DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Het Engelsche Luchtschip R 101 verongelukt. Volksuniversiteit. Ito. 235 MAAYDAG 6 OCTOBEK 1930 132e Jaargang. Dagelijkseh overzicht. na de duitsche rijksdag- verkiezingen. IN NOORD-FRANKRIJK TEGEN HEUVEL GEVLOGEN EN VERBRAND. TRAGISCH BEGIN VAN DE BRITSCH-INDIE-VLUCHT. Vijftig dooden, w.o. de Britsche Minister van Luchtvaart. DIEPE VERSLAGENHEID IN GEHEEL ENGELAND. WERKCURSUSSEN: Schrijft nu in Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, nitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, traneo door het geheele Rijk 2.50. Losse nnmmers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN: Per regel 0.25, bij groots contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdrukkerij v/h. HERMs. POSTER ZOON, Voordam C 9, post giro 37050. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAS. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. t De soc. democraten zullen het kabinet- Brüning steunen. De nat. socialisten weren zich goed. De besprekingen tusschen den Duitschen rijkskanselier en de leiders der verschillende rijksdagfracties zijn de vorige week begonnen en we zullen dus spoedig weten, of het oude kabinet-Brüning kan blijven voortregeeren, of dat het zoo zwakjes in zijn schoenen staat, dat het bij de eerste de beste botsing strui kelt. Die besprekingen konden natuurlijk niet fehouden worden, voordat de leiders met un fracties tot overeenstemming waren ge komen en in dit verband wijzen we op de resolutie, die door de sociaal-democraten in een vergadering is aangenomen, welk besluit wij Zaterdag nog opnamen. Uit die resolutie mag men opmaken, dat de sociaal-democra ten in elk geval het kabinet-Brüning een kans willen geven. Die soc.-democraten staan op het oogenblik in een zeer moeilijke positie. Ze begrijpen heel goed, dat een scherpe op positie het kabinet-Brüning zou doen vallen, waarmee dan misschien de politieke crisis opgelost zou zijn. Maar, als dat het geval zou zijn, dan dreigt het gevaar van den an deren kant. Dan zouden de nat.-soc. nog meer macht krijgen en daarmee zou dan een soort communistisch gevaar dreigen. De hierboven aangehaalde motie wijst daar op, zoodat de soc.-dem. voorloopig de regeering zullen steunen. Het spreekt bijna vanzelf, dat de nat.-soc. de oppositie zullen vormen. Van die zoo snel gegroeide partij hebben we al heel wat ver rassende plannen gehoord en het schijnt dat de groote man der partij, Hitier, thans bezig is, zich te rehabiliseeren. De Berlijnsche cor respondent van de Times heeft n.L een onder houd met hem gehad, waarin het volgende zou zijn gezegd: Op de vraag of een eventueele nationaal- socialistische minister van buitenlandsche za ken de verwerping van het verdrag van Ver- sailles zou eischen, antwoordde Hitier, dat deze vraag niet eenvoudig met ja of neen te beantwoorden is. Een beslissende factor van onze buiten landsche politiek is niet wat wij zouden wil len, doch wat wij kunnen doen. Evenals het een oneerlijke handeling is van een koopman als hij zijn handteekening plaatst op een wissel, waarvan hij te voren weet, dat hij hem toch niet zal kunnen ho- noreeren, zoo is het ook oneerlijk als een staatsman, namens zijn land, een overeen komst onderteekent, die zijn land onmogelijk zal kunnen vervullen. U kunt er overigens van overtuigd zijn, al dus Hitier tot den correspondent, dat wij niets op ons zullen nemen, dat we niet zullen kunnen uitvoeren. Ten aanzien van zijn verklaring in het hoogverraadsproces te Leipzig, dat er wel slachtoffers zullen vallen, zeide Hitier, dat, toen hij in de vreeselijke jaren van 1914 tot 1918 met zijn wapenbroeders in de loopgra ven lag, zij er van overtuigd waren, dat op een afstand van 50 yard in de