niet zoo
gemaakt kan worden, dat de crisis daardoor
bezworen zou worden. Dit zou ook onrecht
vaardig zijn, aangezien de crisis veroorzaakt
wordt, doordat de productiekosten te hoog
zijn.
Bezit van grond oordeelde spr. bezit van
gekristalliseerden arbeid De pachtwet mag
alleen de misstanden bestrijden. Voor den
noodtoestand oordeelde spr. een crediet van
Prov. Staten tegen een lage rente zeer ge-
wenscht.
De heer d e W e e r t, Hilversum, deel
de de pessimistische meening van den heer
Zeeman en betoogde dat men de crisis niet
lokaal, doch internationaal moest bezien.
20.000.000 menschen waren er thans werk
loos. De crisis noodzaakt 80 millioen men
schen te leven voor ten ander. De crisis heeft
zich pas ingezet en zal doorleven.
De producten van den tuinbouw moeten
juist in de groote steden gekocht worden
waar men thans, de groote crisis beleeft en
dus minder kan koopen.
Deze crisis schuilt in het maatschappelijk
leven zelf en kan niet door de politieke leiders
worden opgelost.
De tuinders leiden armoede, terwijl aan den
anderen kant de weelde sterker wordt.
Spr. wijst er op, dat niet alleen in Noord-
Holland maar in geheel ons land de toestand
van de tuinders die 700 tot 2000 per H.A.
pacht moeten betalen, bedroevend is. Hij
wijst op de slappe troonrede, die alleen maar
te kennen geeft, dat het spijtig is, doch dat
men er niets aan kan doen. Spr. wil niet 'als
de heer Zeeman, een verzoek tot de land
eigenaren richten, doch dit eischen.
Wij die alles zelf in handen hebben geno
men, kunnen nu vanaf Jan. onze bakkers
niet betalen.
De voorzitter oordeelde, dat de spr. te
veel afdwaalde.
De heer de Weert ontleende de troon
rede verder en oordeelde het goed, dat de
vergadering met scherp omlijnde voorstellen
bij de regeering kwam. Een van de eischen
was steun gedurende de crisis, en vrijstelling
van alle belastingen. s
Als 3e eisch diende gesteld te worden ver-
bodsbepaling voor inbeslagname van goede-
len van onze tuinders die door de crisis niet
meer aan hun verplichtingen konden vol
doen.
De voorzitter oordeelde dat d»
schade door den water- en hagelslag van 12
Juni niet meer besproken behoefde te wor-
den, omdat hij zwart op wit had, dat deze
betaald zou worden.
De heer Kliffen, Noord-Scharwoude,
wilde de diepgaande beschouwingen achter
wege laten en tot daadwerkelijke besluiten
komen.
De heer K o s t e 1 ij k, lid Prov. Staten,
Heer-Hugowaard, was het hiermede eens.
Hij oordeelde aan de hand van de in 1923'
behaalde resultaten, dat de tuinders met een
crediet van de provincie wel te helpen wa
ren.
Spr. oordeelde dat de credietverleening
van de provincie in samenwerking tusschen
rijk en de gemeente kans op slagen heeft.
Bij de credietverleening dienen de ge<
meente van controle te worden ingeschakeld.
In October en November komen de Staten
bijeen er is dus kans op, dat men de zaak
kan regelen. Spr. oordeelde, dat de heer Zee
man de toestanden van de pachters tenge<
volge van de verpachters te scherp had ge-
teekend. Behoudens enkele misstanden huisde
in N.-H. een aardig huurstelsel.
Grondbezit is inderdaad bezit van gekris
talliseerde arbeid.
Ter bekorting van de besprekingen deed
bet bestuur namens het bestuur het volgende
voorstel:
De Prov. N.-H. Bond van Groenten- en
Fruitveilingen in buitengewone vergadering
bijeen op 2 October 1930 in het Gulden Vlies
ter bespreking van den nood in den tuin
bouw, acht den toestand van dien aard, dat
oogenblikkelijke hulp noodzakelijk is;
noodigt het bestuur uit het volgende te
ver wezel ijken
ten le te trachten het daarheen te leiden,
dat een nieuwe credietverleening tot stand
wordt gebracht op de wijze van 1922, onder
borgtocht van de Prov. Staten van Noord-
Holland, met medewerking van de Boeren
leenbank;
2e bij de regeering aandringen op onmid-
delijke verlaging van de spoorvrachttarieven;
3e een sterke aandrang op de regeering
en de Tweede Kamer uit te oefenen om met
den meesten spoed een behoorlijk geregeld
pachtstelsel tot stand te brengen.
