DAGBLAD VQDR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Een benoeming die men in Alkmaar
zou betreuren.
i%o. 24»
Z4TERDAII OCTOBEH I»3»
132e Jaargang.
Het is nog niet bekend, wie burgemeester der
residentie zal worden.
Dat de naam van Mr. Wendelaar herhaaldelijk genoemd wordt,
is het beste bewijs van de erkenning zijner
bijzondere geschiktheid.
Dagelijksch overzicht.
Buitenland
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon- en
Feestdagen, nitgegeven. Abonnementsprijs per 3
maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
franco door het geheele Rijk 2.50. j
Losse nummers 5 cents.
PRIJS DER GEWONE ADVERTENTIEN
Per regel 0.25, bij groote contracten rabat. Groote
letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N V. Boek- en Handelsdrukkerij
v h. HERMs. COSTER at ZOON, Voordam C 9, post
giro 37000. Telef. 3, redactie 33.
Directeur: C. KRAK.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Dit nummer bestaat uit 3 bladen.
t
Het is opmerkelijk, dat buitenstaanders al
tijd zooveel meer weten dan de autoriteiten,
die ten slotte de een of andere beslissing
hebben te nemen.
Zoo is al weken geleden in diverse bladen
het bericht verschenen, dat er voor de vaca-
ture-Patijn als burgemeester van Den Haag
slechts drie personen in aanmerking zouden
komen, namelijk oud-minister Mr. Kan en
de burgemeesters van Arnhem en Alkmaar.
Natuurlijk hebben wij ons voor dat bericht
bijzonder geïnteresseerd, want zooals er
geen koe bont genoemd wordt o' men moet
er een vlekje aan kunnen ontdekken, zoo kan
in bekende Nederlandsche dagbladen toch
niet een bericht gelanceerd worden of er
moet een bepaalde aanleiding voor geweest
zijn.
Sommige couranten, vooral de Haagsche
bladen, die dicht bij de regeeringsbureaux
zitten, hebben wel eens gelegenheid achter
de politieke schermen meer op te vangen dan
eigenlijk voor hun ooren bestemd is en het
blijft natuurlijk mogelijk, dat een Haagsch
journalist, die in regeeringskringen op infor
matie uitgaat een tip krijgt waardoor hij zich
gerechtigd acht zijn blad de een of andere
primeur te bezorgen.
Wij hebben dus met belangstelling van het
lijstje der volgens sommige bladen in aan
merking komende candidaten kennis genomen
en dat ook de groote Nederlandsche dagbla
den op alle mogelijkheden voorbereid willen
zijn, is ons wel gebleken toen ons verzoeken
om levensbeschrijvingen en portretten van
onzen burgemeester bereikt hebben.
Een benoeming van een dezer drie candi
daten is evenwel uitgebleven en weldra is
ons gebleken, dat zoowel de burgemeester
van Arnhem als die van Alkmaar door de
regeering niet gepolst waren, wat in burge
meesterskringen een zeker teeken schijnt, aat
men nog niet voor benoeming in een onzer
groote steden in aanmerking is gekomen.
Het Haagsche „Volk" is daarna, nu onge
veer een week geleden, met de verrassende
mededeeüng gekomen, dat weldra de benoe
ming van Alkmaar's burgemeester, den heer
Mr. W. C. Wendelaar, tot burgemeester van
's-Gravenhage te verwachten zou zijn.
Die verklaring zag er vrij positief uit en
omdat daarin slechts één candidaat genoemd
werd, mocht men verwachten, dat het blad
te dezen opzichte voldoende zekerheid had
verkregen.
Zooals wij reeds in het kort meldden, is
ons evenwel gebleken, dat deze benoeming
geenszins vaststaat.
Het is natuurlijk begrijpelijk, dat het
Haagsche gemeentebestuur met spanning te
gemoet ziet wie de aanstaande burgemeester
zal zijn en men schijnt zich daar in gunsti-
gen zin te hebben uitgelaten over een benoe
ming van Mr. Wendelaar.
