DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Het Engelsche Luchtschip
R 101 verongelukt.
Volksuniversiteit.
Ito. 235
MAAYDAG 6 OCTOBEK 1930
132e Jaargang.
Dagelijkseh overzicht.
na de duitsche rijksdag-
verkiezingen.
IN NOORD-FRANKRIJK TEGEN HEUVEL
GEVLOGEN EN VERBRAND.
TRAGISCH BEGIN VAN DE BRITSCH-INDIE-VLUCHT.
Vijftig dooden, w.o. de Britsche Minister van Luchtvaart.
DIEPE VERSLAGENHEID IN GEHEEL ENGELAND.
WERKCURSUSSEN:
Schrijft nu in
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, nitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
traneo door het geheele Rijk 2.50.
Losse nnmmers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN:
Per regel 0.25, bij groots contracten rabat Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdrukkerij
v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post
giro 37050. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAS.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
t
De soc. democraten zullen het kabinet-
Brüning steunen.
De nat. socialisten weren zich goed.
De besprekingen tusschen den Duitschen
rijkskanselier en de leiders der verschillende
rijksdagfracties zijn de vorige week begonnen
en we zullen dus spoedig weten, of het oude
kabinet-Brüning kan blijven voortregeeren,
of dat het zoo zwakjes in zijn schoenen staat,
dat het bij de eerste de beste botsing strui
kelt.
Die besprekingen konden natuurlijk niet
fehouden worden, voordat de leiders met
un fracties tot overeenstemming waren ge
komen en in dit verband wijzen we op de
resolutie, die door de sociaal-democraten in
een vergadering is aangenomen, welk besluit
wij Zaterdag nog opnamen. Uit die resolutie
mag men opmaken, dat de sociaal-democra
ten in elk geval het kabinet-Brüning een
kans willen geven. Die soc.-democraten staan
op het oogenblik in een zeer moeilijke positie.
Ze begrijpen heel goed, dat een scherpe op
positie het kabinet-Brüning zou doen vallen,
waarmee dan misschien de politieke crisis
opgelost zou zijn. Maar, als dat het geval
zou zijn, dan dreigt het gevaar van den an
deren kant. Dan zouden de nat.-soc. nog meer
macht krijgen en daarmee zou dan een soort
communistisch gevaar dreigen. De hierboven
aangehaalde motie wijst daar op, zoodat de
soc.-dem. voorloopig de regeering zullen
steunen.
Het spreekt bijna vanzelf, dat de nat.-soc.
de oppositie zullen vormen. Van die zoo snel
gegroeide partij hebben we al heel wat ver
rassende plannen gehoord en het schijnt dat
de groote man der partij, Hitier, thans bezig
is, zich te rehabiliseeren. De Berlijnsche cor
respondent van de Times heeft n.L een onder
houd met hem gehad, waarin het volgende
zou zijn gezegd:
Op de vraag of een eventueele nationaal-
socialistische minister van buitenlandsche za
ken de verwerping van het verdrag van Ver-
sailles zou eischen, antwoordde Hitier, dat
deze vraag niet eenvoudig met ja of neen te
beantwoorden is.
Een beslissende factor van onze buiten
landsche politiek is niet wat wij zouden wil
len, doch wat wij kunnen doen.
Evenals het een oneerlijke handeling is
van een koopman als hij zijn handteekening
plaatst op een wissel, waarvan hij te voren
weet, dat hij hem toch niet zal kunnen ho-
noreeren, zoo is het ook oneerlijk als een
staatsman, namens zijn land, een overeen
komst onderteekent, die zijn land onmogelijk
zal kunnen vervullen.
U kunt er overigens van overtuigd zijn, al
dus Hitier tot den correspondent, dat wij
niets op ons zullen nemen, dat we niet zullen
kunnen uitvoeren.
Ten aanzien van zijn verklaring in het
hoogverraadsproces te Leipzig, dat er wel
slachtoffers zullen vallen, zeide Hitier, dat,
toen hij in de vreeselijke jaren van 1914 tot
1918 met zijn wapenbroeders in de loopgra
ven lag, zij er van overtuigd waren, dat op
een afstand van 50 yard in de Britsche loop
graven eerlijke mannen lagen. Toch was het
onze plicht die jonge mannen te dooden.
