IV. - Courant. DE VERLOREN INJECTIENAALD. AL6EM. MILITAIRE PENSIQENBOND. FEUILLETON. Honderd twee en dertigste Jaargang. Haanda? 13 October Radio-rtaekje Stadsnieuws No 240 1930. Dinsdag 14 October. Hilversum, 298 M. (Na 6 uur 1071 M.) /Uitsluitend A.V.R.O.-uitzending) 8 01 9.45 Gramofoonpl. 10.0110.15 Morgen wijding. 10.30—12.Concert door het A. V. R. 0.-Kv?intet. 12.01—2.— Concert door het orkest van het „Asta" theater te Den Haag. Zang door A. F. Smoorenburg. 2. 230 Vrouwenhalfuurtje. 3.4.Knipcur sus. 4.—4.30 Gramofoonpl. 4.30—5. Piano-studiemuziek door L. Schmidt en E. Veen. 5.-^5.30 Radio-Kinderkoorzang. 5.30 t— 6.45 Concert door het orkest van het Theater Tuschinski te Amsterdam. 6.30 Beursberichten 6.457.Gramofoonpla- ten. 7.—7.30 Engelsche les. 7.30—8 Radio-Volks Universiteit. Sem Dresden: „Saint-Saëns". 8.01—8.45 Studio-uitzending van de zingende en musiceerende film „The golddiggers of Broadway". 8.4510. Concert. Omroeporkest. Jeanne Horsten en Louis Noiret, vroolijke liedjes. 10.Pers berichten. 10.15—11— Vervolg concert. 11.12.Gramofoonpl. Huizen, 1875 M. (Uitsluitend K. R. O.) 8.9.15 Gramofoonpl. 11.3012.Gods dienstig halfuurtje. 12.0112.15 Politieber. >12.15—1.45 Concert door het K. R. O.-Trio. i.452.Giamofoonplaten. 2.3.Vrou- iwenuurtje. 3.—3.15 Praatje over Knipcur sus. 5.6.Gramofoonplaten. 6.01—6 15 Srortpraatje door M. Verstegen. 6.15—6.45 Prof. P. J. M. Heskes: „God en het kwaad in de wereld". 6.4510— Uitz. van de Op. „Der Freischutz" van Carl M. von Web er. Uitz. uit Aken. 10.10.40 Concert door het K. R O.-Salon-orkest. 10.4011— Gra mofoonplaten. 11.12.Een bal omstreeks 1900. Oude dansen. Daventry, 1554.4 M. 10.35 Morgenwijding. 11.05 Lezing. 12.20 Concert. A. Vaugaint, alt. 12.50 Orgelspel door E. O'Henry. 1.20 2.20 Orkestconcert. 2.202.25 Berichten. 2.30 Schooluitz. 4.50 Orkestconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 Nieuwsberichten. 6.50 Concert Sophie Tucker, zang. 7.20 Lezing. 7 45 Lezing. 8.05 Conecrt. Militair Orkest. 8.20 Lezing. 8.53 Vervolg Militair Orkest. 9.20 Nieuwsberichten. 9.35 Koersen. 9.45 Lezing. 10.05 Concert. C Wentworth, so praan. F. Lake, tenor. Orkest. 10.50 Dans muziek. 11.3512.20 Dansmuziek. Parijs ,fiadio-Paris"1725 M. 12 50 Gra mofoonplaten. 4.05 Orkestconcert en soli. 8.20 Concert. Koor,. orkest en solisten. Langenberg, 473 M. 6.207.20 Gramo foonplaten. 9.35—10.15 Gramofoonplaten. 11.30 Gramofoonplaten. 12.251.50 Or kestconcert. 4.505 50 Orkestconcert. 7.20 —8.15 Concert. Trio en zang. 8.209.20 Avond-bijeenkomst in den Dom te Keulen. Toespraak, koorzang, orgelspel. Zeesen, 1648 M. 6.20—3.50 Lezingen en lessen. 3.50—4.50 Orkestconcert. 4.50—7.15 Lezingen en lessen. 7.20 Actueele potpourri, door sopraan en bariton. 7.30 Orkestconcert. 8.20 Concert door 't Domkoor onder leiding van Prof. Mölder. Kalundborg, 1153 M. 11.20—1.20 Orkest- concert. 2.20—4.20 Concert. Okrest en piano 4.20—4.50 Kinderuurtje. 7.208.20 Orkest concert en zang. 8.20—9.30 Italiaansch concert. Orkest en voordracht. 9.5010.20 Kamermuziek. 10.20—11.50 Dansmuziek. Brussel, 508.5 M. 5.20 Dansmuziek. 6.50 Trio-concert. 8.35 Orkestconcert en zang. Jaarli/ksche algemeene vergade ring te Alkmaar. Zaterdagmiddag tegen half één waren bei de zalen van De Unie dicht bezet met leden van bovengenoemden bond, die hier ter stede zijn algemeene vergadering hield. Aanwezig waren afgevaardigden van ruim 60 afdeelin- gen en correspondentschappen uit het heele land en tevens afgevaardigden van eenige vereenigingen van militairen van land- en zeemacht. Van de honderd leden der Tweede Kamer, die allen uitgenoodigd waren, had slechts één, n.1. de heer Suuring, daaraan ge hoor gegeven. Onder de aanwezigen merkten wij tal van dames op. Begroetingswoord. De voorzitter van het hoofdbestuur, de heer F. Brandwijk uit Zeist, heette alle aanwezi gen hartelijk welkom, speciaal de vertegen woordigers der pers en den heer Suuring, die Van AL1CE CAMPBELL. Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door J. E. DE B K. 80) Hij was stil en in gepeins verzonken toen hij even later bij zijn tante en Thérèse in de aangrenzende kamer kwam. Hij vermeed het boudoir niet meer zooals eerst, maar de wi' rooklucht, die er hing stond hem tegen en met een vies gezicht zonk hij neer op de blauwe, lange stoel. Hij wilde een sigaret rooken, maar zijn étui was leeg. „In die doos op tafel zijn sigaretten", zei- de zijn tante. Hij nam de doos van tur koois rood chagrynleer en opende haar. Ze had drie afdeelingen voor drie verschillende soorten sigaretten. In de middelste was een sigaret met roode punt en de letters T. C. er op, die hij aandachtig bekeek. „Dat is speciaal eigendom van Thérèse", eeide zijn tante kalmpjes. „Ze worden voor haar gemaakt en ze ruiken naar amber." Hij gooide het kleine ding neer en nam e.n gewone sigaret. Toen hij haar opstak ontmoette hij den helderen blik van de ver pleegster. Dadelijk wendde zij haar blik af en verliet wat haastig de kamer. Maar met die enkele blik had Roger haar gedachten verraden. Ion eerste gevoel was er een van spijt. z.i. zoo langzamerhand in de zaken van den A.M.P. geen vreemde meer zal zijn gebleven. Tot spr. s spijt was het hoofdbestuurslid de heer Wijk wegens ziekte afwezig, een ziekte die zóó ernstig is, dat betwijfeld mag worden of hij wel ooit weer in de gelegenheid zal zijn de vergaderingen bij te wonen. Op spr.'s voorstel werd besloten den heer Wijk een tele gram te zenden met den wensch voor spoedig algeheel herstel. Van tal van Kamerleden waren berichten ingekomen met mededeelmg, dat zij verhin derd waren de vergadering bij te wonen. Dank werd gebracht aan de afdeeling Alk maar, die als gastvrouw optrad. Openingsrede. De heer Brandwijk sprak hierna ee;i openingswoord, waarin hij constateerde, dat de A. M P. door krachtig werken een Bond is geworden, die volkomen in staat is de be langen der oud-gepensionneerden te verde digen. Spr. bracht dank voor het wer ken der verschillende leden. Zij hebben veel goeds tot stand gebracht, waarvoor de vele dankbetuigingen, die spr. vóór en na ont vangt van dankbare weduwen van leden, het bewijs zijn. Zooals elk jaar hangt er over deze verga dering een schaduw, zei spr., doordat ook in het atgeloopen jaar weder verschillende leden zijn overleden, wat geen wonder is, als men in aanmerking neemt, dat de Bond voor het grootste deel bestaat uit oudere leden met als gevolg, dat het aantal sterfgevallen procents gewijze elk jaar toeneemt. (Ter nagedachte nis van de overledenen verhieven de aanwe zigen zich van hun zetels.) Terugkeerende tot de levenden, vroeg spr. of het moet doorgaan, dat zoovele leden sterven vóórdat hun recht is gedaan door den staat der Nederlanden. Bitterheid kwam in spr. op, omdat de dankbaarheid van den staat zich bepaald heeft tot mooie woorden en dat later na feilen aandrang op betere voorziening in de behoeften der oud-strijders een soort ar menzorg in het leven is geroepen. De nieuwe steunregeling is voortgekomen uit den drang op de leden der Tweede Kamer uitgeoefend om een eind te maken aan de zorgen der oud-gepensiohneerden. Het plan was een motie te stellen, die zeker zou zijn aan genomen als slechts enkele rechtsche leden zouden willen vóórstemmen. Helaas, zij deden 't niet, want toen de steunregeling door de regeering werd voorgesteld en de heer Ter Laan een motie stelde om de aanneming van het ontwerp te verhinderen, stemden de r.k. leden tegen die motie. De Vrijheidsbond stemde er vóór, waarvoor spr. hulde bracht, omdat dit blijk gaf van veranderd inzichr. Dank bracht spr. ook aan de andere voor stemmers en het speet hem, dat hij dien dank niet kon uitstrekken tot de r.