W aarschijnlijk zou deze benoeming ook
den Soc.-Dem. wethouders niet onwelgeval
lig zijn en waar de wensch wel eens de va
der der gedachte is, wordt het waarschijnlijk
dat deze wethouders zich in voor onzen bur
gemeester optimistischen zin over de moge
lijkheid van zijn benoeming hebben uitgela
ten tegenover de redactie van het Haagsche
„Volk", waardoor deze zich gerechtigd acht
te Mr. Wendelaar reeds definitief als de toe
komstige burgemeester van 's-Gravenhage
aan te wijzen
Eenige zekerheid was evenwel niet te ver
krijgen en toen wij vernamen, dat een hoog
geplaatst regeeringsambtenaar was medege
deeld, dat noch de burgemeester van Alk
maar, noch die van Arnhem in aanmerking
zouden komen, hebben wij gemeend onzen
twijfel aan deze benoeming niet langer onuit
gesproken te mogen laten.
Een der groote Nederlandsche Katholieke
dagbladen is daarna dezer dagen weer met
een anderen candidaat voor den volke ver
schenen, namelijk met den thesaurier-gene
raal van het Ministerie van Financiën, een
hoofdambtenaar dus, die een mooi plaatsje
bij het regeeringsvuur heeft en van wien het
dus mogelijk is, dat hij er zich het beste zal
kunnen verwannen.
Evenwel is ook deze voorspelling niet na
der bevestigd, zoodat wij ze geen hoogere
waarde dan de vorige zouden willen toeken
nen.
De groote vraag is ten slotte of de regee
ring werkelijk al een candidaat op het oog
heeft van wiens beslissing het zal afhangen
of hij het burgemeestersambt van Den Haag
al dan niet zal aanvaarden.
Men mag hierbij niet over het hoofd zien,
dat er in den regel meer candidaten dan
plaatsen zijn en dat voornamelijk het burge
meestersambt van een onzer groote steden
een buitengewoon geschikte betrekking is
voor een ex-minister of een Kamerlid, die
over invloedrijke relaties beschikken en wier
omstandigheden het niet ongewenscht ma
ken, dat zij weer een goed bezoldigde en eer
volle openbare positie bekleeden.
De oud-ministers Lambooy en Waszink za
gen zich beiden een burgemeestersplaats aan
gewezen en het is te begrijpen, dat voor den
zetel van Mr. Patijn onder gewezen hooge
functionnarissen heel wat begeerige candi
daten zullen worden gevonden.
Het moet daarom voor de regeering niet
gemakkelijk zijn een uitverkorene aan te wij
zen, temeer daar voor een zoo veelomvattend
ambt natuurlijk niet alleen met standing,
maar ook met bekwaamheid en finan-
cieele omstandigheden moet worden rekening
gehouden.
En daarbij komen ten slotte nog de belang
rijke factoren van geloof en politieke overtui
ging en het blijft altijd de groote vraag of het
stadsbelang dan wel het partijbelang bh tal
van burgemeestersbenoemingen den door
slag heeft gegeven.
Volgens de laatste berichten zou een bur
gemeester uit een der andere groote steden
de meest aangewezene zijn, maar de steeds
wisselende voorspellingen en het uitblijven
van eenige zekerheid hebben ons wel geleerd
aan dergelijke mededeelingen geen al te
groote waarde te hechten.
Tegenover de regeering staan de gemeen
tebesturen v«j machteloos. Zij kunnen ten
slotte een bepaalden candidaat aanbevelen,
maar de regeering behoeft daarvan niet de
minste notitie te nemen. Zij kan zelfs tegen
het uitdrukkelijk uitgesproken verlangen der
ingezetenen in, een burgemeester benoemen
op wiens komst men allesbehalve gesteld is
en die er wellicht nimmer in zal slagen, het
vertrouwen zijner gemeentenaren te winnen.
Mr. Wendelaar heeft ons verzekerd, dat
hij tot dusver nog niet voor een eventueele
Haagsche benoeming gepolst is en waar dit
polsen althans eenige zekerheid van benoe
mingskans geeft, moeten wij blijven aanne
men, dat onze burgemeester tot dusverre in
regeeringskringen nog niet als de meest aan
gewezenen naar voren is gekomen.
Dat intusschen voor een zoo belangrijke
functie als burgemeester der residentie Mr.
Wendelaar in vele gezaghebbende bladen als
een der candidaten genoemd is en dat het ge
meentebestuur van 's-Gravenhage hem blijk
baar gaarne de voornaamste plaats in zijn
midden gunt, is toch iets, dat in Alkmaar
niet onopgemerkt mag blijven.
