DAGBLAD VQDR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Een benoeming die men in Alkmaar zou betreuren. i%o. 24» Z4TERDAII OCTOBEH I»3» 132e Jaargang. Het is nog niet bekend, wie burgemeester der residentie zal worden. Dat de naam van Mr. Wendelaar herhaaldelijk genoemd wordt, is het beste bewijs van de erkenning zijner bijzondere geschiktheid. Dagelijksch overzicht. Buitenland Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en Feestdagen, nitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. j Losse nummers 5 cents. PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdrukkerij v h. HERMs. COSTER at ZOON, Voordam C 9, post giro 37000. Telef. 3, redactie 33. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Dit nummer bestaat uit 3 bladen. t Het is opmerkelijk, dat buitenstaanders al tijd zooveel meer weten dan de autoriteiten, die ten slotte de een of andere beslissing hebben te nemen. Zoo is al weken geleden in diverse bladen het bericht verschenen, dat er voor de vaca- ture-Patijn als burgemeester van Den Haag slechts drie personen in aanmerking zouden komen, namelijk oud-minister Mr. Kan en de burgemeesters van Arnhem en Alkmaar. Natuurlijk hebben wij ons voor dat bericht bijzonder geïnteresseerd, want zooals er geen koe bont genoemd wordt o' men moet er een vlekje aan kunnen ontdekken, zoo kan in bekende Nederlandsche dagbladen toch niet een bericht gelanceerd worden of er moet een bepaalde aanleiding voor geweest zijn. Sommige couranten, vooral de Haagsche bladen, die dicht bij de regeeringsbureaux zitten, hebben wel eens gelegenheid achter de politieke schermen meer op te vangen dan eigenlijk voor hun ooren bestemd is en het blijft natuurlijk mogelijk, dat een Haagsch journalist, die in regeeringskringen op infor matie uitgaat een tip krijgt waardoor hij zich gerechtigd acht zijn blad de een of andere primeur te bezorgen. Wij hebben dus met belangstelling van het lijstje der volgens sommige bladen in aan merking komende candidaten kennis genomen en dat ook de groote Nederlandsche dagbla den op alle mogelijkheden voorbereid willen zijn, is ons wel gebleken toen ons verzoeken om levensbeschrijvingen en portretten van onzen burgemeester bereikt hebben. Een benoeming van een dezer drie candi daten is evenwel uitgebleven en weldra is ons gebleken, dat zoowel de burgemeester van Arnhem als die van Alkmaar door de regeering niet gepolst waren, wat in burge meesterskringen een zeker teeken schijnt, aat men nog niet voor benoeming in een onzer groote steden in aanmerking is gekomen. Het Haagsche „Volk" is daarna, nu onge veer een week geleden, met de verrassende mededeeüng gekomen, dat weldra de benoe ming van Alkmaar's burgemeester, den heer Mr. W. C. Wendelaar, tot burgemeester van 's-Gravenhage te verwachten zou zijn. Die verklaring zag er vrij positief uit en omdat daarin slechts één candidaat genoemd werd, mocht men verwachten, dat het blad te dezen opzichte voldoende zekerheid had verkregen. Zooals wij reeds in het kort meldden, is ons evenwel gebleken, dat deze benoeming geenszins vaststaat. Het is natuurlijk begrijpelijk, dat het Haagsche gemeentebestuur met spanning te gemoet ziet wie de aanstaande burgemeester zal zijn en men schijnt zich daar in gunsti- gen zin te hebben uitgelaten over een benoe ming van Mr. Wendelaar. W aarschijnlijk zou deze benoeming ook den Soc.