-k. fractie der Tweede Kamer. Nu is den A.M.P. wel eens verweten, dat de toon niet goed was, maar, vroeg spr., is het wonder dat onze toon een schreeuw, een gil wordt, waar wij voortdu rend zijn miskend en verstooten? Spr. behandelde hierna de steunregeling, waarvan hij o.a. zei, dat die zóó is, dat de meeste gezinshoofden er buiten vallen. Wie het meest „geheid" is, zal het meeste kunnen krijgen. Men behoeft slechts het domicilie der kinderen naar een ander huis over te bren gen om den toeslag te zien verhoogd. Andere middelen zijn: het overschrijven van eigen dom van een huis b.v. of echtscheiding of het opzeggen van zijn betrekking. Wie niet heeft gespaard, krijgt meer toeslag dan iemand di - zulks wei deed. Vast staat, dat de oud-ge pensionneerden, die premie voor ouderdoms pensioen betalen, deze gelden storten in het belang van den staat, want hun uitkeering wordt verminderd met het ouderdoms pensioen. Spreker meende niet te veel te zeggen, als hij beweerde, dat de rege ling aanleiding is tot het doen van minder goede handelingen en dat zij daarom onzede lijk is. De verwijten van r.-k. zijde, dat hij de oud-gepensionneerden verteerde dingen voor spiegelde e.d., wees spr. van de hand. Hij bleef er bij, dat de regeling, waarvan de r.-k. pers zooveel goeds heeft gezegd, niet anders dan afschuw en felle bestrijding verdient, omdat zij dringt tot immoreele en onmaat schappelijke handelingen. Het is niet juist, dat geen onderzoek meer wordt ingesteld voor uitkeering plaats heeft: immers die is noodzakelijk voor de bepalin gen ten aanzien van drankmisbruik. Er moet recht worden gedaan aan de oud-gepensioTmeerden, men komt er niet met lapmiddelen. Een heel leger heeft zich ge schaard onder de leiding van den A.M.P., «en deel der Nederlandsche pers heeft zich met diens wenschen eens verklaard, het pu bliek staat grootendeels op zijn hand. In dit verband bracht spr. dank aan de verschil lende vereenigingen van militairen en oud- militairen, die den A.M.P. steunen. Het speet hem, dat niet méér actief dienenden meewerken; dit afzijdig blijven doet vreezen, dat zij de belangen van de oud-gepension =apggaagaïa=ïg=B Gruwzaam vernederend vond bij het, dat dit jonge meisje, een vreemde, zoo iets zou we ten van de vrouw van zijn vader. En even daarna bedacht hij zich, dat hij Esther niet meer als een vreemde beschouwde. Het was of hij haar al jaren kende, op mysterieuse wijze was zooiets persoonlijks geworden. Vreemd, zooals het deelgenoot zijn in een geheim een andere verhouding geeft. Toen Esther de deur van de ziekenkamer opende, zag ze hoe lady Clifford het hoofd van den zieke opbeurde en met de andere hand het kussen omdraaide, HOOFDSTUK 15. Verschrikt keek de Fran^aise op en zei- de toen, vriendelijk glimlachend: „O, bent u daar zuster, u vindt wel goed dat ik even hier Kwam, is het niet?" Esther zweeg en trachtte niet te toonen dat zij het naar vond. Waarom kon die vrouw haar man toch niet met rust laten? Zich herinnerende wat de dokter gezegd had, bepeinsde zij hoe ze dit aan lady Clif ford vertellen kon