Alkmaarschg Courant. DE NOOD IN DEN TUINBOUW. iMikcxdo^ amxmde£ Speccc&xM DE VERLOREN INJECTIENAALD. FEUILLETON. Honderd twee en dertigste Jaargang. Vrijdag 3 October Radio-hoekje Spoedige hulp noodzakelijk tevens maatregelen voor de toekomst noodig. Geen prettig oordeel over de regeering. Ho. 233 1930. Zaterdag 4 October. Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) (Uitsluitend V. A. R. A.-uitzending). 8.— Orgelconcert door Joh. Jong. 9.Gramo foonplaten 10.Morgenwijding (V.P.R.O.) 10.15 Voordracht 10.30 Ziekenuurtje. 11.30 Gramofoonplaten. 12.15 Concert door het V.A.R.A.-Septet. 1.45 V. A. R. A.-liedjes voor V.A.R.A.-kinderen. 2.45 Paedagogisch con cert o. 1. v. P. Tiggers. Het V. A. R. A- Orkest 4.15 Gramofoonpl. 4.30 Duitsche les. 5.Lezing over „Ons huis een Tehuis". 5.45 Lezing over Speeltuinwerk. 6.25 Kinderuur tje. 7.25 Voor de amateur-fotografen. 8.Bij de Pomp. Teun de Klepperman. 8.15 Concert. V. A. R. A.-Orkest. Arb. Zangkoor „De Stem", Utrecht. M. Heymans, sopraan. J. v. Kempen, tenor. J. Dekker, bas. Dr. J. Wage naar, piano. 11.— Persberichten. 11.15 12.Gramofoonplaten. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.) 8.9.15 Gramofoonplaten. 11.3012. Godsdienstig halfuurtje. 12.1.30 Concert door het K. R. O.-sextet. 1.30—2.30 Gramo foonplaten. 2.30—3.— Vraaghalfuurtje voor kinderen. 3.4.15 Kinderuurtje. 5.-6.— Gramofoonpl. 6.—6.15 Praatje over worste len. 6.156.55 Gramofoonplaten. 6.55—7.15 Journalistiek weekoverzicht. 7.157.45 Le zing over het Rijksmuseum. 8.—11.— Popu lair concert door het Salon-orkest onder lei ding van M. v. 't Woud. H. Mulder, zanger. 9 30 Nieuwsberichten. 11.Gramofoonpl. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 1.20—2.20 Orkestconcert. 3.45 Berichten. 3.50 Concert. Militair orkest. H. Blake, sopraan. S. Gardner, bariton. 5.05 Orgelspel door R. New. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuwsberichten. 7.— Sportberichten. 7.05 Orgelspel door E. D'Evry. 7.20 Lezing. 7.40 Lezing. 7.50 Zang. S. Riley, bas. The Wireless Singers. 8.05 Lezing. 8.20 Concert E. Stevenson, sopraan. C. Gauld, bariton. A. Bonucci, cello. Orkest. 10.— Berichten. 10.15 Vervolg concert. 11.05 Berichten. 11.15— 12.20 Dansmuziek. Parijs ,Jtadio Paris", 1725 M 12.50 2.20 Gramofoonpl. 4.05 Dansmuziek. 9.05 Declamatie en solistenconcert. Langenberg, 473 M. 7.208.20 Gramo foonplaten. 10.3511.05 Gramofoonpl. 12.30 Gramofoonpl. 1.252.50 Orkestcon cert. 4.255.10 Gramofoonpl. 8 20 Vroolijke avond. Daarna tot 12.20 Dansmuziek. 12.20 1.20 Gramofoonplaten. (Dansmuziek). Kalundborg, 1153 M. 11.3512.05 Gra mofoonplaten. 3.20 Kinderuurtje. 3.505.50 Concert. Orkest en viool. 8.209.35 Concert. Orkest en zangeres. 10.1511.05 Solisten concert. 11.05—12.35 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Gramofoonpl. 6.50 Giamofoonplaten. 8.35 Concert. Zeesen, 1635 M. 6.057.20 Lezingen. 7.20—7.50 Gramofoonplaten. 10.5012.20 Berichten. 12.201.15 Gramofoonplaten. 1.152.20 Berichten. 2.202.50 Gramofoon platen. 2.504.50 Lezingen. 4.50—5.50 Con cert. 5.50—8.20 Lezingen. 8.20 Orkestcon cert. 8.50 Lezing. 