De heer D. K o o ij m a n lid van Ged.
Staten, sprak hierna als voorzitter van de
Veilingsvereeniging „Beemster, Purmerend
en Omstreken", namens dit bestuur van oor
deel was, dat allereerst moest worden aan
gevat „het opnieuw, onder borgtochtstelling
>an de provincie, beschikbaarsteilen van cre-
dieten, die verleent zullen worden aan men
schen die op vallen staan".
Het treft wel toevallig samen, dat blijkt
dat ook hier iets anders leeft en wel niet al
leen het verschaffen van credieten voor het
aanschaffen van kunstmest en plantgoed,
zooals in 1922, maar ook voor nieuwe cul
tures, zooals tulpen enz
Steeds hoort men verkondigen, dat één van
de oorzaken waarom vele tuinders op vallen
staan een te groote eenzijdigheid in de teelt
is, waarom het spreker wil voorkomen, dat
ook op dit punt de aandacht van het Prov
Bestuur dient te worden gevestigd. Dit kon
toch leiden tot verbetering van den toestand
in het bedrijf in het algemeen. Spr. stelde
daarom voor het bestuursvoorstel in dien
geest te wijzigen.
De heer Zeeman was het eens met het
voorstel, doch wenschte daarin te laten uit
komen dat een zoo lang mogelijk rentetype
gewenscht werd.
De voorzitter vereenigde zich met
de voorgestelde wijzigingen. Ten aanzien
van het rentetype was het voorstel zoo ruim
gesteld, omdat ook de medewerking van de
besturen van de boerenleenbanken noodig ls
en er bereikt moet worden wat er te bereiken
is.
De heer W. V i s s e r weth. van Koedijk,
betoogde nog, dat de hulp spoedig moet ko
men. 20 kleine tuinders zijn in Koedijk uit
het bedrijf geloopen om in de Wieringermeer
te werken. Wanneer niet spoedig geholpen
wordt geeft het niets meer. I
Devoorzitter zegde toe ook van de
ze opmerking goede nota te zullen nemen, t
De vergadering ging hierop met het onder
1 voorgestelde, zooals dit door de heeren
E>e Provinciale commissie uit de veilingen
in Noord-Holland hield hedenmiddag in
„Het Gulden Vlies" een buitengewone alge-
meene vergadering ter behandeling van het
onderwerp „De Nood in den Tuinbouw".
De vergadering was behalve voor de afge
vaardigden der aangesloten veilingen ook
toegankelijk voor de bestuursleden van de
aangesloten vereenigingen.
De vergadering, die geleid werd door den
heer P. Slot, burgemeester van Broek op Lan-
gendijk, was zeer druk bezocht en werd o.m.
bijgewoond door de leden van Ged. Staten,
A. W. Michels en D. Kooiman, Valstar, voor
zitter, en mr. Niemöller, secretaris van het
Centraal Bureau voor de Veilingen, de con
sulenten en de heer Thomsen, wethouder van
Alkmaar en verschillende burgemeesters.
Ook waren aanwezig de Prov. St. leden Kos
telijk en Zeeman.
De voorzitter heette in 't bijzonder welkom de
leden van Ged. Staten en den voorzitter en
secretaris van de landelijke organisatie en de
consulenten Hazeloop en Rietsema. Spr.
oordeelde 't niet noodig breed en diep op den
nood der tuinbouwers in te gaan, omdat de
tuinders dit aan den lijve ondervinden.
De moeielijkheden zijn zeer groot en voor
al omdat die zich voor het 2e jaar openbaart.
Als organisatie dient men naar middelen
ter verbetering om te zien.
Voor 1929 was van 1927 en 1928 wat over
gebleven, doch 1930 ving voor velen reeds
aan met een tekort van 1929.