-Dem. wethouders niet onwelgeval lig zijn en waar de wensch wel eens de va der der gedachte is, wordt het waarschijnlijk dat deze wethouders zich in voor onzen bur gemeester optimistischen zin over de moge lijkheid van zijn benoeming hebben uitgela ten tegenover de redactie van het Haagsche „Volk", waardoor deze zich gerechtigd acht te Mr. Wendelaar reeds definitief als de toe komstige burgemeester van 's-Gravenhage aan te wijzen Eenige zekerheid was evenwel niet te ver krijgen en toen wij vernamen, dat een hoog geplaatst regeeringsambtenaar was medege deeld, dat noch de burgemeester van Alk maar, noch die van Arnhem in aanmerking zouden komen, hebben wij gemeend onzen twijfel aan deze benoeming niet langer onuit gesproken te mogen laten. Een der groote Nederlandsche Katholieke dagbladen is daarna dezer dagen weer met een anderen candidaat voor den volke ver schenen, namelijk met den thesaurier-gene raal van het Ministerie van Financiën, een hoofdambtenaar dus, die een mooi plaatsje bij het regeeringsvuur heeft en van wien het dus mogelijk is, dat hij er zich het beste zal kunnen verwannen. Evenwel is ook deze voorspelling niet na der bevestigd, zoodat wij ze geen hoogere waarde dan de vorige zouden willen toeken nen. De groote vraag is ten slotte of de regee ring werkelijk al een candidaat op het oog heeft van wiens beslissing het zal afhangen of hij het burgemeestersambt van Den Haag al dan niet zal aanvaarden. Men mag hierbij niet over het hoofd zien, dat er in den regel meer candidaten dan plaatsen zijn en dat voornamelijk het burge meestersambt van een onzer groote steden een buitengewoon geschikte betrekking is voor een ex-minister of een Kamerlid, die over invloedrijke relaties beschikken en wier omstandigheden het niet ongewenscht ma ken, dat zij weer een goed bezoldigde en eer volle openbare positie bekleeden. De oud-ministers Lambooy en Waszink za gen zich beiden een burgemeestersplaats aan gewezen en het is te begrijpen, dat voor den zetel van Mr. Patijn onder gewezen hooge functionnarissen heel wat begeerige candi daten zullen worden gevonden. Het moet daarom voor de regeering niet gemakkelijk zijn een uitverkorene aan te wij zen, temeer daar voor een zoo veelomvattend ambt natuurlijk niet alleen met standing, maar ook met bekwaamheid en finan- cieele omstandigheden moet worden rekening gehouden. En daarbij komen ten slotte nog de belang rijke factoren van geloof en politieke overtui ging en het blijft altijd de groote vraag of het stadsbelang dan wel het partijbelang bh tal van burgemeestersbenoemingen den door slag heeft gegeven. Volgens de laatste berichten zou een bur gemeester uit een der andere groote steden de meest aangewezene zijn, maar de steeds wisselende voorspellingen en het uitblijven van eenige zekerheid hebben ons wel geleerd aan dergelijke mededeelingen geen al te groote waarde te hechten. Tegenover de regeering staan de gemeen tebesturen v«j machteloos. Zij kunnen ten slotte een bepaalden candidaat aanbevelen, maar de regeering behoeft daarvan niet de minste notitie te nemen. Zij kan zelfs tegen het uitdrukkelijk uitgesproken verlangen der ingezetenen in, een burgemeester benoemen op wiens komst men allesbehalve gesteld is en die er wellicht nimmer in zal slagen, het vertrouwen zijner gemeentenaren te winnen. Mr. Wendelaar heeft ons verzekerd, dat hij tot dusver nog niet voor een eventueele Haagsche benoeming gepolst is en waar dit polsen althans eenige zekerheid van benoe mingskans geeft, moeten wij blijven aanne men, dat onze burgemeester tot dusverre in regeeringskringen nog niet als de meest aan gewezenen naar voren is gekomen. Dat intusschen voor een zoo belangrijke functie als burgemeester der residentie Mr. Wendelaar in vele gezaghebbende bladen als een der candidaten genoemd is en dat het ge meentebestuur van 's-Gravenhage hem blijk baar gaarne de voornaamste plaats in zijn midden gunt, is toch iets, dat