Als wij gedwongen werden zóó te hande
len tegenover eerlijke mannen, wat moet on
ze houding dan zijn tegenover mannen, die
verantwoordelijk zijn voor de vernietiging
van ons vaderlana? Hoe zou de houding
van de Engelsche patriotten zijn tegen de
leden van hun eigen natie, indien deze ge
poogd hadden het land te vernietigen?
wij wenschen echter geen bloedige revo
lutie en elke daad zal op een strikt wettige
wijze ten uitvoer worden gebracht. Wij zul
len beginnen met den Rijksdag te veroveren
en bij de eerstvolgende verkiezingen zullen
wij de sterkste partij zijn. Als wij de politie
ke macht in handen hebben, zullen wij met
alle wettige middelen bevorderen dat de laat
ste sporen van vervreemding tusschen
Duitschland en Engeland verdwijnen.
Blijkbaar doet de heer Hitier thans zijn
best, om de wereld bekend te maken, dat hij
en zijn partij heelemaal geen gewelddadige
bedoelingen hebben. Hij zal moeten afwach
ten, of diezelfde wereld hem wel zoo dadelijk
gelooft!
Intusschen hebben de nat.-soc. in Berlijn
weer een tweetal vergaderingen gehouden,
welke door 16000 personen waren bezocht.
In een der vergaderingen voerde dr. Göb-
bels het woord en verklaarde o.a. dat de na-
tionaal-socialisten zich niet op den achter
grond zullen laten dringen.
Thans zijn we nog de op één na sterkste
Ear tij in den Rijksdag, doch bij nieuwe ver-
iezingen zullen we zeker met 150 man in
tftn Rijksdag komen. Spreker kondigde aan,
dat de partij ook verder oppoiitie zal blijven
voeren.
Göbbels zeide, dat het programma van
den rijkskanselier in geen enkel opzicht be
antwoordt aan de door de nationaal socialis
ten gestelde eischen betreffen.dedebinnen-.
Het Engelsche luchtschip R 101 het
grootste luchtschip ter wereld dat Za
terdagavond te 19.36 uur van Cardington
was vertrokken voor zijn eerste vlucht
naar Egypte en Britsch-Indië, is in den
nacht van Zaterdag op Zondag, te 2.30
uur, in Noord-Frankrijk vergaan. Bij
Beauvais op 80 K.M. ten N.W. van Parijs
is het luchtschip tegen een heuvel gevlo
gen en geheel verbrand. Vijtig opvaren
den kwamen daarbij om. Onder hen be
vonden zich verschillende hooggeplaatste
personen, o.a. lord Thomson, de minister
van luchtvaart. Acht personen, allen leden
der bemanning, wisten zich te redden.
Het luchtschip had een zeer moeilijke
reis door den zwaren storm die boven
Noord-Frankrijk woedde. Daar de ramp
in het holst van den nacht geschiedde,
duurde het geruimen tijd voordat hulp
aanwezig was.
Andere bekende personen uit de lucht
vaart, die aan boord waren en zijn omge
komen, zijn Kolonel Richmond, de ontwer
per van de R 101, de Wing-commander
Colmore en majoor G. H. Scott, comman
dant van de R 100.
Op de plaats van de ramp.
V.D. seint ons dato 5 Oct uit Beauvais:
De ramp van de R 101 heeft in den vroe
gen Zondagochtend duizenden uit de omge
ving naar Beauvais getrokken. Toen wij ter
plaatse arriveerden, bleek ons, dat de ramp
had plaats gehad op ongeveer 5 mijl afstand
van het stadje. Het luchtschip is op een zeer
afgelegen plaats neergekomen, zoodat het
moeilijk was, de plaats van de ramp spoedig
te bereiken.
Toen wij bij het door militairen afgezette
terrein arriveerden, boden de overblijfselen
van het luchtgevaarte een treurigen aanblik.
De ruïne smeulde nog en het reddingswerk
was buitengewoon moeilijk.
Voor zoover wij bij onze aankomst konden
vernemen heeft de ramp plaats gehad toen
de meeste opvarenden in hun kooien lagen.
Voor de navigatie en de bediening der moto
ren deden op dat oogenblik twaalf leden van
de bemanning dienst. Plotseling was het
luchtgevaarte tengevolge van den storm niet
meer te houden, en het sloeg tegen den
grond. De gevolgen waren ontzettend, daar
het luchtschip onmiddellijk in brand vloog.
