SPOOR's MOSTERD Spoor's gestampte Muisjes mate-- A. M. P. te scharen en te blijven ageeren voor verbetering van den bestnanden nood toestand. (Applaus). De voorzitter bracht den heer Van Geest, een hartelijk woord van dank voor zijn betoog. In verband met een mededeeling van den, afgevaardigde van Apeldoorn, dat de oud-militairen achter staan bij de oud-bur gerlijke ambtenaren, zei de voorzitter dat de verhooging der oude militaire pen sioenen, die zou gelden omdat zij niet op het vereischte peil zijn, niet eerlijk is geschied in overeenstemming met de afgelegde ver- Waringen. Vaststelling actie voor de eerst volgende maanden. De v o o r z i 11 e r zette uiteen, dat het doel fnoet zijn: le. voldoening aan den eisch om recht; 2o. opheffing van de steunverlening. Deze toch is het obstakel, dat op den weg naar het reoht is geplaatst. Met eerlijke en waarachtige middelen zal moeten worden voortgegaan. Ten aanzien van gelijkstelling en steunver- leenrng zullen adressen worden gezonden aan de ministers van financiën, defensie en koloniën. Ten behoeve van de gelijkstelling yan de vóór 1909 gepensionneerden zal aan 'dezelfde ministers worden geadresseerd. Er 'zullen bezoeken worden gebracht aan Ka merleden, gedachtig aan het spreekwoord :„De gestadige druppel holt den hardsten 'steen." Wij moeten de heeren voortdurend [achtervolgen met ons geroep om recht, zei spr., dan zal hun dit vanzelf vervelen en zul len zij aan onze verzoeken voldoen. Spr. gaf 'nader aan hoe een en ander zal moeten wor- 'den uitgevoerd en opgevat. Voorts zal er worden uitgegeven een brochure met bezwaren tegen de steun regeling, kort en zakelijk, een eisch om recht. Ook zullen er weer, evenals in 1929, mani festen worden verspreid bij alle gelegen heden. waar de autoriteiten aanwezig zijn. Ons houdende aan de uitspraak der (Tweede Kamer, dat de gelijkstelling voor West-Indische militairen ook zou gelden voor de Nederlandsche, hebben wij recht op die gelijkstelling, zei spr. De Kamer is wei aan de eerstgenoemd en tegemoet ge komen, maar heeft de Nederlanders ver lieten en daarom zullen wij de Kamerleden ^gedurende eenigen tijd geregeld aan hun "eigen uitspraak herinneren. In verschillende afdeelingen zullen sprekers optreden voor openbare propaganda- vergaderingen vóór 15 Dec. (het einde van de Kamer-debatten over de staatsbegrooting). Spr. gaf nader aan hoe deze vergaderingen zullen worden geregeld. Haarlem sprak er afkeuring over uit, dat de gelijkstelling voor de koloniale militairen niet is geldend gemaakt voor de Neder landsche. Kerkrade vond ongerijmd, dat de steun voor soldaten en adjudant-onderofficieren even hoog is. De voorzitter gaf de bezwaren van beide afdeelingen toe. Ook spr. vond het een fout, dat de steun geringer wordt naarmate de betrokkenen meer kinderen hebben die geld in het gezin brengen. Het begint inder daad bedenkelijk te lijken op kinder-exploitatie. Intusschen zal ook deze kwestie op de open bare vergaderingen en in de brochures aan de orde worden gesteld. Het door den voorzitter ontwikkelde pro gram van actie, dat nog kan worden aange vuld, werd' goedgekeurd. Rondvraag. Baarn bepleitte het stellen van een eigen candidaat door de oud-gepensionneerden voor de eerstvolgende Kamerverkiezingen. De voorzitter was daar niet voor, hij wilde alleen de oud-gepensionneerden in overweging geven na te gaan of de mede door hen gekozen vertegenwoordigers ook hunne belangen behartigen. Van een eigen vertegenwoordiging verwachtte spr. geen voldoende effect. Er zijn Kamerleden ge