9.20 Concert. Orkest en so listen. Daarna tot 12.50 Dansmuziek. EEN VERBODEN RADIOLEZING. Tóch uitzending. De „Radio-Gids" van deze week, het or gaan van de' V.A.R.A. meldt, dat de rede van mr. Schultz van Haegen, welke onlangs verboden werd door de Alg. Progr. Commis- sie thans zal gehouden worden op 15 Octo- Der. Voor dien dag moet deze lezing gecensu reerd worden door de Radio Controle-Com missie. Zal de eene commissie goedvinden, wat de andere verbood? HET „VLAGINCIDENT" AAN DEN ASTERWEG. De kwestie in een nieuw stadium. De kwestie van de school aan den Aster- weg het „vlagincident" is thans in een nieuw stadium gekomen zegt het Hbld. Het blad verneemt thans het volgendeDe vader van het meisje, de heer P. A. Koning, beeft zich juridischen bijstand verzekerd van mr. J. de Vrieze, advocaat en procureur te Amsterdam. De hter De Vrieze heeft gister avond een schrijven aan het hoofd der school gezonden, waarin o.m. werd medegedeeld, dat het meisje zich Donderdag 2 October 1930 des morgens om 9 uur met de fiets met Van ALICE CAMPBELL. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door J. E. DE B. K. 23) Ze was geheel onvoorbereid op de bijna heftige wijze waarop de andere haar toe voegde: „Zoo, denkt u dat dus ook, dus hij gaat goed vooruit?" Het was bijna een beschuldiging. „Ja zeker, er is geen reden voor ongerust heid." Het blanke voorhoofd fronste zich, de hand omklemde haar arm vaster. „Dus u denkt niet, dat voor een man op zijn leeftijd en met zijn gezondheid typhus iets is om bang voor te zijn. U zoudt niet be vreesd voor hem zijn?" Angstig keek Esther naar het bed. „Lady Clifford, laten wij daarover hier niet praten. We weten niet of hij slaapt." Met veel tact kreeg zij haar metgezellin naar de deur. Lady Clifford ging zonder dralen, maar bij de deur gekomen zeide zij onnoodig duidelijk: „Ja, ja, u hebt gelijk, maar ziet u, ik was zoo bang dat hij niet sterk genoeg was om zulk een zware ziekte te doorstaan. Ik geloof dat u mijn zenuwach tigheid niet begrijpt". Geërgerd sloot Esther de deur. Hoe mal van lady Clifford, precies nadat zij gewaar schuwd was. Had de oude man het gehoord? het A. V. R O.-vlaggetje aan de school zou vervoegen, teneinde aldaar te worden toege laten. Indien dit geweigerd werd, zou een actie worden ingesteld, voor de materieele en moreele schade, welke wordt toegebracht. Gistermorgen kwam het meisje, dat op 2 Februari 1931 dertien jaar wordt, dus nog leerplichtig is, bij de school met haar fiets en vlaggetje. Wederom werd de toegang gewei gerd. Mr. de Vrieze zal thans een klacht indie nen bij den wethouder van Onderwijs en zoo noodig óf het hoofd der school óf de ge meente Amsterdam in rechten dagvaarden Het „Volk" schrijft: Men kan het nu eenmaal niet iedereen naar den zin maken. Aan deze oude wijsheid moes ten wij denken, toen wij kennis namen van het gebeurde op de school aan den Asterweg, waar het hoofd één zijner leerlingen den toegang tot de onder zijn leiding staande on derwijs-inrichting weigert, omdat zij op haar fiets een A. V. R. O.-vlaggetje voert. De va der van het meisje staat op het standpunt, dat het hoofd hiermede niets te maken heeft en eischt, dat zijn kind met de fiets en de vlag van zijn keuze ter schole gaat. Het hoofd wil echter van een demonstratie ten gunste van een bepaalde richting of beweging niet we ren en daar beide heeren blijkbaar harde Loofden hebben, is nu een „conflict" ont staan, dat, wanneer men het met eenig ge voel voor humor beziet, eerder komisch dan tragisch zal worden opgevat. Nu deze kinderachtige prestige-kwestie echter in de ojjenbaarheid is gebracht, moe ten wij ons er toch wel een oogenblik ernstig ernstig mede bezighouden. En dan zouden wij willen zeggen dat het