in Alkmaar niet onopgemerkt mag blijven. Het is het bewijs, dat onze burgemeester in breeden kring voor deze eervolle maar moeilijke positie geschikt wordt geoordeeld. Als voorzitter van de belangrijke Vereeni- ging van Nederlandsche Gemeenten, die voornamelijk bij de voorbereiding van de zoo moeilijke materie als de financieele ver houding tusschen het Rijk en de Gemeenten nuttig werk verricht heeft, is burgemeester Wendelaar zeker een figuur, die de aan dacht heeft getrokken en in regeeringskrin gen heeft men trouwens reeds vóór zijn overgang naar het burgemeestersambt, zijn werk als referendaris aan een onzer ministe ries leeren waardeeren. De eigenschappen, die, naast bekwaamheid voor het ambt, voor een burgemeester der re sidentie de zetel van tal van belangrijke congressen en conferenties noodzakelijk zijn, zijn zonder twijfel welbespraaktheid en de tact te kunnen recipieeren en waar wij in deze courant na tal van congressen den bur gemeester een welverdiend woord van hulde gebracht hebben voor de meesterlijke wijze waarop hij onze gasten heeft ontvangen, kunnen wij niet anders dan constateeren, dat ook in dit opzicht Mr. Wendelaar de aangewezen man voor het burgemeester schap van 'srGravenhage zou ziin. Dat men zijn heengaan in Alkmaar zou betreuren behoeven wij hier niet te verzeke ren. I Wij zijn het niet altijd met den burgemees ter eens geweest, wij hebben ons wel eens over zijn optreden verwonderd, maar dat belet ons toch niet in de groote lijnen zijn werk te waardeeren, zijn doorzicht, ge moedelijkheid, welbespraaktheid en tact soms zelfs zijn handigheid en diplomatie te bewonderen en te erkennen, dat zijn be noeming Alkmaar in alle opzichten ten goede is gekomen. Wij voor ons kunnen slechts hopen, dat onze Raad hem als zijn voorzitter zal mogen behouden, maar wij mogen daarnaast nie mand een mooie promotie misgunnen en ho pen dus voor Mr. Wendelaar zelf, dat de veelbewogen golven der levenszee hem, dóór de branding van politieke en persoonlijke in- Sch< len neerzetten. vloeden, op het Scheveningsche strand zuï- Inmiddels kunnen wij niet anders dan met het Haagsche gemeentebestuur lijdzaam af wachten wat de regeering in deze zal beslis sen. Maar evenzeer als er daar vreugde over zijn benoeming zal zijn, zullen wij hier een regeeringsbesluit betreuren, dat Alkmaar van een zoo bij uitstek geschikten burgemees ter zou berooven. DE A.S. RIJKSDAGZITTING. De zwakke positie van het kabinet-Brüning. Wat zullen de soc.-dem. doen? Maandag, den 13den October, zal de Duitsche rijksdag voor het eerst na de groote verkiezingen van de vorige maand, weer bij eenkomen en zal wellicht de groote slag val len, die over het wel en wee van het kabinet Briining zal beslissen. Het kabinet-Brüning is niet afgetreden na de verkiezingen, ofschoon het sedert dien een zeer kleine minderheid achter zich heeft. Men kan er dus van óp aan, dat bij de eerste de beste botsing het kabinet een nederlaag te slikken krijgt en keldert. De vraag is dus nu maar, hoe lang dit kabinet nog leven zal. Erg geruststellend zullen de heeren wel niet zijn. De nationaal-socialisten toch zullen al dadelijk bij het begin van de zittingen een motie van wantrouwen indienen tegen de re geering. En die motie zal zeer waarschijnlijk wel met overgroote meerderheid worden aangenomen. Men zie maar eens het staatje, dat de verdeeling van de 577 rijksdagleden aangeeft. Men heeft 143 socialisten, 107 nationaal-socialisten, 78 communisten, 68 Centrum-leden, 42 Duitsch-nationalen, 29 leden der Duitsche Volkspartij, 23 der eco nomische partij, 20 der Duitsche staatspartij (die nu reeds weer uiteen is gevallen, met