Hij herinnerde aan de ramp op 12 Juni,
waarbij velen door water en hagelslag werden
getroffen.
Daarna buitengewoon lage prijzen en ziek
te in de planten, zoodat de toestand voor ve
len benard is.
De streek om en aan den Langendijk is wel
het meest getroffen, zoodat 8 Sept de L. G.
C. besloot de Prov. Commissie uit te noodigen
tot het beleggen van een buitengewone verga
dering.
Het bestuur had het verzoek besproken en
temeend dit te moeten inwilligen. Het bestuur
ad gemeend, niet de leiders van de politieke
partijen te moeten uitnoodigen, zooals de L.
G. C. had gewild, omdat de vereeniging geen
politieke vergadering moest houden.
Wel was het college van Ged. Staten uitge-
noodigd, welk college in 1922 groote mede
werking verleende aan de tuinders.
Spr. meende voorts goed te doen mede te
deelen welke maatregelen de L. G. C. geno
men wenschte te zien, nl. vrijstelling van so
ciale wetten voor bouweis met minder,, dan
1500 per jaar en premiebetaling voor hun
arbeiders door den staat; verlaging van
vrachtvervoeraandringen op het in werking
treden van de pachtwet en beschikbaar stel
ling van rentelooze voorschotten.
Het laatste oordeelde spr. zeer urgent.
Wat de pachtwet betreft meende spr.
dat deze wel spoedig zou komen.
Ook was de aandacht gevestigd op de ta-
rievenkwestie, doch het bestuur kon in de
ze geen voorstel doen, al oordeelt het 't on
derwerp zeer belangrijk.
Vrijstelling van de ziekte- en ongevallen
wet en zegeltjesplakk^n voor bouwers met
minder dan 1500.inkomen, oordeelde
het bestuur een aangelegenheid, waaraan
veel vast zat en waarin weinig bereikt kon
worden.
Dit alles helpt echter niet uit den nood.
Het was moeilijk uit te maken als hij zoo
kalm lag. Zij vond het niet goed, dat hij er
over zou gaan tobben dat zijn familie zoo
bezorgd over hem was. Zij ging naar het
raam en zag naar buiten. Haar hand rook
nog naar lady Clifford's parfum. Zij snoof
er eens aan om uit te maken of zij het lekker
vond. Het was heerlijk, maar te sterk, men
raakte het niet kwijt. Wat had de nachtzus
ter ook weer gezegd?"
„Is lady Clifford niet net een droom? Hebt
u ooit zoo iets liefelijks gezien? Ik vind haar
parfum zoo verrukkelijk als ze binnen komt.
Ze is net een schilderij, ik zag nooit zoo iets
als haar toewijding voor haar ouden man.
Arme ziel, ze kan van ongerustheid niet sla
pen en dan komt ze 's nachts gedurig binnen
om te vragen of er ook verandering is. Het is
een gelukkige oude man, dat zeg ik."
Ja, er was geen twijfel aan, lady Clif
ford's angst voor haar man was echt. Ze had
zichzelve in overspannen toestand gebracht.
Maar waarom? Hield ze heusch zooveel van
den ouden man, zooals de nachtzuster dacht.
Dat kon Esther niet gelooven. Daar was het
gesprek aan de theetafel, waardoor zij on
mogelijk kon gelooven, dat de Frangaise ge
noeg liefde voor haar man had om zich zoo
van streek te kunnen maken. Wat kon dan de
reden zijn? Zou het ook kunnen zijn, dat sir
Charles een testament had gemaakt, dat zij
niet goed vond? Ze wilde hem zien herstellen,
opdat hij dit dan veranderen kon. Ja, dat kon
heel goed zijn.
En toch klopte dit niet met al wat zij zich
herinnerde van dat tafreeltje in 't Café des
Ambassadeurs. Ze ging alle détails nog
In verschillende gemeenten dreigen tuin
ders ten onder te gaan. Dit nu wil het be
stuur vóór alles voorkomen en stellen bo-
vens verbetering in den algemeenen toe
stand.
Spr. verleende hierop het woord aan de
vergadering.