schoolhoofd in zijn overigens loffelijken ijver om zijn school bui ten het gewoel van den wereldschen strijd te houden, o.i. wel wat ver is gegaan. Wan neer men vlaggetjes gaat verbieden, dan kan men ook geen speldjes toelaten en zoo ver valt men van het één in het ander. Laten wij de school toch vooral niet duffer maken dan zij al is. Een beetje leven kan heusch geen kwaad en een demonstratief vlaggetje van de één of andere richting zal de sfeer in een school waarlijk niet schaden. Vooropgesteld dan, dat er een gezonde, goede, kameraad schappelijke geest heerscht. wordt moeten worden ingegrepen. Een norm dient gesteld te worden. De daling van de marktprijzen zal intre den, omdat de reserve van de pachters is uit geput. Niet enkel hulp van de provincie doch ook hulp van de staatswetgever is noodig. Spr. ging accoord met het streven van den bond van landpachters. De nijvere pachters mogen niet langer gedupeerd worden door de grondeigenaren. Ontbinding van de bestaande huurcontracten en recht op inhuring van het gepachte gedurende 2 aren tegen een huur door een pachtcommissie te bepalen, moet er komen. De opbrengst aan de veiling van de „Noor- dermarktbond" was de vorige maand 180000 minder. Aan de hand van cijfers betoogde spr. dat de toestand voor de tuin ders zeer ongezond is. Juist tegenover de eigenaren die onwillig zijn is de pachtwet noodig. 15.000.000.— brengen de landpachters aan pacht, rente en aflossing in dit kleine land op en dit is slechts mogelijk, omdat ze uitgemergeld worden. Voor het oogenblikkelijke gebrek kan de fondsvorming niet helpen. Spr. meent, dat de vergadering zich achter de eischen van den bond van landpachters moet stellen. Spr. voelt voor de sociale wetgeving, doch oordeelt het noodig, dat het zegeltjes plakken betaald moet worden door de staat. Noodza kelijke plicht van den staet is het om de pre mies die nu de kleine zelfstandigen voor an deren moeten opbrengen, terwijl zij zelf zon der eenige zekerheid oud geworden uitge mergeld in de maatschappij staan, te betalen. Spr. wil 'n oproep tot de z.g. semie-overheids- instellingen op de meest soepele wijze van verpachting in te stellen en meende dat ook op ontheffing van grondbelasting moest worden aangedrongen. De voorzitter was van oordeel, dat het moeilijk ging, dat allen een zoo ruim gebruik van het woord maakten en drong er bij de volgende sprekers op aan om zich te bekorten. De heer Schoenmaker, Medemblikj betoogde dat vrijstelling van grondlasten bij rampen verkregen kan worden. Aan Ged. Sta te ngaf hij in overwegin er naar te streven, dat ook Amsterdam en Haarlem in de kosten van het Hoogheemraadschap mede betalen. Hij bracht nog verschillende grieven van het platteland tegen de belastingheffing naar voren. De heer L a n g e d ij k, Nieuwe Niedorp, betoogde dat de tuinders in de put zitten omdat de grond niet in volle eigendom is van hen die er op werken. De heer de H a r t o g, Heer Hugowaard, was van oordeel, dat de pachtwet niet zoo gemaakt kan worden, dat de crisis daardoor bezworen zou worden. Dit zou ook onrecht vaardig zijn, aangezien de crisis veroorzaakt wordt, doordat de productiekosten te hoog zijn. Bezit van grond oordeelde spr. bezit van gekristalliseerden arbeid De pachtwet mag alleen de misstanden bestrijden. Voor den noodtoestand oordeelde spr. een crediet van Prov. Staten tegen een lage rente zeer ge- wenscht. De heer d e W e e r t, Hilversum, deel de de pessimistische meening van den heer Zeeman en betoogde dat men de crisis niet lokaal, doch internationaal moest bezien. 