als gevolg, dat er slechts 14 trouw aan de partij zijn gebleven en de overige 6 nog geen bepaalde „kleur" hebben gekozen!), 19 leden der Chr. Nat. Landvolkpartij, even zooveel van de Beiersche Volkspartij, 14 leden van den Chr. soc. Volksdienst en tenslotte nog ten 16-tal, die in vier kleinere partijen ver deeld zijn. Van al deze partijen kunnen reeds zeker de nat. socialisten en communisten tot de oppositie gerekend worden. Samen tellen deze twee partijen 184 leden, wat natuurlijk niet genoeg is. om de regeering te doen capituleeren. Maar de vraag is, wat de soc democraten doen. Mag de regeering op hen rekenen? Het is zeer onwaarschijnlijk. Als deze partij dus ook naar de oppositie over gaat, beschikt deze reeds over 327 stemmen, wat meer dan voldoende is, om de regeering een nederlaag toe te brengen. De kansen van Brüning zijn dus al heel slecht. Dan zou Brüning nog aan kunnen blijven, als tenminste geen der andere par tijen het idee kreeg, om ook deze tegen d; regeering te stemmen. En dat is best móge lijk, vooral ook, omdat er bij de rechtsche groepen een sterke neiging is, om de al te links staande ministers Curtius en Wirth weg te werken. Üit bovenstaande blijkt dus wel, hoe zwak de regeering momenteel staat. En eigenlijk- hangt alles .af van de sociaal democraten-.- Nu bestaat er blijkbaar wel een neiging bij hen, om de regeering een kans te geven, maar een gedeelte van de partij wil daar van niets weten. Een beslissing is nog niet gevallen* Naar aanleiding nu van de aankondi ging der indiening van een nationaal-soc motie van wantrouwen, schrijft de „Vor- warts", dat de soc. fractie zeer goed weet hen- zij te allen tijde in staat is om tezamen met de nationaal-socialisten en communisten een meerderheid te vormen. Of en wanneer zg van deze mogelijkheid gebruik zal maken, zal zij zelf beslissen. De 143 soc., zoo be toogt het soc. orgaan verder, zijn n.1. door hun kiezers niet naar den Rijksdag gezon den om zich daar onder bevel van Adolf Hitier of den kleinen Göbbels te plaatsen Geen kiezer zal het hun kwalijk nemen, wan neer zij elke nationaal-soc. voorstel grondig onderzoeken om na te gaan, welk soort par lementaire knoeierij daarmee bedoeld is. - De soc.-democraten zullen in den Rijksdag noch de politiek van Brüning voeren, noen de politiek van Hitier of Thalmann (com munist) maar hun eigen politiek. DE REVOLUTIE IN BRAZILIË. Amerikaansche geestdrift. Reuter meldt uit New-York, dat tal van jeugdige Amerikanen, die op avontuur uit zijn, tevergeefs trachten tot de Braziliaan sche strijdmacht toe te treden. Proclamatie van den president. President Washington Luiz geeft in een proclamatie uiting aan de verontwaardiging van het land over de bloedige oproerige be- weging, die door niets gerechtvaardigd wordt. De president verklaart voorts, dat de re geering vertrouwen heeft in leger en vloot, en dat zij zich in staat acht over den opstand die in drie staten is ontketend, te zegevie ren. De republiek, zoo zegt hij, zal niet wor den verzwolgen in den maalstroom, en Bra zilië zal niet door de slagen der rebellen vernietigd worden. Ongerustheid in Sao Paolo. In den staat Minas Geraes zou de bonds- regeering voordeel hebben behaald. In Sao Paolo zou ongerustheid heerschen, doch de orde is er in ieder geval nog niet verstoord. De verbindingen tusschen Sao Paolo en Rio de Janeiro zijn tot nog toe verzekerd. Vol gens berichten uit Santa Anna zijn drie cor lonnes cavalerie, die de voorhoede der revo- lutionnaire troepen vormen, in den staat Rio de Janeiro doorgedrongen. De opstandelingen vallen drie staten binnen. De opstandelingen maken bekend, dat hun legers uit den staat