Direct na de catastrophe hebben de plaat-',
selijke autoriteiten de regeering te Parijs ge
waarschuwd en reeds vroeg in den morgen
vertrokken de Fransche minister voor Lucht
vaart, Laurent Eynac, en de Engelsche mili
taire attaché te Parijs per auto naar Beau
vais.
De autoriteiten namen onmiddellijk de
noodige maatregelen om zoo mogelijk nog
opvarenden te redden. Zooals reeds geseind
werd, konden acht personen levend uit het
luchtschip komen. De overige 50 personen,
die zich aan boord bevonden, zijn omgeko
men. Zij zijn allen tengevolge van het in
brand vliegen van het luchtschip overleden.
De meeste lijken waren onherkenbaar ver
minkt. Niet minder dan 25 slachtoffers wer
den in de groote cabine van de R 101 gevon
den. Alle vijf officieren, onder wie de com-
dant, luitenant Irwin, behooren tot de slacht
offers.
Tegen 12 uur hedenmiddag waren 42 lij
ken geborgen.
In de omgeving van de plaats, waar het
wrak van de R 101 op Frankrijk's 'cdem is
neergekomen, liggen tallooze voorwerpen,
van het luchtschip afkomstig, verspreid. Toi
letartikelen, schoenen en andere eigendom
den van de opvarenden worden overal terug
gevonden.
Hoe de ramp geschiedde.
Wij zijn thans in staat, nadere bijzonder
heden te melden omtrent de wijze, waarop
het Engelsche luchtschip R 101 is ten onder
gegaan. Op de plaats van de ramp ontmoet
ten wij den Engelschman George Darling,
die te Beauvis woont.
Deze ooggetuige
deelde ons hedenmorgen het volgende mede:
Het was mij bekend, dat de mogelijkheid be
stond, dat het Engelsche luchtschip R 101
op zijn vlucht naar Britsch-lndië over het ge
bied ten Noorden van Parijs, komende van
het Kanaal, zou vliegen. Aangezien het lucht
schip gisteravond zou vertrekken, was ik op
gebleven in de hoop, het luchtschip te zien.
Ongeveer kwart voor twee hedenmorgen zag
ik het luchtschip in de richting van Beauvais
vliegen. Het luchtschip maakte echter vreem
de bewegingen: het ging op en neer en ik
veronderstelde, dat het in moeilijkheden ver
keerde. Ik ben met m'n auto het luchtschip
gevolgd. Plotseling zag ik de R 101 den
grond raken. Een geweldige slag volgde en
op hetzelfde oogenblik sloegen de vlammen
uit het luchtschip. Ik sprong uit mijn wagen
en rende onmiddellijk naar de plaats waar
het gevaarte was neergekomen. Daar vond
ik eenige mecaniciens in half-verdoofden toe
stand, die uit het luchtschip waren ontsnapt
De eerste overlevende,
die ik sprak, was de mecanicien Leech Deze
vertelde mij, dat niemand aan boord van het
luchtschip had geweten, dat de R 101 in
moeilijkheden verkeerde, tot enkele oogen-
blikken voor de ramp. De opvarenden wisten
alleen, dat de commandant, luitenant Irwin,
trachtte een commando naar de machineka
mer door te geven om de motoren te doen
stoppen. Toen stortte het gevaarte plotseling
naar omlaag en sloeg tegen de helling van
een heuvel. Onmiddellijk daarop volgde een
ontploffing, waardoor het luchtschip in
brand vloog.
Darling vertelde ons verder, dat hij aan de
zijde, het verst van de vlammen verwijderd,
in het luchtschip klom, door er een ruit van
stuk te slaan. Hij kwam in een der machine
ruimtes. Hij liep door, maar werd door de
vlammen teruggedreven.
Het was hopeloos, te trachten iets te doen
het eenige was zoo spoedig mogelijk hulp te
halen.
Een rookende puinhoop.
Van andere personen, die kort na de ramp
ter plaatse waren, vernamen wij, dat het
luchtschip, toen het was neergestort, een
brandende massa vormde. Thans is het een
nog narookende gloeiende ijzermassa van
ongeveer 15 meter hoogte.
De overlevenden.
Acht opvarenden van het luchtschip zijn
aan den dood ontsnapt.
Het zijn voor zoover valt na te gaan alle
leden van de bemanning, die op het oogen
blik van de ramp dienst deden. De namen
zijn: Cook, Disley, Radcliff, Savory, Leech,
Banks, Bell en Church.