20.000.000 menschen waren er thans werk loos. De crisis noodzaakt 80 millioen men schen te leven voor ten ander. De crisis heeft zich pas ingezet en zal doorleven. De producten van den tuinbouw moeten juist in de groote steden gekocht worden waar men thans, de groote crisis beleeft en dus minder kan koopen. Deze crisis schuilt in het maatschappelijk leven zelf en kan niet door de politieke leiders worden opgelost. De tuinders leiden armoede, terwijl aan den anderen kant de weelde sterker wordt. Spr. wijst er op, dat niet alleen in Noord- Holland maar in geheel ons land de toestand van de tuinders die 700 tot 2000 per H.A. pacht moeten betalen, bedroevend is. Hij wijst op de slappe troonrede, die alleen maar te kennen geeft, dat het spijtig is, doch dat men er niets aan kan doen. Spr. wil niet 'als de heer Zeeman, een verzoek tot de land eigenaren richten, doch dit eischen. Wij die alles zelf in handen hebben geno men, kunnen nu vanaf Jan. onze bakkers niet betalen. De voorzitter oordeelde, dat de spr. te veel afdwaalde. De heer de Weert ontleende de troon rede verder en oordeelde het goed, dat de vergadering met scherp omlijnde voorstellen bij de regeering kwam. Een van de eischen was steun gedurende de crisis, en vrijstelling van alle belastingen. s Als 3e eisch diende gesteld te worden ver- bodsbepaling voor inbeslagname van goede- len van onze tuinders die door de crisis niet meer aan hun verplichtingen konden vol doen. De voorzitter oordeelde dat d» schade door den water- en hagelslag van 12 Juni niet meer besproken behoefde te wor- den, omdat hij zwart op wit had, dat deze betaald zou worden. De heer Kliffen, Noord-Scharwoude, wilde de diepgaande beschouwingen achter wege laten en tot daadwerkelijke besluiten komen. De heer K o s t e 1 ij k, lid Prov. Staten, Heer-Hugowaard, was het hiermede eens. Hij oordeelde aan de hand van de in 1923' behaalde resultaten, dat de tuinders met een crediet van de provincie wel te helpen wa ren. Spr. oordeelde dat de credietverleening van de provincie in samenwerking tusschen rijk en de gemeente kans op slagen heeft. Bij de credietverleening dienen de ge< meente van controle te worden ingeschakeld. In October en November komen de Staten bijeen er is dus kans op, dat men de zaak kan regelen. Spr. oordeelde, dat de heer Zee man de toestanden van de pachters tenge< volge van de verpachters te scherp had ge- teekend. Behoudens enkele misstanden huisde in N.-H. een aardig huurstelsel. Grondbezit is inderdaad bezit van gekris talliseerde arbeid. Ter bekorting van de besprekingen deed bet bestuur namens het bestuur het volgende voorstel: De Prov. N.-H. Bond van Groenten- en Fruitveilingen in buitengewone vergadering bijeen op 2 October 1930 in het Gulden Vlies ter bespreking van den nood in den tuin bouw, acht den toestand van dien aard, dat oogenblikkelijke hulp noodzakelijk is; noodigt het bestuur uit het volgende te ver wezel ijken ten le te trachten het daarheen te leiden, dat een nieuwe credietverleening tot stand wordt gebracht op de wijze van 1922, onder borgtocht van de Prov. Staten van Noord- Holland, met medewerking van de Boeren leenbank; 2e bij de regeering aandringen op onmid- delijke verlaging van de spoorvrachttarieven; 3e een sterke aandrang op de regeering