zonder haar te beleedi- gen. „Hebt u iets aoodig, sir Charles?" vroeg zij op den man af, het kussen uit de handen van lady Clifford nemende. „Neen, niets", antwoordde de patiënt knorrig. „Ik rond dat hij er zoo warm uitzag", merkte de Franïa'se met iets van verontschuldiging op. ,^k deuk altijd det »U me* ziek i»,ze vol- neerden niet meer willen behartigen nu zij zich zelf een goed pensioen verzekerd zien. Maar wij zullen voorgaan met te doen wat wij kun nen, zei spr., de zekerheid dat wij weten te strijden voor een goede zaak zal ons helpen de moeilijkheden te overwinnen om te komen tot een erkenning van ons goed recht doo' de regeering. Wij staan voor een onwillige regeering en een volksvertegenwoordiging die het erop schijnt toe te leggen zich hoe langer hoe meer van het volk te vervreemden Laat ons daarom sterk blijven opkomen voor onze belangen. (Daverend applaus.) Het woord van den heer Suuring. De heer Suuring, lid der Tweede Ka mer, begon met dank te zeggen voor de uit- noodiging om aanwezig te willen zijn, welke hij zich verplicht achtte aan te nemen. Spr. meende, dat aan de oordeelvellingen over de steunregeling misverstanden ten grondslag liggen. Hij stelde vast, dat hij het zelfde wil als de A. M. P., n.1. in den toe stand waarin de oud-gepensionneerden ver- keeren zooveel mogelijk verbetering te bren gen. Ieder Kamerlid wil dat, het is geen politieke kwestie en dus moet er gezocht wor den naar samenwerking. Spr. constateerde, dat de voorzitter had gezegd, dat door spr.'s optreden de wet op de steunregeling tot stand gekomen is. Er zijn drie manieren om aan de bestaan de behoeften tegemoet te komen: le. gelijkstelling van de oude met de nieu we pensioenen; 2e. verhooging van de oude pensioenen met een bepaald percentage; 3e. de stichtingswet, zooals die nu is tot stand gekomen. De gelijkstelling van oude en nieuwe pen sioenen is onbereikbaar, zei spr., omdat de minister daartegen principieele bezwaren heeft. Een motie, die misschien kan worden aangenomen met meerderheid van stemmen, zal in die overtuiging van den minister geen verandering brengen. Oude militairen van het Indische leger be neden den rang van onderofficier dienen da gelijks verzoeken in om niet van de gelijk stelling te profiteeren, maar om in aanmer king te komen voor een uitkeering volgens de bepalingen van de stichtingswet. Hiermee is bewezen, dat gelijkstelling over de geheele linie geen bevrediging zou schenken. De tweede manier van tegemoetkoming, het verhbogen van de pensioenen met een bepaald percentage, is in de Kamer beproefd (de heer Oud stelde nog een motie tot ver hooging van 40 tot 70 pCt.), welke werd verworpen. De menschen, die het meest de verbetering noodig zouden hebben, zouden het minst ermee gebaat worden. Er bleef dus alleen over de invoering van de stichtingswet. Zij heeft een geschie denis. In Mei 1925 kwam de kwestie van de oud-gepensionneerden aan de orde. een motie werd in de Tweede Kamer gesteld door mr. Dresselhuys. Bij de behandeling ervan heeft de verdediger der motie, de heer Boon (de heer Dresselhuys was inmiddels overleden), er een wijziging in aangebracht in overleg met den minister, zoodat er in kwam te staan, dat er verbetering zou worden ge bracht voor de oud-gepensionneerden voor zoover daaraan behoefte bestond. Voor spr. stond vast, dat de invoering van de stichtingswet 'n gevolg was van een ac- coord tusschen volksvertegenwoordiging en regeering en elke regeering die zich daarop beroept, staat vast. Het stemmen vóór de mo tie-Ter Laan zou niets gebracht hebben, de voorstellingen