noeg, die de zaak voldoende kunnen ver dedigen, als zij dat maar willen. De A. M. P. wil geen bepaalde politieke partij, maar slechts recht. Sluit U aan bij de partij, waartoe gij u aangetrokken voelt, zei spr., en verdedig daar uw belangen. De volte vertegen woord i ging vervreemdt zich meer en meer van het volk, en dit schept ge vaar voor fascisme. Waakt daarvoor! Apeldoorn bracht den heer Suuring dank voor zijn aanwezigheid, en dat on danks het feit dat zooveel critiek op hem is uitgeoefend. Spr. vroeg of de toeslag op het salaris voor den dienst in Indië ode meetelt voor het pensioen. De voorzitter antwoordde beves tigend. Oostburg drong aan op publicatie in het buitenland van de wijze waarop de Ne- deriafldsehe regeering de verzoeken van den A M. P. beantwoordt. De voorzitter meende, dat men daar de houding der regeering niet zal kunnen be grijpen, want men heeft daar de door ons ge- Vraagde gelijkstelling. Intusschen merkte spr. op, dat men de zaak in ons eigen land in orde moet maken en niet in het buitenland. Vlissingen bracht het hoofdbestuur hulde voor de wijze waarop het de belangen der oud-gepensiönneerden voorstaat. (Applaus). Op naar de eenheid. Dit was de titel van een rede, die het hoofdbestuurslid de heer Klooster aan 4iet einde der vergadering hield. De strek king ervan was een oproep tot aansluiting bij den A. M. P., om dan gezamenlijk op te trekken voor het gezamenlijk belang. Alleen ppdeze wijze is iets te bereiken. De strijd qer vakvereenigingen op verschillend ge bied heeft dat geleerd. De Bond, opgericht nu 8 jaar geleden, heeft thans 3200 'eden en het konden er 30.000 zijn, allen gepensionneerden van land- en zeemacht hier te lande en in de koloniën. Een daverend applaus beloonde den spre ker. Sluiting. Bij de sluiting bracht spr. dank aan de aanwezigen en aan allen, die hebben meege werkt aan het goede verloop der vergade ring. Bij alle critiek, die was uitgeoefend op den heer Suuring, bracht hij dezen dank voor diens tegenwoordigheid. Spr. wilde in deze critiek niet persoonlijks zien, zij betreft al leen tde hóuaing van den heer Suuring als volksvertegenwoordiger. Het was een spor tieve, daad van den heer Suuring om hier te verschijnen, vele andere Kamerleden zoilden daartoe „het lef" niet hebben gehad. Spr. hoopte nu maar, dat de vergadering op den "heer'Suuring indruk zal hebben gemaakt, dat het recht van de gepensionneerden door hem wordt gevoeld en hij daarnaar zal han delen. Hij zal dan den dank van den A. M. P. oogsten, want die is daar neutraal genoeg voor, al wordt hij door r. k. vaak ten on rechte een bijwagen van „Het Volk" ge noemd, een bond van oproerkraaiers. Ten slotte riep spr. allen een tot weerzien toe, daarbij vaststellende, dat de Bond pal staat in zijn strijd om recht, waarvan spr. hoopte dat het volgend jaar goede resultaten zijn mede te deelen. FROTESTVERGADERING TEGEN DE VLOOTPLANNEN VAN DE REGEERING. Mr. P. J. Oud spreekt in de Harmonie. Zaterdagavond hield de Vrijz. Democra tische bond in de dancing van de Harmonie een protestvergadering tegen de vlootplan- nen van de regeering, waar als spreker op trad het lid der tweede kamer, mr. P. J. Oud. Om acht uur was de zaal al vrij aardig bezet, en toen, na verloop van het traditio- neele kwartiertje, de voorzitter opende, kon van een voor Zaterdagavond goed bezette zaal worden gesproken. In een korte openingsspeech zette de voor zitter het doel der protestvergadering uiteen, waarna hij 't woord gaf aan mr. P. J. Oud. Mr. Oud begon met het weerleggen van de aan het adres der tegen het vlootylan agee- rende groepen van de zijde der voorstanders geuite beschuldiging van volksmisleiding; wat de regeering voorstelt zou geen verster king der vloot zijn. Ook al was dit werkelijk het geval, dan zou men nog niet van volks misleiding mogen spreken. De V.