Britsche loop graven eerlijke mannen lagen. Toch was het onze plicht die jonge mannen te dooden. Als wij gedwongen werden zóó te hande len tegenover eerlijke mannen, wat moet on ze houding dan zijn tegenover mannen, die verantwoordelijk zijn voor de vernietiging van ons vaderlana? Hoe zou de houding van de Engelsche patriotten zijn tegen de leden van hun eigen natie, indien deze ge poogd hadden het land te vernietigen? wij wenschen echter geen bloedige revo lutie en elke daad zal op een strikt wettige wijze ten uitvoer worden gebracht. Wij zul len beginnen met den Rijksdag te veroveren en bij de eerstvolgende verkiezingen zullen wij de sterkste partij zijn. Als wij de politie ke macht in handen hebben, zullen wij met alle wettige middelen bevorderen dat de laat ste sporen van vervreemding tusschen Duitschland en Engeland verdwijnen. Blijkbaar doet de heer Hitier thans zijn best, om de wereld bekend te maken, dat hij en zijn partij heelemaal geen gewelddadige bedoelingen hebben. Hij zal moeten afwach ten, of diezelfde wereld hem wel zoo dadelijk gelooft! Intusschen hebben de nat.-soc. in Berlijn weer een tweetal vergaderingen gehouden, welke door 16000 personen waren bezocht. In een der vergaderingen voerde dr. Göb- bels het woord en verklaarde o.a. dat de na- tionaal-socialisten zich niet op den achter grond zullen laten dringen. Thans zijn we nog de op één na sterkste Ear tij in den Rijksdag, doch bij nieuwe ver- iezingen zullen we zeker met 150 man in tftn Rijksdag komen. Spreker kondigde aan, dat de partij ook verder oppoiitie zal blijven voeren. Göbbels zeide, dat het programma van den rijkskanselier in geen enkel opzicht be antwoordt aan de door de nationaal socialis ten gestelde eischen betreffen.dedebinnen-. Het Engelsche luchtschip R 101 het grootste luchtschip ter wereld dat Za terdagavond te 19.36 uur van Cardington was vertrokken voor zijn eerste vlucht naar Egypte en Britsch-Indië, is in den nacht van Zaterdag op Zondag, te 2.30 uur, in Noord-Frankrijk vergaan. Bij Beauvais op 80 K.M. ten N.W. van Parijs is het luchtschip tegen een heuvel gevlo gen en geheel verbrand. Vijtig opvaren den kwamen daarbij om. Onder hen be vonden zich verschillende hooggeplaatste personen, o.a. lord Thomson, de minister van luchtvaart. Acht personen, allen leden der bemanning, wisten zich te redden. Het luchtschip had een zeer moeilijke reis door den zwaren storm die boven Noord-Frankrijk woedde. Daar de ramp in het holst van den nacht geschiedde, duurde het geruimen tijd voordat hulp aanwezig was. Andere bekende personen uit de lucht vaart, die aan boord waren en zijn omge komen, zijn Kolonel Richmond, de ontwer per van de R 101, de Wing-commander Colmore en majoor G. H. Scott, comman dant van de R 100. Op de plaats van de ramp. V.D. seint ons dato 5 Oct uit Beauvais: De ramp van de R 101 heeft in den vroe gen Zondagochtend duizenden uit de omge ving naar Beauvais getrokken. Toen wij ter plaatse arriveerden, bleek ons, dat de ramp had plaats gehad op ongeveer 5 mijl afstand van het stadje. Het luchtschip is op een zeer afgelegen plaats neergekomen, zoodat het moeilijk was, de plaats van de ramp spoedig te bereiken. Toen wij bij het door militairen afgezette terrein arriveerden, boden de overblijfselen van het luchtgevaarte een treurigen aanblik. De ruïne smeulde nog en het reddingswerk was buitengewoon moeilijk. Voor zoover wij bij onze aankomst konden vernemen heeft de ramp plaats gehad toen de meeste opvarenden in hun kooien lagen. Voor de navigatie en de bediening der moto ren deden op dat oogenblik twaalf leden van de bemanning dienst. Plotseling was het luchtgevaarte tengevolge van den storm niet meer te houden, en het sloeg tegen den grond. De gevolgen waren