Het is het bewijs, dat onze burgemeester
in breeden kring voor deze eervolle maar
moeilijke positie geschikt wordt geoordeeld.
Als voorzitter van de belangrijke Vereeni-
ging van Nederlandsche Gemeenten, die
voornamelijk bij de voorbereiding van de
zoo moeilijke materie als de financieele ver
houding tusschen het Rijk en de Gemeenten
nuttig werk verricht heeft, is burgemeester
Wendelaar zeker een figuur, die de aan
dacht heeft getrokken en in regeeringskrin
gen heeft men trouwens reeds vóór zijn
overgang naar het burgemeestersambt, zijn
werk als referendaris aan een onzer ministe
ries leeren waardeeren.
De eigenschappen, die, naast bekwaamheid
voor het ambt, voor een burgemeester der re
sidentie de zetel van tal van belangrijke
congressen en conferenties noodzakelijk
zijn, zijn zonder twijfel welbespraaktheid en
de tact te kunnen recipieeren en waar wij in
deze courant na tal van congressen den bur
gemeester een welverdiend woord van hulde
gebracht hebben voor de meesterlijke wijze
waarop hij onze gasten heeft ontvangen,
kunnen wij niet anders dan constateeren,
dat ook in dit opzicht Mr. Wendelaar de
aangewezen man voor het burgemeester
schap van 'srGravenhage zou ziin.
Dat men zijn heengaan in Alkmaar zou
betreuren behoeven wij hier niet te verzeke
ren.
I Wij zijn het niet altijd met den burgemees
ter eens geweest, wij hebben ons wel eens
over zijn optreden verwonderd, maar dat
belet ons toch niet in de groote lijnen
zijn werk te waardeeren, zijn doorzicht, ge
moedelijkheid, welbespraaktheid en tact
soms zelfs zijn handigheid en diplomatie
te bewonderen en te erkennen, dat zijn be
noeming Alkmaar in alle opzichten ten goede
is gekomen.
Wij voor ons kunnen slechts hopen, dat
onze Raad hem als zijn voorzitter zal mogen
behouden, maar wij mogen daarnaast nie
mand een mooie promotie misgunnen en ho
pen dus voor Mr. Wendelaar zelf, dat de
veelbewogen golven der levenszee hem, dóór
de branding van politieke en persoonlijke in-
Sch<
len neerzetten.
vloeden, op het Scheveningsche strand zuï-
Inmiddels kunnen wij niet anders dan met
het Haagsche gemeentebestuur lijdzaam af
wachten wat de regeering in deze zal beslis
sen.
Maar evenzeer als er daar vreugde over
zijn benoeming zal zijn, zullen wij hier een
regeeringsbesluit betreuren, dat Alkmaar
van een zoo bij uitstek geschikten burgemees
ter zou berooven.
DE A.S. RIJKSDAGZITTING.
De zwakke positie van het
kabinet-Brüning.
Wat zullen de soc.-dem. doen?
Maandag, den 13den October, zal de
Duitsche rijksdag voor het eerst na de groote
verkiezingen van de vorige maand, weer bij
eenkomen en zal wellicht de groote slag val
len, die over het wel en wee van het kabinet
Briining zal beslissen.
Het kabinet-Brüning is niet afgetreden na
de verkiezingen, ofschoon het sedert dien een
zeer kleine minderheid achter zich heeft. Men
kan er dus van óp aan, dat bij de eerste de
beste botsing het kabinet een nederlaag te
slikken krijgt en keldert. De vraag is dus nu
maar, hoe lang dit kabinet nog leven zal.
Erg geruststellend zullen de heeren wel
niet zijn. De nationaal-socialisten toch zullen
al dadelijk bij het begin van de zittingen een
motie van wantrouwen indienen tegen de re
geering. En die motie zal zeer waarschijnlijk
wel met overgroote meerderheid worden
aangenomen. Men zie maar eens het staatje,
dat de verdeeling van de 577 rijksdagleden
aangeeft. Men heeft 143 socialisten, 107
nationaal-socialisten, 78 communisten, 68
Centrum-leden, 42 Duitsch-nationalen, 29
leden der Duitsche Volkspartij, 23 der eco
nomische partij, 20 der Duitsche staatspartij
(die nu reeds weer uiteen is gevallen, met
als gevolg, dat er slechts 14 trouw aan de
partij zijn gebleven en de overige 6 nog geen
bepaalde „kleur" hebben gekozen!), 19 leden
der Chr. Nat. Landvolkpartij, even zooveel
van de Beiersche Volkspartij, 14 leden van
den Chr. soc. Volksdienst en tenslotte nog
ten 16-tal, die in vier kleinere partijen ver
deeld zijn.