-D. staan immer op 't standpunt van „eenzijdige" ont wapening en voeren een krachtigen strijd voor de nationale ontwapening. Echter wat de regeering nu voorstelt, is wèl een versterking der vloot, en dat met niet minder dan 50 pCt. Nu mogen de tegen standers aanvoeren dat de regeering slechts het vormen van een reserve beoogt, maar, zooals spr. op bevattelijke wijze uitlegde, door de vorming van zoo'n reserve zullen toch meer strijdkrachten op zee kunnen zijn, dan wanneer die reserve ontbrak. Spr. maakte de beteekenis van de vloot- plannen duidelijk door de geschiedenis van de marine van de laatste 20 jaar na te gaan. Het is al dien tijd ware vlootmisère geweest, omdat men trachtte op kleinere schaal door te voeren, wat de groote mogendheden op het vlootbewapeningsgebied deden. De V.-D. staan op het standpunt dat de Nederlandsche marine alleen dienstbaar moet worden gemaakt voor politiedoelein den. Doordat men steeds trachtte de vloot tot een defensieven factor te maken, is men er nooit in kunnen slagen om ze aan politie dienst te kunnen doen beantwoorden. In 1912 was een commissie aan het werk gegaan, die vaststelde, dat voor de verdedi ging van het Ned. Indië zware slagschepen (in den geest van de super-dreadnoughts) noodig waren en in de troonrede van 1913 werd dan ook een desbetreffend voorstel aangekondigd. Hiervan is nooit iets gekomen. In 1914 brak de wereldoorlog uit en vielen de plan nen in elkaar. Wel is men er in de oorlogs jaren toe gekomen om voorstellen te doen tot het bouwen van drie kruisers, de Java, Su- matra en Celebes. Slechts de eerste twee wer den na een lange lijdensgeschiedenis vol tooid. Toen de oorlog geëindigd was, stond men voor de groote vraagWat moet er met onze vloot gebeuren? De condities waren geheel veranderd, de Volkenbond was gesticht en het lag dus voor de hand dat de regeering zich van die veranderde internationale ver houdingen rekenschap zou geven. Edoch, bij het optreden van de regeering Ruys de Beerenbrouck, met vice-admiraal Naudin ten Cate als minister van marine, bleek daar niet veel van. De minister hield 'n rede in de Tweede Kamer die de heer Mar- chant aldus formuleerde: Wij hebben jaren lang honderden millioenen uitgegeven, en al les wat we hebben is niets anders dan een hoop oud roest. Na het aftreden van dezen minister heeft Ruys de Beerenbrouck zelf tijdelijk het minis terschap van marine waargenomen en als zoodanig voorgesteld om de Java en Suma- tra af te bouwen, omdat ze toch in elk vloot- plan pasten. In 1919 diende mr. Bijleveld, de nieuwe minister van marine, een vlootplan in waar in de kruisers niet pasten. De begrooting werd evenwel verworpen. Tenslotte heeft, onder het ministerschap van Van IJsselstein, de Kamer zich laten vinden tot het afbouwen van de twee krui sers. De in 1921 als minister van oorlog en ma rine optredende minister, generaal Pop, maakte een vlootplan op, waarin de beide kruisers weer wel pasten. Aan de door Pop gevormde commissie danken we de vlootwet die, nu zeven jaar geleden, zooveel beroering bracht. Oorspronkelijk behelsde het plan een vloot te vormen van 4 krui sers, 24 torpedojagers, 50 duikbooten en 4 mijnenleggers. De regeering durfde het ge- heele plan niet aan en het ontwerp vlootwet van 1923 