ervan waren niet anders dan een doode musch. Spr. meende, dat hij toen terecht had ge zegd, dat de bezwaren tegen de stichtings wet berustten op: le. het karakter van ar menwet en 2e. de te geringe uitkeeringen. In die positie staande en iets willende be reikende voor de oud-gepensionneerden. moest men pogen aan die bezwaren tegemoet te komen. Het eerste bezwaar, het grievende van armenzorg, is na de wijziging der wet weggenomen, zij spreekt van uitkeeringen volgens algemeenen maatregel van bestuur Door deze toevoeging en het daarop steunen de koninklijk besluit is voor de oud-gepen sionneerden een recht op uitkeering gescha pen, hetwelk zij vroeger niet hadden. Als men aan de voorwaarden van de stichtings wet voldoet, is er niets of niemand die aan de uitkeering iets kan beknibbelen. Het moet voor de oud-gepensionneerden wel van groo- te moreele beteekenis zijn. dat deze regeling thans zoo is. In bepaalde omstandigheden kan men zelfs tot 280 pCt. van zijn pensioen krijgen, een toeslag zooals men nooit had durven vragen (onrust in de vergadering). Niet ieder zal zoover komen, maar de kans is er toch. Deze regeling is niet feilloos en kan wel worden becritiseerd. maar spr. meende toch dat de critiek van den voorzitter onverdiend z. i- u eindigde haar zin niet, maar beschouwde het gladde laken en Esther dacht aan het gezegde van sir Charles, dat zij altijd aan zijn kussen plukte. „Zoekt u iets, lady Clifford?" vroeg ze vrien delijk. Scherp, met groote oogen keek de Francaise haar aan. „Wel neen, maar waarom vraagt u dat?" „O pardon", zeide Esther, uit het veld gesla gen door die volgehouden loochening. Ze legde den zieke weer gemakkelijk neer en zag den ironischen glimlach die om zijn mond hoeken speelde, terwijl hij, zich amuseerende, de twee vrouwen gadesloeg. „Ik geloof, dat het beter is dat u nu maar goedennacht zegt", zeide Esther tactvol. „Ik ga sir Charles helpen voor den nacht en dan moet hij heel rustig gehouden worden verder." Vertrouwende dat deze zachte wenk voldoen de was, ging zij de bloemen buiten de kamer brengen. Toen ze weer binnen kwam zag ze dat lady Clifford den patiënt een kus gaf, haar neglicé vaster om haar rank figuurtje sloot en naar de deur ging. „Bon soir mon cher' riep ze, hem een kus hand toewerpend. „Dors bien". Zoo vol char me, zoo innemend. En toch had ze onder het kussen naar iets gezocht, daar was Esther zeker van. En sir Charles wist het ook. Maar wat zocht ze dan toch. Op een dacht ze aan het testament, dat Roger dien morgen uit de safe had genomen. O, lady Clifford wilde er eens in neuzen, er was iets wat ze weten wilde. Net iets voor sir Charles, om zijn plannen geheim te houden, is en hij geloofde niet, dat er ook slechts één der aanwezigen gebruik zou maken van de door den voorzitter aangegeven manieren cm de uitkeering te verhoogen (rumoer en beweging). Spr. achtte de oud-gepension- neeraen daarvoor te hoog. Eenstem van d e be s t u u r s taf e I: Men speculeert dus op ons eergevoel! Neen, zei spr., men speculeert niet, maar men rekent op het eergevoel. Laat deze regeling eenigen tijd doorwer ken en kom dan zoo noodig met gemotiveer de critiek. De regeering zal dan zeker bereid zijn om binnen het kader der wet aan de op gekomen bezwaren tegemoet te komen en wijziging te brengen in de stichtingswet. Ontvang de pogingen, die met sympathie werden ondernomen, om tegemoet te komen aan de behoeften der gepensionneerden, zoo mogelijk met waardéering. (Applaus). Het antwoord van den voorzitter. Minister De Geer moet weg. Devoorzitter betwijfelde of alles wat de heer