Van al deze partijen kunnen reeds zeker
de nat. socialisten en communisten tot de
oppositie gerekend worden. Samen tellen
deze twee partijen 184 leden, wat natuurlijk
niet genoeg is. om de regeering te doen
capituleeren. Maar de vraag is, wat de soc
democraten doen. Mag de regeering op hen
rekenen? Het is zeer onwaarschijnlijk. Als
deze partij dus ook naar de oppositie over
gaat, beschikt deze reeds over 327 stemmen,
wat meer dan voldoende is, om de regeering
een nederlaag toe te brengen.
De kansen van Brüning zijn dus al heel
slecht. Dan zou Brüning nog aan kunnen
blijven, als tenminste geen der andere par
tijen het idee kreeg, om ook deze tegen d;
regeering te stemmen. En dat is best móge
lijk, vooral ook, omdat er bij de rechtsche
groepen een sterke neiging is, om de al te
links staande ministers Curtius en Wirth
weg te werken.
Üit bovenstaande blijkt dus wel, hoe zwak
de regeering momenteel staat. En eigenlijk-
hangt alles .af van de sociaal democraten-.-
Nu bestaat er blijkbaar wel een neiging bij
hen, om de regeering een kans te geven,
maar een gedeelte van de partij wil daar
van niets weten. Een beslissing is nog niet
gevallen*
Naar aanleiding nu van de aankondi
ging der indiening van een nationaal-soc
motie van wantrouwen, schrijft de „Vor-
warts", dat de soc. fractie zeer goed weet hen-
zij te allen tijde in staat is om tezamen met
de nationaal-socialisten en communisten een
meerderheid te vormen. Of en wanneer zg
van deze mogelijkheid gebruik zal maken,
zal zij zelf beslissen. De 143 soc., zoo be
toogt het soc. orgaan verder, zijn n.1. door
hun kiezers niet naar den Rijksdag gezon
den om zich daar onder bevel van Adolf
Hitier of den kleinen Göbbels te plaatsen
Geen kiezer zal het hun kwalijk nemen, wan
neer zij elke nationaal-soc. voorstel grondig
onderzoeken om na te gaan, welk soort par
lementaire knoeierij daarmee bedoeld is. -
De soc.-democraten zullen in den Rijksdag
noch de politiek van Brüning voeren, noen
de politiek van Hitier of Thalmann (com
munist) maar hun eigen politiek.
DE REVOLUTIE IN BRAZILIË.
Amerikaansche geestdrift.
Reuter meldt uit New-York, dat tal van
jeugdige Amerikanen, die op avontuur uit
zijn, tevergeefs trachten tot de Braziliaan
sche strijdmacht toe te treden.
Proclamatie van den president.
President Washington Luiz geeft in een
proclamatie uiting aan de verontwaardiging
van het land over de bloedige oproerige be-
weging, die door niets gerechtvaardigd
wordt.
De president verklaart voorts, dat de re
geering vertrouwen heeft in leger en vloot,
en dat zij zich in staat acht over den opstand
die in drie staten is ontketend, te zegevie
ren. De republiek, zoo zegt hij, zal niet wor
den verzwolgen in den maalstroom, en Bra
zilië zal niet door de slagen der rebellen
vernietigd worden.
Ongerustheid in Sao Paolo.
In den staat Minas Geraes zou de bonds-
regeering voordeel hebben behaald. In Sao
Paolo zou ongerustheid heerschen, doch de
orde is er in ieder geval nog niet verstoord.
De verbindingen tusschen Sao Paolo en Rio
de Janeiro zijn tot nog toe verzekerd. Vol
gens berichten uit Santa Anna zijn drie cor
lonnes cavalerie, die de voorhoede der revo-
lutionnaire troepen vormen, in den staat Rio
de Janeiro doorgedrongen.
De opstandelingen vallen drie
staten binnen.