bevatte slechts de helft van de bo vengenoemde cijfers. Toen moesten, op aandrang van de r.k. kamerleden, eerst weer de verkiezingen ach ter den rug zijn en eerst in November van dat jaar kwam het ontwerp in behandeling. De financieele toestahd was toentertijd slecht, de heer Colijn was Jhr. de Geer, die de verantwoordelijkheid voor het plan niet op zich wilde nemen, opgevolgd, maar men had zich misgerekend. Met één stem meerder heid werd, dank zij 10 r.k. kamerleden, de vlootwet verworpen. Het ministerie traf af. maar na een reeee- ringscrisis van bijna vier maanden kwam hetzelfde kabinet toch maar weer terug. Wat men niet in eens had kunnen verkrijgen werd thans bij stukjes en beetjes doorge voerd. Bij elke begrooting werden gelden voor den bouw van een paar kleinere sche pen gevoteerd, en alle katholieken, zoowel als de Vrijheidsbond, stemden met de regee ring mede. In 1926 trad het kabinet-De Geer op, met als minister van defensie Lambooy, die een politiek van versobering voerde. Onder lei ding van dezen minister zijn in 1927 de grondslagen voor de bewapening van Ned. Indië vastgesteld (en wel op 2 kruisers, 8 ja gers en 12 onderzeebooten). Van een reserve wilde Lambooy niets weten. De r.k. fractie vormt, inzake militaire po litiek, de onberekenbare groep in de kamer. De politiek van den r.k. minister Lambooy vond bij de r.k. fractie geenerlei tegenstand. Ook niet bij den tegenwoordigen minister van defensie, Deckers, destijds kamerlid. De grootste grief tegen den huidigen de fensieminister had spr. evenwel in diens to tale verloochening van het r.k. verkiezings program. Bij de verkiezingen van het vorige jaar heeft de r.k. staatspartij het doen uitkomen alsof van haar als democratische partij geen versterking van de vloot zou zijn te wachten. Nu de heer Deckers minister is, heeft hij dat alles zonder meer opzij gezet. Spr. maakte dan ook de conclusie, dat uit een politiek oogpunt beschouwd, het vloot plan in alk opzichten verwerpelijk is. De regeering wil op het oogenblik de ka mer voor een tiental jaren vastleggen om elk j'aar tien tot elf millioen te voteeren. Iets dergelijks wordt voorgesteld in een tijd, dat de economische vooruitzichten in alle opzichten ongunstig zijn, en door een regee ring die in de troonrede op sterke bezuini ging aandringt. Spr. was voor niets zoo bevreesd als voor het feit, dat er het volgend jaar voor de om streeks 50.000 ouden van dagen die in 't ge heel geen pensioen genieten, geen geld be schikbaar zal zijn „wegens den benarden fi- nancieelen toestand". Ook uit financieel oogpunt is het vloot plan dus niet te verdedigen. De technische zijde van 't vraagstuk is: 't groote gebied van Ned.-lndië kan door ons niet verdedigd worden. Het is een volstrekte onmogelijkheid voor een klein land als Ne derland dat groote eilandenrijk te verdedi gen. De eenige taak die we daar kunnen ver vullen is de taak van politiediensten. Juist die taak komt in het gedrang, omdat de mil lioenen uitgegeven werden voor verdedi gingsdoeleinden. Het meest treffende voorbeeld hiervan is het gebeurde op Cura^ao in Juni 1929. De liberalen hebben daar bij de verkiezin gen munt uit trachten te slaan, met argu menten evenwel die van weinig consequentie blijk gaven. Juist door zijn geld weg te smijten voor oorlogsdoeleinden, kon men niet voor een voldoende politiebewaking zorgen. Een goede politiedienst is toch veel goed- kooper dan een dergelijke defensieve vloot, een oorlogsboot veroudert wel, terwijl een politieboot jarenlang mee kan. Een verderfelijk element in onze marine- politiek is de behoefte aan groote dure sche pen, niet voor gevechtsdoeleinden maar voor „vlagvertoon". De moreele zijde van het vlootplan is voor de V.