Suuring gezegd had, wel juist is. Er zullen misschien wel misverstanden bestaan. Laten we, zei spr., zooveel mogelijk naar op lossing daarvan streven. Als de heer Suu ring vraagt de eerlijke bedoeling van de hee- ren niet in twijfel te trekken, laat hij dan ook zoo denken ten aanzien van de heeren Oud en Ter Laan. Hei is toch fout, om te meenen, dat hun streven alleen een gebaar voor de verkiezingen was, gelijk van hen ge zegd is. Laat men van de zijde der r.k. pers eerlijk zijn en de bedoelingen van den A. M. P. niet verdacht maken, zooals de Volkskrant en De Morgen b.v. hebben gedaan. Spr. stel de vast, dat de leden van den A. M. P. steeds hun plicht hebben gedaan en veel eergevoel hebben getoond te bezitten, maar nu mag de regeering niet daar ook nog op speculeeren. Bedenkt, zei spr., dat menschen in armoede tot rare dingen kunnen komen. Aan het pra ten over eergevoel hebben wij niets, het heeft de menschen gebracht aan den rand der wanhoop. Als zij wat minder eergevoel had den gehad, waren zij er misschien nu beter aan toe geweest. Oordeel niet naar wat gij hier ziet, verzocht spr. aan den heer Suu ring. Wij zijn hier menschen, goed gekleed en met boorden om, maar bedenk dat er aan den zelfkant der groote steden in sloppen en stegen ook van onze menschen wonen in diepe armoede en voor hen vooral komen wij op. Uit de rede van den heer Suurink proefde spr. de dictatuur van minister De Geer en die kan ons leiden tot fascisme. De m i n i ter De Geer moet weg, het is reeds veel vaker gezegd en wij herhalen het hier, elke democraat moet daartoe meewerker, (hoerageroep). Als er een motie was aange nomen ten bate van de oud-militairen en de regeering zou die naast zich nceerleggen, gelijk volgens den heer Suuring zou geschie den, zou een toestand komen, die het onmid dellijk verdwijnen der regeering noodig maakte. Wat de verzoeken inzake uitkeering be treft, waarover de heer Suuring sprak, deze zijn afkomstig van menschen die nog slechts een 10- tot 15-tal jaren hebben gediend Maar wat doet het er toe? Als wij minder vragen dan de regeering wil geven, laat zij dan dat mindere geven, dan zijn wij toch tevreden. Spr. wees er nog op, dat de heer Boon zijn mote slechts wijzigde, omdat zij anders zou zijn verworpen. In eerste instantie zijn dus de rechtsche partijen aansprakelijk voor die wijziging. De oud-gepensionneerden zullen niet op houden met hun actie vóór zij herstel heb ben gekregen van het onrecht hun aange daan Hun eergevoel zal hen daartoe drij ven. (Applaus). Installatie nieuw gekozen hoofd bestuurslid, den heer Klnmpes. De voorzitter sprak de hoop uit, dat de heer Klumpes een waardig opvolger zal zijn van den heer Visser en dat hij de belan gen van den A. M. P. zal dienen. Telegrammen. Aan het zieke hoofdbestuurslid de heer Bakker en aart den heer Visser, oud-lid van dat bestuur, e. eneens ziek, werden op voor stel van den voorzitter telegrammen verzon den met wenschen voor spoedig algeheel her stel. Huldiging van bijzonder werk zame leden. Een vijftal heeren, die zich bijzonder on derscheiden hadden door hun ijver voor den A. M. P., werden door den voorzitter toegesproken, welke woorden door de verga dering met een daverend applaus werden onderstreept. De voorzitter hoopte dat hun aan tal zich zal uitbreiden, opaat steeds meerde ren zich bij den A. M. P. aansluiten, die dan des te meer kracht zal kunnen ontwikkelen Verscheidene malen dien middag zag ze Ro- ger's belangstellende blikken op zich gevestigd; ze had genoeg vrouwelijke ijdelheid om te wil len weten of hij haar aardig vond in