De heer S. de Boer, voorzitter van de
L. G. C., betoogde, dat het bestuur de Prov.
Commissie dankbaar was voor het uitschrij
ven van de vergadering en hij verzekerde dat
van deze vergadering iets wordt verwacht.
Ook hij vestigde er de aandacht op, dat 1930
aanving zonder geld voor de tuinders. De
De eerste producten brachten weinig op en
deze tegenslag werd gevolgd door regen en
hagelslag en ziekte onder de producten.
Er moet hulp komen. Door de hulp van
Prov. Staten in 1922 zijn vele tuinders van
finale ondergang behoed en spr. hoopt, dat
dit college wederom zoo spoedig mogelijk
wederom zal helpen Arbeidsloon om de oogst
binnen te halen en om brood te koopen is.
noodig.
Voor de derde maal moeten wij om hulp
naar anderen en spr. meent daarom de vraag
te moeten stellen of het niet mogelijk is als
organisatie de financiën bijeen te brengen om
de noodige hulp zelf te verleenen. Spr. meent,
dat een fonds gevormd kan worden, waaruit
hulp verleend kan worden bij ramjoen voor de
tuinders, als aanslag bij ziekte en door hagel
slag enz.
Ook moet door fondsvorming voorkomen
worden dat de tuinders de kunstmest bij han
delaren op crediet te hoog moeten koopen.
Fondsvorming door het heffen van een
kleine bijdrage is mogelijk, gezien het kleine
•percentage wat aan de veilingen hier wordt
geheven.
Het verheugde spr., dat de Pachtwet, blij
kens de mededeeling van den voorzitter, thans
in een vergevordert stadium verkeert.
De heer P. Z eem a n, Zuid-Scharwoude,
lid van Prov. Staten, herinnerde aan een ver
gadering van den raad te Koedijk, waarin
wanhoopskreten over de nood der tuinders
naar voren kwamen, doch geen wegen om er
uit te komen naar voren kwam. Iets positiefs
werd gemist. Wat zich in Koedijk voor deed,
deed zich overal voor. De crisis waarin wij
leven is zelfs een internationaal verschijnsel.
Besprekingen volgden en voorstellen, op de
vergadering van de L. G. C. waren er het
gevolg van.
Een oplossing uit de crisis kan ook spr. niet
aangeven. Daarvoor zijn jaren noodig.
Ook spr. gevoelt voor de fondsvorming,
doch dit is slechts één middel en meerderen
om door de moeilijke tijden heen te komen
zijn noodig. Zonder politiek en wetgeving
kunnen wij niet leven en daarom betreurt spr.
het dat geen gevolg is gegeven aan het ver
zoek van de L. G. C. om de leiders van de
politieke-partijen uit te nocdigen. Hij hoopt
dat althans de pers het gesprokene nationaal
bekend zal maken.
Spr. laakt het antwoord van minister
Ruisch op de vragen van het kamerlid Van
der Sluis over de Pachtwet.
Radikaal zal op de wijze waarop verpacht
weer eens na. Had lady Clifford niet gespro
ken van een bezoek bij een waarzegster? O
ja, ze had verteld dat de vrouw in trance
ging en sir Charles had gezien te bed, met
een dokter en een verpleegster bij zich.
„Goede hemel, dat is uitgekomen en die
verpleegster ben ik."
Haar verwondering was zoo groot, dat ze
het bijna hardop gezegd had. Het volgend
oogenblik was ze er weer verbaasd over, dat
zij zich die verwonderlijke samenloop van
omstandigheden niet herinnerd had. Waar
schijnlijk omdat haar eerste indruk van lady
Clifford te niet was gedaan door de volgende
indrukken. Wat had ze gedacht toen ze
naar haar bedwongen hartstochtelijke stem
luisterde? Wel, toen had ze de vaste overtui
ging, dat het mooie vrouwtje er naar snakte,
dat de een of andere ziekte haar van haar
saaien, ouden man zou bevrijden.
En toen vielen de schellen haar van de
oogen. Natuurlijk, lady Clifford was niet
bevreesd, dat sir Charles zou sterven, doch
wel dat hij herstellen zou. Wat een afschu
welijke gedachte; zou het waar kunnen zijn?