-D. het gewichtigste van alles. Die mo reele zijde is hierin gelegen, dat men zich moet afvragen, of de wereld nu nog steeds den weg der bewapening moet opgaan. Heeft de verschrikkelijke wereldramp van 1914 1918 ons dan niets geleerd? Den V.-D. wel. Zij hebben hun meening over bewapening herzien en spr. is trots op die verandering van denkbeelden. „Zoo gij den vrede wilt, bereidt U voor tot den oorlog". Spr. betoogde hoe onjuist deze Romeinsche spreuk is. Voelde men zich in 1914, toen geheel Europa tot op de tanden was gewapend, zoo erg veilig? En was ook de wereldoorlog niet in flagrante tegen spraak met deze spreuk? Geheel het oorlogsbedrijf is in strijd met de grondslagen van het christendom. Laat men nu niet zeggen: Nederland is niet oor logzuchtig en het bouwt enkel een vloot om zich te verdedigen. Dat zeggen immers alle staten. Ook de Duitsche keizer gebruikte pre cies diezelfde woorden. Spr. wees er voorts nog eens op, dat jhr. Beelaerts van Blokland, onze minister van buitenlaiidsche zaken, te Genève heel mooie redevoeringen heeft gehouden, maar dat toch de practijk in Den Haag ons heel iets anders laat zien. Daar maakt men vlootplannen. Daar ook wordt bijv. het gifgassenpact, dat het ge bruik van gifgassen wil verbieden daar dit een gewetensplicht is voor de staten, gera tificeerd met die beperking, dat deze rati ficatie alleen geldt op voet van wederkeerig- heid. Ons geweten werkt dus blijkbaar alleen op grond van wederkeerigheid! Is dit wel cliristelijke politiek, zoo vroeg spr. zich af Een verheugend verschijnsel is het echter, dat men nu ook in de kerken een beweging ziet ontstaan tegen die politiek. Spr. bedoel de de vereeniging Kerk en Vrede en noemde den naam van prof. Heering en diens be kende boek „De Zondenval van het Chris tendom". In dit boek worden om. de woor den van Erasmus aangehaald: „De oorlog kan niet het werk van een christen zijn, het is het werk van den duivel. Want wat kan den duivel meer genoegen doen, dan dat twee christenen elkaar het hoofd afslaan?" Spr. wekte de christenen op zich met de V.-D. tegen de bewapening, die met hef christendom, dat volgens Thorbecke boven de gelooven staat, niet is te vereenigen, te stellen, zoodat, ook al wordt dit vlootplan aangenomen, toch binnen niet te langen tijd, in Nederland geen bewapening meer moge lijk zal zijn. De spreker, die met de grootste aandacht was aangehoord, werd met een daverend ap plaus beloond. De voorzitter SDrak hierna nog even. waarbij hij mr. Oud voor zijn rede en de aanwezigen voor hun opkomst dankte en verder nog eenige woorden van propagan distische strekking sprak. «KNEG1TËKADËI. HEER-HUGOWAARD. Vrijdagmiddag te 2 uur kwam de raad in voltallige zitting bijeen. Voorzitter en secre taris was burgemeester Van Slooten. E>e goedkeuring van Ged. Staten was inge komen omtrent de klassificatie der gemeente en de heffing van opcenten op personeele be lasting en de gemeentefondsbelasting. Het verslag der vereeniging ter bevordering van vakonderwijs, alsmede dat der malaria-com missie werden ter beschikking der raadsleden gesteld. Meddeeling was ingekomen, dat voor het onderwijs over 1929 te weinig was ontvan gen 585, hetgeen inmiddels is verrekend. Door den heer F. van Leyen was in schrij ven gezonden met betrekking tot de verple- ing van zijn dochtertje in het ziekenhuis te lkmaar. In dit schrijven wvrd te