ontzettend, daar het luchtschip onmiddellijk in brand vloog. Direct na de catastrophe hebben de plaat-', selijke autoriteiten de regeering te Parijs ge waarschuwd en reeds vroeg in den morgen vertrokken de Fransche minister voor Lucht vaart, Laurent Eynac, en de Engelsche mili taire attaché te Parijs per auto naar Beau vais. De autoriteiten namen onmiddellijk de noodige maatregelen om zoo mogelijk nog opvarenden te redden. Zooals reeds geseind werd, konden acht personen levend uit het luchtschip komen. De overige 50 personen, die zich aan boord bevonden, zijn omgeko men. Zij zijn allen tengevolge van het in brand vliegen van het luchtschip overleden. De meeste lijken waren onherkenbaar ver minkt. Niet minder dan 25 slachtoffers wer den in de groote cabine van de R 101 gevon den. Alle vijf officieren, onder wie de com- dant, luitenant Irwin, behooren tot de slacht offers. Tegen 12 uur hedenmiddag waren 42 lij ken geborgen. In de omgeving van de plaats, waar het wrak van de R 101 op Frankrijk's 'cdem is neergekomen, liggen tallooze voorwerpen, van het luchtschip afkomstig, verspreid. Toi letartikelen, schoenen en andere eigendom den van de opvarenden worden overal terug gevonden. Hoe de ramp geschiedde. Wij zijn thans in staat, nadere bijzonder heden te melden omtrent de wijze, waarop het Engelsche luchtschip R 101 is ten onder gegaan. Op de plaats van de ramp ontmoet ten wij den Engelschman George Darling, die te Beauvis woont. Deze ooggetuige deelde ons hedenmorgen het volgende mede: Het was mij bekend, dat de mogelijkheid be stond, dat het Engelsche luchtschip R 101 op zijn vlucht naar Britsch-lndië over het ge bied ten Noorden van Parijs, komende van het Kanaal, zou vliegen. Aangezien het lucht schip gisteravond zou vertrekken, was ik op gebleven in de hoop, het luchtschip te zien. Ongeveer kwart voor twee hedenmorgen zag ik het luchtschip in de richting van Beauvais vliegen. Het luchtschip maakte echter vreem de bewegingen: het ging op en neer en ik veronderstelde, dat het in moeilijkheden ver keerde. Ik ben met m'n auto het luchtschip gevolgd. Plotseling zag ik de R 101 den grond raken. Een geweldige slag volgde en op hetzelfde oogenblik sloegen de vlammen uit het luchtschip. Ik sprong uit mijn wagen en rende onmiddellijk naar de plaats waar het gevaarte was neergekomen. Daar vond ik eenige mecaniciens in half-verdoofden toe stand, die uit het luchtschip waren ontsnapt De eerste overlevende, die ik sprak, was de mecanicien Leech Deze vertelde mij, dat niemand aan boord van het luchtschip had geweten, dat de R 101 in moeilijkheden verkeerde, tot enkele oogen- blikken voor de ramp. De opvarenden wisten alleen, dat de commandant, luitenant Irwin, trachtte een commando naar de machineka mer door te geven om de motoren te doen stoppen. Toen stortte het gevaarte plotseling naar omlaag en sloeg tegen de helling van een heuvel. Onmiddellijk daarop volgde een ontploffing, waardoor het luchtschip in brand vloog. Darling vertelde ons verder, dat hij aan de zijde, het verst van de vlammen verwijderd, in het luchtschip klom, door er een ruit van stuk te slaan. Hij kwam in een der machine ruimtes. Hij liep door, maar werd door de vlammen teruggedreven. Het was hopeloos, te trachten iets te doen het eenige was zoo spoedig mogelijk hulp te halen. Een rookende puinhoop. Van andere personen, die kort na de ramp ter plaatse waren, vernamen wij, dat het luchtschip, toen het was neergestort, een brandende massa vormde. Thans is het een nog narookende gloeiende ijzermassa van ongeveer 15 meter hoogte. De overlevenden. Acht opvarenden van het luchtschip zijn aan den dood ontsnapt. Het zijn voor zoover valt na te gaan alle leden van de bemanning, die op het oogen blik van de ramp