haar wijn- roode jurk. Ze vond het heerlijk om niet haar costuum te dragen, zoodat ze zich, als ze tijd had, voor het diner verkleedde. Roger vond dat, zooals ze daar zat op een laag stoeltje, ze er al heel jong uitzag, net een klein meisje. Hij geloofde ook, dat ze heel vroolijk kon zijjn zonder onnoozel te wezen, iets wat weinig jonge meisjes kunnen. „Houdt u van dansen?" vroeg hij op eens. „Dol veel". „Weet u wat, dan gaan we morgen dineeren in het casino en een beetje dansen. Hebt u klust?" ,,'t Zou zalig zijn, maar kan dat wel? Ze keek miss Clifford aan. „Waarom niet, lieve kind? Wanneer uw dienst om is bent u baas over uw tijd. U hoeft niet zoo lang te blijven, als u bang bent u te verslapen." „Nu dan dolgraag' zeide Esther met stralen de oogen. „Prachtig, het zal een echte fuif zijn, dat hebben we allebei noodig". Alleen op haar kamer dien avond, beschouw de Esther met welgevallen haar mooiate avond toiletje. dat ze in Parijs had gekocht Ze had hot nog maar ééns aan gehad. Het was een cadeau van miss Terriss. Gemaakt van perzikkleurig chiffon, was het allerbekoorlijkst zooals het daar uitgespreid lag op haar bed. Een fijne bloem van zilvergaas werd op den schouder gedragen en de bijpassende schoentjes waren Mededeelingen. De voorzitter deed raededeeling vaa een gerucht, als zou de uitkeering aan wedu wen door minister Deckers worden verhoogd Spr. meende in dezen te moeten waarschu wen tegen hooge verwachtingen, want 't gaat volgens de regelingen van minister De Geer. Den Haag vroeg of er dit jaar niets zou komen van die verhooging. Het was toch beloofd. Devoorzitter antwoordde, dat zij komt op de staatsbegrooting van 1931. Er is wel vaker wat beloofd zei spr. (Instemming). Exploitatierekening 1929. Het rapport van de betreffende commissie werd voorgelezen, waarna de rekening wer-1 vastgesteld. Begrooting 1930. De voorzitter deelde mede, dat er nog een paar uitgaven moeten worden ge daan in het belang der actie van den A. M. P. (aanschaffing vermenigvuldiger van circulaires e.d.). Vastgesteld. Verkiezing hoofdbestuursleden. Artredend de heeren wijk en Brandwijk. Er waren geen tegencandidaten gesteld. De bei de aftredenden werden dus herkozen ver klaard. Volgende vergadering. De afd. Goes had voorgesteld de verga deringen voortaan in het centrum van het land te houden. Werd zondeT stemming aangenomen. Terugblik gevoerde actie. De voorzitter meende, dat de actfe zeer goed is geweest, het gerucht dringt langzaam maar zeker door tot waar wij moe ten zijn. De Vrijheidsbond is al geheel be keerd; vroeger ging hij vaak recht tegen ons in, nu heeft hij ongelijk bekend. Spr. hoopte dat er meerdere partijen zullen volgen. Bij de chr. hist. bestaat nog aarzeling. Et zijn er onder hen, die het met ons eens zijn, maar door de partij nog worden gedwongen tegen ons te stemmen. Spr. geloofde dat dit bij de a.-r. en r.-k. evenzoo is en hoopte dat zij, die het in die partijen met den A. M. P. eens zijn, een totale zwenking zullen kunnen bewerken. Spr. wekte allen op, om in hunne partij, welke die ook is, op waardige wijze de idee- en van den A. M. P. naar voren te brengen. Het Nederlandsche volk, hoe ook door partij en verdeeld, is scherp ingesteld op het recht en de motieven van den A. M. P. zullen daarom "ingang vinden. Een groot deel van de Nederlandsche pers is 't er ook reeds mee eens. Dank bracht spr. aan de perscommis sie vart den A. M P., die zich in het afgc* loopen jaar duchtig heeft geweerd. Spr. meende dat er in verschillende afdee lingen beter kon worden gewerkt. Ten aanzien van de steunverleningen