De onherkenbaar verminkte slachtoffers
werden voorloopig neergelegd onder een dek
van dicht struikgewas. Zij bieden een vree-
selijken aanblik. De identificatie is bijna niet
mogelijk en men moet afgaan op voorwer
pen, die op de lijken gevonden worden.
Politie en gendarmes hebben het gebied
in de omgeving van de plaats van de ramp
afgezet en hebben maatregelen genomen om
het verkeer te regelen. Duizenden trachten
bij de overblijfselen van het luchtschip te ko
men.
De lijken der slachtoffers zijn later op den
dag gekist.
De vlag van het luchtschip, die aan dm
achtersteven had gewapperd en niet ver
brand teruggevonden is, werd aan den Brit-
schen militairen attaché uit Parijs overhan
digd.
en buitenlandsche politiek. Door dit pro
gramma komt de republiek op haar verhaal,
maar wordt het volk ten gronde gericht. In
dien de rijkskanselier meent met een afwis
selende meerderheid van links of rechts dit
programma te zullen kunnen uitvoeren, zal
hij wat de nationaal socialisten aangaat, zich
zeker vergissen. Indien de nationaal socialis
ten aan het bewind komen, zullen ze duide
lijk te verstaan geven, dat in elk opzicht een
einde moet komen aan den tot nu toe in
Duitschland gevolgden koers.
Ten aanzien van den toestand in Pruisen
zeide dr. Göbbels, dat luj de Pruisische
grondwet bestudeerd had en daarin een pas
sus had gevonden, waarin gezegd wordt, dat
ook in Pruisen een volksstemming mogelijk
is. Indien de Pruisische regeering onze
eischen dus niet inwilligt, zullen wij een
volksstemming organiseeren.
Na afloop dezer rede zongen de aanwezi
gen staande, met den rechterhand op fascis
tische wijze in de hoogte, het Hitler-lied.
De nazi's houden den moed er wel in? Ze
kunnen echter thans zeer mooi gebruik ma
ken van hun grootsche overwinning, zoodat
we het maar beschouwen, dat de nat.:soc.
nog in een overwinningsroes verkeeren.
Hoe de marconist gered werd.
In den loop van den Zondag werd het te
Beauvais steeds drukker. Duizenden zijn
per auto uit Parijs en van elders gekomen
om de overblijfselen van de R 101 te zien.
De politiemacht is versterkt om de ruïne van
het luchtschip te bewaken.
De overlevenden zijn nog te zeer ontdaan
cm een geregeld verslag van de ramp te kun
nen geven. Twee van hen verklaarden, dat
zij hun leven te danken hebben aan het feit,
dat een watertank sprong en zij door het
water werden overstroomd. De marconist,
Disley, verklaarde, dat hij sliep toen de ramp
plaats greep. Toen hij ontwaakte, lag hij in
het veld met verbrande handen.
Zondagmiddag waren drie lijken nog niet
gevonden.
Het bergen der slachtoffers.
Direct bij het aanbreken van den dag is
aangevangen met het bergen van de slacht
offers. Aan het reddingswerk namen de
brandweer, gendarmes en vrijwilligers deel.
Zij drongen voor zoover mogelijk in het
luchtschip. Te kwart voor acht Zondagoch
tend waren vier lijken geborgen. Te half ne
gen waren reeds 20 lijken te voorschijn ge
bracht. Met den meesten ijver werd het red
dingswerk voortgezet, doch te redden viel er
slechts weinig.
Nadat de lijken gekist waren, zijn zij
voorloopig naar het gemeentehuis van Al-
lonne overgebracht.
Vele slachtoffers moesten uitgezaagd wor
den.
De geredden bevonden zich in de zijcabi
nes van het luchtschip.
De overblijfselen van het luchtschip zullen
blijven liggen totdat deskundigen uit Enge
land zijn aangekomen om een onderzoek in
te stellen.
Een commissie van onderzoek.
In den loop van den middag arriveerde
per vliegtuig op het terrein van de ramp de
door het Britsche Ministerie van Luchtvaart
ingestelde commissie van onderzoek, onder
leiding van den Opper-Maarschalk voor de
luchtvaart Sir John Saknon, met den Direc
teur van den Britschen Technischen Lucht
vaartdienst, Holt. Ook een groot aantal En
gelsche journalisten arriveerde per vliegtuig.