en de Tweede Kamer uit te oefenen om met den meesten spoed een behoorlijk geregeld pachtstelsel tot stand te brengen. De heer D. K o o ij m a n lid van Ged. Staten, sprak hierna als voorzitter van de Veilingsvereeniging „Beemster, Purmerend en Omstreken", namens dit bestuur van oor deel was, dat allereerst moest worden aan gevat „het opnieuw, onder borgtochtstelling >an de provincie, beschikbaarsteilen van cre- dieten, die verleent zullen worden aan men schen die op vallen staan". Het treft wel toevallig samen, dat blijkt dat ook hier iets anders leeft en wel niet al leen het verschaffen van credieten voor het aanschaffen van kunstmest en plantgoed, zooals in 1922, maar ook voor nieuwe cul tures, zooals tulpen enz Steeds hoort men verkondigen, dat één van de oorzaken waarom vele tuinders op vallen staan een te groote eenzijdigheid in de teelt is, waarom het spreker wil voorkomen, dat ook op dit punt de aandacht van het Prov Bestuur dient te worden gevestigd. Dit kon toch leiden tot verbetering van den toestand in het bedrijf in het algemeen. Spr. stelde daarom voor het bestuursvoorstel in dien geest te wijzigen. De heer Zeeman was het eens met het voorstel, doch wenschte daarin te laten uit komen dat een zoo lang mogelijk rentetype gewenscht werd. De voorzitter vereenigde zich met de voorgestelde wijzigingen. Ten aanzien van het rentetype was het voorstel zoo ruim gesteld, omdat ook de medewerking van de besturen van de boerenleenbanken noodig ls en er bereikt moet worden wat er te bereiken is. De heer W. V i s s e r weth. van Koedijk, betoogde nog, dat de hulp spoedig moet ko men. 20 kleine tuinders zijn in Koedijk uit het bedrijf geloopen om in de Wieringermeer te werken. Wanneer niet spoedig geholpen wordt geeft het niets meer. I Devoorzitter zegde toe ook van de ze opmerking goede nota te zullen nemen, t De vergadering ging hierop met het onder 1 voorgestelde, zooals dit door de heeren E>e Provinciale commissie uit de veilingen in Noord-Holland hield hedenmiddag in „Het Gulden Vlies" een buitengewone alge- meene vergadering ter behandeling van het onderwerp „De Nood in den Tuinbouw". De vergadering was behalve voor de afge vaardigden der aangesloten veilingen ook toegankelijk voor de bestuursleden van de aangesloten vereenigingen. De vergadering, die geleid werd door den heer P. Slot, burgemeester van Broek op Lan- gendijk, was zeer druk bezocht en werd o.m. bijgewoond door de leden van Ged. Staten, A. W. Michels en D. Kooiman, Valstar, voor zitter, en mr. Niemöller, secretaris van het Centraal Bureau voor de Veilingen, de con sulenten en de heer Thomsen, wethouder van Alkmaar en verschillende burgemeesters. Ook waren aanwezig de Prov. St. leden Kos telijk en Zeeman. De voorzitter heette in 't bijzonder welkom de leden van Ged. Staten en den voorzitter en secretaris van de landelijke organisatie en de consulenten Hazeloop en Rietsema. Spr. oordeelde 't niet noodig breed en diep op den nood der tuinbouwers in te gaan, omdat de tuinders dit aan den lijve ondervinden. De moeielijkheden zijn zeer groot en voor al omdat die zich voor het 2e jaar openbaart. Als organisatie dient men naar middelen ter verbetering om te zien. Voor 1929 was van 1927 en 1928 wat over gebleven, doch 1930 ving voor velen reeds aan met een tekort van 1929. Hij herinnerde aan de ramp op 12 Juni, waarbij velen door water en hagelslag werden getroffen. Daarna