De opstandelingen maken bekend, dat hun
legers uit den staat Minas Geraes de staten
Sao Paolo, Rio de Janeiro en Espirito Santo
zijn binnengevallen. Een leger veroverde de
steden Haperuna en Mercena, in den staat
Rio de Janeiro, en deden een aanval op een
punt bij Cindad Campos.
Minstens één Braziliaansche kruiser zou
zich hebben aangesloten bij de strijdkrachten
der opstandelingen, die trachten ook andere
oorlogsschepen over te halen, zich bij hen
aan te sluiten.
Een oproep van de regeering
aan het volk.
De Braziliaansche staatspresident heeft tot
het volk een oproep gericht, waarin hij het
volk opwekte de regeering in een burgeroor
log zoo goed mogelijk te steunen. De oproep
verklaart dat de regeering toereikend ge
steund wordt door het noodige vertrouwen
in haar en zoo noodig ook door militaire en
zeestrijdkrachten, zoodat de regeering in
staat achtte, elke opstandige beweging te on
derdrukken.
Amerikaansche bewapenings
industrie werkt niet voor
Brazilië.
Het departement van marine te
Washington heeft het verzoek van de
Braziliaansche legatie aldaar, om een
vergunning voor het doen bouwen van
gevechtsvliegtuigen ten behoeve van de
Braziliaansche regeering, in de con-
structie-werkplaatsen der Amerikaan
sche marine, afgewezen, omdat daar
door de constructiegeheimen zouden
worden prijsgegeven.
HINDENBURG TE AKEN.
In gezelschap van staatssecretaris dr.
Meissner is rijkspresident Hindenburg giste
ren om 10 uur 16 op het centraal-station te
komen, zoo lezen we in de N. R. Crt. Ter
Aken voor zijn aangekondigd bezoek aange-
begroeting waren o.a. aanwezig: dr. Fucns,
opper-president van de Rijnprovincie, regee-
ringspresident Stieler, opperburgemeester dr.
Rombach, luitenant-generaal Föhrenbach,
als vertegenwoordiger van de rijksweer en
andere hooge ambtenaren.
Hinderburg begaf zich onmiddellijk naar
zijn auto voor het station, waar spoorweg
en douane-ambtenaren met hun vlaggen, als
mede de stedelijke brandweer en duizenden
menschen hem luide „Hoch" toeriepen. Tij
dens den rit door de stad cirkelden vijf vlieg
tuigen in de lucht. De straten, met bloemen
en vlaggen versierd, stonden vol menschen.
Vereenigingen en bonden met hun vlaggen
hadden zich langs den geheelen weg opge
steld en brachten Hindenbure, waar hij ver
scheen, een geestdriftige hulde.
Eerst begaf het gezelschap zich naar de
technische hoogeschool. Op de trappen werd
Hindenburg door den rector, senaat en stu
denten opgewacht.
Prof. dr. ir Roetscher, rector, begroette
den rijkspresident met een rede, waarin hij
wees op de moeilijkheden, waaronder de hoo
geschool tijdens de bezetting, vooral tijdens
den opstand der separatisten te lijden heeft
gehad. Spr. hoopte, dat Hindenburg nog
lang Duitschland moge leiden en liet ten
slotte een driewerf „Hoch" op hem uit
brengen.
Hindenburg sprak enkele woorden van
dank, waarna de rit naar het stadhuis werd
voortgezet.
Evm na 11 uur kwam Hindenburg bij het
stadhuis van Aken, de eerbiedwaardige Kai-
serpfalz, aan, waar in de historische keizer-
zaal het gezelschap werd opgewacht. De
plechtige ontvangst werd ingeleid met de
ouverture in C-dur van Beethoven, gespee'd
door het stedelijk orkest.
Hierna hield regeeringspresident Stieler
een rede, waarin hij o.a. zei, dat het voor
hem een hooge eer was den rijkpsresident op
deze historische plaats, namens de bevolking
van het land van Aken welkom te heeten. Het
bezoek valt helaas in een tijd van bijzonder
moeilijke politieke en oeconomische toestan
den voor Duitschland. Ook het land van
Aken heeft onder de oeconomische depressie
te lijden. De voorwaarden en deze moeilijken
tijd te boven te komen zijn moed, vertrouwen
en eensgezindheid. De rijkspresident geeft
hierin ons volk hei mooiste voorbeeld.