dienst deden. De namen zijn: Cook, Disley, Radcliff, Savory, Leech, Banks, Bell en Church. De onherkenbaar verminkte slachtoffers werden voorloopig neergelegd onder een dek van dicht struikgewas. Zij bieden een vree- selijken aanblik. De identificatie is bijna niet mogelijk en men moet afgaan op voorwer pen, die op de lijken gevonden worden. Politie en gendarmes hebben het gebied in de omgeving van de plaats van de ramp afgezet en hebben maatregelen genomen om het verkeer te regelen. Duizenden trachten bij de overblijfselen van het luchtschip te ko men. De lijken der slachtoffers zijn later op den dag gekist. De vlag van het luchtschip, die aan dm achtersteven had gewapperd en niet ver brand teruggevonden is, werd aan den Brit- schen militairen attaché uit Parijs overhan digd. en buitenlandsche politiek. Door dit pro gramma komt de republiek op haar verhaal, maar wordt het volk ten gronde gericht. In dien de rijkskanselier meent met een afwis selende meerderheid van links of rechts dit programma te zullen kunnen uitvoeren, zal hij wat de nationaal socialisten aangaat, zich zeker vergissen. Indien de nationaal socialis ten aan het bewind komen, zullen ze duide lijk te verstaan geven, dat in elk opzicht een einde moet komen aan den tot nu toe in Duitschland gevolgden koers. Ten aanzien van den toestand in Pruisen zeide dr. Göbbels, dat luj de Pruisische grondwet bestudeerd had en daarin een pas sus had gevonden, waarin gezegd wordt, dat ook in Pruisen een volksstemming mogelijk is. Indien de Pruisische regeering onze eischen dus niet inwilligt, zullen wij een volksstemming organiseeren. Na afloop dezer rede zongen de aanwezi gen staande, met den rechterhand op fascis tische wijze in de hoogte, het Hitler-lied. De nazi's houden den moed er wel in? Ze kunnen echter thans zeer mooi gebruik ma ken van hun grootsche overwinning, zoodat we het maar beschouwen, dat de nat.:soc. nog in een overwinningsroes verkeeren. Hoe de marconist gered werd. In den loop van den Zondag werd het te Beauvais steeds drukker. Duizenden zijn per auto uit Parijs en van elders gekomen om de overblijfselen van de R 101 te zien. De politiemacht is versterkt om de ruïne van het luchtschip te bewaken. De overlevenden zijn nog te zeer ontdaan cm een geregeld verslag van de ramp te kun nen geven. Twee van hen verklaarden, dat zij hun leven te danken hebben aan het feit, dat een watertank sprong en zij door het water werden overstroomd. De marconist, Disley, verklaarde, dat hij sliep toen de ramp plaats greep. Toen hij ontwaakte, lag hij in het veld met verbrande handen. Zondagmiddag waren drie lijken nog niet gevonden. Het bergen der slachtoffers. Direct bij het aanbreken van den dag is aangevangen met het bergen van de slacht offers. Aan het reddingswerk namen de brandweer, gendarmes en vrijwilligers deel. Zij drongen voor zoover mogelijk in het luchtschip. Te kwart voor acht Zondagoch tend waren vier lijken geborgen. Te half ne gen waren reeds 20 lijken te voorschijn ge bracht. Met den meesten ijver werd het red dingswerk voortgezet, doch te redden viel er slechts weinig. Nadat de lijken gekist waren, zijn zij voorloopig naar het gemeentehuis van Al- lonne overgebracht. Vele slachtoffers moesten uitgezaagd wor den. De geredden bevonden zich in de zijcabi nes van het luchtschip. De overblijfselen van het luchtschip zullen blijven liggen totdat deskundigen uit Enge land zijn aangekomen om een onderzoek in te stellen. Een commissie van onderzoek. In den loop van den middag arriveerde per vliegtuig op het terrein van de ramp de door het Britsche Ministerie van Luchtvaart ingestelde commissie van onderzoek, onder leiding van den Opper-Maarschalk voor de luchtvaart Sir John Saknon, met den Direc teur