Na toestemming te hebben gekregen van de
Fransche autoriteiten stelden de Britsche
commissie-leden in het wrak van het lucht
schip een voorloopig onderzoek in.
De oppermaarschalk voor de Luchtvaart
heeft op de plaats des onheils gesprekken ge
voerd met eenige gewonden en langdurig ge
confereerd met vertegenwoordigers der Fran
sche overheid. Sir John Salmon is van mee
ning, dat een scherp onderzoek moet worden
ingesteld naar de oorzaak van de ramp. Op
het oogenblik kan hij zich echter nog niet
uitlaten over den oorzaak. Met groote erken
telijkheid uitte hij zich over de buitengewone
tegemoetkomendheid der Fransche autoritei
ten.
De eerste stappen voor het overbrengen
der lijken naar Engeland zijn reeds gedaan.
Waarschijnlijk zullen de slachtoffers aan
boord van een Engelsch oorlogsschip over
het Kanaal gebracht worden.
Het tijdstip, waarop dit zal geschieden
staat echter nog niet vast.
Een onderhoud met een der overlevenden.
Zondagmiddag had een V.D.-vertegen-
woordiger een onderhoud met den heer Bell,
een der mecaniciens, die de ramp heeft over
leefd. Hij vertelde de wonderbaarlijke wijze,
waarop hij gered werd.
„Ik had de wacht in de achterste motor-
cabine. Ik was juist afgelost door den meca
nicien Binks, die ook gered werd. Ik bleef
echter nog eenige seconden in de cabine om
een paar woorden met hem te spreken. Dit
gesprek heeft mijn leven gered. Indien ik
buiten de cabine was gegaan dan zou ik ze
ker zijn gedood.
Toen ik met Binks stond te spreken, kwam
plotseling het sein de motoren langzaam te
doen draaien. Het luchtschip maakte plotse
ling e£n scherpe hoek en de neus van de R
101 dook naar de aarde. Plotseling sloegen
wij tegen den heuvel. Een oorverdoovend ge
kraak volgde, terwijl onmiddellijk daarop de
vlammen uitsloegen.
Binks en ik werden tegen elkander gegooid
toen plotseling de waterbal lasttank, die bo
ven de motorcabine was aangebracht, uit el
kaar sloeg. Wij werden door het water over
stroomd en daaraan hebben wij onze red
ding te denken. Wij hielden natte lappen
voor ons gelaat en zochten een uitweg door
het ontwrichte geraamte van het wrak en
konden op den grond komen. De ramp is,
voor zoover ik het weet, een volledig myste
rie. Alle motoren liepen op kruissnelheid,
toen wij op den heuvel sloegen. De heuvel,
waarop het luchtschip verpletterd werd, is
zeven honderd voet hoog. Er was een hevige
wind en het regende toen de ramp plaats
had, doch wij schenen goede.vorderingen te
maken.
Verklaring van een mecanicien
Eén der andere overlevenden, met wien een
speciaal verslaggever van de Tel. een onder
houd had, was Binks. een van de mecaniens.
„Tot twee uur was ik vrij van wacht, zeide
hij» »en een paar minuten voor twee gipg ik
Volgende week beginnen de
J. BARKMAN", Nederl. Taal I, 16 Oct.
J. BARKMAN, Nederl. Taal II, 17 Oct.
C. KNAAP, Duitsch I, 14 Oct.
J. BARKMAN, Duitsch II, 14 Oct.
J. BARKMAN, Engelsch 1, 15 Oct-
Mej. DUBOIS, Engelsch II, 14 Oct.
Mej. DUBOIS, Engelsch III, 13 Oct.
E. KROESKOP, Fransch I, 13 Oct.
E. KROESKOP, Fransch II, 17 Oct.
M.J. ROGGEVEEN, Boekhouden I, 16 Oct.
J. N. DE GROOT, Boekhouden II, 15 Oct.
A. PASCHA, Esperanto, 13 Oct.
(Programma bij Leeszaal en boekhandel).
naar de achterste motorkajuit, om daar den
mecanicien af te lossen. Voor zoover ik weet,
was toen alles in orde. Ik nam de taak van
mijn kameraad over. Plotseling dook het
schip naar voren. Op hetzelfde oogenblik
werd uit de controlekajuit het sein ontvan
gen Vermindert de snelheid. Bijna tegelijker
tijd botste het schip tegen den grond. Verder
weet ik niets anders, dan dat de motorkajuit
eensklaps op den grond stond en dat wij ons
er in bevonden, terwijl de vlammen overal om
ons heenlaaid^n".