Daarna hield opperburgemeester dr. Rom
bach een toespraak, aan net slot waarvan
hij Hindenburg een brief overhandigde,
waarin zijn benoeming tot eereburger dei
stad stond.
De rijkspresident dankte daarop met har
telijke woorden voor deze onderscheiding en
ging vervolgens de bevrijding van het Rijn
land na.
Aan het eind van de plechtigheid werd het
Duitschland-lied gespeeld.
Hindenburg maakte daarna nog een toch'
door de stad.
DE DUITSCHE EISÜH VAN HERZIE
NING DER VREDESVERDRAGEN.
Stappen van Frankrijk in
Engeland.
Volgens de diplomatieke medewerker van
de Daily Telegraph zou de Fransche regee
ring voornemens zijn, binnenkort te Londen
stappen te doen om zich op de hoogte te stel
len, wat in de kringen der Britsche regee
ring de meening is, ten aanzien van den
Duitschen eisch van herziening van het vre
desverdrag, in het bijzonder met betrekking
tot Danzig en den Poolschen corridor.
Verder ten aanzien van den Duitschen
eisch van een geheel of gedeeltelijk morato
rium en tenslotte met betrekking tot de kwes
tie der ontwapeningsbalans zooals deze aan
de orde komt in de binnenkort te houden zit
ting der voorbereidende ontwapeningscom
missie.
DE UITSLAG DER FINSCHE
VERKIEZINGEN.
Tweederde Lap po-meerderheid.
Volgens het Donderdag eindelijk bekend
geworden eindresultaat van de verkiezingen
hebben de burgerlijke partijen in den nieu
wen rijksdag een tweederde-meerderheid be
haald. De stand is definitief 134 tegen 66.
Zooals men weet is een tweederdemeerder
heid noodig voor de aanneming der wetten
tegen de communisten, welke in den ouden
Rijksdag niet zijn aangenomen.
De nieuwe rijksdag zal aldus zijn samen
gesteld: de eenheidspartij (geheel vóór de
Lappobeweging) 42 zetels (vroeger 28); de
vrijzinnige partij 11 (17); de agrarische
partij 59 (60); de Zweedsche volkspartij 21
(23); de soc. 66 (59). De communisten ver
loren al hun 23 zetels.
De hoofdpunten van het Lappo-program
zijn de wet tot bescherming der republiek,
een nieuwe kieswet en een wet tegen uitoefe
ning van openbare ambten door communis
ten.
Op 20 Oct. kom. de nieuwe volksvertegen
woordiging bijeen.
DE DOODSTRAF IN ITALIË.
De Groote Fascistische Raad
voor wederinvoering.
De Groote Fascistische Raad heeft
zich voor de invoering van de doodstraf
in de nieuwe bepalingen van het wet
boek van Strafrecht uitgesproken.
De doodstraf, die thans wordt opge
legd in gevallen van hoogverraad, zal
kunnen worden uitgesproken, behalve
in gevallen van misdaden tegen de vei
ligheid van den staat ook bij gewone
misdaden, welke bijzonder zwaar z\jn.
EEN MOORD NA 42 fAAR
OPGEHELDERD.
In 1888 werd in het dorp Waldbildert-
heim bij Bingen de vrachtrijder Nico-
laas Joekel vermoord, zonder dat men
den dader kon ontdekkert. Men dacht
eerst aan een moord met berooving daar
de voerman groote partijen goederen ver
voerde. Men vond zijn paaren op den
dag na den moord onbeheerd. Thans na
42 jaar heeft een 70-jarig man in Bad
Kreuznach op zijn sterfbed bekend be
doelden moord te hebben bedreven na
een dronkemanspartij toen hij met eeni
ge Italianen slaags raakte. In de duister
nis had hij den voerman ontmoet en
dezen met een mes gestoken in de mee
ning dat hij met zijn tegenstander te
doen had. Het lijk werd weggesleept
naar de Joodsche begraafplaats en in
een kuil verborgen en niemand heeft er
ooit aan gedacht dat de overledene de
moordenaar was. (N.R.Crt1
TWAALFDUIZEND K.G.
VERGIFTEN.
Door de politie in beslag genomen.
De recherche te Keulen heeft een groot-
scheepsche smokkelarij van giften ontdekt
Bij een transportonderneming werden onge
veer 12.000 K.G. chemicaliën, waaro