van den Britschen Technischen Lucht vaartdienst, Holt. Ook een groot aantal En gelsche journalisten arriveerde per vliegtuig. Na toestemming te hebben gekregen van de Fransche autoriteiten stelden de Britsche commissie-leden in het wrak van het lucht schip een voorloopig onderzoek in. De oppermaarschalk voor de Luchtvaart heeft op de plaats des onheils gesprekken ge voerd met eenige gewonden en langdurig ge confereerd met vertegenwoordigers der Fran sche overheid. Sir John Salmon is van mee ning, dat een scherp onderzoek moet worden ingesteld naar de oorzaak van de ramp. Op het oogenblik kan hij zich echter nog niet uitlaten over den oorzaak. Met groote erken telijkheid uitte hij zich over de buitengewone tegemoetkomendheid der Fransche autoritei ten. De eerste stappen voor het overbrengen der lijken naar Engeland zijn reeds gedaan. Waarschijnlijk zullen de slachtoffers aan boord van een Engelsch oorlogsschip over het Kanaal gebracht worden. Het tijdstip, waarop dit zal geschieden staat echter nog niet vast. Een onderhoud met een der overlevenden. Zondagmiddag had een V.D.-vertegen- woordiger een onderhoud met den heer Bell, een der mecaniciens, die de ramp heeft over leefd. Hij vertelde de wonderbaarlijke wijze, waarop hij gered werd. „Ik had de wacht in de achterste motor- cabine. Ik was juist afgelost door den meca nicien Binks, die ook gered werd. Ik bleef echter nog eenige seconden in de cabine om een paar woorden met hem te spreken. Dit gesprek heeft mijn leven gered. Indien ik buiten de cabine was gegaan dan zou ik ze ker zijn gedood. Toen ik met Binks stond te spreken, kwam plotseling het sein de motoren langzaam te doen draaien. Het luchtschip maakte plotse ling e£n scherpe hoek en de neus van de R 101 dook naar de aarde. Plotseling sloegen wij tegen den heuvel. Een oorverdoovend ge kraak volgde, terwijl onmiddellijk daarop de vlammen uitsloegen. Binks en ik werden tegen elkander gegooid toen plotseling de waterbal lasttank, die bo ven de motorcabine was aangebracht, uit el kaar sloeg. Wij werden door het water over stroomd en daaraan hebben wij onze red ding te denken. Wij hielden natte lappen voor ons gelaat en zochten een uitweg door het ontwrichte geraamte van het wrak en konden op den grond komen. De ramp is, voor zoover ik het weet, een volledig myste rie. Alle motoren liepen op kruissnelheid, toen wij op den heuvel sloegen. De heuvel, waarop het luchtschip verpletterd werd, is zeven honderd voet hoog. Er was een hevige wind en het regende toen de ramp plaats had, doch wij schenen goede.vorderingen te maken. Verklaring van een mecanicien Eén der andere overlevenden, met wien een speciaal verslaggever van de Tel. een onder houd had, was Binks. een van de mecaniens. „Tot twee uur was ik vrij van wacht, zeide hij» »en een paar minuten voor twee gipg ik Volgende week beginnen de J. BARKMAN", Nederl. Taal I, 16 Oct. J. BARKMAN, Nederl. Taal II, 17 Oct. C. KNAAP, Duitsch I, 14 Oct. J. BARKMAN, Duitsch II, 14 Oct. J. BARKMAN, Engelsch 1, 15 Oct- Mej. DUBOIS, Engelsch II, 14 Oct. Mej. DUBOIS, Engelsch III, 13 Oct. E. KROESKOP, Fransch I, 13 Oct. E. KROESKOP, Fransch II, 17 Oct. M.J. ROGGEVEEN, Boekhouden I, 16 Oct. J. N. DE GROOT, Boekhouden II, 15 Oct. A. PASCHA, Esperanto, 13 Oct. (Programma bij Leeszaal en boekhandel). naar de achterste motorkajuit, om daar den mecanicien af te lossen. Voor zoover ik weet, was toen alles in orde. Ik nam de taak van mijn kameraad over. Plotseling dook het schip naar voren. Op hetzelfde oogenblik werd uit de controlekajuit het sein ontvan gen Vermindert de snelheid. Bijna tegelijker tijd botste het schip tegen den grond. Verder weet ik niets anders, dan dat de motorkajuit eensklaps op den grond stond en dat wij ons