Haar gewoonte in andere menschen te geloo
ven deed haar verlangen de zaak anders uit
te leggen, maar dat kon ze niet. Het ver
klaarde alles, ook de uitdrukking die ze zoo
even op het gezicht der Frangaise had waar
genomen. Met een gevoel van schuld blikte
Esther naar den roerloos liggenden zieke.
Daar lag hij rustig ademend, geheel onwe
tend van het feit dat zijn eigen vrouw hem
uit den weg wilde hebben en bad om zijn
dood. Zou zij in haar gebeden niet den
wensch hebben geuit dat de ou<Je man tjek
mocht worden. Dat was een belachelijk idee
en toch zou Esther deze ijzingwekkende ge
dachte gaarne aan iemand hebben medege
deeld, aan miss Clifford, den zoon, den me
dicus.
Goede hemel, wat een idée. Om zoo iets
aan dr. Sartorius te vertellen; de gedachte
alleen wierp een schep water over haar ver
hitte fantasie. Ze stelde zich de minachtende
onverschilligheid voor, waarmede hij haar
mededeeling zou aanhooren. Zij hoorde hem
zeggen: „wel nu, wat zou dat? Hoeveel
vrouwen zouden niet eiken dag den dood van
hun man wenschen? Verkort dat iemands
leven? Wij zijn niet in de Middeleeuwen."
„Zuster.
Zij schrok hevig. De zieke was wakker ge
worden zonder een enkele beweging te maken
en riep haar met zwakke stem.
„Bent u daar, zuster?"
In een oogwenk stond ze naast het bed.
„Ja, zeker, sir Charles, hebt u iets noo
dig?"
,,'t Zal zoo wat tijd zijn voor de lunch."
„Over een half uur. Hebt u honger?"
„Ja, dat weet ik niet. Dat hangt er van af.
Als ik weer die afschuwelijke melk moet
drinken wil ik wel wachten."
Zijn heftigheid deed haar glimlachen.
„U moogt nog geen vast voedsel hebben",
zeide ze vriendelijk. „U zult nog een tijdje
op vloeibaar dieet moeten blijven".
„Dat weet ik allemaal wel", zeide hij, met
zijn hoofd een knorrige beweging makende.
„Ik heb zoo'n hekel aan die melk. Voor mijn
ziekte werd ik er al misselijk van; ik heb
zooveel van dat lamme goedje mekten drin
ken"
„Hebt u dat moeten doen?"
„En heeft 'tu goed gedaan?"
„Ik nam een paar pond toe in gewicht,
maar het gezicht er van maakt me al wee."
Hij draaide zich onrustig om, ten einde ge
makkelijker te liggen, en een grimmige glim
lach trok over zijn ingevallen gezicht.
„Ik deed mijn best om te smokkelen, maar
dat hielp niets. Eerst zat mijn zuster mij er
mee achterna en toen nam mijn vrouw bet
over. En met die twee was er geen kans. En
om de maat vol te maken krijg ik nu niets
dan melk. Ik begrijp niet, waarom ik die
straf verdiend heb."
Ze lachte hartelijk en stopte hem lekker
toe.
„O, dat is niets, ik zal het wel voor u in
orde maken en dan zal het zoo erg niet zijn."
Haar lach en haar woorden kwamen als het
ware mechanisch. Zij hoorde weer wat de
dokter tien dagen geleden in de gang had ge
zegd: Ik hoop, dat hij geregeld zijn melk
krijgt, drie-vierde liter per dag?
Zij had eerst gemeend, dat dr. Sartorius
den ouden man had willen versterken door
extra voeding, maar de opinie, die ze nu van
lady Clifford had gekregen, sloeg die vroege
re opvatting den bodem in. Ze wenschte dat
ze daar niet om gedacht had, dat ze nooit
dat gesprek gehoord had tusschen lady Clif
ford en Holliday. Ik moet me maar liever
bij mijn eigen zaken houden, zoo besloot ze.
Als ik dat niet doe, loop ik gevaar bekend te
worden als Esther de luistervink.
Wordt veryoJgA