„Wij dachten, dat ons einde gekomen was,
doch op dat oogenblik sprongen de waterre
servoirs, die zich boven ons bevonden en over
stroomden de kajuit, waardoor de vlammen
voor een oogenblik werden teruggedreven.
Wij slaagden er in, onze hoofden met natte
doeken te omwikkelen en een uitgang uit de
kajuit te vinden. Eerst toen wij te midden van
het kreupelhout op het heideveld zaten, kwa
men wij weer tot bezinning. Dat is alles, wat
ik van het gebeurde weet".
Acht uren nadat het luchtschip op den
heuvel was neergekomen, was het vuur in
het wrak nog niet geheel gedoofd.
HET VERLOOP VAN DE LAATSTE
VLUCHT VAN DE R 101.
Op tragische wijze is het Engelsche lucht
schip R 101, boven Noord-Frankrijk, in het
gebied van de Oise, waar reeds zoo vele En-
gelschen het leven lieten, aan zijn einde ge
komen. Diepe ontsteltenis heeft het bericht in
Engeland gewekt. Welgemoed heeft men gis
teravond afscheid genomen van passagiers
en bemanning, die niet kon vermoeden welk
vreeselijk lot hun boven het hoofd hing.
Het was een trotsch schouwspel, gister
avond het gevaarte aan de landingsmast te
Cardington te zien Tegen het vallen van de
duisternis gloeiden geleidelijk de verschillen
de lichten aan, en een groot aantal belang
stellenden was te Cardington aanwezig, om
het vertrek van het luchtschip bij te wonen.
Het zou de eerste groote reis worden, be
doeld tevens als proefvlucht en als voorbe
reiding van een eventueel in te stellen vaste
luchtschependienst EngelandIndië.
Via Frankrijk en de Middellandsdte Zee
zou het eerste gedeelte van de reis gemaakt
worden naar Egypte, waar te Ismaila, de
eerste landing gemaakt zou worden. Te
Ismaili zou de R 100 slechts eenige uren
blijven, om via Aleppo, Bagdad en Basra
Karachi te bereiken, waar het vliegveld ge
heel is ingericht als eindstation voor den be
langrijken luchtschependienst Engeland
Indië. O.a. bevindt zich op het landingsterrein
te Karachi een groote hangar, waarin het
luchtschip ondergebracht kan worden.
Reeds lang voor het vertrek was de be
manning op het vliegveld te Cardington aan
wezig, met hun verwanten en vrienden, die
afscheid kwamen nemen. Dat het voor bijna
allen een afscheid voor altijd zou zijn, zal
wel niemand vermoed hebben. De bemanning
bestond uit 42 koppen, en de vlucht stond
onder commando van luitenant Irwin.
Er zouden elf passagiers meegaan, waar
onder de Britsche minister voor luchtvaart,
Lord Thomson, Sir Sefton Brancker. directeur
van den burgerlijken Luchtvaartdienst, de
ontwerper van het luchtschip kolonel Rich
mond, de escadrille-commandant Palstra van
de Royal Australian Airforce, de Wing Com*
mander Colman en majoor Scott, comman
dant van het andere groote Britsche lucht
schip R 100. Van de 42-koppige bemanning
waren vijf leden officieren. De commandant
luitenant Irwin werd bijgestaan door den
navigator, den escadrille-commandant John
son.
Het vertrekvoor altijd.
Te ruim 6 uur gisteravond, terwijl de
meeste passagiers reeds aanwezig waren, ar
riveerde Lord Thomson, de luchtvaart-
minister.
Voor het vertrek verklaarde hij tegenover
de aanwezige journalisten, dat hij hoopte, in
4 of 5 dagen Karachi te bereiken. Den vol
genden dag dacht men Sim la te bereiken,
waar men twee dagen wilde blijven. Het was
reeds bijna donker, toen het luchtschip van
de ankermast werd losgemaakt. Precies te
6 minuten over half acht verhief het gevaarte
zich statig in de lucht. Het was een schitte
rend schouwspel, 't verlichte luchtschip om
hoog te zien stijgen tegen den donkeren
avondhemel. In de gondels, in de kajuiten en
in de salons, brandden de lichten, en statig
verdween de R 101 in de lichting van Lofld®>