kennen ge geven, dat de betrokkene de rekening niet kon voldoen. Door den voorzitter werd toegelicht, dat door het bestuur van het ziekenhuis reeds was verzocht het verschuldigde bedrag voor rekening der gemeente te nemen, bedragende 42. Algemeen bleek men van gevoelen, dat in dit geval inderdaad onmacht bestond; door den heer K. van Langen werd nog op gemerkt, dat in dergalij'ke gevallen ook een bijdrage der betrokken Diaconie gevraagd zcu kunnen worden. Ten slotte werd met al- gemeene stemmen besloten het bedrag te vol doen, hoewel de opmerking werd gemaakt, dat in dit opzicht niet te veel ruimte moe: worden gegeven. Verschillende verzoeken om subsidie waren ingekomen, welke bij punt 2 der agenda later werden behandeld. Van Ged. Staten was bericht ontvangen van toe kenning van 47.08 als bijdrage voor de hier gevestigde vakteekensehool. Lit het noorde lijk deel der gemeente reeds een verzoek inge komen om versterking der politie, althans maatregelen ter bevordering van meer veilig heid. Dit verzoek was onderteekend door 154 personen. Door den voorzitter werd deze zaak nader toegelicht en de zienswijze van B. en W. meegedeeld. Genoemd werd het aanvulfen van nachtwakers, het aanstellen van nog een veldwachter, het beschikbaar stellen van een auto aan de politie. In den breedë werd de zaak besproken, waarbij o.a. werd opgemerkt, dat de nachtdiensten der politie over de ge meente worden verdeeld; hieromtrent werd de opmerking gemaakt, dat het wellicht tot ge ruststelling kon dienen, wanneer het zak boekje der politie door burgers werd getee kend. Ook werd er de aandacht op gevestigd, dat op verschillende plaatsen nachtdienst werd ingevoerd voor de telefoon, wat echter door den voorzitter niet best uitvoerbaar werd geacht. Het resultaat der discussie was, dat den rijksveldwachter zal worden gevraagd of die zich metterwoon wellicht in het noorden der gemeente zou willen vestigen, terwijl tevens aan B. en W. werd opgedragen in hoeverre men zou kunnen slagen met dé aan stelling van nachtwakers, teneinde dan in de volgende vergadering met een bepaald voor stel te komen. Door den heer W. Groenland werd nog in overweging gegeven om gelegen heden te scheppen, waarin eventueel een ar restant opgeborgen zou kunnen worden, waarvoor echter blijkbaar niets werd gevoeld. Van de Witte Kruis afdeeling was het ver zoek ingekomen een kind van den arbeider J Visser voor gemeenterekening te doen verple gen in een sanatorium. De opname geschiedt op advies van het consultatie-bureau. Beslo ten werd het verzoek in te willigen. Door het schoolbestuur van de H. Dionisius, in de kom der gemeente, werd volgens art. 72 der on derwijswet een bedrag gevraagd voor de kos ten van een z.g. kofferorgel. 'Door den voor zitter werd toegelicht, dat art. 72 daartoe niet het recht geeft, hetgeen is gebleken uit een dergelijk geval te Heemskerk. Na eenige bespreking werd besloten met verwijzing daarnaar, het verzoek te weigeren. Door de muziekvereenigingen „H.U.G.O en en Tr°u" werd verzocht weer de ge bruikelijke subsidie te mogen ontvangen. De heer Quant vroeg nadere opheldering om trent de weigering van een dezer korpsen medewerking te verleenen bij de viering van Koninginnedag. Door den voorzitter werden eenige toelichtingen verstrekt, waaruit bleek, dat oneenigheid de oorzaak was geweest waarbij echter geen persoonlijke weigering in het spel was. Door het weigeren der een vereeniging besloot ook de andere geen mede werking te verleenen. Natuurlijk, zeide de voorztter, maakte de weigering geen