buitengewoon lage prijzen en ziek te in de planten, zoodat de toestand voor ve len benard is. De streek om en aan den Langendijk is wel het meest getroffen, zoodat 8 Sept de L. G. C. besloot de Prov. Commissie uit te noodigen tot het beleggen van een buitengewone verga dering. Het bestuur had het verzoek besproken en temeend dit te moeten inwilligen. Het bestuur ad gemeend, niet de leiders van de politieke partijen te moeten uitnoodigen, zooals de L. G. C. had gewild, omdat de vereeniging geen politieke vergadering moest houden. Wel was het college van Ged. Staten uitge- noodigd, welk college in 1922 groote mede werking verleende aan de tuinders. Spr. meende voorts goed te doen mede te deelen welke maatregelen de L. G. C. geno men wenschte te zien, nl. vrijstelling van so ciale wetten voor bouweis met minder,, dan 1500 per jaar en premiebetaling voor hun arbeiders door den staat; verlaging van vrachtvervoeraandringen op het in werking treden van de pachtwet en beschikbaar stel ling van rentelooze voorschotten. Het laatste oordeelde spr. zeer urgent. Wat de pachtwet betreft meende spr. dat deze wel spoedig zou komen. Ook was de aandacht gevestigd op de ta- rievenkwestie, doch het bestuur kon in de ze geen voorstel doen, al oordeelt het 't on derwerp zeer belangrijk. Vrijstelling van de ziekte- en ongevallen wet en zegeltjesplakk^n voor bouwers met minder dan 1500.inkomen, oordeelde het bestuur een aangelegenheid, waaraan veel vast zat en waarin weinig bereikt kon worden. Dit alles helpt echter niet uit den nood. Het was moeilijk uit te maken als hij zoo kalm lag. Zij vond het niet goed, dat hij er over zou gaan tobben dat zijn familie zoo bezorgd over hem was. Zij ging naar het raam en zag naar buiten. Haar hand rook nog naar lady Clifford's parfum. Zij snoof er eens aan om uit te maken of zij het lekker vond. Het was heerlijk, maar te sterk, men raakte het niet kwijt. Wat had de nachtzus ter ook weer gezegd?" „Is lady Clifford niet net een droom? Hebt u ooit zoo iets liefelijks gezien? Ik vind haar parfum zoo verrukkelijk als ze binnen komt. Ze is net een schilderij, ik zag nooit zoo iets als haar toewijding voor haar ouden man. Arme ziel, ze kan van ongerustheid niet sla pen en dan komt ze 's nachts gedurig binnen om te vragen of er ook verandering is. Het is een gelukkige oude man, dat zeg ik." Ja, er was geen twijfel aan, lady Clif ford's angst voor haar man was echt. Ze had zichzelve in overspannen toestand gebracht. Maar waarom? Hield ze heusch zooveel van den ouden man, zooals de nachtzuster dacht. Dat kon Esther niet gelooven. Daar was het gesprek aan de theetafel, waardoor zij on mogelijk kon gelooven, dat de Frangaise ge noeg liefde voor haar man had om zich zoo van streek te kunnen maken. Wat kon dan de reden zijn? Zou het ook kunnen zijn, dat sir Charles een testament had gemaakt, dat zij niet goed vond? Ze wilde hem zien herstellen, opdat hij dit dan veranderen kon. Ja, dat kon heel goed zijn. En toch klopte dit niet met al wat zij zich herinnerde van dat tafreeltje in 't Café des Ambassadeurs. Ze ging alle détails nog In verschillende gemeenten dreigen tuin ders ten onder te gaan. Dit nu wil het be stuur vóór alles voorkomen en stellen bo- vens verbetering in den algemeenen toe stand. Spr. verleende hierop het woord aan de vergadering. De heer S. de Boer, voorzitter van de L. G. C., betoogde, dat het bestuur de Prov. Commissie