Minas Geraes de staten Sao Paolo, Rio de Janeiro en Espirito Santo zijn binnengevallen. Een leger veroverde de steden Haperuna en Mercena, in den staat Rio de Janeiro, en deden een aanval op een punt bij Cindad Campos. Minstens één Braziliaansche kruiser zou zich hebben aangesloten bij de strijdkrachten der opstandelingen, die trachten ook andere oorlogsschepen over te halen, zich bij hen aan te sluiten. Een oproep van de regeering aan het volk. De Braziliaansche staatspresident heeft tot het volk een oproep gericht, waarin hij het volk opwekte de regeering in een burgeroor log zoo goed mogelijk te steunen. De oproep verklaart dat de regeering toereikend ge steund wordt door het noodige vertrouwen in haar en zoo noodig ook door militaire en zeestrijdkrachten, zoodat de regeering in staat achtte, elke opstandige beweging te on derdrukken. Amerikaansche bewapenings industrie werkt niet voor Brazilië. Het departement van marine te Washington heeft het verzoek van de Braziliaansche legatie aldaar, om een vergunning voor het doen bouwen van gevechtsvliegtuigen ten behoeve van de Braziliaansche regeering, in de con- structie-werkplaatsen der Amerikaan sche marine, afgewezen, omdat daar door de constructiegeheimen zouden worden prijsgegeven. HINDENBURG TE AKEN. In gezelschap van staatssecretaris dr. Meissner is rijkspresident Hindenburg giste ren om 10 uur 16 op het centraal-station te komen, zoo lezen we in de N. R. Crt. Ter Aken voor zijn aangekondigd bezoek aange- begroeting waren o.a. aanwezig: dr. Fucns, opper-president van de Rijnprovincie, regee- ringspresident Stieler, opperburgemeester dr. Rombach, luitenant-generaal Föhrenbach, als vertegenwoordiger van de rijksweer en andere hooge ambtenaren. Hinderburg begaf zich onmiddellijk naar zijn auto voor het station, waar spoorweg en douane-ambtenaren met hun vlaggen, als mede de stedelijke brandweer en duizenden menschen hem luide „Hoch" toeriepen. Tij dens den rit door de stad cirkelden vijf vlieg tuigen in de lucht. De straten, met bloemen en vlaggen versierd, stonden vol menschen. Vereenigingen en bonden met hun vlaggen hadden zich langs den geheelen weg opge steld en brachten Hindenbure, waar hij ver scheen, een geestdriftige hulde. Eerst begaf het gezelschap zich naar de technische hoogeschool. Op de trappen werd Hindenburg door den rector, senaat en stu denten opgewacht. Prof. dr. ir Roetscher, rector, begroette den rijkspresident met een rede, waarin hij wees op de moeilijkheden, waaronder de hoo geschool tijdens de bezetting, vooral tijdens den opstand der separatisten te lijden heeft gehad. Spr. hoopte, dat Hindenburg nog lang Duitschland moge leiden en liet ten slotte een driewerf „Hoch" op hem uit brengen. Hindenburg sprak enkele woorden van dank, waarna de rit naar het stadhuis werd voortgezet. Evm na 11 uur kwam Hindenburg bij het stadhuis van Aken, de eerbiedwaardige Kai- serpfalz, aan, waar in de historische keizer- zaal het gezelschap werd opgewacht. De plechtige ontvangst werd ingeleid met de ouverture in C-dur van Beethoven, gespee'd door het stedelijk orkest. Hierna hield regeeringspresident Stieler een rede, waarin hij o.a. zei, dat het voor hem een hooge eer was den rijkpsresident op deze historische plaats, namens de bevolking van het land van Aken welkom te heeten. Het bezoek valt helaas in een tijd van bijzonder moeilijke politieke en oeconomische toestan den voor Duitschland. Ook het land van Aken heeft onder de oeconomische depressie te lijden. De voorwaarden en deze moeilijken tijd te boven te komen zijn moed, vertrouwen en eensgezindheid. De rijkspresident geeft hierin ons volk hei mooiste