zal ren ernstig onderzoek bij de afdeelingen worden ingesteld. Spr. verzocht de te zenden lijsten stipt eerlijk in te vullen en niets verzwijgen, opdat een volkomen juist beeld zal worden verkregen. De afdeeling Amsterdam bracht hel hoofdbestuur dank voor zijn actie in het af- geloopen jaar. Ons doel op het gebied van pen sioenherziening. De secretaris van het hoofdbestuur, de heer L. vanGtest, hield een rede ove» bovenstaand onderwerp. Hij begon met te zeggen, dat de Bond zal voortgaan met zijn actie tot verkrijging van recht, ondanks alles wat de regeering of wie ook daarover zal zeggen. De militairen zijn steeds achter gesteld bij andere landsdiena- ren, zoowel in salaris als in pensioen. Bij de militaire pensioenwet van 1851 werd het recht van den militair erkend en bij elke her ziening vond men dat terug, maar de pens!- onneering was te laag. Door stijging van den levensstandaard nemen de behoeften det militairen steeds toe en zij hadden de groot-' ste moeite om staande te blijven. In 1909 kwam de weduwenverzorging, waarbij ech ter de weduwen van eerder overleden militai- ren werden uitgesloten. Spr. keurde dit In sterke woorden af. In 1914 werd bij een nieuwe wijziging der militaire pensioenwetten slechts terugwer kende kracht verleend tot half 1913, waf spr. zeer onvoldoende noemde en zelfs een verkrachting van het recht. In 1922 kwamen weer nieuwe pensioen wetten voor de militairen, die toen pas gelijk gesteld werden met de burgerlijke lands dienaren. Echter de vóór 1918 gepensionneer den deelden niet in die verbetering, „het recht werd doorgeknipt", zei spr. Hij gaf verschillende cijfers, om aan te toonen dat aan het recht der oud-militairen absoluut niet was voldaan. Het rechtsgevoel en het ge weten hadden moeten aansporen om dat on recht weg te nemen, maar de regeering bleef doof en de oud-militairen werden gedoemd fatsoenlijke bedelaars te blijven. Krachtig wekte spr. op, zich achter den van zilverachtig leer, sober en smaakvoL 't Is beelderig, dacht zij, het japonnetje stree- lende. Wat een geluk om het hier te dragen, waar de menschen zich zoo elegant kleeden. Voor den spiegel staande, hield zij het voor zich. Ja, deze soort rose stond haar zeer goed en verhoogde den gloed van haar bruine haar, en het zachte rood van haar wangen. Zou hij ma ook aardig vinden? peinsde zij. Of ben ik al leen maar goed om mede te dansen? Nu, het doet er niet toe. Ik moet wat vroolijkheid hebben. Ik hoop dat de dokter geen bezwaar, maakt. Maar waarom zou hij? Ik zal mijn ver pleging niet verwaarloozen. En toch, hij ia zoo'n rare man. Dat iz er tegen om den dokter in huis te hebben. Vervelend. Een half uur later was ze bezig met haar handen te mani curen en niets geen slaap hebbende, ging za een bad nemen. De badkamer was tusschen haar kamer en dien van den dokter. Het was er zoo stikkend warm dat ze het venster wijd opengooide, zoodat de koele, vochtige lucht naar binnen stroomde. Zij leunde naar buiten om de nachtlucht in te ademen. Op eens rook zij ook de sterke geur van de sigaren van den dokter en zij begreep dat hij bij het open raam zat te lezen en te rooken. Ze begreep niet wat hij 's avonds altijd uitvoerde, maar als zij naar had ging, zag zij altijd zijn licht branden. Wat was hij toch aen vreemd, zcHgenoegzaam, som ber wazen! Hij was altijd zoo gewichtig, zoo lo gisch, zoo minachtend. Eigenlijk meer vernieti gend, ja, dat woord omschreef hem het beste. Ze had altijd het gevoel, dat bij haar plat zou willen drukken - iWfltxk vervoiffd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 5