aange- namen indruk, al erkende spr., dat de tot nog l^gde subsidie geen verplichting op- De heeien Krom en Kostelijk achtten het gewenscht aan de subsidie verleening toe te voegen, dat er van de zijde van het gemeen tebestuur prijs op gesteld zal worden; dat bij voorkomende gelegenheden medeweriking ver leend wordt. Aldus werd besloten. Besloten werd wederom toe te staan 1 cent per inwoner voor de malaria bestrijding eveneens .1 10 aan de commissie ter bevorde ring der volksgezondheid. Voor het buiten gewoon lidmaatschap van den A. N \V B werd niet veel gevoled, al erkende men ten volle den nuttigen arbeid van den Bond. Het 'a^' naar„dc°r.d,en heer Kostelijk naar door den heer Kostelijk naar voren werd Gebracht meer op den weg van belanghebbende parti culieren om persoonlijk lid te worden. Beslo ten werd de gemeente niet als buitengewoon lid te doen inschrijven. 6 Door den heer Kooij werd namens de com missie van onderzoek der begrootin<ren ran- port uitgebracht. Omtrent enkele punten der gemeentefcegrooting werden eenige vragen gesteld, welke aanlediing gaven tot nadere toelichting of bespreking. Allereerst werd gevraagd naar de ver hoogde post voor presentie gelden Door den voorzitter werd toegelicht dat naar aanleiding van uitlatingen in vromere vergaderingen deze post zekerheidshalve wat hooger werd geraamd, zooals in dc memorie van toelichting reeds is opgenomen. Met be trekking tot post 142 huur van huizen en ge bouwen, werd door den voorzitter toegelicht. Een kuur met Foster's Maag- pillen baat bij de hardnekkig, ste gevallen van slechte spijs vertering en verstopping, f 0.65 per flacon in dro gistzaken en apotheken. dat de huur voor de woning der vroedvrouw en die der veldwachter elders zijn onderga bracht als gevolg dér nieuwe regeling tus- schen rijk en gemeenten met betrekking tot de financiën. Met betrekking tot instandlióu. ding der schoolgebouwen en het terrein voor lichamelijken oefeningen, werd door den voorzitter meegedeeld, dat voor herstel-, schilder en ander werk vrij wat meer geëischt zal worden dan in het loopende jaar. Mede worden in het belang der lichamelrké opvoeding gaandeweg hoogere eischen ge- steld. De belangrijke verhooging der post sub- sidie aan het Burgerlijk Armbestuur vindt hare oorzaak in de reeds vroeger uirgespn>. ken m.eening van den raad, dat aan genoemd bestuur ruimer middelen dienen te worden verstrekt; over 1930 is er reeds een tekort, dat gedekt zal moeten worden. Voorts wenschte de commissie van onderzoek :n comité-vergadering nog eenige vragen te stellen, hretgeen werd toegestaan. De ge- meente-begrooting werd goedgekeurd. Naar aanleiding dezer begrooting werd door den heer Kostelijk opgemerkt, dat de presentie gelden in 1923 zijn verlaagd, bij 1r. zich destijds heeft neer- welk besluit ook spr. „TO. gelegd, doch er is een ongelijkheid gescha pen, aangezien Ged. Staten niet goedgekeurd hebben de door den raad voorgestelde rege ling van burgemeester en ambtenaren. Van spr. is geen voorstel te wachten, doch als zijne meening wilde hij kenbaar maken, dat z.i. het presentiegeld zoodanig dient geregeld te zijn, dat iedereen raadslid moet kunnen worden zonder bezwaar van eigen financiën. Door den heer Quant werd voorgesteld B. en W. te verzoeken de volgende vergade ring met een voorstel te komen. De voorzitter gaf te kennen wel voor her ziening te zijn, terwijl de heer Krom mede verhooging wel gemotiveerd achtte, doch met het oog op de omstandigheden deze zaak lie ver nog wat wenschte aan te houden. In dien geest werd mede