er in bevonden, terwijl de vlammen overal om ons heenlaaid^n". „Wij dachten, dat ons einde gekomen was, doch op dat oogenblik sprongen de waterre servoirs, die zich boven ons bevonden en over stroomden de kajuit, waardoor de vlammen voor een oogenblik werden teruggedreven. Wij slaagden er in, onze hoofden met natte doeken te omwikkelen en een uitgang uit de kajuit te vinden. Eerst toen wij te midden van het kreupelhout op het heideveld zaten, kwa men wij weer tot bezinning. Dat is alles, wat ik van het gebeurde weet". Acht uren nadat het luchtschip op den heuvel was neergekomen, was het vuur in het wrak nog niet geheel gedoofd. HET VERLOOP VAN DE LAATSTE VLUCHT VAN DE R 101. Op tragische wijze is het Engelsche lucht schip R 101, boven Noord-Frankrijk, in het gebied van de Oise, waar reeds zoo vele En- gelschen het leven lieten, aan zijn einde ge komen. Diepe ontsteltenis heeft het bericht in Engeland gewekt. Welgemoed heeft men gis teravond afscheid genomen van passagiers en bemanning, die niet kon vermoeden welk vreeselijk lot hun boven het hoofd hing. Het was een trotsch schouwspel, gister avond het gevaarte aan de landingsmast te Cardington te zien Tegen het vallen van de duisternis gloeiden geleidelijk de verschillen de lichten aan, en een groot aantal belang stellenden was te Cardington aanwezig, om het vertrek van het luchtschip bij te wonen. Het zou de eerste groote reis worden, be doeld tevens als proefvlucht en als voorbe reiding van een eventueel in te stellen vaste luchtschependienst EngelandIndië. Via Frankrijk en de Middellandsdte Zee zou het eerste gedeelte van de reis gemaakt worden naar Egypte, waar te Ismaila, de eerste landing gemaakt zou worden. Te Ismaili zou de R 100 slechts eenige uren blijven, om via Aleppo, Bagdad en Basra Karachi te bereiken, waar het vliegveld ge heel is ingericht als eindstation voor den be langrijken luchtschependienst Engeland Indië. O.a. bevindt zich op het landingsterrein te Karachi een groote hangar, waarin het luchtschip ondergebracht kan worden. Reeds lang voor het vertrek was de be manning op het vliegveld te Cardington aan wezig, met hun verwanten en vrienden, die afscheid kwamen nemen. Dat het voor bijna allen een afscheid voor altijd zou zijn, zal wel niemand vermoed hebben. De bemanning bestond uit 42 koppen, en de vlucht stond onder commando van luitenant Irwin. Er zouden elf passagiers meegaan, waar onder de Britsche minister voor luchtvaart, Lord Thomson, Sir Sefton Brancker. directeur van den burgerlijken Luchtvaartdienst, de ontwerper van het luchtschip kolonel Rich mond, de escadrille-commandant Palstra van de Royal Australian Airforce, de Wing Com* mander Colman en majoor Scott, comman dant van het andere groote Britsche lucht schip R 100. Van de 42-koppige bemanning waren vijf leden officieren. De commandant luitenant Irwin werd bijgestaan door den navigator, den escadrille-commandant John son. Het vertrekvoor altijd. Te ruim 6 uur gisteravond, terwijl de meeste passagiers reeds aanwezig waren, ar riveerde Lord Thomson, de luchtvaart- minister. Voor het vertrek verklaarde hij tegenover de aanwezige journalisten, dat hij hoopte, in 4 of 5 dagen Karachi te bereiken. Den vol genden dag dacht men Sim la te bereiken, waar men twee dagen wilde blijven. Het was reeds bijna donker, toen het luchtschip van de ankermast werd losgemaakt. Precies te 6 minuten over half acht verhief het gevaarte zich statig in de lucht. Het was een schitte rend schouwspel, 't verlichte luchtschip om hoog te zien stijgen tegen den donkeren avondhemel. In de gondels, in de kajuiten en in de salons, brandden de lichten, en statig verdween de R 101 in de lichting van Lofld®>

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1