dankbaar was voor het uitschrij ven van de vergadering en hij verzekerde dat van deze vergadering iets wordt verwacht. Ook hij vestigde er de aandacht op, dat 1930 aanving zonder geld voor de tuinders. De De eerste producten brachten weinig op en deze tegenslag werd gevolgd door regen en hagelslag en ziekte onder de producten. Er moet hulp komen. Door de hulp van Prov. Staten in 1922 zijn vele tuinders van finale ondergang behoed en spr. hoopt, dat dit college wederom zoo spoedig mogelijk wederom zal helpen Arbeidsloon om de oogst binnen te halen en om brood te koopen is. noodig. Voor de derde maal moeten wij om hulp naar anderen en spr. meent daarom de vraag te moeten stellen of het niet mogelijk is als organisatie de financiën bijeen te brengen om de noodige hulp zelf te verleenen. Spr. meent, dat een fonds gevormd kan worden, waaruit hulp verleend kan worden bij ramjoen voor de tuinders, als aanslag bij ziekte en door hagel slag enz. Ook moet door fondsvorming voorkomen worden dat de tuinders de kunstmest bij han delaren op crediet te hoog moeten koopen. Fondsvorming door het heffen van een kleine bijdrage is mogelijk, gezien het kleine •percentage wat aan de veilingen hier wordt geheven. Het verheugde spr., dat de Pachtwet, blij kens de mededeeling van den voorzitter, thans in een vergevordert stadium verkeert. De heer P. Z eem a n, Zuid-Scharwoude, lid van Prov. Staten, herinnerde aan een ver gadering van den raad te Koedijk, waarin wanhoopskreten over de nood der tuinders naar voren kwamen, doch geen wegen om er uit te komen naar voren kwam. Iets positiefs werd gemist. Wat zich in Koedijk voor deed, deed zich overal voor. De crisis waarin wij leven is zelfs een internationaal verschijnsel. Besprekingen volgden en voorstellen, op de vergadering van de L. G. C. waren er het gevolg van. Een oplossing uit de crisis kan ook spr. niet aangeven. Daarvoor zijn jaren noodig. Ook spr. gevoelt voor de fondsvorming, doch dit is slechts één middel en meerderen om door de moeilijke tijden heen te komen zijn noodig. Zonder politiek en wetgeving kunnen wij niet leven en daarom betreurt spr. het dat geen gevolg is gegeven aan het ver zoek van de L. G. C. om de leiders van de politieke-partijen uit te nocdigen. Hij hoopt dat althans de pers het gesprokene nationaal bekend zal maken. Spr. laakt het antwoord van minister Ruisch op de vragen van het kamerlid Van der Sluis over de Pachtwet. Radikaal zal op de wijze waarop verpacht weer eens na. Had lady Clifford niet gespro ken van een bezoek bij een waarzegster? O ja, ze had verteld dat de vrouw in trance ging en sir Charles had gezien te bed, met een dokter en een verpleegster bij zich. „Goede hemel, dat is uitgekomen en die verpleegster ben ik." Haar verwondering was zoo groot, dat ze het bijna hardop gezegd had. Het volgend oogenblik was ze er weer verbaasd over, dat zij zich die verwonderlijke samenloop van omstandigheden niet herinnerd had. Waar schijnlijk omdat haar eerste indruk van lady Clifford te niet was gedaan door de volgende indrukken. Wat had ze gedacht toen ze naar haar bedwongen hartstochtelijke stem luisterde? Wel, toen had ze de vaste overtui ging, dat het mooie vrouwtje er naar snakte, dat de een of andere ziekte haar van haar saaien, ouden man zou bevrijden. En toen vielen de schellen haar van de oogen. Natuurlijk, lady Clifford was niet bevreesd, dat sir Charles zou