gesproken door den'heer Groenland. Aan B. en W. werd ten slotte opgedragen de volgende vergadering mret een voorstel te komen. Met betrekking der begrooting voor het G. E. B. werd door den heer Kooij opgemerkt, dat door de commissie hierover moeilijk ge oordeeld kan worden; ze vond geen bezwaar tot goedkeuring te adviseeren, waarna door den voorzitter eenige •toelichtingen werden verstrekt! Naar aanleiding hiervan werd door den heer Kostelijk opgemerkt, dat nog wel eens zwarigheden zou kunnen rijzen bij het eindi gen van het nog loopende contract met het P. E. N. Spr. zou het wel gewenscht vindén, indien met het P. E. N. tot een overeenkomst kon worden gekomen. Door den voorzitter werd hierop geant woord, dat eer. schrijven was ingekomen, hetgeen spr. straks in comité zou willen be handelen. Hierna bracht de heer Kooij rapport uit over de begrooting voor het B. A., geadvi seerd werd tot goedkeuring, doch eenige toe lichting werd wel wenschelijk geacht. Door den voorzitter werd vooropgesteld, dat met het oog op de omstandigheden al licht wat meer ge d noodig zal zijn. De heer Tromp gaf als zijne meening te kennen, dat door het A. B. ook diende gehol pen te worden in gevallen, waarbij personen zich met een beetje geldelijken steun zelf zouden kunnen bedruipen en die wijze niet opgenomen behoeven te worden in het Huis voor Ouden van dagen. Spr. achtte het niet ongewenscht in dien geest Let B. A. een wenk te geven. Ook de voorzitter gaf te kennen daarvoor wel te gevoelen; hoewel spr. er geen be zwaar in zag, dat de raad zich hierover uit sprak, oordeelde hij toch, dat in dit opzichl niet te veel ruimte kan worden gegeven Spr. stelde voor den zaak verder in comité te behandelen. De heer Kostelijk oordeelde, dat dit onge twijfeld iets is, waar velen belang in stellen, weshalve zooveel mogelijk in het openbaar te behandelen door spr. beter werd geacht' Hij verklaarde accoord te gaan met het idéé van den heer Tromp; het is toch een feit, dat er menschen zijn in het huis, die er feitelijk niet in thuis behooren Naar spr.'s oordeel moet een dergelijke inrichting zoodanig zijn, dat het verblijf er zoo aangenaam mogelijk wordt gemaakt. Spr. kan zich zeer goed in denken, dat er menschen zijn, die er graag in gaan. Ook spr. achtte het ge wenscht, dat het B. A. met de zienswijze van den raad in kennis wordt gesteld, maar dat dan ook ruimer middelen worden verstrekt om daarmee rekening te houden Uit hetgeen verder door den heer K°01j' werd meegedeeld, bleek dit ook het oordeel der comm. voor onderzoek der begrooting P zijn. Besloten werd tot nadere bespreking in comité. Dc begrooting werd goedgekeurd, terwijl de voorzitter de comm. dankte voo* haren arbeid. Medegedeeld werd, dat aan de bijzondrt* scholen over 1929 nog in totaal uitgekeer? zal moeten worden 3182.54, waarmee raad accoord ging. Vervolgens kwam de straatverlichting sprake voor dat deel der gemeente, waar o° het laagspanningsnet ondergrondsch is worden. Nadat een plan der plaatsing van de lichtpunten is bezichtigd, verklaarde raad met dit plan accoord te gaan Het aa tal lichtpunten bleek niet vermeerderd, leen werden enkele verplaatsingen voorg®, steld. Door den heer Van Langen werd nog g® vraagd of bij gebruik van sterker lampen lichtpunten niet met meer tusschenruifflt® plaatst zouden kunnen worden. j. Na eenige bespreking werd besloteni£ lampen midden over den weg aan te gen, hetgeen door de Comm. van Bijstaöfl- liaar oeheel werd aanbevolen-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1930 | | pagina 6