voorbeeld. Daarna hield opperburgemeester dr. Rom bach een toespraak, aan net slot waarvan hij Hindenburg een brief overhandigde, waarin zijn benoeming tot eereburger dei stad stond. De rijkspresident dankte daarop met har telijke woorden voor deze onderscheiding en ging vervolgens de bevrijding van het Rijn land na. Aan het eind van de plechtigheid werd het Duitschland-lied gespeeld. Hindenburg maakte daarna nog een toch' door de stad. DE DUITSCHE EISÜH VAN HERZIE NING DER VREDESVERDRAGEN. Stappen van Frankrijk in Engeland. Volgens de diplomatieke medewerker van de Daily Telegraph zou de Fransche regee ring voornemens zijn, binnenkort te Londen stappen te doen om zich op de hoogte te stel len, wat in de kringen der Britsche regee ring de meening is, ten aanzien van den Duitschen eisch van herziening van het vre desverdrag, in het bijzonder met betrekking tot Danzig en den Poolschen corridor. Verder ten aanzien van den Duitschen eisch van een geheel of gedeeltelijk morato rium en tenslotte met betrekking tot de kwes tie der ontwapeningsbalans zooals deze aan de orde komt in de binnenkort te houden zit ting der voorbereidende ontwapeningscom missie. DE UITSLAG DER FINSCHE VERKIEZINGEN. Tweederde Lap po-meerderheid. Volgens het Donderdag eindelijk bekend geworden eindresultaat van de verkiezingen hebben de burgerlijke partijen in den nieu wen rijksdag een tweederde-meerderheid be haald. De stand is definitief 134 tegen 66. Zooals men weet is een tweederdemeerder heid noodig voor de aanneming der wetten tegen de communisten, welke in den ouden Rijksdag niet zijn aangenomen. De nieuwe rijksdag zal aldus zijn samen gesteld: de eenheidspartij (geheel vóór de Lappobeweging) 42 zetels (vroeger 28); de vrijzinnige partij 11 (17); de agrarische partij 59 (60); de Zweedsche volkspartij 21 (23); de soc. 66 (59). De communisten ver loren al hun 23 zetels. De hoofdpunten van het Lappo-program zijn de wet tot bescherming der republiek, een nieuwe kieswet en een wet tegen uitoefe ning van openbare ambten door communis ten. Op 20 Oct. kom. de nieuwe volksvertegen woordiging bijeen. DE DOODSTRAF IN ITALIË. De Groote Fascistische Raad voor wederinvoering. De Groote Fascistische Raad heeft zich voor de invoering van de doodstraf in de nieuwe bepalingen van het wet boek van Strafrecht uitgesproken. De doodstraf, die thans wordt opge legd in gevallen van hoogverraad, zal kunnen worden uitgesproken, behalve in gevallen van misdaden tegen de vei ligheid van den staat ook bij gewone misdaden, welke bijzonder zwaar z\jn. EEN MOORD NA 42 fAAR OPGEHELDERD. In 1888 werd in het dorp Waldbildert- heim bij Bingen de vrachtrijder Nico- laas Joekel vermoord, zonder dat men den dader kon ontdekkert. Men dacht eerst aan een moord met berooving daar de voerman groote partijen goederen ver voerde. Men vond zijn paaren op den dag na den moord onbeheerd. Thans na 42 jaar heeft een 70-jarig man in Bad Kreuznach op zijn sterfbed bekend be doelden moord te hebben bedreven na een dronkemanspartij toen hij met eeni ge Italianen slaags raakte. In de duister nis had hij den voerman ontmoet en dezen met een mes gestoken in de mee ning dat hij met zijn tegenstander te doen had. Het lijk werd weggesleept naar de Joodsche begraafplaats en in een kuil verborgen en niemand heeft er ooit aan gedacht dat de overledene de moordenaar was. (N.R.Crt1 TWAALFDUIZEND K.G. VERGIFTEN. Door de politie in beslag genomen. De recherche te Keulen heeft een groot- scheepsche smokkelarij van giften ontdekt Bij een transportonderneming werden onge veer 12.000 K.G. chemicaliën, waaro

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 1