sterven, doch wel dat hij herstellen zou. Wat een afschu welijke gedachte; zou het waar kunnen zijn? Haar gewoonte in andere menschen te geloo ven deed haar verlangen de zaak anders uit te leggen, maar dat kon ze niet. Het ver klaarde alles, ook de uitdrukking die ze zoo even op het gezicht der Frangaise had waar genomen. Met een gevoel van schuld blikte Esther naar den roerloos liggenden zieke. Daar lag hij rustig ademend, geheel onwe tend van het feit dat zijn eigen vrouw hem uit den weg wilde hebben en bad om zijn dood. Zou zij in haar gebeden niet den wensch hebben geuit dat de ou<Je man tjek mocht worden. Dat was een belachelijk idee en toch zou Esther deze ijzingwekkende ge dachte gaarne aan iemand hebben medege deeld, aan miss Clifford, den zoon, den me dicus. Goede hemel, wat een idée. Om zoo iets aan dr. Sartorius te vertellen; de gedachte alleen wierp een schep water over haar ver hitte fantasie. Ze stelde zich de minachtende onverschilligheid voor, waarmede hij haar mededeeling zou aanhooren. Zij hoorde hem zeggen: „wel nu, wat zou dat? Hoeveel vrouwen zouden niet eiken dag den dood van hun man wenschen? Verkort dat iemands leven? Wij zijn niet in de Middeleeuwen." „Zuster. Zij schrok hevig. De zieke was wakker ge worden zonder een enkele beweging te maken en riep haar met zwakke stem. „Bent u daar, zuster?" In een oogwenk stond ze naast het bed. „Ja, zeker, sir Charles, hebt u iets noo dig?" ,,'t Zal zoo wat tijd zijn voor de lunch." „Over een half uur. Hebt u honger?" „Ja, dat weet ik niet. Dat hangt er van af. Als ik weer die afschuwelijke melk moet drinken wil ik wel wachten." Zijn heftigheid deed haar glimlachen. „U moogt nog geen vast voedsel hebben", zeide ze vriendelijk. „U zult nog een tijdje op vloeibaar dieet moeten blijven". „Dat weet ik allemaal wel", zeide hij, met zijn hoofd een knorrige beweging makende. „Ik heb zoo'n hekel aan die melk. Voor mijn ziekte werd ik er al misselijk van; ik heb zooveel van dat lamme goedje mekten drin ken" „Hebt u dat moeten doen?" „En heeft 'tu goed gedaan?" „Ik nam een paar pond toe in gewicht, maar het gezicht er van maakt me al wee." Hij draaide zich onrustig om, ten einde ge makkelijker te liggen, en een grimmige glim lach trok over zijn ingevallen gezicht. „Ik deed mijn best om te smokkelen, maar dat hielp niets. Eerst zat mijn zuster mij er mee achterna en toen nam mijn vrouw bet over. En met die twee was er geen kans. En om de maat vol te maken krijg ik nu niets dan melk. Ik begrijp niet, waarom ik die straf verdiend heb." Ze lachte hartelijk en stopte hem lekker toe. „O, dat is niets, ik zal het wel voor u in orde maken en dan zal het zoo erg niet zijn." Haar lach en haar woorden kwamen als het ware mechanisch. Zij hoorde weer wat de dokter tien dagen geleden in de gang had ge zegd: Ik hoop, dat hij geregeld zijn melk krijgt, drie-vierde liter per dag? Zij had eerst gemeend, dat dr. Sartorius den ouden man had willen versterken door extra voeding, maar de opinie, die ze nu van lady Clifford had gekregen, sloeg die vroege re opvatting den bodem in. Ze wenschte dat ze daar niet om gedacht had, dat ze nooit dat gesprek gehoord had tusschen lady Clif ford en Holliday. Ik moet me maar liever bij mijn eigen zaken houden, zoo besloot ze. Als ik dat niet doe, loop ik gevaar bekend te worden als Esther de luistervink. Wordt veryoJgA

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5